Sie sind auf Seite 1von 42

TRANSFORMATIE SOCIAAL DOMEIN Keuzenotitie gemeente Lingewaard

Consultatieversie 5 november 2013

1 20131105 Consultatieversie Keuzenotitie transitie sociaal domein Lingewaard

Woord vooraf
De komende jaren gaat er veel veranderen in de ondersteuning en zorg aan mensen in Nederland. Wat betekent dat voor inwoners van Lingewaard? En hoe bereidt de gemeente Lingewaard zich hierop voor? Daarover gaat deze keuzenotitie. Het gaat over een groot scala aan vraagstukken waarmee mensen in hun leven te maken kunnen krijgen. Voorbeelden zijn mensen die hulp nodig hebben bij het zelfstandig thuis wonen, mensen die mantelzorg geven en daardoor zelf in de knel dreigen te komen, mensen die geen betaalde baan of een goede dagbesteding kunnen vinden en jongeren die opgroeien met beperkingen of in een onveilige situatie. Wij staan voor de opgave om in korte tijd de zorg en ondersteuning voor onze inwoners anders te gaan organiseren: beter en goedkoper. Dat kan alleen als we de sociale samenhang en kracht die in onze gemeente aanwezig is nog beter benutten. De afgelopen tijd hebben wij veel inwoners gesproken, en ook professionals van organisaties die nu zorg en ondersteuning bieden. Sommige mensen maken zich zorgen. Ze vragen zich af of de indicatie die ze nu hebben nog iets waard is na 2015. Of ze straks een nog groter beroep moeten doen op hun familieleden voor mantelzorg; mensen die het nu al erg druk hebben. Die zorgen zijn begrijpelijk. Wij hebben in Lingewaard en in andere gemeenten gelukkig ook mooie voorbeelden gezien van hoe het anders kan. Bijvoorbeeld het enthousiasme waarmee inwoners zich inzetten voor elkaar via Participatiepunten in de verschillende kernen in Lingewaard. Ook ontstaan er nieuwe laagdrempelige activiteiten voor en door inwoners, waaraan ook diverse vrijwillige en betaalde organisaties meedoen. Of het feit dat steeds meer organisaties toenadering tot elkaar zoeken en onderling gaan samenwerken aan een gezamenlijk resultaat mt en vr inwoners. De vraag is hoe we ervoor kunnen zorgen dat deze goede voorbeelden uitgroeien tot de norm. En hoe we ervoor zorgen dat niemand in de kou komt te staan, ondanks de forse bezuinigingen. Want het is duidelijk dat zelfredzaamheid grenzen kent. En dat de veiligheid van kinderen en kwetsbare volwassenen niet in het geding mag komen. Wat ons voor ogen staat, is basiszorg dichtbij de mensen. We willen regeldruk aanpakken. We willen onze inwoners en professionals meer ruimte geven om te doen wat nodig is. Zover zijn we nog niet. Het zal ook niet van een leien dakje gaan. Maar de samenwerking die we hebben opgebouwd met inwoners en professionals, en met andere gemeenten, stemt ons hoopvol. We willen geleidelijk hervormen: in 2015 is het niet af. Maar we willen wel onze inwoners zo snel als mogelijk duidelijkheid verschaffen over wat ze kunnen verwachten. Wij zien veel sociale samenhang in Lingewaard en nodigen u uit om er samen aan verder te bouwen.

Barth van Eeten en Kees Telder

2 20131105 Consultatieversie Keuzenotitie transitie sociaal domein Lingewaard

1. Inhoud
Woord vooraf ......................................................................................................................... 2 2. Inleiding .......................................................................................................................... 5 Doelstelling ........................................................................................................................ 5 3. 4. Leeswijzer ...................................................................................................................... 6 De opgaven .................................................................................................................... 7 Jeugdwet ........................................................................................................................... 7 Passend onderwijs ............................................................................................................. 8 Wmo 2015 ......................................................................................................................... 9 Participatiewet ..................................................................................................................10 5. Visie en uitgangspunten ................................................................................................12 Uitgangspunten.................................................................................................................12 6. Ambities en proces ........................................................................................................14 Integrale aanpak ...............................................................................................................14 Gefaseerde transformatie .................................................................................................14 Burgerparticipatie ..............................................................................................................14 Regionale samenwerking ..................................................................................................15 Onderdelen regionale samenwerking sociaal domein ....................................................15 7. Aanpak ..........................................................................................................................16 Zelfredzaamheid en participatie als basis .........................................................................16 Integrale aanpak op de juiste schaal .................................................................................18 Van vraag tot resultaat vanuit het perspectief van inwoners..............................................19 Toegang ........................................................................................................................20 Vraagverheldering .........................................................................................................20 Ondersteuningsplan ......................................................................................................21 Clintondersteuning en vertrouwenspersoon.................................................................22 Aansluiting op eerstelijnsgezondheidszorg ....................................................................23 Preventie en signalering ...................................................................................................23 Gezondheid ...................................................................................................................23 Huiselijk geweld en kindermishandeling ........................................................................23 8. Sturing en bekostiging ...................................................................................................25 Sturingsmodel ...................................................................................................................25 Gefaseerde transformatie .................................................................................................25 Bekostiging .......................................................................................................................27 Monitoring .........................................................................................................................29 9. Financile kaders ..........................................................................................................30 3 20131105 Consultatieversie Keuzenotitie transitie sociaal domein Lingewaard

10. 11.

Vervolg ......................................................................................................................31 De keuzes op een rij ..................................................................................................32

Bijlage 1. Hoofdpunten uit de geldende sociale beleidskaders van Lingewaard....................35 Sociale Visie 2022 ............................................................................................................35 Visie ..............................................................................................................................35 Bestemming ..................................................................................................................35 Uitgangspunten voor de rol van de gemeente ...............................................................36 De sociale piramide .......................................................................................................36 Brugdocument Ruimte Samen Delen ................................................................................37 Wmo-beleidsplan 2012-2015 ............................................................................................37 Strategische doelstelling................................................................................................37 Ambities voor het sociale domein 2015 .........................................................................37 Kanteling als instrument...............................................................................................38 De bakens van Welzijn Nieuwe Stijl...............................................................................39 Strategisch Arbeidsmarktbeleid Lingewaard Werkt! 2012-2015 ......................................39 Kadernotitie Visie Doorgaande Ontwikkelingslijn 0-27 jaar, 2014-2017 ..........................39 Regionale visie Zorg voor de jeugd ...................................................................................40 Regionale en lokale visie op Begeleiding ..........................................................................41 Bijlage 2. Stroomschema van vraag tot resultaat ..................................................................42 Eerste contact ...................................................................................................................42 Gesprek ............................................................................................................................42 Opstellen plan ...................................................................................................................42 Uitvoeren plan en resultaatmeting.....................................................................................42

4 20131105 Consultatieversie Keuzenotitie transitie sociaal domein Lingewaard

2. Inleiding
De komende jaren worden verschillende veranderingen doorgevoerd op het brede terrein van de maatschappelijke zorg en ondersteuning. Door de invoering van de Participatiewet en de Jeugdwet, de veranderingen in de Wmo en de AWBZ en rond passend onderwijs, krijgt de gemeente een veel grotere verantwoordelijkheid in het sociale domein. De gemeente Lingewaard grijpt deze decentralisaties aan om de verschillende soorten van ondersteuning beter met elkaar te verbinden, vanuit ons motto Iedereen doet mee en iedereen doet ertoe!. Inwoners met ondersteuningsvragen krijgen hiermee betere ondersteuning bij hun zelfstandig functioneren en het deelnemen aan de samenleving. Gemeenten hebben al veel ervaring met ondersteuning bij bijvoorbeeld werk en inkomen, vervoer, huishouden en opvoeding. In Lingewaard maken we gebruik van deze kennis en ervaring bij de voorbereiding op de nieuwe taken. Wij willen onze bestaande taken en de nieuwe taken zo goed mogelijk op elkaar aan laten sluiten. Ook zoeken we nauwe afstemming en samenwerking met aanverwante beleidsterreinen, zoals de gezondheidszorg. Ons doel is dat zoveel mogelijk inwoners van Lingewaard hun kansen en talenten benutten. Dit doel kan alleen worden bereikt door de aanpak te veranderen. Daarbij staan begrippen als eigen kracht, zelfredzaamheid en samenredzaamheid en de regie in eigen handen centraal. Wij spreken mensen steeds meer aan op hun eigen mogelijkheden om hun dagelijkse leven zelf vorm te geven, zo mogelijk met behulp van familie, vrienden, buren of kennissen. Pas daarna kijken we op welke manier andere organisaties of hulpmiddelen kunnen ondersteunen. Ook stimuleren wij mensen om zelf een steentje bij te dragen aan de samenleving (wederdienst), op welke wijze dan ook.

Doelstelling
De doelstelling van deze notitie is de besluitvorming over de kaders voor de aanpak in de aanloop naar 1 januari 2015 en de verdere doorgroei daarna. Deze keuzes gelden voor de nieuwe n de bestaande taken van de gemeente op het sociale domein. Als deze kaders door het college van burgemeester en wethouders zijn vastgesteld, kan in 2014 gericht worden gewerkt aan de (voorbereiding van de) implementatie. Daarbij wordt voor de inwoners van Lingewaard helder wat er gaat veranderen en welk tijdpad daar bij komt kijken. Voor maatschappelijke organisaties wordt duidelijk wat er van hen verwacht wordt, zodat zij zich in 2014 goed kunnen voorbereiden op de wijzigingen die vanaf 2015 in het sociaal domein plaats gaan vinden. De besluitvorming over de kaders voor 2015 vindt plaats door het huidige college op basis van vastgestelde beleidskaders van de huidige gemeenteraad. Wachten met besluitvorming tot de nieuwe raad en college er na de verkiezingen van 19 maart 2014 zijn, is maatschappelijk zeer onwenselijk. Een latere besluitvorming leidt tot een lange periode van onzekerheid voor burgers en instellingen en maakt het voor de gemeente feitelijk onmogelijk om goed te kunnen implementeren met het oog op een soepele overgang vanaf 1 januari 2015.

5 20131105 Consultatieversie Keuzenotitie transitie sociaal domein Lingewaard

In deze concept-keuzenotitie beschrijven wij een gefaseerde implementatie van de verschillende veranderingen, op weg naar een zorgzame en veerkrachtige samenleving. Deze notitie is een uitwerking van de beleidsuitgangspunten, die de gemeenteraad van Lingewaard heeft opgesteld voor de toekomst van het sociale domein in Lingewaard, inclusief de voorbereidingen op de decentralisaties. Richtinggevend voor de inrichting van de lokale sociale infrastructuur zijn met name de Sociale Visie Lingewaard 2022, het document Ruimte Samen delen (brug tussen de ruimtelijke en sociale visie) en het Wmo-beleidsplan Lingewaard 2012-2015.

3. Leeswijzer
Het jaar 2014 wordt een belangrijk jaar in de voorbereiding op de overheveling van verantwoordelijkheden naar gemeenten. Daarom neemt het college van burgemeester en wethouders in december 2013 een besluit over de werkwijze vanaf 2015 en de stappen die we in 2014 nemen om dat te realiseren. In deze consultatieversie stellen wij onze voorgenomen keuzes voor, waarover wij in november 2013 in gesprek gaan met inwoners en organisaties die actief zijn in Lingewaard. Ook vragen wij op basis van deze notitie advies aan de Wmo-adviesraad en Wwbclintenraad, die als formele adviesorganen voor dit doel zijn ingesteld. Allereerst geven we in hoofdstuk 4 weer voor welke opgaven de gemeente staat. Vervolgens benoemen we in hoofdstuk 5 vanuit welke visie wij deze opgave gaan uitvoeren, waarna we in hoofdstuk 6 benoemen wat onze ambities daarbij zijn en welk proces wij kiezen. Hoofdstukken 7, 8 en 9 bevatten onze voorgenomen keuzes bij de vertaling van onze visie en ambities naar de inrichting van het sociale domein in Lingewaard. Aan het eind van de notitie in hoofdstuk 11 hebben we een opsomming van deze keuzes opgenomen. In hoofdstuk 10 lichten we het vervolgproces toe.

6 20131105 Consultatieversie Keuzenotitie transitie sociaal domein Lingewaard

4. De opgaven
Gemeenten staan voor grote nieuwe opgaven. De veranderende samenleving, de decentralisaties in het sociaal domein van provincie en Rijk naar gemeenten en de financile druk vragen om een nieuw sociaal stelsel met ruimte voor verantwoordelijkheidsverschuiving en zelforganisatie. Rol van gemeentelijke regievoering is om dit nieuwe stelsel met een diversiteit aan partijen van bewoners, buurt, professionals en gemeente te initiren, op te bouwen en te gebruiken. In dit hoofdstuk schetsen we kort de wettelijke veranderingen in de vorm van de vier decentralisaties (4D).

Jeugdwet
Vanaf 1 januari 2015 wordt de gemeente verantwoordelijk voor alle zorg rondom kinderen en ouders. Het gaat daarbij zowel om de specialistische hulp, zoals de geestelijke gezondheidszorg voor de jeugd (de Jeugd-GGZ), begeleiding van jongeren met (licht) verstandelijke beperkingen en de gesloten jeugdhulp in het kader van ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen, als om de uitvoering van kinderbeschermingsmaatregelen en jeugdreclassering. Dit zijn forse nieuwe taken voor de gemeente, waarmee een nieuw, integraal budget overkomt. Er is sprake van een forse korting oplopend tot 15% ten opzichte van de huidige budgetten, die nu versnipperd ingezet worden via diverse ministeries, de zorgkantoren en de provincies. Alleen al door dit gegeven is het niet mogelijk om alles bij het oude te laten, maar ingrijpende veranderingen door te voeren. In de nieuwe Jeugdwet staat dat kinderen en gezinnen de hulp moeten krijgen, die passend is en die zij nodig hebben. Het is aan de gemeente om te bepalen welke jeugdhulp vrij toegankelijk is en welke vormen van jeugdhulp worden aangemerkt als individuele voorzieningen. De taken omvatten onder meer preventie, ondersteuning, hulp en zorg bij opgroei- en opvoedingsproblemen en psychische problemen en stoornissen en de uitvoering van kinderbeschermingsmaatregelen en jeugdreclassering; preventie. Daarbij geldt integrale hulp aan gezinnen volgens het uitgangspunt n gezin, n plan, n regisseur. Voor jeugdzorg staan wij daarom voor de volgende opdrachten: 1. De organisatorische opdracht Wat moeten wij veranderen om de noodzakelijke jeugdhulp in onze gemeente te kunnen realiseren? 2. De inhoudelijke (wettelijke) opdracht: Hoe regelen we alle vormen van jeugdhulp, inclusief de aansluiting op het lokale preventieve aanbod en de zorgplicht vanuit het passend onderwijs. Een aantal vormen van jeugdzorg is zo specialistisch dat deze regionaal, bovenregionaal of zelfs landelijk geregeld moet worden. Hier wordt nu al aan gewerkt, op basis van het wettelijk verplichte regionaal transitiearrangement, waarin het overgangsrecht voor bestaande clinten is vastgelegd. Het Regionaal Transitiearrangement (RTA) is op 29 oktober 2013 vastgesteld door ons college. Het is een onderdeel van een gezamenlijk proces dat met de twaalf gemeenten, de zorgaanbieders en de financiers doorlopen wordt. In het RTA zijn afspraken gemaakt om vooral de continuteit van de zorg en de daarvoor benodigde infrastructuur te waarborgen en tevens de frictiekosten van de overgang te verminderen.

7 20131105 Consultatieversie Keuzenotitie transitie sociaal domein Lingewaard

De vervolgstap is het vullen van de transformatieagenda die vooral lokaal gevuld en gedragen moet worden. Het moet immers aansluiten bij het lokale preventieve veld. Daarnaast werken we intensief met regiogemeenten samen via zogenoemde proeftuinen (zie ook in hoofdstuk 7). Er zijn twee proeftuinen die in alle gemeenten worden uitgevoerd: toegang tot ambulante jeugdhulpverlening zonder indicatie en het gebruik van een blogboek als mogelijk instrument voor clintparticipatie. De gemeente Lingewaard bepaalt vanuit de eigen koers waar wij aansluiting vinden bij de regiogemeenten. Op dit moment ligt de nadruk op de (lokale) inrichting van het jeugdstelsel. Daarbij moeten er ook afspraken gemaakt worden over de inzet van de gecertificeerde instanties zoals Bureau Jeugdzorg. Zij leveren nu de jeugdreclassering en de jeugdbescherming oftewel de zogenoemde drang en dwang. Straks, na de invoering van de nieuwe jeugdwet, vervalt de noodzakelijke afname van de drang-zaken. En voor de dwang-zaken moet deze worden afgenomen bij een instantie die gecertificeerd is. Onze BJZ is gecertificeerd en biedt daarom haar diensten aan voor de dwang-zaken. De jeugdhulp moet aansluiten bij hetgeen wij lokaal aan netwerken hebben zoals het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG), het lokale zorgnetwerk (LZN) vanuit de Openbare Geestelijke Gezondheidszorg (OGGZ) en het nog in te stellen team Lingewaard dat de drempelloze toegang van de ambulante jeugdhulp regelt. Dit team cordineert de noodzakelijke zorg (m.b.v. een registratievolgsysteem) en stelt de casemanager aan.

Passend onderwijs
De Wet Passend Onderwijs is al van kracht. Met deze wet wil de rijksoverheid de kwaliteit en de organisatie van het onderwijs aan leerlingen met een ondersteuningsbehoefte verbeteren. Achterliggende gedachte is dat kinderen, die om wat voor reden dan ook nu van speciaal onderwijs gebruik maken, zoveel mogelijk dichtbij huis naar school kunnen gaan. Daarvoor is het nodig dat zij ofwel een plek in het reguliere onderwijs krijgen ofwel dat het speciale onderwijs dichterbij de kinderen wordt aangeboden. Dat betekent dat, met ingang van schooljaar 2014/2015, het hele onderwijsveld klaar moet zijn voor de opvang en begeleiding van deze kinderen. Alle scholen krijgen een zorgplicht voor leerlingen, zowel in het basisonderwijs als in het voortgezet onderwijs. De schoolbesturen werken in regionale samenwerkingsverbanden samen. Lingewaard vormt samen met Arnhem, Overbetuwe, Renkum, Rheden en Rozendaal n regio. Binnen dit regionale samenwerkingsverband stellen de schoolbesturen een ondersteuningsplan op. Hierin leggen zij vast hoe zij aan alle kinderen passende ondersteuning in de school regelen. Als de school zelf de zorg niet kan bieden moet de school binnen het samenwerkingsverband een andere school zoeken waar wel de gewenste ondersteuning kan worden geboden. De Wet Passend Onderwijs moet ertoe leiden dat alle leerlingen een passende leerplek hebben op een locatie zo dicht mogelijk bij de woonplek. De ondersteuning op school moet goed aansluiten bij de ondersteuning van kinderen in de thuissituatie. Voor dit laatste wordt de gemeente verantwoordelijk binnen de nieuwe Jeugdwet. De gemeente Lingewaard beschouwt de schoolbesturen daarom als onmisbare partners in de transformatie van het sociale domein. 8 20131105 Consultatieversie Keuzenotitie transitie sociaal domein Lingewaard

Met het oog op de ontwikkeling van een zorgzame samenleving, vinden wij het belangrijk dat gemeente en onderwijs vergelijkbare uitgangspunten hanteren. Daarom zijn scholen en gemeenten met elkaar in gesprek over de onderlinge afstemming van de ondersteuning. Dit gebeurt via het op overeenstemming gericht overleg (OOGO) tussen de zes gemeenten en alle scholen in het samenwerkingsverband. De optimalisatie van de inspanningen vanuit de lokale overheid en het onderwijs, moet tot een goed resultaat kunnen leiden in de gezamenlijke ambitie om kinderen in Lingewaard gezond en kansrijk op te laten groeien.

Wmo 2015
Om de zorg toegankelijk, goed en betaalbaar te houden, voert het kabinet de komende jaren hervormingen door. Bijvoorbeeld op het gebied van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ). Ook neemt de overheid maatregelen zodat mensen langer zorg thuis kunnen krijgen. Het kabinet wil de AWBZ vanaf 2015 ingrijpend hervormen. De taakverdeling ziet er vanaf 2015 naar verwachting zo uit: Gemeenten: zorg aan huis: Gemeenten gaan zorgen voor de begeleiding en persoonlijke verzorging aan huis1. Zoals hulp bij aan- en uitkleden en haren wassen. Huishoudelijke hulp wordt alleen nog door de gemeente betaald als u een laag inkomen heeft. Zorgverzekeraars: medische zorg Medische zorg, zoals verpleging en langdurige geestelijke gezondheidszorg, wordt geregeld in de zorgverzekering. Rijksoverheid: langdurige zorg De Rijksoverheid blijft verantwoordelijk voor de langdurige zorg. Daarmee wordt de zwaardere zorg voor ouderen en gehandicapten in instellingen bedoeld. Die zorg blijft vergoed uit de AWBZ. Clinten gaan wel een hogere eigen bijdrage betalen.

Wij staan voor de opgave om per 2015 onze inwoners die gebruik maken van de huidige AWBZ en die inwoners die zich nieuw melden bij de gemeente, omdat zij zelf niet in staat zijn hulp in hun eigen sociale netwerk te organiseren, te ondersteunen bij het oplossen van hun hulpvraag. De taken die vanuit de AWBZ naar de gemeenten gaan, hebben veel te maken met de huidige taken van de gemeente op het gebied van maatschappelijke ondersteuning. Daarom wordt de bestaande Wet maatschappelijk ondersteuning (Wmo) sterk aangepast. Naar verwachting verdwijnen in de Wmo 2015 de huidige prestatievelden en ontstaat voor de gemeenten meer beleidsruimte, maar ook een grotere verantwoordelijkheid voor de zelfredzaamheid en participatie van kwetsbare burgers. De nieuwe taken hebben te maken met het schrappen van de dagopvang en begeleiding en van enkele zorgzwaartepakketten uit de AWBZ. Er komen nieuwe doelgroepen onder gemeentelijke verantwoordelijkheid. Ook krijgt de gemeente meer budget voor de ondersteuning, maar dat is aanzienlijk minder dan nu voor die taken beschikbaar is. Die korting bedraagt uiteindelijk zon 25%. Daarnaast wordt een bezuiniging van 40% toegepast op het budget voor hulp bij het huishouden, dat een bestaande Wmo-taak is van de gemeente.

Ten tijde van het schrijven van deze notitie is nog onduidelijk of deze taak definitief naar gemeenten gaat via de Wmo, of naar de zorgverzekeraars via de Zorgverzekeringswet (Zvw).

9 20131105 Consultatieversie Keuzenotitie transitie sociaal domein Lingewaard

Naar verwachting wordt de landelijke wet- en regelgeving voor begeleiding en persoonlijke verzorging in mei 2014 vastgesteld. Net als bij de jeugdzorg is hier sprake van lokale en bovenlokale (regionale) taken. In dit dossier is afstemming met de zorgverzekeraar belangrijk, vanwege de afstemming met de eerstelijnsgezondheidszorg en met de wet Langdurige Intensieve Zorg (LIZ, opvolger van de AWBZ). Belangrijk is tevens dat de gegevensoverdracht van bestaande clinten op een goede wijze gebeurt tussen gemeenten en instellingen en zorgkantoor.

Participatiewet
Mensen met een bijstandsuitkering en gedeeltelijk arbeidsongeschikten vinden vaak moeilijk werk. Met de Participatiewet wil het kabinet bereiken dat zoveel mogelijk mensen deelnemen (participeren) in de samenleving. De Participatiewet is de opvolger van de wet Werken naar vermogen (Wwnv), die door de val van het laatste Kabinet Balkenende nooit in werking is getreden. De Participatiewet voegt de Wet werk en bijstand (Wwb), de Wet sociale werkvoorziening (WSW) en een deel van de WAJong samen. Er is straks dus n regeling voor iedereen die in staat is om te werken. Voor mensen die helemaal niet kunnen werken, blijft er een sociaal vangnet in de vorm van een bijstandsuitkering. De Participatiewet moet wel voorkomen dat mensen in dit vangnet blijven.

Gemeenten worden verantwoordelijk voor de uitvoering van de Participatiewet. De inhoud van deze wet wordt momenteel nog uitgewerkt. Over de invulling van de Participatiewet heeft het kabinet intussen nadere afspraken gemaakt in het Sociaal Akkoord en het begrotingsakkoord 2013. Het jaar 2014 is een overgangsjaar naar de nieuwe Participatiewet. Het Kabinet streeft er naar om de Participatiewet per 1 januari 2015 in werking te laten treden.

De nieuwe wetgeving maakt het o.a. vanwege financile overwegingen noodzakelijk om nauwer samen te werken met regiogemeenten, Presikhaaf Bedrijven en het UWV. Daarbij wordt ook de regionale samenwerking op het gebied van werkgeversdienstverlening in de vorm van een nieuw werkgeversservicepunt verder uitgewerkt. Daarmee hopen we zoveel mogelijk mensen aan het werk te krijgen en te houden. De regionale samenwerking wordt zo ingericht dat er sprake is van een toegevoegde waarde ten opzichte van bestaande lokale werkwijzen. Dat houdt onder meer in dat er voor werkgevers n regionaal aanspreekpunt wordt ingericht.

Hoewel het ontwerp van de Participatiewet nog niet is gepubliceerd bestaat daarover al wel een globaal beeld uit de zgn. Contourennota en het Sociaal Akkoord. Tot de verantwoordelijkheid van de gemeenten behoren straks: 1. Werk, tegenprestatie en reintegratie (Werkgeversbenadering, Re-integratietrajecten, Oude Wsw, Nieuw Beschut Werk, Arbeidsmatige Dagbesteding) en 2. Inkomensvoorziening (Uitkeringsverstrekking, bijzondere bijstand, Fraudebestrijding en handhaving, Armoedebeleid, Schuldhulpverlening). 10 20131105 Consultatieversie Keuzenotitie transitie sociaal domein Lingewaard

Op grond van de wet SUWI en het globale zicht op de Participatiewet zal met andere gemeenten en partners samengewerkt meten worden op de schaal van de zogenoemde Arbeidsmarktregio. Ook bestaande verbanden en verplichtingen (denk aan de Gemeenschappelijke Regeling Presikhaaf Bedrijven) noodzaken tot regionale samenwerking. Tenslotte is het om redenen van efficiency, schaalvoordeel en klantgerichtheid belangrijk om de samenwerking met anderen op te zoeken.

Medio 2012 hebben de gemeenten hiertoe een intentieovereenkomst Samenwerking Werk en Re-integratie regio Arnhem gesloten. In dat kader wordt zoveel mogelijk samengewerkt, afgestemd of proefgedraaid rond de volgende onderwerpen. 1. Werkgeversbenadering en arbeidsmarktinformatie 2. Nieuw beschut werk en Wajong 3. Re-integratietrajecten en Werken met loonwaarden 4. Intake en diagnose, Bestand in beeld en Primair proces 5. Uitkeringsverstrekking, inkomensvoorziening en verordeningen 6. Arbeidsmatige dagbesteding 7. Fraude, handhaving 8. Regionale aanpak jeugdwerkloosheid 9. Samenwerking Onderwijs & Arbeidsmarkt (Regiocontract) 10. Toekomst Presikhaaf Bedrijven (oude SW, BW en AMT)

De decentralisatie Werk en de daarmee gepaard gaande uitbreiding van verantwoordelijkheden en doelgroepen gaat verder dan de simpele invoering van de Participatiewet. Met alle onduidelijkheid over een fenomeen als het Werkbedrijf raakt deze decentralisatie ook uitdrukkelijk aan de vraag welke rol gemeenten voor zichzelf zien weggelegd. Wat voor een gemeente wil men zijn, en wie moet belast zijn met de uitvoering van de diverse onderdelen. Deze vragen beantwoorden we in 2014 aan de hand van de keuzes in deze notitie. De beantwoording van deze vragen heeft onvermijdelijk gevolgen voor de gemeentelijke organisatie, voor die van de gemeenschappelijke Sociale Werkvoorziening en andere partners in dit werkveld!

11 20131105 Consultatieversie Keuzenotitie transitie sociaal domein Lingewaard

5. Visie en uitgangspunten
De koers van de voorgenomen overheveling van taken naar gemeenten is al langer bekend, ook al zijn de precieze randvoorwaarden en wettelijke verankering nog niet klaar. Ter voorbereiding op de verwachte overheveling van taken naar de gemeente heeft de gemeenteraad van Lingewaard in een aantal documenten vastgelegd welke inhoudelijke uitgangspunten de gemeente hanteert bij de ondersteuning van inwoners: Sociale Visie 2022 Brugdocument Ruimte Samen Delen Ambities sociaal domein 2015 Wmo-beleidsplan 2012-2015 Strategisch arbeidsmarktbeleid Visie Doorgaande Ontwikkelingslijn 0-27 jaar, 2014-2017 regionale visie zorg voor jeugd regionale en lokale visie begeleiding Centraal uitgangspunt in alle notities is dat de werkwijze van de huidige taken van de gemeente voor maatschappelijke ondersteuning wordt toegepast op de nieuwe verantwoordelijkheden in het sociale domein. De invulling van de nieuwe taken in het sociale domein bouwt dus voort op de bestaande uitgangspunten en beleidskeuzes van de gemeente Lingewaard. In de bijlage vindt u een overzicht van de kernpunten van deze documenten. Op visieniveau is het centrale thema naar vermogen meedoen aan de samenleving. In Lingewaard hanteren we hiervoor het motto Iedereen doet mee en iedereen doet ertoe!. De gemeenteraad van Lingewaard heeft in de jaren 2011 en 2012 in diverse documenten haar visie op dit domein vastgelegd, waarbij tevens is uitgesproken dat deze uitgangspunten ook gelden voor de verwachte nieuwe taken bij de gemeente.

Uitgangspunten
Vanuit de bovengenoemde documenten hanteren wij voor Lingewaard de volgende uitgangspunten bij het vorm geven van de nieuwe verantwoordelijkheden als gevolg van de transities in het sociale domein. Leidend principe is de rolverdeling tussen burgers, maatschappelijk middenveld en gemeente zoals weergegeven in onderstaand schema (een toelichting op dit schema vindt u in de bijlage).

12 20131105 Consultatieversie Keuzenotitie transitie sociaal domein Lingewaard

1. Iedereen kan naar vermogen meedoen aan de samenleving, iedereen doet ertoe 2. De gemeente hanteert een integrale benadering om synergie te creren en overlap te voorkomen: o integrale beleidsontwikkeling o integrale toegang o integrale vraagverheldering o integraal ondersteuningsplan / integrale arrangementen o bundeling geldstromen (ongeoormerkt) 3. De gemeente Lingewaard versterkt de nulde lijn als basis waarop de samenleving functioneert, door: o beroep te doen op de verantwoordelijkheid van mensen voor hun eigen leven; o de eigen kracht van mensen en gezamenlijke kracht van groepen te benutten; o de inzet van informele netwerken te stimuleren; o een inclusieve benadering te hanteren bij de vormgeving van de lokale infrastructuur (sociaal, ruimtelijk, digitaal), dat wil zeggen dat ook mensen met beperkingen van de algemene voorzieningen gebruik moeten kunnen maken. 4. De gemeente versterkt de eerste lijn als spil waaromheen de maatschappelijke ondersteuning draait, door: o een vraagverhelderingsgesprek te voeren met iedere inwoner die ondersteuning vraagt. Dit gesprek is een middel om de vraag te verhelderen, het beoogde resultaat van ondersteuning te formuleren en de ondersteuning te regelen. Daarbij wordt uitdrukkelijk ook gekeken naar de eigen mogelijkheden van mensen en hun netwerken en naar oplossingen die algemene voorzieningen kunnen bieden; o de zelfregie van inwoners zo veel mogelijk in tact te laten of te versterken; o maatwerk te leveren per persoon / per huishouden; o vorm te geven aan wederkerigheid; o ondersteuning te regelen dichtbij de burger; o ondersteuning aan te laten sluiten op lokale netwerken; o informele en formele ondersteuning op elkaar afstemmen; o collectieve en individuele voorzieningen op elkaar afstemmen. 5. De gemeente zet in op vermindering van de inzet van specialisten uit de tweede lijn door te normaliseren en te ontzorgen. Specialistische ondersteuning is zo tijdelijk mogelijk en gericht op terugkeer naar eerste of nulde lijn met behoud van regie over eigen leven. Vanuit deze uitgangspunten zetten we sinds 2012 stappen naar een nieuwe infrastructuur voor maatschappelijke ondersteuning in Lingewaard. Met de aanstaande overdracht van taken naar de gemeente, intensiveren we deze aanpak en zoeken we sterker de samenwerking met onze inwoners en maatschappelijke partners. In het volgende hoofdstuk gaan we hier dieper op in.

13 20131105 Consultatieversie Keuzenotitie transitie sociaal domein Lingewaard

6. Ambities en proces

Integrale aanpak
Binnen de gemeente Lingewaard is gekozen om de veranderingen in het sociale domein integraal op te pakken. De uitgangspunten uit hoofdstuk zes vormen hier de kern van. We kiezen er niet voor om eerst de rijkstaken lineair over te nemen (met substantile kortingen), om pas daarna aan vernieuwing te gaan werken. Mede om die reden zijn vanaf eind 2012, in regionale samenwerking, verschillende proeftuinen ingericht.

Gefaseerde transformatie
De opgaven waar we voor staan zijn niet alleen van inhoudelijke aard. We hebben ook de opdracht om nieuwe en bestaande taken binnen nieuwe budgettaire kaders uit te voeren. Ten opzichte van de budgetten zoals tot nu toe gehanteerd door het Rijk, gaat het om forse bezuinigingen oplopend tot circa 25% per wet. Daarnaast wordt bezuinigd op het bestaande gemeentelijke budget voor hulp bij het huishouden. Ook voor de taken die nu al onder de verantwoordelijkheid van de gemeente vallen geldt een taakstelling. De komende jaren krijgt de gemeente te maken met een groot aantal nieuwe uitvoerders in het sociaal domein, die samen met de reeds bestaande aanbieders binnen de nieuwe kaders hun opdracht gaan uitvoeren. Het vraagt veel van alle betrokken partijen om inwoners met een vraag de juiste ondersteuning op maat te leveren. Een zorgvuldige aanpak van de overgang van 2014 naar 2015 is cruciaal voor de continuteit in ondersteuning van de huidige gebruikers van de betreffende voorzieningen. De impact van deze decentralisaties is veel groter dan de invoering van de Wmo in 2007. Dat vraagt om zorgvuldigheid jegens de bestaande clinten, een goed samenspel met de betrokken maatschappelijke organisaties en een heldere communicatie naar onze burgers. Het doel is voor het jaar 2015 (en zo nodig voor specifieke onderdelen voor het jaar 2016) een overgangssituatie te creren waarin duidelijk is wanneer en op welke wijze veranderingen worden doorgevoerd en die zich van meet af aan zal moeten begeven binnen de dan geldende financile kaders. Dit gegeven zal ongetwijfeld een spanningsveld opleveren en een aantal risicos kennen.

Burgerparticipatie
Onze huidige beleidskaders zijn in samenspraak met onze maatschappelijke partners en inwoners tot stand gekomen. Tijdens deze sessies alsmede tijdens de keukentafeltour in 2012 en het debat over jeugd in september 2013 bleek dat er draagvlak onder onze inwoners en partners is voor de uitgangspunten. Daarbij werd benadrukt dat er grenzen zijn aan wat mensen met hun eigen netwerk kunnen oplossen. Daarom moet er altijd sprake zijn van maatwerk n een vangnet. Daarnaast kwam in alle kernen van Lingewaard sterk de vraag naar voren naar een makelaar tussen vraag en aanbod en een plek waar je in vertrouwen met je probleem naar toe kunt.

14 20131105 Consultatieversie Keuzenotitie transitie sociaal domein Lingewaard

Op 6 november 2013 organiseren we een bijeenkomst waarin we burgers, partners, clintvertegenwoordigers en andere genteresseerden informeren over de veranderingen die de decentralisaties tot gevolg hebben. We vragen hen om hierover met ons mee te blijven denken en ons van input te blijven voorzien.

Regionale samenwerking
Twaalf gemeenten in de regio Arnhem werken met elkaar samen rondom de transformatie van het sociale domein, inclusief de inbedding van de decentralisaties. Dit zijn de gemeenten Arnhem, Doesburg, Duiven, Lingewaard, Overbetuwe, Renkum, Rheden, Rozendaal, Rijnwaarden, Wageningen, Westervoort, Zevenaar. De gemeenten staat een samenhangend beleid in het sociaal domein voor ogen en ze zetten in op voldoende uitvoeringskracht voor de decentralisaties waarbij er ruimte is voor de lokale invulling van de uitvoering. Voor sommige onderdelen in het sociaal domein is regionale samenwerking verplicht, bijvoorbeeld rondom de werkgeversdienstverlening in het kader van de decentralisatie Werk/Participatiewet of het opstellen van een regionaal transitiearrangement jeugdzorg.

Onderdelen regionale samenwerking sociaal domein Regionale Sociale Visie, vastgesteld door de regiogemeenten in september 2013. De regionale sociale visie is te vinden op de website www.lingewaard.nl. Proeftuinen: vanaf 1 april 2013 zijn er in de regio Arnhem ongeveer 30 proeftuinen gestart. Niet alle gemeenten kunnen op alle onderdelen experimenteren en ervaringen opdoen. Door dit gezamenlijk aan te pakken wordt het geheel meer dan de som der delen en ontstaat er een regionale leeromgeving. Intentieverklaring: eind september 2013 is een intentieverklaring ondertekend door de gemeenten in de regio Arnhem en maatschappelijke organisaties. De intentieverklaring gaat in op de uitgangspunten voor de gezamenlijke aanpak van de decentralisaties in de regio Arnhem. De intentieverklaring is te vinden op de website www.lingewaard.nl De regio Arnhem heeft een transitiearrangement jeugdzorg opgesteld (wettelijk verplicht), dat inzicht biedt in de continuteit van zorg voor clinten. Momenteel verkennen de regiogemeenten of er daarnaast regionaal ook een transitiearrangement voor de Awbz/Wmo wordt opgesteld. Opstellen regionale werkagenda: De twaalf gemeenten gaan de komende periode afspraken maken over het regionale sturingsmodel. Het is belangrijk dat er goede afspraken komen over de bestuurlijke samenwerking op het regionale niveau inclusief de formele relatie met de aanbieders daarvan (inkoop, contractering, tarieven, budgetten, verantwoording, etc). Daarbij moet duidelijk worden over welke vormen van zorg het gaat en hoe de verantwoordelijkheid daarvoor door de gemeenten gezamenlijk wordt gedragen. De afspraken hierover worden opgenomen in de lokale uitvoeringsprogrammas in 2014. Tijdelijke projectorganisatie: sinds 1 oktober 2013 is er een projectorganisatie gestart die de regionale samenwerking op het sociaal domein ondersteunt.

15 20131105 Consultatieversie Keuzenotitie transitie sociaal domein Lingewaard

7. Aanpak
De uitgangspunten uit hoofdstuk 5 zijn bepalend voor de inrichting van een lokale sociale infrastructuur, waarbinnen inwoners van Lingewaard hun leven zo zelfstandig mogelijk kunnen vormgeven. Binnen die infrastructuur moet de volledige maatschappelijke ondersteuning een logische plek krijgen. Dit betekent dat de gemeente keuzes moet maken op het gebied van de toegang tot ondersteuning, de invulling van de ondersteuning, het contracteren van aanbieders van ondersteuning en de verantwoording over de inzet van middelen. Juist vanwege de keuze om vanuit n visie integraal te gaan werken, zal niet alles hetzelfde kunnen blijven als nu. Daarnaast zijn de financile kaders aanleiding om een andere aanpak te kiezen. In dit hoofdstuk vertalen we onze uitgangspunten naar principekeuzes voor de inrichting van een nieuwe, toekomstbestendige infrastructuur.

Zelfredzaamheid en participatie als basis


In aansluiting op de concept wetsteksten voor de Wmo 2015 en de Jeugdwet, gaan we uit van een verantwoordelijkheidsverdeling waarbij het primaat voor zelfredzaamheid en participatie ligt bij onze inwoners en hun sociale omgeving. We gaan uit van de kracht van de burger om op eigen wijze vorm te geven aan het dagelijks leven. Als door bepaalde beperkingen een inwoner dat zelf niet kan, kan een beroep worden gedaan op algemene voorzieningen en, als dat noodzakelijk is, op individuele specialistische (maatwerk) voorzieningen. In onze nieuwe aanpak gaan we uit van het wederkerigheidsbeginsel. Het uitgangspunt is dat iedereen, ook inwoners die voor hun zelfredzaamheid ondersteuning nodig hebben, mee kan blijven doen aan de samenleving en daaraan een bijdrage kan leveren. Het perspectief hierbij is dat, bijvoorbeeld met behoud van uitkering, een traject van versterking van kennis en vaardigheden wordt ingezet.

16 20131105 Consultatieversie Keuzenotitie transitie sociaal domein Lingewaard

Het is hierbij belangrijk te onderkennen dat dit niet een eenzijdige, volgordelijke betekenis heeft. Het uitgangspunt is dat per persoon gekeken wordt wat nodig is. In de praktijk zullen bijvoorbeeld algemene en specialistische voorzieningen juist zodanig moeten functioneren dat zij het zelforganiserend en zelfherstellend vermogen van mensen versterken. Dat betekent dat algemene en individuele voorzieningen niet pas in beeld moeten komen als mensen zijn vastgelopen, maar dat zij een functie hebben om te voorkomen dat mensen vastlopen. Wij waarborgen een continum van zorg, dat zich uitstrekt van basisvoorzieningen voor iedereen tot zware specialistische hulpverlening voor een kleine groep met ernstige problematiek en weer waar mogelijk afbouwend naar een lichtere vorm van ondersteuning. Wij gaan hierbij uit van de landelijk veel gehanteerde verdeling in de regiemogelijkheden van inwoners2: ongeveer 80% van de inwoners voert volledig regie over het eigen leven, 15% heeft (tijdelijk) verminderde regiemogelijkheden en zon 5% van de inwoners heeft geen eigen regie. De mate van regie bepaalt dan welke ondersteuning er nodig is en/of wat inwoners kunnen betekenen voor anderen. 80% van de mensen heeft eigen oplossingen voor problemen, doet mee in de samenleving en kan ook anderen ondersteunen. Voor zover mensen professionele ondersteuning nodig hebben, kunnen zij dat ook zelf organiseren. De gemeente stimuleert de initiatieven van deze mensen, zonder ze over te nemen en, daar waar belemmeringen voor het uitoefenen van de eigen regie bestaan, levert een bijdrage om deze belemmeringen weg te nemen. Voor de groep van 15% met minder regie mogelijkheden geldt dat niet. Deze groep mensen heeft vaak te maken met problemen op meerdere terreinen en van daaruit ook met meerdere hulpverleners. De inzet van ondersteuning gebeurt vanuit het principe van n plan, n hulpverlener. Ook al zijn meerdere dienstverleners betrokken, altijd wordt gestreefd dat er slechts n aanspreekpunt is voor de hulpvrager(s), dat helpt bij het herwinnen van de eigen regie. Daarbij is het de doelstelling om onnodige opschaling naar dure specialistische vormen van ondersteuning te voorkomen en zoveel mogelijk oplossingen te zoeken in de eigen omgeving van mensen. Specialistische inzet is soms ook vroegtijdig nodig, maar dit draagt altijd bij aan de (hernieuwde) ondersteuning in de eigen woon- en leefsituatie. Daarom werken professionals dicht bij de burgers en zijn zij herkenbaar en aanspreekbaar, ook als problemen achter de rug zijn of opnieuw de kop op steken. Een groep inwoners van naar schatting circa 5%, heeft tijdelijk en soms structureel weinig of geen eigen regiemogelijkheden. Voor deze groep mensen zijn vormen van langdurige zorg en ondersteuning, soms overname van de regie, zoals bemoeizorg, langdurige (woon-) begeleiding of jeugdbescherming noodzakelijk. Ook bij deze zwaardere ondersteuning is het streven om dit zoveel mogelijk in of rond de thuissituatie aan te bieden.

Uit diverse onderzoeken komt Lingewaard naar voren als een gemeente met gemiddelde problematiek.

17 20131105 Consultatieversie Keuzenotitie transitie sociaal domein Lingewaard

Keuze 1:

Versterken van zelfredzaamheid en participatie

We sluiten aan bij het zelforganiserend vermogen van burgers, eigen oplossingen, inzet van het sociale netwerk, algemene en individuele voorzieningen. Soms ook in de vorm van vroegtijdige inzet van specialistische hulp.

Keuze 2:

Ruimte voor vernieuwing

Om zelfredzaamheid en participatie te stimuleren is vernieuwing vanuit burgerkracht nodig. We kiezen voor nieuwe manieren van werken met meer ruimte voor burgerinitiatieven, innovatieve (nieuwe) aanbieders en ZZP'ers en met inzet van ervaringsdeskundigen.

Keuze 3:

Zorg en ondersteuning waar nodig

Er zijn grenzen aan zelfredzaamheid. Als inwoners weinig of geen mogelijkheden hebben voor eigen regie, kunnen ze rekenen op zorg en ondersteuning.

Integrale aanpak op de juiste schaal


Elke specifieke decentralisatie brengt nieuwe wettelijke verantwoordelijkheden met zich mee. Die zullen we vanaf 2015 gaan uitvoeren. Onze ambitie gaat echter verder. We gaan zoveel mogelijk uit van de integrale aanpak van de verschillende decentralisaties. Niet meer denken in aparte wetten of regelingen maar vertrekken bij de vraag van onze inwoners op het brede sociale domein. We integreren de verschillende vormen van dienstverlening tot een optimale mix van de juiste schaal en de juiste inhoudelijke aanpak. In onze keuze voor de juiste schaal vertrekken we bij de directe leefomgeving van onze inwoners. Als mensen een vraag of probleem hebben, is het prettig als zij dicht in de buurt geholpen kunnen worden. Deze aanpak biedt ook de meeste mogelijkheden om aan te haken bij het eigen netwerk van inwoners en de voorzieningen die in de eigen buurt zijn. In Doornenburg doen we ervaring op met samenwerking binnen een sociaal wijkteam in aansluiting op een participatiepunt in het dorp. Daarnaast zetten we vanuit het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) en het Lokaal Zorgnetwerk (LZN) sinds 2011 in op een integrale aanpak binnen het netwerk van samenwerkingspartners. Wij evalueren in 2014 de ervaringen vanuit beide trajecten. Op basis daarvan kiezen we in 2014 met onze samenwerkingspartners de juiste samenwerkingsvorm met bijpassend schaalniveau voor de uitvoering vanaf 2015. Ook in de samenwerking met de regiogemeenten wordt in het eerste kwartaal van 2014 bepaald welke taken op welke schaal belegd worden. Wij hanteren vanuit Lingewaard het uitgangspunt: lokaal regelen wat kn, (boven)regionaal regelen wat moet. Onze eerste focus ligt bij het versterken van de basisstructuur voor de ondersteuning van inwoners van Lingewaard op lokaal niveau. Op lokaal niveau brengen we de nulde-, eersteen tweedelijn met elkaar in verbinding. Dat wat lokaal niet effectief of efficint geregeld kan worden, lossen we (boven)regionaal op.

18 20131105 Consultatieversie Keuzenotitie transitie sociaal domein Lingewaard

Keuze 4: Doelmatig georganiseerde ondersteuning dicht bij de burger De uitvoering van zorg en ondersteuning vindt lokaal, als maatwerk in de leefomgeving van inwoners plaats. Wij organiseren de ondersteuning op niveau van de gemeente Lingewaard en daarbinnen op kern- of wijkniveau. Alleen waar nodig wordt gezamenlijke inkoop en sturing (boven)regionaal georganiseerd.

Van vraag tot resultaat vanuit het perspectief van inwoners


Vanuit het centrale uitgangspunt n huishouden, n plan, n regisseur wordt de zorg en maatschappelijke ondersteuning effectief georganiseerd. Inwoners van Lingewaard krijgen niet meer te maken met langs elkaar heen werkende professionals. Ook instanties, die op dit moment verantwoordelijk zijn voor het bepalen van de toegang tot bepaalde voorzieningen, gaan vanuit hetzelfde kader van vraagverheldering werken. Op dit moment is de toegang tot ondersteuning verschillend geregeld per taak of werkveld. Voor de gemeentelijke taken hebben wij op dit moment n toegangspoort, waarbij we samenwerken met onze kernpartners. Bij de overheveling van de nieuwe taken naar de gemeente, willen we toe naar n werkwijze voor het hele sociale domein. Vanuit de verschillende uitgangsposities zijn meerdere invalshoeken mogelijk; d oplossing bestaat niet. De route naar een eenduidige werkwijze is mede afhankelijk van de opgave per decentralisatie en moet daardoor rekening houden met verschillen in tijd, tempo, groei en route. Factoren hierbij zijn wetten en regels, verplichtingen en afspraken vanuit de huidige situatie, overgangstermijnen, bestaande structuren, specialisme en frequentie gebruik, geschiedenis en het risico om in het verleden behaalde successen te verspelen. We kiezen daarom voor een gefaseerde overgang, om niet het kind met het badwater weg te gooien. Ons kompas bij het omvormen van de toegang is een beoogde cultuurverandering bij onze eigen medewerkers en bij medewerkers en vrijwilligers van onze maatschappelijke partners, volgens onderstaande verschuiving:

19 20131105 Consultatieversie Keuzenotitie transitie sociaal domein Lingewaard

Toegang Inwoners moeten op een voor hen logische plek met hun vraag terecht kunnen en op die plek ook zo goed mogelijk antwoord krijgen. Dit betekent dat vragen zowel centraal (gemeente) als decentraal binnen komen. Om dit doel te bereiken willen wij samen met alle maatschappelijke organisaties een netwerk vormen. Hierbij benutten we de mogelijkheden van digitale dienstverlening. Vanuit deze keuzes is het niet nodig om prioriteiten tussen doelgroepen te stellen. Dit past bij ons motto: Iedereen doet mee en iedereen doet ertoe. Alle ingangen van het netwerk hebben de taak om de persoon / het gezin met een vraag zo passend mogelijk te ondersteunen, gericht op het behoud van de eigen kracht en zelfregie. Hierbij is expliciet het doel om veelvuldige doorverwijzing te voorkomen. Diegene waarmee de inwoner contact zoekt heeft de verantwoordelijkheid om de vraag te beantwoorden, dan wel te zorgen dat deze door iemand anders wordt beantwoord. Leden van het netwerk verwijzen in principe niet door maar dragen zelf de verantwoordelijkheid voor het beantwoorden van de vraag resp. blijven aanspreekpunt voor de burger. Professionals werken in de toekomst samen in wijk- of kerngerichte multidisciplinaire teams, waarin sprake is van een samenspel tussen gemeente, maatschappelijke partners en inwoners.

Vraagverheldering Een medewerker vanuit het netwerk / team brengt de volledige situatie in beeld door middel van een vraagverhelderend gesprek. Ons streven is om een uniforme werkwijze c.q. zelfde benadering toe te passen op alle verzoeken om ondersteuning van inwoners van Lingewaard. Dit geldt zowel voor de vragen die bij de gemeente binnen komen, als voor vragen die bij partners in het netwerk binnen komen. Daarnaast hebben de medewerkers van dit netwerk een taak om preventief en proactief te werken (signalering). Instrumenten bij de vraagverheldering zijn de (digitale) sociale kaart van Lingewaard en een instrument om de zelfredzaamheid, ontwikkelperspectief en ondersteuningsbehoefte op alle leefdomeinen in beeld te brengen. De instrumenten vormen uitdrukkelijk gn blauwdruk, maar zijn een hulpmiddel om iemands specifieke situatie in beeld te brengen en daarop ondersteuning op maat te kunnen organiseren. Wij kiezen vanuit het uitgangspunt van een integrale benadering vooralsnog voor het model van de zelfredzaamheidmatrix van de GGD Amsterdam, mede vanwege de noodzakelijke afstemming binnen de regio Arnhem. Deze matrix is levensbreed (vertaald in 11 domeinen) en kent per domein vijf niveaus van zelfredzaamheid (zie de bijlage voor de matrix). Voor specifieke doelgroepen (gezinnen, mensen met licht verstandelijke beperking) bestaan matrixen met uitgebreidere c.q. aangepaste domeinen. Of we het instrument van de ZRM definitief hanteren verkennen we in 2014, onder andere vanuit de proeftuin met het sociaal wijkteam Doornenburg en de regionale ervaringen vanuit andere proeftuinen.

20 20131105 Consultatieversie Keuzenotitie transitie sociaal domein Lingewaard

Criteria voor de definitieve keuze zijn: Het instrument moet door een diverse groep medewerkers goed te gebruiken zijn. In het instrument moet de gekantelde benadering (eigen kracht en mogelijkheden voorop) uitgaande van de vraag van de inwoner uitgangspunt zijn. Het instrument moet, naast de behoefte aan ondersteuning, tevens zicht geven op het ontwikkelingsperspectief van de inwoner en versterking van het ontwikkelingsproces. Binnen het instrument moet er ruimte zijn voor maatwerk en creativiteit van de professional. Dit instrument moet aansluiten bij bewezen instrumenten die Lingewaard al gebruikt. Het instrument is geen beslismodel!

Ondersteuningsplan Als het nodig is om ondersteuning te bieden, wordt er n plan opgesteld dat alle acties op alle relevante leefdomeinen omvat. Er komt per situatie n casemanager die contactpersoon is voor de betreffende inwoner en die achter de schermen regelt wat nodig is. Het ondersteuningsplan is maatwerk, gericht op het bereiken van het beste resultaat voor die betreffende persoon. Daarvoor investeren we in een mentaliteitsverandering, zowel binnen de gemeente als bij maatschappelijke partners als bij onze inwoners. Het gaat er om dt te organiseren wat nodig is voor die betreffende persoon om zo zelfstandig mogelijk te wonen, leven en deel te nemen aan de samenleving, uitgaand van zelfregie of met inzet van de sociale omgeving. Dat kan voor elk individu anders zijn. De inwoner is zelf eigenaar van het plan en voert zoveel mogelijk de regie over diens eigen leven. Regievoering is niet voor alle inwoners mogelijk. Indien iemand hier zelf niet (voldoende) toe in staat is, heeft de casemanager een grotere rol, in samenspraak met iemand die namens/met de betreffende inwoner (bijv. voogd, bewindvoerder, naast familielid) optreedt. De uitkomsten van de gesprekken en de afspraken met inwoners worden geregistreerd in informatiesystemen die gebaseerd zijn op een gezamenlijk (regionaal en mogelijk landelijk) ontwikkelde informatie architectuur die aansluit bij al ontwikkelde instrumenten in Lingewaard. De netwerkpartners kunnen informatie uitwisselen binnen de kaders die de privacywetgeving hiervoor stelt. Zo nodig worden hier aanvullende afspraken over gemaakt. In bijlage 2 vindt u een stroomschema van de route van vraag naar resultaat. Keuze 5: Het lokale netwerk is de ingang voor ondersteuning

We organiseren de toegang tot ondersteuning op lokaal niveau, dicht bij de inwoners. In het ideale geval kunnen burgers hun vraag stellen aan de organisatie die voor hen het gemakkelijkst is te bereiken.

21 20131105 Consultatieversie Keuzenotitie transitie sociaal domein Lingewaard

Keuze 6:

Het vraagverhelderend gesprek is het startpunt voor ondersteuning

We gebruiken een uniforme werkwijze en uniforme instrument(en) voor integrale vraagverheldering en het maken van het ondersteuningsplan.

Keuze 7: Een ondersteuningsplan omvat alle acties op alle relevante leefdomeinen Er komt n ondersteuningsplan per huishouden (individu of gezin). Het plan is van de inwoner / het gezin, niet van de professional. In het plan gaan we uit van te behalen resultaten rond zelfredzaamheid en participatie op alle relevante leefdomeinen. Het plan is maatwerk. Wederkerigheid is onderdeel van het plan. Er is ruimte voor creatieve oplossingen.

Keuze 8: Altijd n casemanager Per ondersteuningsplan is er n casemanager die het proces blijvend volgt en de kaders bewaakt (inhoudelijk en financieel). Inwoners kunnen rekenen op n professional die het plan blijft volgen. De casemanager wordt geleverd door de organisatie die het grootste aandeel in de ondersteuning levert of die de beste ingang heeft bij de inwoner.

Clintondersteuning en vertrouwenspersoon Vanuit de nieuwe Wmo krijgt de gemeente naar verwachting de taak om clintondersteuning voor alle inwoners beschikbaar te maken en daarnaast op ieder moment van de dag telefonisch of elektronisch anoniem een luisterend oor en advies beschikbaar te stellen. Vanuit de nieuwe Jeugdwet moet de gemeente ervoor zorgen dat jeugdigen, ouders, pleegouders of netwerkpleegouders een beroep kunnen doen op een vertrouwenspersoon. Deze persoon is onafhankelijk en ondersteunt inwoners op hun verzoek bij aangelegenheden die samenhangen met de wettelijke taken en verantwoordelijkheden van de gemeente, de jeugdhulpaanbieder, de gecertificeerde instelling en het advies- en meldpunt huiselijk geweld en kindermishandeling. We onderzoeken in 2014 hoe we de functies clintondersteuning en vertrouwenspersoon invullen, zo mogelijk in onderlinge samenhang. Dit koppelen we bij voorkeur aan een algemene informatiefunctie. Alle organisaties hebben vaak een eigen informatie- en adviesfunctie. Ons streven is om deze functies in de toekomst te bundelen en digitaal met elkaar te verbinden, waarbij de afzonderlijke organisaties verantwoordelijk zijn voor het upto-date houden van de informatie.

Keuze 9:

Informatie en advies

Er komt een onafhankelijke informatie- en adviesfunctie die beschikbaar is via verschillende kanalen (in de wijk, website, telefonisch), onder regie van de gemeente. 22 20131105 Consultatieversie Keuzenotitie transitie sociaal domein Lingewaard

Aansluiting op eerstelijnsgezondheidszorg De gemeente krijgt door de decentralisaties meerdere nieuwe verantwoordelijkheden, onder andere op het gebied van zorg. De ondersteuning van de gemeente moet aansluiten op de ondersteuning en zorg die onder verantwoordelijkheid van andere partijen geleverd wordt, vanuit de Zorgverzekeringswet (Zvw) en de nieuwe Wet Langdurige Intensieve Zorg (LIZ). Zowel vanuit de Jeugdwet als de nieuwe Wmo willen wij in 2014 met zorgverzekeraars en zorgverleners afspraken maken over een zo goed mogelijk afgestemde ondersteuning aan inwoners. De centrale vraag is hoe de maatschappelijke ondersteuning en medische zorg op elkaar kunnen aansluiten. We zoeken daarbij naar wat gemeente en zorgaanbieders voor elkaar kunnen betekenen met als doel voor inwoners de hulp/zorg zo adequaat en passend mogelijk te verlenen.

Keuze 10: Aansluiting op eerstelijnsgezondheidszorg Wij gaan in gesprek met artsen in Lingewaard om tot een goede afstemming te komen tussen maatschappelijke ondersteuning en medische zorg. Wij gaan tevens in gesprek met de zorgverzekeraar over de benodigde randvoorwaarden.

Preventie en signalering
Gezondheid Gezondheid kan, in het licht van de focus op zelfredzaamheid, niet meer als een op zichzelf staande waarde worden gezien, maar moet gezien worden als een belangrijke voorwaarde voor en basis van zelfredzaamheid en participatie. Een goede gezondheid heeft heel veel te maken met een gezonde leefstijl. Mensen zijn zelf verantwoordelijk voor de keuzes die zij maken over hun leven. De landelijke nota gezondheidsbeleid Gezondheid Dichtbij formuleert de uitdaging dat mensen meer de mogelijkheid moeten krijgen om zelf voor een gezond leven te kiezen; de keuze voor een gezonde leefstijl moet de makkelijke keuze zijn. In ons lokaal gezondheidsbeleid Lingewaard 2012-2014 hebben we speerpunten benoemd om in preventieve sfeer bij te dragen aan de gezondheid en zelfredzaamheid van onze inwoners.

Huiselijk geweld en kindermishandeling Preventief handelen ter voorkoming van huiselijk geweld en kindermishandeling, is niet nieuw. Toch hebben de meeste gemeenten hierop geen specifiek beleid ontwikkeld, mede omdat de middelen hiervoor via centrumgemeenten worden verdeeld (onder de noemer vrouwenopvang). Het lijkt erop dat de rijksoverheid de constructie met de centrumgemeenten wil handhaven. Daarbij is mogelijk wel een herverdeling van middelen aan de orde. Naar het zich laat aanzien pakt dit voor Gelderland en met name voor onze regio, negatief uit.

23 20131105 Consultatieversie Keuzenotitie transitie sociaal domein Lingewaard

In het kader van de bestrijding van huiselijk geweld en kindermishandeling, is met ingang van 1 juli 2013 de zogenaamde meldcode voor alle organisaties die met kinderen werken, verplicht geworden. Momenteel wordt hierover een regionale visie voorbereid, die begin 2014 aan de raden binnen de regio wordt voorgelegd. De hieruit voortvloeiende actiepunten worden ingebed in de totale aanpak van de transformatie van het sociale domein in de regio, uitgaande van n huishouden, n plan, n regie, ook op school. Onderdeel hiervan is de samenvoeging van het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK) en het Steunpunt Huiselijk Geweld (SHG) tot n Advies- en Meldpunt Huiselijk geweld en Kindermishandeling (AMHK), dat voor een deel betaald moet worden vanuit de middelen voor gedecentraliseerde jeugdzorg/hulpverlening.

24 20131105 Consultatieversie Keuzenotitie transitie sociaal domein Lingewaard

8. Sturing en bekostiging
In dit hoofdstuk gaan wij in op het sturingsmodel voor onze eigen regievoering en op de bekostiging van de ondersteuning van inwoners. Bij de aansturing en bekostiging sluiten we aan bij de verschillende regiemogelijkheden van mensen, zoals aangegeven in de piramide van ondersteuning en de cirkels van verantwoordelijkheid in de vorige hoofdstukken.

Sturingsmodel
Bij de uitvoering van onze huidige verantwoordelijkheden opereren wij op het snijvlak van eigen beheer en samenwerking. In de toekomst willen we naar een situatie waarin meer ruimte is voor eigen initiatieven van inwoners, onder regie van inwoners en met ondersteuning door vrijwilligers en professionals. Om dit doel te bereiken, gaan wij uit een proces van co-creatie, waarbinnen de gemeente de regie voert over de ondersteuningsinfrastructuur. Onder co-creatie verstaan wij samenwerking in netwerken of netwerksamenwerking, waarbij door verschillende partijen wordt bijgedragen aan een gezamenlijk resultaat. Co-creatie kan plaatsvinden op verschillende momenten in het proces. In de meest verregaande vorm bepalen de partijen gezamenlijk de agenda, doelen en uitvoering. In de minst verregaande vorm is het ook mogelijk dat de partij die de grootste belangen heeft en het meeste risico loopt de agenda en de doelen bepaalt. Het nadenken over de uitvoering kan dan plaatsvinden in een proces van co-creatie.

Keuze 11: We bereiden ons op de transities en de (beheerste) transformatie voor in cocreatie met inwoners en maatschappelijke partners. Wij vragen hen om mee te denken en bijdragen te leveren aan de ontwikkeling van de zorgzame samenleving in Lingewaard. De gemeente voert de regie maar daarbij is alle kennis, kunde en inzet nodig van alle betrokkenen om de transformatie van het sociale domein tot stand te brengen. Dit vereist een intensieve samenwerking met inwoners, maatschappelijke organisaties en met de regiogemeenten. Wij geven sturing aan dit co-creatieproces op basis van de volgende principes: - Lokale basisstructuur als vertrekpunt; - Kwaliteit van de maatwerkvoorziening (sturen op resultaat ten aanzien van zelfredzaamheid en participatie van inwoners); - Doelmatigheid op basis van wat nodig is in Lingewaard; - Inkomsten vergroten vanuit eigen bijdragen naar vermogen; - Burgerparticipatie.

Gefaseerde transformatie
Het jaar 2015 is het belangrijke jaar, waarin de gemeentelijke verantwoordelijkheid voor het sociale domein door de invoering van nieuwe wetten (de transitie) een feit is. Het is de ambitie van de gemeente Lingewaard om in het brede sociale domein vernieuwing te realiseren (de transformatie). Dit willen we omdat de invoering van de nieuwe wetten een uitgelezen kans biedt om voor onze burgers een effectieve samenhangende aanpak te realiseren, maar ook omdat een wezenlijke verandering financieel de beste kansen biedt voor het realiseren van een grote doelmatigheidswinst. Dat heeft de voorkeur boven het n25 20131105 Consultatieversie Keuzenotitie transitie sociaal domein Lingewaard

op-n doorvertalen van de (onvermijdelijke) eenzijdige kortingen van het Rijk die gaan plaatsvinden. We moeten immers rekening houden met een bezuiniging van zon 25%. Vanuit het perspectief van deze transformatieopgave is 2015 een beginpunt, maar zeker geen eindpunt. Het is het begin van een verandering die verder doorgaat in het lopende decennium. Om de vernieuwing stapsgewijs te realiseren en dit binnen de nieuwe financile kaders vorm te geven, kiezen we voor een gefaseerde transformatie. We kiezen nadrukkelijk voor een transformatie, vanwege de financile opgave die met de invoering van de nieuwe wetgeving gepaard gaat en de cultuuromslag die gevraagd wordt van maatschappelijke partners, burgers en onszelf. En we kiezen voor een geleidelijke vernieuwing, omdat we de veranderingen in de dienstverlening aan de burgers die zich veelal in een kwetsbare positie bevinden, zorgvuldig willen begeleiden. We zien dit als een meerjarig proces, met het jaar 2017 als belangrijke focus voor de integrale vernieuwing. Dit heeft gevolgen voor het tempo van innoveren: elk jaar dat innovaties als onderdeel van een samenhangende aanpak uitblijven en niet gemplementeerd worden, lopen de financile risicos op. Dat betekent dat we vanaf 2015 de eerste belangrijke stappen (moeten) zetten in de transformatie. De lessen uit proeftuinen in 2014 lopen door in de verdere aanpak vanaf 2015. In deze veranderstrategie van beheerste transformatie, zien we de jaren 2015 en 2016 vooral als overgangsjaren naar de nieuwe situatie in 2017. Maar als we de transformatie eerder kunnen bereiken, doen we dit. Om als gemeente in de transformatie effectief te kunnen opereren zijn naast de sturing op de veranderopgaven bij de (vele) externe maatschappelijke organisaties en organisaties van burgers, parallel een aantal interne veranderopgaven te realiseren. Uitgaande van de regiefunctie van de gemeente is het noodzakelijk dat er ook voor de uitvoerende afdelingen van de gemeente een nieuw dienstverleningsconcept wordt ontwikkeld met de daarbij horende modernisering en aanpassing van de automatiseringsomgeving.

26 20131105 Consultatieversie Keuzenotitie transitie sociaal domein Lingewaard

Keuze 12: We gaan uit van gefaseerde transformatie We kiezen niet alleen voor een transitie, maar ook voor een transformatie. Dit doen we gefaseerd. Hiertoe kiezen we voor een overgangsperiode van 2015 20163. Dat betekent enerzijds dat we in 2015 continuteit bieden aan inwoners die op 31 december 2014 ondersteuning of zorg krijgen vanuit de huidige regelingen, waarbij de continuteit geldt voor het inhoudelijk resultaat en niet per definitie voor de vorm of leverancier. Voor inwoners die zich vanaf 1 januari 2015 met een nieuwe ondersteuningsvraag melden, geldt de nieuwe werkwijze.

Keuze 13: Gemeentelijke organisatie We willen gefaseerd toewerken naar een gemeentelijke organisatie die zich richt op de regievoering. De uitvoering beleggen we in de toekomst waar mogelijk bij maatschappelijke partners. In de transitiefase steken we in op een gezamenlijke uitvoering met maatschappelijke partners.

Bekostiging
In de nieuwe situatie willen we zoveel mogelijk sturen op zelfredzaamheid en participatie. Niet de afgenomen producten staan centraal, maar de resultaten die geboekt worden. Wij willen onderzoeken op welke wijze wij meer ruimte kunnen geven aan nieuwe initiatieven door budgetten te ontschotten en financile middelen te koppelen aan doelen, in plaats van aan concrete activiteiten. De nieuwe opzet van de gemeentelijke programmabegroting is hiervoor het aanknopingspunt. Naast de inhoudelijke resultaten zullen we ook scherp sturen op een doelmatige inzet van de middelen. Dienstverlening wordt zoveel mogelijk laagdrempelig aangeboden. Primair wordt gekeken wat met de inzet van informele netwerken en eigen oplossingen van inwoners bereikt kan worden, waarbij professionele inzet aanvullend en ondersteunend is. Daar waar sprake is van problematiek die zich kan verbreden en verdiepen is vroegtijdige inzet van gerichte specialistische hulp mogelijk zodat burgers weer zelfstandig verder kunnen met ondersteuning van het gebiedsteam. Hiertoe is het nodig om het mandaat te verruimen voor uitvoerenden (intern en bij samenwerkingspartners) op basis van de principes van Welzijn nieuwe stijl.

Voor Jeugdzorg is in het regionaal transitiearrangement voor de regio Arnhem ook het jaar 2016 aangemerkt als overgangsjaar. In ruil daarvoor starten de huidige aanbieders van jeugdzorg al vanaf 2014 met een transformatie van hun aanpak. We onderzoeken in hoeverre dit ook een optie is voor de AWBZ-gefinancierde ondersteuning.

27 20131105 Consultatieversie Keuzenotitie transitie sociaal domein Lingewaard

Randvoorwaarden hiervoor zijn: Alle partijen in het netwerk hanteren dezelfde werkwijze; Partijen delen kennis en informatie (informatievoorziening versus privacy). Laagdrempelig (niet per se fysieke vorm, informele netwerken ook benutten). Vormgeven vanuit de vraag: wat is duidelijk voor inwoners?: geen doorverwijzing maar een antwoord! Zelf (de gemeente) beginnen met het goede voorbeeld en daardoor partners ook in de andere werkwijze meenemen. Dit is een grote ambitie die we alleen kunnen realiseren door in dialoog en onderhandeling te gaan met de partijen die de dienstverlening leveren. In 2013 en 2014 experimenteren we met maatschappelijk aanbesteden binnen het project Sociaal Wijkteam Doornenburg en met losse projectopdrachten op het gebied van opvoedingsondersteuning, waarbij een coalitie van uitvoerende organisaties een gezamenlijke opdracht krijgt voor het leveren van het gewenste resultaat. Daarnaast putten we uit de kennis en ervaringen uit de regionale proeftuinen.

Keuze 14: Bekostiging op basis van maatschappelijk resultaat. Dialoog en onderhandeling met meerdere partijen vormen de basis van contractering vanaf 2015. We zoeken in 2014 naar passende vormen van contractering, waarbij we uitgaan van een gezamenlijke verantwoordelijkheid voor het behalen van de maatschappelijk resultaten in Lingewaard op het niveau van individuele inwoners.

Net zoals onder de huidige Wmo willen we inwoners de mogelijkheid bieden om in geval van gespecialiseerde ondersteuning, te kiezen voor een PGB. Hierdoor vergroten we de keuzevrijheid.

Keuze 15: PGB en keuzevrijheid voor zorg in natura We willen dat een vorm van PGB mogelijk blijft en dat daarnaast keuzevrijheid bij zorg in natura blijft gewaarborgd zonder dat dit leidt tot meerkosten voor de gemeente. We gaan hierbij uit van onze huidige regeling, waarbij rekening gehouden zal worden met de nieuwe wettekst. Daarnaast onderzoeken we in hoeverre de PGB-regeling ruimte kan gaan bieden voor innovatieve toepassingen.

28 20131105 Consultatieversie Keuzenotitie transitie sociaal domein Lingewaard

In geval van gespecialiseerde ondersteuning en maatwerkvoorzieningen hanteren we een eigen bijdrage op basis van wettelijke kaders, toets op inkomen en vermogen. Voor de laagdrempelige ondersteuning in de 1e lijn kan afhankelijk van het inkomen een vergoeding worden gevraagd.

Keuze 16: Eigen bijdrage Voor het gebruik van algemene voorzieningen wordt, afhankelijk van het inkomen, een vergoeding gevraagd. Voor gespecialiseerde zorg en ondersteuning en maatwerkvoorzieningen vragen we een eigen bijdrage op basis van het wettelijk kader.

Monitoring
Om goed regie te kunnen voeren is een onafhankelijke monitoring noodzakelijk binnen het sociale domein. In combinatie met andere relevante beleidsinformatie (inhoudelijk, wettelijke regelgeving en financieel) stelt dat de gemeente in staat om in haar regierol tijdig bij te kunnen sturen. De Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland Midden monitort al diverse gemeentelijke taken en werkt ook aan het beter koppelen van bestaande gegevensbestanden om meer informatie te kunnen verstrekken over populaties en doelgroepen, ook op wijk- of kernniveau. We onderzoeken samen met de VGGM hoe we de bestaande monitoring kunnen verfijnen voor het hele sociale domein.

29 20131105 Consultatieversie Keuzenotitie transitie sociaal domein Lingewaard

9. Financile kaders
De financile kaders zijn voor veel nieuwe taken alleen nog op hoofdlijnen bekend. Op dit moment is nog onduidelijk welke budgetten en welke taken precies overgaan naar de gemeente. Een voorbeeld hiervan is het recent afgesloten begrotingsakkoord (ook wel Herfstakkoord), daar zitten maatregelen in die los van eerder genoemde kortingen - een extra financile impact kennen. Een ander voorbeeld is de onduidelijkheid rondom de positionering van de taak persoonlijke verzorging binnen de Awbz. De definitieve budgetten worden bekend in het voorjaar van 2014. In deze concept-keuzenotitie presenteren we een aantal keuzes die richtinggevend zijn voor de verdere financile uitwerking in 2014. In de kadernota 2014 wordt het op dat moment bekende financile kader aan de gemeenteraad voorgelegd. In de programmabegroting 2015 zal het kader definitief zijn beslag krijgen (per 1 januari 2015 in een sociaal deelfonds) en meer specifiek een vertaling krijgen op programmaniveau. Het financieel gemeentelijk kader wordt gevormd door een tweetal budgetten: 1. de over te hevelen rijksbudgetten (voor nieuw uit te voeren taken) inclusief de aangekondigde korting en; 2. de gemeentelijke budgetten (voor bestaande taken) inclusief bestaande en aangekondigde taakstellingen met ingang van 2015. Analoog aan de beweging dat het rijk kortingen doorgeeft aan de gemeente, geeft de gemeente kortingen door aan het (beleids)veld. De decentralisaties en bijbehorende ontschotting op inhoud en budget vormen een kans om (een gedeelte van) de kortingen op te vangen. De transitie en de transformatie die daarmee gepaard gaat, geeft mogelijkheden om tot een wezenlijk andere inrichting te komen. Synergievoordelen met financieel effect gaan daarbij ontstaan door de toegang voor inwoners slimmer te organiseren, inschakeling van ondersteuning vanuit (n) regie te doen en inhoudelijke zaken in samenhang te bezien. In de jaarlijkse begrotingscyclus van de gemeenteraad komt de financile doorvertaling van de plannen aan de orde.

Keuze 17: Werken binnen financile gemeentelijke kaders met ingang van 2015 We gaan werken binnen het gemeentelijke financile kader, opgebouwd uit budgetten inclusief kortingen die het rijk ons ter beschikking stelt n op basis van bestaande gemeentelijke budgetten (verminderd met de landelijke kortingen).

30 20131105 Consultatieversie Keuzenotitie transitie sociaal domein Lingewaard

10.

Vervolg

Deze keuzenotitie is een stap in het transitie- en transformatieproces dat ons de komende jaren intensief zal bezighouden. Het is dan ook zeker niet de laatste stap. Het jaar 2014 is een essentieel jaar voor de voorbereidingen om op 1 januari 2015 minimaal klaar te zijn voor het overnemen van de nieuwe taken. Daarna groeien we door naar een samenhangende aanpak voor het gehele sociale domein. De agenda voor de korte termijn (2013) ziet er als volgt uit: November: consultatieperiode over de overkoepelende keuzes aan de hand van deze notitie: o bijeenkomst 6 november 2013 in De Brink in Huissen. o Advisering door de Wmo-adviesraad o Advisering door de Wwb-clintenraad Begin december: opinirende bespreking keuzenotitie met gemeenteraad Definitieve versie in college op 17 december in college, samen met het implementatieplan voor 2014. Vanaf november consultatiebijeenkomsten per decentralisatie Vanaf december 2013: co-creatieproces met lokale en regionale partners Klankbordgroep: 3 keer bijeen tot aan 1 januari 2015

31 20131105 Consultatieversie Keuzenotitie transitie sociaal domein Lingewaard

11.
Keuze 1:

De keuzes op een rij

Versterken van zelfredzaamheid en participatie

We sluiten aan bij het zelforganiserend vermogen van burgers, eigen oplossingen, inzet van het sociale netwerk, algemene en individuele voorzieningen. Soms ook in de vorm van vroegtijdige inzet van specialistische hulp.

Keuze 2:

Ruimte voor vernieuwing

Om zelfredzaamheid en participatie te stimuleren is vernieuwing vanuit burgerkracht nodig. We kiezen voor nieuwe manieren van werken met meer ruimte voor burgerinitiatieven, innovatieve (nieuwe) aanbieders en ZZP'ers en met inzet van ervaringsdeskundigen.

Keuze 3:

Zorg en ondersteuning waar nodig

Er zijn grenzen aan zelfredzaamheid. Als inwoners weinig of geen mogelijkheden hebben voor eigen regie, kunnen ze rekenen op zorg en ondersteuning.

Keuze 4: Doelmatig georganiseerde ondersteuning dicht bij de burger De uitvoering van zorg en ondersteuning vindt lokaal, als maatwerk in de leefomgeving van inwoners plaats. Wij organiseren de ondersteuning op niveau van de gemeente Lingewaard en daarbinnen op kern- of wijkniveau. Alleen waar nodig wordt gezamenlijke inkoop en sturing (boven)regionaal georganiseerd.

Keuze 5:

Het lokale netwerk is de ingang voor ondersteuning

We organiseren de toegang tot ondersteuning op lokaal niveau, dicht bij de inwoners. In het ideale geval kunnen burgers hun vraag stellen aan de organisatie die voor hen het gemakkelijkst is te bereiken.

Keuze 6:

Het vraagverhelderend gesprek is het startpunt voor ondersteuning

We gebruiken een uniforme werkwijze en uniforme instrument(en) voor integrale vraagverheldering en het maken van het ondersteuningsplan.

Keuze 7: Een ondersteuningsplan omvat alle acties op alle relevante leefdomeinen Er komt n ondersteuningsplan per huishouden (individu of gezin). Het plan is van de inwoner / het gezin, niet van de professional. In het plan gaan we uit van te behalen resultaten rond zelfredzaamheid en participatie op alle relevante leefdomeinen. Het plan is maatwerk. Wederkerigheid is onderdeel van het plan. Er is ruimte voor creatieve oplossingen.

32 20131105 Consultatieversie Keuzenotitie transitie sociaal domein Lingewaard

Keuze 8: Altijd n casemanager Per ondersteuningsplan is er n casemanager die het proces blijvend volgt en de kaders bewaakt (inhoudelijk en financieel). Inwoners kunnen rekenen op n professional die het plan blijft volgen. De casemanager wordt geleverd door de organisatie die het grootste aandeel in de ondersteuning levert of die de beste ingang heeft bij de inwoner.

Keuze 9:

Informatie en advies

Er komt een onafhankelijke informatie- en adviesfunctie die beschikbaar is via verschillende kanalen (in de wijk, website, telefonisch), onder regie van de gemeente.

Keuze 10: Aansluiting op eerstelijnsgezondheidszorg Wij gaan in gesprek met artsen in Lingewaard om tot een goede afstemming te komen tussen maatschappelijke ondersteuning en medische zorg. Wij gaan tevens in gesprek met de zorgverzekeraar over de benodigde randvoorwaarden.

Keuze 11: We bereiden ons op de transities en de (beheerste) transformatie voor in co-creatie met inwoners en maatschappelijke partners. Wij vragen hen om mee te denken en bijdragen te leveren aan de ontwikkeling van de zorgzame samenleving in Lingewaard. De gemeente voert de regie maar daarbij is alle kennis, kunde en inzet nodig van alle betrokkenen om de transformatie van het sociale domein tot stand te brengen. Dit vereist een intensieve samenwerking met inwoners, maatschappelijke organisaties en met de regiogemeenten.

Keuze 12: We gaan uit van gefaseerde transformatie We kiezen niet alleen voor een transitie, maar ook voor een transformatie. Dit doen we gefaseerd. 4 Hiertoe kiezen we voor een overgangsperiode van 2015 2016 . Dat betekent enerzijds dat we in 2015 continuteit bieden aan inwoners die op 31 december 2014 ondersteuning of zorg krijgen vanuit de huidige regelingen, waarbij de continuteit geldt voor het inhoudelijk resultaat en niet per definitie voor de vorm of leverancier. Voor inwoners die zich vanaf 1 januari 2015 met een nieuwe ondersteuningsvraag melden, geldt de nieuwe werkwijze.

Keuze 13: Gemeentelijke organisatie We willen gefaseerd toewerken naar een gemeentelijke organisatie die zich richt op de regievoering. De uitvoering beleggen we in de toekomst waar mogelijk bij maatschappelijke partners. In de transitiefase steken we in op een gezamenlijke uitvoering met maatschappelijke partners.

Voor Jeugdzorg is in het regionaal transitiearrangement voor de regio Arnhem ook het jaar 2016 aangemerkt als overgangsjaar. In ruil daarvoor starten de huidige aanbieders van jeugdzorg al vanaf 2014 met een transformatie van hun aanpak. We onderzoeken in hoeverre dit ook een optie is voor de AWBZ-gefinancierde ondersteuning.

33 20131105 Consultatieversie Keuzenotitie transitie sociaal domein Lingewaard

Keuze 14: Bekostiging op basis van maatschappelijk resultaat. Dialoog en onderhandeling met meerdere partijen vormen de basis van contractering vanaf 2015. We zoeken in 2014 naar passende vormen van contractering, waarbij we uitgaan van een gezamenlijke verantwoordelijkheid voor het behalen van de maatschappelijk resultaten in Lingewaard op het niveau van individuele inwoners.

Keuze 15: PGB en keuzevrijheid voor zorg in natura We willen dat een vorm van PGB mogelijk blijft en dat daarnaast keuzevrijheid bij zorg in natura blijft gewaarborgd zonder dat dit leidt tot meerkosten voor de gemeente. We gaan hierbij uit van onze huidige regeling, waarbij rekening gehouden zal worden met de nieuwe wettekst. Daarnaast onderzoeken we in hoeverre de PGB-regeling ruimte kan gaan bieden voor innovatieve toepassingen.

Keuze 16: Eigen bijdrage Voor het gebruik van algemene voorzieningen wordt, afhankelijk van het inkomen, een vergoeding gevraagd. Voor gespecialiseerde zorg en ondersteuning en maatwerkvoorzieningen vragen we een eigen bijdrage op basis van het wettelijk kader.

Keuze 17: Werken binnen financile gemeentelijke kaders met ingang van 2015 We gaan werken binnen het gemeentelijke financile kader, opgebouwd uit budgetten inclusief kortingen die het rijk ons ter beschikking stelt n op basis van bestaande gemeentelijke budgetten (verminderd met de landelijke kortingen).

34 20131105 Consultatieversie Keuzenotitie transitie sociaal domein Lingewaard

Bijlage 1. Hoofdpunten uit de geldende sociale beleidskaders van Lingewaard

Sociale Visie 2022


Visie
In Lingewaard bouwen inwoners, maatschappelijke organisaties, bedrijven en de gemeente samen aan een samenleving waarin iedereen zijn leven op een prettige manier en naar eigen keuze kan invullen. We scheppen daarmee een aantrekkelijk sociaal leefklimaat waarin iedereen mee kan doen, er voor iedereen plaats is en iedereen oog voor een ander heeft, iets voor elkaar over heeft. Daarom zorgen we er met elkaar voor dat: - Wijken en dorpen zich verder kunnen ontwikkelen tot plekken waar inwoners zich thuis voelen, binding hebben met andere inwoners en een basispakket aan voorzieningen aanwezig is. Er volop ruimte is voor maatschappelijke initiatieven en we gebruik maken van de creatieve inbreng en betrokkenheid van onze burgers. Er voldoende faciliteiten zijn voor de ontplooiing van individuele inwoners tot zelfredzame burgers die meedoen aan de samenleving. Wij richten ons op het realiseren van de mogelijkheden tot meedoen. Daarbij zien we persoonlijke redzaamheid als een randvoorwaarde voor sociale redzaamheid. Er een vangnet is voor de kwetsbare mensen in onze samenleving, degenen die het op eigen kracht niet redden. We willen voorkomen dat zij niet om hulp kunnen of durven te vragen, met als gevolg dat deze groep mensen te lang onzichtbaar blijft, aan de kant blijft staan.

Bestemming Deze algemene visie leidt vervolgens tot een bestemming 2022. Een bestemming waarop in hoofdlijnen staat wat we in 2022 willen bereiken. Die houdt in dat in Lingewaard: alle inwoners kunnen participeren in de samenleving de jeugd probleemloos kan opgroeien inwoners bereid zijn vrijwilligerswerk te doen de vermaatschappelijking van zorg en ondersteuning in alle wijken een plek heeft gekregen inwoners een gezond leven leiden mensen, naar vermogen, betaalde arbeid verrichten de boodschap van eigen kracht en medeverantwoordelijkheid helder overkomt en leidt tot ander gedrag de gemeente mee denkt met burgers, bedrijven en maatschappelijke organisaties.

35 20131105 Consultatieversie Keuzenotitie transitie sociaal domein Lingewaard

Uitgangspunten voor de rol van de gemeente


Zelf het goede voorbeeld geven bij het anders te werk gaan. (Aanname = goed voorbeeld doet volgen). 2. Klant contact centrum als spil in hoe anders te werk. Niet alleen vraagverheldering per individuele burger, maar ook signalering aandachtspunten passendheid tussen vraag en aanbod in de gehele sociale infrastructuur. 3. Zorgvuldig en intensief communiceren. 4. Terugdringen regeldichtheid. 5. Maatwerk (resultaatgericht in de zin van een passende oplossing voor het geconstateerde probleem) 6. Gemeentelijke regierol per project invullen 7. Individuele burger staat centraal, oplossingen dicht bij de burger organiseren. 8. Zicht op wat speelt in de samenleving 9. Privacy 10. Evaluatie 1.

De sociale piramide 1. De brede basis zijn de burgers zelf. In eerste instantie zorgen zij voor zichzelf en voor elkaar. Van burgers wordt verwacht dat zij zich af en toe in willen zetten voor anderen in hun omgeving. Daar ben je elkaars familie, buren en vrienden voor. De gemeente stimuleert en investeert in de eigen kracht van de burger en de kracht van diens sociale netwerken. 2. De middenlaag vormt de verbinding tussen de basis en de top. De gemeente is vooral in deze middenlaag aanwezig. Hier vind je de expertise die nodig is om te bepalen of mensen hun probleem zlf kunnen oplossen, hun omgeving het probleem kan oplossen of dat ze daarbij professionele ondersteuning nodig hebben. Indien nodig wordt een breed scala aan lichte vormen van hulpverlening en ondersteuning geboden dat voor iedereen eenvoudig toegankelijk is. En tot slotte kan hier uiteindelijk ook de diagnose worden gesteld dat meer specialistische hulp nodig is.
De smalle top herbergt de (langdurige) specialistische zorg. Het gaat om de professionele begeleiding van en de hulpverlening aan kwetsbare groepen. Het is de opgave om deze zorg niet gesoleerd van de samenleving te organiseren maar blijvend te verbinden aan de brede doelstelling van meedoen

36 20131105 Consultatieversie Keuzenotitie transitie sociaal domein Lingewaard

Brugdocument Ruimte Samen Delen

Wmo-beleidsplan 2012-2015
Strategische doelstelling Het bevorderen van de maatschappelijke participatie van alle inwoners, al of niet geholpen door hun eigen netwerk (vrienden, familie of bekenden). Daar waar mensen dit niet zelf georganiseerd krijgen, biedt de gemeente ondersteuning door onder andere: het stimuleren van de eigen kracht en de zelfredzaamheid van burgers; het vergroten van het zelfregelend vermogen van de samenleving (civil society); het stimuleren van een andere manier van werken bij maatschappelijke organisaties; het bevorderen van de sociale contacten tussen burgers; het ondersteunen van mantelzorgers en vrijwilligers; het bieden van collectieve en aanvullend individuele voorzieningen aan burgers met een beperking (in welke vorm dan ook), mantelzorgers en vrijwilligers t.b.v. het zelfstandig functioneren en deelname aan het maatschappelijk verkeer.

Ambities voor het sociale domein 2015 1. Iedereen doet mee en iedereen doet ertoe 2. Burgers hebben de regie over eigen leven 3. Vangnet voor wie niet zelf kan 4. Breed pakket voorzieningen en diensten bereikbaar 5. Voor wat hoort wat 6. Duurzaamheid ook op sociaal gebied 7. Goed wonen en leven in Lingewaard 8. Zelfsturing op lokaal niveau 9. Gemeente schept voorwaarden 10. Gemeente monitort en stelt bij

37 20131105 Consultatieversie Keuzenotitie transitie sociaal domein Lingewaard

Kanteling als instrument De centrale doelstelling van de Wmo is het stimuleren van participatie en zelfredzaamheid van alle inwoners. Het Wmo-beleidsplan en het Wmo-uitvoeringsplan zijn instrumenten om vorm te geven aan een nieuwe werkwijze binnen de gemeente, op basis van de principes van de zogeheten kanteling van de Wmo. De kanteling heeft gevolgen voor de manier waarop wij inwoners met een ondersteuningsvraag benaderen en voor de wijze waarop wij de ondersteuning in Lingewaard vormgeven. Centraal staat hierbij de omslag van aanbodgericht werken (uitgaan van beperkingen van mensen en het bieden van voorzieningen en hulpmiddelen) naar resultaatgericht werken (uitgaan van mogelijkheden van mensen en zelfredzaamheid). Als gemeente zijn wij verantwoordelijk voor het faciliteren en zo nodig organiseren van bronnen waar individuele burgers uit kunnen putten voor het zelfstandig functioneren en deelnemen aan de samenleving. Welke mogelijkheden iemand gebruikt en hoe mensen kiezen te participeren laten wij zoveel mogelijk aan onze inwoners over. Daarbij zullen we wel stimuleren dat mensen kiezen voor het optimaal benutten van de mogelijkheden. Daarnaast hebben wij een voorkeur voor de volgorde waarin de bronnen in principe benut worden: A: Eigen kracht B: Nabije omgeving C: Sociale omgeving D: Algemene voorzieningen E: Vraagverheldering en ondersteuning op maat F: Vangnet. In de praktijk zal het zo zijn dat mensen van diverse bronnen tegelijk gebruik maken, waarbij het zwaartepunt door de tijd heen kan verschuiven, afhankelijk van gebeurtenissen in het leven van mensen. Schematisch ziet dat er zo uit:

Algemeen uitgangspunt is dat oplossingen ter ondersteuning passend, integraal en duurzaam zijn: dicht bij de mens; maatwerk op basis van het bestaande systeem rondom de betreffende persoon; n mens / gezin: n plan; toekomstbestendig (financieel, gericht op eigen kracht)

38 20131105 Consultatieversie Keuzenotitie transitie sociaal domein Lingewaard

De bakens van Welzijn Nieuwe Stijl 1. gericht op de vraag achter de vraag; 2. gebaseerd op de eigen kracht van de burger; 3. direct er op af; 4. formeel en informeel in optimale verhouding; 5. doordachte balans van collectief en individueel; 6. integraal werken; 7. niet vrijblijvend, maar resultaatgericht; 8. gebaseerd op ruimte voor de professional.

Strategisch Arbeidsmarktbeleid Lingewaard Werkt! 2012-2015


Iedereen doet mee en voert regie over eigen leven Werk staat voorop: iedereen voorziet in eigen inkomen Vangnet voor wie dat (even) niet kan: o Gemeente aan het stuur o Excellente en integrale intake o Talentontwikkeling o Activerend arbeidsmarktbeleid o Investeren in werkgevers en werkgelegenheid o Herstructurering SW-bedrijf

Kadernotitie Visie Doorgaande Ontwikkelingslijn 0-27 jaar, 2014-2017


Samen met onze partners streven wij naar het realiseren van optimale ontwikkelingskansen en volwaardig participeren binnen zijn of haar eigen mogelijkheden voor alle kinderen/jongeren in Lingewaard. Met deze visie willen wij een kader vaststellen, waarin we alle aspecten van de doorlopende ontwikkelingslijn benoemen. Daarnaast willen wij afspraken maken met alle betrokkenen over zowel het erkennen van de schakelmomenten als de inzet en verantwoordelijkheid op deze specifieke momenten. Tot slot bieden de uitgangspunten en ambities ons houvast voor het verder uitwerken en laten groeien van de visie tot 2018. Kort samengevat willen wij de volgende resultaten behalen: Garanderen van de doorgaande ontwikkelingslijn 0-27 jaar door op gelijkwaardige wijze de aansluiting met elkaar te vinden om kinderen zo optimale ontwikkelingskansen te bieden. Duidelijkheid van gemeente over visie op de doorlopende ontwikkelingslijn d.m.v. voorgestelde uitgangspunten en verwachtingen van voorzieningen qua houding (samenwerking) en activiteiten (zowel gericht op het algemene als het specifieke vlak). Samenwerking o.b.v. de ketengedachte is structurele werkwijze voor alle voorzieningen (sluitend netwerk, van belang in de zorgstructuur, inzet noodzakelijke ondersteuning en/of hulp zo vroeg mogelijk o.b.v. kennis en kunde). Gezamenlijk vastgestelde indicatoren om visie te meten, bijstellen, verder vorm te geven en te evalueren. De indicatoren worden een vast onderdeel van het jaarlijkse uitvoeringsprogramma. 39 20131105 Consultatieversie Keuzenotitie transitie sociaal domein Lingewaard

Ruimte geven om collegiale toetsing te bieden en ontvangen door intervisie, bijv. voor signaleren van risicos, mogelijkheden qua inzet en aanbod vanuit iedere partner en het leren omgaan met (nieuwe) ondersteunende methoden.

Regionale visie Zorg voor de jeugd


In 2012 is een regionale visie opgesteld onder de naam zorg voor de jeugd. De twaalf gemeenten in de regio Arnhem willen jongeren gezond en veilig laten opgroeien, zodat zij later volwaardig kunnen deelnemen aan de samenleving en zich als verantwoordelijk burger kunnen gedragen. Eigen kracht en ondersteuning uit de sociale omgeving komt steeds meer centraal te staan, maar de zorg strekt zich uit van basisvoorzieningen voor iedereen tot zware specialistische hulpverlening voor een kleine groep met ernstige problematiek. de gemeenten willen een continum van zorg voor de jeugd. Wij gaan hierbij uit van de algemene kijk op de zorg: met 85% van de jongeren gaat het goed, 10% heeft opvoed- en opgroeiproblemen en 5% kampt met (structurele) ernstige problemen en heeft specialistische hulpverlening nodig. In het streven naar een vermindering van het gebruik van specialistische jeugdhulp is het belang om het positieve (preventieve) jeugdbeleid in samenhang te brengen met de toekomstige jeugdhulp. Het continum van zorg moet zich uitstrekken van basisvoorzieningen voor iedereen tot zware specialistische hulpverlening voor een kleine groep met ernstige problematiek en weer afbouwend naar een lichtere vorm van jeugdhulp. Alle vormen van hulp en vooral de specialistische hulp moet altijd tijdelijk van aard zijn. Wel kan het bij bepaalde problematiek nodig zijn dat na afloop van de jeugdhulp een lichtere vorm van ondersteuning geboden moet worden en/of blijven.

40 20131105 Consultatieversie Keuzenotitie transitie sociaal domein Lingewaard

Regionale en lokale visie op Begeleiding5


ontzorgen en normaliseren Aansluiting op uitgangspunten Wmo-beleidsplan Individueel maatwerk op basis van zelfredzaamheid op leefdomeinen Integraal arrangement Resultaatgericht financieren Plek voor lokale en kleine aanbieders van zorg en welzijn Multidisciplinaire samenwerking op wijkniveau

Deze visie is opgesteld in voorjaar 2012, toen nog sprake was van alleen overheveling vanuit de AWBZ naar gemeenten van de functie Begeleiding.

41 20131105 Consultatieversie Keuzenotitie transitie sociaal domein Lingewaard

Bijlage 2. Stroomschema van vraag tot resultaat


Eerste contact

Gesprek

Opstellen plan

Uitvoeren plan en resultaatmeting

42 20131105 Consultatieversie Keuzenotitie transitie sociaal domein Lingewaard

Das könnte Ihnen auch gefallen