B1.

Leerdoelen stellen
3.4 passend leerinhouden vanuit
leerlijnen
3.11 Leerprocessen observeren en
registreren

B3. Leeractiviteiten begeleiden

2.6 Samenwerking, zelfredzaamheid

Welke keuze(s) heb je in dit opzicht gemaakt?

Waarom heb je deze keuze(s) gemaakt?

kerndoel 45
De leerlingen leren oplossingen voor technische
problemen te ontwerpen, deze uit te voeren en te
evalueren.

Ik heb gekozen voor de kerndoelen die aansluiten bij dit

onderwerp. Dit heb ik gedaan omdat de leerlijn aangeeft dat de
kinderen een inzicht krijgen in verschillend aanzichten.
Daarnaast is mijn doelstelling voor het maken van minstens 1
opdracht een doelstelling die aansluit bij de coperatieve
werkvorm.

Aan het eind van de les kennen ze het verschil zien

tussen voor-en boven aanzicht.
Aan het eind van de les heeft elk kind minimaal n
opdracht gemaakt voor hun partner waarbij een voor of
boven aanzicht wordt gebruikt.
Wat ging goed?
De doelstellingen sloten goed aan bij mijn lesplan
waardoor de doelstelling ook is behaald.

Wat mag beter?

Ik zou van te voren de leerlijnen mogen benoemen en hier nog
een doestelling over kunnen formuleren.

Welke keuze(s) heb je in dit opzicht gemaakt?

Waarom heb je deze keuze(s) gemaakt?

Ik heb voor een werkvorm gekozen waarbij ze in

tweetallen de opdrachten moesten uitvoeren. Deze
tweetallen heb ik zelf gemaakt. Binnen de tijd had elk
koppel de opdrachten af waardoor ze daarna aan de
slag konden met het maken van eigen opdrachten.

Ik heb de tweetallen zelf gemaakt aan de hand van mijn

sociogram zodat de samenwerking goed zou verlopen en de
kinderen genoeg tijd zouden hebben voor het maken van eigen
opdrachten.

Wat ging goed?

Wat mag beter?

Binnen de tijd had elk koppel de opdrachten af waardoor

ze daarna aan de slag konden met het maken van eigen
opdrachten.

Ik mag de kinderen meer motiveren om alle opdrachten samen

te maken omdat sommige kinderen de opdrachten zelf wilde
oplossen.

Welke keuze(s) heb je in dit opzicht gemaakt?

Waarom heb je deze keuze(s) gemaakt?

A3. Leiding geven aan het

groepsproces
1.1 zicht op groepjes leerlingen
1.3 effectieve leerkrachtcommunicatie

A4. Interactie aangaan met de groep

3.13 feedback aan leerlingen

B2 Leeractiviteiten ontwerpen
3.6 werkvormen en groeperingsvormen
4.5 leeromgeving inrichten

Tijdens de les liep ik rond terwijl ik overzicht hield over

de algehele groep en het geluidsniveau. Mijn instructie
van de werkbladen deed ik zo duidelijk mogelijk waarbij
ik heb gelet op intonatie en stemvolume.

Ik liep rond om op de tafels te kijken of alle koppels goed bezig

waren met de opdracht en ik held het geluidsniveau laag om dat
de kinderen elkaar dan niet afleiden.

Wat ging goed?

Het overzicht houden op de groepen en observeren of
de opdrachten goed worden uitgevoerd ging goed. Ik
heb een paar koppels kunnen corrigeren en een aantal
vragen kunnen beantwoorden.
Welke keuze(s) heb je in dit opzicht gemaakt?
Tijdens de les heb ik feedback gegeven aan de
leerlingen in de vorm van complimenten of tips waardoor
ze verder konden met de opdracht.

Wat mag beter?

Ik mag meer letten op het geluidsniveau. Achteraf bleken
sommige koppels nog last te hebben van het geluid.

Wat ging goed?

Feedback geven ging goed en de kinderen reageerde
positief op de dingen die ik zei. Ik zag dat de kinderen
het leuk vonden om te horen dat ze het goed deden.
Welke keuze(s) heb je in dit opzicht gemaakt?
Ik heb van te voren de koppels bepaald zodat ik die
direct kon oplezen. Daarnaast is de werkvorm: werken in
tweetallen, van te voren bepaald. De leeromgeving heb
ik ingericht door dekinderen werkbladen mee te geven.
Verder bleef de opstelling in de klas het zelfde.

Wat mag beter?

De volgende keer mag ik de kinderen beter corrigeren als ze
teveel geluid maken, ook dit is een vorm van feedback.

Wat ging goed?

De koppels maken ging goed aan de hand van het
sociogram. Ik heb koppels gemaakt met kinderen die
elkaar benoemde als kind waarmee ze graag willen
samenwerken.

Wat mag beter?

-

Waarom heb je deze keuze(s) gemaakt?

Ik heb dit bewust gedaan omdat de kinderen dan een
succeservaring krijgen en daardoor de betrokkenheid wordt
verhoogt.

Waarom heb je deze keuze(s) gemaakt?

Dit heb ik van te voren bepaald omdat ik dan direct de koppels
op hun plek kon zetten. De werkbladen heb ik van te voren
gemaakt en gekopieerd zodat ik tijdens de les alleen maar met
de leerlingen bezig hoef te zijn.