Sie sind auf Seite 1von 20

Pijler

Nummer 9 - oktober 2012

IDR-militairen kijken ogen uit in Pacific Partnership

Colofon
Pijler is een uitgave van het Commando DienstenCentra, geproduceerd door het Dienstencentrum Defensiemedia. Hoofdredactie Dave Coenen Eindredactie Jack Oosthoek Vormgeving Grafische Dienst, Audiovisuele Dienst Defensie, Den Haag Druk Deltahage, Den Haag Oplage: 10.500 Redactieadres: Dienstencentrum Defensiemedia Gebouw Binckhorsthof Binckhorstlaan 135 2516 BA Den Haag Telefoon 070.339.78.01/DSN *06-580-7801 Email: pijler@mindef.nl Redactionele bijdragen van: Dave Coenen (Communicatie CDC), Suzan van der Weij (Divisie Vastgoed en Beveiliging), Cynthia den Blanken (Divisie Defensie Gezondheidszorg Organisatie), Wouter Kalkman (Divisie Facilitair & Logistiek), Petra Huijser (Divisie Personeel & Organisatie Defensie), Ferry Robbers (Nederlandse Defensie Academie). Overname van artikelen en fotos is toegestaan na overleg met de redactie en onder bronvermelding. Aan artikelen kunnen geen rechten worden ontleend. De inhoud van de Pijler weerspiegelt niet noodzakelijk de mening van het Ministerie van Defensie. De redactie behoudt zich het recht voor om ingezonden artikelen in te korten, niet, gedeeltelijk of gewijzigd te plaatsen. Adreswijzigingen: Via intranet: P&O Selfservice

Inhoudsopgave
4 IDR-militairen beleven Aziatisch avontuur
Twee (reserve)militairen van het Instituut samenwerking Defensie en Relatieziekenhuizen (IDR) keken deze zomer hun ogen uit in de Amerikaanse humanitaire oefening Pacific Partnership.

8 FD Bathmen biedt voor elk wat wils


Onder het motto voor elk wat wils zorgt het Fysiek Distributiecentrum Bathmen ervoor dat militairen op oefening of op missie hun natje en droogje krijgen. Op tijd en hyginisch verpakt.

12 Spijkerbroeken vertellen
Lang, pittig en geen moment voor jezelf. Dat zijn de ingredinten van de Maritieme Introductie Periode voor marineofficieren in sp. Vier zogeheten spijkerbroeken vertellen over hun ervaringen.

16 DCIOD brug met buitenland


Het Dienstencentrum Internationale Ondersteuning Buitenland is de brug bij uitstek voor alle militairen in het buitenland. Welke taken heeft het DCIOD en hoe ziet de toekomst er uit?

En verder: 3 7 11 14 18 20 Column commandant CDC, vice-admiraal Erik Kopp. Kort Nieuws met onder meer het optreden op RTL-tv van korporaal kok Tim van Pelt van Paresto. De rubriek Integer Geregeld over het gebruik van social media door personeel van Defensie. Mijn Werkplek. Piet Lesterhuis is tijdelijk bij Buitenlandse Zaken gedetacheerd. De Sectie Facilitair Management zorgt ervoor dat alle CDCers een dak boven het hoofd hebben. Foto van de maand.

Voorpagina
Radioloog eerste luitenant Hasse Roel van het Instituut samenwerking Defensie en Relatieziekenhuizen viel afgelopen zomer bij de Amerikaanse oefening Pacific Partnership van de ene verbazing in de andere. Foto Maurits van Hout.

Pijler
Nummer 8 - november 2012

IDR-militairen kijken ogen uit in Pacific Partnership

Van de commandant

Anker op
Op 18 oktober heeft Defensie op een aantal onderwerpen met betrekking tot de reorganisaties overeenstemming bereikt met de vakbonden. Dat betekent voor ons anker op en de reis vervolgen. De reorganisaties kunnen verder ingevuld worden. Daarmee komen we met een kleine vertraging in de implementatiefase. Dat geldt overigens nog niet voor elk CDC-onderdeel. Implementeren betekent dat langzaam maar zeker duidelijk wordt wat die reorganisatie voor u persoonlijk inhoudt. Aan de ene kant is dat prettig, dan weet u waar u aan toe bent. Aan de andere kant is het voor de mensen die het CDC en wellicht Defensie moeten verlaten, een hele zure appel. Ik heb het al vaker gezegd: de tijd is daar dat de reorganisatie een gezicht krijgt en u persoonlijk gaat raken. September was de maand van het functioneringsgesprek. In deze themamaand werden leidinggevenden extra attent gemaakt op het belang van functioneringsgesprekken. Daarmee willen we het functioneren van werknemers verbeteren en vooral ook een gesprek voeren dat gericht is op hun toekomst. Indien u het afgelopen jaar nog geen functioneringsgesprek hebt gehad, vraag er dan om bij uw leidinggevende. Nu, twee maanden later, vinden er ook gesprekken plaats met personeel dat een code vier heeft gekregen. Als u n van diegenen bent die te horen heeft gekregen dat er volgend jaar voor u geen functie meer is bij het CDC of zelfs bij Defensie, moet u zich voorbereiden op een onbekende toekomst. Dat is een lastig traject, waarbij ik weet dat u met pijn in het hart Defensie verlaat. Ik zal mijn best doen u daarbij zoveel als mogelijk te (laten) helpen en begeleiden, en ik wens u hierbij heel veel sterkte toe. Verder wil ik vanaf deze plek de nieuw aangetreden commandanten van DC HR, DVVO, BIMS, DCIOD, FBD en IDGO veel sterkte wensen. U bent ingestapt in een rijdende trein. Er breekt een intensieve periode voor u aan waarmee ik u veel succes wens. Ik heb vertrouwen in u. Zorg goed voor uw mensen. Tot slot nog dit. Net als u ben ik in spanning wat de uitkomst zal zijn van de onderhandelingen tussen de twee politieke partijen die, zoals het er nu naar uitziet,

regeringsverantwoordelijkheid gaan krijgen. Krijgt Defensie nog een specifieke eigen taakstelling mee, of blijft het bij een generieke overheidstaakstelling? Die afhankelijkheid van de politiek is een gegeven en ik probeer me niet teveel te laten afleiden van mijn eigenlijke werk. Ik hoop dat u dat ook lukt. Per slot van rekening is het werk dat we doen nog steeds relevant en u heeft ruim voldoende reden om dat werk leuk te vinden en er trots op te zijn. U laat me dat tijdens mijn werkbezoeken iedere keer weer blijken. Met u durf ik gerust anker op te gaan en de reis te vervolgen.

Erik Kopp Vice-admiraal Commandant CDC

IDR-reservisten kijken ogen uit in Amerikaanse oefening Pacific Partnership

Het was allemaal on-Europees


Zes reservemilitairen van het Instituut samenwerking Defensie en Relatieziekenhuizen (IDR) deden afgelopen zomer bij de Filippijnen mee aan de Amerikaanse humanitaire oefening Pacific Partnership. Aan boord van het hospitaalschip USNS Mercy behandelden ze patinten die door artsen aan wal waren geselecteerd. Pijler peilde de ervaringen van chirurg Christiaan Hoff en radioloog Hasse Roel. Ze werken in het dagelijks leven in het Medisch Centrum Leeuwarden, respectievelijk Den Haag.
Tekst: Jack Oosthoek Foto: Maurits van Hout

De Medische Centra Leeuwarden en Den Haag zijn aangesloten bij het Instituut samenwerking Defensie en Relatieziekenhuizen. Dat laat zijn personeel, beroeps en reservisten, regelmatig ervaring opdoen in internationale humanitaire operaties. Zoals dit jaar in Pacific Partnership, dat elke twee jaar plaatsvindt. De deelnemende militairen bieden medische hulp aan mensen die in soms onherbergzame gebieden wonen en zich geen dokter kunnen veroorloven. Daarbij selecteren artsen patinten aan land. Als dat nodig is, krijgen die een behandeling van maximaal een week op een hospitaalschip. Het gaat door de bank genomen om mensen met een niet te ernstig ziektebeeld, vertelt Roel. Dit jaar speelde Pacific Partnership zich af voor de kust van Indonesi, de Filippijnen, Vietnam en Cambodja. De Nederlandse vertegenwoordiging bestond uit een chirurg, een anesthesist, twee ok-assistenten, een

Voor Amerikanen is op medisch gebied niets onmogelijk


anesthesie-assistent, twee verpleegkundigen voor de intensive care en evenzoveel rntgenlaboranten. Zij maakten de oefening niet volledig mee, maar kwamen alleen in actie bij het eiland Samar bij de Filippijnse stad Calbayog. Aan Roel de taak om rntgenfotos, CT-scans en echografien van te behandelen patinten te maken. Daarbij stuitte hij op aandoeningen die in ons land al lang niet meer of nauwelijks nog voorkomen. Althans, niet in de mate waarin hij ze bij Samar zag. Het ging bijvoorbeeld om vetbulten, cystes, schildklieraandoeningen en met elkaar vergroeide foetussen, in medisch jargon foetus in fetu. Angstaanjagend? Nee, niet voor Roel, als eerste luitenant 'boven de sterkte' in dienst bij het Medisch Centrum Haaglanden. Ik vond het vooral indrukwekkend en leerzaam.

Roel werkt als eerste luitenant boven de sterkte in het Medisch Centrum Haaglanden.

De USNS Mercy zette begin mei vanuit de haven van het Amerikaanse San Diego koers naar het Verre Oosten. Foto US Navy.

Niets onmogelijk
Leerzaam vond Roel ook de samenwerking met Amerikaanse radiodiagnostisch laboranten aan boord van de Mercy. Die werken volgens andere maatstaven dan Nederlandse. Roel: Ze doen precies wat een arts zegt, terwijl wij meer zelf nadenken. Zo vragen wij ons bijvoorbeeld af waarom we een bepaalde foto maken en of we de behandeling op de beoogde manier moeten doen. Ook overleggen wij bij een onderzoek vaak met de arts. Een Amerikaanse radiodiagnostisch laborant doet dat evenmin. Die is meer hirarchisch ingesteld en geeft weinig tegengas.

samenwerken. Het was een prachtig avontuur op een onbekend schip met onbekende mensen. En geen routinewerk. Neem alleen de Mercy al: met honderden bemanningsleden en tien operatiekamers aan boord is dat net een varende stad. Imponerend allemaal en on-Europees. Roel vond het wel jammer dat de lange reis naar de Filippijnen niet in ver-

houding stond tot het relatief korte verblijf van de Nederlanders aan boord van de Mercy. Wat hem betreft gaat een medisch team een volgende keer negen in plaats van drie weken naar Pacific Partnership. Dat zal de samenwerking met de Amerikanen ten goede komen, denkt hij. We kunnen dan nog meer van elkaar leren.

Ik miste de saamhorigheid van de krijgsmacht


Roel heeft al jarenlang een sterke band met Defensie. Na zijn diensttijd bij de pantserinfanterie (1991-1992), ging hij in 1996 na een opleiding tot radiodiagnostisch laborant als militair aan de slag bij het Centraal Militair Hospitaal in Utrecht. Ik miste in de burgermaatschappij de saamhorigheid en de kameraadschap van de krijgsmacht. Bovendien kon hij onder de vlag van het CMH aan missies meedoen, precies wat hij wilde. Zo diende hij twee keer bij de Stabilization Force (SFOR) in Novi Travnik in het voormalige Joegoslavi. In 2000 ging Roel als burger aan de slag in het Rode Kruis ziekenhuis in Den Haag. Ik kwam in het CMH niet toe aan wat ik graag wilde, ingewikkelde onderzoeken doen. Maar niets ten nadele van dit ziekenhuis. Mijn beslissing om weg te gaan was puur strategisch en zakelijk. De belangstelling van Roel voor Defensie bleef echter springlevend. Toen oud-collegas hem over de uitzendingen naar Ethiopi, Eritrea, Irak en Afghanistan vertelden, besloot hij in 2007 weer in dienst te gaan. Er speelde ook mee dat er in burgerziekenhuizen plek bleek te zijn voor militairen in de functie van radiodiagnostisch laborant. Via een sollicitatie bij het IDR kwam Roel terecht in het Medisch Centrum Haaglanden. Sindsdien deed hij mee aan de missies naar Senegal en Afghanistan (Tarin Kowt; twee keer). Deze zomer kwam daar dus de Filippijnen bij. In een burgerziekenhuis en tegelijkertijd bij Defensie werken: het is een ideale combinatie. In beide gevallen pak ik veel interessante dingen mee.

Het was een prachtig avontuur op een onbekend schip met onbekende mensen
Kennelijk zit dit in de Amerikaanse medische cultuur. Aan de andere kant is voor Amerikanen op medisch gebied niets onmogelijk. In Nederland moet een behandeling min of meer in de agenda van het ziekenhuis passen. Ik zou zo weer met de Amerikanen willen

6 Majoor Christiaan Hoff:

We hebben gedaan wat we konden


Er even rustig inkomen was er niet bij voor majoor Christiaan Hoff. De darmchirurg van het Medisch Centrum Leeuwarden moest op zijn eerste werkdag aan boord van de Mercy direct aan de bak. Er was een ernstig zieke man aan boord gebracht met een enorme tumor in zijn been die was gaan infecteren. De patint verkeerde in acuut levensgevaar. De enige oplossing om zijn leven te redden: het been amputeren.
Tekst: eerste luitenant Joost Ploegmakers I Foto: adjudant Remco Schoonderwoert (AVDD)

Eenmaal op de Mercy merkte Hoff dat Pacific Partnership voor de Amerikanen een missie was. De Nederlanders beschouwden die echter als een oefening, omdat ze slechts drie weken aan boord waren. Dat neemt natuurlijk

Ik denk niet dat ik mijn in de Filippijnen opgedane ervaringen in Afghanistan kan gebruiken
niet weg dat de patinten en aandoeningen hartstikke echt waren, vertelt Hoff. Zoals de man met de tumor aan zijn been die aan boord werd gebracht. Hoff: De Amerikaanse artsen wilden hem in een later stadium opereren, wij vonden dat dit direct moest gebeuren. Anders zou hij wellicht overlijden. Een Ame-

rikaanse burgerarts en ik gingen meteen aan de slag en amputeerden het been. Een heftig begin van de missie, ja, ook omdat het de eerste keer was dat ik voor Defensie op pad was. Volgens Hoff veroorzaakte het amputatiegeval een shock op de Mercy. De man met de beentumor was een uitzondering. Zulke ernstige gevallen zouden we nooit meer aan boord krijgen. Door het adequate optreden van Hoff en zijn collega bleef de man in leven en kon terugkeren naar zijn familie. Veel media waren genteresseerd in de operatie. Ik denk dat ik net zo lang interviews heb gegeven als de operatie duurde, vertelt de IDR-reservist.

aanpak viel uiteindelijk ook de Amerikanen op. Misschien zetten ze dit model door naar toekomstige missies.

Liesbreuken
Hoewel hij niet toekwam aan zijn eigen specialisme, darmchirurgie, kon Hoff in Pacific Partnership prima uit de voeten. Chirurgen zijn allemaal tot basischirurg opgeleid, benadrukt hij. De meeste van de 25 operaties die ik aan boord verrichtte, waren aan liesbreuken en gevallen van struma. Dat zijn zwellingen aan de schildklier. Ook heb ik goed- en kwaadaardige tumoren verwijderd. We hebben voor de Filippijnse bevolking, die het met een beperkte primaire medische zorg moet doen, gedaan wat we konden. Ik denk echter niet dat ik mijn in de Filippijnen opgedane ervaringen in Afghanistan bij het behandelen van militairen kan gebruiken. Het belangrijkste dat ik heb opgestoken is leren improviseren: het roeien met de riemen die er zijn. De Westerse medische hulp zorgde onder de Filippijnse bevolking voor blije gezichten, maakt Hoff de balans op. Door de taalbarrire en de verlegenheid uitte de dankbaarheid zich vooral in glimlachen. En er werd veel gezwaaid.

Screening
In de drie weken dat hij op de Mercy bivakkeerde, maakte Hoff twee screenings mee. Zo heet het systeem aan de hand waarvan artsen op de wal zieken uitkiezen die op de Mercy geholpen worden. Als resultaat van de eerste selectie kreeg Hoff de man met de tumor te behandelen. De tweede keer ging hij mee aan land. Daar ontmoette hij een Australische arts die de eerste screening had meegemaakt. Deze vond het jammer dat hij toen geen instrumenten voor kleine verrichtingen had meegenomen aan wal. Dan had hij ter plaatse veel kleine ingrepen kunnen doen. Hoff besloot op de Mercy setjes instrumenten te verzamelen en die mee te nemen naar de screening bij Calbayog (80.000 inwoners). Hetzelfde deed hij bij de Medcaps (Medical Civil Action Program), waarbij aan wal vooral huisartsenzorg en tandartsenzorg wordt geleverd. Bij Calbayog richtte Hoff in een schooltje provisorisch een operatiekamertje in voor patinten die snel hulp nodig hadden, maar niet in aanmerking kwamen voor hulp op de Mercy. Op deze manier kon hij 25 mensen helpen aan de bulten en bobbels die vaak ontstoken waren. In het begin kostte het veel moeite om de Amerikanen van het nut van de aanpak te overtuigen. Uiteindelijk kon ik de Nederlandse ok-assistent luitenant Van de Ven meekrijgen naar n van de Medcaps. Daardoor konden wij in primitieve omstandigheden een stuk efficinter werken. Het succes van de

Officier in zes weken


Hoff werd in 2011 in zes weken tijd in de cmp-opleiding (civiel medisch personeel) op de KMA klaargestoomd voor militaire dienst. Wij vormden een klein clubje met een status aparte dat zo maar even een militaire rang kwam ophalen. Anderen zijn jaren bezig met hun opleiding tot officier. Maar ik heb op de KMA genoten. Ook vond ik het mooi om in Pacific Partnership iets voor Defensie te doen.

Meer informatie
Meer informatie over Pacific Partnership op pacificpartnership.wordpress.com.

Militair arts majoor Christiaan Hoff in de operatiekamer van het ziekenhuis in Leeuwarden.

Kort & Krachtig


Paresto-kok Tim van Pelt net niet in finale van RTL-kookprogramma

Ik beging fouten die ik niet mg maken

Defensieconsument per 1 november duurder uit


Per 1 november is de defensieconsument duurder uit. Reden van de prijsaanpassingen, die vooral aan de kassa bij Paresto merkbaar zullen zijn, is de gebruikelijke prijsindexering. Daarnaast speelt de opgelegde verhoging van het BTW-tarief van negentien naar 21 procent een grote rol.

De Haan nieuwe commandant Facilitair Bedrijf Defensie


Kapitein-ter-zee Floor de Haan nam onlangs tijdens een korte ceremonie op de Johannes Postkazerne in Havelte het commando over het Facilitair Bedrijf Defensie (FBD) over van kolonel ir. Paul de Witte (KLu). De Haan was tot voor kort adjunct directeur bij de directie Communicatie in Den Haag. De Witte is hoofd Accountmanagement geworden op het Logistiek Centrum Woensdrecht. Foto kpl Rob van Eerden (AVDD).

Korporaal Tim van Pelt (midden) met de sterrenchefs Julius Jaspers (rechts) en Robert Kranenborg.

Korporaal kok Tim van Pelt van defensiecateraar Paresto heeft een turbulente maand achter de rug. De kok van het bedrijfsrestaurant van de vliegbasis Gilze Rijen miste op een haar na de finale van het veelbekeken televisieprogramma van RTL 5 Topchef tegen Sterrenchef . Een deceptie, maar hij had het avontuur niet willen missen. Ik leerde technieken die bij het bereiden van diners op Gilze Rijen goed van pas komen. In Topchef tegen Sterrenchef mogen zorgvuldig geselecteerde amateurkoks zich bewijzen voor een jury van professionals uit sterrenrestaurants uit de beroemde Michelin Gids. Van Pelt gaf zich voor het programma op omdat hij zich verder wil ontwikkelen. Maar ook om aan te tonen dat er bij de krijgsmacht kwaliteitskoks werken. Het personeel op Gilze Rijen doet soms meewarig over het beroep van kok en klaagt over het eten. De mensen vergeten dat kok een vak apart is. Voor het beroep van piloot is ook niet iedereen geschikt, legt Van Pelt uit. buikspek, groentegerechten en crme de brle met bloemkool. "In het begin was ik door al die cameras zenuwachtig. Toen ik gewend was liep het allemaal beter, vertelt Van Pelt. Op de derde dag ging het mis. Door onderlinge communicatiestoornissen mislukte het vleesgerecht van Van Pelt en zijn collegas. Ik beging fouten die ik op mijn niveau niet mg maken. De jury strafte dat direct af. Jammer, we lagen in de race voor de finale. Bovendien vond ik dat ik tot de beste koks van het programma hoorde. Maar ik heb op culinair gebied veel bijgeleerd. Daarnaast was het programma een prima kans om Defensie in deze bezuinigingstijd positief te presenteren. Ik denk dat dit is gelukt.

DC HR heeft nieuwe directeur


Kolonel Hans van Leeuwen heeft het commando over het DienstenCentrum Human Resources (DC HR) te Enschede overgedragen aan kapitein-ter-zee Jilles Goedknegt. De luchtmacht draagt het stokje hiermee over aan de marine. Van Leeuwen is sinds 3 oktober directeur Human Resources bij TSN, de grootste thuiszorgorganisatie van Nederland, met haar hoofdkantoor in Almelo.

Piccalillydressing
Na een sollicitatiegesprek in Hilversum kreeg Van Pelt bij wijze van toelatingsexamen de opdracht om zelf een gerecht te bedenken. Hij koos voor zalm met bloemkoolpanacotta, geleiblokjes van augurk en een piccalillydressing. De luchtmachter slaagde met vlag en wimpel en kwalificeerde zich voor het programma. De opnamen zouden vijf dagen duren. Elke dag kreeg het team van Van Pelt kookopdrachten van de sterrenkoks Jef Schuur, Robert Kranenborg en Julius Jaspers. Een greep uit de gerechten die op tafel kwamen: lamsrug met garnituur, kabeljauw,

Meer dan alleen kok


Kok in hart en nieren Tim van Pelt volgde zijn opleiding bij De Rooie Pannen in Tilburg. In 2010 besloot hij in dienst te gaan bij de luchtmacht, waar zijn vader ook werkt. Het leven van een kok bij Defensie is afwisselend. Je maakt diners, gaat mee op oefening en kunt veel sporten. Bij de krijgsmacht ben ik mr dan alleen kok.

De overdracht van het Twentse gevelteken door Hans van Leeuwen (rechts) aan Jilles Goedknegt symboliseerde de commando-overdracht DC HR. Foto Ruben Meijerink.

FD Bathmen levert wereldwijd proviand aan oefenende militairen

Voor elk wat wils


Gemengde bonenschotel. Spinazie met vleesballen. Halal-maaltijden met kip en chili. Een militair op oefening of op missie die zon maaltijd verorbert kan er vergif op innemen: die komt uit de schappen van het Fysiek Distributiecentrum (FD) in Bathmen. In de loodsen daar liggen tonnen voedsel opgeslagen. Klaar voor transport naar elke locatie. We leveren voor elk wat wils, vertelt het hoofd Bureau Fysieke Distributie, Ren Smit.
Tekst: Jack Oosthoek Foto's: sergeant 1 Joyce Rutjes (AVDD).

Duizenden flessen met water liggen in de loodsen van het FD Bathmen opgeslagen.

Het Fysiek Distributiecentrum is een onderdeel van de Divisie Facilitair & Logistiek van het Commando DienstenCentra. De zestien burgers en de ene militair die er werken regelen dat oefenende militairen van alle krijgsmachtdelen hun natje en droogje krijgen. Het leger marcheert op zijn maag. De leveringen gebeuren in een zogeheten totaalpakket (ont-

bijt, lunch, diner), op tijd en niet te vergeten hyginisch verpakt. Een greep uit het assortiment groene catering dat bij de hofleverancier ligt opgetast. Koffie, thee, brood, beleg, dinermaaltijden, snacks, frisdranken, accijnsvrije drank. Verder rookwaren, (gevechts)rantsoenen, lunchpakketten, vegetarische en koosjere maaltijden, flessen met water zonder bubbels.

Sociale werkplaatsen
De producten zijn geproduceerd door burgerbedrijven die een contract met Defensie hebben. Voordat ze dat krijgen kunnen ze op bezoek rekenen van een keurmeester van Defensie. Die controleert het bedrijf op allerlei punten, waaronder hygine. De verpakking van de (gevechts) rantsoenen gebeurt in sociale werkplaatsen. Zodra de levensmiddelen in Bathmen binnenkomen, laat personeel van het Fysiek Distributiecentrum er een ingangscontrole op los. Dat om na te gaan of de eetwaar aan de normen voldoet. Keurmeester Aad Struijk van het Bureau Kwaliteitsmanagement van het CDC: We kijken bijvoorbeeld of de kwaliteit van het fruit in orde is. Maar ook of de verpakking en de temperatuur van het voedsel klopt. Vanuit Bathmen gaan de levensmiddelen met de Defensie Verkeers- en Vervoersorganisatie naar de plaats van bestemming. Zoals onlangs naar hartje Duitsland voor de landmachtoefening Peregrine Sword. Eerder dit jaar stuurde het FD eten naar oefeningen van het Korps Mariniers, 11 Luchtmobiele Brigade en naar Afghanistan. Om misverstanden te voorkomen: de bedrijfsrestaurants van Defensie krijgen hun spullen niet door het FD Bathmen geleverd. Daar zorgt de gecontracteerde leverancier van de defensiecateraar Paresto voor. Bij elke opdracht gaat de FD-bemanning na of het efficinter en goedkoper kan, vertelt Smit. Vindt een oefening in bijvoorbeeld Hongarije of Polen plaats? Dan kan worden besloten om via contracters lokale bedrijven in te huren. Deze mogen echter pas leveren nadat een keurmeester de hygine in het bedrijf onder de loep heeft genomen. Een buitenlands bedrijf dat een contract van Defensie wil verdienen, moet net als de Nederlandse aan strenge eisen voldoen, benadrukt Smit.

Hoofd Bureau Fysieke Distributie Smit. Voor ons komt de klant, de militair in de schuttersput, op de eerste plaats.

Bij elk transport gaat de FDbemanning na of het efficinter en goedkoper kan


Operationeel gericht
Het is duidelijk: het Fysiek Distributiecentrum is het epicentrum van Defensie voor het verstrekken van proviand aan oefenende militairen in binnen- en buitenland. De volgens Smit best denkbare opzet. Het FD heeft enorm veel kennis en ervaring in huis. Wij weten precies hoe je voedsel op een verantwoorde manier bij de troepen krijgt. Wij zijn volledig operationeel gericht. Voor ons komt de klant, de militair in de schuttersput, op de eerste plaats. Hem willen we maximaal faciliteren. Een burgerbedrijf zou er jaren over doen om zich de manier van werken van Defensie eigen te maken. Dat kent onze procedures niet of nauwelijks en werkt bovendien op commercile basis. Dit werkt mogelijk prijsstijgingen in de hand en kan ten koste gaan van de kwaliteit van de dienstverlening. Daarom is Smit niet op voorhand een voorstander van het overhevelen van de taken van het Fysiek Distributiecentrum naar een burgerbedrijf (outsourcing). In het licht van de bezuinigingen loopt daar een onderzoek naar. Eind dit jaar wordt duidelijk of het FDC ook in de toekomst het loket blijft voor het leveren van gemengde bonenschotel, spinazie met vleesballen en Halal-maaltijden aan oefenende militairen in binnen- en buitenland.
Keurmeester Aad Struijk voert een ingangscontrole uit op een pakket dat in Bathmen is binnengekomen.

Arriveert een pallet met goederen in Bathmen, dan wordt dat direct opgeslagen. Klaar voor verzending naar elke plek in de wereld.

10

Keurmeester Aad Struijk:

Ik ben altijd open en eerlijk


Oud-kok en gediplomeerd smaakspecialist Aad Struijk straalt het aan alle kanten uit: de baan van keurmeester is zijn lust en zijn leven. Met voeding omgaan is helemaal mijn ding. Bovendien is eten vaak lekker. Struijk werkt al sinds 1979 als keurmeester.
Elk jaar gaat Struijk overal ter wereld na of de leveranciers van voedsel aan de (hygine)normen en de technische en kwaliteitseisen van Defensie voldoen. Ook checkt hij de hygine bij toeleveranciers en bij bedrijven die op de nominatie staan om een contract van Defensie te krijgen. Struijk werkt daarbij samen met een beleidsmedewerker Levensmiddelentechnologie, een technicus en een tweede keurmeester. Elke keuring vindt onaangekondigd plaats. Bedrijven weten ook dat die kan komen. Tijdens een keuring ontsnapt niets in een bedrijf aan de aandacht van de keurmeester. Ik ben tegenover directie en personeel altijd open en eerlijk over wat ik kom doen. Dat werkt meestal goed, legt Struijk uit

Rantsoenen
Ook de rantsoenen voor operationele militairen gaan door de molen van keurmeesters. Dat gebeurt in de regel voordat bedrijven aan Defensie leveren. De keurmeesters gaan onder meer na of het gevechtsrantsoen volgens het contract 3600 calorien bevat. Met zon hoeveelheid in de maag zal de militair in zware omstandigheden naar verwachting geen honger lijden. En: zitten er in het Rantsoen Onder Extreme Koude (ROEK) voor mariniers en commandos vijfduizend calorien? Weegt dit pakket niet teveel? De militair moet het namelijk onder alle omstandigheden kunnen meenemen. Verder dient het noodrantsoen, met daarin vooral een soort geperste biscuitjes, duizend calorien te bevatten en het Lange Afstand Verkennerrantsoen (LAV) 4300. Overigens is er nieuws te melden over de rantsoenen. Na gedegen wetenschappelijk onderzoek komen er in 2013 waarschijnlijk drie modulaire exemplaren: voor koude, gematigde en warme omstandigheden. En voor evenzoveel soorten operaties: licht, middel en zwaar. De nieuwe rantsoenen zijn op maat gesneden voor de militair, weet keurmeester Struijk.

Er heerste in het restaurant groot besmettingsgevaar


Raarste geval
Bijna vanzelfsprekend komt Struijk situaties tegen die niet kunnen. Zoals vervuilde machines; bladderend verf dat vanaf een plafond op een lopende band met nog open voedselblikken valt; smerige toiletten en dito bedrijfskleding; gare en rauwe kip bij elkaar, volgens de Voedselen Warenautoriteit verboden vanwege kruisbesmettingsgevaar. Het raarste geval dat Struijk tot nu toe meemaakte: een officieel gecertificeerd (buitenlands) bedrijf waar alles dat vies kon zijn, vies was. Het bedrijf verloor het contract met Defensie. Minstens even verbaasd was Struijk over de kakkerlakken en muizen die hij aantrof in een bakkerij op de Nederlandse Antillen. Hetzelfde gold voor het Chinees restaurant in de buurt van een kazerne waar wachtlopende militairen hun diner halen. Struijk keurde het etablissement op verzoek van Defensie en ontdekte vliegen op het vlees en bakken met voedsel op een smerige vloer. Om over de rest nog maar te zwijgen. Er heerste in het restaurant groot besmettingsgevaar, verzucht Struik. De brutale eigenaar dacht daar anders over en zette de keurmeester pardoes op straat. Uiteraard kreeg de man geen contract van Defensie.

Redelijk vaak
Een bedrijf dat van een keurmeester van Defensie de rode kaart ontvangt, krijgt meestal drie maanden de tijd voor het doorvoeren van verbeteringen. Is er daarna nog steeds sprake van misstanden, dan schrapt Defensie de onderneming van de lijst met leveranciers. Volgens Struijk komt een afkeuring redelijk vaak voor. Een gebrek aan hygine in een bedrijf komt vaak door onwetendheid, bedrijfsblindheid en een gebrek aan kennis van zaken, vertelt hij. De meeste ondernemingen waarmee Defensie zaken doet, vooral in Europa, hebben hun zaakjes echter voor elkaar. Vooral de grote.

Ook de rantsoenen gaan door de molen van de keurmeesters van Defensie

11
Elke maand stellen de Centrale Adviseurs Integriteit Defensie (CAID), Liesbeth de Stoppelaar en majoor Marcel Hendriksen, en de Functionaris Integriteitszorg (FIZ) mr. Nynke Wygman, een onderwerp over integriteit aan de kaak. Dit keer een artikel van Marlies Koonen over het gebruik van Social Media. Zij is waarnemend Centraal Adviseur Integriteit Defensie.

Integriteit en Social Media


Velen van ons bezoeken regelmatig Facebook, Twitter, Hyves of Linked In. Het is leuk om je ervaringen, fotos en filmpjes met elkaar via social media te delen. Het geeft mensen een gevoel van saamhorigheid en erkenning als anderen reageren op hun bericht over een leuke vakantie of een geslaagd feest. Social Media zijn, kortom, niet meer weg te denken.
Tekst: Marlies Koonen Foto: sergeant Ruud Mol (AVDD)

Maar internet heeft ook een andere kant. De uit de hand gelopen gevolgen van een onschuldige uitnodiging voor een feestje in het Groningse dorp Haren liggen nog vers in ons geheugen. Voor Defensie liggen de risicos vooral op het gebied van imagoschade, informatiediefstal en veiligheid van medewerkers.

Imagoschade
Waar je misschien niet direct bij stilstaat, is dat informatie die alleen voor je vrienden bedoeld is, bij een grotere groep bekend wordt. Daarnaast kan door jou inmiddels verwijderde informatie jaren later toch weer opduiken. Dat kan je dan in verlegenheid brengen omdat je intussen in een andere fase van je leven bent. Google+, de social netwerksite van Google, maakt op de achtergrond analyses van jouw surfgedrag. Bij een volgend bezoek aan Google+ wordt jouw eerdere surfgedrag gebruikt om je te helpen. Heel handig, maar daarmee bouw je wel een bepaald imago op bij Google waar je later maar moeilijk van afkomt. Of wat vind je van een foto van jezelf, genomen op een ontspannen moment tijdens een feestje, misschien een beetje pikant, die door een collega boven zijn bureau wordt gehangen? Het is natuurlijk vleiend wanneer jouw chef je uitnodigt op Facebook. Er is ook helemaal niets op tegen om een dergelijke uitnodiging te accepteren. Het is wel verstandig om even bij je chef na te gaan of hij dat verzoek daadwerkelijk zelf heeft verstuurd. Het komt namelijk voor dat criminelen zich zijn of haar identiteit toe-eigenen, om op die manier aan bedrijfsinformatie te komen.

Veiligheid van medewerkers


Fotos en filmpjes van een oefening of uitzending kunnen op internet terechtkomen. Dat betekent dat daarmee ook de veiligheid van collegas in het geding komt. Dit zijn slechts enkele voorbeelden van schaduwzijden van internet. Moet Defensie het gebruik van social media door defensiemedewerkers dan maar verbieden? Dat zou te ver gaan en ook jammer zijn, omdat er aan internet veel positieve kanten zitten. Het is wel verstandig om tijdens

een afdelingsoverleg de dialoog aan te gaan over dit onderwerp. Wat kan wel en wat niet? Wat je zelf ok vindt, kan je collega al over het randje vinden. Zo kunnen we elkaar behoeden voor onbedoeld gedoe of misstappen. Zie voor meer informatie de Aanwijzing SG A/973 Richtlijnen voor het gebruik van sociale media door defensiemedewerkers van 28 september 2011. Of bel voor advies de Functionaris Integriteitzorg of de Centrale Adviseur Integriteit Defensie.

12

De ketting is zo sterk als zijn zwakste schakel. Die les brengen de aspiranten tijdens de MIP in praktijk. Foto Peter de Vries

Maritieme Introductie Periode d opstap voor iedere adelborst

Aai over de bol, haal over de neus


Bij de gedachte aan die zwarte gezichten al moet majoor der mariniers Friso Amsterdam lachen. In de tweede week van hun vele weken durende Maritieme Introductie Periode (MIP) duiken kader en aspirant- adelborsten van 'Promotie 2012' van de opleiding tot officier aan het Koninklijk Instituut voor de Marine eensgezind in de modder van de Mokbaai op Texel. Dat voor een allesbehalve verfrissende mudmars. Doel: het creren van saamhorigheid en het opbouwen van conditie.
Tekst: Andr Twigt

Saamhorigheid en conditie zijn belangrijk. Maar waar het tijdens de Maritieme Introductie Periode vooral om draait, is adelborsten in de dop vertrouwd maken met de marine en met Defensie. Het zeven weken durende programma omvat onder meer het aanleren van militaire vaardigheden, het uitbouwen van ieders conditie en inspannende groepsopdrachten. Op die manier krijgen de adelborsten binding met elkaar. Een introductie gewoonten en gebruiken bij het varende krijgsmachtdeel hoort er ook bij. Zo heten werktijden

scheepsuren, staat alle hens voor appl en de blauwe hap voor de traditionele rijstmaaltijd op woensdag. Al met al vormt de MIP d opstap voor alle marineofficieren. Gedurende hun verblijf op het Koninklijk Instituut voor de Marine (KIM) vallen de mannen en vrouwen onder hoofd Praktische Militaire Vorming Amsterdam en zijn kader. Dat bestaat uit ervaren rotten in het vak. Jongens en meiden in spijkerbroek opleiden tot uitstekend officiersmateriaal betekent met zorg en beleid werken. Het kader verstaat die kunst. Am-

sterdam: Ouders geven hun zoon of dochter aan ons en vanaf dat moment zijn wij eigenlijk vader en moeder. Het opvoeden doen we met soms een denkbeeldige aai over de bol en soms met een haal over de neus. Over hoe dat laatste aanvoelt, windt aspirant-adelborst Raoul Bergsma geen doekjes. Het ondergaan van gezag is voor mij soms moeilijk. Ik betrek alles nogal op mezelf. Ook wanneer een ander een grote mond van de sergeant-majoor krijgt. Dat gevoel moet ik echt van me af zetten.

13
Tweede plaats
De maritieme introductie is niet bepaald een picknick. Het regime is streng, dwingend en de fysieke belasting venijnig. Al na enkele dagen dienen afvallers zich aan. Begint Promotie 2012 met 83 man, op Texel haken er vijf af. Ondanks een goede orintatie gingen de meesten weg omdat ze zich niet thuis voelen bij het krijgsbedrijf, weet Amsterdam. Voor wie huis en haard moeilijk los kan laten, is een baan op de golven niets, vindt de majoor. Want door operationele verplichtingen komt bij de marine het thuisfront vaak op de tweede plaats. Om personeel daarmee in een vroeg stadium vertrouwd te maken, bootst de MIP de werkelijkheid zoveel mogelijk na. Aspirant-adelborst Michael de Dobbelaar uit Axel (Zeeuws Vlaanderen): Je moet hard werken, de dagen zijn lang, de nachten kort. Alles is net als tijdens een operatie in een ver land. Andere dingen zijn nog heel schools, zoals bed opmaken. Zonder vouwen uiteraard. Doe je het niet goed, dan worden de dekens er resoluut afgetrokken. Is de PGU-kast niet onberispelijk? Dan wordt deze omgekeerd. Om het beeld van de werkelijkheid wat zwaarder aan te zetten, mogen de leerlingen tijdens de eerste weken niet chatten of Facebooken. Ook bellen kunnen ze vergeten. Daarover doet aspirant-adelborst Jaap Fuite uit Genemuiden (bij Zwolle) niet moeilijk. Ik ben niet zon beltype. En waarom wil Fuite zo graag bij de marine? Met hobbys als kickboksen, survival en bergsport is hij naar zijn zeggen niet de grootste studiebol. Hij ziet een carrire bij de mariniers vanwege het buitenleven dan ook helemaal zitten. En waarom wil hij specifiek bij de mariniers? Omdat die de allerbeste zijn. Mijn vader diende bij het korps en hij vertelt nog altijd verhalen over wat hij allemaal meemaakte. Dat heeft wel degelijk een rol gespeeld bij mijn keuze.

Afzien tijdens de mudrun. Foto Peter de Vries.

les aan om zoveel mogelijk adelborsten over de streep te helpen. De ene is van nature een doorzetter, de ander moet je dat bijbrengen. Bij de keuring in Amsterdam is iedereen geselecteerd op zijn of haar potentieel om officier te worden. Aan ons de taak dat er uit te halen.

Dik tevreden
Tijdens de gehele KIM-periode, maar ook tijdens de MIP, wordt Promotie 2012 constant tegen het licht gehouden. Het kader observeert gedrag en gedragingen, zowel individueel als in groepsverband. Op die manier leggen ze iedere kracht en zwakte bloot. De n streeft een carrire in de elektrotechniek na, de ander wil marinier worden. De eerste hoeft niet zo hard te kunnen lopen als een zeesoldaat, maar hij moet wel een wapensysteem of sensor aan de praat kunnen houden. Op dat soort eigenschappen passen we de opleiding hier en daar aan, vertelt Amsterdam. Over wat hij tot nu toe van Promotie 2012 zag, is hij dik tevreden. Het is een enthousiaste club en n die wat te vertellen heeft. Ze weten dat ze ergens voor komen. Aspirant-adelborst Stefan Le Belle is met 28 jaar n van de oudere leden van de Promotie 2012. Hij deed communicatie, maar kwam er gaandeweg achter dat op kantoor zitten niets voor hem is. De studie aan het KIM lijkt hem interessant. Maar veel leuker vindt hij de POTOM. Of hij hiervoor uit het juiste hout is gesneden, weet hij nog niet. Maar Le Belle gaat de uitdaging graag aan. De woorden afzien en doorzetten kent hij goed. Zo liep hij kort geleden voor de Stichting Kinderen Kankervrij (KIKA) van Tarifa in Spanje naar de Noordkaap. Een afstand van 6380 kilometer. De aannamecommissie vond dat een pluspunt. Hoewel hij wel wat gewend is, vindt Le Belle de Maritieme Introductie ronduit pittig. Vooral de lengte van de training en dat hij geen moment voor zichzelf heeft, vallen hem zwaar. Als Texel een voorbereiding is op de POTOM, dan staat me nog heel wat te wachten.

Aspirant-adelborst Raoul Bergsma: Het ondergaan van gezag is voor mij soms moeilijk.

Aspirant-adelborst Michael de Dobbelaar vindt dat sommige aspecten van de MIP veel weg hebben van een operatie in een ver land.

Intellectuele dingen
Studiebol of niet, iedere aspirant-adelborst moet tijdens zijn vier jaar aan het KIM vaak met de neus in de boeken. Maar zover is het nog niet. Na de Maritieme en de Korpsintroductie (op het KIM) gaan de vlootmensen op bootjesreis naar onder meer de Nederlandse Antillen, om de grondbeginselen van het varen te leren. De mariniers verkassen naar Rotterdam voor de Praktische Opleiding tot Officier der Mariniers (POTOM). Pas daarna komen ze hier intellectuele dingen doen, doelt Amsterdam op de bachelorstudie aan het KIM. Die moeten de dames en heren afronden om officier te worden. Daarna stromen ze in bij de parate eenheden. Kandidaten kunnen kiezen uit militaire bedrijfswetenschappen, krijgswetenschappen of militaire systemen en technieken. Of ze allemaal zullen slagen, is koffiedik kijken. Maar Amsterdam en zijn kader doen en al-

Aspirant-adelborst Stefan Le Belle is met 28 jaar n van de oudere leden van Promotie 2012.

Aspirant-adelborst Jaap Fuite: Mijn vader diende bij het korps en hij vertelt nog altijd verhalen over wat hij allemaal meemaakte. Dat heeft wel degelijk een rol gespeeld bij mijn keuze. Foto's: Ad Biersteker

14

Mijn werkplek
Elke maand komt in de Pijler een CDCer aan het woord over zijn werk. Wat doet hij precies, wat maakt hij mee en wat zijn de aantrekkelijke kanten van zijn baan? Dit maal Piet Lesterhuis, onze man bij het Ministerie van Buitenlandse Zaken in Den Haag.

Ik werk in een inspirerend team


Lesterhuis helpt bij Buza een Shared Serviceorganisatie voor in het buitenland geplaatst personeel van het Rijk op te richten. De naam van de nieuweling is 3W, de afkorting voor WereldWijd Werken. Lesterhuis heeft bij Buitenlandse Zaken een taaie kluif. Zijn takenpakket is breed en hij moet rekening houden met het (politieke) belang van twee organisaties. Toch heeft hij zijn draai gevonden in de Apenrots. Dat is de bijnaam voor het gebouw van Buitenlandse Zaken in Den Haag.
Tekst: Jack Oosthoek Fotos Wim Salis

Piet Lesterhuis met op de achtergrond de markante Apenrots van Buitenlandse Zaken.

15

Lesterhuis is sinds februari van dit jaar voor vier dagen per week bij Buza gedetacheerd. De voor alle ministeries, dus uiteindelijk ook voor Defensie, bedoelde Shared Serviceorganisatie moet vanaf april 2013 het rijkspersoneel op alle zogeheten rijksvertegenwoordigingen in den vreemde ondersteunen. Zoals ambassades. In het geval van Defensie gaat het in eerste instantie vooral om attachs en hun assistenten. Een relatief klein deel dus van de groep defensiemedewerkers die in het buitenland geplaatst is. Voor militairen die op missie gaan verandert er door de komst van de Shared Serviceorganisatie sowieso niets. In de toekomst blijft hun uitzending, formeel gezien, onder de vlag van de Commandant der Strijdkrachten plaatsvinden.

Niet pluis
De 3W-organisatie helpt buitenlandgangers bij het regelen van een verhuizing, het aanvragen en incasseren van vergoedingen en declaraties, het versturen van post en goederen. Maar bijvoorbeeld ook bij dienstreizen, de verhuizing van partners en kinderen naar het buitenland. Ook zorgt 3W voor spullen die onontbeerlijk zijn bij het werken in crisisomstandigheden. Op veel plekken in de wereld waar Nederlanders werken is het immers niet pluis. Aan Lesterhuis de taak om de materieelpoot van 3W op te zetten. Op dit moment bekijkt hij onder meer of het mogelijk is om veiligheidsmateriaal als helmen en scherfvesten voor buitenland-

Piet Lesterhuis kan bij Buza door alle hulp die hij er krijgt goed uit de voeten.

De n business en de ander economy class. Dat voelt wat onrechtvaardig aan


klanten te bestellen. Dat doet Lesterhuis in samenwerking met het Kleding- en Persoonsgebonden Uitrusting Bedrijf (KPU) van Defensie. Op deze manier garanderen we dat het personeel van de aan 3W deelnemende instanties met dezelfde betrouwbare en robuuste spullen naar het buitenland gaat, licht Lesterhuis toe. Het is in de toekomst

ook de bedoeling om via een 3W-loket opleidingen en veiligheidstrainingen. aan te vragen. Zoals het er nu uitziet gaat de krijgsmacht die verzorgen. Defensie wordt in de toekomst mogelijk klant n leverancier van 3W, weet Lesterhuis. Bij zijn werk bij Buitenlandse Zaken komen zijn CDC-ervaringen hem goed van pas. Daar was Lesterhuis tijdens de oprichting van de Divisie Facilitair & Logistiek kwartiermaker van de directie Vraag- en Aanbodmanagement (VAM). Ook fungeerde hij bij de invoering van het Dienstencentrum Internationale Ondersteuning Buitenland (DCIOD) als plaatsvervangend projectleider. Vooral vanwege dat laatste detacheerde Defensie hem bij Buza. Lesterhuis krijgt veel hulp van dit ministerie. Ik werk in een inspirerend team en steek veel op van de samenwerking met de organisaties die aan 3W meedoen.

efficinter maken. Zo komt de zogeheten ondersteuning van de internationale functie bij n organisatie terecht. Alle ministeries regelen de hulp aan het eigen personeel in het buitenland op dit moment vaak nog zelf. Daarbij vinden ze in veel gevallen opnieuw het wiel uit, verduidelijkt Lesterhuis. Er was nog een reden voor het opzetten van de interdepartementale Shared Serviceorganisatie: de kans om alle overheidsregels voor buitenlandgangers onder n paraplu (geleidelijk) te harmoniseren. Daarbij moeten we denken aan een regeling om overheidsdienaars in de toekomst in n klasse naar het buitenland te laten reizen, legt Lesterhuis uit. Dus niet de n in de business en de ander in de economy class. Dat namelijk voelt toch wat onrechtvaardig aan. Zoals het er nu uitziet zwaait de deur van de nieuweling op 15 april 2013 open. Er komen in eerste instantie circa tien mensen te werken. In de beginfase bieden ze via n loket diensten aan. Vooralsnog zullen Buitenlandse Zaken en Defensie het werk nog zlf uitvoeren.

Zestien maatregelen
Het idee voor de oprichting van een rijksbrede Shared Serviceorganisatie is afkomstig van de Ministerraad. Die wil de Rijksdienst aan de hand van zestien maatregelen compacter en

16

DCIOD brug met defensiepersoneel in buitenland

Op sommige dingen hebben wij geen invloed


Het Dienstencentrum Internationale Ondersteuning Defensie (DCIOD) helpt defensiemedewerkers van alle krijgsmachtdelen die een functie in het buitenland draaien. Dat gebeurt op allerlei manieren. Van de 115 personeelsleden van het DCIOD zijn er zon veertig gestationeerd in het buitenland. Onlangs kwamen zij bijeen voor themadagen. Deze stonden in het teken van kennisuitwisseling en de toekomst.
Tekst: eerste luitenant Joost Ploegmakers Fotos: archief DCIOD

Wat doet het DCIOD precies?


Werner Pauwels, plaatsvervangend commandant van het DCIOD: We helpen bij zaken als huisvesting en het vele papierwerk dat bij een buitenlandplaatsing komt kijken. De veertig medewerkers van het DCIOD in het buitenland zijn onze vooruitgeschoven posten op een NSE (National Support Element). Waar grotere clubs Nederlanders werken, is er zon NSE. Van Duitsland tot Turkije en van de Verenigde Staten tot Aruba. Overigens houden we ons niet bezig met uitzendingen, maar alleen met functies in het buitenland. Immers, de operationele commandos regelen de uitzendingen.

Hoeveel klanten heeft het DCIOD? Ofwel, hoeveel Nederlandse defensiemedewerkers hebben een functie in het buitenland?
Pauwels: Dat zijn er meer dan tweeduizend. Zo werken er veel landmachters bij het Duits-Nederlands Legerkorps in Mnster. De Marine en sinds kort ook de Marechaussee zijn vooral actief in het Caribisch gebied. Van de luchtmacht werken er nogal wat militairen in de Verenigde Staten. Maar ook zitten er CDCers buiten Nederland. Dat zijn bijvoorbeeld mensen van Paresto.

Plaatsvervangend commandant DCIOD Werner Pauwels: Het lastige van onze taken is dat wij voor veel zaken afhankelijk zijn van andere partijen.

17

Sergeant der eerste klasse Igor Marks, DCIODer gestationeerd in Mons, Belgi.

Wat regelt het DCIOD voor de buitenlandgangers?


Pauwels: Bij een functie over de grens kennen we drie fases: vertrek, verblijf en terugkeer. De zwaartepunten voor ons liggen op het eerste en het laatste. We houden ons dan bezig met zaken als voorlichting, de verhuizing, huisvesting, visa en een school voor kinderen die meeverhuizen.Een defensiemedewerker komt pas bij ons in het systeem als hij of zij daadwerkelijk een buitenlandse functie heeft.

Wat is de grootste uitdaging voor jullie?


Pauwels: Het lastige van onze taken is dat wij voor veel zaken afhankelijk zijn van andere partijen. Wij hebben het over onze happy flow als alles loopt zoals het zou moeten. Maar omdat wij op sommige elementen geen invloed hebben lukt dat soms niet. Ideaal voor ons is als we zes maanden de tijd hebben voordat iemand naar het buitenland gaat.

Hoe ziet de toekomst van het DCIOD eruit?


Pauwels: Wij hebben net als anderen last van de bezuinigingen. Dat merken we vooral aan de kleinere budgetten die we tot onze beschikking hebben. Op dit moment wordt er gewerkt aan een interdepartementale organisatie. Er komt een bureau voor buitenlandondersteuning voor alle rijkspersoneel. De naam: 3W, dat staat voor WereldWijd Werken.

Gaat hij alleen of vertrekt hij met zijn hele gezin naar het buitenland?
Dan volgt er een digitale intake en daarna een intakegesprek. Vervolgens weten wij exact wat de nieuwe klant nodig heeft aan ondersteuning. Gaat hij alleen of vertrekt hij met zijn hele gezin naar het buitenland? We zijn overigens bezig om het eerste contactmoment naar voren te halen. Dan weet de medewerker vr plaatsing wat hem of haar te wachten staat.

Je bezoekt plekken waar je anders niet gauw komt


Wie: sergeant der eerste klasse Igor Marks Werkplek: Mons, Belgi Sinds: januari 2010

Hoe zien jouw taken eruit?


Ik bied de circa 110 Nederlanders die hier in Mons gestationeerd zijn, maar ook in Glons, Lille, Parijs en Luxemburg ondersteuning, vooral bij het inboeken. Ik help ze bijvoorbeeld bij het verkrijgen van een pasje en ga eventueel mee op zoek naar een woning. Ook maak ik ze wegwijs op de werklocatie. Daarnaast kunnen ze bij mij terecht voor vragen over financile aanspraken en uitleg over de verschillende systemen die we gebruiken.

Hoe bevalt het wonen en werken in Belgi?


Goed. Ik werk op het NAVO-hoofdkwartier in Mons en het is interessant om in een internationale omgeving rond te lopen. Je bezoekt plekken waar je anders niet gauw komt. Zo heb ik ondersteuning geleverd op het NSE in Washington D.C. en in het Caribische gebied. Wat betreft het leven hier weet ik alleen hoe dat van maandag tot en met vrijdag werkt. Ik ga namelijk ieder weekend naar huis, zon 240 kilometer rijden. Ik zou graag nog eens op een plek buiten Europa aan het werk willen. Amerika bijvoorbeeld.

Heb je nog nieuws gehoord op de themadag van het DCIOD?


Dat er misschien een interdepartementaal ondersteuningsbureau komt... Het DCIOD bestaat nog maar ruim twee jaar. Het zou jammer zijn als dit alweer verandert. Maar dat is nu eenmaal de situatie waarin Defensie momenteel verkeert. De toekomst is onzeker.

Meer informatie over de nieuwe 3Worganisatie in de rubriek Mijn werkplek op pagina zestien van deze Pijler.

18
Sectie Facilitair Management levert huisvesting op maat

Van watermeterput tot begraafplaats

Vanuit het hoofdkwartier op de Kromhout Kazerne in Utrecht bestiert de sectie Facilitair Management zon 137 objecten. V.l.n.r Elisabeth Brandsma, Peter Ketelaers, Jaimy Knoppert en Simone Keetman.

Wat hebben de Georgische begraafplaats op Texel, een watermeterput op Vlieland, de Kromhout Kazerne in Utrecht en het (af te stoten) Officierscasino in Soesterberg met elkaar gemeen? Allemaal zitten ze in de portefeuille van de Sectie Facilitair Management (FM) van de Divisie Facilitair & Logistiek van het Commando DienstenCentra.
Tekst: eerste luitenant Wouter Helders Fotos: Hans Lebbe (AVDD)

19
We beheren met zijn vieren zon 137 uiteenlopende objecten, vertelt Peter Ketelaers, hoofd van de Sectie FM. In het oog springende locaties zijn onder andere het Kasteel van Breda, Bronbeek en het Instituut Defensie Leergangen. Teveel om op te sommen. Kort door de bocht: wij bieden de circa tienduizend CDC-medewerkers onderdak. Als opdrachtgever is Ketelaers met zijn team verantwoordelijk voor de contacten met het facilitair bedrijf, het transport en de catering op CDC-locaties. Maar ook voor de uitvoering van het Strategisch Huisvestingsplan en het concept Het Nieuwe Werken (HNW) van het CDC. Ketelaers: Het mooiste aan dit werk is de uitdaging om alle onderdelen van het CDC van passende huisvesting te voorzien. Die huisvesting staat namelijk in dienst van de werkzaamheden die CDC-medewerkers uitvoeren. Er is bewust voor gekozen om deze samenhangende taken bij Sectie FM onder te brengen. Huisvesting is volgens het team namelijk mr dan gebouwen. In ons werk komt alles samen: gebouwen, facilitaire voorzieningen, Arbo, bewaking, ICT, enz. We kijken daarom niet alleen naar losse gebouwen, maar naar alle mogelijkheden op een kazerne, licht Jaimy Knoppert, senior medewerker FM, toe. Wij doen ons best disciplines zo goed mogelijk op elkaar af te stemmen en om uiteindelijk tot een optimale huisvesting te komen.

Elisabeth Brandsma, senior medewerker Facilitair Management, heeft vooral de strategische huisvesting vraagstukken en huisvesting regio Den Haag in haar portefeuille. Denk hierbij aan bijvoorbeeld de Binckhorsthof en Frederikkazerne.

Senior medewerker FM Jaimy Knoppert heeft opdrachtgeverschap in haar portefeuille. Hieronder kunnen onder andere de diensten van Paresto, het Facilitair Bedrijf Defensie (FBD) en de Defensie Verkeers- en Vervoers Organisatie (DVVO) geschaard worden.

Als hoofd Sectie Facilitair Management (CDC) stuurt Peter Ketelaers zijn op de Kromhout Kazerne in Utrecht werkend team aan. Samen vormen zij de kerngroep huisvesting CDC.

Senior medewerker FM Simone Keetman houdt zich bezig met huisvestingmanagement van het Commando DienstenCentra.

Huisvesting is mr dan gebouwen


Huisvesting als jas
Komt het bovenstaande wellicht wat vaag over, het uiteindelijke doel is helder: alle CDCmedewerkers voorzien van een dak boven het hoofd, met passende service op de werkplek. Geschikte huisvesting voor een onderdeel kun je zien als het dragen van een jas, legt Ketelaers uit. Die moet comfortabel zitten. Niet te strak, maar ook niet te groot. In de kledingmetafoor blijvend, maakt het hoofd Facilitair Management een nuancerende opmerking: Helemaal op maat kunnen we de jas helaas niet altijd maken. Geld is schaars, daar hebben ook wij mee te werken. Wel proberen we het iedereen zo goed mogelijk naar de zin te maken. Een confectiejas zit ook comfortabel. Aangezien de Sectie FM zoals gezegd met het Herbeleggingsplan Vastgoed heeft te maken, zal dit niet helemaal lukken. Er moeten compromissen worden gesloten. n van

de punten uit het Strategisch Huisvestingsplan is bijvoorbeeld het bijeenbrengen van samenwerkende mensen en afdelingen. Om bijvoorbeeld de communicatie te bevorderen, willen we werknemers die elkaar nodig hebben voor het werk zoveel mogelijk bij elkaar zetten, aldus Simone Keetman, senior medewerker FM. Het gevolg: een herindeling van werkplekken en standplaatsen. Dat is voor sommige mensen even slikken. Senior medewerker Elisabeth Brandsma: Als je gewend bent in Den Haag te werken en te wonen en dan ineens naar Utrecht moet, kan dat even zuur zijn, ondanks dat het beter is voor de werkprocessen.

hankelijk werken centraal. Vooral de mogelijkheid voor medewerkers om de eigen- en werktijd efficint in te delen ervaren ze als prettig. Ketelaers: Mits passend binnen de werkzaamheden kan Het Nieuwe Werken veel gemak en tijdswinst opleveren. Werken daar waar het nodig en het meest praktisch is.

Tevreden CDCers
Om alle bovenstaande zaken mogelijk te maken werkt de Sectie Facilitair Management intensief samen met aanspreekpunten bij de OndersteuningsGroep & Kabinet, de divisies en de NLDA. Maar ook met de dienstverleners van het CDC, zoals het FBD, de DVD, DBBO en Paresto. We moeten durven vertrouwen op de dienstverlening en doen dat ook, benadrukt Ketelaers. Alleen door goed samen te werken, krijgen we wat we willen: tevreden CDC- medewerkers die hun werk goed kunnen doen.

Even wennen
Ook een andere pijler van het FM wekt soms weerstand op. Niet iedereen was vanaf het eerste moment gecharmeerd van Het Nieuwe Werken, legt Brandsma uit. Als je opeens geen eigen bureau en prullenbak meer hebt en de door jouw gebruikte werkplek elke dag leeg moet opleveren, is dat even wennen. Toch zijn de meeste mensen volgens haar na verloop van tijd tevreden over Het Nieuwe Werken. Daarin staan tijd- en plaats en onaf-

Meer informatie op de homepage van het CDC onder Huisvestingsmanagement CDC en Het Nieuwe Werken.

Foto van de maand


Proestend klimmen een speurhond en zijn geleider uit een waterbak op de vliegbasis Woensdrecht. De Brabantse basis vormde onlangs het toneel voor het open kampioenschap Hondenbiatlon. Doel: laten zien hoe mens en dier samenwerken. De deelnemers mochten op maar liefst twintig hindernissen aantonen wie de beste was. Ook moesten ze dressuuroefeningen en schietproeven doen. De teams kwamen uit zes Europese landen en hadden een militaire, politie- of douaneachtergrond. De Nederlandse defensieorganisatie zet hondenteams onder andere in voor de bewaking van objecten en voor het opsporen van verborgen explosieven.

Foto sergeant-majoor Maartje Roos (AVDD).

Das könnte Ihnen auch gefallen

  • KM 10/11 2013
    KM 10/11 2013
    Dokument25 Seiten
    KM 10/11 2013
    AVRM Magazine Stand
    Noch keine Bewertungen
  • DK 28 2013
    DK 28 2013
    Dokument16 Seiten
    DK 28 2013
    AVRM Magazine Stand
    Noch keine Bewertungen
  • Vaandeldrager 108
    Vaandeldrager 108
    Dokument0 Seiten
    Vaandeldrager 108
    AVRM Magazine Stand
    Noch keine Bewertungen
  • KL Special KL200
    KL Special KL200
    Dokument48 Seiten
    KL Special KL200
    AVRM Magazine Stand
    Noch keine Bewertungen
  • KMar 12 2013
    KMar 12 2013
    Dokument15 Seiten
    KMar 12 2013
    AVRM Magazine Stand
    Noch keine Bewertungen
  • DP 10 2013
    DP 10 2013
    Dokument13 Seiten
    DP 10 2013
    AVRM Magazine Stand
    Noch keine Bewertungen
  • Landmachtobjecten
    Landmachtobjecten
    Dokument1 Seite
    Landmachtobjecten
    AVRM Magazine Stand
    Noch keine Bewertungen
  • MG 09 2013
    MG 09 2013
    Dokument24 Seiten
    MG 09 2013
    AVRM Magazine Stand
    Noch keine Bewertungen
  • Reservisten Symposium
    Reservisten Symposium
    Dokument4 Seiten
    Reservisten Symposium
    AVRM Magazine Stand
    Noch keine Bewertungen
  • DK 26 2013
    DK 26 2013
    Dokument8 Seiten
    DK 26 2013
    AVRM Magazine Stand
    Noch keine Bewertungen
  • DK 27 2013
    DK 27 2013
    Dokument8 Seiten
    DK 27 2013
    AVRM Magazine Stand
    Noch keine Bewertungen
  • Kmar 11 2013
    Kmar 11 2013
    Dokument13 Seiten
    Kmar 11 2013
    AVRM Magazine Stand
    Noch keine Bewertungen
  • DK 25 2013
    DK 25 2013
    Dokument12 Seiten
    DK 25 2013
    AVRM Magazine Stand
    Noch keine Bewertungen
  • MG 8 2013
    MG 8 2013
    Dokument24 Seiten
    MG 8 2013
    AVRM Magazine Stand
    Noch keine Bewertungen
  • KLu - 07-2013
    KLu - 07-2013
    Dokument21 Seiten
    KLu - 07-2013
    AVRM Magazine Stand
    Noch keine Bewertungen
  • MG 7 2013
    MG 7 2013
    Dokument11 Seiten
    MG 7 2013
    AVRM Magazine Stand
    Noch keine Bewertungen
  • DK 24 2013
    DK 24 2013
    Dokument8 Seiten
    DK 24 2013
    AVRM Magazine Stand
    Noch keine Bewertungen
  • KMar 10 2013
    KMar 10 2013
    Dokument13 Seiten
    KMar 10 2013
    AVRM Magazine Stand
    Noch keine Bewertungen
  • KM 9/10 2013
    KM 9/10 2013
    Dokument21 Seiten
    KM 9/10 2013
    AVRM Magazine Stand
    Noch keine Bewertungen
  • DK 23 2014
    DK 23 2014
    Dokument8 Seiten
    DK 23 2014
    AVRM Magazine Stand
    Noch keine Bewertungen
  • KMar 8 2013
    KMar 8 2013
    Dokument13 Seiten
    KMar 8 2013
    AVRM Magazine Stand
    Noch keine Bewertungen
  • KL 6 2013
    KL 6 2013
    Dokument19 Seiten
    KL 6 2013
    AVRM Magazine Stand
    Noch keine Bewertungen
  • KM 07/08 2013
    KM 07/08 2013
    Dokument23 Seiten
    KM 07/08 2013
    AVRM Magazine Stand
    Noch keine Bewertungen
  • DK 22 2013
    DK 22 2013
    Dokument8 Seiten
    DK 22 2013
    AVRM Magazine Stand
    Noch keine Bewertungen
  • DK 19 2013
    DK 19 2013
    Dokument8 Seiten
    DK 19 2013
    AVRM Magazine Stand
    Noch keine Bewertungen
  • DP 7 2013
    DP 7 2013
    Dokument11 Seiten
    DP 7 2013
    AVRM Magazine Stand
    Noch keine Bewertungen
  • DK 20 2013
    DK 20 2013
    Dokument7 Seiten
    DK 20 2013
    AVRM Magazine Stand
    Noch keine Bewertungen
  • DK 21 2013
    DK 21 2013
    Dokument8 Seiten
    DK 21 2013
    AVRM Magazine Stand
    Noch keine Bewertungen
  • KL 05 2013
    KL 05 2013
    Dokument19 Seiten
    KL 05 2013
    AVRM Magazine Stand
    100% (1)
  • MG 06 2013
    MG 06 2013
    Dokument20 Seiten
    MG 06 2013
    AVRM Magazine Stand
    Noch keine Bewertungen
  • KM 11-12
    KM 11-12
    Dokument23 Seiten
    KM 11-12
    AVRM Magazine Stand
    Noch keine Bewertungen
  • KRG-2019-46 Vonnis 29112019 Krijgsraad Bouterse - Surinamr
    KRG-2019-46 Vonnis 29112019 Krijgsraad Bouterse - Surinamr
    Dokument116 Seiten
    KRG-2019-46 Vonnis 29112019 Krijgsraad Bouterse - Surinamr
    Suriname Mirror
    Noch keine Bewertungen
  • DP 08 Special 2012
    DP 08 Special 2012
    Dokument24 Seiten
    DP 08 Special 2012
    AVRM Magazine Stand
    Noch keine Bewertungen
  • Het Koninkrijk Der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog - Deel 10a - 1e Helft
    Het Koninkrijk Der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog - Deel 10a - 1e Helft
    Dokument539 Seiten
    Het Koninkrijk Der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog - Deel 10a - 1e Helft
    Albert Wieringa
    Noch keine Bewertungen
  • DK 15 2013
    DK 15 2013
    Dokument8 Seiten
    DK 15 2013
    AVRM Magazine Stand
    Noch keine Bewertungen
  • Aw 07 2011
    Aw 07 2011
    Dokument30 Seiten
    Aw 07 2011
    AVRM Magazine Stand
    Noch keine Bewertungen
  • DK 23 2014
    DK 23 2014
    Dokument8 Seiten
    DK 23 2014
    AVRM Magazine Stand
    Noch keine Bewertungen
  • Belgisch Leger in 1914
    Belgisch Leger in 1914
    Dokument64 Seiten
    Belgisch Leger in 1914
    verben6793
    0% (1)
  • KL 09 2011
    KL 09 2011
    Dokument19 Seiten
    KL 09 2011
    AVRM Magazine Stand
    Noch keine Bewertungen
  • DK 36 2011
    DK 36 2011
    Dokument8 Seiten
    DK 36 2011
    AVRM Magazine Stand
    Noch keine Bewertungen
  • Defensiekrant - Nationale Sigint Organisatie Officieel Van Start
    Defensiekrant - Nationale Sigint Organisatie Officieel Van Start
    Dokument12 Seiten
    Defensiekrant - Nationale Sigint Organisatie Officieel Van Start
    cjgroeneveld3777
    100% (2)
  • DR 02 2012
    DR 02 2012
    Dokument24 Seiten
    DR 02 2012
    AVRM Magazine Stand
    Noch keine Bewertungen