Mijn groep 7 bestaat uit totaal 27 leerlingen, 14 meisjes en 13 jongens. De
leeftijden van deze groep liggen tussen 10 en 12 jaar. Deze groep is eigenlijk vanaf het begin van het jaar een groep. Bij mijn stageschool worden de klassen na groep 4 en na groep 6 helemaal door elkaar gehusseld. Ondanks dat de groep pas sinds dit schooljaar een groep is, bestaat het niet echt uit groepjes. Natuurlijk zijn er in deze groep wel wat kinderen die wat terughoudend zijn. Ik zie vooral in de groep een aantal leiders en volgelingen. De leiders tonen meer initiatief, doen meer voorstellen en hebben daarbij meer het leiderschapsgedrag. Van een leider verwacht men dat hij initiatief neemt, van volgers wordt verwacht dat ze weinig initiatief nemen. Dit merk ik ook echt in de klas, de kinderen die wat meer leiden durven ook echt initiatief te nemen in de klas en de volgelingen juist wat minder, ze houden zich wat meer teruggetrokken. In de groep zitten totaal 4 kinderen die een klas overgeslagen hebben of een klas zijn blijven zitten. In de groep zijn er hele grote verschillen op sociaal en emotionele ontwikkeling. Er zitten kinderen in de klas die zich graag wat op de achtergrond neerzetten. Het valt me dan ook op in de sociogram dat die kinderen wat meer negatievere punten krijgen. Net zoals in elke klas heb je in deze klas ook een aantal leiders. In de sociogram herken ik ook een aantal van deze leerlingen terug. Deze leerlingen krijgen veel positieve punten. In de klas zijn er ook een aantal leerlingen waarvan de ouders gescheiden zijn. Je ziet het bij het ene kind wat meer als bij het andere kind als je gaat kijken naar het gedrag. Alle kinderen uitten dit op een andere manier. Een kind bij mij uit de klas uit dit juist door heel erg aanwezig te zijn, terwijl een ander kind bij mij uit de klas zich juist heel erg teruggetrokken houd. Ik heb wel het idee dat de kinderen zich veilig voelen in de klas. Er wordt niet gepest in de klas, er zijn wel wat kinderen die wat minder aansluiting hebben. Dit zijn weer de kinderen die wat terughoudender zijn. Er heerst ook een goede sfeer in de klas. In deze klas is het wel af en toe nodig om de kinderen aan te pakken, waardoor de sfeer soms wat afneemt.
Op cognitief gebied zijn er ook grote verschillen. Er zijn duidelijke
groepshandelingsplannen gemaakt. De kinderen zijn ingedeeld op niveau in de handelingsplannen. Ook staat er duidelijk beschreven hoe de kinderen tot hun naaste ontwikkeling komen. Zo hebben de kinderen die het moeilijker hebben met rekenen andere extra opdrachten als de kinderen met een wat hoger niveau. Dit staat ook allemaal duidelijk beschreven in de handelingsplannen. Bij ons op school werken ze met een speciale methode rondom de sociaal emotionele ontwikkeling, dit heet de Kanjertraining. Elke week wordt dit behandeld in de klas, de kinderen werken een werkboek door en beantwoorden verschillende vragen rondom de sociaal emotionele ontwikkeling. Natuurlijk zijn er een aantal doelen gekoppeld aan de Kanjertraining:
Pestproblemen worden hanteerbaar/lossen zich op
Kinderen durven zichzelf te zijn Kinderen voelen zich veilig Kinderen voelen zich bij elkaar betrokken Kinderen kunnen hun gevoelens onder woorden brengen. Kinderen krijgen meer zelfvertrouwen.
In de klas hangt een poster die op de Kanjertraining gericht is. Zo wordt er af
en toe op teruggekoppeld als er een situatie is wanneer dat nodig is. De poster zie je hieronder aan de pagina. Om tot deze informatie te komen heb ik een gesprek met mijn mentor gevoerd en een gesprek gevoerd met de leerkracht van vorig jaar. Ook heb ik de groepshandelingsplannen van de klas bekeken en natuurlijk geobserveerd. Aangezien de sociogram in mijn klas nog niet zolang geleden is afgenomen, heb ik deze sociogram overgenomen.
Literatuur: Luijtjes, M., Zeeuw-Jans I. de (2003). Ontwikkeling in de groep. Bussum: Couthino