Sie sind auf Seite 1von 28

De Filosofische Kern

- De restauratie van het filosofische kernsysteem Joannes Richter

Fig.. 1: Regenboogpatroon (volgens Oren neu dag )


Licentie: Creative Commons Attribution-Share Alike 3.0

Het navolgende concept baseert grotendeels op de Engelse, respectievelijk Duitse manuscripten:


The Philosophical Nucleus - Restoration of the Philosophical Core-System Der Philosophische Kern - Die Wiederherstellung des philosophischen Kernsystems

Inleiding
(109.): De filosofie is een strijd tegen het op hol slaan van ons verstand door het taalgebruik1. Als wij de wanorde in onze taal en ons verstand willen tegengaan, dienen wij ons tot de filosofie te wenden. Wittgenstein heeft het karwei begonnen, maar niet kunnen voltooien. In zijn inleiding vermeldt hij: Ik wil met mijn boek de anderen geen denken besparen, maar voor zover mogelijk iemands eigen gedachten op gang brengen. Het liefst had ik een goed boek willen produceren, maar het is anders gelopen en nu is de tijd voorbij, die mij voor verbeteringen ter beschikking had kunnen staan2. Wellicht was dit karwei inderdaad te omvangrijk en moeten wij ons eerst op het belangrijkste deel concentreren, op de filosofische kern, en dan daarna, als wij de kern beheersen, de rest van het systeem analyseren. Bij deze studie is een reconstructie van de originele filosofische kern ontstaan, die op de redundantie van de informatie baseert. Als centraal element van onze taal werd de symbool-kern niet alleen in de taal, maar ook in de daarmee verwante gebieden der prehistorische Cup-and-RingMarks, de kleuren-hirarchie, de scheppingslegende, klinker-hirarchie en de woorden-hirarchie,
eventueel ook de klanken-hirarchie) redundant gecodeerd. Daarmee is men in staat de eventueel beschadigde bronnen te restaureren.

1 Ludwig Wittgenstein, Philosophische Untersuchungen , (bronvermelding: thema #109) 2 Ludwig Wittgenstein, Philosophische Untersuchungen (1945, bronvermelding: inleiding)

Motivatie
Het is de bedoeling een systeemkern te bestuderen, waarop het denken baseert en waarmee men zich met de definitie van de filosofische kern en de daarmee samenhangende elementen heeft beziggehouden. Omdat deze kern duidelijk kleiner uitvalt dan de hoofdmoot, zijn wij wellicht in staat de kernstructuur volledig te analyseren. Dat het uiteindelijk toch moeilijker uitvalt dan gedacht, ligt aan de valstrikken en bedrieglijke omstandigheden, die ons van de waarheid afleiden. Wittgenstein heeft daartoe enkele opmerkingen gemaakt, die ik in eigen vertaling laat volgen3: "110. De taal (of het denken) is wat unieks - dat blijkt een bijgeloof te zijn (geen vergissing!), die zelf door grammaticale misleidingen is ontstaan. 112. Een parabel, die wij in onze taal formuleren, wekt een onwaarachtige atmosfeer op, die ons verontrust: Z is het toch helemaal niet! - zeggen wij. Maar z moet het eigenlijk zijn! 122. Een van de oorzaken van onze misverstanden is het feit, dat wij ons over het gebruik van onze woorden geen overzicht kunnen verschaffen. onze grammatica biedt ons geen overzicht. 309. Wat is je doel in de filosofie? - De vlieg de weg uit de vliegenval naar buiten te wijzen. In de Filosofische Onderzoekingen (1945) laat Wittgenstein in een tamelijk losse volgorde een groot aantal ideen volgen, die wij voor onze studie niet nodig hebben en ter vereenvoudiging van het overzicht voorlopig achterwege laten. Een groot aantal van deze thema's behandelt grammatische regels, die echter voor de bestudering van de filosofische kern onbelangrijk zijn4, Wij willen uit de voorbeelden alleen de thema's aanhalen, die direct met de bestudering van de kernelementen der taal samenhangen. Daarbij worden (in de Duitse en Engelse versies van dit manuscript) steeds de thema-nummers voor de citaten vermeld. Wittgenstein maakte in zijn voorbeelden ter illustratie van het taalgebruik veel gebruik van de kleuren en slechts eenmaal ook van de regenboog. In zijn werk wordt de waarde van de regenboog als kleurenstandaard echter niet vermeld. Wittgenstein's observaties laten zien, dat de regenboog althans in de oudheid uitstekend heeft voldaan aan de eisen van een kleurenstandaard. Andere standaards, zoals die voor gewichten, lengten, volumina en tijd, waren veel ongeschikter en onbetrouwbaarder. Alleen de goudstandaard voor het monetaire circuit heeft zich tot een even stabiele en betrouwbare, globale standaard ontwikkeld. De regenboog heeft in de eerste cultuurfasen een betrouwbaar, objectief patroon der primaire kleuren ter beschikking gesteld en werd om die redenen ook wel als een godsgeschenk beschouwd. Zodra men de standaard voor de primaire kleuren ter beschikking had, werden deze kennelijk ook gebruikt om andere eeuwige symbolen te fixeren. Goed beschouwd werken wij nog steeds volgens deze methode, als wij onze munteenheid aan een bepaalde hoeveelheid goud meten. Ja, dit is wellicht het juiste model om te beschrijven, hoe wij de religieuze basiselementen met kleursymbolen hebben verbonden. Een standaardisering was niet alleen op het gebied der gewichten, lengtes en volumina nodig, maar ook ter samenwerking en vereniging van de bevolking. Het eerste vereiste voor een eenwording is de gemeenschappelijke religieuze basis, bijvoorbeeld de scheppingslegende in het Bijbelse boek Genesis.

3 Ludwig Wittgensstein, Philosophische Untersuchungen , (Thema #110, 112, 122, 309) 4 zoals bijvoorbeeld thema #558 in de Philosophische Untersuchungen ,

In een gemeenschap, waarin autoriteit hoofdzakelijk op de religieuze wetten baseerde, waakte de clerus angstvallig op de integriteit van de religieuze basis. Om deze basis tegen verval te beschermen werd de symbool-kern meervoudig tegen beschadiging beveiligd. De daardoor opgebouwde redundantie maakt het mogelijk, de in het verleden ingeslopen fouten te verwijderen. In dit bericht wordt als voorbeeld de reparatie van een vertaalfout in Luther's Bijbel (Exodus 25-4) beschreven. Uiteraard is dit werk geen Babbittry5. Het leven is veel te kort om zich uitsluitend op winstbejag te concentreren.

5 De roman Babbitt werd 1922 door Sinclair Lewis geschreven. In Babbitt's wereld worden kunst en religie uitsluitend ten behoeve van de winst beoefend.

Wittgenstein's Kever-theorema
(293.) Laten wij eens aannemen, dat iedereen een doosje op zak heeft met iets, dat wij Kever noemen. Niemand kan een blik werpen in de doos van een ander. Uiteindelijk kan iedereen iets anders in de doos hebben. Ja, men kan zich zelfs voorstellen, dat dit ding steeds verandert6. Wat Wittgenstein met dit Kever-theorema definieert is een klassiek standaardiseringsthema, dat wij inmiddels hebben opgelost met de meter, kilogram en bijvoorbeeld de genormeerde DIN-kleuren. In de middeleeuwen bestonden echter geen standaards voor gewichten, lengten en tijd. Alleen voor de kleuren was een standaard beschikbaar, maar deze heeft men inmiddels weer vergeten.

Kleurenblindheid
Het hemelse blauw verandert in de loop van de dag voortdurend. Een vergelijking met een standaard kleurentabel staat normaal gesproken niet ter beschikking. In dat geval kan het hemelse blauw niet net een standaard worden vergeleken. De kleuren van een schilderij lijken constant, maar in de praktijk blijken zij instabiel te zijn. Ook is het onderscheidingsvermogen der toeschouwers zeer verschillend, wat een kleurenblinde uit ervaring kan beschrijven. 'Kleurenzwakte', minder goed kleuren kunnen onderscheiden, komt zelfs nog meer voor dan kleurenblindheid. In het internet vindt men een foto 7 hoe een 'groenkleurenblinde' respectievelijk een 'rood-kleurenblinde' de wereld waarneemt. Ook hij heeft een naam voor wat hij waar-neemt, ook al ziet hij het rode gedeelte als grijs.

Het kernbereik der filosofie


De verschillen, die wij waarnemen, leiden hooguit statistisch tot een zekere standaard voor onze gemiddelde rood-definitie. Wittgenstein wijst erop, dat de kleurindruk, die wij hebben een persoonlijke indruk is, die wij wellicht met niemand delen8. Dit soort problemen kan men bij elke waarneming aannemen. De mensen verschillen nu eenmaal en dit kan leiden tot discussies en tot hooglopende ruzies. Deze onzekerheden werden met name in de handel en godsdienst als storingsbron opgevat, omdat men omwille van de vrede nu eenmaal op gemeenschappelijke waarden is aangewezen. De kwaliteit van de samenleving hangt af van de standaards, waarmee belangrijke afspraken worden vastgelegd. Deze standaards en de daartoe benodigde ijkingsmethoden behoren ongetwijfeld tot het kernbereik der filosofie.

Oorlog
Onnauwkeurige definities leiden tot onenigheid, wrijving en zelfs tot oorlogen. Men mag het onooglijke begin van een oorlog niet onderschatten. Zelfs voor vele intellectuelen kwam het begin van de eerste wereldoorlog geheel verrassend9. Ik herinner mij, dat de Russisch-orthodoxe Kerk eens een aantal kerkhervormingen heeft doorgevoerd, die tot een schisma hebben geleid. Op een reis door Polen bezochten wij een kerkhof van de oudgelovigen, die als gevolg van de daarop volgende barbaarse vervolgingen waren gevlucht.
6 Ludwig Wittgensstein, Philosophische Untersuchungen, (Thema #293) 7 kleurenblindheid 8 Ludwig Wittgensstein, Philosophische Untersuchungen, (Thema #275): 275. Schau auf das Blau des Himmels, und sag zu dir selbst Wie blau der Himmel ist! - Wenn du es spontan tust - nicht mit philosophischen Absichten - so kommt es dir nicht in den Sinn, dieser Farbeneindruck gehre nur dir. 9 Das Lcheln der Medusa (A terrible Beauty, 2000) , Peter Watson, begin hoofdstuk 9, pag. 216.

Met Raskol (Russisch: , raskol; "splijting" of "schisma") wordt het schisma in de Russisch-orthodoxe Kerk aangeduid dat plaatsgevonden heeft in de 17e eeuw als gevolg van kerkhervormingen, doorgevoerd door de toenmalige patriarch Nikon. Dit schisma resulteerde in een staatskerk enerzijds en de beweging van de oudgelovigen anderzijds. Het ging volgens onze Poolse reisgids slechts om banaliteiten, zoals het kruisteken met twee vingers of met drie vingers, en het halleluja, dat driemaal moest worden gezongen in plaats van tweemaal10. Het kostte ontelbare doden, martelingen en ellende, alhoewel men in feite slechts onbeduidende definities wilde standaardiseren. Het ging echter om meer. Patriarch Nikon wilde de Russische Kerk op de modernere Griekse liturgie aanpassen. In feite was het dus een eenwordingsproces, dat uit de hand gelopen is. Het zij hier slechts aangehaald om aan te tonen, dat de definitie van religieuze standaards van groot belang is. Voor deze begrippen bestaan echter nauwelijks normen. Daar waar normen mogelijk zijn, wordt ook het eenwordingsproces vereenvoudigd. Ook de huidige oorlog der geldsoorten11 tussen de dollar, euro en yen baseert in feite op de afwezigheid van een goede standaard voor de munteenheid. Het afschaffen van de goud-standaard en het invoeren van de zogenaamde fiat12-munteenheid heeft dus geleid tot een monetaire oorlog, die bij verslechtering der situatie wel degelijk tot een gewapend conflict kan uitgroeien.

10 Bronvermelding: Wikipedia Raskol : With the support from the Russian Tsar Alexei Mikhailovich, Patriarch Nikon began the process of correction of the Russian divine service books in accordance with their modern Greek counterparts and changed some of the rituals (the two-finger sign of the cross was replaced by the one with three fingers, "hallelujah" was to be pronounced three times instead of two etc.). 11 Currency Wars 12 Met het woordje fiat, dat in het Latijn Het zij zo betekent, kan de wetgever de waarde van de munteenheid willekeurig vastleggen, zodat men als burger aan de willekeur van de centrale bankiers is overgeleverd.

Standaards
De nauwkeurigheid van de prehistorische standaards
Goed beschouwd beschikte men in de oudheid nauwelijks over standaards. Toch had men behoefte aan een anker om de samenleving te stabiliseren. Tegenwoordig zijn wij in staat in alle bereiken, die ons leven betreffen, exacte waardes vast te leggen. Snelheden worden gemeten en gecontroleerd met ongehoorde precisie, die op zeer nauwkeurige definities van de basiseenheden meter en seconde baseren. In de oudheid waren de ijkingsmethoden voor meter, kilogram, seconde, enzovoorts onnauwkeurig. Kleuren kon men eventueel vergelijken, maar het vergelijkingsproces en de vergelijkingsstandaard waren onbetrouwbaar13. Het valt mij op, dat Wittgenstein in zijn Filosofische Onderzoekingen geen toepassing van een algemeen beschikbare kleurenstandaard, bijvoorbeeld de regenboog, behandelt. Hij beschrijft uitsluitend een bladschema, maar dat zijn individuele, locale en dus onbetrouwbare standaards 14-15- 16.

Standaardpatroon
Het in de oudheid ter beschikking staande standaardpatroon voor kleuraanduidingen was de regenboog, die steeds weer dezelfde kleurpatronen aan de hemel projecteert. Wie het blauw aan de onderste rand van de regenboog en het rood aan de bovenrand ter sprake bracht, werd door iedereen begrepen. Deze kleuren behoorden tot de primaire standaardkleuren. De regenboog levert een standaard kleurenpatroon voor het primaire kleurenspectrum, dat in zeven basiskleuren werd opgedeeld: rood, oranje, geel, groen, cyaan, blauw en violet.

Aanvaarding en beschikbaarheid van de standaards


Over de vorm van de kleurenstandaard ontstonden geen discussies. De regenboog stond in de standaardvorm ter beschikking en was min of meer als godsgeschenk vanzelfsprekend acceptabel17. Een standaard alleen dan voldoende stabiliteit opleveren, als deze door alle deelnemers gereproduceerd kan worden en overal ter beschikking staat. De regenboog staat meermaals per jaar, in zonnige landen soms bij elke regenbui, ter beschikking. Ook zijn de kleuren steeds helder in het zonlicht waarneembaar. De regenboog geeft zogezegd als een spiegel de waarheid weer, of is zelfs vergelijkbaar met de waarheid18. De regenboog staat dus al in de oudheid als nauwkeurige standaard voor primaire kleuren ter beschikking. Deze norm is in kwaliteit wellicht te vergelijken met de standaard meter-maatstaf ("mtre des Archives"), die 1799 te Parijs werd gedefinieerd. Dergelijke maatstaven waren echter van platina en stonden niet eenvoudig overal als kopie ter beschikking. De regenboog is daarentegen overal beschikbaar, goedkoop en betrouwbaar. Zo is het geen wonder, dat men de regenboog overal ter wereld als religieus symbool heeft vereerd.
13 14 15 16 17 Ludwig Wittgensstein, Philosophische Untersuchungen, (Thema #33) Ludwig Wittgensstein, Philosophische Untersuchungen, (Thema #73) Ludwig Wittgensstein, Philosophische Untersuchungen, (Thema #73) Ludwig Wittgensstein, Philosophische Untersuchungen, (Thema #47) Ludwig Wittgensstein, Philosophische Untersuchungen, (Thema #238) Damit es mir erscheinen kann, als htte die Regel alle ihre Folgestze zum voraus erzeugt, mssen sie mir selbstverstndlich sein. So selbstverstndlich, wie es mir ist, diese Farbe blau zu nennen. (Kriterien dafr, dass dies mir selbstverstndlich ist.) 18 Ludwig Wittgensstein, Philosophische Untersuchungen, (Thema #277)

De regenboog als kleurenpatroon


Het kleurenpatroon is volgens Wittgenstein een taalinstrument om kleuren te beschrijven, een element in een taalspel, een paradigma, waarmee wij iets vergelijken19 20.. De regenboog stelt ons in staat om iets uit het te verleden weer tot leven te roepen. Rood is reproduceerbaar als de kleur aan de bovenrand van de regenboog, die onze voorouders duizenden jaren geleden hebben waargenomen. Daarmee wordt de door Wittgenstein aangesproken individualiteit van de waarneming duidelijk gereduceerd 21. Bij het vergelijken met behulp van de regenboog kan zich iedereen op een sinds onheuglijke tijden beschikbare standaardkleuren beroepen. In de oudheid werd deze norm ongetwijfeld als ongelofelijk waardevol ervaren. Men kan zich ook op de herinnering aan de regenboogkleuren beroepen, maar deze herinneringen steeds weer opfrissen en de eigen in het geheugen opgeslagen kleurenpatronen opnieuw ijken22. Deze methode is natuurlijk veel betrouwbaarder dan de methode, die Wittgenstein als gangbare vergelijkingsprocedure definieert: Rood is de aanduiding voor de kleur, waaraan ik denk als ik het woord Rood hoor 23

Een betrouwbare definitie van de primaire kleuren


Laat ons eens, onafhankelijk van Wittgenstein's analysen, trachten een nieuwe, betrouwbare definitie van de primaire kleuren te ontwerpen, die in de oudheid had kunnen ontstaan: Rood is de kleur aan de bovenrand van de primaire regenboog 24, Violet tot blauw is de kleur aan de onderste rand van de regenboog. Magenta is de kleur, die in de regenboog ontbreekt. De overige kleuren, zoals oranje, geel, groen en cyaan zijn al duidelijk moeilijker definieerbaar, omdat men in het midden van het regenboogspectrum een overgangsbereik kan waarnemen, waarin de kleuren vloeiend van de een in de ander overgaan. Alleen de primaire kleuren rood en blauw zijn aan de randen duidelijk te herkennen. Het is haast onmogelijk de derde primaire kleur (groen) als primaire kleur te definiren. Rood en blauw vormen de antipoden der kleurenreeks van de regenboog, omdat zij de onder-, respectievelijk bovengrens van het kleurenbereik markeren. Nadat men de regenboog als betrouwbare maatstaf voor de primaire kleuren had geaccepteerd werden deze als een in kleuren geschreven verdrag beschouwd. Rood en blauw waren de primaire elementen, die men nu ook als symbool voor andere, eeuwige wetmatigheden ter beschikking kon stellen. Wij passen dezelfde methode toe, als wij in de goudstandaard onze monetaire munteenheden aan een vaste hoeveelheid goud gelijkstellen.

19 Ludwig Wittgensstein, Philosophische Untersuchungen, (Thema #50): (50.): Wir knnen das so ausdrcken: Dieses Muster ist ein Instrument der Sprache, mit der wir Farbaussagen machen. Es ist in diesem Spiel nicht Dargestelltes, sondern Mittel der Darstellung. Es ist in unserem Spiel ein Paradigma; etwas, womit verglichen wird. Und dies feststellen, kann heien, eine wichtige Feststellung machen; aber es ist dennoch eine Feststellung unser Sprachspiel - unsere Darstellungsweise betreffend. 20 Ludwig Wittgensstein, Philosophische Untersuchungen, (Thema #73) 21 Ludwig Wittgensstein, Philosophische Untersuchungen, (Thema #273 en #274) 22 Ludwig Wittgensstein, Philosophische Untersuchungen, (Thema #56) 23 Ludwig Wittgensstein, Philosophische Untersuchungen, (Thema #239) 24 Er zijn nog meerdere secundaire regenbogen waargenomen, waarvan de kleurenpatronen van de hoofdregenboog kunnen afwijken.

Het is dus nu de vraag wat men in de oudheid als religieuze basis heeft willen definiren. Uit historische, bijvoorbeeld Romeinse en Bijbelse geschriften weten wij, dat men purper 25 in de oudheid met religieus symbolisme heeft verbonden26. Het was ook de exclusieve kleur voor de triomfdragers en keizers, waarmee zij de religieuze basis voor de heersersfamilie symboliseerden. In een terugblik kunnen wij rood en blauw ook als symbolen voor de man en vrouw beschouwen, alhoewel de betekenis tegenwoordig letterlijk wat verwaterd is. Lichtblauw geldt momenteel immers als kleur van de mannelijke, en roze als kleursymbool voor de vrouwelijke baby's. Blauw wordt officieel ook nog steeds van het altaar geweerd, omdat dit oorspronkelijke vrouwelijke symbool in een eredienst voor mannelijke priesters als niet passend werd beschouwd. Om deze redenen is het denkbaar, dat purper, rood en blauw oorspronkelijk als religieuze symbolen werden beschouwd en men ook nu nog restanten van dit oude symbolisme in ons collectief geheugen kunnen waarnemen. Zodra wij deze kleursymbolen vergeten, verliezen zij in onze ogen de symbolische betekenis. Dan is het paradigma, dat eens tot onze taal heeft behoord, verloren gegaan27. Hetzelfde effect ervaren wij, als wij door kleurenblindheid de ene kleur niet meer van de andere kunnen onderscheiden, maar ook, als wij de religieuze of symbolische kleurendefinitie voor belangrijke kleuren verkeerd verstaan of zelfs geheel vergeten.

25 Purper (magenta) ontbreekt als kleurmengsel van 50% rood en 50% blauw in de regenboog. 26 Wikipedia (Purpur): In het oude Rome was het dragen van purper alleen voor de toga's en sjerpen der senatoren toegestaan. 27 Ludwig Wittgensstein, Philosophische Untersuchungen, (Thema #57)

Een goddelijke standaard


De hirarchie in de taal
Als er in een taal al sprake is van een a priori-rangorde, respectievelijk -logica, dan moeten wij ook mogen aannemen, dat er in de taal een hirarchie denkbaar is, waarvan de structuur weliswaar vlak kan zijn, maar eventueel ook van een duidelijke kern of een uitgesproken top is voorzien. Volgens Wittgenstein moet deze op ervaring gebaseerde hirarchie in het denkproces eenvoudig zijn (Log. Phil.Abh. No. 5.5563.)28. Men kan zogezegd aannemen, dat de hoogste laag der hirarchie oorspronkelijk als een religieuze kern werd beschouwd. Wittgenstein heeft ook zijn Tractatus Logico-Philosophicus met behulp van een nummersysteem streng hirarchisch opgebouwd, waarbij de volgorde der cijfers van links naar rechts het logische gewicht aanduiden29. De hoofdstructuur luidt: 1. Die Welt ist alles, was der Fall ist. 2. Was der Fall ist, die Tatsache, ist das Bestehen von Sachverhalten. 3. Das logische Bild der Tatsachen ist der Gedanke. 4. Der Gedanke ist der sinnvolle Satz. 5. Der Satz ist eine Wahrheitsfunktion der Elementarstze. (Der Elementarsatz ist eine Wahrheitsfunktion seiner selbst.) 6. Die allgemeine Form der Wahrheitsfunktion ist: [p, , N()]. Dies ist die allgemeine Form des Satzes. 7. Wovon man nicht sprechen kann, darber muss man schweigen. Men kan zich voorstellen ook het filosofische systeem zelf in een ongeveer zevental hoofdgroepen in te delen en deze indeling als de bovenste laag van de filosofische hirarchie als een losstaande structuur onafhankelijk van de onbeduidendere details te reconstrueren.

Het belang van een standaard voor het eenwordingsproces


Als men van het idee bezeten is, dat de wereld door een monothestische God geschapen is, moet men voor de algemene aanvaarding van dit idee met als voor de gewichten, lengten en tijdmetingen de belangrijkste eigenschappen van God standaardiseren. Dit is dus nodig om de eenwording in een volk te bevorderen en te stabiliseren. Als men dergelijke religieuze standaards wil toepassen, moet men deze op de eerste plaats in de belangrijkste tempels, zoals bijvoorbeeld in de priestergewaden (voor Mozes en Aaron) en in de decoraties van de tempel van Salomon aanbrengen30. Het mag ons dan ook niet verwonderen, dat wij deze goddelijke voorschriften voor de toepassing van rood, blauw en purper in het boek Exodus en het tweede boek der Kronieken kunnen nalezen31. De toepassing van de kleuren rood, blauw en purper was destijds zo gebruikelijk, dat men in de Bijbel geen enkele toelichting aan deze voorschriften voor nodig heeft bevonden, omdat elke burger, belezen of analfabeet, bezoeker of doorreizende handelaar van dit symbolisme op de hoogte is geweest.
28 29 30 31 Ludwig Wittgensstein, Philosophische Untersuchungen, (Thema #97) Tractatus Online Ludwig Wittgensstein, Philosophische Untersuchungen, (Thema #280) dokumentiert um 400 vor Christus

Van de oorsprong der Antipoden


De oorsprong der religieuze antipoden stamt vermoedelijk van de prehistorische Cup-and-RingMarks, die men heeft aangetroffen aan de West-Europese kust tot de Atlantische oceaan, in Finland, Itali, de Zwitserse Alpen en Zweden, maar ook in Spanje heeft gevonden. Deze vele duizenden markeringen worden ook wel petroglieven genoemd. Het is duidelijk, dat men petroglieven, die een religieuze betekenis hebben moet standaardiseren, omdat de beeltenis anders kan worden vervalst32.

De reparatie van fouten


Zelfs bij de doorgave, bijvoorbeeld door vertaling, van de standaards zijn fouten ontstaan, maar indien het systeem van voldoende redundantie is voorzien, kan de redundantie de fouten ook achteraf repareren. Wij zullen de reparatie van een dergelijke vertaalfout aan de hand van een voorbeeld toelichten. Voor deze correcties wordt de redundant beschikbare informatie toegepast, die in het gunstigste geval zelfs volautomatisch kan werken. Dergelijke systemen worden in de techniek onder andere bij het afspelen van Compact Discs en in vaste schijven toegepast.

32 Ludwig Wittgensstein, Philosophische Untersuchungen, (Thema #368)

Definities
Redundantie
In geringe doses dient de Redundantie voor het opsporen en repareren van fouten. In grote doses, zoals in het woord als het Latijnse werkwoord: redundare, overstromen reeds wordt aangeduid, wordt de informatie in elke zin of zelfs in elk woord compleet herhaald. Deze Alomtegenwoordigheid is de eigenschap om overal tegelijkertijd aanwezig te zijn, vergelijkbaar met het panthesme, dat onder andere ook in het werk van Spinoza wordt verwoord. In bepaalde religies en filosofische systemen wordt deze eigenschap alomtegenwoordigheid toegeschreven aan God. Een alomtegenwoordig wezen heeft (in potentie) kennis van alle veranderingen in het universum en is volgens sommige religies ook bij machte in te grijpen in de loop der gebeurtenissen of zichzelf op meerdere plaatsen tegelijk te manifesteren. Een dergelijke coderingsmethode wordt veel toegepast, indien wij bedenken, dat elke levende cel het complete bouwplan bevat. In technische ontwerpen zou dit overeenkomen met het idee, aan elke losse moer en bout een complete bouwtekening van de te bouwen machine mee te geven... De redundantie, die met name aan de belangrijkste religieuze elementen, d.w.z. aan de religieuze kern wordt toegevoegd, leidt ertoe, dat de symbolische elementen en relaties omwille van de veiligheid meervoudig worden gecodeerd. Zij worden daardoor in een vlechtwerk van informaties verweven, zodat men niet meer van de primaire symbolen in de definitie van Socrates 33 en Wittgenstein34 kan spreken De kleuren rood en blauw behoren dus niet meer tot de primaire elementen, nadat zij door de eerste mensen impliciet met religieuze waarden beladen zijn. De eerste mens zag de regenboog en sprak wellicht tot zijn dienstmaagd: de bovenrand van de regenboog is rood en de onderste rand blauw Tegelijkertijd waren de eerste mensen zich ervan bewust dat rood en blauw antipoden in het lichtspectrum representeerden. De nakomelingen konden dit antipoden-karakter naderhand vergeten, zodat men tegenwoordig voor het dagelijks gebruik rood en blauw als gewone kleuraanduidingen toepast. Zijn dan rood en blauw soms door het vergeten weer primaire elementen geworden?

Meerkleurigheid
(47.): Een kleurencombinatie is n van de vormen van complexiteit35 Als de regenboogkleuren tussen de beide uiterste randkleuren als kleurovergangen kunnen worden beschouwd, kunnen alleen de randkleuren rood en violet(-blauw) van de regenboog als niet samengesteld, dat wil zeggen eenkleurig worden beschouwd.

33 (in: Thetetus): fr die Urelemente - um mich so auszudrcken - aus denen wir und alles brige zusammengesetzt sind, gebe es keine Erklrung; denn alles, was an und fr sich ist, knne man nur mit Namen bezeichnen; eine andere Bestimmung sei nicht mglich, weder die, es sei, noch die, es sei nicht .... 34 Ludwig Wittgensstein, Philosophische Untersuchungen, (Thema #46): Wie aber das, was aus diesen Urelementen sich zusammensetzt, selbst ein verflochtenes Gebilde sei, so seien auch seine Benennungen in dieser Verflechtung zur erklrenden Rede geworden; denn deren Wesen sei die Verflechtung von Namen. Diese Urelemente waren auch Russell's individuals, und auch meine Gegenstnde (Log. Phil. Abh. ). 35 Ludwig Wittgensstein, Philosophische Untersuchungen, (Thema #47)

Oranje is bijvoorbeeld een overgang van rood naar geel, enzovoorts. Ook groen gedraagt zich in de regenboog als mengkleur en overgangskleur tussen geel en cyaan, alhoewel wij weten, dat groen in feite (vanwege de drievoudige kegeltjesstructuur in onze mensenogen) een zelfstandige primaire kleur is. De randkleuren rood en blauw zijn alleen maar als primaire kleuren, omdat onze ogen door een bovengrens (dieprood) en een bovengrens (violet) slechts een beperkt lichtspectrum kunnen waarnemen. Deze grenzen kunnen uiteraard individueel uiteenlopen. Ook de in het zonlicht niet voorkomende kleur magenta is in feite een echte mengkleur (samengesteld uit rood en blauw) en dus volgens de definitie van Wittgenstein geen echte primaire kleur, ook al wordt deze een primaire kleur in het subtractieve kleursysteem genoemd. Wikipedia (Magenta) vermeldt daartoe: Magenta is een kleur die niet voorkomt in het elektromagnetisch spectrum. De kleur magenta kan slechts worden verkregen door gelijke hoeveelheden van rood en blauw licht te mengen: zuiver magenta licht bestaat niet. De kleur is genoemd naar de Slag bij Magenta, die (kort na de ontdekking van de kleurstof aniline) plaatsvond bij de stad Magenta in Noord-Itali, in 1859. De definitie primaire elementen (de Ur-Elemente van Socrates), Russell's individuals 36 en Wittgenstein's Gegenstnde (Log. Phil. Abh. ) zijn allemaal individuele definities, die met de echte primaire oer-elementen, zoals deze door Adam en Eva werden vastgelegd, misschien niet werkelijk overeenkomen.

36 Ludwig Wittgensstein, Philosophische Untersuchungen, (Thema #47)

Foutenbronnen
Fouten in de Bijbelvertaling
Fouten zijn als het ware verontreinigingen in het spel37 Ook vertalingsfouten kunnen door vage formuleringen worden veroorzaakt. Dit zijn verontreinigingen, die in een optimaal ontwerp worden voorzien en alvast ter reparatie van een passende hoeveelheid, zo nodig zelfs meervoudige redundantie worden voorzien. De correct ontworpen redundantie is in staat de foutieve verwerking van informatie tot op zekere hoogte automatisch te corrigeren. In de praktijk is een dergelijk probleem in de Luthervertaling van Exodus 25-4 opgetreden, wwarin de kleur blauw met de kleur geel werd verwisseld. Een dergelijke fout was echter al lang tevoren in de Delfter Bibel uit het jaar 1477 opgetreden. Men kan nu de navolgende tabel de foutenketen als een reeks vertalingen afbeelden. In het Vulgata-Latijn is het purper nog gewoon magenta, alhoewel menigeen deze kleur ook als scharlakenrood vertaald heeft. Scharlaken is in feite helemaal geen kleur, maar een weeftechniek. Uiteindelijk ontwikkelde zich een spraakgebruik waarin scharlaken de duurste kleuren rood en purper aanduidde. Uitgaand van het Hebreeuwse origineel, waarin men de kleuren blauw, purper en scharlaken identificeert, wordt duidelijk, dat de Vulgata nog correct werd vertaald. In de Luther-Bijbel echter, die in dit opzicht wellicht op de Delfter Bijbel baseert, wordt blauw foutief als geel vertaald. Deze fout wordt vervolgens in vele Bijbelvertalingen overgenomen, onder andere in de Dalmatijner bijbel. Pas vele jaren later werden de fouten in de Duitse bijbels gecorrigeerd. In de volgende vertalingen worden steeds drie regels gedocumenteerd: Exodus 25-3,4,5: Jewish Publication Society 1917 (Mechon Mamre) in de Hebreeuws/Engelse vertaling38 3 And this is the offering which ye shall take of them: gold, and silver, and brass; 4 and blue, and purple, and scarlet, and fine linen, and goats' hair; 5 and rams' skins dyed red, and sealskins, and acacia-wood; Vulgata 4e-5e JH. (gereconstrueerd) 3 haec sunt autem quae accipere debetis aurum et argentum et aes 4 hyacinthum et purpuram coccumque bis tinctum et byssum pilos caprarum 5 et pelles arietum rubricatas pelles ianthinas et ligna setthim Delfter Bibel (1477), afgeleid uit een middeleeuwse historiebijbel (ca. 1360) [3]Ende dit ist dat ghi ontfaen sult. Gout ende siluer ende coper [4]ende zide blaeu root gheel ende twewarf gheuerwet ende wit vlas. ende haer van gheyten. [5]ende weders vellen gheroot Ende blaeu vellen. ende hout van sethim:

37 Ludwig Wittgensstein, Philosophische Untersuchungen, (Thema #100) 38 Zie de website: de Hebrew-English - parallel MT and JPS 1917 (Mechon Mamre).

Luther-Bibel 1545 (Origineel) 3 Das ist aber das Hebopffer / das jr von jnen nemen solt / Gold / silber / ertz / 4 gele seiden / scharlacken / rosinrot / weisse seiden / zigenhar / 5 rtlicht widerfel / dachsfel / foernholtz / Luther 153439 (vertaald naar modern Duits) 3 Das ist aber das Hebopfer, das ihr von ihnen nehmen sollt: Gold, Silber, Erz, 4 gelbe Seide, Scharlaken, Rosinrot, weie Seide, Ziegenhaar, 5 rtliche Widderfelle, Dachsfelle, Fhrenholz, Dalmatin-Bibel 1584 (afgeleid uit de Luther-Bijbel) 3 Letu je pak ta Pousdigovanki offer, kateri imate od nyh vseti, Slatu, Srebru, Bron, 4 gele Shyde, Shkarlat, Karmeshin, ble Shyde, Kosje dlake, 5 erdezhkate Ounove koshe, Iabizhove koshe, ta lejs Sittim, Einheitsbersetzung (1980) 3 Das ist die Abgabe, die ihr von ihnen erheben sollt: Gold, Silber, Kupfer, 4 violetten und roten Purpur, Karmesin, Byssus, Ziegenhaare, 5 rtliche Widderfelle, Tahaschhute und Akazienholz; Luther 1984 3 Das ist aber die Opfergabe, die ihr von ihnen erheben sollt: Gold, Silber, Kupfer, 4 blauer und roter Purpur, Scharlach, feine Leinwand, Ziegenhaar, 5 rot gefrbte Widderfelle, Dachsfelle, Akazienholz. Deze fout is slechts een voorbeeld van de problematische overdracht van religieuze kennis naar navolgende generaties. Men kan zich voorstellen, welke foutenbronnen er in een vergelijkbaar proces zonder standaards en redundantie kunnen optreden.

Andere vertaalfouten Scheppen of scheiden van man en vrouw


Ondanks de redundantie moet men toch steeds trachten de informatie onbeschadigd vast te leggen en zorgvuldig door te geven. Een twee vertaalprobleem is mijns inziens in de scheppingslegende opgetreden, waarin man en vrouw niet zoals in het origineel gelijktijdig werden geschapen, maar in een afwijkende volgorde, waarin eerst de man en vervolgens (als zijn dienstbode) de vrouw. De these der gelijktijdige schepping van man en vrouw wordt door diverse rabbi's (onder andere de Farizeers40, Jeremiah ben Eleazar41, Rashi42, Rashbam43 en Moses de Leon44 gedocumenteerd. En indien ik niet in de Godsdienstles 1954-1955 zelf bij het natekenen had ervaren, dat een katholiek priester mij de schepping van een in het rood gekleurde Adam en in het blauw gekleurde Eva in de scheppingslegende45 heeft geleerd, was dit thema wellicht nooit tot mij doorgedrongen. De herinnering van kleuraanduidingen werkt vermoedelijk beter dan de in schrift opgetekende informatie, omdat de kleurendrager met elementaire informaties wordt geassocieerd.
39 40 41 42 43 44 45 Origineel woordgebruik in een moderne versie rond 30 AD Rond de tweede eeuw AD Rashi's Genesis (1040-1105) Rashbam's Genesis (1085-1174) Rond1300 in de Sohar Waarbij Adam en Eva na afloop van de zondeval overigens beide in magenta, respectievelijk paars werden gekleurd.

Scheppen of scheiden van hemel en aarde


Op 8 oktober 2009 verscheen een artikel op de voorpagina's van de kranten Trouw[2] en Reformatorisch Dagblad,[3] waarin Ellen van Wolde stelde dat de openingszin van de bijbel niet klopt: God zou hemel en aarde niet geschapen hebben, maar (van elkaar) gescheiden. Dit misverstand wijt van Wolde aan een vertaalfout; het betreffende woord in het Hebreeuws, 'bara' , betekent 'ruimtelijk scheiden', stelt ze46. Omdat de Genesis principieel op elke scheppingsdag twee antipoden (hemel-aarde, dag-nacht, lichtdonker, zee-aarde, regen-zeewater, man-vrouw) van elkaar scheidt, is aan te nemen, dat ook in het geval van hemel en aarde een scheiding wordt aangeduid. Of er tevoren een echte schepping plaatsvindt, is in dit kader wellicht onbeduidend. Uit de Delfter Bibel (1477), afgeleid uit een middeleeuwse historiebijbel (ca. 1360), en een moderne vertaling kan men aflezen, hoe vaak de antipoden werden gescheiden, nadat zij eventueel tevoren werden gemaakt: Licht (dag) en donker (nacht) werden gescheiden: 4 God zag dat het licht goed was, en hij scheidde het licht van de duisternis; [4]Ende god sach dat licht dattet goet wesen zoude: endehi sceide dat licht van die donckerheden. 47 Regen en zeewater worden gescheiden: 7 En zo gebeurde het. God maakte het gewelf en scheidde het water onder het gewelf van het water erboven. [6]Echter zeide god. Het worde een firmametn int midden der wateren: ende hi sceide die wateren vanden wateren. 48 [7]Ende god maecte dat firmament ende hi sceide die wateren onder dat firmament van dien die waren bouen dat firmament. Ende het ghesciede also. 49 Aarde en zee worden gescheiden: 9 God zei: Het water onder de hemel moet naar n plaats stromen, zodat er droog land verschijnt. En zo gebeurde het. [9] Echter seide god. die wateren die onder die hemel sijn worden vergadert in een stat: ende die droecheit openbare. Endehet ghesciede also. [10]Ende die droecheit hiete god aerde: ende die vergaderinghe vanden wateren hiete hi zee. 50

46 47 48 49 50

Bron: Ellen van Wolde Delfter Bibel (1477) Delfter Bibel (1477) Delfter Bibel (1477) Delfter Bibel (1477)

De naam goddelijke naam El in Genesis 33,20


Een andere merkwaardig vertalingsprobleem valt op in de Genesis 33,20-regel, die in diverse talen anders uitgevallen is. In de Engelstalige Bijbels valt de Aramese naam Eli of El op, die in de Duitse vertalingen steeds als God wordt vertaald51. De naam El wordt echter niet in alle Bijbels vermeld. Een overzicht van de vertalingen van deze regel vindt men in Genesis 33:20 There he set up an altar and called it El Elohe Israel, waar men onder andere in de Engelstalige Bijbels zowel El als God naast elkaar kan lezen: There he set up an altar and called it El Elohe Israel. He set up an altar there and named it God Is the God of Israel. Andere vertalers beschouwen de naam El als een equivalent van God: El was echter ook de opperste god van de Ugarit52, de vader van Baal, en getrouwd met Ascherat. In de spijkerschrift-documenten van Ras Schamra staat geschreven: El is de koning, de opperrechter van, de vader der jaren, en Hij heerst over alle andere goden. Kanan wordt het ongedeelde land van El genoemd53. Ugarit, dat 1185 voor Christus door de zeevolken werd verwoest, was gespecialiseerd op de productie van purper uit de Murex slakken en heeft als een van de eerste culturen over een bruikbaar alfabet beschikt. De naam El is ook door Dante in de Divina commedia genoemd als de tweede naam van God, die na de eerste naam I is ontstaan.

Divina commedia - Paradiso, Canto XXVI54


In de volgende tekstpassage specificeert Dante in het Italiaans I en El 55: La lingua ch'io parlai fu tutta spenta innanzi che a l'ovra inconsummabile fosse la gente di Nembrt attenta: ch nullo effetto mai razonabile, per lo piacere uman che rinovella seguendo il cielo, sempre fu durabile. Opera naturale ch'uom favella; ma cos o cos, natura lascia poi fare a voi secondo che v'abbella. Pria ch'i' scendessi a l'infernale ambascia, I s'appellava in terra il sommo bene onde vien la letizia che mi fascia; e El si chiam poi: e ci convene, ch l'uso d'i mortali come fronda in ramo, che sen va e altra vene. 124 'The tongue I spoke was utterly extinct 125 before the followers of Nimrod turned their minds 126 to their unattainable ambition. 127 'For nothing ever produced by reason -128 since human tastes reflect the motion 129 of the moving stars -- can last forever. 130 'It is the work of nature man should speak 131 but, if in this way or in that, nature leaves to you, 132 allowing you to choose at your own pleasure. 133 'Before I descended to anguish of Hell, 134 I was the name on earth of the Sovereign Good, 135 whose joyous rays envelop and surround me. 136 'Later El became His name, and that is as it should be, 137 for mortal custom is like a leaf upon a branch, 138 which goes and then another comes.

Opvallend is, dat de eerste naam overeenkomt met het Engelse Ego-pronomen, dat eveneens uitsluitend uit een enkele vocaal en tevens de kleinste letter van het alfabet bestaat.

51 52 53 54 55

Das Lcheln der Medusa (A terrible Beauty, 2000), Peter Watson Syri Das Lcheln der Medusa (A terrible Beauty, 2000), Peter Watson Bronvermelding : Divina commedia - Paradiso, Canto XXVI, begonnen rond 1307 The Prime Words in Adam's Language

Goethe
Goethe's relatie tot Charlotte Buff is niet vergelijkbaar met Werther's relatie tot Lotte in de roman Die Leiden des jungen Werther. Het boek kan niet als autobiografisch worden beschouwd. Goethe heeft in Werther en Lotte platonische symbolen afgebeeld. Daarmee komt ook de vraag naar voren, of de lezer aan de kleurcode geel & blauw in Werther's kledij wellicht een symbolische betekenis moet toekennen: een betekenis, die wellicht pas in een later werk zoals de kleurentheorie wordt geformuleerd. Goethe kende de bijbel door en door. In de tijd, dat Goethe opgroeide, was men zo bijbelvast en op de hoogte van de verschillen tussen de verschillende richtingen en sekte, zoals nu slechts bij theologen het geval is56. De boeken Exodus57 en Kronieken bevatten een 25-tal goddelijke voorschriften voor de toepassing van rood, blauw en purper (magenta) bij de opbouw van de tent van het Verbond en de grote tempel van Salomo. Terwijl de primaire kleuren rood en blauw zich aan de randen van de regenboog bevinden, ontbreekt magenta in de regenboog. Ondanks deze Bijbelse basis baseert Goethe zijn kleurentheorie op een drietal andere kleuren: geel, blauw en rood, waarin geel en blauw als primaire58 kleuren de tegenpolen vormen. Dit zijn dezelfde primaire kleuren, die Goethe 1774 in Werther's kledij, respectievelijk Novalis 1800 als antipoden in zijn werk hebben toegepast. Gedurende een feest in het winterse Weimar van 1785 heeft Goethe een avond met de ZuidAmerikaanse revolutionair Francisco de Miranda over de theorie der primaire kleuren gesproken. Deze discussie heeft Miranda volgens zijn zeggen59 later genspireerd tot het eerste ontwerp van de rood, geel en blauwe vlag of Gran Colombia. Om deze redenen is Goethe's kleurentheorie daarom wellicht niet alleen op een natuurkundige, maar ook op een filosofische achtergrond gebaseerd. Door Goethe's thesen zijn er in diverse kunstvormen gele elementen ingeslopen, die weliswaar principieel correct als elementaire symbolen bedoeld waren, maar in feite gedeeltelijk op een misverstand berusten. In de romantische literatuur werd het geel door Novalis gentroduceerd, en in de vlaggenkunde heeft Francisco de Miranda geel als onderdeel van enkele Zuid-Amerikaanse vlaggen ingevoerd. Zodoende is het geel, dat in de middeleeuwen vrijwel steeds als waarschuwing tegen de onheilige prostitutie en verraad gold, na Goethe toch tot een positief element getransformeerd. De kwintessens van de Faust is nu, dat God ook bereid is de door bekoring geteisterde Faust, samen met zijn misbruikte geliefde Gretchen in een hemels huwelijk te redden, mits de zondaar althans van goede wil is. In deze Faust vormen de goede vrouw Gretchen en de sluwe Faust tegenpolen, die men in de oude religie als de androgyne mens Adam met de kleuren rood en blauw, maar in de romantische literatuur met geel en blauw heeft gesymboliseerd. In Goethe's kleurentheorie is de kleurcode daarom van mannelijk rood en vrouwelijk blauw in mannelijk geel en vrouwelijk blauw veranderd. Het is dezelfde kleurencode, die Novalis in zijn werken met geel voor het subject-ego en blauw voor het object-ego heeft gedefinieerd. Zo gezien vormen de Faust met het hemelse huwelijk en kleurentheorie met de kleurcodes geel, blauw en rood60 samen een geheel, dat de dichter Goethe al 1772 op 23-jarige leeftijd heeft geconcipieerd.

56 57 58 59

Pag. 95, Goethe, van Prof. Herman Grimm, Phoenix pockets (1962) Bijvoorbeeld Exodus 28:2-5 en 28:5-6 In het RGB-systeem zijn de primaire kleuren rood, blauw en groen. Miranda heeft minstens twee inspiratiebronnen voor het ontwerp van de vlag beschreven. In een brief aan graaf Simon Romanovich Woronzoff (Vorontsov) in 1792, baseert Miranda de kleurkeuze op de theorie der primaire kleuren theory of primary colours van de Duitse auteur en filosoof Johann Wolfgang von Goethe. 60 Geel voor het mannelijke element, blauw voor het vrouwelijke element en rood voor de goddelijke sythese

Het concept komt afgezien van de afwijking in de toegepaste kleurcodes geheel overeen met de traditionele, eeuwenoude scheppingslegendes61. Uiteindelijk kan men als mens ook niet echt iets nieuws uitvinden. Alles is al eens uitgeprobeerd. Men kan de legende hooguit op een andere wijze verhalen... Het is merkwaardig, dat Goethe in eigen land geen nationale vlag heeft voorgesteld. Wellicht leek het hem destijds te onveilig in de bestaande politieke situatie met talloze kleine vorstenstaten een eenwording door middel van een vlag te propageren. Er zijn uiteindelijk al mensen voor minder zware vergrijpen ter dood veroordeeld. Onafhankelijk daarvan moeten wij nu overgaan op een ander soort hirarchien: die van de klinkers en persoonlijke voornaamwoorden, die althans volgens Morris Swadesh tot de belangrijkste woorden62 van elke taal behoren.

61 Symbolism in Antipodal Colors - explaining the backgrounds to Goethe's Color Theory 62 Zie: Swadesh-Listen

De klinkers
In de oudheid werden klinkers tot de filosofische kern gerekend, omdat men alleen met klinkers oneindig lange tonen kan produceren. Deze klanken werden in rituelen toegepast, met name voor het ritueel op de grote verzoendag Jom Kipoer, waarop de priester de naam van God mocht uitspreken63. Omdat de naam van God zonder vocalen werd geschreven, heeft men de benodigde klinkers in de vervangende titel Adonai Elohim afgebeeld. Ter decodering werd de goddelijke naam met een cirkeltje (circellus) gemarkeerd en voegde men aan de rand van de pagina het te lezen vervangende woord toe. Omdat de naam God echter zo vaak voorkomt, werd deze instructie slechts bij wijze van uitzondering herhaald64. Als belangrijkste vocaal, die in verband met de naam God in alle manuscripten werd genoemd, geldt de i-vocaal (hireq).

De vocale antipoden I en U
In de Semitische consonantschriften kan men de klinkers in het Tetragrammaton JHWH alleen met behulp van de Matres lectionis65 ontcijferen. Daartoe worden meestal consonanten zoals in het Hebreeuws de Waw ("W" in plaats van een "o" of "u") en de Jod ("J" voor een "e" of "i") toegepast. In het Tetragrammaton zijn de vocalen I of E, respectievelijk O of U de symbolen, die door de leesmoeders worden aangeduid. In het hoofdstuk Vocalen en klanken66 beschrijft Joscelyn Godwin dat de Grieken oorspronkelijk zeven klinkers hebben toegepast. Daaraan werden de ypsilon en de omega pas later toegevoegd. Oorspronkelijk kende de Griekse taal analoog aan het Minosche Linear B en in het Fenicische Alfabet slechts 5 klinkers (I, A, U, E, O). Daarvoor kende men zelfs slechts drie vocalen I, A en U. De klinkers in I, A en U mogen dus wellicht als de oudste klinkers worden opgevat en worden met behulp van de leesmoeders in de naam JHWH gedentificeerd, terwijl de I en U tevens de toonaangevende klinkers in de naam van de Romeinse oppergod Jupiter (van: IU-pater67) zijn.

De vocaal E
In een studie Over de E in Delphi bericht Plutarchus ober de vocaalinschrift E68 boven het portaal van de tempelingang van de Apollotempel te Delphi, dat ook op munten is gedocumenteerd.69. In de studie van Plutarchus wordt de E als de wegwijzer tot de waarheid beschreven70.

63 Citaten uit de Jewish Encyclopedia of 1901, Vol. 1, p. 201-202: "from the time Shimon the Just died [this is the traditional expression for the beginning of the Hellenistic period], the priests refrained from blessing the people with the Name" --in other words, they pronounced it indistinctly, or they mouthed or mumbled it 64 The Names of God. Their Pronunciation and Their Translation. - Kristin De Troyer (2/2005) 65 Latijnse vertaling voor Leesmoeders 66 In het manuscript The Mystery of the Seven Vowels , Joscelyn Godwin (1991) 67 Jupiter (Latijn: Iuppiter of Iupiter) werd in het Latijn meestal met IU geschreven. 68 De vocaal E werd als ei uitgesproken. 69 Ploutarchos : Peri tou Ei tou en Delphois 70 ON THE 'E'* AT DELPHI (hoofdstuk XVII): 'My own view is that the letter signifies neither number, nor order, nor conjunction, nor any other omitted part of speech; it is a complete and self-operating mode of addressing the God; ...

Het synthese-symbool Y

De Romeinse keizer Claudius heeft rond 40 na Christus drie nieuwe letters aan het Latijnse alfabet toegevoegd. Het betreft de , de en de klinker , welke laatste analoog aan de Griekse Ypsilon als klinker een klank tussen de [u] en [i] representeert. Deze vernieuwing werd al voor zijn benoeming tot keizer ingevoerd, maar bleef onvoltooid. Interessant is, dat de klinker een klank tussen de antipoden [u] en [i] invoert, die wij ook nu nog in de woorden Gymnasium, Synthese, Olympia, enz. als overgangsklank tussen u ( Gumnasium) en i ( Gimnasium) kunnen waarnemen. Deze overgang werd wellicht meer als filosofisch symbool dan als klank benodigd, die zich midden tussen de antipoden U en I als synthese-symbool plaatst. Het midden tussen het mannelijke symbool I (ik) en het vrouwelijke symbool U (niet-ik, jij) werd zelfs als grafisch symbool uit een U-teken bovenop een I samengesteld en is als zodanig een androgyn symbool. Aanvankelijk paste Wycliffe een Y als Ego-Pronomen71 toe (in de Wycliffe-Bible, 1395). Deze letter werd later in een I als Ego-Pronomen getransformeerd, dat ook nu nog in de Engelse taal wordt gebruikt. Genesis Cap 9, Verse 13 luidt in de Wycliffe Bijbel bijvoorbeeld72: 13 Y schal sette my bowe in the cloudis, and it schal be a signe of boond of pees bitwixe me and erthe;

De relatie tussen vocalen en kleuren 73 Oude gevocaliseerde liederen


A. J. H. Vincent (1797-1868) ontdekt en documenteert 1859 een Griekse vaas in een museum te Berlijn, waarop een bericht van Demetrius wordt bevestigd, dat de Egyptenaren een hymne met de archasche vocalen A, E, I en O moeten hebben gezongen. In 1887 publiceert Conrad Leemans het volumineuze papyrus van Leiden, dat een groot aantal combinaties van opeenvolgende klinker bevat.

Arthur Rimbaud
Het beroemdste experiment om vocalen met kleuren te verbinden stamt van de dichter Arthur Rimbaud, die in een sonnet uit 1870 vijf vocalen van een kleuraanduiding heeft voorzien ("A zwart, E - Wit, I Rood, U - Groen, O Blauw"). De intensiteit van de I wordt met een scherpe steek scharlakenrood aangeduid, alhoewel Rimbaud in de loop van het dichtwerk de bloedspatten en het berouw van de kleur purper voorziet74. Ik heb geprobeerd te achterhalen, welk gedicht van Rimbaud het moet zijn geweest, maar heb niets kunnen vinden...

71 72 73 74

Das Ego-Pronomen ist in diesem Bericht definiert als das Personalpronomen der ersten Person Singular Wycliffe-Bible, Genesis Quelle: Manuskript The Mystery of the Seven Vowels , Joscelyn Godwin (1991) Gegebenenfalls eine Korrelation zwischen I-Vokal und einem mnnlichen Symbol Rot

Moderne gevocaliseerde gezangen


Tegen het einde van de negentiende eeuw ontwikkelden zich de gevocaliseerde gezangen tot een modeverschijnsel. Tot de componisten/auteurs behoren Richard Wagner, Paul-Napoleon Roinard, Claude Debussy, Isidora Duncan, Edmond Bailly, Ravel, Karlheinz Stockhausen, David Hykes, Jill Purce en anderen... Bailly past dezelfde gevocaliseerde klanken-arrangementen toe als Ruelle en Poiree, maar verandert de vocaal omega in ou om deze beter van de Omikron te kunnen onderscheiden. Hij beschouwt de ideale triade A, I en OU overigens als het prototype der vocale systemen.

De vocale hirarchie
Samenvattend kan men naast de kleuren-hirarchie met de primaire kleuren rood en blauw (en het daarbij behorende synthese-symbool magenta) uit in totaal zeven regenboogkleuren en de antipoden man en vrouw (met het synthese-symbool van de Schepper God), de antipoden-klinkers I, U en het bijbehorende synthese-symbool aan de spits van de vocale hirarchie. Samen vormen deze drie redundante structuren de bovenste trap der filosofische symbool-hirarchie. Opvallend is, dat iedere hirarchie op twee antipoden en n enkel, goddelijke synthese-symbool berust.

De Ego-Pronomina de namen van God


De logica van onze filosofie en taal zijn vanaf het begin der tijden van onuitgesproken symbolen voorzien. Onuitgesproken is het symbolisme van de oorspronkelijke primaire regenboogkleuren rood en blauw en de in de scheppingslegende gecodeerde antipoden man en vrouw.

De gevocaliseerde woorden
In de regel heeft men als religieuze symbolen vocalen toegepast, omdat men met behulp van klinkers eindeloze klanken kan produceren. In The Mystery of the Seven Vowels (1991) wijst Joscelyn Godwin op de hoge concentratie van klinkers in goddelijke namen. Vaak worden ook correlaties tussen de ego-pronomina en de goddelijke namen gedentificeerd, bijvoorbeeld in de Italiaanse woorden io en Dio, in het Portugees eu en Deus, en in het Spaans yo en Dios. In de ego-Pronomina is de concentratie van vocalen nog opvallender, omdat de naam van God vaak uit een medeklinker D en een ego-pronomen bestaat. Zo kan men in het centrum van het Provencaalse woord Diu (God) de relatie tussen het volledig uit vocalen opgebouwde ego-pronomen iu en het bijbehorende goddelijke afbeeld Diu aflezen75. Met name in de Alpen vinden wij talloze met iu vergelijkbare vocale klankreeksen iou, ioou, iu, iau, iu, ja, ie, io, etc.76. De hoogste concentratie en variatie van deze Ego-pronomina wordt gevonden rondom Chur in het Zwitserse Graubunden. Het belangrijkste woord van een taal (het ego-pronomen) bestaat dus uit een reeks klinkers, die in een groot aantal talen ook in de goddelijke naam teruggevonden kunnen worden. Het ik is symbolisch ontstaan als een afbeeld van God. Analyseert men deze vocalenreeks, dan valt op, dat de beide antipoden I en U zich aan het begin, respectievelijk aan het einde bevinden, alsof zij de kleurenreeks van de regenbogen vormen. In het midden bevindt zich een derde vocaal , die wij al in Delphi als het filosofische waarheidssymbool hebben leren kennen.

De Analogie der primaire kleuren, klanken en vocalen


Volgens Wittgenstein vormen geschreven letters en de bijbehorende klanken een eenheid, die hij met een legering vergelijkt. Ook tussen de gezichten van beroemde mensen en de klank der namen vindt men een dergelijke versmelting. Alleen bij de juiste naam kan men zich het passende gezicht voorstellen. Men hoort of ziet dus, aldus Wittgenstein, de klank in het geschreven woord77. In The Mystery of the Seven Vowels 78 beschrijft Joscelyn Godwin het symbolisme der vocalen, dat wellicht op dezelfde achtergronden berust als de primaire kleuren en de bijbehorende klanken. Als eerste wetenschapper, die de samenhang tussen klanken en vocalen heeft bestudeert, geldt Thomas Gale, in Rhetores graeci (Oxford, 1716, p. 265). Joscelyn Godwin vermeldt tevens een hymne aan Johannes de Doper, die op de achtste eeuw werd gedateerd. In deze hymne begint elke regel met de passende, bijbehorende klank. Merkwaardig is, dat Joscelyn Godwin in haar boek nergens verwijst naar de 25 Bijbelse kleurenvoorschriften in Exodus, respectievelijk de overige drie in het tweede Boek der Kronieken79.

75 76 77 78 79

Zie voor details: Bipolar Monotheism Zie appendix II Ludwig Wittgensstein, Philosophische Untersuchungen, (Thema #171) Gepubliceerd in 1991 Zie voor details: The Hermetic Codex

De chronologische evolutie van de filosofische kern


De goddelijke naam Dyaus
Tot de oudste symbool-kernen der bipolaire structuren behoort de goddelijke naam van de IndoEuropese hemelgod Dyaus, die tot de PIE80-taalkern moet worden gerekend. Het Proto-IndoEuropees (PIE) is de hypothetische voorouder van de Indo-Europese talen. Deze zou tot het 3e millennium voor Christus gesproken zijn in Anatoli en in het gebied rond de Kaspische Zee. Dyaus is met de centrale yau-kern duidelijk als een klassiek voorbeeld van een bipolaire naam identificeerbaar. Deze structuur is later overgegaan in het Provenaalse woord Diu (God), Dioupiter, Zeus en vele andere goden. Door de toepassing van de klanksymbolen y a u behoren ook de klanken-hirarchie en vocaal-hirarchie vanaf het begin der tijden tot de PIE-taalkern.

De scheppingslegende
De oudste correcte bipolaire scheppingslegende de kogelmensen stamt vermoedelijk van Plato, die het in Symposium door de vierde spreker Aristophanes laat vertellen. De kogelmensen bestonden elk uit een paar, dat uit angst door Zeus gehalveerd werd. Sindsdien is ieder mens in feite een halve mens, die op zoek is naar zijn verloren wederhelft. De helften werden uiteraard gesymboliseerd door de bipolaire IU-structuur. Als de twee helften elkaar vinden, versmelten zij tot het oorspronkelijk ideale evenbeeld van God, dat door het synthese-symbool Y wordt gesymboliseerd.

De goddelijke naam JHVH


Ook JHVH, dat voor het eerst in de negende voor Christus in de Stele van Mesha of Moabitische Steen werd vastgelegd, is na het ontcijferen met behulp van de leesmoeders, gebaseerd op dezelfde bipolaire IU-structuur, die wij onder andere in Dyaus en IU-piter identificeren. JHVH was vermoedelijk niet de eerste naam. Volgens Dante was de eerste naam I en vervolgend El, de naam van de oppergod te Ugarit. Omdat de eerste namen I en El geen bipolaire structuur vertonen, is denkbaar, dat JHVH pas daarna uit de PIE-taalkern werd overgenomen. Het is denkbaar, dat Wycliffe 1395 op basis van Dante's godennaam I 81 het Engelse egopronomen tot Y, en later het moderne I als afbeeld van God heeft gepromoveerd.

De kleuren-hirarchie
De vroegste toepassing van de kleuren-hirarchie lijkt mij in de tempelbouw te zijn vastgelegd. De oudste nog afleesbare en gereconstrueerde82 structuren stammen uit ongeveer 500 voor Christus.

De ego-pronomina
Omdat wij de ego-pronomina met de typische structuren iu, iou, ioou, iu, iau, iu, ja, ie, io, etc.83 met name regionaal rond de Alpen met de hoogste concentratie van diversiteit rond het oude bisschopscentrum Chur in Graubnden zien optreden, mag men aannemen, dat deze pronomina niet tot de PIE-taalkern behoorden en pas later werden ingevoerd.

80 81 82 83

Proto-Indo-Europees uit de Divina Commedia (ca. 1307), Paradiso, Canto XXVI I s'appellava in terra il sommo bene National Archaeological Museum of Athens - Bunte Gtter exhibition Zie appendix II

Samenvatting
Het bovenste hirarchische bereik van de filosofische kern bestond oorspronkelijk uit meerdere redundante structuren, die uit de volgende componenten zijn samengesteld:
de prehistorische Cup-and-Ring-Marks, die hoofdzakelijk in Groot-Britannie, maar in WestEuropa ook aan de Atlantische kust, Spaans Galicie en in de Alpen worden gevonden. Een gestandaardiseerde, op de regenboog gebaseerde kleuren-hirarchie (met de hoofdkleuren rood, blauw en magenta), die met name in de oudheid en middeleeuwen voor de de ontwerpen van tempels, gewaden, grafmonumenten en wapens werd toegepast.

Een op antipoden gebaseerde scheppingslegende (Genesis, met de tegenstellingen lichtdonker, dag-nacht, zout water-zoet water, man vrouw), die echter wat betreft de schepping der eerste mens aanzienlijk van de oorspronkelijke versie kan afwijken. Een op de klinker-antipoden I en U baserende klinker-hirarchie, die wordt aangevuld met andere
klinkers, met name het E-symbool en later ook met het synthese-symbool Y, dat een klank tussen de I en U representeert. De klinkers zijn met name vaak toegepast voor de naamvorming van de goden

(Jupiter IU, JHWH IU). Een woorden-hirarchie, die wordt aangevoerd door het belangrijkste woord (het ego-pronomen 84), dat vaak als een reeks klinkers (iu, yo, io, eu) bestaat en in de naam van de bijpassende God (Diu, Dios, Dio, Deus) is ingebed. Tot de oudste symbool-kernen der bipolaire structuren behoort de goddelijke naam van de Indo-Europese hemelgod Dyaus, die tot de PIE85taalkern moet worden gerekend. Eine (hypothetische) klanken-hirarchie, die aan de passende (rood/blauw/magenta) kleuren en (I/U/Y)-klinkers een bijbehorende toon toewijst, voor zover deze hypothese kan worden bevestigd.

Ter reconstructie van beschadigde hirarchien kan men de ter beschikking staande redundante
informatie toepassen. De redundantie stelt ons in staat de scheppingslegende te reconstrueren en de vertalingsfouten in de regel Exodus 25-4 in de Delfter Bijbel (1477) en de Luther-Bijbel (1545) te herstellen.

De appendix bevat een overzichtstabel der vijf bronnen voor het redundante filosofische kernsysteem. Hieruit kan men aflezen, dat elke filosofische hirarchie op zichzelf een antipoden-paar en een extra synthese-symbool bevat. De vijf hirarchien (de Cup-and-Ring-Marks, de kleurenhirarchie, de scheppingslegende, klinker-hirarchie en de woorden-hirarchie, eventueel ook de klankenhirarchie) vormen een ononderbroken bipolaire symboolketen van de prehistorie tot de moderne tijd.

84 In dit manuscript wordt het Ego-pronomen als afkorting voor het persoonlijke voornaamwoord van de eerste persoon enkelvoud toegepast. 85 Proto-Indo-Europees

Appendix I
Bronnen voor het redundante filosofische kern-systeem
Chronologische Toepassing van de bronnen Cup-and-Ring-Marks Genesis scheppingslegende86 Kleuren in de originele Hebreeuwse Bijbel87 Genesis 25-4 Rood / mannelijk Blauw / vrouwelijk Magenta (Purper) / androgyn

Cup als centrum voor een Ringen als (vrouwelijk ?) Cup en ringen als een (mannelijk ?) symbool symbool (androgyn ?) symbool Man Scharlakanerood Vrouw Blauw Androgyn (Adam Qadmon Purper

Definitie van de vocaal Y De Vocaal I (Claudius) Vulgata (4e-5e JH). (gereconstrueerd) Wycliffe-Bijbel (1395) Delfter Bijbel (1477) Luther-Bijbel (1545) Dalmatin-Bijbel (1584) Nederlandse Driekleur (1572) Vlag van Venezuela (1785-1801) Kleurentheorie van Goethe (1810) root rosinrot Karmeshin Rood Gelb (hell) Geel (licht) coccum88

De Vocaal U hyacinthum

De Vocaal Y purpuram het Ego-Pronomen Y

blaeu gelb gelb Blauw Blau (dunkel) Blauw (donker) De letter U in iu en Diu

gheel Scharlaken Shkarlat Wit Rot (Synthese) Rood (Purper) (Synthese) De letter in iu en Diu

Vocaal-codes in het De letter I 89 Provenaalse Egoin iu en Diu Pronomen90 iu en God's naam Diu Godsdienstles Eindhoven (1954) Genesis (1980) kleurcodes Adam in Rood Scharlach

Eva in Blauw violetten oder blauer Purpur

Adam en Eva in Magenta (Purper) roter Purpur

Tabel 1: Bronnen voor het redundante filosofische kern-systeem De consistentie is niet op alle posities waterdicht. Met name de kleur scharlaken wordt afwisselend rood, respectievelijk purper genoemd. Scharlaken is in feite ook geen kleuraanduiding, maar een weeftechniek.
86 Bevestigd door de Farizeers (omstreeks 30 AD), Jeremiah ben Eleazar, Rashi (1100) en Rashbam (1150), Moses de Leon (1300). De correcte legende is door Plato in Symposium (rede van Aristophanes) gedocumenteerd. 87 Jewish Publication Society 1917 (Mechon Mamre) in der Hebreeuws/Engelse vertaling 88 Concilla-rood 89 Bronvermelding: bijvoorbeeld: 1853: Mirio by Frederi Mistral 90 In de Swadesh-lijsten vormen de persoonlijke Pronomina Ik, Jij en Wij in deze volgorde de drie belangrijkste woorden.

Appendix II
Varianten voor de ego-pronomina in talen en dialecten91: Taal Sursilvan Sutsilvan Surmiran Putr Vallader RomanshGrischun Ladin (Gherdina) Ladin (Nones) Patois de VillarSaint-Pancrace Provencal Latin Italian Rumanian Bereik Vorderrhein Hinter-rhein Albula valley Upper Engadin Lower Engadin GraubndenGrischun Val Gardena Non Valley 94 Villar-SaintPancrace Southern France Italy Modern Italy Rumania Ego-pronomen jeu jou ja eau eu, jau jau ie mi ioou , iu Dioou, Diu, Boundioou Bondiu Dieu Deus, Jupiter Dio
Zeu,

God Diu ? Dia Dieu92 Dieu93 Dieu Dieu

Dag

di

jou, jort

ieu ego io eu

jour dies giorno

Dumnezeu

English Dutch German

England Netherlands Germany

I (ay) Ik Ich

God God Gott

day dag Tag

Tabel 2: Ego-Pronomina (uit Wikipedia's Romansh)

91 92 93 94

Zie de tabel in Wikipedia's Romansh Inscriptie in de kerk van Samedan in Puter: A DIEU SULET GLORIA ED ONUR Inscriptie in de kerk van Tschierv in Vallader: A DIEU SULET LA GLORIA Een Duitstalige enclave

Inhoudsopgave
Inleiding................................................................................................................................................1 Motivatie...............................................................................................................................................2 Wittgenstein's Kever-theorema.............................................................................................................4 Kleurenblindheid.............................................................................................................................4 Het kernbereik der filosofie.............................................................................................................4 Oorlog..............................................................................................................................................4 Standaards ............................................................................................................................................6 De nauwkeurigheid van de prehistorische standaards.....................................................................6 Standaardpatroon.............................................................................................................................6 Aanvaarding en beschikbaarheid van de standaards........................................................................6 De regenboog als kleurenpatroon....................................................................................................7 Een betrouwbare definitie van de primaire kleuren.........................................................................7 Een goddelijke standaard......................................................................................................................9 De hirarchie in de taal....................................................................................................................9 Het belang van een standaard voor het eenwordingsproces............................................................9 Van de oorsprong der Antipoden ..................................................................................................10 De reparatie van fouten..................................................................................................................10 Definities.............................................................................................................................................11 Redundantie...................................................................................................................................11 Meerkleurigheid.............................................................................................................................11 Foutenbronnen ...................................................................................................................................13 Fouten in de Bijbelvertaling .........................................................................................................13 Andere vertaalfouten......................................................................................................................14 Scheppen of scheiden van man en vrouw.................................................................................14 Scheppen of scheiden van hemel en aarde................................................................................15 De naam goddelijke naam El in Genesis 33,20.....................................................................16 Divina commedia - Paradiso, Canto XXVI...............................................................................16 Goethe.................................................................................................................................................17 De klinkers..........................................................................................................................................19 De vocale antipoden I en U............................................................................................................19 De vocaal E....................................................................................................................................19 Het synthese-symbool Y................................................................................................................20 De relatie tussen vocalen en kleuren..............................................................................................20 Oude gevocaliseerde liederen...................................................................................................20 Arthur Rimbaud........................................................................................................................20 Moderne gevocaliseerde gezangen...........................................................................................21 De vocale hirarchie......................................................................................................................21 De Ego-Pronomina de namen van God..............................................................................................22 De gevocaliseerde woorden ..........................................................................................................22 De Analogie der primaire kleuren, klanken en vocalen.................................................................22 De chronologische evolutie van de filosofische kern.........................................................................23 De goddelijke naam Dyaus............................................................................................................23 De scheppingslegende....................................................................................................................23 De goddelijke naam JHVH............................................................................................................23 De kleuren-hirarchie...................................................................................................................23 De ego-pronomina.........................................................................................................................23 Samenvatting......................................................................................................................................24 Appendix I..........................................................................................................................................25

Appendix II.........................................................................................................................................26

Das könnte Ihnen auch gefallen