Sie sind auf Seite 1von 87

J.W. Richter Archief RB -- RB Archief JWR 1995-2000.

odt -- 17-07-11

RB Archief JWR: 1995-2000


J.W. Richter JWR's RB-archief basiert hoofdzakelijk op de artikelen, die de auteur tussen 1970 en 2002 in Radio Bulletin heeft gepubliceerd. Nadat de oorspronkelijke web-site voor het archief in de Google-groep Radio Bulletin is opgeheven worden een aantal van de publicaties, die de auteur in Word-formaat en in scan-formaat ter beschikking stonden, naar Scribd (in het bereik jwr) overgebracht. In een aantal gevallen zijn weblinks met verwijzen naar actuele web-sites toegevoegd, die in de oorspronkelijke kopij ontbreken. De teksten zijn vrijwel onveranderd per categorie in drie groepen samengevat. RB Archief JWR - 1970-1995: ingescande bestanden uit 1970- ca. 1995 RB Archief JWR 1995-2000: enkele tekstbestanden uit 1995-2000 RB Archief JWR1947: de CADCAE Ontwerpen (1998-2002) met een aantal Microcap- en Eagle-ontwerpen, die als vingeroefeningen met de Simulatoren Microcap 5 en 6, respectievelijk Eagle 3.55 in de jaren 1998-2002 zijn ontstaan. Een aantal van deze beschrijvingen en schakelingen is in RB Elektronica tussen 1998 en 2002 gepubliceerd.

In een aantal gevallen zijn er bij de overname van Word-formaat in OpenOffice geringe tekenfoutjes ontstaan, die echter voor de documentatie geen rol spelen. Het totaaloverzicht van deze publicaties is in tabellenvorm in de appendix samengevat.

Inhoud
De jacht op de Pentiumbug...................................................................................................................2 De Amstrad-Bug...................................................................................................................................5 De uitvinder van PAL...........................................................................................................................7 De Pacemaker van Wilson Greatbatch.................................................................................................9 Simulatie van de Pacemaker van Wilson Greatbatch.........................................................................14 De ontdekker van de Rntgenstralen..................................................................................................16 N-stralen.............................................................................................................................................18 Alternatieve generator........................................................................................................................22 De 555................................................................................................................................................24 Hoogspanningsgenerator....................................................................................................................31 Het succes van Matsushita..................................................................................................................45 Muziekstudio op een PC.....................................................................................................................47 Toscaanse elektronica.........................................................................................................................59 Kortegolfstoringen door planeten.......................................................................................................73 Appendix: Overzicht der publicaties..................................................................................................77

Pagina 1 van totaal: 87

J.W. Richter Archief RB -- RB Archief JWR 1995-2000.odt -- 17-07-11

De jacht op de Pentiumbug
Op 30 oktober 1994 schreef professor Nicely een melding in zijn elektronische post en opende daarmee de jacht op de overbekende fout in de Pentiumprocessor. Dit artikel beschrijft de ontmaskering van deze fout. De hoogleraar aan het Lynchburg College begon zijn e-mail met de voorzichtige zin: "De floating point processor van vele en misschien wel van alle Pentium processors schijnt een fout te bevatten". In een studie op het gebied van priemgetallen vormt Nicely zoals gebruikelijk door deling de inverse waarde van deze getallen. Een vermenigvuldiging van deze inversen met het bijbehorende priemgetal moet uiteraard exact de waarde 1.0 opleveren. Bij een normale rekenmachine is dat inderdaad het geval. Een van de priemgetallen (824633702441) levert in zijn nieuwe Pentium na de vermenigvuldiging met de inverse waarde echter de waarde 0,999999996274709702 op, die weliswaar dichtbij de waarheid ligt, maar op een ontoelaatbare afrondingsfout in de Pentiumklasse wijst. Binnen enkele dagen herhaalt Intel deze melding het Internetbereik "comp.sys.intel". Intel was in de voorafgaande zomer zelf al op het spoor van de fout gekomen, had de maskers intussen gerepareerd en de produktie met een correct werkende floating point processor voortgezet. De verkoop van de systemen met het oudere ontwerp werden echter onveranderd voortgezet. Men was kennelijk van mening, dat dit foutje geen opspraak en zelfs geen publikatie waard was. De kopers, gebruikers en producenten van computersystemen wensen echter antwoorden. Op 24 november publiceerde Intel een analyse van de fout en voorspelt daarin een foutenkans van 1 op de 9 biljoen. Dit komt overeen met een fout per 27000 jaar voor de doorsnee tabellenprogramma's. De leverancier belooft samen te willen werken met iedereen, die met complexe wiskundige problemen zoals grote priemgetallen moeilijkheden krijgt. Wie echter niet tot deze categorie behoort, zal met de Pentium geen enkel probleem tegenkomen. Intussen waren andere experts met een analyse van de berekeningsmethoden in de nieuwe processor begonnen. De ingenieur Tim Coe uit de halfgeleiderindustrie komt als eerste buitenstaander op het spoor van een samenhang tussen de foutenreeksen. Omdat hij geen Pentium ter beschikking heeft, neemt hij alle bekende probleemgetallen in een workstation op en begint daarmee een analyse. Geschreven in binaire getallen vertonen deze breuken allemaal soortgelijke mantissen rechts van de komma. Elke foutieve berekening gaat vergezeld van een reeks enen in de mantisse. Hij is nu in staat een formule voor de berekening van bijna alle bekende probleemgetallen te ontwikkelen. De gezochte getallen liggen allemaal in smalle banden vlak onder de gehele getallen 3, 9, 15, 21 en 27 of in de produkten van deze getallen met een macht van twee. Coe beseft, dat de kans op fouten daardoor aanmerkelijk stijgt. Hij is ook in staat foutieve berekeningen in delingen met kleinere getallen zoals bijvoorbeeld 4195835 / 3145727 te reproduceren. Deze situatie maakt de fout veel ernstiger, omdat dit soort getallen vaker in de praktijk kunnen optreden. Omdat Tim Coe nog steeds geen Pentium ter beschikking heeft, rijdt hij naar de dichtstbijzijnde handelaar en voerde de vermenigvuldigingstest met deze getallen door. Zoals verwacht reageert de Pentium inderdaad met een forse afwijking van 1 op 16000.

Pagina 2 van totaal: 87

J.W. Richter Archief RB -- RB Archief JWR 1995-2000.odt -- 17-07-11 Tim Coe zit er niet ver naast. Als antwoord op deze analyse publiceert Intel een bericht van twee wiskundigen, die de fout nu in details beschrijven. Het bericht staat in de World Wide Web server http://www.intel.com aan iedereen ter beschikking. De fout is gelokaliseerd in een programmeerbaar array, dat bij de floating point berekeningen wordt gebruikt. Om de snelheid op te voeren, verlaten de ontwikkelingsingenieurs de vertrouwde methode met behulp van opschuiven en aftrekken, die onder andere ook in de 486 is toegepast en voeren in de Pentium een nieuwe techniek in. Deze nieuwe methode is naar de drie uitvinders, die deze snelle deling al dertig jaar geleden hebben ontwikkeld, de wortel 4 SRT vernoemd. De deelmethode berekent per clockcyclus twee bits en leidt zo tot een verdubbeling van de rekensnelheid. Tijdens de delingscyclus blijft een reeks deelgetallen, de zogenaamde P-D plot, opgeslagen om het volgende cijfer van de deling te kunnen kiezen. In de Pentium wordt deze reeks in een tabel opgeslagen. Na de opbouw van deze tabel worden de getallen in een programmable lookup array (PLA) overgeheveld. Door een fout in deze transfer werden enkele getallen weggelaten. Als nu de SRT algoritme bij de berekening naar een van deze getallen zoekt, vindt zij bij deze weggelaten waarden in plaats van de cijfers 2 een nul. De analyse van de transferprocedure bevestigt vijf bereiken van probleemgetallen, die in binaire vorm beginnen met de reeksen, die Tim Coe intussen al had gevonden. Dit soort fouten komen in de ontwerppraktijk in elke tak van industrie steeds weer voor. De critici nemen Intel de fout op zichzelf ook niet kwalijk, maar wel de vertraging bij de publikatie, de ombuiging van de foutenstatistieken in het eigen voordeel en de voorzetting van de verkoop van ondeugdelijke chips. In eerste instantie eiste Intel van de klanten zelfs een bewijs van de noodzaak tot een vervanging. Als gevolg van dit optreden begrepen enkele wiskundigen, dat er althans voor deze ondeugdelijke processors een methode ter verhindering van rekenfouten ontstond. Op de basis van Coe's analyse ontwikkelden zij aan algoritme, die daaraan voldoet en publiceerden deze methode in Internet. De test onderzoekt alleen de noemer. De teller beslist daarna alleen of de fout al dan niet optreedt. Indien de noemer buiten vastgelegde waardenbereiken ligt, produceert de berekening een correct resultaat en kan de FDIV (floating point division)-instructie zonder gevaar worden toegepast. Indien de noemer binnen de gevaarlijke grenzen ligt, zal een vermenigvuldiging van teller en noemer met een vaste waarde van 15/16 het risico op een fout uitsluiten. Bij een zorgvuldige uitvoering van de instructies werkt de deling zelfs met de correcte afrondingen. Deze oplossing is inmiddels door Intel als compilerfunctie in de World Wide Web Server gepubliceerd. De statistische analyse van de foutenkans werd vervolgens nog aan een verder onderzoek onderworpen. Professor Vaughan Pratt van de Stanford universiteit komt na een analyse van Coe's reeksen tot de conclusie, dat waarden dicht in de buurt van echte integers liggen. Dergelijke waarden, zoals bijv. 2,999999, treden echter zeer vaak op door afrondingsfouten in herhaalde berekeningen. De foutenkans stijgt daardoor tot een op enkele duizend in speciale toepassingen. De specialisten bij IBM komen tot dezelfde conclusie en IBM laat de uitlevering van machines met de Pentium op 12 december stilleggen. Na enkele onrustige weken besluit Intel eindelijk, aan alle klanten op verzoek de processor uit te wisselen.

Pagina 3 van totaal: 87

J.W. Richter Archief RB -- RB Archief JWR 1995-2000.odt -- 17-07-11 Bij de jacht naar de Pentiumbug is veel tijd genvesteerd. Professor Nicely zocht vier maanden lang naar een naald in de hooiberg. In eerste instantie speurt hij naar een fout in zijn programma's. Vervolgens analyseert hij gedurende enkele weken zijn compiler en pas daarna de processor zelf. Tim Coe probeert wekenlang aan de hand van het foutenpatroon de architectuur van de Pentium te doorgronden. De uitgebreide analyse van Vaughan Pratt in Internet bewijst tenslotte duidelijk, dat de fout een veel grotere uitwerking heeft, als de leverancier Intel wil doen geloven. Alle genoemde technici en talloze andere medewerkers hebben ons een waardevolle dienst bewezen, die echter bij een open kaartspel van de leverancier volkomen overbodig was geweest.

De gegevens voor dit artikel zijn gebaseerd op: "Dissecting the Pentium bug", door Linda Geppert in IEEE Spectrum van februari 1995. Gepubliceerd: RB Elektronica, oktober 1995

Pagina 4 van totaal: 87

J.W. Richter Archief RB -- RB Archief JWR 1995-2000.odt -- 17-07-11

De Amstrad-Bug
Analoog aan de Pentiumbug had ik tien jaar tevoren (in 1985) een bug in de Basicinterpreter van de computer van het jaar CPC464 ontdekt. Goed, dat is niet zo spectaculair als een bug1 in de Pentium, maar toch... Het illustreert alleen maar, dat dit soort fouten overal kan optreden, met name in de alledaagse functies zoals de machten van -1. De Amstrad CPC is een 8-bit homecomputer met een Z80A en werd gefabriceerd door Amstrad tussen 1984 en 1990. De afkorting CPC' staat voor Colour Personal Computer. Ik had echter de monochrome variant met een groen scherm. Er bestonden diverse versies van deze computer. Zo was er een Spaanse variant, die over een extra 8kByte RAM-chip op een extra printje beschikte. Deze chip was volkomen nutteloos, maar was ingebouwd om een destijds geldige Spaanse wet te omzeilen, die vastlegde dat een computer met 64 kByte RAM aan de klant met een Spaans toetsenbord moest worden uitgeleverd2. De CPC464 beschikte over een Locomotive BASIC in der Version 1.0 in een ROM-geheugen. De fout werd ontdekt bij het testen van de zelfgeschreven Besselfuncties, waarmee antennediagrammen worden berekend. De Besselfuncties J0(x). J1(x), etc. behoren niet tot de standaard Basic funkties van de CPC464, maar ik beschikte over een eenvoudige ALGOL68-versie van de reeksontwikkeling, die term (-1)n bevat. De daarmee berekende antennediagrammen vertoonden echter een opvallende fout, die uiteraard moest worden getraceerd. Bij de analyse bleek de fout op de term (-1)n in de reeksontwikkeling te berusten. Met een eenvoudige test kon men vaststellen, dat in de vrijwel alle machten van het getal (-1) in de Locomotive BASIC versie 1.0 problemen opleverden. Met behulp van een klein testprogramma werd de fout vervolgens nauwkeuriger gediagnosticeerd:

Fig. 1: De Amstradbug (1984)

1 De Pentiumbug veroorzaakte afrondingsfouten bij het berekenen van floating numbers en behoorde tot de tien kostbaarste softwarefouten, die de producent enkele honderden miljoen dollars kostte... 2 Bronvermelding: Amstrad CPC

Pagina 5 van totaal: 87

J.W. Richter Archief RB -- RB Archief JWR 1995-2000.odt -- 17-07-11 Een analyse van de testregels luidt: Dat -1 tot macht 1 ook weer -1 oplevert is eigenlijk wel duidelijk. Dat 0 tot de macht 1 ook weer 0 oplevert, is ook nog OK. Dan echter beweert de interpreter, dat (-1) of (-1.0) tot de macht 1 voor de afwisseling een positief getal 1 oplevert. Dat kan natuurlijk niet kloppen. Ook (-2) tot de macht 1 levert een positief getal 2 op. Dat is fout. Daarentegen is (-1) tot de derde macht weer -1, wat men als correct mag beschouwen.

De fout treedt alleen op als men een negatief getal tot de eerste macht verheft. Alle andere exponenten, zoals bijvoorbeeld (-2)^5 = -32, werkten uitstekend. De vraag was nu: welke andere functies werden eventueel nog door deze fout benvloed, bij voorbeeld omdat deze deze basis functie voor andere routines toepasten? Een reparatie door software-updates was in deze computer uitgesloten. Daarom werd in het betreffende programma een IF-clausule voor de foutsituatie geprogrammeerd. Omdat programmeurs vaak de software voor dit soort functies kopiren, kan de fout ook bij andere BASIC-varianten zijn binnengeslopen. Op alle BASIC-varianten, die ik tegenkwam, heb ik de bovenstaande test doorgevoerd, maar ben nooit meer deze fout tegengekomen.

Pagina 6 van totaal: 87

J.W. Richter Archief RB -- RB Archief JWR 1995-2000.odt -- 17-07-11

De uitvinder van PAL


In Mittelweida in Saksen is het laboratorium van de technische hogeschool in het WalterBruch-laboratorium gedoopt. Daarmee eert de hogeschool zijn beroemdste student Walter Bruch (1908-1990). De uitvinder van PAL, het stabielste kleuren tv-systeem ter wereld, heeft meer als 200 patenten ontwikkeld. Zijn studietijd aan de hogeschool in Mittelweida begint met een klein probleem. Zijn kamer in het stationsgebouw van deze stad beschikt in 1928 nog uitsluitend over gasverlichting en de student heeft stroom nodig. Zonder stroom kan de ingenieur in opleiding immers niet experimenteren. Zonder veel plichtplegingen verhuist hij naar een nieuwe kamer. Daarin stond wel stroom ter beschikking, maar geen verwarming ! Kennelijk was dat echter onbelangrijk. Walter Bruch beschrijft deze kamer als volgt: "Een voormalige paardenstal, met een eigen ingang op de begane grond, zonder kelder, ijskoud, werd mijn tehuis. 25 mark huur, in doorsnee 25 mark voor elektrische onderdelen en dat bij een maandelijkse wissel van 100 rijksmark in een tijd, dat een bescheiden middageten een mark kostte. In die tijd moest men zich het experimenteren van het eten sparen." Het experimenteren speelt echter een grote rol. In een tijdschrift "Radio voor iedereen" schrijft hij, dat zijn carrire op 30 maart 1924 begint. Op deze dag begint hij als 16-jarige met een zelfgebouwde ontvanger zonder luistervergunning de ether af te zoeken. Dit is immers de enige mogelijkheid zich op die leeftijd in dit beroep in te werken. In de boekhandel hangt in deze tijd een tijdschrift voor het raam. Op de voorpagina van elk nummer staat een schema, dat de onderdelen en verbindingsdraden in drie dimensies afbeeldt. Uit geldgebrek loopt Bruch elke maand naar de winkel, leert het schema van buiten, tekent het na, vergelijkt nogmaals met het origineel. Daarna kan hij de schakeling nabouwen en experimenteren. Met behulp van deze mentale training schoolt hij zijn geheugen. In 1928 gunt Walter Bruch zich een treinkaartje naar de vijfde grote Duitse Funkausstellung in Berlijn. Als premire kan men hier het ver-zien, tele-visie, van bewegende objecten over enkele meters afstand beleven. De televisie wordt op twee toestellen gepresenteerd: de Telehor van Denes von Mihly, met een scherm van 4 x 4 cm, een oplossend vermogen van 900 pixel en 30 lijnen. Het toestel werkt met de Nipkowschijf als aftaster. Het tweede toestel is de Telefunken-Karolus, met een scherm van 8 x 10 cm, een veel beter oplossend vermogen van 10000 pixel bij 96 lijnen en een aftaster met een spiegelkrans van Weill. De grijze Paul Nipkow bezoekt Berlijn en mag bewonderen, wat hij 45 jaar tevoren met Kerstmis bedacht heeft. Nipkow's commentaar: "Ik heb een flakkerend beeld, waarop zich wat beweegt, gezien, maar ik kon het nauwelijks onderscheiden".

Pagina 7 van totaal: 87

J.W. Richter Archief RB -- RB Archief JWR 1995-2000.odt -- 17-07-11 Op 23-jarige leeftijd verlaat Walter Bruch Mittweida als ingenieur elektrotechniek en studeert in Berlijn wiskunde en theoretische fysica. Tijdens deze studie werkt hij in het laboratorium van Manfred van Ardenne en vervolgens, na een voortijdig einde van zijn studie, voor 50 mark per week bij Denes von Mihly. Op de Funkausstellung in 1933 kan Walter Bruch zijn eerste belangrijke ontwikkeling presenteren: een spiegelkrans-ontvanger met beelden van 90 lijnen, geleverd door een filmaftaster. Het toestel is te bewonderen in het Duitse museum in Mnchen. Voor zijn demonstraties ontwikkelt Walter Bruch ook software. Omdat de kwaliteit van de beschikbare televisiebeelden hem niet bevalt, neemt hij zelf een aantal filmen met grote koppen op. Hij gebruikt beelden van zijn Hongaarse collega's, omdat deze met donker haar en baardjes bijzonder geschikt zijn. Bij een demonstratie voor een staatsbezoek worden deze beelden als "nietarisch" en dus ongeschikt beschouwd. De rijkszender stelt hem daarop een film van n minuut voor zijn presentaties ter beschikking. Walter Bruch draait deze film vele duizenden malen op de tentoonstelling. Zij toont Hitler op een toespraak van 1 mei 1933, waarin hij een "grote tijd" aankondigt. Twee jaar later begint Walter Bruch zijn werk bij Telefunken in de afdeling "televisie en natuurkundig onderzoek". De tijd der experimenten is voorbij en de televisie wordt volwassen.

Bronvermelding: "Als Walter Bruch noch Bastler war ...", door Jens Oberheide in RFE, 8.95. Gepubliceerd: RB Elektronica, april 1996, pag. 15

Pagina 8 van totaal: 87

J.W. Richter Archief RB -- RB Archief JWR 1995-2000.odt -- 17-07-11

De Pacemaker van Wilson Greatbatch


Het menselijke hart wordt nog steeds met een bijzonder respect behandeld. Deze eerbied hangt samen met de eigenschappen, die men dit mechanisch relatief eenvoudige pompsysteem op geestelijk gebied nog steeds toekent. Om deze redenen is de pacemaker een van de beroemdste toepassingen van de moderne elektronica geworden. De eerste implanteerbare pacemaker met patentnummer 3 057356 heeft de uitvinder Wilson Greatbatch een plaats opgeleverd in de nationale erehal van de Verenigde Staten. Hij deelt deze plaats met Thomas Alva Edison, Alexander Graham Bell en William George Armstrong. In tegenstelling tot deze beroemdheden is de heer Greatbatch, 76 jaar oud, nog steeds in leven en hij woont momenteel in de staat New York.

De uitvinder
Wilson Greatbatch maakt al vroeg kennis met de beginselen der elektronica. In zijn jeugd bouwt een kortegolfontvanger met twee buizen en luistert met behulp van een zelfgewikkelde spoel naar uitzendingen uit London. Op zestienjarige leeftijd behaalt hij een zendvergunning (W8QBD) en werkt daarnaast met het radiostation W8QBU van de zeeverkenners. Dit station is in 1938 gedurende 26 uur in de lucht om berichten tijdens een wervelstorm te relayeren. Een jaar later treedt Greatbatch met vele andere verkenners als marconist in dienst van de marine. Gedurende de wereldoorlog leiden de verkenners meer dan 50 marconisten op. In de vijfjarige dienst is Greatbatch onder meer elektronicus op een torpedojager, marconist in konvooien, opleider van radarspecialisten in Texas, en schutter op een vliegdekschip. Na de oorlog repareert hij eerst een jaar lang telefoons en begint daarna een studie aan de Cornell Universiteit in Ithaca, New York. Tijdens zijn studie bouwt hij ontvangers voor de radiotelescoop van Arecibo, gelegen in Puerto Rico. Enige tijd later begint hij vervolgens een baantje op het laboratorium van de psychologische faculteit, waar hem de meting van de elektrische signalen aan een honderdtal schapen wordt opgedragen, te weten: de hartslag, de bloeddruk, enzovoorts.

Het hartblock
Onder normale omstandigheden wordt de hartslag geregeld door een natuurlijke gangmaker, die bestaat uit een groep gespecialiseerde cellen in de wand van de rechterboezem. Elektrische impulsen, die van deze gangmaker uitgaan, gaan naar de twee boezems (atria) en vervolgens naar de kamers (ventrikels), en veroorzaken zo de ritmische samentrekkingen van de hartspier, die wij hartslagen noemen. Tijdens de lunchpauzes van 1951 luistert Greatbatch naar een discussie tussen twee chirurgen en hoort voor het eerst een beschrijving van de hartblock. Deze stoornis ontstaat als de geleiding van de elektrische impulsen van de boezems naar de kamers via de bundel van His terugloopt of zelfs geheel verdwijnt. Het ritme van het atrium is niet gecoordineerd met het ritme van de ventrikels. Dit resulteert in een onregelmatige hartslag en in ernstige gevallen volgt daarop bewusteloosheid en eventueel de dood. Greatbatch weet, dat hij dit euvel kan verhelpen, maar niet met de buizen en bijbehorende accu's uit die tijd. Onafhankelijk van Greatbatch had inmiddels Paul Zoll in Boston een eerste praktische pacemaker gebouwd. Het apparaat was zo groot als een flinke radio en werd op het lichtnet aangesloten. De behandeling was pijnlijk en beschadigde de huid, maar het toestel kon levens redden. Enkele jaren later ontwikkelt Earl Bakken een draagbare pacemaker met een batterij als voeding. Pagina 9 van totaal: 87

J.W. Richter Archief RB -- RB Archief JWR 1995-2000.odt -- 17-07-11

Siliciumtransistoren
Greatbatch is inmiddels assistent hoogleraar elektrotechniek geworden. Rond 1956 komen er silicium transistoren op de markt voor een prijs van $ 90,- per stuk en Greatbatch krijgt van een arts de opdracht een 1 kHz-markeeroscillator voor het onderzoek aan harttonen te bouwen. De basisweerstand in de oscillator schakeling is een 10 kohm exemplaar, maar Greatbatch neemt de verkeerde waarde (1 Mohm) uit de voorraaddoos. Als gevolg van deze fout oscilleert de schakeling op een onverwachte manier. Tussen twee impulsen van 1,8 milliseconden lengte wacht de oscillator een volle seconde, terwijl de transistor volledig uitgeschakeld zijn en dus geen enkele stroom voeren. Greatbatch staat ongelovig te staren naar dit gedrag. Dit is precies de schakeling, die hij voor zijn pacemaker nodig heeft. Het systeem start vanzelf en de belangrijkste eigenschappen blijven ook bij teruglopende batterijspanning nagenoeg constant. Greatbatch vindt uiteindelijk een chirurg, die de implanteerbare pacemaker wil uitproberen. De arts verwacht, dat het toestel ca. 10.000 levens per jaar zou kunnen redden. Drie weken later, op 7 mei 1958, levert Greatbatch het eerste prototype af. Nadat twee chirurgen (William C. Chardack en Andrew Cage) het hart van een hond hebben blootgelegd, verbindt Greatbatch twee uitgangsdraden van de pacemaker met het hondehart. Het orgaan slaat inderdaad synchroon met de elektronische schakeling. Chardack kijkt naar het signaal op de oscilloscoop en mompelt "verdomme".

De behuizing
Aanvankelijk vormen minimale lekken in de omhulling van de pacemaker een reusachtig probleem. De randvoorwaarden in een lichaam (vocht, zout, warmte) zijn niet bepaald bevorderlijk voor de elektronica. Bovendien mag het materiaal het lichaam niet beschadigen of een aanval van het verdedigingssysteem uitlokken. Het eerste onderhuids ingebouwde ontwerp werkt slechts vier uur en wordt dan kortgesloten. Greatbatch giet de schakeling in epoxymateriaal en ontdekt daarbij, dat draden beter zonder isolatiemateriaal kunnen worden ingegoten. Hij laat de eerste veertig prototypen in dieren implanteren en op 15 april 1960 durft Chardack een test met 10 hartpatinten aan. De eerste patint overleeft de ingreep slechts 18 maanden, maar een van de eerste patinten heeft nog ca. 30 jaar met een pacemaker (en wel grotendeels met behulp van een nucleaire cel) geleefd. De chirurgen moeten aanvankelijk een drempel overschrijden bij de eerste implantaties van elektronica. De pacemaker blijkt daartoe echter een ideale kandidaat. In de praktijk gedraagt het hart zich nogal goedmoedig. Een falende pacemaker voert niet tot automatisch tot de dood. Bovendien is de hartspier gemakkelijk stuurbaar. Na een korte impuls geleiden de hartvezels de signalen spontaan en versterken daarbij de impuls automatisch, zodat de hartspier uiteindelijk krachtig samentrekt.

De schakeling van de pacemaker


Een van de eerste succesvolle pacemakers is in fig. 1 geschetst. De schakeling wordt aangesloten op enkele batterijen van 1,4 volt. De oscillator wordt gevolgd door een spanningsverdubbeling. C1 laadt via R1 op, totdat Q1 en Q2 in geleiding komen. Daarbij wordt C1 in een korte impuls van 2 milliseconden ontladen. In de laadfase zijn alle transistoren gesperd, zodat het stroomverbruik erg laag is (fig. 2). De impuls wordt vervolgens in een spanningsverdubbelaar versterkt. De werking van de verdubbelaar is af te lezen uit fig. 3. In rust zijn beide condensatoren opgeladen tot de volle voedingsspanning (2,8 volt) en tijdens de impuls worden beide schakelaars kortgesloten, waardoor de dubbele spanning op de uitgang verschijnt. Een eenvoudige audioversterker kan het menselijke levensritme duidelijk hoorbaar maken. Pagina 10 van totaal: 87

J.W. Richter Archief RB -- RB Archief JWR 1995-2000.odt -- 17-07-11

Pagina 11 van totaal: 87

J.W. Richter Archief RB -- RB Archief JWR 1995-2000.odt -- 17-07-11

Een vaste hartslagfrequentie is wel leuk voor de noodgevallen, maar een normaal levend patint wil een variabele hartslagfrequentie, die zich aan de situatie aanpast en een stimulatie, die alleen in actie komt als dat echt nodig is. Daarmee verlengt men natuurlijk ook het leven van de batterij. Greatbatch kan in 1965 een eerste werkend prototype van een dergelijke schakeling leveren.

Duurproeven maken duur


Alle onderdelen van een pacemaker worden al vroeg aan een grondig onderzoek onderworpen. De eerste transistoren waren nogal onbetrouwbaar. Greatbatch sorteert de onderdelen in klassen en onderwerpt de bouwstenen aan shocktests en aan temperatuurtests gedurende 500 uur. Elke transistor, die een onbetrouwbaar gedrag vertoont, wordt weggenomen. Greatbatch' echtgenote is jarenlang verantwoordelijk voor de schoktests in twee ovens, die daartoe in de echtelijke slaapkamer worden opgesteld. Ondanks deze voorzorgen sterven er een groot aantal patinten aan de diverse complicaties, die de nieuwe techniek met zich meebrengt. Naast de corrosie door het lichaamsvocht is in de beginjaren vooral de operatie gevaarlijk. De borstkast wordt geopend en de elektrodes worden direct op de middenlaag van het hart aangesloten. Tien procent van de (meestal verzwakte) patinten sterven aan de ingreep. Later ontwikkelt Chardack een methode, waarbij een draad via een ader naar het hart wordt gevoerd.

De voeding
De levensduur van de batterij was oorspronkelijk op vijf jaar begroot, maar in 1970 bedraagt de gemiddelde werktijd slechts twee jaar. Het zink-kwik-element is gebaseerd op een ontwerp uit de jaren veertig en daarna aangepast voor het gebruik in horloges. Kwikcellen ontwikkelen gas en kunnen daarom niet hermetisch worden gesloten. Voor de behuizing hadden de ontwerpers dus een halfdoorlatend epoxymateriaal gekozen, dat weliswaar het zout buitenhoudt, maar de schakeling in principe in een bad van gedistilleerd water dompelt. Elke verontreiniging kan daardoor een kortsluiting of corrosie veroorzaken. Greatbatch kiest twee verschillende alternatieven als voedingsbron: een lithiumcel en een nucleaire cel met plutonium 238. De nucleaire cel is in staat een levenslang in bedrijf te blijven, maar blijkt te gevaarlijk door de stralende en giftige bijverschijnselen. De lithiumcel ontwikkelt geen gas en met een dergelijke voeding kan de pacemaker in een hermetisch gesloten omhulling worden verzegeld. Tegenwoordig bedraagt de gemiddelde levensduur van de pacemaker meer dan 10 jaar.

Pagina 12 van totaal: 87

J.W. Richter Archief RB -- RB Archief JWR 1995-2000.odt -- 17-07-11

Afscherming
Moderne pacemakers zijn ongevoelig voor storingen van buiten af. Toch is het raadzaam uit de buurt te blijven van krachtige radio- en radarzenders. De aansluitdraden kunnen immers als antenne functioneren. Bij operaties is een aantal voorzorgen bij diathermie-technieken nodig, die worden gebruikt om bloedingen te stoppen. En bij een crematie moeten de pacemakers worden verwijderd, omdat deze bij extreme hitte kunnen exploderen.

Samenvatting
Greatbatch heeft de ereplaats in de nationale erehal niet verdiend zozeer op basis van zijn schakeling, maar vanwege de consequente kwaliteitsverbetering, die tot de betrouwbare stand der techniek van vandaag hebben geleid. Daarnaast is zijn pacemaker de voorloper en gangmaker van een groot aantal nieuwere implantaten geworden, die op ervaringen met dit toestel zijn gebaseerd.

Gepubliceerd in RB Elektronica Oktober 1995, pag. 40-41 (De simulatie van de schakeling wordt gedocumenteerd in De Pacemaker van Wilson Greatbatch in RB Elektronica 5/6 1999)

Pagina 13 van totaal: 87

J.W. Richter Archief RB -- RB Archief JWR 1995-2000.odt -- 17-07-11

Simulatie van de Pacemaker van Wilson Greatbatch


In dit artikel wordt de beroemde schakeling voor de eerste pacemaker in een simulator geanalyseerd. De schakeling bestaat uit een oscillator met de transistoren Q1, Q2 en een spanningsverdubbelaar met Q3, Q4. De ontwerper Wilson Greatbatch heeft de oscillator voor de pacemaker eigenlijk in 1958 door toeval ontdekt: hij koos uit de onderdelendoos een weerstand met een verkeerde kleurcode (1 Mohm in plaats van 10 kohm). Daardoor ontstaat een schakeling met een herhalingsfrequentie van ongeveer 1 Hz en de volgende eigenschappen: starteigenschappen: periodeduur: impulsduur: stroomverbruik: voedingsspanning: uitgangsspanning: belastingsimpedantie inwendige weerstand gegarandeerd zelfstartende oscillator 0,8-1 seconde over het spanningsbereik 0,7 - 2,8 volt ca. 1,6 millisec. ca. 1 microampere vanaf ca. 1,5 volt tot 2,8 volt tussen ca. 1,5 volt en 4,5 volt minimaal 1 kohm van de batterij: 1 kohm

Fig. 1

Pacemaker van Wilson Greatbatch (1958)

Pagina 14 van totaal: 87

J.W. Richter Archief RB -- RB Archief JWR 1995-2000.odt -- 17-07-11 De ontwikkeling en de werking van de schakeling is in RB Elektronica, oktober 1995 beschreven. Interessant is aan een dergelijke schakeling het gedrag bij lage voedingsspanningen. Uiteraard zijn in een dergelijke schakeling voor een laag stroomverbruik silicium halfgeleiders nodig. Deze elementen vereisen echter theoretisch een drempelspanning van 0,7 volt per overgang. Met de Micro-Cap simulator kan men echter aflezen, dat de schakeling zelfs bij een voedingsspanning van 0,7 volt nog oscilleert. De spanningsverdubbelaar werkt echter niet meer efficint. Vanaf ongeveer 1,5 volt voeding is er een redelijke uitgangsimpuls beschikbaar. In fig. 2 zijn de ideale impulsvormen voor de gespecificeerde bedrijfsspanning 2,8 volt opgetekend. De inwendige weerstand van de batterij (R11) en de uitgangsbelasting (R10) zijn in de simulator op 1 kohm vastgelegd.

Fig. 2

Spanningsvormen van de pacemaker

Afgezien van zeer lage voedingsspanningen is de aanloopperiode van de oscillator zeer kort. De tweede impuls is al op volle sterkte. De simulator bewijst bij de transientenanalyse van deze schakeling zijn waarde vooral op het gebied van de invloed van de voedingsparameter, de belastingsweerstand en de aanloopanalyse. Ondanks het relatief grote aantal onderdelen kan de lezer deze schakeling nog in de gratis beschikbare demoversie van de simulator onderzoeken. Het programma staat iedereen in Internet ter beschikking: http://www.spectrum-soft.com Gepubliceerd: Simulatie van de Pacemaker van Wilson Greatbatch in RB Elektronica 5/6 1999

Pagina 15 van totaal: 87

J.W. Richter Archief RB -- RB Archief JWR 1995-2000.odt -- 17-07-11

De ontdekker van de Rntgenstralen


1995 is het Rntgenjaar, want 150 jaar geleden werd Conrad Rntgen geboren. Vijftig jaar later ontdekte hij de stralen, die hem beroemd hebben gemaakt. Omdat hij ook in Nederland heeft gestudeerd, beschrijven wij zijn levensloop. Op 27 maart 1845 komt Wilhelm Conrad Rntgen in Lennep ter wereld. Tegenwoordig is zijn geboorteplaats een voorstad van Remscheid. Hij groeit echter op in Apeldoorn en als zoon van een gegoed koopman kan de jonge Rntgen meerdere scholen, o.a. in Nederland bezoeken. Na de Technische School in Utrecht, waar hij in natuurkunde een "zeer slecht" oploopt, verhuist hij naar het Zwitserse Eidgenssische Polytechnikum in Zrich. Hier studeert hij eerst werktuigbouwkunde en daarna natuurkunde. Op 43-jarige leeftijd begint Rntgen als gewoon hoogleraar in de fysica aan de universiteit van Wrzburg in Duitsland. Hij staat bekend als een haast overdreven, zorgvuldig onderzoeker, maar niets duidt op een ongewoon talent. Dat verandert pas, als hij, zoals zovelen anderen, met gasontladingsbuizen begint te experimenteren. Op 8 november komt Rntgens grote ogenblik. Terwijl zijn blik tijdens de proeven achteloos over een stuk rondslingerend fluorescentiepapier glijden, valt hem iets bijzonders op. Het papier is door een stuk zwart karton afgeschermd en toch licht het papier plotseling in het halfdonker op. De wetenschapper weet meteen, dat hij een nieuw fenomeen heeft opgespoord. De destijds als kathodestraal bekende elektronenstroom in de luchtledige buis kan het effect niet veroorzaken, want deze kan in de lucht maar enkele centimeters overbruggen. Na enkele weken koortsachtig zoeken weet Rntgen, dat hij een nieuwe stralensoort heeft ontdekt. Het duidelijkste bewijs levert de onderzoeker, als hij de hand van zijn echtgenote Anna Bertha aan het licht blootstelt en in plaats van de huid en de spieren nu de botten zichtbaar worden. Daarna breekt de storm los, zo schrijft Rntgen in januari 1896. In Duitsland noemt men de stralen Rntgenstralen, terwijl het buitenland de door Rntgen zelf gekozen naam "X-rays" blijven gebruiken. In 1901 wordt de uitvinder de eerste Nobelprijs voor fysica toegekend. In het begin van deze eeuw behoort het doorlichten tot de standaard onderzoekingsmethoden in de medicijnen. Al snel ontdekt men, dat niet alleen botbreuken, maar ook tumoren en nierstenen goed zichtbaar zijn. In 1906 voert men de eerste contrastmiddelen in. Toch komen ook de gevaren van de nieuwe stralen aan het licht. Amputaties van de vingers en littekens worden beroepsziekten voor de eerste Rntgenartsen. Met behulp van gevoeliger filmmateriaal en beeldversterkers daalt de dosis met 99 %, maar toch blijven de zwakke stralen nog steeds gevaren, met name in het erfmateriaal, opleveren. Wetenschappers vermoeden, dat de Rntgenapparatuur meer stralingsbelasting voor de bevolking oplevert dan de kerncentrales en de kosmische stralen uit de ruimte. De Rntgenstralen zorgden niet alleen voor een revolutie in de geneeskunde, maar ook in de fysica. Al in het ontdekkingsjaar 1896 ontdekt Henri Bequerel de radioactiviteit en een jaar later blijkt het elektron de drager van de elektrische lading te zijn. Deze fenomenen passen niet in de oude theorie en er moet een nieuwe fysica, de quantenfysica, op tafel komen.

Pagina 16 van totaal: 87

J.W. Richter Archief RB -- RB Archief JWR 1995-2000.odt -- 17-07-11 In april 1912 bewijst Max van Laue, dat Rntgenstralen elektromagnetische stralen zijn. Zij gedragen zich als licht met een veel kortere golflengte. Met dit "licht" kan men de atomaire opbouw van de kristallen bestuderen. Dit vakgebied fascineert nog steeds grote aantallen onderzoekers. In het afgelopen jaar werd de sterkste Rntgenlamp ter wereld gebouwd, een 850 meter grote deeltjesversneller in Grenoble. De Europese synchrotronversneller ter waarde van 1 miljard gulden stelt de fysici tot een gedetailleerd onderzoek van de halfgeleiders, eiwitten en andere materialen in staat. Wellicht is zelfs de nog sterkere Rntgenlaser binnenkort in staat, meer licht in het donker der materie te brengen. Een ontwikkeling, die zelfs Rntgen niet heeft kunnen voorzien. Hij is op 10 februari 1923 in Mnchen gestorven.

Ter informatie: Het Duitse Rntgenmuseum bevindt zich inde Schelmer Strae 41 in 42897 Remscheid. Gepubliceerd: RB Elektronica, april 1996, pag. 25

Pagina 17 van totaal: 87

J.W. Richter Archief RB -- RB Archief JWR 1995-2000.odt -- 17-07-11

N-stralen
Waar gehakt worden, vallen spaanders. In het begin van deze eeuw begaat een bekend fysicus de fout van zijn leven: hij ontdekt een nieuw soort straling, die niet bestaat. De uitvinding hangt in feite al in de lucht. In 1895 ontdekt Rntgen de X-stralen. In 1896 beschrijft Becquerel de geheimzinnige straling, die uitgaat van uranium en die zich als alfa-, bta- resp. gammastraling ontpopt. In feite verwacht iedereen de vondst van een nieuwe stralingsoort. In 1903 is het zover: de aangeziene Franse fysicus Ren Blondlot, professor aan de universiteit van Nancy en lid van de Academie der Wetenschappen, maakt de uitvinding van een nieuwe soort straling bekend. Ter ere van zijn woonplaats Nancy noemt hij de straling N-stralen. Blondlot is zeker geen oplichter en gaat ook niet buitengewoon onzorgvuldig te werk. Hij heeft gewoon een verschijnsel in een experiment verkeerd genterpreteerd. Waren de N-stralen enkele jaren voor de X-, alfa-, bta- en gammastralen ontdekt, dan had Blondlot de resultaten zeker nauwkeuriger onderzocht. Aan het begin van deze eeuw hangt er echter een sfeer van verwachting in de lucht. Zo kon het gebeuren, dat er zich enkele jaren lang een zelfbedrog onder de geleerden kon handhaven. Blondlot geldt als expert op het gebied van gasontladingen. Hij is dus bezig op hetzelfde terrein als Rntgen en onderzoekt, of deze X-stralen elektromagnetische stralen, dan wel deeltjes zijn. Op het einde van de 19e eeuw was het duale karakter van straling niet bekend en Blondlot doet een aantal standaardtests om het karakter vast te stellen. Hij weet, dat geladen deeltjes in tegenstelling tot elektromagnetische stralen in een elektrisch veld worden afgebogen. Elektromagnetische straling kan men daarentegen aan een polarisatierichting herkennen, die voor de geladen deeltjes immers onbeduidend is. Blondlot besluit de polarisatie met behulp van een dipoolantenne te meten, die de polarisatie immers goed kan registreren. De Rntgenstralen zijn afkomstig uit een ontladingsbuis (fig. 1). Via een ingenieus afschermingssysteem filtert de experimentator het zichtbare licht uit en geleidt de Xstralen naar de dipool. In deze dipool ontlaadt een hoogspanningsveld continu in een vonk. Blondlot verwacht nu, dat de vonk in aanwezigheid van Rntgenstraling met een polarisatie parallel aan de dipool feller zal oplichten. Inderdaad ontdekt de uitvinder, dat de intensiteit van vonk onder bepaalde hoeken toeneemt. Helaas blijkt echter de straling, die de vonk benvloedt, door een kwartsprisma te worden afgebogen. Men weet echter reeds, dat een dergelijk prisma Rntgenstraling niet kan benvloeden. Blondlot concludeert daaruit, dat hij een nieuwe stralingsoort heeft ontdekt en het onheil neemt zijn beloop.

Pagina 18 van totaal: 87

J.W. Richter Archief RB -- RB Archief JWR 1995-2000.odt -- 17-07-11

Fig. 1 Meetopstelling In eerste instantie sluit de uitvinder met behulp van een laag ondoorzichtig karton elke invloed van het zichtbare licht uit. Vervolgens begint hij met het onderzoek naar de eigenschappen van zijn Nstralen. Aangestoken door zijn publikaties volgt de wetenschappelijke wereld in de jacht op de Nstralen. Niet alleen fysici, maar vooral psychologen en fysiologen nemen daaraan deel en al spoedig neemt het aantal vondsten toe. Vooral ondoorzichtige materialen blijken N-stralen door te laten. Water en zout gelden echter als effectieve N-absorbers. Blondlot produceert intussen ook geschikte lenzen en prismas uit aluminium. Al gauw ontdekt men, dat niet alleen gasontladingsbuizen, maar ook de gebruikelijke gloeikousjes voor de gasverlichting uit die jaren en bijvoorbeeld gloeiende ijzerfolie bronnen voor N-stralen vormen. Zelfs natuurlijke bronnen, zoals de zon en met name de menselijke zenuwen en spieren blijken uitstekende N-stralenzenders te vormen. Professor Augustin Charpentier vermeldt in een wetenschappelijke publikatie, dat zelfs lijken N-stralen uitzenden en kondigt aan, dat de N-stralen de artsen spoedig in staat zullen stellen, de contouren van het hart zichtbaar te maken. Zoals gebruikelijk ondervinden de pionieren van de N-stralen echter ook tegenstand. In het voorjaar van 1903 stuurt een collega, Gustave Le Bon, de uitvinder een brief met het bericht, dat hij een soortgelijke straling al zeven jaar eerder heeft gevonden. Monsieur P. Audollet stuurt een bericht aan de Academie, dat hijzelf en niet Charpentier het menselijk lichaam voor het eerst als bron van N-stralen heeft erkend. Toch kent de Academie Blondlot in 1904 de eervolle Prix Leconte toe voor zijn levenswerk. De N-stralen staan in de oorkonde gelukkig op een van de laatste regels op drie bladzijden. De theorie van de N-stralen krijgt door deze prijs echter de nodige publiciteit en het aantal publikaties op dit gebied explodeert tot 54 artikelen in het jaar 1904. Een jaar later stort het aantal publikaties in en in 1905 verschijnt er niet een meer. Een catastrofe had de uitvinding vernietigd: Robert William Wood was op bezoek gekomen in het laboratorium van Blondlot.

Pagina 19 van totaal: 87

J.W. Richter Archief RB -- RB Archief JWR 1995-2000.odt -- 17-07-11 Wood is een hoogleraar aan de John Hopkins universiteit en een internationaal aangezien vakman op het gebied van de optica en elektromagnetische straling. Natuurlijk heeft hij, zoals talloze collegas in Duitsland en Engeland, geprobeerd, de beschreven experimenten in een eigen lab uit te voeren. Alle pogingen zijn echter mislukt en de wetenschappers halen Wood over, Nancy te bezoeken, waar kennelijk de bijzondere omstandigheden het succes van de geheimzinnige metingen garandeert. Wood beschrijft in het tijdschrift Nature van 29 september 1904, wat er tijdens zijn bezoek in Nancy is gebeurd. Allereerst wordt hij met een reeks experimenten en demonstraties hartelijk ontvangen. Blondlot en zijn collegas verzekeren hem, hoe de intensiteit van de vonken duidelijk afneemt, als zij de hand ergens tussen straler en detector houden, maar Wood kan geen spoor van verandering registreren. De Fransen wijten dit effect aan de zwakte van Woods ooglicht. Wood stelt vervolgens een ander experiment voor: Wood houdt zelf de hand tussen bron en detector en Blondlot vertelt hem, wanneer de hand de straling vrijgeeft of tegenhoudt. In geen van de gevallen levert Bloblot daarop statistisch gezien een correct antwoord. De fysici bespreken daarop een reeks fotos, die Blondlot als bewijsmateriaal voorlegt. Wood oppert, dat de willekeurige intensiteitsvariaties wel 25 % bedragen, de metingen dus erg onnauwkeurig en de resultaten erg onzeker zijn. Wood ontwerpt daarop een meetmethode, die de N-stralenbundel opsplitst en via twee wegen naar dezelfde fotografische plaat leidt. Een weg bevat een absorbermateriaal en de andere weg een geleider voor N-stralen. Een dag later wordt dit experiment uitgevoerd en Wood concludeert, dat uit de opname van de fotografische plaat geen enkele conclusie over de aard van de absorber mogelijk is. Vervolgens toont Blondlot Wood nog een spectrale analyse van de N-stralen in een aluminiumprisma. Blondlot beweert, vier verschillende golflengten voor de N-straling te hebben gemeten. Om de zwakke spectraallijnen duidelijk te kunnen aflezen, wordt het experiment in een donkere ruimte doorgevoerd. Wood kan echter in het duister de verleiding niet weerstaan, de aluminium prisma uit de opstelling te verwijderen (fig. 2). In zijn beschrijving vermeldt hij later, dat de verwijdering van het prisma geen enkele invloed op de maxima en minima van de spectrale analyse vertoont.

Fig. 2 Meetopstelling

Pagina 20 van totaal: 87

J.W. Richter Archief RB -- RB Archief JWR 1995-2000.odt -- 17-07-11 Wood kan tijdens zijn bezoek geen enkele aanwijzing voor N-stralen vinden. Na publikatie van zijn bevindingen gelooft niemand buiten Frankrijk nog aan de N-stralen. Blondlot gaat echter op de kritiek in en ontwerpt onverstoorbaar een aantal meetopstellingen, om de door Wood gekritiseerde meetfouten te elimineren. In 1905 publiceert Blondlot een nieuwe reeks fotos als bewijsmateriaal en een aantal voorschriften, hoe men de meetwaarden bij metingen met N-stralen moet aflezen. Het komt er met name op aan, de aflezing in een ontspannen atmosfeer door te voeren. De experimentator mag het meetobject niet direct aankijken, maar dient het oog een paar graad terzijde naast het object te richten. Inderdaad kan men met een dergelijke techniek intensiteitverschillen nauwkeuriger waarnemen. Er geldt een absoluut rookverbod, want N-stralen worden door roken gestoord. Natuurlijk is de succesvolle waarneming van N-stralen niet voor iedereen weggelegd. Een aantal Franse wetenschappers zijn nu van mening, dat slechts Romaanse ogen de nodige gevoeligheid voor experimenten met N-stralen bezitten. De gevoeligheid van de Engelsen heeft immers onder de permanente mistbanken en het ooglicht van de Germanen onder het eeuwenlange genot van bier zwaar geleden. Toch zijn enkele Fransen skeptisch geworden. Zij stellen vast, dat de bevestigingen van Blondlots experimenten in sterke mate van de afstand tot Nancy afhankelijk zijn. De reputatie van de Franse wetenschappers staat op het spel. Het Franse tijdschrift Revue scientifique ontwerpt een experiment, waarin twee houten kastjes met testmateriaal aan Blondlot ter beschikking worden gesteld. De kastjes zijn even zwaar en de inhoud is alleen aan de redacteuren bekend. In een kastje bevindt zich een stuk staal en in het ander een stuk lood. Blondlot wacht geruime tijd met een antwoord, maar weigert uiteindelijk het experiment uit te voeren en schrijft in 1906 terug, dat ieder zelf maar zijn mening over de N-stralen moet vormen. Dat is inderdaad gebeurd. Blondlot sterft in 1930 te Nancy en de geschiedenis der N-stralen is slechts een onbekend verhaal uit de annalen van het tijdschrift Nature.

Bronvermelding: Scientific American, Mei 1980. Gepubliceerd: RB Elektronica, oktober 1997, pag. 32

Pagina 21 van totaal: 87

J.W. Richter Archief RB -- RB Archief JWR 1995-2000.odt -- 17-07-11

Alternatieve generator
Een ingenieur uit Stuttgart wil in India met behulp van een 1000 meter hoge schoorsteen 200 Megawatt elektrische energie opwekken. Jrg Schlaich is gewoon hoogleraar aan de universiteit van Stuttgart en leidt het instituut voor mechanische constructies. Behalve bruggen en torens houdt hij zich bezig met de alternatieve energieproduktie. Uit ergernis over de verspilling van de thermische centrales rijpte bij hem het idee, opstijgende en hete lucht in een generator voor de opwekking van elektrische energie te benutten. Hete lucht is er in de woestijnen kosteloos in grote hoeveelheden beschikbaar. Niemand heeft er tot nu toe iets mee kunnen beginnen. In gedachten sloot Schlaich de lucht in een schoorsteen op en stelde zich de uitwerking binnen de pijp voor. Bij een hoogte van 1 kilometer streeft een warme luchtkolom met zoveel geweld naar boven, dat er 200 megawatt voor de dynamo overblijft. De lucht wordt onder een glazen dak met 4,5 km diameter door de zon opgewarmd (Zie principeschema in fig. 1).

Fig. 1 Principeschema van de hete lucht-generator volgens Schlaich Uiteraard is er na de investering voor staal en glas geen brandstof meer nodig. Een waarlijk alternatieve energiecentrale. Met behulp van een 195 meter hoog prototype uit 1,25 mm dikke staalplaat heeft de 63 oude hoogleraar al tussen 1982 en 1989 in Manzares, Spanje bewezen, dat het werkt. Het nadeel is echter, dat de centrale in de avonduren, als het stroomverbruik sterk stijgt, stilvalt. Als het ware bij het waarnemen van de thermische wervels bij omroeren van een kopje koffie loste Schlaich dit probleem op. Met behulp van meterdikke pijpen slaat hij een energie in water op, dat vervolgens in de avonduren ter beschikking staat. Een variabele pompsnelheid stelt hem zelfs in staat, de energiestroom nauwkeurig te regelen. Pagina 22 van totaal: 87

J.W. Richter Archief RB -- RB Archief JWR 1995-2000.odt -- 17-07-11 Inmiddels hebben enkele stroomproducenten de uitvinder met zijn ontwerp gefeliciteerd. Zijn centrale werkt zonder afval, zonder schadelijke gasvorming en zonder radioactieve materialen. De opgenomen energie werkt zelfs de vorming van wervelstormen tegen, omdat de opstijgende lucht in de dynamo wordt afgeremd. Op de Expo 2000 wordt zijn ontwerp voor een grote generator in India aan een groter publiek gepresenteerd. Vol lof spreekt iedereen over het project, maar niemand steekt geld in de 1,5 miljard dure centrale. Technisch gezien is de constructie stabiel. Vier grote wielen met spaken op hoogten van 500, 600, 850 en 1000 meter garanderen de nodige stijfheid in de schoorsteen van beton. De centrale moet echter niet alleen milieutechnisch, maar ook economisch tegen de verbrandingscentrales kunnen concurreren. De Rajesthan State Electricity Board heeft enkele maanden geleden een energiecontract afgesloten. Het verdrag met een looptijd van 25 jaar garandeert een rente-opbrengst van 8 %. Als dit project een succes wordt, staat de verdere zegetocht van dit nieuwe type centrale niets meer in de weg. Gepubliceerd: RB Electronica december 1997, pag. 33

Pagina 23 van totaal: 87

J.W. Richter Archief RB -- RB Archief JWR 1995-2000.odt -- 17-07-11

De 555
Dit artikel beschrijft de ontwikkeling van de beroemde timer/oscillator 555, die 25 jaar geleden op de markt is verschenen en sindsdien nagenoeg onveranderd is geproduceerd. Het is een van de succesvolste IC-ontwerpen in de elektronica geworden. Inmiddels is de 555 ook in een CMOS-versie verkrijgbaar. Het concept voor de 555 ontstond rond 1968 tijdens een speurtocht naar een vervanging voor spoelen in een zogenaamde gyrator. Een spoel is immers niet geschikt voor de integratie in een IC. De elektronicus Hans Camenzind besefte, dat de gyrator door problemen met de toleranties van de onderdelen geen eenvoudige schakeling oplevert en zocht naar alternatieven. In een oud tijdschrift uit 1934 vond hij de beschrijving van een phased locked loop (PLL), destijds nog een ongebruikelijke en complexe schakeling, die geen hoge eisen aan de nauwkeurigheid van de onderdelen stelt. De PLL bevat een spanningsgestuurde oscillator en Camenzind ontwierp in de loop van een jaar ontwikkeling een regeling met een uitgangsfrequentie, die onafhankelijk is van de voedingsspanning (fig. 1).

Vcc
V-IOmzetter

5k

Comparatoren

5k
R S

Rext

2I

Cex
t

Flipflop
5k

0 V
Fig. 1 De oorspronkelijke oscillator voor de 565, 567 en 566

De schakeling genereert een stroom evenredig aan de voedingsspanning. Dit stroompje wordt tweemaal gespiegeld en een tak daarvan vervolgens nogmaals gespiegeld en verdubbeld.

Pagina 24 van totaal: 87

J.W. Richter Archief RB -- RB Archief JWR 1995-2000.odt -- 17-07-11

De stroomspiegel in het centrum


De stroomspiegel is een gebruikelijk element in een IC-ontwerp, waarin een transistor een stroompje absorbeert en vervolgens daarmee een andere transistor stuurt. Als de transistoren identieke eigenschappen vertonen, zijn de in- en uitgangsstromen gelijk, maar van tegengestelde polariteit. Indien de tweede transistor tweemaal zo groot is als de eerste, is de uitgangsstroom eveneens tweemaal zo groot als de ingangsstroom. Met behulp van de resulterende stromen I en 2I laadt resp. ontlaadt Camenzind in zijn ontwerp een externe condensator. In de laadfase is de schakelaar open en de 2I-stroombron afgeschakeld. De laadstroom I vult de condensator ongeveer tot tweederde van de voedingsspanning. Op dat tijdstip activeert een comparator de 2I-stroombron en ontlaadt de condensator met een effectieve stroomsterkte I. Dit ontlaadproces duurt tot de condensatorspanning ongeveer een derde van de voedingsspanning heeft bereikt. Dan schakelt de onderste comparator het laadproces om en begint de cyclus opnieuw. Zowel de schakelspanningen als de laadstroom hangen af van de voedingsspanning, maar de uitgangsfrequentie is theoretisch alleen afhankelijk van de externe weerstand en condensator. Dit principe werd in de 565 en 567 PLLs en in de 566 functiegenerator toegepast. Het jaar 1970 luidde een recessie in en Camenzind nam ontslag om vervolgens zijn ontwerp van een timer met een sturing van slechts een enkele RC-combinatie en een nauwkeurigheid van 1 % over het hele voedingsbereik als onafhankelijk ondernemer uit te werken. Hij bood het ontwerp aan zijn vroegere werkgever Signetics aan. De ontwikkelingsafdeling van deze firma antwoordt daarop, dat elke elektronicus een timer gemakkelijk met behulp van een comparator, een flipflop en een zenerdiode kan maken en er dus geen markt voor een speciaal IC is. Alleen de verkoopmanager zag wel wat in het idee en gaf de ontwerper een jaar de tijd voor de ontwikkeling. In deze tijd bouwde Camenzind een aantal proefschakelingen. Een computersimulatie stond niet ter discussie. Er waren immers geen modellen beschikbaar en als computer was alleen een onhandige en peperdure mainframe in aanmerking gekomen.

Een 555 in een DIP8


Camenzind vereenvoudigde zijn schakeling door toepassing van een exponentile in plaats van een lineaire laadcurve. Als gevolg van deze ombouw werkt de schakeling nauwkeuriger, omdat enkele fouten elkaar compenseren. Bovendien werd de schakeling beduidend kleiner en viel een van de aansluitingen weg. Daardoor paste het ontwerp in een 8-polige behuizing in plaats van de standaard 14-polige DIP. Het IC is bruikbaar als timer, waarin de onderste comparator een enkele cyclus start, en als vrijlopende oscillator. Camenzind sloot ter afsluiting een uitgangstrap met 300 mA laad- en ontlaadstroom op de uitgang aan. Na deze modificaties kon de lay-out-fase beginnen. Bij gebrek aan een computer werden de maskers op een schaal van 500:1 met de hand in een rode folie gesneden. Het ontwerp met de 25 transistoren nam zes weken in beslag. Vervolgens werd dit werk met het menselijk oog en een liniaal gecontroleerd. Twee maanden later ontving Camenzind zijn eerste prototypes. Zij waren binnen 0,5 % nauwkeurig en vertoonden de ongehoord lage temperatuurscofficint van slechts 23 ppm per graad. Het succes van de 555 was overweldigend. Maandenlang werd de ontwerper met toepassingsideen bedolven. Acht firmas bouwden de schakeling na. Signetics kon daartegen echter niet veel uitrichten, omdat zij net als iedereen in deze tijd schakelingen van de concurrent kopieerde. Pagina 25 van totaal: 87

J.W. Richter Archief RB -- RB Archief JWR 1995-2000.odt -- 17-07-11

Een nieuwe 555


In de afgelopen jaren groeide de vraag naar een re-design van de 555, die in plaats van het originele spanningsbereik 4,5-18 volt in een lager voedingsbereik tussen 1-6 volt werkt. Op de eerste plaats dient men tussen CMOS en bipolaire technieken te kiezen. CMOS-schakelingen worden bij lage spanning extreem groot. De stuurspanning groeit kwadratisch met de benodigde stroomsterkte en tot overmaat van ramp telt alleen het gedeelte boven de drempel van 0,75 volt. Bipolaire technieken zijn echter ook een probleem. Door de drempelspanning van 0,6 volt voor siliciumdioden is er geen serieschakeling van twee dioden mogelijk bij een ondergrens van 1 volt. De darlington transistoren, die in de 555 de comparatoren sturen, zijn dus niet beschikbaar. Zelfs de gelijkmatige opdeling van de spanning in 1/3- gedeeltes van het voedingsbereik, blijkt onmogelijk te zijn, omdat op de basis van de transistoren al bij kamertemperatuur hooguit 0,67 volt ter beschikking staat. Voor het complete temperatuurbereik moeten de schakeldrempels veel verder uit elkaar liggen: bij 18 % en 82 % van de voedingsspanning. De tijdsconstante van de nieuwe ontwerp verandert daardoor van 1,1 RC tot 1,6 RC. Na deze keuze moest Camenzind nog het probleem van de schakelsnelheid en de uitgangsstroom oplossen. Ter verhoging van de schakelsnelheid moet de ontwerper de laadverliezen in de strooicapaciteiten door verlaging van de spanningszwaai minimeren. Dit doel bereikt men bijvoorbeeld door emittergekoppelde schakelingen, die een stroom tussen twee transistoren omschakelt. Helaas werkt ECL niet bij 1 volt. Camenzind analyseerde allereerst de flipflopschakeling van fig.2.

Vcc

Q 3

Q1

Q2

0 V
Fig. 2 De standaard flipflop

Natuurlijk kan men de basis-emitterovergang van de uitgangstransistor Q3 parallel schakelen aan een van de flipflopelementen. Deze transistor gaat echter bij het inschakelen in verzadiging en berooft de uitgangstrap Q3 van zijn basisstroom. Een stroomdeling met behulp van weerstanden is denkbaar, maar kost teveel silicium bij lage stromen en is te langzaam. Het beste werkt nog een stroomsturing voor alle schakelaars. Theoretisch werkt deze schakeling alleen met identieke stroomsterkten en transistoreigenschappen. Dit blijkt echter in de praktijk mee te vallen.

Pagina 26 van totaal: 87

J.W. Richter Archief RB -- RB Archief JWR 1995-2000.odt -- 17-07-11 Camenzind ontdekte dit met behulp van een Monte Carlo-analyse, waarin de simulator alle onderdelen aan willekeurige variaties onderwerpt, om het effect van toevallige strooiingen te berekenen. In een van de simulator-sessies koos hij per ongeluk twee verschillende stroomsterkten en ontdekte tot zijn verbazing, dat de schakeling toch naar verwachting bleef werken (fig. 3). Theoretisch is Q1 of Q2 in verzadiging. Als een van de twee iets meer stroom trekt, neemt deze de stroom geheel over en wordt de ander afgeschakeld. De simulator voorspelt echter, dat zelfs bij strooiing van de parameters geen enkele transistor in verzadiging geraakt.

Vcc

Q 3

Q2 Q 1

0 V
Fig. 3 De flipflop met stroomsturing

Als ervaren ontwikkelaar vertrouwde Camenzind de resultaten niet direct. Voor een betrouwbare analyse is een tamelijk complex transistormodel met minstens 10 onafhankelijke onderdelen nodig. Te vaak worden dergelijke modellen aan de hand van een enkel exemplaar berekend en is de analyse onnauwkeurig. Camenzind maakte echter gebruik van modellen, die in de serieproduktie van echte ICs waren gemeten en zijn vinding bleek zo goed te werken, dat hij het ook in andere deelschakelingen toepaste. Doordat geen van de transistoren, behalve de eindtrap, in verzadiging geraakt en de spanningszwaai minimaal is gekozen, bereikt het nieuwe ontwerp de snelheid van de oude 555. Het stroomverbruik is echter met een factor 30 gedaald. De originele 555 past Darlington eindtrappen toe en kan daarmee bi-directionaal enkele 100 mA schakelen. Deze trappen werken echter pas vanaf een 2 volt spanningsval. Het was de ontwerper duidelijk, dat de nieuwe eindtrap nooit veel source-stroom zou kunnen leveren, maar een lage impedantie in de andere, d.w.z. sink-richting was wel interessant ter sturing van een relais of een gloeilamp. Dit laatste vraagstuk bleek achteraf nog de meeste ontwerp-tijd te vergen.

Pagina 27 van totaal: 87

J.W. Richter Archief RB -- RB Archief JWR 1995-2000.odt -- 17-07-11 Uitgangspunt was een schakeling van Bob Widlar (fig. 4), waarin de collectorstroom van Q3 in Q1 en Q2 wordt gespiegeld en na terugvoering de inputstroom versterkt. De ingangsstroom stuurt zowel Q3 als Q4 open. De weerstand R1 begrenst de rondgaande versterking tot net onder de eenheidswaarde. Als de versterking boven een komt, blijft de schakeltrap in deze toestand hangen. Bij het afschakelen moeten wij deze toestand doorbreken. Men kan de rondgaande versterking weliswaar vergroten door wegnemen van R1 en door Q1 groter te kiezen dan Q2. Dan moet echter bij het afschakelen de enkele mA grote collectorstroom van Q1 naar aarde worden afgeleid en dit vereist een transistor met een stroomversterking van 1000.

Vcc Q 1 Q 2 Q3 Q 4 R1

0 V
Fig. 4 De uitgangstrap van Bob Widlar

Na talloze experimenten kwam Camenzind tot de conclusie, dat de schakeling alleen door uithongering afgeschakeld kon worden. Daartoe vervangt men bijvoorbeeld R1 door een schakelaar. Door openen van deze schakelaar verdwijnt de meekoppeling. Het principe is in fig. 5 geschetst. Q5 vormt de schakelaar, waarmee de meekoppeling afschakelbaar is. De meekoppeling stuurt Q6 en schakelt een 200 micro-ampre pnp-transistor, als de uitgang laag is. Deze eindtrap kan meer dan 100 mA naar aarde afvoeren en verbruikt in lage toestand 20 micro-ampre tegenover 5 microampre bij een hoge uitgangsspanning. Bij 10 mA stroomsterkte bedraagt de spanningsval slechts 0,2 volt. De schakeling trekt slechts 60 micro-ampre bij 1 volt en 150 micro-ampre bij 5 volt voeding.

Pagina 28 van totaal: 87

J.W. Richter Archief RB -- RB Archief JWR 1995-2000.odt -- 17-07-11

Vcc Q I2 1 Q 2 Q3 Q 4 Q5 Q 6 Q 7

I1

I 3 0 V
Fig. 5 De gemodificeerde uitgangstrap van Bob Widlar

De CMOS-versie
De CMOS-versie is in de meeste gevallen bruikbaar als direct equivalent voor de eerste versie van de 555. Waar de specificaties verschillen, is de CMOS-uitvoering duidelijk beter. De bipolaire schakeling produceert zware stroompulsen tot 400 mA gedurende de omschakelingsfase. Ter ontkoppeling moet daarom een goede condensator direct naast het IC worden geschakeld. De CMOS-ICs schakelen met een aanzienlijk kleinere stroompuls van 2 tot 3 mA en een extra ontkoppeling is meestal niet nodig. Daarnaast is de impedantie van de CMOScomparatoren veel hoger en kunnen ook hier de ontkoppeling-condensatoren wegvallen. De CMOS-versie werkt al vanaf 2 volt voedingsspanning tot zelfs 18 volt, zodat de nieuwe bipolaire versie slechts in een aantal bijzondere applicaties werkelijk troeven in de hand houdt.

Pagina 29 van totaal: 87

J.W. Richter Archief RB -- RB Archief JWR 1995-2000.odt -- 17-07-11

Samenvatting
De ontwerpen van de 555 kenmerken de vooruitgang van de afgelopen 25 jaar. Alhoewel de afmetingen van de bipolaire transistoren in lineaire toepassingen veel groter zijn dan de CMOS digitale schakelaars, zijn beide duidelijk kleiner geworden. Terwijl de nieuwe schakeling tweemaal zoveel onderdelen bevat, zijn de afmetingen gehalveerd. Het ontwerp van lineaire ICs is nog steeds niet automatiseerbaar, maar de hulpmiddelen zijn duidelijk verbeterd. Er werd gebruik gemaakt van een semicustom-procd. Het ontwerp werd op dezelfde PC uitgevoerd, die reeds eerder voor de simulatie was gebruikt. De computer vergelijkt schema met lay-out en meldt elke overtreding van de regels. Bij levering van de prototypes stijgt de bloeddruk van de ontwerper nauwelijks boven het normale niveau. Het nieuwe IC wordt geproduceerd door Zetex en heet in deze versie ZSCT1555.

Bronvermelding: Dit artikel is gedeeltelijk gebaseerd op: Redesigning the old 555 door Hans R. Camenzind in IEEE Spectrum September 1997

Gepubliceerd: RB Elektronica, Nr. 6 1998, pag. 10-12

Pagina 30 van totaal: 87

J.W. Richter Archief RB -- RB Archief JWR 1995-2000.odt -- 17-07-11

Hoogspanningsgenerator
In een verbluffend eenvoudige modelgenerator kunnen hoge spanningen worden opgewekt. Het systeem is niet alleen geschikt voor zelfbouw, maar ook interessant als object voor een systeemanalyse.

Pagina 31 van totaal: 87

J.W. Richter Archief RB -- RB Archief JWR 1995-2000.odt -- 17-07-11

Principe
Uit een hoog opgesteld reservoir R vloeit een waterstroom in de goed gesoleerd geplaatste metalen bekers B1 en B2. Twee kranen K1 resp. K2 worden zodanig afgesteld, dat de waterstralen juist in het bereik van de manchetten M1 en M2 in druppels overgaan. De manchetten zijn van zilverpapier, 30 mm hoog, 50 mm in doorsnee en worden volgens de tekening van fig. 1 door een gesoleerde, horizontale arm op de plaats gehouden.

Fig. 1 Mechanische opbouw (zonder kabelverbindingen)

Pagina 32 van totaal: 87

J.W. Richter Archief RB -- RB Archief JWR 1995-2000.odt -- 17-07-11 De manchet M1 is via een kabel met beker B2 en de manchet M2 via een kabel met B1 verbonden. Na enige tijd ontstaat tussen de bekers een hoge spanning van enkele kilovolts, die een spanningzoeker doet oplichten en zelfs vonken kan produceren. Zonodig kan men de generator op gang brengen door bijvoorbeeld een van de bekers met een geladen kam te initialiseren. Daarbij wordt een beginlading op een van de bekers aangebracht, die het laadproces door middel van meekoppeling op gang brengt.

Fig. 2

Bedradingsschema van de hoogspanningsgenerator

Pagina 33 van totaal: 87

J.W. Richter Archief RB -- RB Archief JWR 1995-2000.odt -- 17-07-11

Meekoppeling in de HSP-generator
Aanvankelijk zijn alle onderdelen elektrisch neutraal en ongeladen. Door toeval zal een van de druppels bij het losraken van de waterstraal enkele elektronen teveel meeslepen. Deze druppel is dan negatief geladen en valt bijvoorbeeld in beker B2. De met B2 verbonden manchet M1 wordt dan eveneens negatief geladen. Deze manchet induceert vervolgens in de vallende waterstroom positieve ladingen. Beker B1 ontvangt vervolgens positief geladen waterdruppels en voorziet op deze wijze de manchet M2 met positieve ladingen. Vanaf dat ogenblik vallen alleen nog maar negatief geladen druppels in B2. Het systeem bevat dus een meekoppeling, die de werking van de inductie versterkt. De spanning tussen de bekers stijgt daardoor steeds sneller. Er moet echter een grens aanwijsbaar zijn, die het laadproces begrenst. De ladingen in de bekers werken immers een voortdurende oplading door afstoting van de nieuwe druppels tegen. Bovendien kan de beker druppels uit de stroom voor de andere beker aantrekken en zodoende een lekstroom veroorzaken (fig. 3)

Fig. 3

Afstoting en lekstroomverliezen

Pagina 34 van totaal: 87

J.W. Richter Archief RB -- RB Archief JWR 1995-2000.odt -- 17-07-11

Energiebron zwaartekracht
Ondanks de afstotende kracht, die de druppels ondervinden, neemt de spanning toe. De energie daartoe levert de zwaartekracht, die in de vallende druppels in kinetische energie wordt omgezet. Met dit gegeven kunnen wij de theoretisch bereikbare spanning vrij eenvoudig schatten. Aangenomen, dat wij 1 kilogram water vanaf een hoogte van 0,2 meter laten vallen, dan is de totale potentile energie van deze hoeveelheid water mgh = 2 Joule, gelijk verdeeld over beide bekers. De bekers moeten elk 0,5 liter water kunnen bevatten. De afmetingen van de bekers bedragen daartoe ca. 0,1 meter. De capaciteit van een rond voorwerp met deze afmetingen is evenredig met de diameter en bedraagt ongeveer: Radius 0,1 mm 1 mm 10 mm 100 mm 1m Capaciteit 0,01 pF 0,1 pF 1 pF 10 pF 100 pF

In het gunstigste geval is dus de energie per beker met een capaciteit van C = 10 pF: 0,5 x mgh = 0,5 x CV
2 11 2

(Joule)

............ (1)

Dan is in ons voorbeeld V = 2 x 10 en de maximaal bereikbare spanning bedraagt theoretisch ongeveer V = 500 kV. Deze benadering door middel van de berekening van de totale energiebalans is echter nogal onnauwkeurig. Een krachtenbalans voor een los waterdruppeltje levert een beter resultaat op. Krachtenbalans Wij schatten de doorsnee van de gemiddelde waterdruppel op 2 mm. De ongeveer een miljoen druppels in een liter wegen dan gemiddeld elk 1 milligram. De energie van de vallende druppel is 2 microjoule en de aantrekkende kracht van de aarde bedraagt 10 micronewton.

Pagina 35 van totaal: 87

J.W. Richter Archief RB -- RB Archief JWR 1995-2000.odt -- 17-07-11

Fig. 4

Afstoting door Coulombkrachten

Pagina 36 van totaal: 87

J.W. Richter Archief RB -- RB Archief JWR 1995-2000.odt -- 17-07-11 De afstoting van de opgeladen waterdruppels door de Coulombkracht is bij een spanning V op de condensatoren (fig. 4): F = C1 x V / r
2

(Newton)

............ (2)

Daarin is C1 = 0,1 pF de capaciteit van de waterdruppel en r de afmeting van de bekercapaciteit. Integreert men deze kracht over de valafstand, dan is de Coulomb-energie C1 x V . Bij evenwicht tussen de zwaartekracht en de Coulombkracht wordt de waterdruppel tot stilstand afgeremd onder de voorwaarde: mgh = C1 x V
2 2

(Joule)

............ (3)

waarin ditmaal m = 1 mg de massa van het waterdruppeltje is. Lossen wij deze vergelijking op, dan blijkt een evenwicht te ontstaan voor V = 5 kVolt, zodat de spanning tussen de bekers inderdaad tot 10 kV kan oplopen.

De elektromotorische kracht
In hoeverre kan men deze generator optimeren ? De belangrijkste formule is kennelijk (3). De radius en daarmee het gewicht van de waterdruppel kunnen wij nauwelijks benvloeden, omdat de druppel zichzelf uit een vallende straal moet ontwikkelen. Er blijft dus slechts de valhoogte als parameter ter beschikking. Wij moeten echter de valhoogte een factor vier verhogen, om de uitgangsspanning te verdubbelen. Een andere mogelijkheid is natuurlijk het kunstmatig versnellen van de druppels door middel van een pomp. Wij vervangen dan de zwaartekracht door een mechanische pomp. Met een dergelijke pomp en een geschikte sproeier is theoretisch een veel hogere spanning bereikbaar.

De stroomsterkte
Elke waterdruppel verhoogt de lading in de bekers met ongeveer Cd / Cb = 1 %, d.w.z. met de verhouding tussen de druppel- en de bekercapaciteit. Volgeladen bevat het systeem 100 nC lading en levert elke binnenvallende druppel 1 nC op. Als wij de kranen op ongeveer 100 druppels per seconde instellen, is de beschikbare stroomsterkte dus 100 nA en levert de generator in stationaire toestand een vermogen van 1 mW.

Experimentele resultaten
Scholieren kunnen zonder grote kosten een meetopstelling volgens fig. 5 nabouwen. De waterreservoirs bestaan uit conserveblikken. In de bovenste reservoirs wordt een fietsbandventiel zonder gummislangetje geschroefd of gelijmd. Een spijker met een geschikte diameter in het ventiel regelt de watertoevoer, zodat er een gestage druppelstroom naar beneden valt. De manchetten bestaan uit een blikken ring, die met behulp van draadsteunen aan de onderste reservoirs worden geschroefd. Als draadsteunen is hardsoldeerdraad goed geschikt. Het instellen van de juiste afstand wordt vereenvoudigd door toepassing van draadklemmen. Pagina 37 van totaal: 87

J.W. Richter Archief RB -- RB Archief JWR 1995-2000.odt -- 17-07-11 In de onderste reservoirs wordt een zware schroef gelegd, zodat deze blikken stabiel blijven staan. De isolatielaag bestaat uit twee ca. 1 cm dikke kunststofplaten, die kort voor de experimenten in een afwasmaschine meedraaien en in gereinigde toestand een ongekend goede isolatiewaarde aannemen. De onderdelen worden vervolgens in een houten raam geplaatst. De hoogte bedraagt ca. 40 cm, de breedte 24 cm en de diepte 16 cm. In deze opstelling onstond na het weglopen van een half blik water binnen enkele minuten een duidelijk hoorbare, blauwe vonk van 10 millimeter tussen de blikranden van de onderste reservoirs. Daaruit kan men een spanning van 20 kV afleiden.

Fig. 5

Goedkope Hoogspanningsgenerator voor 20 kVolt

Pagina 38 van totaal: 87

J.W. Richter Archief RB -- RB Archief JWR 1995-2000.odt -- 17-07-11 Hoger vermogen door parallelschakeling Theoretisch is het denkbaar een willekeurig aantal generatoren volgens het principeschema in fig. 2 parallel te schakelen en zodoende een groot vermogen op te wekken. Kennelijk is de uitgangsspanning van het systeem automatisch op een waarde van 10 kV begrensd, zodat een extra spanningsbegrenzer niet nodig is. Een optimale parallelschakeling maakt van een aantal onderdelen meervoudig gebruik. De waterstralen kunnen immers vanuit een enkel, groot reservoir door gemeenschappelijke manchetten in gemeenschappelijke bekers vloeien. Als men erin slaagt, de druppelvormers zonder bewegende delen te bouwen, heeft de generator zelfs geen enkel bewegend onderdeel. Er is uiteraard een grote hoeveelheid water nodig, dat echter hergebruikt kan worden. Afgezien van de problemen door corrosie voldoet zout water door de goede geleiding in deze generator zelfs beter dan zoet water. Een opwekking op grote schaal vereist daarnaast ook een automatisch werkend kraansysteem of een geschikte sproeier, dat ervoor zorgt, dat de druppelvorming steeds tussen de manchetten plaatsvindt. Een betrouwbare sproeier is door zout- of kalkvorming weliswaar niet onproblematisch, maar toch goed mogelijk.

Het KO-criterium
De problemen met een toepassing op grote schaal liggen niet zozeer in de watertoevoer en de opwekking van de energie, maar in de afvoer van het water uit de geladen bekers. De waterafvoer via een slang vormt een lek in de isolatie en veroozaakt ladingsverliezen. Om deze redenen komt de generator voorlopig niet voor de praktische energie-opwekking in aanmerking.

Pagina 39 van totaal: 87

J.W. Richter Archief RB -- RB Archief JWR 1995-2000.odt -- 17-07-11

Foto's

Foto 2: Reservoir met manchetten

Pagina 40 van totaal: 87

J.W. Richter Archief RB -- RB Archief JWR 1995-2000.odt -- 17-07-11

Foto. 3: Reservoirs met fietsventielen

Pagina 41 van totaal: 87

J.W. Richter Archief RB -- RB Archief JWR 1995-2000.odt -- 17-07-11

Foto. 4: Reservoirs met manchetten

Pagina 42 van totaal: 87

J.W. Richter Archief RB -- RB Archief JWR 1995-2000.odt -- 17-07-11

Foto 5: Bedrading

Pagina 43 van totaal: 87

J.W. Richter Archief RB -- RB Archief JWR 1995-2000.odt -- 17-07-11

Foto 6: Detailopname

Pagina 44 van totaal: 87

J.W. Richter Archief RB -- RB Archief JWR 1995-2000.odt -- 17-07-11

Het succes van Matsushita


Met een zwakke gezondheid en slechts vier jaar lagere school bouwt een arme Japanner een van de grootste elektronica-ondernemingen ter wereld op. Deze man is buiten Japan nauwelijks bekend. Hoe heeft hij dit klaargespeeld ? Konosuke Matsushita wordt 1894 geboren als zoon van eenvoudige boeren. Als hij vier jaar oud is, vergokt zijn vader bij een speculatie op de rijstmarkt het familievermogen en de tienkoppige familie verhuist naar een primitieve driekamerwoning. De vader en vijf kinderen sterven daarop binnen enkele jaren. Konosuke begint op negenjarige leeftijd als leerling bij een fietsenhandelaar in Osaka en zes jaar later als installateur bij de elektrische centrale van die stad. In de huizen van de rijke bevolking ziet Matsushita de welvaart en besluit ondernemer te worden. Met zijn schamele spaarcenten (100 Yen, d.w.z. vijf maandsalarissen) maakt hij zich 1918 zelfstandig. Samen met zijn echtgenote en twee vrienden produceert hij een verbeterde versie van de fittingen en stekkers voor de elektrische verlichting. Zijn eerste succes is echter een fietslamp met batterij. Matsushita is van het produkt zo overtuigd, dat hij een contract van 2000 houten behuizingen per maand bij een toeleverancier afsluit. Zijn afnemers zijn echter sceptisch en Matsushita blijft met een grote hoeveelheid materiaal zitten. Daarop reageert hij met een bijzonder marketingidee, dat ook in latere jaren tot de succesfactoren van de firma behoort. Matsushita geeft alle handelaren kosteloze exemplaren van de lampen en laat de ingeschakelde lampen in de etalage leggen, om de klanten van de lange levensduur van de batterij te overtuigen. De technicus vraagt zich natuurlijk af, hoe vaak de handelaar de batterij moet verwisselen....... Het succes is overweldigend. Binnen een week schiet de omzet omhoog. Al gauw zijn de magazijnen leer en eind 1928 verkoopt Matsushita 30.000 lampen per maand. In de herfst van 1929 begint op een zwarte vrijdag de economische crisis. Ook in Japan stort de omzet ineen en de jonge firma, die inmiddels 500 medewerkers in dienst heeft, staat voor het faillissement. In deze crisis demonstreert Matsushita een andere zijde van zijn innovatieve ondernemingskunst. In tegenstelling tot zijn concurrenten ontslaat hij geen medewerkers, maar halveert de produktie en stuurt de arbeiders in de resterende tijd ter ondersteuning van de verkoop op pad. Daarnaast begint Matsushita aan de productie van een nieuw apparaat: de radio. Het ongebruikelijke concept wordt een succes. De prijs voor de lampen daalt door technische verbeteringen gestaag en de omzet loopt op tot 200.000 lampen en een miljoen batterijen. Ook op het gebied van de radio is Matsushita Electric Industrial (MEI) al spoedig marktleider. De gezondheid van de directeur is niet rooskleurig en vaak moet Matsushita de zaak vanaf het ziekbed dirigeren. Daarom besluit hij tot een innovatieve structuur. Hij deelt de firma in vier divisies op. Elke tak moet zijn financile situatie zelf regelen. Met deze voor die tijd hoogst merkwaardige regeling schept de directeur een ongekende interne wedstrijd. De productie- leiders, die het eigen bereik niet profitabel leiden, worden luidkeels gecorrigeerd. Deze behandeling is in Japan hoogst ongebruikelijk.

Pagina 45 van totaal: 87

J.W. Richter Archief RB -- RB Archief JWR 1995-2000.odt -- 17-07-11 Na de aanval op Pearl Harbor in 1941 moet Matsushita zijn productie op legermateriaal overschakelen. Na de oorlog wordt het concern met een ontmanteling bestraft en in beslag genomen. De chef mag zijn firma niet meer betreden en raakt aan de alcohol verslaafd. Pas 1950 mag het concern weer zelfstandig opereren, maar is intussen met een enorme berg schulden belast. Op zoek naar de aansluiting aan de internationale techniek begint de inmiddels 56-jarige Matsushita zijn eerste reis naar het buitenland. Na drie maanden in de USA en een bezoek aan Philips in Eindhoven kent hij de producten van de toekomst: televisie, koelkast en wasmachine. Inderdaad leveren de nieuwe producten een snel groeiende omzet en winsten op, maar daarmee is de directeur nog niet tevreden. In 1956 verklaart hij zijn medewerkers, dat de producten te duur zijn en het concern de bevolking tot levering van voldoende elektrische apparatuur verplicht is. Om dit doel te bereiken vertienvoudigt hij het ontwikkelingsbudget en verdubbelt en passant het aantal medewerkers op 18.000. Zijn doel is een viervoudige omzet binnen vijf jaar, maar het concern bereikt dit doel al binnen vier jaar. In 1960 geeft Matsushita de opdracht tot de invoering van de vijfdaagse werkweek bij hetzelfde salaris. Zelfs de vakbonden zijn sceptisch over de realisering van een dergelijk plan, maar vijf jaar later voert MEI als eerste concern in Japan de vijfdaagse werkweek in. Twee jaar later legt de ondernemer nog een andere opgave op tafel. De lonen van de medewerkers behoren op Europees niveau te worden gebracht en de productie moet daartoe worden gerationaliseerd. In 1971 is het zover. De MEI-medewerkers verdienen zoveel als West-Europese employees en daarmee 50 % meer dan de collega's bij andere Japanse bedrijven. Konosuke Matsushita is inmiddels tot een volksheld in Japan geworden. In 1977 baart de laatste beslissing van de ondernemer nog opzien. Niet de oudste directeur, maar de op een na jongste van de 26 topmanagers mag het roer van hem overnemen. Deze nieuwe leider zet de koers van de oprichter voort. Om op de nieuwe markt van de videorecorders succes te bereiken, wil MEI als eerste firma een band met vier uren speelduur ontwikkelen. In tegenstelling tot Sony kunnen de ingenieurs op dat tijdstip niet eens een band met twee uren aanbieden. De technici zijn echter in staat, het vereiste product binnen enkele maanden op de markt te brengen. Dit succes is de eerste overwinning in de strijd om de videosystemen. Enkele jaren later zal de Matsushita-dochter JVC de markt met de VHS-techniek veroveren. Konosuke Matsushita blijft ook na de pensionering rusteloos in de weer en publiceert filosofische en politieke traktaten. Al in 1946 heeft hij een instituut met de titel Vrede en vredigheid door welvaart opgericht. Het in dit instituut uitgegeven tijdschrift bereikt een hoge oplage en benvloedt een hele generatie van Japanners met het devies: openheid en deemoed helpen ons, ongeacht de leeftijd, uit elke ervaring wat te leren. Op 85-jarige leeftijd richt Matsushita het Matsushita Instituut voor Politici en Management op, dat een nieuwe generatie van politici zal opleiden. Het succes is overweldigend. Naar de eerste 23 studieplaatsen solliciteren 904 kandidaten en een groot aantal van de afgestudeerden neemt plaats in het parlement. De oprichter kan dit resultaat van zijn werk echter niet meer vieren. Konosuke Matsushita sterft op 27 april 1989 op 94-jarige leeftijd. Meer dan 20.000 mensen nemen aan de begrafenis in Osaka deel. In Europa wordt zijn dood nauwelijks geregistreerd. Het Matsushita-concern heeft inmiddels met 270.000 medewerkers een omzet van 100 miljard dollar bereikt. In 200 fabrieken produceert MEI onder de merknamen Panasonic, Technics, National en Quasar praktisch alles, wat met stroom werkt. Daarbij heeft Matsushita eigenlijk nooit volkomen nieuwe producten op de markt gebracht. De oprichter is echter een van de succesvolste ondernemers, die een eigen firma op wereldschaal uit het niets heeft opgebouwd. Lit.: John P. Kotter, Matsushita, de succesrijkste ondernemer van de 20. eeuw. Pagina 46 van totaal: 87

J.W. Richter Archief RB -- RB Archief JWR 1995-2000.odt -- 17-07-11

Muziekstudio op een PC
Cool Edit is een shareware programma, waarmee ook amateurs zelf een muziekstudio kunnen inrichten. Dit artikel onderzoekt de mogelijkheden van dit interessante werktuig, dat naast de PC maar weinig investering vergt. De leverancier presenteert zich in: http://www.syntrillium.com

Theorie
Uitgangspunt voor het branden van een CD is een WAV-bestand. Het WAF-formaat lijkt veel op de code, waarmee audiosignalen op de CD worden opgeslagen. Het digitaliseren van audiosignalen vindt in een Soundkaart in de PC plaats. De kwaliteit is afhankelijk van de samplingfrequentie en voor het aftasten van een signaal moet de klok volgens Shannon minimaal tweemaal zo hoog als de hoogste frequentiecomponent worden gekozen: toepassing aftastbruikbaar frequentie tot codering van de amplitude 8 Bit 16 Bit 16 Bit

spraak 11.025 Hz 5,5 kHz achtergrondmuz 22050 Hz 11 kHz iek CD-kwaliteit 44.100 Hz 22 kHz Tabel 1

Aftastfrequentie volgens Shannon

Voor de normale audio CDs wordt algemeen 44,1 kHz toegepast. Het tweede criterium voor de opnametechniek is het oplossend vermogen voor de amplitude. Voor spraak (Internettelefonie) zijn 8 bit, voor muziek is 16 bit gebruikelijk. Voor een seconde audiospoor in CD-kwaliteit verwerkt de PC dus 44.100 meetwaarden met elk 16 bit per stereospoor, d.w.z..: 44.100 (Hz) x 2 (Bytes) x 2 (kanalen) = 176.400 bytes per seconde muziek Elke minuut kost dus ca. 10 MByte geheugen, maar door compressie kunnen wij wat insparen. Indien wij het signaal voor het branden nog willen bewerken, moeten wij echter nog dezelfde hoeveelheid als tijdelijke werkruimte reserveren.

Pagina 47 van totaal: 87

J.W. Richter Archief RB -- RB Archief JWR 1995-2000.odt -- 17-07-11

Formaten
Cool Edit werkt met een groot aantal formaten voor de opslag van de signalen, oa.: PCExtension .aif, .snd .au .dwd .iff, .svx .mp2 .pcm .ra .sam .smp .txt .voc .vox .wav formaat Apple AIFF format Next/Sun formaat DiamondWare DWD Amiga 8SVX MPEG Layer I & II Raw PCM Data RealAudio 3.0 8-bit signed raw format SampleVision format ASCII Text format Sound Blaster voice file format Dialogic ADPCM Windows PCM waveform Microsoft ADPCM waveform IMA/DVI ADPCM waveform ACM Waveform Tabel 2 notities Compressie van 16 naar 8 bit, alleen voor mu-law, A-law and linear PCM data. DiamondWare's Sound Toolkit 8-bit mono format Motion Picture Experts Group audio file format met maximale compressie, maar ook langzaam PCM dump zonder headerinfo default sample frequentie = 22050Hz mono 16-bit audio 8-bit audio, mono to 44.1 KHz, en stereo tot 22 KHz. 4-bit ADPCM file format PCM = PulsCodeModulatie-signaal volgens RIFF (Resource Information File Format) specificatie Microsoft Audio Compression Manager

.wav

Formaten, die door Cool Edit worden verwerkt

Hardware
De soundkaart in de PC moet van goede kwaliteit zijn en kost ca. 100-150 gulden. De aansluiting tussen PC en audio-installatie bestaat in mijn testopstelling uit een kabel met twee 3,5 mm pluggen (fig. 1).

CD-afspeler

Laptop

weergave

opname

Fig. 1

Testopstelling

Pagina 48 van totaal: 87

J.W. Richter Archief RB -- RB Archief JWR 1995-2000.odt -- 17-07-11

Software
In dit artikel wordt onderzocht, wat een WAV-editor in een PC presteert. Een relatief bejaard, maar nog steeds interessant product uit 1996 is Cool Edit (fig. 2).

Fig. 2 Logo van de leverancier Met dit programma staan alle opties in de shareware ter beschikking, maar niet allemaal tegelijk. Voor sommige toepassingen moet men het programma opnieuw starten. Cool Edit start als shareware met de keuze van twee uit acht functiegroepen. De eerste funktie is het openen en opslaan van bestanden en is in elk geval nodig. De tweede functie is afhankelijk van de te kiezen manipulatie van het signaal.

Opname
Als eerste test is het zinvol een interessant, maar kort stuk muziek met diverse storingen te kiezen, want men moet dit stuk talloze malen aanhoren. Ik kies O mio bambino caro van Maria Callas als opname uit 1959 met het Concertgebouworkest te Amsterdam. Dit stuk met een lengte van 2.20 minuten wordt helaas ontsierd door diverse bijgeluiden en Cool Edit moet deze opname verbeteren. Als hardware neem ik een draagbare CD-player en als PC een laptop van het type Toshiba Satelite Pro met een Pentium, 40 MB RAM en 160 MByte vrij geheugen op de harde schijf. De soundkaart met luidspreker en microfoon zijn ingebouwd en het bedrijfssysteem is Windows 95. Voor de eerste opname moet het niveau van het signaal met behulp van de volumeregelaars op de CD-speler en Windows95 worden ingesteld. Daartoe activeren wij in Cool Edit eerst Options > Monitor > VU-Level. Vervolgens regelen wij de potentiometer in Systemsturing > Multimedia > Audio > Opname tijdens een luide passage op een maximaal signaalniveau van 3B tot 5 dB. Daarna starten wij de muziek op de CD en drukken op Record (Opname). Cool Edit neemt het stuk op en met Save wordt het als bestand met de naam callas.au opgeslagen. Pagina 49 van totaal: 87

J.W. Richter Archief RB -- RB Archief JWR 1995-2000.odt -- 17-07-11 Als voorzorg tegen brom en ruis is het soms nodig om de overige signaalbronnen met behulp van het Windows mengpaneel stil te leggen. Daartoe opent men de volumeregeling met een dubbele klik op het luidsprekersymbool in het systeemvenstertje rechts beneden op het beeldscherm. Met Opties in dit venster kunnen wij de bronnen (Line-In, Wave, Microfoon, CD-audio) voor de opname uitkiezen. In onze test is alleen de Line-Ingang geactiveerd. Verdergaande maatregelen ter verbetering van ruis en brom zijn eventueel: een korte audio-verbindingskabel tussen CD-speler en PC een grote afstand tussen alle signaalvoerende audio-gedeelten en de voeding en monitor van de PC wegnemen van alle andere audio-kabels, bijvoorbeeld tussen CD-ROM en soundkaart een goede aardverbinding tot andere audio-apparatuur (bijv. platenspeler of HIFIapparatuur)

Editeren
Bij het afspelen blijkt het stuk te lang te zijn. Door select en cut kunnen wij het overbodige gedeelte aan het begin en einde gemakkelijk wegsnijden. Selecteren werkt binnen elk spoor afzonderlijk en in het midden voor beide sporen samen. Het bestand bevat na het inkorten 6 miljoen samples en 23 MByte gegevens, maar het gecomprimeerde bestand callas.au is op de harde schijf slechts 11 MByte groot. De compressiefactor is dus ongeveer 50%. Cool Edit kan zelfs tijdens het afspelen een bestand op de plaat opslaan ! Als eerste manipulatie wordt de ruis met de editor verwijderd. Daartoe moet Cool Edit eerst de statistiek voor de ruis vastleggen. Aan het einde van de opname selecteren wij een stukje muziek, dat vrijwel alleen ruis bevat en starten de statistiekopname (fig. 3). De uitslag slaan wij op als het bestand callas_ruis.fft. Met behulp van deze gegevens verwijdert de editor de ruis. De procedure duurt ca. 15 minuten. De ruisvrije opname zelf wordt opgeslagen als nieuw .au-bestand. Het elektronische filter werkt alleen goed bij periodieke stoorsignalen zoals een 50 Hz brom en de interferentie van bijvoorbeeld de monitor in de PC.

Pagina 50 van totaal: 87

J.W. Richter Archief RB -- RB Archief JWR 1995-2000.odt -- 17-07-11

Fig. 3 Ruisonderdrukking

Pagina 51 van totaal: 87

J.W. Richter Archief RB -- RB Archief JWR 1995-2000.odt -- 17-07-11

Weergave
Het resultaat klinkt in eerste instantie erg goed. Voor het eerst hoor ik deze opname zonder stoorbronnen. Cool Edit geeft de muziek zelfs weer, terwijl wij met andere programmas (Word, Excel) op de PC werken. Helaas produceert Cool Edit in de toonloze periodes van deze aria enkele storende bijgeluiden. Het is alsof er een snelloop van een band op de achtergrond wordt afgespeeld. Deze gedeeltes worden er met de hand uitgesneden door inzoomen op de zwakke passages en dit gedeelte met Transform > Silence of Fade te beschrijven. Op de overgang tussen muziek en Silence is een overgang te leggen met behulp van Transform > Amplitude > Envelope > Soft Curve. Het resultaat wordt opgeslagen als callas_ruisvrij.au. Enkele tonen van de harp worden door het ruisfilter vervormd. Om deze vervorming te verhinderen is het nodig, de ruis niet volledig (d.w.z. regelaar op 100 %) te onderdrukken. Na enkele experimenten vindt men een optimaal resultaat.

Fig. 4a

Ruisvrije opname van Maria Callas

Het complete lied is in fig. 4a afgebeeld. Indien wij inzoomen op dit signaal zien wij de werkelijke signaalvorm zoals op de oscilloscoop (fig. 4b).

Pagina 52 van totaal: 87

J.W. Richter Archief RB -- RB Archief JWR 1995-2000.odt -- 17-07-11

Fig. 4a

Detailopname van de aria van Maria Callas

Pagina 53 van totaal: 87

J.W. Richter Archief RB -- RB Archief JWR 1995-2000.odt -- 17-07-11

Experiment met de nagalm en echo


Cool Edit kent diverse echo-opties, van de gewone nagalm in een concertzaal tot de echo in een Canyon of een regenpijp. De berekening neemt ongeveer 2 tot 6 minuten in beslag, afhankelijk van de nagalmmethode. Een dertig jaar geleden hebben wij voor dit doel dure veergalmsystemen toegepast. Reverberation is een nagalm zonder specifieke nagalmtijd, terwijl echo met een duidelijk omschreven nagalmtijd werkt. Een indrukwekkend experiment is de echo in het Auditorium. Het resultaat is fantastisch: Maria Callas zingt als het ware ergens achterin in een kathedraal en de muziek klinkt veel intensiever. De echo-functie versterkt de amplitude van het signaal, zodat een ingangssignaal ca. 3 dB moet worden verzwakt om een vastlopen van de signalen na de bewerking te verhinderen. Deze manipulaties vinden allemaal digitaal plaats, zodat de verliezen (door afronden) gering blijven. Omdat de echo in sommige passages (bijvoorbeeld in het aansluitende applaus) onecht klinkt, is het beter, de echo alleen op de echte zangpassages toe te passen.

Statistiek
De editor levert ook een statistiek (maxima, minima, etc) van alle samples en een frequentie-analyse (fig. 5). Hieruit is afleesbaar, dat het ruisniveau van de opname constant bij 80 dB ligt. De statistiek waarschuwt daarnaast, dat het signaal na de echo-bewerkingen in een aantal samples is vastgelopen.

Fig. 5 Frequentie-analyse van de echo-opname van Maria Callas

Pagina 54 van totaal: 87

J.W. Richter Archief RB -- RB Archief JWR 1995-2000.odt -- 17-07-11

Verkorten en verlengen
Met behulp van de Stretch-functie zijn wij in staat het lied bijvoorbeeld met 10 % op 2 minuten exact te verkorten of met 10 % op 2:30 minuten te verlengen. Deze optie is interessant, als het audiospoor voor een speciale filmclip of op een CD, resp. cassette in een passende tijdsduur moet worden ingepast. In een door mij gekozen toepassing wil ik de afspeelsnelheid van een oude bandrecorder, die niet meer met de juiste snelheid werkt, met behulp van Cool Edit corrigeren. Daartoe wil ik de functie eerst testen. Het resultaat is technisch OK, maar bij een inkorting van 10 % is de stem van Maria Callas te jeugdig geworden. De verlenging klinkt daarentegen duidelijk beter. De verlenging van muziek is minder critisch dan de verkorting.

Hallucinaties
De hersengolf synthesizer in Cool Edit genereert een stereosignaal met een speciaal effect. De audiobronnen worden in een cirkelvormig patroon om het hoofd gemoduleerd en de hersenen ondergaan deze modulatie als een hersenspoeling. De theorie onderscheidt de volgende uitwerking: hersengo lf Beta Alpha Theta Delta Gamma hersengo lf > 13 hz 8-12 hz 4-7 hz 1-3 hz 200+ hz uitwerking attentie, stress lichte ontspanning, positief denken diepe ontspanning, meditatie diepe slaap, opbouw van de immuniteit onduidelijk Tabel 3 Hersengolven

Om het effect te kunnen bestuderen, nemen wij als basis de opgeslagen nagalmversie van het lied en luisteren uitsluitend met een stereo koptelefoon. Het modulatiepatroon wordt als volgt ingegeven:

Pagina 55 van totaal: 87

J.W. Richter Archief RB -- RB Archief JWR 1995-2000.odt -- 17-07-11

Fig. 6

Codering van de hersengolfmodulator

Dit patroon begint met een extreem lage frequentie (1 Hz), zodat wij het effekt goed waarnemen en verhoogt de frequentie langzaam in de loop van de aria tot 4 Hz. De intensiteit van de lage frequenties (40 bij 1 Hz) is met opzet geringer dan die (90 bij 4 Hz)van de hoge frequenties. De modulatie lijkt wel wat op de Lesliemodulator met de ronddraaiende luidsprekers. Toevallig ontdek ik bij dit experiment een bijzonder psychedelisch effect. Indien ik mijn stereo koptelefoon bij een signaal met deze hersengolfmodulatie op mono schakel, is het resultaat in het 1 Hz bereik een echte hallucinatie. Er ontstaat een geheel nieuw, onrealistisch en aangenaam klankbeeld.

Pagina 56 van totaal: 87

J.W. Richter Archief RB -- RB Archief JWR 1995-2000.odt -- 17-07-11

Toongenerator
Met Generate kunnen elektronici eenvoudige en complexe signaalvormen zelf samenstellen en als audiosignaal via de uitgang van de eindtrap afnemen. Tot de eenvoudige golven behoren sinus, driehoek, zaagtand en blokgolf. De gecompliceerde golven kunnen uit 5 harmonischen met elk een willekeurige orde en amplitude worden samengesteld. Een voorbeeld voor een dergelijk signaal is in fig. 7 geschetst. De golfvorm voor de grondgolf en de modulatiegolf zijn afzonderlijk instelbaar. Voor elk gelecteerd gedeelte is een afzonderlijke spectrale analyse beschikbaar (fig. 8).

Fig. 7

Golfvormenerator

In fig. 7 is de bovenste golf een 1000 Hz signaal met een even grote tweede harmonische (2 kHz). Dit kunnen wij met een spectrale analyse controleren (fig. 8).

Pagina 57 van totaal: 87

J.W. Richter Archief RB -- RB Archief JWR 1995-2000.odt -- 17-07-11

Fig. 8

Spectrale analyse van het 1000 Hz signaal

Samenvatting
Cool Edit is zelfs in de sharewareversie een buitengewoon praktisch werktuig voor de audiobewerking. Voor de elektronici is de toongenerator met spectrale analyse als meetinstrument interessant. In de audiowereld is de bewerking van de signalen indrukwekkend en zelfs de psychedelische scene vindt in dit instrument een interessant hulpmiddel. De helpinformatie van dit werktuig bevat een grote hoeveelheid interessante achtergrondinformatie over alle instrumenten, bijvoorbeeld over de codering van geluid, over nagalm en echo. Alleen al deze informatie maakt het werktuig waardevol. Voor alle experimenten heeft Cool Edit de totale tijd geregistreerd: 8 uren boordevol genoegen.

Warm () aanbevolen !
Gepubliceerd:

Pagina 58 van totaal: 87

J.W. Richter Archief RB -- RB Archief JWR 1995-2000.odt -- 17-07-11

Toscaanse elektronica
Ook op vakantie kan men met een open oor en open ogen technische wonderwerken uit heden en verleden ontdekken, zoals in deze reisbeschrijving van een vakantie naar de Toscane.

Fig. 7: ...speciale buis van de zolder....

Pagina 59 van totaal: 87

J.W. Richter Archief RB -- RB Archief JWR 1995-2000.odt -- 17-07-11

TV-transmissie Londen - Rosignano


Vakantie in de Toscane: strand, zon, Etruskische graven, Romeinse monumenten en mediterrane eetcultuur. Wij zijn in de stad Risognano de gast van een 80-jarige Italiaan, die ons elke dag bij de dagelijkse inkoop en bij de planning van onze dagtochten behulpzaam is. Op een dag rijdt hij zijn wagen voor de deur en sluit de accu op een antiek laadapparaat aan. Het toestel bevat een enorme kwikdampgelijkrichter, die een opvallend blauw licht verspreid. De gelijkrichterbuis is ongeveer zo groot als een schoenendoos en levert volgens een meter op de voorplaat 5 A. Dit is een hoogst ongebruikelijk laadsysteem. De spanningsval over de buis bedraagt zeker 15 Volt en dan dissipeert de buis dus 15 x 5 = 75 Watt. De kwikdampbuis kan weliswaar veel stroom leveren, maar moet met diverse maatregelen goed beschermd worden. De buis gaat bij te lage of te hoge temperaturen of bij het aanleggen van een hoge spanning bij een koude kathode kapot. Het apparaat is zo te zien al behoorlijk oud. Ik spreek onze huisbaas op het antieke toestel aan. Ja, dit apparaat heeft zijn vader zelf gebouwd. Hij was elektrotechnisch leider van de grote Solvayfabriek3 in Rosignano, die in deze plaats al tientallen jaren kalk afbouwt en speciale kalkverbindingen produceert. Nadat hij heeft ervaren, dat ik in de communicatiesector bij Philips, AEG-Telefunken en Marconi heb gewerkt en nu voor Bosch werk, haalt hij een speciale buis van de zolder en laat mij het pronkstuk trots zien. Zijn vader heeft met deze buis in 1933 op de middengolf een televisieuitzending van de BBC Londen ontvangen. De buis heeft een houten voet met een viertal pennen, draagt de naam Philips, en daaronder nauwelijks leesbaar het nummer 35. Het is een soort neonbuis met een vlakke kathode ter grootte van een postzegel: 30 mm breed en 40 mm hoog. De anode bestaat uit een vier staven aan de zijkant van de kathode. Onze gastheer legt uit, dat de ontvanger uit een Nipkowschijf met honderden gaatjes bestond, die bij een uitzending eerst moeizaam moest worden gesynchroniseerd. De beste zendtijd was rond 1 uur s nachts, omdat rond dit uur het elektrische net het stabielst bleek te zijn. Zijn vader had de ontvanger zelf gebouwd. Hijzelf was er als 13-jarige vaak bij geweest, maar kende het principe van de ontvanger niet in detail. Op zolder had hij nog wel wat liggen, maar het was te heet onder het dak om lang naar deze oude elektronica te zoeken. Kennelijk was de neonindicator de gemoduleerde lichtbron, waarmee de korte- of middengolfontvanger de lichtsterkte van de pixels stuurde. De Nipkowschijf met de vele gaatjes in een spiraalcurve draaide voor deze modulator met grote snelheid rond en zorgde ervoor, dat de pixels van het Tv-beeld in ongeveer een twintigste seconde in het oog werden opgebouwd. De traagheid van het menselijk oog zorgt ervoor, dat wij dit beeld als een geheel waarnemen. De eerste experimenten met dit soort systemen werden in 1923-1925 door John Logie Baird in Engeland en C.F. Jenkins in de Verenigde Staten uitgevoerd. Het baseerde op een idee van Nipkow uit 1884. Het eerste Bairdsysteem beschikte over 30 gaatjes in de spiraal en kon het Tv-beeld dus in dertig lijnen weergeven. De BBC begon de eerste regelmatige Tv-uitzendingen met dit systeem in 1929. De programmas werden 5 dagen per week op de middengolf (261 meter) uitgezonden. Kennelijk had de vader van onze gastheer deze uitzendingen in 1933 op lange afstand ontvangen. Een hele prestatie in de Toscane !

3 Der an der Kste liegende Ortsteil Rosignano Solvay erhielt seinen Namen durch eine 1914 errichtete Sodafabrik des Unternehmens Solvay. Der Standort wurde gewhlt, da die zur Produktion ntigen Ausgangsmaterialien wie Kalk und Salz reichhaltig vorhanden waren. Um die Fabrik wurde fr die Arbeiter eine Gartenstadt nach englischem Vorbild angelegt. Trotz der Industrieansiedlungen ist Rosignano Solvay ein beliebtes Seebad.

Pagina 60 van totaal: 87

J.W. Richter Archief RB -- RB Archief JWR 1995-2000.odt -- 17-07-11 In latere jaren (rond 1960) heeft zijn vader met behulp van een grote parabool op zolder met de modernere Tv-ontvangst in beeldbuizen op lange afstand gexperimenteerd. In een fotoalbum zijn de ontvangstbewijzen gedocumenteerd. Ik herken de testbeelden uit Rusland, Zweden, Nederland, Engeland, Roemeni. Vervelend was wel het lekkende dak door de enorme paraboolantenne, herinnert zich onze gastheer.

Via Aurelia 543


In het stadje Rosignano is echter nog een andere amateur actief. Aan de oude Romeinse legerstraat Via Aurelia nummer 543 onderhoudt een even oude, sympathieke elektronicus Mario Giuntoli een werkplaats met museum voor antieke tot zeer oude elektronica. Door toeval loop ik langs zijn museum en zie meer dan honderd oude radios, TVs en draadrecorders in zijn winkel uitgestald. Voor de etalage staat een ouderwetse, echte draadrecorder (Registrare a filo, 242 meter) uit 1952. De draadrecorder is een voorloper van de bandrecorder en werkte met een ijzerdraad op een hogere snelheid dan de magnetische band. Daaronder staat een Philips autoradio uit 1936 met een mechanische afstandsbesturing via Bowdenkabels, waarschijnlijk voor geluid en afstemming. Een kaartje vermeldt: comando sintonie e volume.

Fig. 8: Mario Giuntoli De winkel is gesloten, maar na een belletje komt de eigenaar uit de werkplaats en opent de deur gastvrij. Trots laat hij zijn pronkstukken zien. Vele radios dragen voor mij onbekende namen zoals Radiomarelli of Phonola, Maghadyne, maar er zijn ook talloze Philips, RCA en Telefunken bij.

Pagina 61 van totaal: 87

J.W. Richter Archief RB -- RB Archief JWR 1995-2000.odt -- 17-07-11 Mario Giuntoli heeft de radios uiteraard bedrijfsklaar en demonstreert twee kleine Amerikaanse modellen, die in een soort luxe sigarettendoos zijn gemonteerd. Bij het openen van de deksel weerklinkt binnen een tot twee seconden een muziek uit een middengolfzender. Hij opent de achterkant en laat zien, dat de ontvanger met buizen werkt. Een dikke monocel zorgt voor de gloeistroom. De anodebatterijen voor 70 volt anodespanning worden niet meer gemaakt, maar daar heeft de knutselaar wat op gevonden. Hij heeft 8 batterijtjes van 9 volt in serie geschakeld. Ik ben verwonderd, dat de radio na het inschakelen na een seconde de gloeitemperatuur heeft bereikt en bedrijfsklaar is. In mijn herinnering duurde dat altijd veel langer. Een andere radio valt op door een prachtige, draaibare raamantenne. Dit is nodig, zegt de eigenaar, omdat de selectiviteit van de ontvanger te wensen overlaat en de antenne door draaiing een naburige, storende zender in het nulpunt van de antennekarakteristiek kan elimineren. Een ander pronkstuk valt op door twee honingraatspoelen, die aan de voorkant ver naar voren steken. De spoelen zijn in een honingraatpatroon gewikkeld om de parasitaire capaciteiten zo gering mogelijk te houden. Verder laat Mario mij nog een afstemcondensator zien, die uit het volle materiaal is gefreesd. Zoiets heb ik nog nooit gezien. Het is natuurlijk erg duur, maar zorgt voor absoluut parallelle platen. Thuis vind ik later ook twee afstemcondensatoren uit de sloop, maar deze zijn niet uitgefreesd. Zij hebben reeds de typische vorm van een half hart, waarmee de ontwerper de ontvangststations gelijkmatiger op de afstemschaal (met achtergrondverlichting) heeft verdeeld. Een oude afstemcondensator heeft zelfs dure kogellagers en beschikt bovendien over een mechanische rem met twee schijven, die ervoor zorgt, dat de draaibeweging niet al te gemakkelijk doorschiet.

Pagina 62 van totaal: 87

J.W. Richter Archief RB -- RB Archief JWR 1995-2000.odt -- 17-07-11

Fig. 9: prachtige, draaibare raamantenne Pagina 63 van totaal: 87

J.W. Richter Archief RB -- RB Archief JWR 1995-2000.odt -- 17-07-11 Midden in de gang staat ook een TV in een enorme kast met een klein beeldscherm van ca. 21 cm uit het jaar 1935 en daarnaast een Marelli, Alcor lusso (1937) met prachtig, edel houtwerk op hoge pootjes. Mario legt mij geduldig uit, hoe een voeding voor een Telefunken radio voor wisselspanning en gelijkspanning is ontworpen. Het valt niet mee, want zijn uitleg is in het Italiaans en ik begrijp hem alleen, als het langzaam gaat. In de werkplaats laat de eigenaar mij de buizencollectie zien. Er is een enorme voorraad van alle soorten buizen in de originele verpakking voorhanden: RCA, veel Philips, Telefunken en Marconi. De leverancier heeft vaak ook een bijsluiter met de meetcurven van de buis in de doos meegeleverd. Sommige buizen werken met een constante spanning voor parallelschakeling, andere met een constante stroom voor serieschakeling. Er staat ook een doos met Amerikaanse buizen voor 2 volt, die kennelijk voor een loodaccu met een hogere celspanning zijn ontworpen.

Fig. 10: buizencollectie

Pagina 64 van totaal: 87

J.W. Richter Archief RB -- RB Archief JWR 1995-2000.odt -- 17-07-11

AIRE
Mario Giuntoli toont ook zijn documentatie. Hij is lid van de AIRE, een Italiaanse club van liefhebbers voor antieke radios. A.I.R.E betekent Associazione Italiana per la Radio dEpoca en beschikt over een eigen A.I.R.E-homepage in het Internet. De AIRE geeft sinds elf jaar een tweemaandelijks bulletin met schemas en prachtige fotos van antieke apparatuur uit. Daarnaast bevat het blad tips, beschrijvingen van reparaties en aankondigingen van tentoonstellingen. Het blad is in het Italiaans geschreven en kost 5000 Lire (fl. 5,50).

Fig. 11: AIRE-Bulletin...

Pagina 65 van totaal: 87

J.W. Richter Archief RB -- RB Archief JWR 1995-2000.odt -- 17-07-11 In een proefexemplaar vind ik een interessant artikel over de Phonola 671 Litterio. Het is een middengolfradio met drie buizen, die in 1934 / 1935 zon 6500 maal is gebouwd. De koopprijs bedraagt in die tijd slechts 500 Lire (twee kwartjes), terwijl ik voor een ijsje daarnet zesmaal zoveel heb uitgegeven. Het uitgangsvermogen is 3 Watt bij 55 Watt netvermogen.. Deze radio bevat naast een octode en een pentode een interessante eindbuis TR450 met ingebouwde dubbelfazige gelijkrichter. Helaas is het zwakke punt van dit concept een neiging tot kortsluiting tussen de kathode van het diodegedeelte en de gloeidraad. Het artikel beschrijft vervolgens hoe men deze speciale buis TR450 kan vervangen door een gewone pentode AL4 en de dubbelfazige gelijkrichter AZ1. Met wat kennis van Frans en Spaans en een scheut goede wil is het Italiaans met behulp van een woordenboek wel te lezen. De vereniging is van plan alle beschikbare schemas in het Internet te plaatsen, zodat deze voor alle fans ter beschikking staan. De grote schemas zijn voor de scanner echter een probleem met de vele scherpe vouwlijnen en de bijbehorende scheuren in de oude, soms al verbleekte tekeningen en de miniatuurschrift in de documentatie. In de kuststreek is het aantal leden van de AIRE minimaal, maar in de grote steden is het ledental aanzienlijk. In totaal telt AIRE ongeveer 1500 leden.

Pagina 66 van totaal: 87

J.W. Richter Archief RB -- RB Archief JWR 1995-2000.odt -- 17-07-11

Lardarello
Op enkele tientallen kilometers afstand vindt de enthousiaste liefhebber van oude elektrotechniek nog een tweede spoor van oude apparatuur. Een Griekse auteur, Lykophron, vermeldt reeds 270 voor Christus, dat er een rivier Lynceus door de Toscane loopt met heilkrachtig water. In het gebied liggen de spookachtige, hete bronnen, die de beroemde dichter Dante Alighieri tot een beschrijving van de hel inspireren. Het dal bij Lardarello heet nu het duivelsdal. Er wordt in de Middeleeuwen boor, zwavel, vitriool en aluin gewonnen. De aardkorst is in dit gedeelte van Itali bijzonder dun en de aardwarmte treedt hier veel duidelijker aan de oppervlakte dan in de rest van de wereld.

Abbildung 12: Lardarello Aanvankelijk wordt boorwater met een kostbaar houtvuur ingedikt. Het hout wordt in hoog tempo verstookt. Omdat er in de Toscane voldoende warme bronnen zijn, overdekt de Fransman De Larderel een bron met een koepel, waaruit vervolgens hete damp stroomt, die een dampketel met boorwater kan verwarmen. De dampkracht gebruikt men vervolgens ook om het boorwater met pompen via leidingen over grote afstanden te transporteren. In 1828 begint men met het boren van bronnen op grotere diepte. De boortorens zijn van hout en worden met de hand bediend. Men werkt met een platform om de arbeiders tegen de hete damp te beschermen.

Pagina 67 van totaal: 87

J.W. Richter Archief RB -- RB Archief JWR 1995-2000.odt -- 17-07-11 Na de ontdekking van het boorzuur richt De Lardarel 1849 een chemische fabriek op. Omdat de werknemers in de buurt van dit afgelegen bedrijf moeten wonen, ontstaat er een moderne coperatie met een voorbeeldige, sociale infrastructuur inclusief arts, apotheek, winkels, kerk, orkest en verzekeringen. Aan het bedrijf werken ook boorspecialisten en later de eerste elektrotechnici. In 1904 is Ginori-Conti in staat, de damp met behulp van een turbine in stroom om te zetten. De eerste vijf gloeilampen verlichten Lardarello en Itali is het eerste land, dat de aardwarmte voor de opwekking van elektriciteit toepast. In 1915 levert de centrale 2500 kWatt energie. De damp is vochtig en veroorzaakt afzettingen en corrosie in de turbines. Zo ontstaat de noodzaak voor een warmtewisselaar. De productie van elektriciteit neemt snel toe. In 1931 bereikt de firma een brongebied met 200 graden C hete damp en een druk van 4,5 atmosfeer. Het is nu economisch met deze damp een stroomgenerator te bedrijven en de chemische productie geraakt op de achtergrond. Na de tweede wereldoorlog passen de technici dezelfde boorsystemen als voor de olieboringen toe, maar met een grotere diameter en met speciale voorzieningen voor temperaturen tot 400 graden. De maximale boordiepte bedraagt 5000 meter. In de gebieden rond Lardarello zijn inmiddels 620 MWatt genstalleerd, die 3,2 Miljard kWuur per jaar leveren. In Lardarello kan men deze systemen in een museum met maquettes, turbines, videofilm, documentatie en een echte thermische bron temidden van een enorme technische installatie goed bezichtigen. De toegang is kosteloos. In het museum ruikt men onmiddellijk een zwakke stinkbommengeur, zwavelwaterstof, die van de hete bron (75 graden) afkomstig is. Verder is de energieproductie echter een zeer zuivere methode. De centrales in Lardarello bestaan uit een turbine, een wisselstroomgenerator, een condensator met dampafscheider, een koeltoren en een transformator. Het water wordt na condensatie weer in de grond teruggeleid. Het museum geeft een overzicht van alle technische hulpmiddelen, die sinds de opbouw van de eerste installatie in bedrijf zijn geweest. Daaronder bevinden zich uiteraard ook een groot aantal elektrotechnische en elektronische meetapparaten, die vaak de eerste generatie van de betreffende apparatuur vormen, omdat Lardarello zeker in de eerste jaren de speerpunt van de praktische toepassing van de elektrotechniek is geweest. Het thermische museum is zeker de moeite van een bezoek waard, ook als men geen elektrotechniek studeert of heeft gestudeerd.

Pagina 68 van totaal: 87

J.W. Richter Archief RB -- RB Archief JWR 1995-2000.odt -- 17-07-11

Fig. 13: TV-neonlamp van Philips uit 1928. Thuis vind ik in het herdenkingsboek Philips 100 (uit 1991) de TV-neonlamp van Philips uit 1928, die er echter (door de glasbuisaansluiting bovenop de buis) iets anders dan de Toscaanse versie uitziet.

Pagina 69 van totaal: 87

J.W. Richter Archief RB -- RB Archief JWR 1995-2000.odt -- 17-07-11

Fig. 14: Radio Marelli, mod. Kastalia (1933)

Pagina 70 van totaal: 87

J.W. Richter Archief RB -- RB Archief JWR 1995-2000.odt -- 17-07-11

Fig. 15: Schema van de Radio Marelli, mod. Kastalia (1933)

Pagina 71 van totaal: 87

J.W. Richter Archief RB -- RB Archief JWR 1995-2000.odt -- 17-07-11

Fig. 16: Achterzijde van de TVNeonlamp van Philips (1928)

Pagina 72 van totaal: 87

J.W. Richter Archief RB -- RB Archief JWR 1995-2000.odt -- 17-07-11

Kortegolfstoringen door planeten


Het is bekend, dat een ongunstige planetenstand storingen op de kortegolfverbindingen veroorzaken. De oorzaak voor dit verschijnsel is nog onbekend. Over enkele maanden4 treedt weer een dergelijke constellatie op. De New York Times, van 15.4.1951 vermeldt, dat er op de korte golf hevige storingen optreden, als de satellieten Jupiter, Saturnus en Mars op een lijn staan. Dit verschijnsel herhaalt zich na ongeveer twintig jaar, omdat de omloopbaan van de planeten de herhalingsdatum min of meer vastleggen5. Met een freeware programma Home Planet Release 3.3a uit het internet kan men de planetenstand gemakkelijk berekenen, zodat elke radio-amateur zelf kan bepalen, of een storingsconcentratie eventueel door de planeten wordt veroorzaakt.

Jaren, waarop Jupiter, Saturnus en Mars bijna op een lijn staan zijn bijvoorbeeld: 4.12.1941, 4.3.1960, 4.12.1961, 1.4.1980, 1.5.1982, 1.6.1984, 1.2.1998, 5.5.2000, 1.4.20026.

4 Het originele manuscript stamt van 4.9.1999 5 Hoofdstuk 28, pagina 244 in Graham Hancock, Fingerprints of the Gods (1995) 6 Stand 2011: 0p 5.5.2000 en 1.4.2002 is er overigens niets opvallends gebeurd.

Pagina 73 van totaal: 87

J.W. Richter Archief RB -- RB Archief JWR 1995-2000.odt -- 17-07-11 Een van de voorbeelden is de datum 4.12.1941. Alleen Pluto en Mercurius wijken van de rechte lijn af. Dit keer is de aarde echter aan twee zijden door planeten en de zon omgeven.

Elke planeet heeft een eigen symbool.

Pagina 74 van totaal: 87

J.W. Richter Archief RB -- RB Archief JWR 1995-2000.odt -- 17-07-11 Een van de volgende tijdstippen van een opvallende lijnvorming staat inmiddels weer voor de deur: 5 mei 2000. De constellatie is dan:

Het opvallende aan deze constellatie is, dat alle grotere planeten zich aan de andere kant van de zon bevinden, zodat er op deze dag een bijzondere storing te verwachten is. Wellicht is dit voor de kortegolfamateurs een goede dag, de apparatuur weer eens in te schakelen. Bronvermelding: Graham Hancock, Fingerprints of the Gods (1995) Gepubliceerd: RB Elektronica Nr. 9/19, 1999, pag. 59-60

Pagina 75 van totaal: 87

J.W. Richter Archief RB -- RB Archief JWR 1995-2000.odt -- 17-07-11

Nawoord: Het einde van de Maya-kalender


Hancock beschrijft ook het inmiddels behoorlijk nabije einde van de Mayakalender (21.12.2012) als een situatie, die door de planeetstand kan worden benvloed. Op deze dag echter staan de planeten heel onschuldig als volgt:

Aan het begin van de Maya-kalender (11 augustus 3114 v.Chr. in de gregoriaanse kalender) staan de planeten op een opvallende wijze: Uranus, Jupiter, de aarde, Mercurius, Venus en Saturnus staan op een rij; alleen Mars en Neptunus bevinden zich in en een loodlijn, loodrecht daarop.

Pagina 76 van totaal: 87

J.W. Richter Archief RB -- RB Archief JWR 1995-2000.odt -- 17-07-11

Appendix: Overzicht der publicaties


RB Elektronica was het oudste vaktijdschrift op het gebied van elektronica in het algemeen. RB Elektronica is ruim 73 jaar geworden. Op 1 september 2003 is het blad in gedrukte vorm gestopt. Vanaf 1970 tot het einde rond ca. 2002 heeft de auteur op freelance-basis als vaste medewerker van Radio Bulletin/RB Elektronica meer dan 300 artikelen gepubliceerd. Een overzicht van deze publicaties wordt in de volgende tabel samengevat.
Tijdschrift-titel Radio Bulletin Jaar 1970 Maand Pagina Omv. 12 Titel (publicaties in Radio Bulletin, RB Elektronica, Elex, etc.) Voedingsapparaat (2-20V / 1A, met stroombegrenzer) Sterwurger I (reageert op signaal in het muziekspectrum en schakelt de luidsprekers af) Sterwurger III (We blijven wurgen, reageert op drie tonen in de reklame) Aanraakschakelaar 261 2,5 Schuifregistertellers (met flipflops in TTL-techniek) Tastschalter (Elektor Juni 1971) Zenerdiode Touch Control Versterker 378 348 402 538 1 Automatische Start/Stop voor Cassetenrecorder zonder bandafslag (reageert op geluid) Geluidseffectenversterker / Filter versterker (met variable Wienbrugfilter) Eenvoudige Frequentie/Tijdteller deel 1 (met TTL-logica, 4 x Nixie en 40 x BF186!) Eenvoudige Frequentie/Tijdteller deel 2 (met TTL-logica, 4 x Nixie en 40 x BF186!)

Radio Bulletin Radio Bulletin Radio Bulletin Radio Bulletin Radio Bulletin Elektor Radio Bulletin Radio Bulletin Radio Bulletin Radio Bulletin Radio Bulletin Radio Bulletin

1971 1971 1971 1971 1971 1971 1971 1971 1971 1971 1971 1971

1 4 5 5 6 6 7 8 8 8 9 12

39 198 222

1,5

1,5 Sterwurger II (na verandering van de reklamedeun) 2,5

0,7 0-1 Indicator 1,5 4

Radio Bulletin Radio Bulletin Radio Bulletin Radio Bulletin Radio Bulletin Radio Bulletin Electronic Today International Wireless World Radio Bulletin

1972 1972 1972 1972 1972 1972 1972 1972 1972

1 2 3 7 8 8 0 0 12

25 71 115 266 313

0,6 0-1 Indicator (zonder aan/uit-schakelaar) 0,7 One-shot Touch Control als lichtschakelaar Eenvoudige Teller-klok met 3 Nixie-buizen 4 Drievoudig regelbaar Voedingsapparaat (-15 V/+5V/+15V) met Foldback Current Limiting (3->15V/1A) Plop/Ruisonderdrukker Touch cotrolled doorbell (in Electronic Today International) Touch Control FM-Tuner (in Wireless World)

499

Drievoudig regelbaar Voedingsapparaat (-15 V/+5V/+15V) met Foldback Current Limiting (3->15V/1A)

Pagina 77 van totaal: 87

J.W. Richter Archief RB -- RB Archief JWR 1995-2000.odt -- 17-07-11


Radio Bulletin Radio Bulletin Radio Bulletin Radio Bulletin Radio Bulletin Radio Bulletin Radio Bulletin Radio Bulletin Radio Bulletin Radio Bulletin Radio Bulletin Radio Bulletin 1972 1973 1973 1973 1973 1973 1973 1973 1973 1973 1973 1973 12 1 4 6 6 6 8 9 10 11 12 12 400 433 485 489 239 242 309 506 7 146 0,4 Tiptoets deurbel / Touch controlled doorbell A/D-omzetter met de 741 0,6 Blok-/Sinus-/Driehoeksgenerator in een (met drie Opamps 741) Touch Controls 0,6 Power Fail Indicator 0,4 Lijnversterker 0,7 Stereo ontvangst van verre zenders (Stereo/Mono-omschakelaar met een FET) TC-volumeregeling 1 ECG-voorversterker (hoorbaar maken van de hartslag) 0,8 Inschakelautomaat voor eindversterkers 1 Automatische Volumeregeling in de auto (afhankelijk van het toerental)

0,5 Bistabiele Touch Control Frequentie-/Sample Volt Meter (voor golfvormen van periodieke signalen)

Radio Bulletin

1974

320

Radio Bulletin Radio Bulletin Radio Bulletin Radio Bulletin Radio Bulletin Radio Bulletin Radio Bulletin Radio Bulletin Wireless World Radio Bulletin Radio Bulletin Radio Bulletin Radio Bulletin Radio Bulletin Radio Bulletin Radio Bulletin Radio Bulletin Radio Bulletin Radio Bulletin Radio Bulletin Radio Bulletin

1975 1975 1975 1975 1975 1975 1975 1975 1975 1976 1976 1976 1976 1976 1976 1976 1976 1976 1977 1977 1977

1 2 9 9 10 10 11 12 10 1 3 6 6 7 8 9 10 11 1 1 3

18 50

1 Lekstroomdetector Morse Generator CMOS-1_3 Hoofdtelefoonversterker Schakelingen met de CD4011 CMOS-6_10 Opamp Oscillator CMOS-4_5 Theorie van de CMOS-opamp Opamp Oscillatoren CMOS-10_12 Fasedraaier Stereo Onderdrukker (in Wireless World) CMOS-13_17 CMOS Logar. Versterker CMOS-18_19 Zaagtand/ blokoscillator

212 238

1 Schmitt-Trigger (met CD4011) Spanningsgestuurde Oscillator (met CD4011) Dobbelsteen Touch Control / Funktiegenerator

364 412

2 Logarithmische AC/DC- Ampere-Meter 1mA 10A 1,5 100 mW Versterker/Ontvanger met CMOS IC4011A (met zeer geringe ruststroom) Functiegenerator

4 20 95

1 Selectief 325 Hz Audiofilter/Oscillator met CMOS 4011A 1 Twee bijzondere Schmitttriggers (met inkoppeling/tegenkoppeling, voor 3 standen)

3 FM-ruisonderdrukker (door autom., signaalafhankelijke

Pagina 78 van totaal: 87

J.W. Richter Archief RB -- RB Archief JWR 1995-2000.odt -- 17-07-11


overschakeling van Stereo naar Mono) Radio Bulletin Radio Bulletin Radio Bulletin Radio Bulletin Radio Bulletin Radio Bulletin Radio Bulletin Radio Bulletin Radio Bulletin Radio Bulletin Radio Bulletin Radio Bulletin Radio Bulletin Radio Bulletin Radio Bulletin Radio Bulletin Radio Bulletin Radio Bulletin Radio Bulletin Radio Bulletin Radio Bulletin Radio Bulletin 1977 1977 1977 1977 1977 1977 1977 1977 1977 1977 1977 1977 1978 1978 1978 1978 1978 1978 1979 1979 1979 1979 4 4 5 5 5 5 5 5 9 9 10 11 1 2 6 7 7 8 1 5 10 11 13 9 10 12 265 267 141 143 186 186 186 186 186 186 351 344 375 437 2 66 2 1 Instelbare 14 Bit-oscillator/deler met CMOS 4020 1 Automatische Volumeregelaar Log. Frequentiedeler Zaagtandoscillator met twee transistoren Multivibrator met de CMOS 4011 A/D-converter voor LDR of NTC/PTC RC-sinusoscillator met de CMOS 4011 Spanninghsbron met regelbare inwendige weerstand (van 0,1 Ohm tot 10 Ohm, met de LM305 en 2N2905) Electron. Tiendeler voor frequentietellers (voor het bereik boven 10 kHz) Electronische Timer (1 tot 14 minuten, speciaal voor een copieerapparaat ontworpen) Cmos Volumeregeling (met CMOS 4011) CMOS Eindtrap / Trapspanningsoscillator (met de CD4011) Stereo VU-meter met Ruisonderdrukker (verbeterde uitvoering van RB 1963, pag. 309) LF-mV-Meter 2 Teller en Klok (TTL-logica en 4 Nixie-buizen) 2 Frequentieteller, Imp/ Cap.-Meter (met CMOS 4011) Digitale Testschakeling 1 CMOS Ruisgenerator / RC-generator 1 Akoustische TTL-indicator (met CMOS 4011) 5,5 Tweedraadsintercom (samen met T.P. van der Zee, Nieuw-Zeeland) 2 Oproepsysteem voor de tweedraadsintercom (samen met Tjeerd van der Zee, Nieuw-Zeeland) Teilerschaltung (Popular Elektr.) 9 32 2 12 13 12 4 1 Logartihmische VU-Meter (op basis van de logartihmische diodekarakteristiek) Nauwkeurige Verzwakkerschakeling (1:10) met weerstanden uit de E12-reeks 0,5 CMOS Frequentie-indicator 1,5 Log. Stroomindicator 3 Sample Amperemeter 1 Elektronische Zekering 2 Zuinige Batterijvoedingsindicator (door korte flitssignalen) Uitvinding van de telefoon (Antonio Meucci, Philipp Reiss, Alexander Graham Bell, Elisha Gray)

1 Koptelefoonversterker (met CMOS 4011) 1

Popular Elekt Radio Bulletin Radio Bulletin Radio Bulletin Radio Bulletin Radio Bulletin Radio Bulletin Radio Bulletin

1980 1980 1980 1980 1980 1980 1980 1981

5 1 1 5 10 11 12 3

Radio Bulletin

1982

10

Pagina 79 van totaal: 87

J.W. Richter Archief RB -- RB Archief JWR 1995-2000.odt -- 17-07-11


Radio Bulletin Radio Bulletin Radio Bulletin Radio Bulletin Radio Bulletin Radio Bulletin Radio Bulletin Radio Bulletin Radio Bulletin 1982 1982 1982 1982 1983 1984 1984 1984 1984 3 8 10 11 8 1 4 12 12 343 426 473 320 9 185 473 483 Programmeerbare teller 2 TV-Kijkcijfers bepalen via de netcentrale (d.m.v. Correlatiemeting) 1 Gitaarversterker 4,5 Antennes voor straalverbindingen 2 Telefooncentrale (voor 2 aansluitingen) 2,5 Telefooncentrale (met 5 aansluitingen) 1,5 De geschiedenis van de FM-modulatie (uitvinder Howard Armstrong) Precisieweerstanden (1%) maken met de E12-reeks (door parallel / serieschakeling) (Vanaf deze datum verandert Radio Bulletin de naam in RB Elektronica/Computers) 8 10 380 Onbekend artikel 2 Rendement van reflectorantennes (Vanaf deze datum verandert RB het formaat in DIN-A4) 1 5 17 39 1,5 Stopcontact is ook informatiebron (frequentiestandaard, belastingsprofiel, kijkcijfers, etc.)

2 Correlatiemeter (voor de Ri-metingen van het 220V-lichtnet) 1,4

1985 Elrad RB Elektronica 1985 1985 1986 RB Elektronica RB Elektronica 1986 1986

1 Spaarzame deurbelvoeding (schakelt trafo alleen bij gebruik aan) De Q-kwaliteit van een signaal (analoog aan de kwaliteit van een kring) Qwerty Netfase C-Meter Netspanningsmeter

RB Elektronica RB Elektronica RB Elektronica RB Elektronica RB Elektronica RB Elektronica Elex RB Elektronica

1987 1987 1987 1987 1987 1987 1988 1988

7 7 7 7 7 10 7 8 45 47

Semi-professionele netspanningsmeter (200 V 235V) 2 Snelle relaissturing Weergave zonder HIFI Antieke straalverbindingen (na de val van Troje, ca. 1200 voor Christus) CAD/CAM-aankoppeling Aanslag op halogeenlampen (door inschakelverschijnselen) 1,5 Colpitts Oscillator met de 2N3055, 850 kHz 0,3 Goedkope hoogspanningscondensator (met behulp van een printplaat, 475 pF-10 nF, 100 kVolt) Cassegrain en Gregory antennes Cassegrain antennes

RB Elektronica RB Elektronica RB Elektronica RB Elektronica RB Elektronica RB Elektronica RB Elektronica

1989 1989 1989 1990 1990 1990 1990

7 4 11 3 3 5 6

35

1,5

21 29 39 23

Pagina 80 van totaal: 87

J.W. Richter Archief RB -- RB Archief JWR 1995-2000.odt -- 17-07-11


RB Elektronica RB Elektronica RB Elektronica 1990 1990 1990 11 12 12 37 46 44 Thermische weerstanden eenvoudig meten (met een LM317) 1 Schakelende voeding met de LM317 Lab-voeding met 2xLM317 met een ballastweerstand Jaargang 60 RB Elektronica RB Elektronica RB Elektronica RB Elektronica RB Elektronica RB Elektronica RB Elektronica RB Elektronica RB Elektronica RB Elektronica RB Elektronica RB Elektronica RB Elektronica RB Elektronica RB Elektronica RB Elektronica RB Elektronica RB Elektronica RB Elektronica RB Elektronica RB Elektronica RB Elektronica RB Elektronica RB Elektronica RB Elektronica RB Elektronica RB Elektronica RB Elektronica RB Elektronica RB Elektronica Hanser Fachzeitschriften 1991 1991 1991 1992 1992 1992 1992 1992 1992 1992 1992 1992 1992 1992 1992 1992 1992 1992 1992 1992 1992 1992 1992 1992 1992 1992 1992 1992 1992 1992 1992 4 5 6 2 2 2 2 2 2 3 3 4 5 6 7 7 7 7 7 9 9 10 10 10 11 11 11 12 12 12 11 21 23 37 34 36 41 29 30 29 40 15 66 38 37 76 78 64 37 62 18 20 35 7 18 41 7 20 13 39 7 2 1,5 1 Sneller schakelen met relais (instelbare afvaltijd) 1 Elektronici en simulanten Decadenbank (netwerk in 4-polige SMD-bouwsteen) Spanningsverdubbelaar met CMOS IC's 1 Recycling van magnetische energie (in spoelen) Voeding met senseleidingen Wist U, dat ... (ontdekking en toepassingen van kwartskristallen) 1,2 Dissipatieberekening-varianten (vervangingsschma's) Hartinfarct bij computers (langere levensduur voor chips) 1,2 Wisselstroomvoeding met stroommeter 1 Telefoonfraude in de USA (door de simulatie van de stuursignalen van 2600 Hertz) MOS contra Bipolair (De grenzen van halfgeleiders) Snel R meten tussen 0,001 2,000 Ohm 1,5 Stofzuigervoeding (3,6 V/3A) voor auto-aansluiting op 12 Volt 1 Clockoscillatoren omschakelen voor testphasen Nieuwe Logicafamilies (TTL, LS, HC, FAST, AC, FCT, ...etc). Wie dekt de lading (Batterijen) Een andere kijk op Maxwell, deel 1 (energietransport in plastic) Een andere kijk op Maxwell, deel 2 (energietransport in een tweelingssnoer en in de atmosfeer) Snelle netspanningsomschakelaar (binnen ca. 10 msec, voor een noodstrommvoorziening)

1,3 Meting van de magnetische energie (in een spoel of transformator)

1,3 Metingen aan CMOS-schakelingen 1 Een andere kijk op Maxwell, deel 3 (dipool) 1,5 Buizen, vergane glorie ? (Overgang naar halfgeleiders, ongevoeligheid voor EMP)

1 De zwakste schakel(aar) in de keten (uit de reeks faults & failures) 0,7 Een andere kijk op Maxwell, deel 4 (glasvezels als golfpijpen) 0,4 Drie kleuren met een tweekleuren LED 1 Soldeer: het fenomeen (samenstelling) 2 Correctie van de vermogensfactor in voedingen Een andere kijk op Maxwell, deel 5 (whistlers in het aardmagneetveld) Leiterplatten Technik: Vom CAD-Layout zum Bestck- und Prfprogramm (CAD-Datenschnittstelle zur Fertigung)

Pagina 81 van totaal: 87

J.W. Richter Archief RB -- RB Archief JWR 1995-2000.odt -- 17-07-11


RB Elektronica RB Elektronica RB Elektronica RB Elektronica RB Elektronica RB Elektronica RB Elektronica RB Elektronica RB Elektronica RB Elektronica RB Elektronica RB Elektronica RB Elektronica RB Elektronica RB Elektronica RB Elektronica RB Elektronica RB Elektronica RB Elektronica RB Elektronica RB Elektronica RB Elektronica RB Elektronica RB Elektronica RB Elektronica RB Elektronica RB Elektronica RB Elektronica RB Elektronica RB Elektronica RB Elektronica RB Elektronica RB Elektronica RB Elektronica RB Elektronica RB Elektronica RB Elektronica RB Elektronica RB Elektronica RB Elektronica 1993 1993 1993 1993 1993 1993 1993 1993 1993 1993 1993 1993 1993 1993 1993 1993 1993 1993 1993 1993 1993 1993 1993 1993 1993 1993 1993 1993 1993 1993 1993 1993 1993 1993 1993 1993 1994 1994 1994 1994 1 1 1 1 1 3 3 3 3 4 4 4 4 4 4 5 7 7 7 7 7 9 9 9 9 9 9 10 11 11 11 12 12 12 12 12 5 10 10 11 38 8 36 29 26 31 34 24 14 22 43 40 8 34 36 28 111 14 32 30 35 34 36 10 11 29 92 92 27 28 41 48 49 12 1 0,5 Digitale PLL-schakeling 1,5 Capaciteitsmeter 5-100 pF, met 100 kHz-generator Microvolttester 1,5 Voedingsbron met een negatieve inwendige weerstand Precisiemeting van zeer kleine weerstanden (0,03 Ohm) De knipmethode (overbodige onderdelen, ->> hoe men TV's goedkoper kan produceren) oscillerende regelaars 1,5 10 Geboden v.h. Debuggen (uit Electronic Design 3 september 1992) 1 Aardlusonderbreker (ter vermijding van storingen) 0,5 Printspoelen (1-6 windingen, 18-900 nHenry) 0,5 Kortsluittester Clockfrequentie 1 Ghz Spanningsgestuurde oscillator VCO oscillator 1 Logica voor supercomputers (Cray) 1,5 oscillerende spanningsregelaars (met een LM317) 1,5 Precisiespanningsdeler 1% 1,5 Inschakelen zonder piekstromen (TSE = Transformatoren sanft einschalten) Filter met 4 uitgangen 1,5 Kleine oorzaak, grote gevolgen (meerderheidsbesluiten) Transformatoren Weerstanstransformator Dissipatietester voor Condensat. Driepuntsregelaars 1 Nauwkeurige Impulsgever 2 ASIC's met 3 V voeding 1,5 Lineaire/schakelende voeding Spanniningsgestuurde zaagt.osc. 2 Van Kakafonie tot Symfonie (plesiochrone digitale hierarchie) Brandstofcellen HF-storingen Chaostheorie 1,5 Ergonomie 1 Lineaire regelaar met lage verliezen (LT1074, LT1084, LT1006) 0,6 Sensor voor vloeistofniveaus (met een CD4011) 1 Koelen met ventilatoren 1,5 Van IC tot MCM 2 Solitons en solitonlichtgeleiders 1 Het frequentiespectrum (zoals afgelezen uit een spectrumanalyzer) 2 Het universele EDV-net (diverse verkabelingssystemen)

Pagina 82 van totaal: 87

J.W. Richter Archief RB -- RB Archief JWR 1995-2000.odt -- 17-07-11


RB Elektronica 1994 12 19 1 De Intelligente autosleutel (met TIRIS en EEPROM) De grote batterij (verklaring van de bliksem volgens Richard Feynman -1963-) Koelen met geluid 20 19 27 26 38 41 47 5 37 39 35 35 42 42 40 16 18 28 15 26 1 Het bagagetransport in Denver (uit de rubriek faults & failures) 1 De ontwikkeling van DOS (MS-DOS 1.0 - >> 6.0) 1,5 De groene PC (op initiatief van President Clinton) 1,5 Een blik op het magneetveld 1 Vermogensmeting (met een optokoppelaar) 1 12 V indicator met poorten uit de 7400-reeks Anemometer vor het meten van windsnelheid met warmteverlies 0,5 Veelzijdig filter 1 Hall-netwerk 2 Femto-amperemeter (van Bob Pease, met de LMC662) 1 Oplossend vermogen v. calculators 0,5 Vermogensmeter (tot 2kWatt 220V) 1,2 De jacht op de Pentiumbug 0,5 Miniatuur Dipoolantenne 0,5 Drietoongenerator Pacemaker (Ontwerpbeschrijving van William Greatbatch) 2 Het ontwerp van HF-prints (Stripleidingen) 4 Van huis uit tolerant (Fail-safe ontwerpmethoden) 2,5 Ontkoppelingsmethoden (vooarl voor snelle digitaallogica) 1 De uitvinder van PAL (Walter Bruch uit Mittelweida -Sachsen-) 2 Accumulatoren (NiCd, Ni/MH, etc.) Elektromobielen 25 30 37 44 9 16 38 38 32 30 34 1 De ontdekker der Rntgenstralen (Conrad Rntgen, 1845, 150 jaar geleden geboren)

RB Elektronica RB Elektronica RB Elektronica RB Elektronica RB Elektronica RB Elektronica RB Elektronica RB Elektronica RB Elektronica RB Elektronica RB Elektronica RB Elektronica RB Elektronica RB Elektronica RB Elektronica RB Elektronica RB Elektronica RB Elektronica RB Elektronica RB Elektronica RB Elektronica RB Elektronica RB Elektronica RB Elektronica RB Elektronica RB Elektronica RB Elektronica RB Elektronica RB Elektronica RB Elektronica RB Elektronica RB Elektronica RB Elektronica RB Elektronica RB Elektronica RB Elektronica RB Elektronica

1995 1995 1995 1995 1995 1995 1995 1995 1995 1995 1995 1995 1995 1995 1995 1995 1995 1995 1995 1996 1996 1996 1996 1996 1996 1996 1996 1996 1996 1996 1997 1997 1997 1997 1997 1997 1997

1 2 3 3 3 3 3 4 4 4 5 7 10 10 10 10 10 10 10 3 3 4 4 4 4 4 4 4 4 4 5 5 5 5 5 5 5

32 17

2 De print als IC

1,5 Snelle dataleidingen 0,5 Aardingsvrije negatieve spanningsbron (met CMOS-poorten) 1 Veel Solderen en toch gezond blijven 6 Samengestelde opamps (met twee Opamps) 4 De alkaline accu (RB) (beschrijving van de Renewal loodvrije cellen) 0,5 Batterij met ingebouwde ladingsdetector 0,5 Een Eurospoor met 50 Hz Elektronica in maatkostuum Kasten en behuizingen met EMC-afscherming Op weg naar de nano-elektronica 0,5 Stralingsdetector v. radioactief mat.

Pagina 83 van totaal: 87

J.W. Richter Archief RB -- RB Archief JWR 1995-2000.odt -- 17-07-11


RB Elektronica RB Elektronica RB Elektronica RB Elektronica RB Elektronica RB Elektronica RB Elektronica RB Elektronica RB Elektronica RB Elektronica RB Elektronica RB Elektronica RB Elektronica RB Elektronica RB Elektronica RB Elektronica RB Elektronica RB Elektronica RB Elektronica RB Elektronica RB Elektronica RB Elektronica RB Elektronica RB Elektronica RB Elektronica RB Elektronica RB Elektronica RB Elektronica RB Elektronica RB Elektronica RB Elektronica RB Elektronica Extra RB Elektronica Extra RB Elektronica Extra RB Elektronica RB Elektronica 1997 1997 1997 1997 1997 1997 1997 1997 1997 1997 1997 1997 1997 1997 1997 1997 1997 1997 1997 1997 1997 1997 1997 1997 1997 1997 1997 1998 1998 1998 1998 1998 1998 1998 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 9 10 10 34 36 36 29 31 33 27 37 35 8 36 30 Xenonlampen op de weg Zonnebatterijen op grote schaal 2 Soldeerverbindingen 1,5 Storingvrije elektrische installaties (storingen door harmonischen) Telewerken 2 Het elektron (beschrijving der muonen, positronen en electronen) Reinigen met UV-licht Netwerken in de auto (CAN) Solderen met licht De tovenaar van Menlo Park (Thomas Alva Edison) De micapiramides (RB) (Teotihuacan) De wervelende kern (over het ontstaan van het aardse magneetveld) Actieve vermogenscorrectie / Vermogensbegrenzers Een Internet-adres voor elk onderdeel N-stralen (de ontdekking van een niet bestaande straling) van de Franse fysicus Blondlot (1903) De magamp (magnetische versterker, werkt met modulatiefrequentie van 30 kHz) Het oudste schema ter wereld (uit de Hathortempel te Dendera) 0,5 De witte LED Luminescentie Accuruis (stijgt sterk bij ontlading, stuursignaal voor het laadcircuit) Alternatieve generator (met een schoorsteen in de woestijn) Vulstandmeter (Nivopuls, werkt met geluidsradar) De micapiramides (P.M.) 1 Ballgrid-Arrays hersolderen De lithiumbatterij 1 Elektrosmog 1 Actieve stroombegrenzers Aardlichten 2 Hoogspanningsgenerator (met waterdruppels) 3 De 555 (timer/Oscillator), beschrijving van het ontwerp van een CMOS-versie Betaald rijden Halfgeleiders Si-Ge-Transistoren Elektronische Starters

10 16-19

10 32-33 10 43

10 12..13 10 12 12 12 12 12 12 12 12 6 24 32 33 30 29 35 31 34 29 9 10 24-27

6 16-17 6 10..12 6 7

1999 1999

1 1 15

De globale chronometer (UTC), nauwkeurige tijdsbepaling en GPS Loodvrij solderen

Pagina 84 van totaal: 87

J.W. Richter Archief RB -- RB Archief JWR 1995-2000.odt -- 17-07-11


RB Elektronica RB Elektronica RB Elektronica RB Elektronica RB Elektronica RB Elektronica RB Elektronica RB Elektronica RB Elektronica RB Elektronica RB Elektronica RB Elektronica RB Elektronica RB Elektronica RB Elektronica RB Elektronica RB Elektronica RB Elektronica RB Elektronica RB Elektronica RB Elektronica RB Elektronica RB Elektronica RB Elektronica RB Elektronica RB Elektronica RB Elektronica RB Elektronica RB Elektronica RB Elektronica 1999 1999 1999 1999 1999 1999 1999 1999 1999 1999 1999 1999 1999 1999 1999 1999 1999 1999 1999 1999 1999 1999 1999 1999 1999 1999 1999 1999 1999 1999 3 3 3 4 4 4 4 4 4 4 4 4 5 5 5 5 5 5 7 7 8 8 8 8 9 9 9 9 9 9 14 30 37 28 21 59 55 14 40 17 47 18 10 43 20 19 18 22 17 20 34 14 22 43 Kortsluittester Milieuvriendelijke elektronen 1 Faraday en Maxwell Metaaldetector Zeekabels Defensieve voeding Harmonische Oscillatoren Thermometer met bliksemteller Tips & Tricks (satellietantenne uirichten, Raamantenne, reparatie gloeilampen, Ballastweerstand) Elektronica in het internet (groot aantal schakelingen, o.a. Clapposcillator) 1 De toekomst van de elektrotechniek Harmonische Oscillatoren 50 Hz Oscillator (Wienbrugoscillator gesimuleerd met Micro-Cap V) Reparatie van designfouten Thyristoren afschakelen (met een transistorschakeling) Het succes van Konosuke Matsushita De pacemaker (uitvinding van Wilson Greatbatch -1958), gesimuleerd met Micro-Cap Nulpuntsfilter Markt en management 4 Ervaringen met een AD-simulator (Micro-Cap V) De fundamenten van de elektrotechniek Katalysator voor elektronica (gassen door luchtafsluiting t.b.v. de desiccatoren) Rendementsprong voor loodaccu's 2 Kristaloscillatoren (metz een CMOS of HCMOS inverter) 4 (Klassieke) Multivibrator met een condensator (simulatie met MicroCap) Het ontladen van een spoel (met behulp van een vliegwieldiode, resp. Zenerdiode) Anti-roest velden, bestrijding van corrosie 2 Kortegolfstoringen door planeten (Home Planet voor Windows) Ervaringen met Eagle Markt en management LC-oscillator (simulatie van de inschakelverschijnselen met MicroCap) Resonantiedetector Zonnevlekken Power Multivibrator met 2 thyristoren 20V/5A (gesimuleerd met de Micro-Cap 6 simulator) Toscaanse elektronica (Via Aurelia, winkel in Rosignano) De harde regen (risico's door harde regen bij vliegtochten)

RB Elektronica RB Elektronica RB Elektronica RB Elektronica RB Elektronica RB Elektronica

2000 2000 2000 2000 2000 2000

2 3 3 3 7 9

35 14 29 21 22 17

Pagina 85 van totaal: 87

J.W. Richter Archief RB -- RB Archief JWR 1995-2000.odt -- 17-07-11


RB Elektronica RB Elektronica RB Elektronica 2000 2000 2000 9 9 9 9 6 13 De simulatie van filters (simulatie met Micro-Cap) De Micro-Cap 6 simulator Recycling van printplaten en beton Jaargang 72 RB Elektronica 2002 2 19 1 Blokgolfgenerator voor 3 Volt (met IC TLV2771, gesimuleerd met MicroCap), maart 2002 Op 1 september 2003 is het blad in gedrukte vorm gestopt.

RB Elektronica

2003

Pagina 86 van totaal: 87

J.W. Richter Archief RB -- RB Archief JWR 1995-2000.odt -- 17-07-11

Pagina 87 van totaal: 87

Das könnte Ihnen auch gefallen