Beruflich Dokumente
Kultur Dokumente
akkoorden
Capo
Capo
Capo
Capo
Capo
Capo
Capo
Fret 1
Fret 2
Fret 3
Fret 4
Fret 5
Fret 6
Fret 7
Bes
Cis
Es
Cis
Es
Fis
Cis
Es
Fis
Es
Fis
Gis
Fis
Gis
Bes
Fis
Gis
Bes
Gis
Bes
Cis
OPEN
AKOORD
snaren verkorten door het gebruik van een capo, waardoor ze hoger klinken. Door hem bijvoorbeeld
tussen de 1e en 2e fret te plaatsen, worden alle tonen met een hele toon verhoogd (FIS B E A
CIS FIS)
Akkoorden op de gitaar
mineur (of: klein): grondtoon + kleine terts + reine kwint (c es g) (symbool Cm)
Sus vier: grondtoon + reine kwart + reine kwint (c f g) (symbool Csus4 of C4)
toonladders
Wanneer # en wanneer b?
Op instrumenten als piano en gitaar zijn de Es en Dis hetzelfde. Dat geldt ook voor de
Fis en de Ges, de Gis en de As enzovoort. Maar wanneer wordt welke van de twee
gebruikt?
De vuistregel is: elke stamtoon (elke unieke letter) kan in een toonladder maar n keer
worden gebruikt. C mineur kun je dus niet schrijven als C D Dis F want dan
gebruik je de D twee keer. Begin altijd met de nootnamen en ga vervolgens verlagen of
verhogen waar nodig.
Met een kruis verhoog je de noot. De nootnaam krijgt dan de toevoeging -is. In
notenschrift is dit een #.
Met een mol verlaag je de noot. De nootnaam krijgt dan de toevoeging -(e)s. In
notenschrift is dit een b.