Sie sind auf Seite 1von 53

Haarlem, 30 oktober 2014

Aan: Alle Haarlemse bestuurders en politieke partijen.


Betreft: Verzoek om toestemming voor en medewerking aan een experiment met legale cannabis
productie voor THC coffeeshops in Haarlem.
L.S.,
Wij, de 16 leden van het Team Haarlemse Coffeeshopondernemers, verzoeken U, de
burgemeester, bestuurders en politici van/in de gemeente Haarlem om uw steun, begeleiding en
medewerking teneinde in aanmerking te komen voor een experiment met legale productie van
cannabis voor de 16 lokale coffeeshops.
=RDOV8ZDDUVFKLMQOLMNLVRSJHYDOOHQLVGH]RJHQDDPGHDFKWHUGHXUSUREOHPDWLHNGDJHOLMNVHHQ
onderwerp in vele media, en wordt er door diverse burgemeesters en gemeentes stevig aan de
achterdeur van Minister Opstelten gerammeld, met name door burgemeester Depla van Heerlen.
burgemeester Depla is de initiator van het Joint Regulation Manifest, dat mede door burgemeester
Schneiders en 53 andere Burgemeesters is ondertekend. (zie: bijlage 1)
Het voornemen om in Haarlem een experiment met legale cannabis productie op te zetten en uit te
voeren is niet nieuw, reeds in mei 2010 werd een motie, ingediend door D'66, SP, Actiepartij, GLH
en PvdA aangenomen.
Coffeeshops; college wordt verzocht een actieve houding richting rijksoverheid aan te nemen om
tot regulering van de teelt en aanvoer van softdrugs te komen en zodra de rijksoverheid dit
toestaat Haarlem te laten experimenteren met het legaal bevoorraden van coffeeshops en voor de
zomer van 2011 het coffeeshopbeleid en bijbehorend handhaving- en sanctiebeleid te evalueren.
D66, SP, Actiepartij, GLH en PvdA stemmen voor Aangenomen
Bron: Kadernota 2010 (zie: bijlage 2)
De motie is weliswaar al in 2010 aangenomen, maar wij hebben van een actieve houding richting
de rijksoverheid niets kunnen waarnemen, buiten de ondertekening van het 'Joint Regulation
Manifest' door onze burgemeester.
Burgemeester Schneiders heeft wel in een artikel in het Haarlems Dagblad van 4 Mei 2013, waarin
het THC aangaf tegen 'gemeentewiet' te zijn, duidelijk aangegeven, dat, als daar wettelijk gezien
de mogelijkheid toe bestaat, de legale productie van cannabis onder voorwaarden toe te staan:
Volgens Burgemeester Bernt Schneiders is het niet aan de orde dat de teelt door gemeentelijke
diensten gebeurt.
Wij kweken immers ook geen appels en peren. Essentie is dat de teelt uit het criminele circuit
wordt gehaald. Dat zal de politie en justitie een hoop werk schelen. Dus als de wetgever het min of
meer grootschalig verbouwen (van cannabis) onder voorwaarden toe zal staan dan moet
YHUYROJHQVQDDUPDDWZHUNZRUGHQJH]RFKWZDDUELMRYHUKHLGVWRH]LFKWHHQYRRUZDDUGHLV
(zie:bijlage 3)
De gemeente Haarlem, afdeling Veiligheid, heeft uitgebreid onderzoek laten doen naar een
eventuele oplossing van het 'achterdeur probleem', door Niels de Boer, student Juridische
Dienstverlening aan de Hogeschool van Amsterdam, met begeleiding van Linda Vos,
Veiligheidsmanager Openbare orde, gemeente Haarlem. Het resultaat van dit onderzoek is al
sinds 2013 in het bezit van de opdrachtgever, de Afdeling Veiligheid van de gemeente Haarlem.
Dit onderzoek heeft geresulteerd in een uitgebreid onderzoeksrapport genaamd:
Hoe zou een experiment ten aanzien van het achterdeurbeleid van coffeeshops in de gemeente
+DDUOHPHUXLWNXQQHQ]LHQ"

In dit rapport wordt door de heer Raymond Dufour, voorzitter Stichting Drugsbeleid, aanbevolen het
GRRU7+&LQJHOHYHUGHFRQFHSW&DQQDELVSURGXFWLHYRRU7+&FRIIHHVKRSVLQ+DDUOHP
1HGHUODQGXLWWHYRHUHQLQVDPHQZHUNLQJPHWGHELMKHW7+&DDQJHVORWHQFRIIHHshops. De
heer Dufour is lid van de commissie 'Keurmerk Coffeeshops', die als zodanig toeziet op de
naleving van de in het Keurmerk gestelde voorwaarden, samen met vertegenwoordigers van
andere instanties.
Ook de politie geeft aan voorstander te zijn van een experiment met legale cannabis productie
PDDUZHO]RGDQLJGDWKHWJRHGFRQWUROHHUEDDUHQTXDKDQGKDYLQJJRHGXLWYRHUEDDUPRHW]LMQ ZDW
EHWUHIWGHUHJHOJHYLQJ 
Aan de hand van van de conclusies van de onderzoeker zijn een aantal aanbevelingen opgesteld,
zoals o.a.:
Werk het concept voorstel van het Team Haarlemse Coffeeshopondernemers nader uit
Benoem een commissieHQOntheffing Opiumwet aanvragen
Voordat ik U verwijs naar de volledige tekst, in bijlage, citeer ik de laatste drie regels van de
onderzoeker, in het rapport:
Al met al ben ik tevreden over het resultaat van het onderzoek. De gemeente Haarlem heeft iets
LQKDQGHQZDDUPHH]HYHUGHUNXQQHQ2RNGHFRIIHHVKRSKRXGHUV]XOOHQEOLM]LMQPHWGLWUDSSRUW
(zie:bijlage 4 deze bijlage bestaat uit een aantal hoofdpunten uit het onderzoeksrapport, het gehele
rapport is op te vragen bij Linda Vos veiligheidsmanager openbare orde gemeente Haarlem)
Wij, van het THC, zijn hier inderdaad blij mee, net als met de aangenomen motie en de uitspraken
van burgemeester Schneiders, en daar hebben we een glas op geheven, na afloop van de laatste
vergadering van onze bedrijfsvereniging, op 29 September j.l.!
We waren echter ook verbaasd waarom na het aannemen van de motie, en zeker nu, na het
verschijnen van het onderzoeksrapport niet echt actief wordt gewerkt aan een oplossing voor het
'achterdeur probleem' want dat zou niet alleen veel criminaliteit voorkomen, maar ook beter zijn
voor de gezondheid van de bezoekers van de Haarlemse coffeeshops.
De verkrijgbaarheid van kwaliteit wiet is door het ingrijpen van de overheid zeer beperkt geworden,
en wij hebben als ondernemers geen idee wat de 'broodkwekers' gebruiken om hun oogst, en hun
inkomsten te verzekeren als er een ziekte of plaag voorkomt in hun, vaak enorme kweekruimtes.
De ondernemers zijn verantwoordelijk voor de kwaliteit van de producten die zij hun bezoekers
aanbieden, en als zodanig mede-verantwoordelijk voor de gezondheid van hun bezoekers, maar
wij kunnen, zonder toegang tot test apparatuur, niet garanderen dat de cannabis vrij is van op het
oog onzichtbare toevoegingen.
Controle op vervuiling van cannabis kan alleen dan plaatsvinden als de productie is gereguleerd.
$DQJH]LHQHURRNQDKHWRQWYDQJHQYDQGLWGRFXPHQWJHHQactieve houding richting rijksoverheid
is ingenomen door de gemeente Haarlem, willen wij dit onderzoek aanvoeren om ons verzoek te
ondersteunen en onze motivatie te bevestigen met de aanbevelingen in het rapport.
Sinds de laatste bijeenkomst van het THC is er echter iets voorgevallen dat ons verzoek niet alleen
ondersteunt, het laat zien dat het bedrijfsmatig kweken, zonder criminele handelingen, met een
geregistreerd bedrijf en afdracht van belasting, door een rechter wordt uitgelegd als een logische
aanvulling op het gedoogbeleid.
Twee 'principile, nette kwekers' uit Bierum werden dor de Rechtbank van Groningen wel schuldig
bevonden aan het kweken van cannabis, maar niet veroordeeld, omdat ze over hun inkomsten
netjes belasting hadden betaald, via een bij de KvK geregistreerd bedrijf, en omdat zij leverden
aan twee geregistreerde coffeeshops.
(zie: bijlage 5)

De manier waarop deze mensen te werk gingen vertoont veel overeenkomsten met het door het
THC ingebrachte concept, want een ZZP'er heeft in feite ook een bedrijf.
De betroffen coffeeshopondernemers hebben door deze opzet legale wiet, met een factuur,
waardoor hun administratie sluitend is geworden.
De bezoekers van deze coffeeshops zijn verzekerd van schone wiet van een constante kwaliteit,
zonder ongewenste gezondheidsrisico's.
Het bovenstaande geeft aan dat alle betrokkenen bij het Haarlemse coffeeshopbeleid zich voor het
experimenteren met legale aanvoer naar coffeeshops hebben uitgesproken, waardoor een basis is
ontstaan om nu actief en gezamenlijk naar buiten te treden, en Haarlem nadrukkelijk kandidaat te
stellen voor zo'n experiment.
Wij, de 16 coffeeshopondernemers, verenigd in THC, zijn van mening dat het coffeeshop klimaat in
de gemeente Haarlem ideaal is om een experiment met legale cannabis productie op te zetten en
uit te voeren.
Door de zeer goede samenwerking van alle betrokkenen bij het tot stand komen van het Keurmerk
voor Coffeeshops is afdoende gebleken dat overheden, instanties en coffeeshopondernemers
gezamenlijk gestelde doelen kunnen bereiken.
Het toont ook aan dat het inzetten van een speciale commissie om toe te zien op de in het
Keurmerk gestelde voorwaarden uitstekend functioneert en heeft geleid tot een effectief
coffeeshop beleid, dat door de NEN certificatie landelijk als model zou kunnen dienen.
Het THC kan zich voorstellen dat het samenstellen van een commissie om toe te zien op een
experiment met legale cannabis productie voor de 16 Keurmerk coffeeshops te begeleiden en
controleren een eerste stap zou kunnen zijn.
De uitgebreide achtergrond controles (Bibop) die in de aanloop naar het Keurmerk bij alle
coffeeshops zijn uitgevoerd hebben duidelijk gemaakt dat de huidige 16 exploitanten op een goede
en verantwoordelijke manier zaken doen, en dat er met deze ondernemers verder kan worden
gewerkt aan verbetering van het tekortschietende gedoogbeleid.
Niels de Boer noemt in zijn aanbevelingen het aanvragen van een ontheffing van de Opiumwet
teneinde dit experiment te kunnen uitvoeren, en geeft aan dat hiervoor goede argumenten moeten
worden bedacht, zoals op medische of wetenschappelijke gronden. Deze argumenten staan
eigenlijk al in het voorgaande beschreven, maar, voor alle duidelijkheid:
Het in stand houden van de illegale 'hennepkweek' is een bedreiging voor de gezondheid van de
Nederlandse cannabis consumenten, hetgeen zou kunnen leiden tot medische problemen op
langere termijn. Om dit te kunnen bevestigen of ontkrachten zal er wetenschappelijk onderzoek
naar eventuele vervuiling en andere vormen van ongewenste toevoegingen in cannabis worden
uitgevoerd, door deskundigen op dit gebied.
De gemeente Haarlem heeft alle ingredinten om naar buiten te treden als de locatie voor een
experiment met cannabis productie namelijk al 'in huis'.
Sinds 2013 heeft het beursgenoteerde bedrijf Cannabis Science een vestiging in Haarlem, onder
leiding van Mario Lap, directeur Europese Operaties CS. Dit bedrijf doet onderzoek naar cannabis,
met de nadruk op medische onderzoeken, en zou in staat zijn om het onderzoek naar eventuele
vervuiling in cannabis uit te voeren.
Mario Lap is een internationaal bekende drugs expert, hij is o.a. mede-oprichter van het Trimbos
Instituut en begeleidde de totstandkoming van de enige legale (medische) cannabis producent,
Bedrocan.
De heer Lap heeft het THC niet alleen geadviseerd bij het tot stand komen van het cannabis
productie concept, hij heeft ook beschreven hoe het wettelijk mogelijk is om een experiment te
kunnen uitvoeren.

Hij is tevens bereid om te assisteren bij de aanvraag van de ontheffing Opiumwet, op


medisch/wetenschappelijke gronden, hij heeft hier, als jurist en drugsonderzoeker, ervaring mee,
door eerdere aanvragen voor onderzoek.
(zie : bijlage 6)
Het THC is de mening toegedaan dat de gemeente Haarlem over alle instrumenten, kennis en
experts beschikt om in aanmerking te komen voor een experiment met legale cannabis productie
voor de 16 lokale coffeeshops met Keurmerk. De wil om een einde te maken aan de illegale
hennepkweek is bij alle betrokkenen aanwezig, en dat kan alleen door de productie op een
verantwoorde manier te reguleren.
Het kunnen garanderen van goede kwaliteit en een schoon product zou de ultieme bekroning zijn
van het Haarlemse Keurmerk, en het tot een compleet en uniek cannabis beleid promoveren.
Wij zouden de aanvraag voor een experiment graag in samenwerking met de plaatselijke
overheden en instanties willen indienen, en bij verleende toestemming gezamenlijk, net als bij het
Keurmerk voor Coffeeshops, een duidelijk en transparant systeem uitwerken en in de praktijk
brengen.
Haarlem heeft eerder het voortouw genomen op het gebied van coffeeshopbeleid, b.v. bij het
uitsluiten van alcohol en het invoeren van het uitsterfbeleid, en recentelijk met het invoeren van het
Keurmerk voor Coffeeshops, nu kan Haarlem de oplossing bieden voor het 'achterdeur probleem'.
Als cannabis legalisatie in 1 Staat van de Verenigde Staten kon beginnen, kan cannabis legalisatie
in 1 stad in Nederland beginnen. Haarlem kan die stad zijn, omdat we het kunnen.
In afwachting van Uw reactie, verblijven wij,
hoogachtend,
namens Team Haarlemse Coffeeshopondernemers,
Nol van Schaik.
SecretarisTHC.

(bijlage 4)

Hoe zou een experiment ten aanzien van


het achterdeurbeleid van coffeeshops er
in Haarlem uit kunnen zien?
Onderzoeksrapport







Student: Niels de Boer


Studentnummer: 500605265

Instantie: Hogeschool van Amsterdam

Praktijkbegeleidster: Linda Vos


Docentbegeleider: Casper Dirks
Opleiding: Sociaal Juridische Dienstverlening

December2013
Haarlem/Amsterdam/Hoogwoud
Colofon

Gegevens onderzoeker:
Niels de Boer
Overstek 9
1718 EC Hoogwoud
Tel. 06 - 30 72 50 46

E-mail. niels.de.boer2@hva.nl & ndeboer@haarlem.nl



Gegevens onderwijsinstantie:
Hogeschool van Amsterdam
Gebouw Muller-Lulofshuis
Wibautstraat 5A
1091 GH Amsterdam
Tel. 020 - 595 49 00

Gegevens docentbegeleider:
Casper Dirks
Tel. 06 26 75 60 24
E-mail. c.j.dirks@hva.nl

Gegevens opdrachtgever:
Gemeente Haarlem
Hoofdafdeling Veiligheid, Vergunningen en Handhaving, afdeling Veiligheid en Handhavingsregie
Brinkmanpassage 71-76
Postbus 511, 2003 PB Haarlem

Gegevens praktijkbegeleidster:
Linda Vos
Veiligheidsmanager openbare orde
Tel. 023 - 511 38 19 / 06 - 46 21 52 76
E-mail. lvos@haarlem.nl

























Samenvatting

Een coffeeshophouder mag cannabis wel verkopen maar niet inkopen. Dit wordt het zogenaamde

 worden aangepakt zolang deze niet
ontdekt wordt.

De minister van Veiligheid en Justitie heeft in een brief van 4 februari 2013 aangegeven dat
regulering of legalisering van cannabisteelt in strijd is met internationale verdragen (VN-verdragen en
EU-recht) en de Opiumwet. In dezelfde brief schreef de minister dat hij bij het Algemeen Overleg op
13 december 2012 heeft aangegeven om plannen van gemeenten op het gebied van cannabisteelt
op een rij te zullen zetten en van een juridisch kader te voorzien.

De gemeente Haarlem staat open voor experimenten of proeven t.a.v. de regulering van de
achterdeur van coffeeshops. De gemeente Haarlem heeft echter geen concreet plan met betrekking
tot het achterdeurbeleid van coffeeshops. Dit onderzoek is uitgevoerd om te inventariseren of een
experiment ten aanzien van het achterdeurbeleid van coffeeshops gerealiseerd kan worden, en zo ja
hoe dit er in Haarlem dan uit kan komen te zien. De centrale onderzoeksvraag luidt daarom als volgt:

Hoe zou een experiment ten aanzien van het achterdeurbeleid van coffeeshops er in Haarlem uit


Met behulp van literatuuronderzoek en kwalitatieve onderzoeksmethoden is dit onderzoek tot stand
gekomen. De voor- en nadelen van het huidige achterdeurbeleid en de voor- en nadelen van
regulering van het achterdeurbeleid zijn aan bod gekomen. Zo blijkt onder meer dat regulering een
positief effect heeft op de volksgezondheid, de criminaliteit afneemt en er belasting kan worden
geheven.

Uit onderzoek blijkt dat het Enkelvoudig verdrag de teelt van cannabis onder voorwaarden toestaat
voor geneeskundige of wetenschappelijke doeleinden. Ook kan de minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport ontheffing verlenen van het verbod op de teelt van cannabis. Deze ontheffing kan
slechts worden verleend of verlengd indien de aanvrager heeft aangetoond dat daarmee het belang
van de volksgezondheid of dat van de gezondheid van dieren wordt gediend, of deze ontheffing
nodig heeft voor het verrichten van wetenschappelijk of analytisch-chemisch onderzoek dan wel
voor instructieve doeleinden. Ten slotte biedt het opportuniteitsbeginsel ook ruimte om
experimenten rond de achterdeur van coffeeshops toe te staan. Concluderend kan er dus gezegd
worden dat er meerdere juridische mogelijkheden zijn om de achterdeur van coffeeshops te
reguleren.

Achttien gemeenten hebben een voorstel ten aanzien van het achterdeurbeleid van coffeeshops
naar het ministerie van Veiligheid en Justitie gestuurd. De voorstellen van de andere gemeenten zijn
zeer divers. Zo wilt Rotterdam een gemeentelijke cannabis kwekerij, Utrecht een social cannabis club
en in Drachten/Smallingerland wordt zoveel mogelijk aan de markt overgelaten en heeft de
gemeente een regierol.

Uit de interviews die gehouden zijn met coffeeshophouders, stichting Drugsbeleid, stichting
Mediwiet, cannabis consumentenbond We Smoke, de cordinator hennep gerelateerde zaken van de
politie, de veiligheidsmanager en medewerker afdeling Veiligheid en Handhavingsregie van de
gemeente Haarlem en de cordinator Wijken en Buurten van de Haarlemse woningcorporatie Elan
Wonen blijkt dat interesse is voor regulering van de cannabisteelt.

Het Team Haarlemse Coffeeshopondernemers (THC) heeft een concept voorstel aangeboden
waarmee de Haarlemse coffeeshops van cannabis kunnen worden voorzien. Een zeer groot voordeel
is dat dit voorstel wordt ondersteund door alle 16 Haarlemse coffeeshops.

Naar aanleiding van dit onderzoek en aan de hand van de conclusies wordt aanbevolen om het
concept voorstel van het Team Haarlemse Coffeeshopondernemers nader uit te werken met wat
kleine aanpassingen (bijvoorbeeld om de cannabisteelt biologisch te doen). Omdat de Haarlemse
coffeeshopondernemers dagelijks met het achterdeurbeleid te maken hebben, is het van groot
belang dat de coffeeshopondernemers achter het plan staan en het experiment willen uitvoeren.
Voor het nader uitwerken van het voorstel van het Team Haarlemse Coffeeshopondernemers is het
verstandig om een commissie te benoemen.

Ten slotte wordt aanbevolen dat regulering van de teelt voor de hele cannabisketen gedaan moet
worden, zodat er ook Nederlandse hasj geproduceerd kan worden. Anders blijft er een illegale markt
bestaan waarbij criminele organisaties een grote rol spelen.

Hoofdstuk 1: de inleiding

1.1 Gemeente Haarlem


Het onderzoek wordt uitgevoerd in opdracht van de Gemeente Haarlem, afdeling Veiligheid,
Vergunningen en Handhaving. Haarlem is de hoofdstad van de provincie Noord-Holland. Haarlem is
n van de mooiste oude steden van Nederland. Het is een prettige, veilige stad met 153.080
(Haarlem, 2013) inwoners. Haarlem is hiermee de dertiende gemeente van Nederland. Al van verre
lokt de toren van de Grote of Sint Bavokerk. Haarlem ligt aan de rivier het Spaarne en heeft een
aantrekkelijke, monumentale binnenstad met veel bezienswaardigheden waaronder het Frans Hals
Museum en Teylers Museum. In het gezellige centrum is een grote verscheidenheid aan cafs en
restaurants. En in de zijstraten van de grote winkelstraten is een verrassend aanbod aan
speciaalzaken en trendy winkels te vinden. Haarlem wordt ook wel de meest Vlaamse stad van het
Noorden genoemd. De monumenten van de hand van stadsbouwmeester Lieven de Key en het grote
aantal horecagelegenheden geven de stad een zuidelijke allure.

De mens gebruikt cannabis sinds duizenden jaren vanwege haar roesverwekkende en/of
stimulerende eigenschappen. Grafvondsten en oude tekstfragmenten die teruggaan tot ver vr de
christelijke jaartelling wijzen daarop. In Nederland beleefde het cannabisgebruik in de jaren zestig
een oplevin,W,
populair. In 1972 opende de eerste coffeeshop zijn deuren in Amsterdam. Mellow Yellow, de naam
n geen vergunningen
vereist waren. Op dit moment zijn er in Nederland 651 coffeeshops, waarvan ongeveer een derde
(214 coffeeshops) in Amsterdam gevestigd zijn.

In de gemeente Haarlem zijn op dit moment 16 coffeeshops gevestigd. De lijst met de namen van de
Haarlemse coffeeshops zijn te vinden in bijlage 3. De 16 coffeeshophouders zijn verenigd in het Team
Haarlemse Coffeeshopondernemers (THC).

In 2012 is door de vereniging van Haarlemse coffeeshophouders in samenwerking met de gemeente
een keurmerk voor coffeeshops ontwikkeld. Dit keurmerk behelst een aantal maatregelen om de
naleving van de gedoogcriteria te verbeteren. Vanwege deze getroffen maatregelen kan bij
overtredingen van de gedoogcriteria volstaan worden met een lagere sanctie. Bij coffeeshops die
deze maatregelen niet hebben getroffen en dus ook niet beschikken over dit keurmerk duurt het
langer om herstel van de openbare orde als gevolg van de overtredingen van de gedoogcriteria te
bereiken dan bij coffeeshops die wel beschikken over het keurmerk. Derhalve zullen twee
verschillende sanctieregimes worden gehanteerd. Voor coffeeshops met keurmerk geldt een milder
sanctieregime dan voor coffeeshops zonder keurmerk. Op 5 november 2013 zijn de eerste acht
keurmerken uitgereikt.

1.2 Probleemanalyse

1.2.1 Wat is het probleem?
Een coffeeshophouder mag cannabis wel verkopen maar niet inkopen. Dit wordt het zogenaamde

llegaal is, maar niet kan worden aangepakt zolang deze niet
ontdekt wordt. Een coffeeshophouder moet dus een illegale handeling verrichten om aan de vraag
van zijn klanten te voldoen.

De minister van Veiligheid en Justitie heeft in een brief van 4 februari jongstleden (zie bijlage 4)
aangegeven dat regulering of legalisering van cannabisteelt in strijd is met internationale verdragen
(VN-verdragen en EU-recht) en de Opiumwet. In dezelfde brief schrijft de minister dat hij bij het

Algemeen Overleg op 13 december 2012 heeft aangegeven om plannen van gemeenten op het
gebied van wietteelt op een rij te zullen zetten en van een juridisch kader te voorzien.

De gemeente Haarlem staat open voor experimenten of proeven t.a.v. de regulering van de
achterdeur van coffeeshops. De gemeente Haarlem heeft echter op dit moment geen concreet plan
met betrekking tot het achterdeurbeleid van coffeeshops. Dit is het probleem voor de gemeente
Haarlem.

1.2.2 Wie heeft een probleem?
De gemeente Haarlem heeft een probleem, want zij heeft de wens om een experiment ten aanzien

moet komen te zien. Verder is de gemeente Haarlem verantwoordelijk voor de veiligheid en
openbare orde. De inkoop van cannabis is niet inzichtelijk voor de gemeente. Dit is voor het college
van Burgemeester en Wethouders een onwenselijk en onprettig idee.

1.2.3 Waarom is het een probleem?
Cannabis mag niet legaal worden gekweekt. Een uitzondering hierop is het kweken van cannabis voor
eigen gebruik. Dit wordt gedoogd. Dat wil niet zeggen dat het legaal is. Bij bezit van maximaal 5
cannabisplanten wordt aangenomen dat het geen beroepsmatige teelt is en de teelt uitsluitend voor
eigen gebruik wordt gebruikt. De cannabiskweker dient bij ontdekking afstand van zijn
cannabisplanten te nemen. Doet de teler dat niet dan riskeert hij strafvervolging. Ook het kweken
onder lampen wordt gezien als beroepsmatige teelt.

De coffeeshophouders moeten dus een illegale handeling verrichten om aan de cannabis te komen.
Het kweken van cannabis is, op uitzonderlijke omstandigheden na, illegaal in Nederland en er is een
actief opsporingsbeleid. Alleen de teelt van cannabis voor medicinale doeleinden is legaal, maar
moet dan wel geheel onder staatstoezicht gebeuren. In Nederland wordt dit uitgevoerd door
Bedrocan (Bedrocan, z.j.).

Met een experiment ten aanzien van het achterdeurbeleid kan er onder meer belasting op de inkoop
van cannabis worden geheven, wordt de gezondheid van cannabis consumenten beschermd, neemt
de criminaliteit af en het kost de politie minder mankracht.

1.2.4 Hoe groot is het probleem?
Eind 2011 waren er in Nederland 651 coffeeshops (Bieleman e.a., 2012). In Haarlem zijn er op dit
moment 16 coffeeshops. Al deze coffeeshops hebben met het achterdeurbeleid te maken. De illegale
cannabisteelt kost de samenleving veel geld (Rueb, 2012). Denk hierbij bijvoorbeeld aan politie inzet
en de illegaal afgetapte stroom. Cijfers over de politie inzet die zich met de illegale wietteelt en de
kosten die de georganiseerde wietteelt voor de samenleving met zich meebrengen ontbreken
(Opstelten, 2013).

1.3 De sociale context van het probleem


De sociale context van het onderzoek zijn de bezoekers van de coffeeshops, omwonenden,
eigenaren/medewerkers van coffeeshops, de politie en het Ministerie van Veiligheid en Justitie. Door
het huidige achterdeurbeleid is het bijvoorbeeld niet mogelijk om productinformatie (is het
biologisch gekweekt, wat is het thc percentage etc.) van de cannabis te krijgen, zoals je bij normale
voedingsmiddelen wel ziet. Het achterdeurbeleid van coffeeshops is niet alleen een probleem van de
coffeeshops. Ook de gemeente, politie, het ministerie van Veiligheid en Justitie, woningcorporaties,
en energieleveranciers hebben hier mee te maken. Het is dus van belang dat deze organisaties met
elkaar samenwerken.

1.4 De juridische context van het probleem

De sociale context behelst verschillende wetten en regelgeving, zoals het Enkelvoudig Verdrag inzake
verdovende middelen, de Opiumwet, Gemeentewet en Handhavingsbeleid coffeeshops Haarlem. Er
wordt in dit onderzoek gekeken welke wetgeving er van toepassing is en of de wetgeving
mogelijkheden biedt om iets aan het achterdeurbeleid van coffeeshops te kunnen doen.

1.5 Centrale vraag en deelvragen


Het uiteindelijke doel van dit onderzoek is op adequate wijze antwoord geven op de centrale
vraagstelling. Hieronder is de centrale onderzoeksvraag geformuleerd:

Hoe zou een experiment ten aanzien van het achterdeurbeleid van coffeeshops er in Haarlem uit


Naast de centrale onderzoeksvraag, zijn er een aantal deelvragen opgesteld. De deelvragen zijn de
stappen die gezet moeten worden om uiteindelijk de centrale onderzoeksvraag te kunnen
beantwoorden.

1. Wat zijn de voor- en nadelen van het blijven verbieden van cannabisteelt?
2. Wat zijn de voor- en nadelen van het reguleren van cannabisteelt?
3. Wat is qua wetgeving mogelijk met betrekking tot het achterdeurbeleid van coffeeshops?
4. Welke plannen hebben andere gemeenten met betrekking tot het achterdeurbeleid?
5. Welke ideen leven er in Haarlem met betrekking tot regulering van cannabisteelt en het
achterdeurbeleid?

1.6 Gehanteerde begrippen


Gedoogbeleid: Gedoogbeleid is het beleid van een bestuursorgaan om overtredingen van een
bepaalde wet niet te vervolgen. Het drugsbeleid in Nederland is een goed voorbeeld van een
gedoogbeleid. Formeel is handel in softdrugs niet toegestaan, maar de politie treedt niet op tegen de
handel in softdrugs die in de coffeeshops (onder strikte voorwaarden) plaatsvinden.

Drugs: Alle soorten drugs, in de zin van middelen of substanties die een invloed hebben op de
gebruiker, vallen hieronder. Zowel de legale drugs zoals medicijnen en middelen zoals koffie, alcohol,
chocola, sigaretten, als de illegale drugs vallen onder deze definitie. In de Opiumwet staan alle regels
over drugs. De wet maakt onderscheid tussen softdrugs en harddrugs. Softdrugs draagt volgens de
overheid een minder groot risico met zich mee dan harddrugs. Daarom wordt er in de Opiumwet met
twee lijsten gewerkt, lijst I (harddrugs) en lijst II (softdrugs).

Softdrugs: Deze drugs dragen volgens de Nederlandse overheid een minder groot risico met zich mee
dan harddrugs. Softdrugs worden genoemd in lijst II van de Opiumwet. In dit onderzoek bedoel ik
met softdrugs alleen cannabis. De overige middelen die op lijst II staan, zoals paddos en slaap- en
kalmeringsmiddelen zoals Valium en Seresta blijven in dit onderzoek buiten beschouwing.

Cannabis: Cannabis komt als drugs voor in twee vormen, namelijk als hasj en als wiet. Wiet (of ook
wel marihuana genoemd) bestaat uit de gedroogde afgerijpte bloemen van onbevruchte vrouwelijke
cannabisplanten (sensemilla) die geselecteerd worden omwille van hun hoge gehalte aan
psychoactieve stoffen. Alle cannabisplanten bevatten tetrahydrocannabinol (THC) en een variabele
samenstelling van een zestigtal cannabinoden. Zowel THC als de combinatie van verschillende
cannabinoden bepalen het (medicinale) effect van de gebruikte wiet. Hasj is een vaste, teerachtige
bereiding uit de hars van cannabisplanten. Ze kan worden bereid uit dezelfde plantdelen die gebruikt
worden voor wiet. Cannabis kan voor drie hoofddoeleinden worden gebruikt, te weten medicinaal,
recreatief en industrieel.


Coffeeshops: Een coffeeshop is een openlijk verkooppunt van cannabis. Naast de functie van winkel
heeft een coffeeshop ook de functie van ontmoetings-, ontspannings- en gebruiksruimte voor
cannabis. In dit onderzoek zal voornamelijk over de coffeeshops in de gemeente Haarlem gesproken
worden.

Achterdeurbeleid: Het achterdeurbeleid voor coffeeshops houdt in dat coffeeshophouders cannabis

steeds illegaal is, maar niet kan worden
aangepakt zolang deze niet ontdekt wordt.

1.7 Het doel van het onderzoek


Dit onderzoek wordt uitgevoerd om te inventariseren of een experiment ten aanzien van het
achterdeurbeleid van coffeeshops gerealiseerd kan worden, en zo ja hoe dit er in Haarlem dan uit
kan komen te zien. Op dit moment heeft de gemeente Haarlem geen inzicht in de juridische
haalbaarheid van een experiment. Verder heeft de gemeente Haarlem de wens inzicht te krijgen hoe
een experiment er eventueel uit zou moeten komen te zien. Door dit onderzoek kan de gemeente
Haarlem inzicht krijgen in de mogelijkheden ten aanzien van het achterdeurbeleid van coffeeshops
en kan het een concreet voorstel voor een experiment naar het ministerie van Veiligheid en Justitie
versturen.

De minister van Veiligheid en Justitie geeft aan dat regulering of legalisering van cannabisteelt in
strijd is met internationale verdragen en de Opiumwet. Er zijn echter ook personen (zoals Jan
Brouwer, hoogleraar Algemene Rechtswetenschap aan de rijksuniversiteit Groningen en directeur
van het Centrum voor Openbare Orde en Veiligheid, en Ybo Buruma, raadsheer Hoge Raad) die
stellen dat regulering of legalisering van cannabisteelt wl mogelijk is. Door dit onderzoek wordt
duidelijk op welke gronden een experiment in het reguleren van wietteelt eventueel zou kunnen
worden uitgevoerd en hoe het experiment er eruit kan zien.


1.8 Relevantie voor de beroepspraktijk
De gemeente Haarlem staat open voor experimenten of proeven ten aanzien van regulering van de
achterdeur van coffeeshops. De gemeente Haarlem heeft op dit moment echter geen concreet plan
met betrekking tot het achterdeurbeleid van coffeeshops. Dit onderzoek wordt uitgevoerd om te
inventariseren of een experiment ten aanzien van het achterdeurbeleid van coffeeshops haalbaar is.
Op dit moment heeft de gemeente Haarlem geen inzicht in de juridische haalbaarheid van een
experiment. Tenslotte heeft de gemeente Haarlem de wens inzicht te krijgen hoe een experiment er
uit moet komen te zien. Door dit onderzoek weet de gemeente Haarlem wat de mogelijkheden zijn
ten aanzien van het achterdeurbeleid van coffeeshops en kan het een concreet voorstel naar het
ministerie van Veiligheid en Justitie versturen. Hierdoor is het onderzoek wat zal worden uitgevoerd
relevant voor de beroepspraktijk.

1.9 Type onderzoek


Het type onderzoek wat verricht zal worden is design onderzoek. Er zal onderzocht worden wat de
ideen zijn onder de verschillende betrokken organisaties, en wat er in de toekomst veranderd kan
worden met betrekking tot het achterdeurbeleid van coffeeshops.

1.10 Leeswijzer
Dit onderzoeksrapport is als volgt opgebouwd. In hoofdstuk 2 wordt het theoretisch kader
beschreven. In dit hoofdstuk worden meerdere bronnen besproken die relevant zijn voor de
vraagstelling van het onderzoek. In hoofdstuk 3 wordt uitgelegd wat de onderzoeksaanpak is. Er

wordt aangegeven welke dataverzamelingsmethoden er worden gebruikt en hoe deze worden


ingezet. In hoofdstuk 4 worden de resultaten van het onderzoek beschreven en geanalyseerd. De
beschrijving en analyse beperken zich tot de bevindingen. De conclusie van het onderzoek wordt
besproken in hoofdstuk 5. Verder worden er in dit hoofdstuk aanbevelingen gedaan en geeft de
onderzoeker een reflectie.













































Hoofdstuk 2: theoretisch kader vanuit vooronderzoek



In dit hoofdstuk zal de onderzoeker meerdere bronnen bespreken die relevant zijn voor de
vraagstelling of probleemstelling. Ook wordt relevante regelgeving en jurisprudentie in dit hoofdstuk
besproken. Tenslotte wordt geeft de onderzoeker in dit hoofdstuk een afbakening van het
onderzoek.

2.1 Enkelvoudig Verdrag inzake verdovende middelen


De eerste bron die zal worden besproken die van belang voor het onderzoek is, is het Enkelvoudig
Verdrag inzake verdovende middelen, gesloten in New York op 30 maart 1961, gewijzigd door het
protocol houdende wijziging van het Enkelvoudig verdrag inzake verdovende middelen van 25 maart
1972. De minister van Veiligheid en Justitie zegt dat er op grond van dit verdrag geen mogelijkheden
ten aanzien van gereguleerde cannabisteelt mogelijk zijn, en daarom ook geen ruimte voor een
experiment met gereguleerde cannabisteelt in Haarlem. Dit verdrag kan gezien worden als het
voorlopige eindresultaat van de ontwikkeling van het internationale drugsbeleid die begon in 1909.
De verdragen die daarna volgden (onder andere in 1912, 1925, 1931 en 1936) voegden ieder iets toe
aan het internationale drugsbeleid. Zo werden de bepalingen strikter en de verplichtingen waaraan
de lidstaten moeten voldoen steeds verder uitgebreid. Het Enkelvoudig Verdrag van 1961 is een
samenvatting en aanvulling van de vorige verdragen. Het Enkelvoudig Verdrag is tot de dag van
vandaag de voornaamste internationale regeling op het gebied van het drugsbeleid. Dit verdrag
bepaalt, ruim 50 jaar nadat het verdrag is ondertekent, nog steeds de grenzen van wat mogelijk is
binnen het nationale en lokale drugsbeleid (Blom, 1998, p. 71).

De algemene verplichtingen voor de lidstaten staan vermeld in artikel 4 van het Enkelvoudig Verdrag.
De lidstaten zijn verplicht:
(a) de bepalingen van dit Verdrag op hun gebied in werking te stellen en uit te voeren;
(b) met andere Staten samen te werken bij de uitvoering van de bepalingen van dit Verdrag; en
(c) met inachtneming van de bepalingen van dit Verdrag de productie, de vervaardiging, de uit- en
invoer, de afgifte van, de handel in, het gebruik en het bezit van verdovende middelen uitsluitend tot
geneeskundige en wetenschappelijke doeleinden te beperken.

In artikel 36 van het Enkelvoudig Verdrag staat dat de verbouw, productie, vervaardiging, extractie,
bereiding, het bezit, aanbod, aanbod ten verkoop, de distributie, aankoop, verkoop, levering op
welke voorwaarde ook, makelaardij, verzending, verzending in doorvoer, het vervoer en de in- en
uitvoer van verdovende middelen als strafbare feiten worden beschouwd als zij opzettelijk worden
begaan. Bij ernstige strafbare feiten moet er gestraft worden, bij voorkeur door een gevangenisstraf
of een andere vrijheidsstraf. In artikel 14 lid 2 van het Enkelvoudig verdrag staat dat overtreding van
het verdrag gestraft kan worden met een verbod op de invoer en/of uitvoer van verdovende
middelen met wettige doeleinden. Met wettige doeleinden worden medicijnen bedoeld.

Lidstaten zijn op grond van het Enkelvoudig verdrag gehouden om het verkopen, verhandelen,
produceren en bezitten van cannabis strafbaar te stellen. De lidstaten mogen zelf bepalen op welke
wijze deze strafbare feiten worden gehandhaafd en vervolgd. De lidstaten hebben hierin dus enige
beleidsvrijheid. Zo betoogt de Nederlandse regering al jarenlang dat het gedogen van het bezit en de
verkoop van softdrugs binnen de internationale en Europese verdragen past. Ook in andere landen,
zoals recent in Uruguay en in de staten Washington en Colorado van de Verenigde Staten zie je een
versoepeling van het beleid. In plaats van een repressief beleid wordt er nu steeds meer toegestaan
ten aanzien van het softdrugsbeleid.

2.2 Verdrag van de Verenigde Naties tegen de sluikhandel in verdovende middelen en


psychotrope stoffen
Naast het Enkelvoudig Verdrag is er nog een verdrag van belang voor dit onderzoek, namelijk het
Verdrag van de Verenigde Naties tegen de sluikhandel in verdovende middelen en psychotrope
stoffen. Dit verdrag, gesloten op 19 december 1988 in Wenen, ziet met name toe op een beperking
van de illegale handel in verboden drugs. In artikel 3 van het verdrag staat welke handelingen
strafbaar zijn en welke straffen kunnen worden opgelegd. In sub a, letter I van artikel 3 van het
verdrag staat dat productie, vervaardiging, extractie, bereiding, aanbod, aanbod ten verkoop,
distributie, verkoop, levering op welke voorwaarde ook, bemiddeling, verzending, verzending in
doorvoer, vervoer of in- of uitvoer van verdovende middelen of psychotrope stoffen in strijd zijn met
de bepalingen van het Enkelvoudig Verdrag van 1961. Letter II meldt dat de teelt van
cannabisplanten ten behoeve van de productie van verdovende middelen of psychotrope stoffen in
strijd zijn met de bepalingen van het Enkelvoudig Verdrag van 1961. Hierdoor is er volgens de
minister van Veiligheid en Justitie geen ruimte om de teelt van cannabis te reguleren.

2.3 Opiumwet
De volgende bron die van belang voor het onderzoek is, is de Opiumwet. De Opiumwet (Ow) is
ontstaan in 1919. De directe aanleiding voor van de Opiumwet is het Opiumverdrag van Den Haag uit
1912 (Blom, 1998, p. 36). De aanleiding voor een Opiumwet was dus geen probleem met drugs, maar
het ontstaan van een internationaal drugsbeleid. De Opiumwet is naderhand vaak gewijzigd, onder
andere door de ontwikkelingen die later speelden. In overeenstemming met het internationale
beleid is in Nederland het verkopen, verhandelen, produceren en bezitten van cannabis strafbaar
gesteld. In de Aanwijzing Opiumwet van het College van procureurs-generaal staat hoe de wet wordt
uitgevoerd.

De Nederlandse overheid (Rijksoverheid, z.j.) richt zich op het voorkomen van drugsgebruik en het
'aarin de rode draad.
Cannabis is minder slecht voor de gezondheid dan harddrugs (zoals XTC en cocane), maar ze zijn
even illegaal. Dit betekent dat handel, verkoop, productie en bezit van deze drug strafbaar is.

In Nederland geldt een gedoogbeleid. Dit houdt in dat bezit en verkoop van softdrugs wel als
overtreding wordt gezien, maar niet wordt vervolgd. Door verkoop van softdrugs binnen duidelijke
grenzen te gedogen en streng op te treden tegen de verkoop van harddrugs, werden deze twee
markten bij een wijziging van de Opiumwet in 1976 uit elkaar getrokken. Vanaf toen werd
onderscheid gemaakt tussen soft- en harddrugs met de bijbehorende lijsten 1 en 2. Op lijst 1 staan
middelen die volgens de overheid een onaanvaardbaar risico met zich meebrengen, de harddrugs als
cocane, XTC en herone. In totaal staan er tientallen drugs op lijst I. Verder wil het kabinet Rutte
cannabis met een THC percentage van meer dan 15% eveneens op lijst I gaan plaatsen (van Rijn, M.J.,
2013). Hierover is echter nog geen definitieve beslissing gemaakt. Op lijst 2 staan de zogenoemde
softdrugs: cannabis, en slaap- en kalmeringsmiddelen zoals Valium en Seresta. Ook dit zijn geen

lijst 1. De overheid kan zo de aandacht verleggen naar de opsporing en vervolging van harddrugs. Een
andere gedachte hierachter is dat een cannabisgebruiker zijn softdrugs niet bij een illegaal
opererende dealer koopt die hem makkelijk in aanraking brengt met harddrugs.

De wetgever heeft dat onderscheid gemaakt met het oog op de gebruiksrisico's van de
onderscheiden drugs en om een duidelijke scheiding tussen beide markten aan te brengen
(Rijksoverheid, z.j.). Daartoe worden voor cannabis, dat tot de lijst II middelen behoort, speciale
verkooppunten in de vorm van coffeeshops gedoogd. De achterliggende gedachte hiervan is te
voorkomen dat de cannabisgebruiker in aanraking komt met drugs met een groter gezondheidsrisico,
namelijk harddrugs (Rijksoverheid, z.j.).


De grondslag van het gedoogbeleid ligt in de afweging van belangen waarbij het belang van hand-
having moet wijken voor een hoger identificeerbaar algemeen belang. In de context van het
drugsbeleid wordt dit hogere belang gevonden in de volksgezondheid (scheiding der markten) en de
openbare orde. Het gaat dus om een positieve beslissing niet op te sporen en te vervolgen ongeacht
de aanwezige capaciteit.

Criteria (Staatscourant, 2011)
Er zijn een aantal criteria waar de coffeeshops aan moeten voldoen:
A: geen affichering: dit betekent geen enkele vorm van reclame anders dan een summiere
aanduiding op de betreffende lokaliteit;
H: geen harddrugs: dit betekent dat geen harddrugs voorhanden mogen zijn en/of verkocht worden;
O: geen overlast: onder overlast kan worden verstaan parkeeroverlast rond de coffeeshops,
geluidshinder, vervuiling en/of voor of nabij de coffeeshop rondhangende klanten;
J: geen verkoop aan jeugdigen en geen toegang voor jeugdigen tot een coffeeshop: gelet op de
toename van het cannabisgebruik onder jongeren is gekozen voor een strikte handhaving van de
leeftijdsgrens van achttien jaar;
G: geen verkoop van grote hoeveelheden per transactie: dat wil zeggen hoeveelheden groter dan
Kordt begrepen alle koop en verkoop in
n coffeeshop op eenzelfde dag met betrekking tot eenzelfde koper. De coffeeshop mag maximaal
500 gram cannabis in voorraad hebben.
I: geen lidmaatschap voor de coffeeshop voor anderen dan ingezetenen van Nederland van achttien
jaar of ouder.

Deze criteria gelden per 1 januari 2013 in heel Nederland. Gemeenten kunnen aanvullende
voorschriften opnemen in het lokale coffeeshopbeleid en kunnen kiezen voor maatwerk. Zo wordt er
in grensgemeenten als Maastricht gehandhaafd op dit criterium, terwijl er in steden als Haarlem en
Amsterdam niet tegen het ingezetenencriterium wordt opgetreden. De Gemeente Haarlem heeft
ervoor gekozen een keurmerk voor coffeeshops in te stellen.
Tegen coffeeshops die op grond van een door de gemeente afgegeven vergunning, beschikking of
verklaring worden gedoogd, zal niet strafrechtelijk worden opgetreden wegens de verkoop van op
lijst II van bij de Opiumwet vermelde hennepproducten, zolang de AHOJGI-criteria worden nageleefd
en de coffeeshophouder meewerkt aan het toezicht op de naleving van deze criteria.

De teelt van cannabis valt buiten het gedoogbeleid. De Aanwijzing Opiumwet gaat uit van twee
situaties: er is sprake van ofwel beroeps- of bedrijfsmatige teelt, ofwel geen beroeps- of
bedrijfsmatige teelt. Niet bedrijfsmatige teelt van een geringe hoeveelheid voor eigen gebruik heeft,
indien de verdachte volwassen is, geen prioriteit. Bij ontdekking moet de teler afstand doen van de
cannabisplanten. Teelt door minderjarigen behoort steeds te leiden tot een strafrechtelijke reactie.

Prioriteit ligt bij de beroeps- of bedrijfsmatige teelt. Bij de vaststelling of de wietteelt beroeps- of
bedrijfsmatige teelt is, spelen de volgende factoren een rol:
- De grootte van de teelt (meer of minder dan 5 planten)
- De mate van professionaliteit (het soort perceel, de belichting, verwarming en bevloeiing van
de planten etc.)
- Het doel van de teelt (is het oogmerk van de teelt geldelijk gewin)

In artikel 6 van de Opiumwet staat dat de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport ontheffing
kan verlenen van een verbod genoemd in artikel 3 van de Opiumwet. In dit artikel staat het volgende
beschreven:
Het is verboden een middel als bedoeld in de bij deze wet behorende lijst II dan wel aangewezen
krachtens artikel 3a, vijfde lid:

o
o
o
o

A. binnen of buiten het grondgebied van Nederland te brengen;


B. te telen, te bereiden, te bewerken, te verwerken, te verkopen, af te leveren, te
verstrekken of te vervoeren;
C. aanwezig te hebben;
D. te vervaardigen.


In artikel 8, lid 1 van de Opiumwet staat dat een ontheffing slechts kan worden verleend of verlengd
indien de aanvrager ten genoegen van de minister heeft aangetoond:
a. dat daarmee het belang van de volksgezondheid of dat van de gezondheid
van dieren wordt gediend;
b. deze nodig te hebben voor het verrichten van wetenschappelijk of
analytisch-chemisch onderzoek dan wel voor instructieve doeleinden, voor
zover het belang van de volksgezondheid zich hier niet tegen verzet,

In lid 2 van artikel 8 staat dat een ontheffing voorts kan worden verleend of verlengd indien de
aanvrager deze nodig heeft voor het telen van cannabis krachtens een overeenkomst met de
minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Hier wordt de overeenkomst die Bedrocan heeft
voor het telen van medicinale cannabis mee bedoeld.

2.4 Opstelten, I. W. Antwoorden Kamervragen over strijd tegen drugscriminaliteit en wens


van gemeenten cannabisteelt te reguleren. Ministerie van Veiligheid en Justitie.
In de brief Antwoorden Kamervragen over strijd tegen drugscriminaliteit en wens van gemeenten
cannabisteelt te reguleren geeft Minister van Veiligheid en Justitie Ivo Opstelten antwoord op
Kamervragen over de strijd tegen drugscriminaliteit en de wens van gemeenten om cannabisteelt te
legaliseren. De minister geeft in de brief aan dat regulering van cannabisteelt in strijd is met VN-
verdragen, EU- recht en de Opiumwet. Er is volgens de minister geen ruimte voor gemeentelijke
initiatieven die daarvan afwijken. De gemeente Haarlem kan volgens de minister dus geen
experiment ten behoeve van cannabisteelt opstarten. Wel heeft de minister een inventarisatie
toegezegd van de plannen van gemeenten om wietteelt te reguleren. In het verlengde daarvan heeft
de minister ook toegezegd onderzoek te verrichten naar de kleinschalige wietteelt in Amerika en
Europa, waarbij ook de juridische aspecten worden meegenomen. Dit onderzoek is van belang voor
de gemeente Haarlem, want hierdoor zal er mogelijk eerder een experiment ten behoeve van
regulering van cannabis goedgekeurd worden.

2.5 Walop, M. (2000) Ontwikkelingen achterdeur coffeeshops.


In deze nota voor het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Haarlem en de
bijbehorende bijlage (verslag van een symposium over het achterdeurbeleid van coffeeshops) staat
beschreven dat de toenmalige burgemeester van Haarlem Jaap Pop de Minister van Justitie heeft
verzocht ruimte te bieden voor lokale experimenten . Ook staat in deze nota beschreven dat
Haarlemse coffeeshophouders unaniem tegenstander waren voor een lokaal Haarlems experiment.
Zij vreesden onder meer een daling van de kwaliteit en oneerlijke concurrentie met coffeeshops in
andere gemeenten. Uit deze bron blijkt dat het probleem al een lange tijd speelt in de gemeente
Haarlem.

2.6 Asser rapport


In 2005 is in opdracht van het Ministerie van Binnenlandse Zaken het rapport Experimenteren met
het gedogen van de teelt van cannabis ten behoeve van de bevoorrading van coffeeshops
internationaal rechtelijke en Europees rechtelijke aspecten (hierna te noemen het Asser rapport)
verschenen. In dit rapport komt het Asser Instituut tot de conclusie dat internationale en Europese
regelgeving geen ruimte biedt voor experimenten met het gedogen van de teelt van cannabis.

Er is echter kritiek op dit rapport. Zo circuleren er geruchten dat er verschillende versies van het
Asser rapport zijn. Naar verluidt luidde de oorspronkelijke conclusie anders, waar de
verantwoordelijke minister niet mee kon leven en daarop de vraagstelling wijzigde. De heer Van der
Ham van de D66 heeft hierover Kamervragen gesteld en het oorspronkelijke rapport opgeist. Ook
heft hij gevraagd in te gaan op de verschillen tussen beide versies en de redenen achter de
aangebrachte wijzigingen. De minister van Veiligheid en Justitie heeft dit verzoek naast zich neer
gelegd.

2.7 Afbakening van het onderzoek


Het onderzoek dat zal worden uitgevoerd richt zich alleen op het achterdeurbeleid van coffeeshops.
Andere drugs en bijbehorende problematiek worden niet besproken. Het onderzoek heeft betrekking
op de gemeente Haarlem en de coffeeshops die in Haarlem gevestigd zijn. Er wordt in het onderzoek
gekeken welke plannen andere gemeenten in Nederland hebben met betrekking tot het
achterdeurbeleid, maar over het algemeen is het onderzoek toegespitst op Haarlem.





































Hoofdstuk 4: resultaten

In dit hoofdstuk wordt de onderzoeksgroep gemeld, wordt beschreven of het onderzoek
betrouwbaar en representatief is en de resultaten worden uiteengezet. Ook wordt er een feitelijke
beschrijving van de bevindingen van het onderzoek gegeven. Er worden in dit hoofdstuk dus nog
geen conclusies getrokken. Dit komt aan de orde in hoofdstuk 5.

Onderzoeksgroep
De onderzoeker heeft interviews gehouden met twee coffeeshophouders in Haarlem , een
medewerker van belangenorganisatie stichting We Smoke, de voorzitter van stichting Drugsbeleid,
de oprichter van Stichting Mediwiet, de cordinator hennep gerelateerde zaken van de politie, de
veiligheidsmanager en medewerker afdeling Veiligheid en Handhavingsregie van de gemeente
Haarlem, de cordinator Wijken en Buurten van de Haarlemse woningcorporatie Elan Wonen. Dit is
de onderzoeksgroep.

Waarom deze onderzoeksgroep?
Deze onderzoeksgroep is gekozen aangezien zij dagelijks met het huidige achterdeurbeleid te maken
hebben. Zij hebben er ervaring mee en weten wat wel, en wat niet werkt. Verder zijn zij de
voornaamste betrokkenen bij een mogelijk experiment.

Betrouwbaarheid en representativiteit bij de uitvoering van het onderzoek
Er zijn voor dit onderzoek negen personen genterviewd. Wanneer er een grotere groep genterviewd
zou zijn zou er waarschijnlijk een verzadigingspunt opgetreden hebben. Er zou dan weinig nieuwe
informatie naar boven komen. Er zijn twee coffeeshophouders genterviewd. Dit lijkt misschien
weinig, aangezien er 16 coffeeshops in Haarlem gevestigd zijn. Echter zijn de coffeeshops in Haarlem
met zijn allen vertegenwoordigd in het Team Haarlemse Coffeeshopondernemers (THC). THC heeft
een voorstel voor een mogelijk experiment ten aanzien van gereguleerde cannabisteelt geschreven,
die door alle 16 coffeeshophouders ondersteund wordt. De twee ondervraagde coffeeshophouders
zijn vertegenwoordigers van alle Haarlemse coffeeshophouders. Hierdoor is het niet nodig om alle 16
coffeeshophouders te interviewen.

De personen die zijn genterviewd zijn allemaal op een verschillende manier met het
achterdeurbeleid van coffeeshops bezig, waardoor het onderwerp vanuit meerdere invalshoeken is
onderzocht. Een coffeeshophouder bekijkt het onderwerp vanuit een ander perspectief dan de
politie. Door voor een brede onderzoeksgroep te kiezen kunnen de verschillende betrokkenen hun
mening over het achterdeurbeleid van coffeeshops kenbaar maken.

Beschrijving van de bevindingen die het onderzoek geeft
Hieronder wordt een feitelijke beschrijving gegeven van de bevindingen die tijdens het onderzoek
naar voren zijn gekomen. Deze beschrijving is gekoppeld aan de deelvragen.



4.1 Wat zijn de voor- en nadelen van het blijven verbieden van cannabisteelt?

Door het onderzoeken van verschillende bronnen (interviews en literatuuronderzoek) zijn er een
aantal voor- en nadelen van het blijven verbieden van cannabisteelt naar voren gekomen.

Voordelen van het blijven verbieden van cannabisteelt:
- Er kan tegen de illegale cannabisteelt worden opgetreden.
- Door het verbieden van cannabisteelt worden de internationale verdragen nageleefd.

-
-

Door het blijven verbieden van cannabisteelt wordt het gevaar dat cannabiskwekerijen met
zich meebrengen (bijvoorbeeld brand en lekkages in woningen) aangepakt.
Het opsporen en vervolgen van cannabiskwekers brengt veel werkgelegenheid met zich mee
voor de politie, ministerie van Veiligheid en Justitie, advocaten, rechters etc.



Nadelen van het blijven verbieden van cannabisteelt:
- Het verbieden van cannabisteelt leidt ertoe dat er een illegale markt is gecreerd. De
coffeeshops, die gedoogd zijn, moeten namelijk toch op n of andere manier aan cannabis
zien te komen.
- Coffeeshopondernemers worden gedwongen strafbare feiten te plegen om hun bedrijf
draaiende te houden. Criminele samenwerkingsverbanden zijn in Nederland nauw
verbonden met de teelt van cannabis.
- Door het verbieden van de cannabisteelt is het onmogelijk om een gestandaardiseerde
controle uit te voeren op de cannabis. Zodoende kunnen nauwelijks eisen aan de cannabis
worden gesteld in verband met kwaliteit, gezondheid of informatievoorziening over de
bestanddelen en werking van het product. De inkoper van een coffeeshop moet op zijn/haar
kennis en ervaring afgaan om te kunnen bepalen of de aangeboden cannabis schoon, droog
en rijp is.
- Het verbod leidt tot ongewenste praktijken in de teelt en verwerking die de kwaliteit van het
product, en daarmee de gezondheid van de consument, kunnen aantasten. De laatste jaren
is het regelmatig voorgekomen dat er vervuilde en verzwaarde cannabis op de markt is
gekomen.
- Door het ontbreken van inkoopfacturen voor de ingekochte cannabis ontstaan er vaak
conflicten tussen de coffeeshopondernemers en de belastingdienst.
- Het verbod op de teelt van cannabis zorgt voor een verhoogde prijs. De kweker loopt het
risico op ontdekking en vervolging en rekent dit door in de prijs.
- Door het verbieden van cannabisteelt is het voor de overheid onmogelijk om belastingen of
accijnzen te heffen op de cannabis.
- Het verbod op het kweken van cannabis legt een enorme werkdruk op de middelen van het
justitie- en politieapparaat, die deze niet voor andere doelen kan inzetten. Korpschef Frans
Heeres van de politie Midden en West-Brabant heeft in een interview met BN/De Stem
gezegd dat veertig procent van het opsporingsapparaat wordt ingezet tegen de
hennepcriminaliteit.
- Er wordt nu veel in woonwijken gekweekt. Het komt regelmatig voor dat er kortsluiting,
brand of lekkage ontstaat doordat de kweekopstelling niet professioneel is aangelegd.

4.2 Wat zijn de voor- en nadelen van het reguleren van cannabisteelt?
Voordelen van het reguleren van cannabisteelt:
- Wanneer de wietteelt gereguleerd is, worden de criminelen buitenspel gezet. Illegale
kwekers kunnen hun cannabis niet meer aan coffeeshops verkopen. Gereguleerde cannabis
productie zal, zelfs met belasting afdracht, goedkoper zijn dan de op dit moment geldende
prijzen. De coffeeshopondernemers kopen liever legale cannabis in, waarvan de kwaliteit
goed is en de prijs laag. De cannabis van de zwarte markt is dus niet interessant en zo zal de
criminaliteit verminderen.
- Het is mogelijk om een gestandaardiseerde controle uit te voeren op de cannabis. Met een
gereguleerde, op kwaliteit gecontroleerde aanvoer van cannabis naar coffeeshops kan
worden verzekerd dat cannabis vrij is van pesticiden, schimmels, voedingsresten en andere
schadelijke toevoegingen die de volksgezondheid kunnen bedreigen.
- Het heffen van belastingen of accijnzen. Uit onderzoek van econoom Martijn Boermans van
de Hogeschool Utrecht blijkt dat regulering van cannabis de Nederlandse staat jaarlijks 850
miljoen euro zou opleveren.

-
-
-
-
-

Een gedeelte van het opsporingsapparaat kan voor andere doeleinden worden ingezet.
Goed voor de werkgelegenheid. Om cannabis voor coffeeshops te produceren zijn
werknemers nodig.
De prijs voor cannabis in de coffeeshops zal omlaag gaan, wat een voordeel is voor de
consument.
Transparantie. De betrokken overheden en instanties kunnen inzage krijgen in de productie
en verwerking van cannabis, waardoor de sector volledig transparant wordt.
Het reguleren van de cannabisteelt is goed om de overlast en brandgevaarlijkheid terug te
dringen. Het gebeurt regelmatig dat er stroom afgetapt wordt omdat een te hoge
energierekening verdacht is en aanleiding kan zijn tot nader onderzoek. Met regulering van
de cannabisteelt kunnen de kwekers gewoon betalen voor de energie, hoeft de teelt niet
langer in woonwijken plaats te vinden waar het veel (stank)overlast en (brand)gevaar
veroorzaakt en kunnen er eisen gesteld worden aan de brandveiligheid en dergelijke.


Nadelen van het reguleren van de cannabisteelt:
- Nederland moet zijn nek uitsteken en krijgt wellicht kritiek van het buitenland.

4.3 Wat is qua wetgeving mogelijk met betrekking tot het achterdeurbeleid van
coffeeshops?

Een belangrijke vraag in dit onderzoek betreft de vraag wat qua wetgeving mogelijk is met betrekking
op een mogelijk experiment ten aanzien van het achterdeurbeleid. Er bestaat hier veel
onduidelijkheid over. Zo zegt de minister van Veiligheid en Justitie dat regulering of legalisering van
cannabisteelt in strijd is met internationale verdragen en daarom niet mogelijk is. Er zijn echter ook
personen (zoals Jan Brouwer, hoogleraar Algemene Rechtswetenschap aan de rijksuniversiteit
Groningen en Ybo Buruma, raadsheer Hoge Raad) die stellen dat regulering of legalisering wel
mogelijk is.
In het theoretisch kader van dit onderzoek hebben we kunnen zien dat het Nederlandse
softdrugsbeleid op drie niveaus wordt vorm gegeven: het internationale niveau, het nationale niveau
en het lokale niveau. Het Enkelvoudig Verdrag inzake verdovende middelen, Verdrag tegen de
sluikhandel in verdovende middelen en psychotrope stoffen en de Opiumwet (plus Aanwijzing
Opiumwet) zijn de belangrijkste wet- en regelgeving die van toepassing is op regulering van de
cannabisteelt.

De minister van Veiligheid en Justitie gaf aan dat het Enkelvoudig verdrag geen ruimte geeft voor
experimenten ten aanzien van het achterdeurbeleid van coffeeshops. Het Enkelvoudig verdrag staat
de teelt van cannabis onder voorwaarden toe voor geneeskundige of wetenschappelijke doeleinden.
Er zit dus enige ruimte in het verdrag. Op geneeskundige of wetenschappelijke gronden mag er
cannabis geteeld worden.

In overeenstemming met het internationale beleid is in Nederland het verkopen, verhandelen,
produceren en bezitten van cannabis strafbaar gesteld. Nederland heeft destijds een voorbehoud
gemaakt vanuit het opportuniteitsbeginsel. De Nederlandse wetgever heeft een onderscheid
gemaakt tussen harddrugs en softdrugs. Hierdoor worden coffeeshops gedoogd, wanneer zij aan een
aantal criteria voldoen (de AHOJGI-criteria).

De teelt van cannabis valt buiten het gedoogbeleid. De Aanwijzing Opiumwet gaat uit van twee
situaties: er is sprake van ofwel beroeps- of bedrijfsmatige teelt, ofwel geen beroeps- of
bedrijfsmatige teelt. Niet bedrijfsmatige teelt van een geringe hoeveelheid voor eigen gebruik heeft,
indien de verdachte volwassen is, geen prioriteit. Uit literatuuronderzoek is gebleken dat hoogleraar
Algemene Rechtswetenschap aan de rijksuniversiteit Groningen Jan Brouwer stelt dat het

opportuniteitsbeginsel ook ruimte biedt om experimenten rond de achterdeur van coffeeshops toe
te staan.

In artikel 6 van de Opiumwet staat dat de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport ontheffing
kan verlenen van een verbod genoemd in artikel 3 van de Opiumwet. Hier valt ook de teelt van
cannabis onder. In artikel 8 lid 1 van de Opiumwet staat dat ontheffing slechts kan worden verleend
of verlengd indien de aanvrager ten genoegen van de minister heeft aangetoond dat daarmee het
belang van de volksgezondheid of dat van de gezondheid van dieren wordt gediend, of deze
ontheffing nodig heeft voor het verrichten van wetenschappelijk of analytisch-chemisch onderzoek
dan wel voor instructieve doeleinden, voor zover het belang van de volksgezondheid zich hier niet
tegen verzet.

4.4 Welke plannen hebben andere gemeenten met betrekking tot het achterdeurbeleid?
Het was de bedoeling om voor deze deelvraag een enqute uit te zetten onder de 104 gemeenten in
Nederland waar coffeeshops aanwezig zijn. Dit om te kunnen inventariseren wat de concrete
plannen van die gemeenten zijn ten aanzien van het achterdeurbeleid van coffeeshops. De minister
van Veiligheid en Justitie heeft op 4 februari 2013 burgemeesters de mogelijkheid gegeven om
eventuele plannen met betrekking tot cannabisteelt bij hem kenbaar te maken. Op 27 juni 2013 laat
de minister weten dat er 18 gemeenten gehoor hebben gegeven aan deze mogelijkheid.

Hierdoor is de noodzaak om een enqute uit te zetten komen te vervallen. In overleg met de

vervallen. De plannen van een aantal gemeenten zijn openbaar gemaakt waardoor de onderzoeker
een goed beeld van de cannabisteelt plannen van de gemeenten heeft kunnen krijgen. Het
oorspronkelijke doel van de enqutes, het verkrijgen van plannen van andere gemeenten ten aanzien
van het achterdeurbeleid van coffeeshops, is zonder het uitvoeren van de enqutes ook behaald.
Verder zorgt het niet uitvoeren van de enqutes voor een tijdsbesparing.

De gemeenten Breda, Deventer, Drachten/Smallingerland, Eindhoven, Enschede, Haarlem, Heerlen,
Leeuwarden, Maastricht, Nijmegen, Roermond, Rotterdam, Tilburg, Utrecht, Velsen, Venlo,
Zwijndrecht en Zwolle hebben een reactie naar het ministerie gestuurd.

Hieronder zullen enkele plannen van andere gemeenten worden beschreven met betrekking tot het
achterdeurbeleid van coffeeshops.

Gemeente Utrecht
De gemeente Utrecht is bezig met twee experimenten. Naast een behandelexperiment voor mensen
met psychiatrische problemen komt er in Utrecht een experiment voor volwassen recreatief gebruik
via een gesloten clubmodel, wat ook in Belgi gedaan wordt. Voor het gesloten clubmodel is de
Social Cannabis Club Domstad (SCCD) opgericht. Het gaat om een kleinschalig initiatief waarin de 100
leden, voor eigen recreatief gebruik, door de club op een verantwoorde, controleerbare manier
geteelde cannabis gebruiken. Het zou daarbij gaan om de in Nederland gedoogde hoeveelheid van
maximaal vijf wietplanten per persoon. De SCCD heeft een ontheffing op de Opiumwet aangevraagd
bij de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Bij dit experiment gaat het om het tegengaan
van negatieve effecten van cannabisgebruik voor de gezondheid.

Gemeente Rotterdam
De gemeente Rotterdam wilt een gemeentelijke wietkwekerij beginnen. Aan de rand van de stad zou
een legale plantage moeten komen. Een speciale stichting met bestuurders van onbesproken gedrag
zou toezicht moeten houden op de gemeentelijke kwekerij. De productie mag niet groter zijn dan de
vraag van de deelnemende coffeeshops en verkoop aan derden is verboden. Door in een

laboratorium het THC-gehalte, de werkzame stof in cannabis, te controleren zou de gemeente zorgen
dat de kwaliteit hoog blijft.

Gemeente Tilburg
De gemeente Tilburg heeft een plan van de inmiddels overleden oud-burgemeester Johan
Stekelenburg naar het ministerie van Veiligheid en Justitie verzonden. Het plan is gericht op het
terugdringen van crimi
van problematisch gebruik. De coffeeshophouders hebben in het plan de mogelijkheid om elk n
producent voor te dragen. Deze keuze is gemaakt om het aantal beheersbaar en controleerbaar te
houden. De coffeeshophouders wordt de mogelijkheid geboden om bij meerdere producenten in te
kopen. De producenten verrichten hun activiteiten binnen de grenzen van de gemeente Tilburg.

Gemeente Leeuwarden
De gemeente Leeuwarden heeft van een coffeeshop binnen hun gemeente een voorstel gekregen.
Het voorstel behelst een proef van twee jaar voor een gedoogde cannabisteelt voor eigen gebruik
van de coffeeshop. De gemeente Leeuwarden wilt de proef koppelen aan de bestaande
gedoogverklaring van de coffeeshop, door aanvullende voorwaarden te stellen aan de
gedoogverklaring. Zoals bijvoorbeeld het kweken naar rato van de omzet van de coffeeshop,
verzegeld vervoeren, verzegelde voorraad, geen buitenlandse wiet meer inkopen, wel of niet leveren
aan collega coffeeshophouders, gebruik van biologische voeding en bestrijdingsmiddelen, THC
gehalte beperken, c.q. terugbrengen naar aanvaarbare norm rond 15%.

In de voorgestelde opzet gaat het om de kweek van 4 kilo cannabis per week. Om de proef goed te
kunnen evalueren en de investeringskosten terug te verdienen is een proeftijd van twee jaar nodig.
De kosten voor de teelt zijn voor rekening van de exploitant. De kweek zal plaatsvinden onder
controle en toezicht van de burgemeester, politie, brandweer en belastingdienst. De belastingdienst
wordt betrokken aangezien bij het gedogen van het inkoopbeleid (achterdeur) belasting kan worden
geheven.

Gemeente Drachten/Smallingerland
Het idee van de gemeente Drachten/Smallingerland is om als lokaal maatwerk in samenwerking en
overleg met de twee coffeeshops die in deze gemeente gevestigd zijn een gesloten systeem op te
zetten voor zowel de achterdeur als de voordeur. De beide coffeeshops zien hiertoe zoals gezegd
goede mogelijkheden en staan open voor een voorstel dat in lijn is met het Leeuwarder plan: kweek
en verkoop in n hand onder n gedoogbeschikking. Uitgangspunt hierbij is dat de uitvoering zo
veel mogelijk aan de markt wordt overgelaten, waarbij de overheid een regierol op zich neemt als
het gaat om voorwaarden, regels en afspraken. Het is de bedoeling om het voorstel in
nauw overleg met politie, OM, de verslavingszorg en de twee coffeeshops nader uit te
werken.

Gemeente Eindhoven
Het voorstel is om het kweekproces door een professionele gecertificeerde
organisatie te laten uitvoeren. Op dit moment zijn er in Nederland bedrijven die professioneel wiet
kweken onder toezicht van de overheid. Voorbeeld is het bedrijf Badrocan uit Veendam dat zich
bezig houdt met medicinale wietkweek onder toezicht van het Ministerie van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport. Het professioneel laten kweken en telen van wiet zorgt ervoor dat er duidelijke
eisen gesteld kunnen worden aan de kwaliteit van het wietproducten en het totale bedrijfsproces.
Ook aan het distributie- en bevoorradingsproces vanuit de onderneming aan de coffeeshops zullen

brengt (zoals mogelijke ripdeals etc).
Coffeeshophouders vinden het belangrijk dat de cannabis van goede kwaliteit is, dat er een

breed assortiment wordt aangeboden en dat de cannabis tijdig en in voldoende mate wordt
geleverd. Op basis van deze bovenstaande wensen vanuit de coffeeshophouders vervullen zij
tezamen de rol van opdrachtgever in relatie tot de opdrachtnemer, het gecertificeerde bedrijf. De rol
van de gemeente Eindhoven is in dit voorstel vooral van toezichthoudende aard.

Er wordt een gesloten bedrijfsprocessensysteem voorgesteld. Dit betekent concreet dat elke gram
cannabis middels een transparant bedrijfsprocessensysteem te volgen moet zijn: van kweek tot
gebruiker. Daarnaast houdt het gesloten systeem in dat de coffeeshophouders geen andere cannabis
mogen verkopen dan cannabis die voortkomt uit de gereguleerde kweek. De gemeente Eindhoven
stelt voor om de pilot voor een periode van 3 jaar te laten lopen.

4.5: Welke ideen leven er in Haarlem met betrekking tot regulering van cannabisteelt en
het achterdeurbeleid?

Om de ideen te achterhalen die er in Haarlem leven met betrekking tot regulering van cannabisteelt
heeft de onderzoeker interviews gehouden met de eigenaar van coffeeshop Willy Wortel en tevens
secretaris van het Team Haarlemse Coffeeshopondernemers, de eigenaar van coffeeshop
Maximillian en lid van Team Haarlemse Coffeeshopondernemers, de voorzitter van stichting
Drugsbeleid, de oprichter van stichting Mediwiet, de woordvoerder van cannabis consumentenbond
We Smoke, de cordinator hennep gerelateerde zaken van de politie, de veiligheidsmanager en
medewerker afdeling Veiligheid en Handhavingsregie van de gemeente Haarlem en de cordinator
Wijken en Buurten van de Haarlemse woningcorporatie Elan Wonen. De gespreksverslagen van de
interviews zijn in de bijlagen gevoegd.

4.5.1 Voorstel Team Haarlemse Coffeeshopondernemers
Het Team Haarlemse Coffeeshopondernemers (THC) heeft op 29 april 2013 een concept voorstel
aangeboden waarmee de Haarlemse coffeeshops van cannabis kunnen worden voorzien. Het
voorstel van het THC kunt u vinden in bijlage 5. Dit voorstel wordt ondersteund door alle 16
Haarlemse coffeeshops en is in samenwerking met drugs expert Mario Lap opgesteld. Enkele
speerpunten uit het concept voorstel staan hieronder beschreven.

Producenten
Het THC stelt voor om de productie van de cannabis te laten verzorgen door een soort ZW
onder strikte voorwaarden een bepaalde hoeveelheid cannabis mogen produceren. De
coffeeshophouder mag deze producenten voordragen. Het aantal per coffeeshop benodigde
Ook hangt het aantal
producenten af van het aantal soorten dat de coffeeshop op de menukaart hebben staan. Een
coffeeshop die drie soorten op de menukaart heeft staan heeft minder kwekers nodig dan een
coffeeshop die 12 soorten cannabis verkoopt. Hoeveel verschillende soorten cannabis de
coffeeshops willen verkopen mogen zij zelf bepalen. Meer soorten op de menukaart maakt het wel
moeilijker voor de inkoop, met de maximale handelsvoorraad van 500 gram.

Transparantie
Belangrijk aspect aan dit concept is dat er gestreefd wordt naar volledige transparantie. Alle
betrokken overheden en instanties kunnen inzicht krijgen in de productie van cannabis. Dit geldt ook
voor de voorraad van de coffeeshops. Hierdoor is de voorraad ook controleerbaar voor de
belastingdienst. Zo kan onder meer het aantal cannabisplanten worden geteld en de administratie
van de producenten worden ingezien. Ook wordt vermeld hoeveel cannabis een coffeeshop per jaar
heeft verkocht. Zo kan worden bepaald hoeveel cannabis er voor n coffeeshop gekweekt moet
worden.


Het gehalte werkzame stoffen op verpakking
Een ander belangrijk aspect aan dit concept is het vaststellen en inzichtelijk maken van het
percentage actieve bestanddelen van cannabis mogelijk maken. De consument weet zo wat het
percentage THC, CBD en CBN is van de cannabis die zij willen aanschaffen. Dit zal volgens een
gestandaardiseerde methode gedaan moeten worden.

Bescherming van de gezondheid van cannabis consumenten
Met een legale, op kwaliteit gecontroleerde aanvoer van cannabis naar coffeeshops kan worden
verzekerd dat cannabis vrij is van pesticiden, schimmels, voedingsresten en andere schadelijke
toevoegingen die de volksgezondheid kunnen bedreigen. Er wordt aangegeven dat het idee is om de
teelt geheel biologisch te doen. Dit levert de beste kwaliteit op en zorgt ervoor dat er geen giftige
stoffen hoeven worden gebruikt. Dit laatste is natuurlijk goed voor de volksgezondheid van de
consumenten.

Hasj
Hasj zou ook in de kweekruimten geteeld kunnen worden. Om hasj te kunnen produceren is meer
cannabis nodig. Hier moet dus extra cannabis voor worden gekweekt. Wanneer ook de hasj in het
experiment wordt meegenomen zal er op papier geen import vanuit het buitenland meer hoeven
plaats te vinden. Op dit moment wordt er veel hasj uit het buitenland gemporteerd (denk aan
landen als Afghanistan en Marokko), dit zal in de afnemen/verdwijnen als er ruimte is om hasj in
Nederland te kweken.

Geen criminaliteit
Illegale kwekers kunnen hun cannabis niet meer aan coffeeshops verkopen. Gereguleerde cannabis
productie zal, zelfs met belasting afdracht, goedkoper zijn dan de op dit moment geldende prijzen.
De coffeeshopondernemers kopen liever legale cannabis in, waarvan de kwaliteit goed is en de prijs
laag. De cannabis van de zwarte markt is dus niet interessant en zo zal de criminaliteit verminderen.

4.5.2 Stichting Drugsbeleid
De voorzitter van Stichting Drugsbeleid is van mening dat het voorstel van het Team Haarlemse
Coffeeshopondernemers als voorbeeld moet worden gesteld. Hij vindt het goed dat alle coffeeshops
in Haarlem met elkaar verenigd zijn en gezamenlijk een voorstel hebben ingediend. Als aanpassing op
dit voorstel ziet hij graag dat er buiten wordt geteeld in plaats van binnen. Ook is er nu een passage
opgenomen dat thuis kweken via een vergunning geregeld zou kunnen worden. De voorzitter van
Stichting Drugsbeleid is het hier niet mee eens en zou die niet in het voorstel opnemen. Het Team
Haarlemse Coffeeshopondernemers vindt het geen probleem om deze passage te schrappen uit het
voorstel.

Voor het toezicht op de teelt geeft de voorzitter van Stichting Drugsbeleid aan dat er net zoals wat nu
gebeurd voor de coffeeshops (namelijk een keurmerk), er ook een keurmerk voor de teelt opgezet
kan worden. De keuringscommissie van de coffeeshops, zou dan ook de teelt kunnen keuren. Verder
wordt aangegeven dat de gemeente Haarlem vergunningen kan uitgeven voor de kwekers. Daarin
kunnen ook verschillende eisen worden opgenomen, zoals bijvoorbeeld een verklaring van goed
gedrag etc.
De voorzitter van Stichting Drugsbeleid stelt dat het Haarlemse plan een soort regio functie moet
krijgen, zodat de omliggende gemeenten het er ook mee eens zijn, er samen opgetrokken wordt en
er samen een politieke macht opgebouwd wordt.

4.5.3 Stichting Mediwiet
De oprichter van Stichting Mediwiet, tevens de oprichter van de eerste coffeeshop van Amsterdam
de Mellow Yellow en de eerste growshop van Europa, geeft aan dat de prijs van de cannabis de

criminaliteit bepaalt. De prijs moet dusdanig laag zijn dat het niet interessant is voor criminelen en
illegale teelt van cannabis niet interessant is. Net zoals het brouwen van bier ook niet interessant is.
Een hoge prijs van cannabis stimuleert het aanlengen met tabak, wat weer schadelijk is voor de
volksgezondheid van de consument. Het gaat er niet om hoeveel THC er in cannabis zit, maar om de
consumptie. Als er meer THC in cannabis zit, gebruik je minder cannabis. Als er minder THC in
cannabis zit, gebruik je meer cannabis.


Er wordt een plan voorgesteld zoals de tabaksregie tijdens de tweede wereldoorlog. In die tijd kreeg
je vergunningen om tabak af te halen. Je hebt een soort coperatie/instantie die regie voert. De
klanten van deze instantie zijn de coffeeshops. Er kan gekozen worden voor twee soorten teelt:
* Buitenteelt <- goedkoop, niet te sterk
* Kasteelt <- beste teelt, hoogste opbrengst

Door het reguleren van de teelt krijg je marktwerking. De coperatie kan de wiet knippen, verpakken
enzovoort. Ook kan de coperatie zorg dragen voor de hasjproductie.

Je kunt doelen stellen dat binnen vijf jaar 95 % van de cannabis verkocht wordt via de coperatie.
Het plan moet je het niet opleggen of gedwongen gaan invoeren, maar aantrekkelijk maken via de
coperatie zodat de coffeeshophouders vanzelf overstag gaan.

4.5.4 Stichting We Smoke
De woordvoerder van Stichting We Smoke geeft aan dat biologische kweek van cannabis een must is.
Je merkt het namelijk met het roken van cannabis. Er wordt vaak niet voor gekozen in verband dat
andere manieren een snellere oogst opleveren. Er wordt zo snel mogelijk gekweekt in verband met
het risico dat de kwekers lopen. De cannabis wordt bijvoorbeeld niet lang genoeg gedroogd.
Hierdoor is de kwaliteit van de cannabis minder.

Volgens de woordvoerder van Stichting We Smoke zijn er twee manieren om de achterdeur van
coffeeshops te kunnen regelen.

Manier 1:
Dat is zo ongeveer hetzelfde idee als dat van Stichting Mediwiet. Iedere coffeeshop kan een aantal
kwekers aanstellen, die een kweekvergunning krijgen. De kwekers worden gescreend (denk aan
BIBOB etc.). De kwekers kweken meer dan dat coffeeshop bij ze afneemt, er wordt voorgesteld om
50% meer te kweken. De overige 50% gaat naar de coperatie. Dit overschot kan gebruikt worden in
geval van mislukte oogsten. Ook kan bij deze coperatie een coffeeshop andere soorten kopen van
kwekers die aan andere coffeeshops verbonden zijn. Deze manier heeft ook als voordeel dat de
coffeeshops veel verschillende soorten cannabis kunnen hebben. De woordvoerder van Stichting We
Smoke denkt dat deze manier het meest haalbaar is. Op deze manier hebben de
coffeeshopondernemers de meeste invloed op de producten die zij verkopen.

Manier 2:
Dat is het idee wat overeenkomt met het voorstel dat de gemeente Utrecht heeft ingediend. Deze
manier gaat via de cannabisconsumenten. Iedere consument schaft vier cannabisplanten aan. Twee
daarvan houdt hij/zij thuis, twee plantjes worden door een overkoepelende organisatie gekweekt. De
consument kan de cannabis die van zijn eigen planten komt voor eigen gebruik roken of verkopen
aan de overkoepelende organisatie.



4.5.5 Politie
De cordinator hennep gerelateerde zaken van district Kennemerland geeft aan dat er vanaf 1
januari 2010 189 kwekerijen in Haarlem zijn opgerold. Dit aantal is conform de grootte van een grote
stad, maar Haarlem scoort hier niet opvallend hoog mee.

De cordinator hennep gerelateerde zaken vindt de politieke keuze voor het huidige
achterdeurbeleid, met de gedachte van de jaren 80 toen dit beleid werd ingevoerd, best
verdedigbaar. Echter met het verstrijken van de jaren en ook de verandering van het cannabisgebruik
zou dit beleid steeds aangepast moeten worden en dat is niet gebeurd. De sterkte van de cannabis is
in de loop der jaren flink gestegen en ook de criminalisering van cannabis heeft een flinke hoogte
genomen. Daar is door de politiek niet op gereageerd waardoor we nu met een spagaatbeleid zitten
dat een eigenaar wel cannabis mag verkopen in zijn coffeeshop maar geen cannabis mag inkopen. Dit
vergt wel wat flexibiliteit en inlevingsvermogen van een controlerende instantie.

De cordinator is zeker een voorstander van een experiment met betrekking tot het reguleren van
het achterdeurbeleid van coffeeshops. Echter wel zodanig dat het goed controleerbaar en qua
handhaving goed uitvoerbaar moet zijn (wat betreft de regelgeving).

Een mogelijk experiment zou er volgens de politieambtenaar als volgt uit kunnen zien. (Bijvoorbeeld)
De gemeente inventariseert hoeveel cannabis er nodig is om de vergunde coffeeshops te
bevoorraden. De hoeveelheid benodigde cannabis laten kweken in een controleerbare omgeving en
door betrouwbare mensen. De coffeeshops kunnen dan hun cannabis hier afnemen tegen de
geldende prijzen en het betalen van de benodigde belastingen.

4.5.6 Elan Wonen
De cordinator Wijken en Buurten van de Haarlemse woningcorporatie Elan Wonen geeft aan dat
voor Elan Wonen een wietkwekerij onder de noemer onrechtmatige bewoning valt. De huurder krijgt
een brief met het verzoek de huur op te zeggen. Doet hij/zij dit niet dan start de woningcorporatie
een procedure. Hierbij kijken ze uiteraard wel naar de ernst van de zaak: hoeveel planten, hoeveel
overlast, is er stroom afgetapt, is de woning beschadigd etc. In sommige gevallen geven ze alleen een
waarschuwing. Als er kosten zijn probeert Elan Wonen die uiteraard te verhalen op de huurder, dit
betreft met name schade. Huurderving en kosten van personeelsinzet worden niet op de bewoner
verhaald.

Wanneer er iets aan het huidige achterdeurbeleid van coffeeshops gedaan wordt, worden er
mogelijk minder illegale wietkwekerijen in woningen opgezet. Als het geen financieel voordeel meer
oplevert voor de kweker, zal de thuisteelt in elkaar storten. Dat zou uiteraard mooi voor Elan Wonen
zijn. Zolang Elan Wonen geen zicht op heeft waar de cannabis die bij de achterdeur wordt
aangeboden vandaan komt, kan de cordinator Wijken en Buurten niet zeggen of het invloed heeft
op Elan Wonen. De verwachting is van wel, maar er wordt aangegeven dat ze te weinig inzicht
hebben in de omvang van het probleem.

4.5.7 Gemeente Haarlem
De veiligheidsmanager en medewerker van afdeling Veiligheid en Handhavingsregie van de
gemeente Haarlem gaven aan dat de gemeente Haarlem openstaat voor een experiment met
gereguleerde cannabisteelt. Haarlem heeft de wens om een experiment ten aanzien van het

komen te zien. Verder is de gemeente Haarlem verantwoordelijk voor de veiligheid en openbare
orde. De inkoop van cannabis is niet inzichtelijk voor de gemeente. Dit is voor het college van
Burgemeester en Wethouders een onwenselijk en onprettig idee.

Hoofdstuk 5: conclusie, aanbevelingen en reflectie



In dit hoofdstuk worden conclusies getrokken. Er wordt antwoord gegeven op de deelvragen en de
onderzoeksvraag op basis van de resultaten. Verder vloeien er aanbevelingen voort uit de conclusies.
Tot slot vindt er een reflectie plaats.

Coffeeshophouders mogen wel cannabis verkopen, maar niet inkopen. De handel aan klanten (aan

niet kan worden aangepakt zolang deze niet ontdekt wordt. De minister van Veiligheid en Justitie
heeft aangegeven om plannen van gemeenten op het gebied van cannabisteelt op een rij te zullen
zetten en van een juridisch kader te voorzien. De gemeente Haarlem staat open voor experimenten
of proeven ten aanzien van de regulering van de achterdeur van coffeeshops. De gemeente Haarlem
heeft echter op dit moment geen concreet plan met betrekking tot het achterdeurbeleid van
coffeeshops.

Hieronder is de centrale onderzoeksvraag geformuleerd:

Hoe zou een experiment ten aanzien van het achterdeurbeleid van coffeeshops er in Haarlem uit


Naast de centrale onderzoeksvraag, zijn er een aantal deelvragen opgesteld. De deelvragen zijn de
stappen die gezet moeten worden om uiteindelijk de centrale onderzoeksvraag te kunnen
beantwoorden.

1. Wat zijn de voor- en nadelen van het blijven verbieden van cannabisteelt?
2. Wat zijn de voor- en nadelen van het reguleren van cannabisteelt?
3. Wat is qua wetgeving mogelijk met betrekking tot het achterdeurbeleid van coffeeshops?
4. Welke plannen hebben andere gemeenten met betrekking tot het achterdeurbeleid?
5. Welke ideen leven er in Haarlem met betrekking tot regulering van cannabisteelt en het
achterdeurbeleid?

5.1 Conclusies
Uit het onderzoek blijkt dat het achterdeurbeleid van coffeeshops een hot issue is bij de
betrokkenen. Er wordt veel aandacht aan gegeven door de media en er zijn veel gemeenten die open
staan voor een experiment. Ook de coffeeshophouders zijn er druk mee bezig, getuige onder meer
het concept voorstel wat het Team Haarlemse Coffeeshopondernemers heeft gedaan.

De vijf deelvragen zullen op basis van de onderzoeksresultaten hieronder worden beantwoord.
Omdat de voordelen van deelvraag 1 en nadelen van deelvraag 2 en de nadelen van deelvraag 1 en
voordelen van deelvraag 2 met elkaar overeenkomen, worden deelvraag 1 en deelvraag 2
gezamenlijk beantwoord.

1. Wat zijn de voor- en nadelen van het blijven verbieden van cannabisteelt?
2. Wat zijn de voor- en nadelen van het reguleren van cannabisteelt?
We hebben kunnen zien dat er een aantal voordelen aan het verbieden van cannabisteelt verbonden
zijn. Zo kan er tegen de illegale cannabisteelt worden opgetreden en worden door het verbieden van
cannabisteelt de internationale verdragen nageleefd. Maar er kan geconcludeerd worden dat er
meer voordelen aan het reguleren van cannabisteelt verbonden zijn. Wanneer de cannabisteelt
gereguleerd is, worden de criminelen buitenspel gezet. Illegale kwekers kunnen hun cannabis niet
meer aan coffeeshops verkopen. Verder is het mogelijk om een gestandaardiseerde controle uit te
voeren op de cannabis. Met een gereguleerde, op kwaliteit gecontroleerde aanvoer van cannabis

naar coffeeshops kan worden verzekerd dat cannabis vrij is van pesticiden, schimmels,
voedingsresten en andere schadelijke toevoegingen die de volksgezondheid kunnen bedreigen. Ook
is het met een gereguleerde teelt mogelijk om belastingen en accijnzen op de cannabis te heffen. Tot
slot is het reguleren van de cannabisteelt goed om de overlast en brandgevaarlijkheid terug te
dringen.

3. Wat is qua wetgeving mogelijk met betrekking tot het achterdeurbeleid van coffeeshops?
De minister van Veiligheid en Justitie geeft in een brief aan dat regulering of legalisering van
cannabisteelt in strijd is met internationale verdragen en de Opiumwet. Er zijn echter ook personen
(zoals Jan Brouwer, hoogleraar Algemene Rechtswetenschap aan de rijksuniversiteit Groningen en
directeur van het Centrum voor Openbare Orde en Veiligheid, en Ybo Buruma, raadsheer Hoge Raad)
die stellen dat regulering of legalisering van cannabisteelt wl mogelijk is. De gemeente Haarlem
staat open voor experimenten of proeven ten aanzien van regulering van de achterdeur van
coffeeshops. De gemeente Haarlem had geen inzicht in de juridische haalbaarheid van een
experiment.

Lidstaten zijn op grond van het Enkelvoudig verdrag en het verdrag tegen sluikhandel gehouden om
het verkopen, verhandelen, produceren en bezitten van cannabis strafbaar te stellen. De lidstaten
mogen zelf bepalen op welke wijze deze strafbare feiten worden gehandhaafd en vervolgd. Het
Enkelvoudig verdrag staat de teelt van cannabis onder voorwaarden toe voor geneeskundige of
wetenschappelijke doeleinden. Er zit dus enige ruimte in het verdrag.

Het opportuniteitsbeginsel , waar Nederland ook gebruikt van maakt met het gedogen van
coffeeshops, biedt mogelijk ruimte om experimenten rond de achterdeur van coffeeshops toe te
staan.

Op grond van artikel 6 van de Opiumwet kan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport een
ontheffing verlenen van een verbod genoemd in artikel 3 van de Opiumwet. Hier valt ook de teelt
van cannabis onder. Deze ontheffing kan worden verleend indien daarmee het belang van de
volksgezondheid wordt gediend of de ontheffing nodig is voor het verrichten van wetenschappelijk of
analytisch-chemisch onderzoek.

Concluderend kan er gezegd worden dat gereguleerde cannabisteelt onder voorwaarden mogelijk is.
Er zullen argumenten bedacht moeten waarom een experiment met gereguleerde cannabisteelt
toegestaan moet worden. Voorbeeld hiervan is dat regulering van cannabisteelt goed voor de
volksgezondheid is omdat bij gereguleerde cannabisteelt betere garanties kunnen worden gegeven
over de kwaliteit van de cannabis. Ook is het hierdoor mogelijk om meer betrouwbare
productinformatie aan de consument te geven.

4. Welke plannen hebben andere gemeenten met betrekking tot het achterdeurbeleid?
De gemeenten Breda, Deventer, Drachten/Smallingerland, Eindhoven, Enschede, Haarlem, Heerlen,
Leeuwarden, Maastricht, Nijmegen, Roermond, Rotterdam, Tilburg, Utrecht, Velsen, Venlo,
Zwijndrecht en Zwolle hebben een reactie naar het ministerie van Veiligheid en Justitie gestuurd
waarin zij hun interesse in een experiment met betrekking tot het achterdeurbeleid kenbaar
maakten. Er zijn dus een aantal grote gemeenten die hier belangstelling voor hebben.

Uit documenten die de diverse gemeenten met elkaar hebben gedeeld blijkt dat de gemeenten
verschillende ideen hebben over een mogelijk experiment ten aanzien van de cannabisteelt. Zo
komt er in Utrecht een experiment voor volwassen recreatief gebruik via een gesloten clubmodel,
wat ook in Belgi gedaan wordt. De gemeente heeft een ontheffing op de Opiumwet aangevraagd bij
de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Bij dit experiment gaat het om het tegengaan van
negatieve effecten van cannabisgebruik voor de gezondheid.

De gemeente Rotterdam wilt een gemeentelijke wietkwekerij beginnen. Aan de rand van de stad zou
een legale plantage moeten komen. Een speciale stichting met bestuurders van onbesproken gedrag
zou toezicht moeten houden op de gemeentelijke kwekerij. De gemeente Tilburg heeft een plan van
de inmiddels overleden oud-burgemeester Johan Stekelenburg naar het ministerie van Veiligheid en
Justitie verzonden. De coffeeshophouders hebben in het plan de mogelijkheid om elk n producent
voor te dragen. Deze keuze is gemaakt om het aantal beheersbaar en controleerbaar te houden.

De gemeente Leeuwarden heeft een voorstel van een coffeeshop ingediend. Het voorstel behelst
een proef van twee jaar voor een gedoogde cannabisteelt voor eigen gebruik van de coffeeshop. De
gemeente Leeuwarden wilt de proef koppelen aan de bestaande gedoogverklaring van de
coffeeshop, door aanvullende voorwaarden te stellen aan de gedoogverklaring. De gemeente
Drachten/Smallingerland heeft een voorstel ingediend wat in lijn is met het voorstel van de
gemeente Leeuwarden. De gemeente Eindhoven heeft het voorstel gedaan om het kweekproces
door een professionele gecertificeerde organisatie te laten uitvoeren.

Uit bovenstaande plannen van de gemeenten Utrecht, Rotterdam, Tilburg, Leeuwarden,
Drachten/Smallingerland en Eindhoven blijkt dat er verschillende manieren zijn om een experiment
uit te (willen) voeren. Dit hangt af van de wensen die er in de verschillende gemeenten spelen. De
gemeente Utrecht is op dit moment het verst in hun experiment, aangezien zij al een ontheffing op
de Opiumwet hebben aangevraagd.

5. Welke ideen leven er in Haarlem met betrekking tot regulering van cannabisteelt en het
achterdeurbeleid?
Uit de interviews die gehouden zijn met de eigenaar van coffeeshop Willy Wortel en tevens
secretaris van het Team Haarlemse Coffeeshopondernemers, de eigenaar van coffeeshop
Maximillian en lid van Team Haarlemse Coffeeshopondernemers, de voorzitter van stichting
Drugsbeleid, de oprichter van stichting Mediwiet, de woordvoerder van cannabis consumentenbond
We Smoke, de cordinator hennep gerelateerde zaken van de politie, de veiligheidsmanager en
medewerker afdeling Veiligheid en Handhavingsregie van de gemeente Haarlem en de cordinator
Wijken en Buurten van de Haarlemse woningcorporatie Elan Wonen blijkt dat er interesse is voor
regulering van de cannabisteelt.

Het concept voorstel dat het Team Haarlemse Coffeeshopondernemers in samenwerking met Mario
Lap heeft opgesteld, is een uitgebreid voorstel met daarin ook praktische zaken zoals de
verschillende benodigde ruimtes en de belichtingstijd van de cannabisplanten. Wat een zeer groot
voordeel van dit concept voorstel is, is dat het voorstel door alle 16 Haarlemse
coffeeshopondernemers ondersteund wordt. Ook stichting Drugsbeleid ondersteunt het voorstel van
het Team Haarlemse Coffeeshopondernemers.

De cordinator hennep gerelateerde zaken van de politie is een voorstander van een experiment met
betrekking tot het reguleren van het achterdeurbeleid van coffeeshops. Echter wel zodanig dat het
goed controleerbaar en qua handhaving goed uitvoerbaar moet zijn (wat betreft de regelgeving). Een
speerpunt van het concept voorstel van het Team Haarlemse Coffeeshopondernemers is om de
gehele cannabisproductie volledig transparant te maken. Het voorbehoud van de politieambtenaar
wordt dus in het voorstel van het Team Haarlemse Coffeeshopondernemers weggenomen.

Ook werden er nog twee andere manieren benoemd. Er werd een plan voorgesteld zoals de
tabaksregie tijdens de tweede wereldoorlog. Dit plan komt aardig overeen met het conceptvoorstel
van het Team Haarlemse Coffeeshopondernemers. Een andere mogelijkheid is volgens stichting We
Smoke een voorstel zoals de gemeente Utrecht heeft gedaan, met het besloten club model.

Er zijn dus een aantal mogelijkheden waaruit kan worden gekozen. De uiteindelijke keuze voor een
bepaalde methode zal door het college van Burgemeester en Wethouders genomen moeten worden.

Hoe zou een experiment ten aanzien van het achterdeurbeleid van coffeeshops er in Haarlem uit
kunnen zien?
Bij het beantwoorden van de deelvragen hebben we kunnen zien dat er mogelijkheden zijn om een
experiment ten aanzien van het reguleren van cannabisteelt te starten. Dit experiment kan op
verschillende manieren worden uitgevoerd.

1. Concept voorstel het Team Haarlemse Coffeeshopondernemers. Het is een
groot voordeel dat het concept voorstel door alle 16 Haarlemse
coffeeshopondernemers ondersteund wordt. Zij hebben tenslotte dagelijks
met het achterdeurbeleid van te maken en moeten achter het concept
staan. Anders zal het nooit en te nimmer een succes kunnen worden. De
coffeeshopondernemer heeft in dit concept invloed op de te produceren
soorten cannabis om zo de variatie van een eigen cannabismenu te kunnen
garanderen. Hiermee wordt voorkomen dat iedere coffeeshop straks
dezelfde soorten cannabis verkoopt.
2. Social Cannabis Club, zoals in de gemeente Utrecht wordt opgestart. Nadeel
van dit voorstel is dat het maar een zeer klein gedeelte van de markt behelst.
Er zal dus een illegale markt blijven bestaan, met daaraan verbonden de
huidige problematiek.
3. Gemeentelijke cannabisteelt, zoals in de gemeente Rotterdam wordt
voorgesteld. Dit heeft als nadeel dat de teelt van cannabis geen taak van de
gemeente is. Ook ontbreekt het de gemeente aan deskundigheid in het
kweken van cannabis. Deze deskundigheid zou in dat geval dus aangetrokken
moeten worden. Coffeeshophouders hebben in dit voorstel geen invloed op
het product dat ze verkopen. Gevolg kan zijn dat de coffeeshops hetzelfde
cannabismenu moeten aanbieden. Hierdoor kunnen zij mogelijk niet voldoen
aan de wensen van de cannabis consument, waardoor de consument de
cannabis mogelijk elders gaat halen. Straathandel kan hierdoor toenemen.




















Hieronder ter illustratie een infographic met speerpunten van regulering van de cannabisteelt.


Bron: de transparante keten


Belang conclusies
De conclusies uit het onderzoek zijn van belang voor de gemeente Haarlem, de Haarlemse
coffeeshopondernemers, de energieleveranciers, de politie, het Openbaar Ministerie, het ministerie
van Veiligheid en Justitie, het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, de cannabis
consumenten en omwonenden van illegale cannabiskwekerijen.

5.2 Aanbevelingen

Naar aanleiding van dit onderzoek en aan de hand van de conclusies zijn een aantal aanbevelingen
opgesteld.

Werk het concept voorstel van het Team Haarlemse Coffeeshopondernemers nader uit
Omdat de Haarlemse coffeeshopondernemers dagelijks met het achterdeurbeleid te maken hebben,
is het volgens de onderzoeker van groot belang dat de coffeeshopondernemers achter het plan staan
en het experiment willen uitvoeren. Aanbevolen wordt om de cannabisteelt biologisch te doen. Dit
levert de beste kwaliteit cannabis op en zorgt ervoor dat er geen giftige stoffen hoeven worden
gebruikt. Dit laatste is natuurlijk goed voor de volksgezondheid van de consumenten.

Er moet gewerkt worden met een vergunningstelsel voor cannabistelers. Ook moet in het voorstel
beschreven worden dat coffeeshops mogen alleen inkopen bij geregistreerde cannabistelers, anders
blijft het lucratief om een illegale cannabiskwekerij te hebben. Aanbevolen wordt om de passage
over de hobby kweker uit het voorstel te schrappen. In dit voorstel gaat het in eerste instantie om de
cannabisteelt ten behoeve van coffeeshops.

Benoem een commissie
Om het voorstel van het Team Haarlemse Coffeeshopondernemers nader uit te werken is het goed
om een commissie in te stellen. Bij het opzetten van het keurmerk voor coffeeshops in Haarlem is er
ook gewerkt met een commissie en dit heeft goed gewerkt. Dezelfde commissie zou ook de kweek
van cannabis en de voortgang van het experiment kunnen keuren. Leden van deze commissie kunnen
zijn: een afvaardiging van de Haarlemse coffeeshopondernemers, medewerker(s) gemeente
Haarlem, politie, cannabisconsumentenbond We Smoke, belangenorganisatie Stichting Drugsbeleid,
stichting Mediwiet.

Ontheffing Opiumwet aanvragen
De gemakkelijkste manier om een experiment voor regulering van de cannabisteelt van de grond te
krijgen is om een ontheffing op de Opiumwet aan te vragen op wetenschappelijke of
volksgezondheidsredenen. Hier dienen goede argumenten voor bedacht te worden.

Vorm samen n front
Het is verstandig om samen met andere gemeenten, die belangstelling voor gereguleerde
cannabisteelt hebben, op te treden. Zo kan er een politieke macht opgebouwd worden.




Produceer ook hasj
Regulering van de teelt moet voor de hele cannabisketen gedaan worden, zodat er ook Nederlandse
hasj geproduceerd kan worden. Anders blijft er een illegale markt bestaan waarbij criminele
organisaties een grote rol spelen.

5.3 Reflectie

Beperkingen van het onderzoek
Het was de bedoeling om het onderzoek getrianguleerd uit te voeren: om zowel kwalitatieve als
kwantitatieve onderzoeksmethoden te gebruiken. Door het schrappen van de enqutes zijn er echter
geen kwantitatieve onderzoeksmethoden gebruikt. Achteraf gezien had ik de enqutes beter niet
kunnen schrappen. Dan zou ik informatie over de plannen van alle 104 coffeeshop gemeenten
hebben in plaats van de 18 gemeenten die gereageerd hebben op de brief van de minister van
Veiligheid en Justitie.

Door de interviews die gehouden zijn is er de mogelijkheid geweest om diep op het onderwerp in te
kunnen gaan en zijn de ideen die zij hadden naar voren gekomen. Een beperking van het onderzoek
is dat de ideen van de betrokkenen niet alleen gebaseerd is op feiten, maar ook op meningen. De
huidige gemeenteraad is op dit moment voorstander van regulering van cannabisteelt, maar dat kan
met een vernieuwde raad veranderen. Zo ook de mening van bijvoorbeeld een nieuwe lichting
coffeeshophouders.


Onafhankelijkheid van het onderzoek


Ik ben als onderzoeker onafhankelijk. Voordat het onderzoek startte was ik geen blower of iets
dergelijks, net zoals ik dat nu nog steeds niet ben. Mijn mening betreffende coffeeshops is wl
veranderd. Vr het onderzoek was ik nog nooit in een coffeeshop geweest, dus ik wist niet echt wat
ik ervan moest verwachten. Mijn mening was een beetje gekleurd door de vaak negatieve
berichtgeving in de media, bijvoorbeeld dat er veel overlast door coffeeshops is. Tijdens de
interviews die ik in coffeeshops gehouden heb en tijdens controles die ik heb bijgewoond in het
kader van het keurmerk voor coffeeshops, bleek dat dit beeld onterecht was. De coffeeshops hadden
hun zaakjes goed voor elkaar en de cannabis consumenten rookten rustig hun jointje onder het
genot van een kopje koffie of thee, samen met vrienden of een (behendigheid) spel. De
consumenten zijn zeer divers, van zakenmensen strak in pak tot studenten. Het bleek dat de
coffeeshops een belangrijke ontmoetingsplek is, net zoals de kroeg dat is. Dit speelt verder niet mee
in het onderzoek, zodat als dit onderzoek op dezelfde wijze opnieuw uitgevoerd zou worden door
een andere onderzoeker, dat onderzoek tot dezelfde resultaten leidt.

De aanpak, planning en uitkomst onderzoek
Doordat de onderzoeksopzet helaas niet in n keer goedgekeurd was, liep ik daar helaas wat
vertraging bij op. Toen de opzet uiteindelijk goedgekeurd was kon ik vol goede moed beginnen aan
het echte werk.

Zowel het literatuuronderzoek als de interviews werden snel opgepakt. Er was gelukkig veel
informatie over het onderwerp te vinden. Samen met Linda Vos werd er besproken wie het beste
genterviewd konden worden. Deze personen zijn vervolgens benaderd en gelukkig wilden zij
allemaal meewerken. De interviewafspraken werden gemaakt en ik heb ondertussen de
interviewvragen bedacht.
De interviews verliepen allemaal voorspoedig. De genterviewden waren zeer prettige personen, met
veel knowhow over het onderwerp. Tijdens de opleiding is er veel aandacht geweest voor
communicatietechnieken als doorvragen, samenvatten etc., dit kwam tijdens de interviews goed van
pas.

De onderzoeksresultaten analyseren waarna ze te vormen tot een conclusie, vond ik het lastigste
deel van het onderzoek. Dit kostte dan ook wel wat tijd. Uiteindelijk is dit gelukkig toch gelukt. Al met
al ben ik tevreden over het resultaat van het onderzoek. De gemeente Haarlem heeft iets in handen
waarmee zij verder kunnen. Ook de coffeeshophouders zullen blij zijn met dit rapport.

















Bijlage 5: Voorstel Team Haarlemse Coffeeshopondernemers



Voorwoord....

Op dit moment zijn er zo'n 12 Nederlandse gemeenten die de productie van cannabis voor
coffeeshops willen toelaten, waaronder Haarlem.
Sommige van deze gemeenten willen de productie van cannabis zelf gaan uitvoeren, zodat de
coffeeshops dan hun wiet van de gemeente of een gemeente instelling zouden kunnen inkopen.

Ik denk dat dit niet kan en mag, de overheid mag geen drugs produceren of verhandelen, dus als we
die kant op blijven kijken kunnen we nog 40 jaar wachten totdat er (n)iets gebeurt.
Zelfs al zou dit eventueel worden toegestaan, en de gemeente dus de wiet voor een aantal
coffeeshops kweekt, zullen de coffeeshops allemaal de zelfde wiet inkopen en dus verkopen, en dat
mag niet de bedoeling zijn.
Elke coffeeshops heeft een ander 'cannabis menu' dan zijn naaste collega, op die manier wordt de
consument de kans geboden te kunnen kiezen uit het grote assortiment cannabis soorten dat in een
stad wordt aangeboden.
Met gemeentewiet worden de coffeeshops een soort McCannabis, want ik kan me niet voorstellen
dat de gemeente Haarlem b.v. 16 x 8 soorten wiet voor de 16 in de gemeente gevestigde coffeeshops
kan of wil gaan kweken.

De productie van cannabis en de aanvoer van deze cannabis naar coffeeshops kan volgens het THC
beter door derden worden uitgevoerd, maar dan wel met volledige inzage en controle door alle
betrokken instanties, in een geheel transparante opzet.

De 16 Haarlemse coffeeshops, verenigd in Team Haarlemse Coffeeshopondernemers (THC) zien niets
in gemeentewiet, zij komen met een uitgewerkt concept voor de productie van cannabis. In het
Haarlemse concept heeft de coffeeshopondernemer invloed op de te produceren soorten cannabis,
om zo de variatie van een eigen cannabis menu te kunnen garanderen, en om de gezonde
concurrentie met de plaatselijke collega's te kunnen continueren.

Dit concept is door het THC aangeboden aan de gemeente Haarlem als hun voorstel om tot een goed
systeem te komen waarmee de coffeeshops op een legale en gecontroleerde manier van top
kwaliteit cannabis kunnen worden voorzien. Niet alleen de coffeeshophouder en de belasting
ontvanger hebben hier baat bij, ook de belangrijkste partij, de cannabis consument, zal baat hebben
bij de aanvoer van legale wiet, zij betalen nu teveel voor illegaal geproduceerde cannabis.

Het concept is opgesteld door coffeeshophouders in samenwerking met Drugs-expert Mario Lap,
vanuit decennia ervaring en praktijk in de coffeeshopcultuur en de cannabis handel.

Nol van Schaik.
Secretaris vereniging THC.

-----






Concept cannabis productie voor THC coffeeshops in Haarlem, Nederland.



Introductie.

Het is inmiddels 40 jaar geleden dat de eerste coffeeshop werd geopend, aan de Weesperzijde te
Amsterdam, de Mellow Yellow. Nederlands eerste 'officile' cannabis uitgifte punt was gevestigd in
een voormalige bakkerij, de oprichters hadden dit pand gekraakt, er een tafelvoetbalspel en wat
meubilair in gezet, en begonnen er hash en gemporteerde wiet te verkopen.

Een van de oprichters van de Mellow Yellow was Wernard Bruining, die vervolgens ook Nederlands
eerste growshop opende in Amsterdam in 1986, Positronics.

De overheid greep de eerste jaren niet in, en dus groeide het aantal coffeeshops gestaag, tot er in
1996 een eind aan die groei kwam, er waren toen zo'n 1450 coffeeshops.

Op dit moment zijn er nog 650 coffeeshops in Nederland, de overheid heeft door streng optreden
tegen elke overtreding het aantal van 1996 meer dan gehalveerd, maar zelfs na 40 jaar schijnt het
onmogelijk te zijn om de productie en aanvoer van cannabis naar coffeeshops uit het strafrecht te
halen. Veel coffeeshops zijn gesloten door de illegaliteit van het product dat zij verkopen, o.a. door te
ruime aanwezigheid van hun producten (+500 gram). Dat kan een Burgemeester doen besluiten de
gedoogbeschikking in te trekken, of om, ten minste, zware sancties op te leggen.

Dit concept is dus theoretisch gezien tegen de Opiumwet, maar zonder aanpassingen en/of
veranderingen in de Opiumwet zal cannabis productie voor en de bevoorrading van coffeeshops niet
gerealiseerd kunnen worden.

Uitleg bij het concept.

Het concept is gericht op:

ZZP'ers als cannabis producenten.

Het mogelijk maken van het verantwoord en volledig controleerbaar produceren van cannabis voor
gedoogde coffeeshops. De productie zou gedaan kunnen worden door een soort ZZP'ers, die onder
strikte contract-voorwaarden een bepaalde hoeveelheid cannabis mogen produceren

Deze cannabis wordt met factuur, inclusief de vereiste belasting, aan de coffeeshop geleverd. Op
deze manier is de administratie van de coffeeshops compleet, en kan de Belasting Dienst een volledig
overzicht in deze administratie geboden worden. Door het ontbreken van inkoop facturen voor de
ingekochte cannabis ontstaan er vaak onnodige conflicten tussen coffeeshop ondernemers en de
Belasting Inspecteur.

Geregistreerde voorraad van cannabis producten.

Het verantwoord en controleerbaar opslaan van de geproduceerde cannabis mogelijk maken, tot een
bepaalde hoeveelheid, zodat er geen tekort, nog een overschot aan cannabis kan ontstaan. Dit kan in
overleg met de kwekers geregeld worden, zij zullen worden gevraagd om altijd iets meer dan hun
quotum te produceren. Zodra deze overproductie het gewicht van een volledige oogst heeft bereikt,
slaat de betreffende producent een oogst over, en verkoopt zijn overproductie aan de coffeeshop.
Op deze manier ontstaat er geen onbeheersbare voorraad cannabis, en de producent leidt geen
financile schade.

Als de geproduceerde cannabis zonder kans op vervolging kan worden opgeslagen is ook de voorraad
volledig controleerbaar door de belasting inspecteur. Veel coffeeshops werken zonder voorraad, zij
rekenen dagelijks de aangekochte cannabis af bij 1 leverancier, die de cannabis in voorverpakte
hoeveelheden aan de coffeeshops levert, zonder factuur, uiteraard.



De bescherming van de gezondheid van cannabis consumenten.

Door de illegaliteit van de productie van cannabis heeft de coffeeshophouder geen of weinig inzicht
in hoe en met welke voeding de cannabis geproduceerd is, de inkoper van een coffeeshop moet op
zijn/haar kennis en ervaring afgaan om te kunnen bepalen of de aangeboden handelswaar schoon,
droog en rijp is. De laatste jaren was er herhaaldelijk vervuilde, c.q. verzwaarde wiet op de markt,
een reden voor inkopers om alle aangeboden wiet grondig te bekijken, besnuffelen en te roken, om
zo de kwaliteit en puurheid van de toppen te beoordelen.
Het komt dan ook regelmatig voor dat inkopers de aanbieders en hun handel wegzenden, omdat de
wiet vervuild of verzwaard is, of nog niet rijp, of omdat er te veel voedingsresten in de toppen zitten.
Deze wiet wordt niet vernietigd, maar wordt net zo lang aangeboden tot iemand het koopt,
bijvoorbeeld een zwarte markt handelaar.

Met een legale, op kwaliteit gecontroleerde aanvoer van cannabis naar coffeeshops kan worden
verzekerd dat de cannabis vrij is van pesticiden, schimmels, voeding resten en andere schadelijke
toevoegingen die de volksgezondheid kunnen bedreigen.

Cannabis met factuur en BTW.

Het belastbaar maken van de cannabis productie en het mogelijk maken van controles door de
belasting. Als er, zoals in dit concept, in een (1) ruimte de cannabis voor een (1) coffeeshop
geproduceerd wordt, kan de verkoop van deze cannabis belast worden, nadat de loonkosten van de
producent en de inkoop van materiaal en elektriciteit, etc, zijn betaald. De Belasting Inspecteur krijgt
toegang tot de productie ruimte, om bijvoorbeeld de planten te kunnen tellen, en om de
administratie van de producenten
(ZZP'ers?) in te kunnen zien, etc.

Het minimaliseren van criminaliteit aan de Achterdeur.

Door het aanlevering systeem van de producenten naar de coffeeshops af te sluiten voor derden, is
de achterdeur, voor wat betreft Nederwiet, vrij van criminele invloeden. Het zal voor illegale kwekers
onmogelijk zijn hun cannabis bij coffeeshops te slijten. Doordat legale cannabis productie, zelfs met
belasting afdracht, goedkoper uit zal vallen dan de huidige
(zwarte) markt prijzen, zullen de prijzen in de coffeeshops lager uitvallen dan de zwarte markt
prijzen. Dit zou de straathandel effectief buiten spel kunnen zetten in gemeentes met coffeeshops.
Met een legale productie van cannabis zou zelfs het produceren van Nederlandse hash mogelijk zijn,
mits er genoeg geproduceerd zou mogen worden.

Veel van de in coffeeshops aangeboden 'Nederwiet' komt uit andere EU landen, omdat het Hennep
Task Force de Nederwietkweker heeft opgejaagd en gentimideerd, alleen criminelen blijven kweken,
en die doen dat nu in het buitenland. Dat bij de import van cannabis grote belangen gepaard gaan
met grote criminele bendes, kan de criminaliteit die wordt veroorzaakt door de illegale aanvoer naar
coffeeshops, alleen maar gaan toenemen.

Als coffeeshops hun cannabis legaal kunnen inkopen worden criminelen buiten spel gezet.


Het creren van werkgelegenheid.

Om cannabis voor coffeeshops te mogen produceren zijn producenten nodig, het aantal per
coffeeshop benodigde producenten van cannabis is afhankelijk van het aantal kilo's die de
coffeeshop verkoopt. De producenten zouden ZZP'ers kunnen zijn, die onder zeer strikte
voorwaarden cannabis mogen produceren.
Bij het berekenen van het aantal producenten dient men rekening te houden met de eventuele
verkoop prijs van de geproduceerde cannabis, en de te voorziene jaaromzet bij een x aantal kilo's
productie, zodat een (1) producent een vastgesteld aantal kilo's per jaar zou mogen kweken.

Het garanderen van constante kwaliteit cannabis met een vaste prijs.

Al ruim 40 jaar wordt er in Nederland gedoogd dat er cannabis verhandeld en geconsumeerd wordt,
en al die tijd heeft de coffeeshop ondernemer geen invloed op de kwaliteit en de inkoopprijs van
cannabis producten.
Door de illegaliteit van de productie van cannabis en de invoer van hash, met alle daaraan verbinden
risico's voor de kweker of importeur, stijgen de prijzen continue. Vooral de laatste jaren, sinds het
uitschakelen van cannabis kwekers de hoogste prioriteit heeft gekregen, zijn de inkoopprijzen
gestegen, samen met het stijgende risico op ontdekking en vervolging van de kwekers.

Vervolgens verplicht de Belasting Ontvanger de ondernemers om minimaal 100% opslag toe te
passen op de inkoopprijs, de coffeeshop ondernemer mag vervolgens deze hoge prijzen bekend
maken aan de consument. De Nederlands cannabis consument is de dupe van deze uitwassen van
een incompleet beleid, zij betalen een (te) hoge prijs voor hun cannabis.

Volledige transparantie.

Het bewerkstelligen van complete transparantie in en om de productie van cannabis, waarin alle
betrokken overheden en instanties inzicht kunnen krijgen in deze productie.

Door in 1 ruimte alle cannabis voor een coffeeshop te produceren, is het mogelijk om alle instanties
die bij het cannabis beleid betrokken zijn, dus niet alleen de Belasting Dienst, inzage te geven in de
productie en verwerking van de cannabis producten.

Gehalte werkzame bestanddelen op verpakking.

Het vaststellen van het percentage actieve bestanddelen van cannabis mogelijk maken, zodat de
consument dit op de verpakking kan aflezen.

Er is veel te doen over een eventuele limiet op met name het THC percentage van cannabis, maar
daarbij wordt absoluut geen rekening gehouden met de consument.

De consument wil graag weten of de door hem aan te schaffen cannabis in de coffeeshop , normaal,
middel of sterk is, maar niet om bij een bepaalde sterkte van aankoop af te zien. De (beginnende)
consument wil weten hoe hij/zij de cannabis kan doseren om het voor hem/haar gewenste effect te
bereiken.

Sommige, meer ervaren, consumenten, alsmede medische gebruikers, willen op de hoogte zijn van
de gehaltes werkzame bestanddelen, zoals THC, maar ook van de CBD en CBN waarden van de
cannabis die zij willen aanschaffen.

Een THC maximering zal echter contraproductief werken en enkel en alleen als resultaat hebben dat
consumenten die sterkere cannabis willen naar de straathandel worden gedreven.

Voorts zullen, als cannabis producten met een hoger THC gehalte uit de coffeeshops verdwijnen,
omdat ze dan als hard drugs te boek staan en alleen op straat te koop zijn, de coffeeshops snel
allemaal failliet gaan.

De noodzakelijke maar nu nog niet legaal mogelijke meting van de gehaltes werkzame bestanddelen,
zal volgens een gestandaardiseerde methode gedaan moeten worden, want de huidige
meetresultaten vertonen niet te verklaren verschillen, b.v. die van Belgi en Nederland, zijn
verschillend, en geven een groot verschil in THC aan.

Vreemd, want als de in Belgi geproduceerde cannabis in Nederlandse coffeeshops terecht komt,
stijgt het THC percentage aanzienlijk, van gemiddeld 9.7 % (B) naar 15 - 18 % (NL)!! De gevolgen van
het invoeren van de Wietpas, die nu nog 'slechts' in het zuiden buitenlanders uitsluit van
coffeeshops, zouden in het niet vallen bij de gevolgen van het invoeren van een limiet van 15 % THC
op cannabis producten,. Als er geen goede cannabis meer te koop is in coffeeshops, gaan ook alle
Nederlandse cannabis consumenten, zo'n miljoen, op straat cannabis kopen, bij de 'alle leeftijden,
alle drugs' dealers.

Bevorderen van de veiligheid.

Het bevorderen van de veiligheid door het kweken voor coffeeshops door derden in woningen on-
interessant te maken, minder huisbrandjes en gevaar voor de omgeving.

Door de productie van cannabis voor coffeeshops toe te laten kan er op een professionele, manier
gekweekt worden, met een installatie en uitrusting dia aan alle gestelde veiligheidseisen voldoet.

De elektrische installatie wordt door een erkend installatie bedrijf aangelegd, zodat er geen kans
bestaat op overbelasting of kortsluiting, hetgeen regelmatig voor komt in en door illegale
kweekopstellingen met illegale elektriciteit aansluitingen. Als coffeeshops geen cannabis van illegale
kwekers meer afnemen, wordt het illegaal kweken minder interessant, en zal het aantal
'professionele thuiskwekers' en het aantal daarmee gepaard gaande brandjes navenant afnemen.

Concept cannabis productie.

Om te kunnen bepalen hoeveel cannabis er per coffeeshop geproduceerd dient te worden is er een
zeer betrouwbare bron: De Belasting Dienst.

Coffeeshops voeren allemaal administratie, die wordt uiteraard gebruikt om de hoogte van de
belasting afdrachten te kunnen bepalen, maar er staat ook precies vermeld hoeveel kilo's cannabis
een coffeeshops per jaar heeft verkocht. Het is dus niet moeilijk om te kunnen bepalen hoeveel
cannabis er voor een (1) coffeeshop geproduceerd zou moeten worden om de afhankelijkheid van de
zwarte markt, illegale kwekers en handelaren volledig uit te sluiten.

In dit concept wordt de cannabis voor een (1) coffeeshop geproduceerd in complete cannabis
productie ruimte, die is afgestemd en ingericht om de te bevoorraden coffeeshop van voldoende
cannabis, en van een behoorlijk aantal soorten, te voorzien.

Het aantal kweek ruimtes, in dit geval met 20 kweeklampen, wordt afgestemd op de benodigde
productie voor de verbonden coffeeshop, in dit model gaan we uit van 6 kweek ruimtes, en de
diverse overige ruimtes die voor de verwerking van de toppen van de plant nodig zijn.


Als dit model, na een inloopperiode van een half jaar, benodigd om z.g.
Moederplanten te kweken, om stekken van te kunnen snijden, en ook om de voorgroei ruimte
bedrijfsklaar te kunnen maken, volledig in werking is, kan er 5 keer per jaar geoogst worden.


De entree:

Om te voorkomen dat de medewerkers van cannabis kweekruimtes ongewenste elementen, zoals
insecten (eitjes) en schimmels mee naar binnen brengen, zijn de medewerkers en eventuele
bezoekers verplicht om een overall over hun kleding aan te trekken en hun schoeisel te verwisselen,
voor
(tijdelijke) slippers of ander schoeisel, dat alleen in de kweekruimte gedragen wordt.

De moederplanten & stekken ruimte:

Om cannabis van een constante kwaliteit te kunnen leveren is het van belang met dezelfde rassen en
genetica te kunnen werken. Hiervoor dienen eerst vanuit een groot aantal zaden de beste
vrouwelijke cannabis planten worden geselecteerd, met deze planten gaan we verder als
moederplanten van een cannabis variteit. Van deze moederplanten kunnen dan de stekken worden
gesneden om de cannabisplanten voor de productieruimtes op te kweken. De moederplanten krijgen
18-20 uur licht per dag om ze in vegetatieve staat te houden, zodat de planten constant scheuten
blijven produceren.

Nadat de stekjes 'geoogst' zijn worden ze in een wortelstimulator gedoopt, en vervolgens in een
stekken blokje geplaatst. De blokjes met stekjes worden vervolgens op een verwarmde ondergrond
geplaatst, en onder LED verlichting
18-20 belicht. Als de stekjes geworteld zijn worden de blokjes in potten of grotere blokken geplaatst,
alvorens naar de voorgroei ruimte te worden overgebracht.

De voorgroei-ruimte:

In de voorgroei ruimte worden de planten onder speciale groei verlichting geplaatst, met 18 -20 uur
verlichting per dag, tot ze een bepaalde hoogte hebben bereikt. Deze voorgroei periode, meestal
rond de drie weken, hoeft dus niet in de kweekruimtes plaats te vinden, en bespaart dus bij elke
oogst drie weken tijd in de kweekruimtes. De hoogte van de planten wordt bepaald aan de hand van
de beschikbare hoogte in de kweekruimtes, de planten groeien nog 50-60 % nadat ze in de
kweekruimtes zijn geplaatst, waar de belichting periode is teruggebracht naar 12 uur en tot het eind
van de cyclus wordt gehandhaafd.

N.B.: Het neemt 6 maanden in beslag om de moeder ruimte en de voorgroei ruimte volledig
functionerend te krijgen.

De afbloei-ruimtes:

De planten worden in de kweekruimte in grotere potten of in bakken aarde geplaatst, of in of op een
ander kweek medium, zoals kokos. Door het aantal uren belichting te verlagen naar 12 uur per
etmaal, gaan de planten in de bloei, de bloeitijd kan variren van 8 - 12 weken, afhankelijk van de te
kweken variteit. De planten worden vervolgens geoogst, en overgebracht naar de verwerking
ruimte.

De kweekruimtes zijn allen voorzien van een op het aantal kubieke meters afgesteld ventilatie

systeem, om er voor te zorgen dat de ideale temperaturen voor de cannabis kweek worden geregeld
en gehandhaafd. Het toedienen van water en plantvoeding wordt volledig geautomatiseerd en via
een centraal computersysteem gestuurd. In eerste instantie worden in deze ruimtes ook het
groeiproces gedaan, als de voorgroei ruimte in gebruik is kunnen de kweekruimtes gebruikt worden
voor het afbloeien van de voorgegroeide planten, zodat er vaker per jaar geoogst kan worden.
Met een gemiddelde bloeitijd van 9-10 weken is het mogelijk om 5 oogsten per jaar te produceren.

De verwerkings-ruimte:

In de verwerking ruimte worden de geoogste planten van de bladeren ontdaan, dat kan handmatig,
met de schaar en veel personeel, maar er zijn tegenwoordig ook speciale knipmachines voor
cannabis planten.

De droogruimte:

Nadat de planten geknipt zijn worden de toppen naar de droogruimte overgebracht, om in speciale
droogunits, met temperatuur en luchtvochtigheid beheersing, gedroogd te worden.

Nadat de toppen gedroogd zijn kunnen deze in speciale zakken worden opgeslagen in de voorraad
van de betreffende coffeeshop.

De coffeeshop krijgt nu een factuur bij de cannabis, en kan dus beschouwd worden als een 'gewone'
ondernemer, zonder de term 'criminogeen' achter het beroep 'coffeeshophouder'.

De 'hobby-kweker'.

Ook voor de thuiskweker zou iets geregeld kunnen worden, laat deze hobby-kwekers betalen voor
een vergunning voor 1 kweeklamp, net als een b.v.
een visvergunning. Het zou beperkt kunnen worden tot b.v. 2 kweeklampen per woning, om het
elektriciteit netwerk niet te overbelasten.

Er zijn tegenwoordig kweek units op de markt met een TNO goedgekeurd blus systeem, deze kasten
zouden verplicht kunnen worden gesteld. Als er op een veilige manier gekweekt kan worden zullen
brandjes als gevolg van geknoei met het elektriciteit netwerk ook tot het verleden behoren.

Op die manier komt er van alle kanten geld in de staatskas, en de kosten voor bestrijding van illegale
cannabis kwekers zullen sterk afnemen.

Een win-win situatie voor Nederland, en we kunnen onze rol als cannabis pionier-land weer een
beetje opvijzelen, we liggen nu jaren achter, op de VS!

namens THC.
Nol van Schaik.
Secretaris Team Haarlemse Coffeeshopsondernemers (THC),

Met advies van:
Mario Lap.
www.drugtext.org



(bijlage 5)
do 16 okt 2014,

Geen straf voor 'principile' wietkwekers


GRONINGEN Twee principile wiettelers uit Bierum zijn donderdag zonder straf weggekomen met
het telen van hennep. Volgens de rechtbank in Groningen past hun teelt in het
Nederlandse gedoogbeleid.

Het Openbaar Ministerie had 2 weken geleden nog werkstraffen geist tegen het duo voor
de illegale teelt van hennep. De twee kwekers telen al jaren uit principe en zijn al
meerdere keren veroordeeld. Zij menen dat het gedoogbeleid niet klopt en willen dat
veranderen. Ze betalen de hoge stroomrekening en de belastingen en houden een
transparante administratie bij. Ook leveren ze alleen aan door de gemeente goedkeurde
coffeeshops.

Wel schuld, geen straf


De rechtbank in Groningen vindt de twee wel schuldig aan hennepteelt, maar legt bewust
geen straf op omdat de teelt in overeenstemming is met het gedoogbeleid.
Minister Ivo Opstelten van Veiligheid en Justitie zei in een eerste reactie het een
verrassende uitspraak te vinden, die het OM nog bestudeert. Hij vindt de uitspraak
opmerkelijk, omdat een soortgelijke zaak onlangs in Leeuwarden wel leidde tot een
veroordeling en een straf. De minister ziet geen aanleiding om het beleid te veranderen.

'Baanbrekend'
D66 in de Tweede Kamer noemt de uitspraak baanbrekend. Het huidige beleid om de
teelt van cannabis illegaal te houden, is niet langer houdbaar door deze uitspraak van de
rechter, stelt Tweede Kamerlid Magda Berndsen. D66 dringt al geruime tijd aan op
regulering van de teelt, omdat ze denkt dat dit overlast, gezondheidsrisico's en
brandgevaarlijke situaties tegengaat. Berndsen wil dat Opstelten in ieder geval
experimenten met wietteelt toelaat.
Bron: De Telegraaf.

(bijlage 6)


Internationale juridische aspecten van cannabis regulering
(Nederlandse vertaling van en artikel van 6 juni 2014)
http://www.cannabistext.org/index.php/international-legal-aspects.htm

Mario Lap

Inleiding

Er is niet veel gepubliceerd over de verdragsrechtelijke aspecten van cannabis beleid en
zo mogelijk nog minder over de consequenties van mogelijke wijzigingen ten einde ook
de productie en de groothandel naast de verkoop aan particulieren te reguleren.
Desalniettemin heb ik een korte lijst van dergelijke publicaties zoals die aan mij bekend
zijn, toegevoegd aan het eind van dit artikel.

De meest uitgebreide publicatie over dit onderwerp is waarschijnlijl

stichting;i

In deze korte bijdrage zal ik mij onthouden van een uitgebreide analyse van alle
internationale drugs-verdragen en me beperken tot de details ten aanzien van cannabis
regulering zoals die te vinden zijn in het verdrag dat de grondslag biedt aan alle latere
en verdere drugs verdragen, het Enkelvoudig Verdrag inzake verdovende middelen,
New York 1961.

Cannabis wordt specifiek behandeld in artikel 28 van het verdrag en voorts worden
door middel van dit artikel de regelingen t.a.v. Opiaten zoals die te vinden zijn in artikel
23 van het verdrag, ook voor toepassing voor cannabis, gemaakt.

Artikel 28. Het toezicht op de cannabis plant

1. Indien een Partij de verbouw van de cannabisplant toelaat voor de produktie van cannabis of cannabishars,
past zij daarop toe de bepalingen van toezicht van artikel 23 met betrekking tot het toezicht op de papaver.
2. Dit Verdrag is niet van toepassing op de verbouw van de cannabisplant uitsluitend voor industrile doeleinden
(vezel en zaad) of voor tuinbouw-doeleinden.
3.
Partijen nemen de maatregelen die noodzakelijk zijn om het misbruik van en de sluikhandel in de bladeren
van de cannabisplant te verhinderen.

Artikel 23. Nationale opiumbureaus
1. Een Partij die de verbouw van papaver voor de produktie van opium toelaat, richt, indien zij dit niet reeds heeft
gedaan, een of meer regeringsbureaus (hierna in dit artikel te noemen Bureau) op en houdt deze in stand om de
in dit artikel vereiste werkzaamheden uit te voeren.
2. Elke zodanige Partij past de volgende bepalingen toe op de verbouw van de papaver voor de produktie van
opium en op opium:
(a) het Bureau geeft de gebieden aan waarin, en de stukken land waarop, de verbouw van de papaver voor de
produktie van opium is toegelaten;
(b) alleen verbouwers die een desbetreffende vergunning van het Bureau hebben ontvangen zijn gerechtigd de
verbouw uit te oefenen;
(c) in elke vergunning wordt de oppervlakte van het land waarop de verbouw is toegelaten vermeld;
(d) alle verbouwers van papaver zijn verplicht hun gehele opiumoogst aan het Bureau af te leveren. Het Bureau
dient deze oogst zo spoedig mogelijk aan te kopen en in daadwerkelijk bezit te nemen, doch niet later dan
vier maanden na beindiging van de oogstwerkzaamheden;

(e) met betrekking tot opium heeft het Bureau het alleenrecht van invoer, uitvoer, groothandel en het
aanhouden van andere voorraden dan die welke beheerd worden door fabrikanten van opiumalkaloden,
medicinale opium of opiumpreparaten. Partijen behoeven dit alleenrecht niet uit te breiden tot medicinale
opium en opiumpreparaten.

3. De in lid 2 bedoelde overheidstaken worden uitgeoefend door een enkel regeringsbureau, indien de grondwet
van de betrokken Partij dit toelaat.

Deze artikelen in het Enkelvoudig Verdrag verlangen van een ondertekenende


verdragspartij, dat zij indien zij cannabis productie toelaat op haar grondgebied,
beschikt over een regeringsbureau. Dit is dan ook precies hetgeen we in Nederland en
elders kunnen waarnemen ten aanzien van medicinale cannabis. De Nederlandse
overheid heeft een Bureau voor Medicinale Cannabis (BMC)ii, dat de licenties voor
medicinale cannabis productie, leveringen en uitvoer uitgeeft. Cannabis van medische
kwaliteit en constante sterkte, vrij van bacterin en verontreinigingen wordt in vier
varianten geproduceerd door een particuliere onderneming genaamd Bedrocan

Patinten kunnen ook reizen naar het grootste deel van West-Europa en voor een
maand van de aan hen voorgeschreven cannabis meenemen met een zogenoemde
Schengen-verklaring die door hun artsiii is ondertekend en door het BMC van een
stempel voorzien.

Maar hoe zit het eigenlijk met cannabis voor recreatief gebruik? Het Enkelvoudig
Verdrag beperkt in principe door middel van artikel 4c de mogelijkheden om te
reguleren tot oplossingen voor medische en wetenschappelijke doeleinden.
Artikel 4. Algemene verplichtingen
Partijen nemen de wetgevende en administratieve maatregelen die nodig zijn om
(a) de bepalingen van dit Verdrag op hun gebied in werking te stellen en uit te voeren;
(b) met andere Staten samen te werken bij de uitvoering van de bepalingen van dit Verdrag; en
(c) met inachtneming van de bepalingen van dit Veheeft rdrag de produktie, de vervaardiging, de uit- en invoer,
de afgifte van, de handel in, het gebruik en het bezit van verdovende middelen uitsluitend tot
geneeskundige en wetenschappelijke doeleinden te beperken.

Voorbehouden bij het verdrag



Nederland heeft bij de ondertekening van het verdrag een voorbehoud gemaakt in die
zin dat het Nederlands Strafrecht prevaleert. In het Nederlandse strafrecht geldt het
opportuniteitsbeginseliv hetgeen het mogelijk maakt dat van vervolging wordt afgezien
op gronden die aan het maatschappelijk belang worden ontleend en door middel

veertig jaar wordt toegestaan. Naar mijn mening is in het geval van Nederland een
oplossing langs deze weg relatief eenvoudig en zou cannabis produktie voor en
leveringen aan verkooppunten eenvoudig te realiseren moeten zijn.


Bezit voor eigen gebruik

In een paar, meest West-Europese, landen zoals Belgie en met name Spanje is een
relatief nieuw phenomeen ontstaan. De zogenaamde Cannabis Sociale Clubs. Hun
bestaan wordt mogelijk gemaakt door de juridische ontheffing van strafrechtelijke
vervolging van bezit voor eigen gebruik.

In Belgi is het toegestaan tot drie gram cannabis of n cannabisplant te bezitten voor
persoonlijk gebruik op basis van een ministerile richtlijn. Op basis van deze richtlijn
werd een vereniging opgericht met als doel: het kweken van cannabis voor haar leden.
Dit initiatief werd weliswaar strafrechtelijk vervolgd, maar won in de rechtbank in twee
instanties.v

De Spaanse cannabis social clubs (CSC) zijn niet-commercile organisaties van
gebruikers die bij elkaar komen om te kweken en genoeg cannabis te distribueren om
aan de persoonlijke behoeften te voldoen van hun leden, zodat deze zich niet hoeven te
wenden tot de zwarte markt. Ze zijn gebaseerd op het feit dat de consumptie van illegale
drugs nooit tot een misdrijf is gemaakt in de Spaanse wetgeving. Gebruik makend van
dit grijze gebied, bestaan er sinds 2002 prive-clubs die cannabis zonder winstoogmerk
distribueren en produceren voor uitsluitend een gesloten groep van volwassen leden.

Maar hoe zit het met een andere of beter een meer structurele aanpak?

Intrekking met of zonder opnieuw invoeren van het verdrag met een nieuwe
beperking, de wijziging van het Verdrag en het in onbruik raken van het Verdrag.

Volgens de auteurs van het verslag van de Beckley Foundation "Moving beyond
stalemate" zijn er vier routes die het meest haalbaar lijken:

1) Kiezen voor een gereguleerd beschikbaarheids regime hetgeen eerlijk gezegd de
verdragen negeert. Een overheid die deze route volgt moet bereid zijn om aanzienlijke
internationale druk te weerstaan.

2) Uittreden uit de 1961 en 1988 verdragen, en herintreden met voorbehouden ten
aanzien van cannabis.

3) Samen met andere landen bereid zijn, de onderhandelingen te starten over een nieuw
cannabis verdrag op een supra-nationale basis.

4) Het verdrag raakt in onbruik.

De auteurs van het verslag van de Beckley Foundation hebben uitgebreid aandacht
besteed aan al deze opties. Mijn conclusie is echter dat ze allemaal nogal moeilijk zijn te
realiseren en het lijkt dan ook niet realistisch langs deze wegen op de korte termijn
resultaten te verwachten, afgezien wellicht van het in onbruik raken van het verdrag.

Dit laatste wordt realistisch in het bijzonder in het geval van Washington State en
Colorado (USA), waar kiezers onlangs hebben besloten tot legalisering van cannabis, al
was het maar omdat de Amerikanen over het algemeen niet dol op VN invloed op hun
nationale beleid zijn.
Maar heel weinig of geen aandacht wordt door de auteurs van het Beckley rapport
besteed aan de mogelijkheden van nadere interpretatie en uitleg van het verdrag.

Interpretatie van het verdrag


Het officile commentaar op het Enkelvoudig Verdrag zegt het volgende over de uitleg van
artikel 4c:

Medical

The term "medical purposes" has not been uniformly interpreted by Governments when applying the provisions of
the narcotics treaties containing it. Some have prohibited the consumption of narcotic drugs by all addicts
excepting only when necessary to alleviate suffering during withdrawal treatment a number of other countries have
permitted consumption by persons whose hose addiction proves to be incurable of the minimum quantities
required to prevent painful withdrawal symptoms and to enable them to lead a normal life. There have also been a
few cases in which all consumption of narcotic drugs by addicts was prohibited, even in the course of withdrawal
treatment.

The term "medical purposes" does not necessarily have exactly the same meaning at all times and under all
circumstances. Its interpretation must depend on the stage of medical science at the particular time in question;
and not only modem medicine, sometimes also referred to as "western Medicine", but also legitimate systems of
indigenous medicine such as those which exist in China, India and Pakistan, may be taken into account in this
connexion.vi

Cannabis wordt vaak gebruikt om redenen die gemakkelijk medicinaal genoemd zouden
kunnen worden, maar die niet strikt medisch, op recept van een arts zijn, zoals bijvoorbeeld
voor het bevorderen van een goede nachtrust of eetlust.

Wat is medisch? Betekent het woord medisch in artikel 4 van het Enkelvoudig Verdrag:
enkel en alleen op doktersrecept? Of kan ook aan een oplossing worden gedacht waar
cannabis wordt verkocht in drogisterijen, dit net zoals andere medicinale producten,
waarvan menigeen veel giftiger is dan cannabis, zoals bijvoorbeeld medicijnen tegen de
pijn. Naar mijn mening staat er absoluut niets in het Verdrag dat een dergelijke oplossing
verbiedt.

Is het mogelijk dat cannabis verkocht wordt aan particulieren in medicinale cannabis
verkooppunten indien deze zijn gecertificeerd als leveranciers van cannabbis voor
medicinale doeleinden. Ook hier zie ik geen bezwaar in het Verdrag dat een dergelijke
oplossing onmogelijk maakt.

Kunnen we "medisch" als volksgezondheid interpreteren? Met andere woorden zou de
productie voor en levering van gereguleerde cannabis productie aan private partijen
worden toegestaan indien dit de beste oplossing is met het oog op de volksgezondheid?
Volgens verschillende bronnen gaat dit te ver en levert het strijd op met het doel van het
verdrag. Een uitzondering hierop wordt wellicht gevormd door de onderstaande
"Nederlandse Oplossing", zoals professor Buma die formuleert en die ik reeds onder
voorbehouden bij het verdrag vermeld.

Naar onze mening is het gedogen (of beter gezegd: de toestemming door middel van licenties) van cannabisteelt, een
maatregel in het belang van de volksgezondheid. We erkennen dat dit niet hetzelfde is als een maatregel met een
medisch doel. Maar wij denken dat Nederland een leidende rol moet spelen in deze kwestie door middel van de
interpretatie van het verdrag als een instrument van levend recht. Het volksgezondheidsbelang en de medische
doeleinden die gericht zijn op individuen zoals die moeten worden bereikt volgens de verdragen - staan niet zo ver uit
elkaar. Deze interpretatie methode is in het geheel niet ongewoon in het internationaal recht: Het Europese
Mensenrechten Hof past het ook toe. (Buruma) vii

Wetenschappelijke (experimenten)

Staat het Verdrag wetenschappelijke experimenten met cannabis productie en leveringen
aan private partijen toe? Volgens de meeste auteurs is dit inderdaad mogelijk, maar
dergelijke experimenten zullen, hoewel misschien erg interessant vanuit wetenschappelijk
oogpunt, noodzakelijkerwijs beperkt in de duur zijn en kunnen niet zorgen voor een
definitieve oplossing. Met andere woorden, indien de resultaten van het wetenschappelijk
experiment positief zijn, is alsnog een andere structurele oplossing nodig.

Een voorbeeld van een dergelijk experiment is te vinden in de plannen van de stad Utrecht
in Nederland om te komen tot een voor een stad in gecontroleerde gesloten cannabis
productie en levering systeem. Verschillende andere Nederlandse steden hebben onlangs
uitgesproken dat ze gelijkaardige oplossingen voorstaan zoals Rotterdam en Tilburg.

Conclusie

We adviseren om te komen tot het opzetten van een wetenschappelijk experiment met een
cannabis systeem zoals voorgesteld in het conceptplan THC d.m.v . wetenschappelijke
controle van de productie en verkoop op volksgezondheid en sociaal wetenschappelijke
aspecten. Wij zijn gaarne bereid om helpen bij het instellen van een dergelijk project en
zorgen voor internationale wetenschappelijke samenwerking (Nederlands, Spaans en de
VS) over dit onderwerp.


Het is echter van belang te benadrukken dat de VN INCB gewoon geen sancties hebben om
een land te doen te stoppen om te doen wat het beste is voor de mensen.


Deze oplossing kan worden gebruikt naast de ontwikkelingen in de USA. Met andere
woorden, een nationale wetenschappelijke experiment met een gesloten cannabis ysteem.


i

http://www.undrugcontrol.info/en/issues/cannabis/item/2406-
cannabis-policy-moving-beyond-stalemate
ii
iii

BMC, http://www.cannabisbureau.nl/en/
http://www.drugtext.org/Cannabis-marijuana-

hashisch/medicinal-cannabis-an-international-legal-
challenge.html

iv

In Nederland geldt het opportuniteits beginsel in tegenstelling tot bijvoorbeeld


Duitsland, waar het legaliteitsbeginsel geldt dat het Openbaar Ministerie in principe
verplicht te vervolgen,
v
http://www.trektuwplant.be/csc/


vi
http://www.drugtext.org/Commentary-on-the-Single-

Convention/article-4-general-obligations.html
vii
http://www.drugtext.org/Law-and-treaties/european-
integration-and-harmonization.html

Das könnte Ihnen auch gefallen