Sie sind auf Seite 1von 7

Lesvoorbereidingsformulier Fontys Hogeschool Kind en Educatie, Pabo Eindhoven

Bron: Didactisch model van Gelder


Student(e)
Joris Smid
Klas
PEH15VA
Stageschool De Hasselbraam
Plaats
Eindhoven
Vak- vormingsgebied: Geschiedenis (OJW)
Speelwerkthema / onderwerp: Eigen verleden/geschiedenis

Mentor
Datum
Groep
Aantal lln

Evelyne
29-3-2016
Groep 3/4
24

Persoonlijk leerdoel: Mijn taak is het creren van een veilige leeromgeving voor de klas. Een veilige leeromgeving kenmerkt zich doordat de kinderen
kunnen vertellen wat ze willen en dat ze niet bang zijn voor de mening van een ander. Dit creer ik als volgt:
Iedereen mag uitpraten en wordt niet onderbroken door. Ik vertel dat dit respect naar elkaar is.
Als je er wel doorheen praat dan krijg je een waarschuwing. Als je er doorheen blijft praten wordt je 5 minuten op de gang gezet (vertel dit laatste nog niet)
Als je iets wilt zeggen of vragen steek je je vinger op.
Een leuke inleiding om de spanning eraf te houden en plezier te creren.

Lesdoel(en):
Tule:
Kerndoel 51
De leerlingen leren gebruik te maken van eenvoudige historische bronnen
en ze leren aanduidingen van tijd en tijdsindeling te hanteren.
Aan het eind van de les hebben de kinderen besef van het feit dat
iedereen andere dingen heeft die ze belangrijk vinden.
De kinderen hebben meer besef voor elkaar en hebben meer begrip voor
elkaar. Dit doe ik door nadat iemand iets heeft verteld, te vragen aan de
klas of iemand er iets over wilt zeggen of vragen.

Evaluatie van lesdoelen:


Tijdens het vertellen vraag ik aan de andere kinderen of ze er iets over willen zeggen of
vragen.
Aan het eind van de les vraag of ik ze nu dingen van kinderen weten wat ze eerst niet
wisten.

Beginsituatie:
Voorkennis:
De kinderen hebben besef van voorwerpen waar zij waarde aan hechten. Dit kunnen voorwerpen zijn met emotionele waarden of voorwerpen zijn waar ze graag mee
spelen. Ze kunnen vertellen waarom het belangrijk is. Om ze extra inspiratie te geven, vertel ik de week voor de les het verhaal van mijn eigen familie. Zo leren zij mij
kennen en zien ze wat ik vertel. Ik geef de les na de middagpauze om de kinderen die het vergeten zijn de kans te geven om s middags thuis nog wat mee te nemen.
Actueel:
Het is heel belangrijk dat de kinderen het gevoel hebben dat ze alles kunnen zeggen. Houd goed in de gaten wat de kinderen doen en zeg ook wanneer er dingen
gebeuren die je niet wilt zien. Dat kinderen er doorheen praten of zeggen dat ze iets raar vinden. Om er voor te zorgen dat er een veilige sfeer ontstaat begin ik met
een beginspelletje. Daarnaast zorg ik voor wat te drinken (limonade) om een gezellige sfeer te creren. Het is de bedoeling dat de kinderen vergeten dat het een les is
maar dat ze met zn allen gezellig in de kring zitten.
Werkvorm:
Klassikale werkvorm om de betrokkenheid hoog te houden. Kinderen kunnen elkaar aankijken en aanspreken wanneer dit kan.
Lesverloop
Tijd
13:0013:05

Leerinhoud Didactische handelingen


Leraar
Inleiding
In deze fase wordt er een veilige sfeer
gecreerd. Dit doe ik met een beginspel waar
lichamelijk contact en communicatie gebruikt
wordt.
Telefoontje
De kinderen staan of zitten in de kring. De
kinderen hebben de handen vast. En kind
staat in het midden. Iemand in de kring zegt: ik
telefoneer naar... (een naam). Vervolgens wordt
de verbinding door het knijpen in elkaars hand
doorgegeven. Wanneer degene naar wie gebeld
wordt een knijpje voelt, roept deze Tringgg,
voordat degene in het midden van de kring de
verbinding verbroken heeft door te zeggen waar
de verbinding is.
Schenk ondertussen, wanneer het spel
loopt, bekers limonade in en zet deze
op de tafel middenin de kring.

Leeractiviteit
leergedrag leerling(en)
De kinderen doen leuk mee, sommigen zullen misschien te
hard knijpen maar zeg dat zacht knijpen voldoende is.

Materialen / Organisatie
Bekers, water en limonade

13:0513:40

Kern

Vertel dat de kinderen om de beurt


De kinderen zitten op hun plek en luisteren aandachtig. Ze
zullen af en toe misschien lachen of proberen een
mogen vertellen wat hun voorwerp
betekent wat ze hebben meegenomen. opmerking ergens over te maken. Grijp bij het praten in.
Leg uit dat iedereen uit mag praten en
dat ze elkaar het respect moet tonen
om elkaar uit te laten praten.
Leg uit dat wanneer je praat, je hardop
moet praten zodat iedereen je goed
verstaat.
Vraag aan de kinderen door in hun
verhaal als dit uitkomt en vraag na het
verhaal van een kind wie er iets over wil
zeggen of vragen.
Houdt de tijd goed in de gaten, elk kind
heeft ongeveer twee minuten.

13:4013:45

Slot

Vraag aan de kinderen of iemand kan


vertellen wat ze eerst niet over een
klasgenoot wisten maar nu wel.
Vraag aan de klas of er kinderen zijn
die het moeilijk vonden om iets te
vertellen.
Vraag aan de klas of ze het leuk
vonden.

De kinderen steken hun vinger op bij de eerste vragen en


zullen klassikaal reageren bij de vraag of ze het leuk
vonden.

Persoonlijke reflectie

Feedback mentor (inclusief handtekening)


Datum:

B1. Leerdoelen stellen


3.4 passend leerinhouden vanuit
leerlijnen
3.11 Leerprocessen observeren en
registreren

Welke keuze(s) heb je in dit opzicht gemaakt?

Waarom heb je deze keuze(s) gemaakt?

Leerdoelen stellen
Aan de hand van de overdenking van de groep ik heb ik
de doelstellingen bepaald en beschreven. De
doelstellingen luidde als volgt:
Kerndoel 51
De leerlingen leren gebruik te maken van eenvoudige
historische bronnen en ze leren aanduidingen van tijd en
tijdsindeling te hanteren.
Aan het eind van de les hebben de kinderen besef van
het feit dat iedereen andere dingen heeft die ze
belangrijk vinden.

Deze doelen heb ik gesteld omdat er een aantal kinderen in de


klas zijn die niet begrepen worden. Aanvankelijk hoopte ik dat zij
iets mee zouden nemen waardoor zij zich kwetsbaar opstelde
naar de groep. Hierdoor zouden de andere kinderen hen
misschien beter begrijpen. Uiteindelijk hebben er een paar
kinderen wel emotionele dingen verteld, wat goed was om te
zien. Maar juist de kinderen die de behoefte hebben aan meer
aansluiting in de groep deden dit niet. Dit zou kunnen omdat dit
voornamelijk de jongere kinderen zijn en alleen leuke dingen
mee zullen nemen die belangrijk voor ze zijn.

De kinderen hebben meer besef voor elkaar en hebben


meer begrip voor elkaar. Dit doe ik door nadat iemand
iets heeft verteld, te vragen aan de klas of iemand er iets
over wilt zeggen of vragen.
Wat ging goed?
Het stellen van de doelen ging goed. Hierbij heb ik mijn
overdenking van mijn groep gebruikt.

Wat mag beter?


Ik had in mijn doelstelling een doel kunnen stellen over het
historisch bewustzijn.

B3. Leeractiviteiten begeleiden


2.6 Samenwerking, zelfredzaamheid

A3. Leiding geven aan het


groepsproces
1.1 zicht op groepjes leerlingen
1.3 effectieve leerkrachtcommunicatie

Welke keuze(s) heb je in dit opzicht gemaakt?


Ik heb tijdens de les gekozen voor een klassikale vorm
waarbij een kring wordt gebruikt.

Wat ging goed?


Het beginspel, telefoontje, ging goed en ze vonden het
leuk. In de kring zitten ging goed omdat ze hier erg aan
gewend zijn.
Welke keuze(s) heb je in dit opzicht gemaakt?
Tijdens de les ben ik de leidende factor in welke regels
er in de kring gelden, terwijl een kind zijn verhaal verteld.
Door van te voren deze regels te bepalen maar niet
meteen de consequenties te benoemen nam ik aan dat
deze regels gevolgd zouden worden. De regels die van
toepassing waren luiden als volgt:
Iedereen mag uitpraten en wordt niet onderbroken
door. Ik vertel dat dit respect naar elkaar is.
Als je er wel doorheen praat dan krijg je een
waarschuwing. Als je er doorheen blijft praten wordt je 5
minuten op de gang gezet (vertel dit laatste nog niet)
Als je iets wilt zeggen of vragen steek je je vinger op.

Waarom heb je deze keuze(s) gemaakt?


Door van te voren een spel te spelen waarbij er lichamelijk
contact en directe communicatie wordt gebruikt, heb ik er voor
gezorgd dat de spanning uit de groep is. Hierdoor zijn ze meer
ontspannen tijdens het vertellen van hun verhaal en zullen ze
minder geneigd zijn om een verhaal van een ander te
onderbreken. Door het klassikaal, in de vertrouwde kring, te
doen is de betrokkenheid hoog en kunnen kinderen elkaar
aankijken en aanspreken waar mogelijk. Door te vragen of
andere kinderen iets over het verhaal van een ander te zeggen
probeer ik een gesprek tussen de kinderen te creren waardoor
de betrokkenheid wordt verhoogt. Door voor en tijdens de
activiteit een beker met limonade aan te bieden zullen de
kinderen sneller voelen dat het geen normale les is maar een
gezellige groepsactiviteit.
Wat mag beter?
Ik had meer kunnen benadrukken dat het belangrijk is om
respect naar elkaar te tonen.
Waarom heb je deze keuze(s) gemaakt?
Door deze regels strak na te leven is er structuur in de les en
heeft iedereen een gelijke kans bij het vertellen van zijn verhaal.

A4. Interactie aangaan met de groep


3.13 feedback aan leerlingen

B2 Leeractiviteiten ontwerpen
3.6 werkvormen en groeperingsvormen

Wat ging goed?


Iedereen hield zich netjes aan de regels en toonde
respect naar elkaar. Ik gaf goed leiding en gaf kinderen
de beurt om vragen te stellen.
Welke keuze(s) heb je in dit opzicht gemaakt?
Ik gaf feedback aan de leerlingen door tijdens of na hun
verhaal dingen te vragen of te zeggen dat ik het knap
vind dat ze iets vertellen.

Wat mag beter?


Ik mag eerder een waarschuwing geven wanneer minderen er
doorheen praten. Ik was niet altijd even consequent hiermee.

Wat ging goed?


Ze gaven goed antwoord op mijn vragen en ze voelde
zich gehoord. Door mijn vragen kwam er meer diepgang
en betrokkenheid.
Welke keuze(s) heb je in dit opzicht gemaakt?
Ik heb het zo ontworpen dat alle kinderen zich in een
veilige sfeer bevinden. Van te voren heb ik limonade
gekocht en ervoor gezorgd dat het klaarstaat voor
tijdens de les.

Wat mag beter?


Ik had lager kunnen wachten met vragen stellen zodat andere
leerlingen die vragen had kunnen stellen.

Wat ging goed?


De werkvorm ging goed en voelde vertrouwd aan voor
de kinderen.

Wat mag beter?


-

Waarom heb je deze keuze(s) gemaakt?


Ik vraag door op het onderwerp om meer naar de kern te komen
van het verhaal en het historische bewust zijn. Wat is juist zo
belangrijk aan het voorwerp wat je hebt meegenomen.

Waarom heb je deze keuze(s) gemaakt?


Even wat drinken zorgt voor rust, wat nodig is om elkaar
aandacht te geven en stil te zijn.

4.5 leeromgeving inrichten

Das könnte Ihnen auch gefallen