Overdenking:

Naam:
Klas:
1C
Datum:

Bart Willemsen
11 maart 2016

Inleiding:
Voorafgaand aan dit document heb ik een typering over de groep geschreven
waar ik nu stage loop. Hier heb ik verschillende instrumenten gebruikt om de
groep in beeld te brengen. Ik heb de klimaatschaal gebruikt om de sfeer in beeld
te brengen. Ik heb een relatieroos gemaakt waarmee ik kan zien welke kinderen
goed met elkaar kunnen samenwerken. Ik heb de groep geobserveerd om zelf te
zien hoe de klas in elkaar zit, en ik heb een gesprek gevoerd met mijn mentor om
te zien of mijn bevindingen juist zijn. Hieruit zijn een aantal punten naar voren
gekomen waar op gelet moet worden tijdens activiteiten en lessen. Deze zullen
hieronder aan bod komen.
Conclusies n.a.v. mijn typering:
Het grootste punt dat naar voren is gekomen, is dat de groep geen hechte groep
met elkaar is. Er worden overal groepjes gevormd, waarin kinderen zitten met
dezelfde interesses en karakters. Er zijn ook kinderen die heel sterk met elkaar
botsen. Deze kunnen absoluut niet door een deur en het gaat dan ook vaak fout
tussen deze personen. Hier wil ik graag op anticiperen. Ondanks de
groepjesvorming en de botsende karakters is er door hoge verdraagzaamheid
een goede sfeer in de klas.
Doelen:
Mijn doel wordt om tijdens activiteiten en lessen waarbij een samenwerking
tussen de kinderen nodig is, een verdeling te maken waarbij het werkklimaat
positief blijft en er opbrengstgericht gewerkt wordt. Met andere woorden groepjes
vormen met kinderen die goed met elkaar kunnen samenwerken. Ik ga de
relatieroos gebruiken om te kijken welke kinderen er goed kunnen samenwerken
en welke groepjes ik hiermee kan maken. Vervolgens ga ik met mijn mentor in
gesprek om te kijken of de keuze goed gemaakt is. Dit lijkt mij het best haalbare
wat ik met de groep kan doen. Om deze klas tot een totale hechte klas te krijgen
gaat mij niet lukken. Sommige kinderen botsen gewoon te erg om hecht te
krijgen. Ik wil uiteraard wel het beste resultaat halen uit lessen die ik ga geven en
daarom lijkt mij groepjes vormen met kinderen die goed met elkaar samen
werken een mooi begin. Hiermee bereik je denk ik dat je de hoogste opbrengst
uit haalt.
Werkvormen en onderbouwing:
Tijdens mijn lessen en activiteiten die ik ga geven,ga ik erop letten dat tijdens de
verwerking kinderen gaan samenwerken die aan hebben gegeven dat ze goed
met elkaar kunnen samenwerken. Dit wordt mijn grootste werkvorm die ik ga
inzetten. Ik ga er op letten aan de hand van de roos van Leary, dat kinderen in
een groepje komen waarin ze met kinderen zitten waarmee ze goed kunnen
werken. Ik ga er ook op letten dat ik niet de beste vrienden en vriendinnetjes bij
elkaar zet. Uiteraard kies je je beste vriend/vriendin uit tijdens een vragenlijst
over met wie je goed kunt samenwerken. In de praktijk blijkt het dan vaak te zijn

dat er meer gekletst wordt dan dat er gewerkt wordt. Ik ga er dus voor zorgen
dat er effectieve groepjes worden gevormd.