Sie sind auf Seite 1von 46

DE HEILIGE GRAAL

en de

NIEUWE TIJD VAN CHRISTUS

Sigismund von Gleich

VwxM*, 3ruMwizczco /

DE

HEILIGE
en de

GRAAL

NIEUWE TIJD

VAN CHRISTUS

Sigismund von

Gleich

CIP-GEGEVENS

KONINKLIJKE BIBLIOTHEEK, DEN HAAG

De heilige graal en de nieuwe tijd van Christus / Sigismund von Gleich ; [bew. door C. von Gleich]. - Driebergen-Rijsenburg : Zevenster Met lit. opg.
ISBN 90-70414-86-4 SISO 239.2 UDC 242

Trefw.: overdenkingen.

le druk 1952, eigen uitgave


2e druk 1986
c.

UITGEVERIJ ZEVENSTER
HOEVELAKENSEWEG 188 3784 WL TERSCHUUR

Druk: KRIPS REPRO - Meppel

I N H O U D

pagina
VOORWOORD
OUD-ISRAEL en NIEUW-ISRAEL
KAIN en ABEL en HUN VERZOENING DE WEG NAAR NIEUW JERUZALEM

5
7
19 29

EVA, MARIA en DE HEILIGE GRAAL


NOTEN

37
46

VOORWOORD

Deze inhoudrijke gedachten die mijn vader rond het

midden van de eeuw onder woorden bracht, waren bedoeld

als een opwekking voor zijn lezers om zieh te verdiepen


in de geestelijke betekenis van de 20e eeuw.

De eeuw loopt nu ten einde. Een nieuwe generatie ziet zieh - meer nog dan omstreeks 1950 - geplaatst voor een wereldwijde kloof tussen de overheersing van
materiele belangen en het zichtbaar worden van een

grote geestelijke nood. Velen vragen zieh bij het bepalen

van hun levenshouding af welke uitweg er is.


Deze herziene tweede druk heeft dan ook in de eerste

plaats de bedoeling iets bij te dragen tot het vinden van een innerlijke richtlijn, voor degenen die daarnaar

op zoek zijn, maar ook voor hen die nog "op weg
willen gaan".

Clemens von Gleich

OUD-ISRAEL en NIEUW-ISRAEL

Met diepe zorg in het hart vragen velen van ons zieh af :

hoeveel verschrikkingen zal de mensheid wel nog moeten doormaken, voordat het jaar 2000 is aangebroken ?
En steeds meer mensen voelen of beseffen, dat juist deze laatste jaren van de eeuw een beslissend tijdvak voor de

lotgevallen van de mensheid zullen worden. Meestal hebben


wij echter hierbij meer de uiterlijke kant van het wereld-

gebeuren op het oog. Wij vrezen bijvoorbeeld het uitbreken van een derde wereldoorlog, revoluties, concentratiekampen, massa-afslachtingen, atoombommen, en ook wel
hongersnoden of epidemieen, maar veel minder een gees

telijke ineenstorting en morele verwording. Sommigen


denken misschien ook aan de mogelijkheid van onverwachte grote natuurcatastrofes.

De harde beproevingen die de mensheid inderdaad tegemoet gaat en die in 2000 een eerste climax zullen hebben bereikt, zijn evenwel vooral van morele en geestelijke
aard. Zij houden verband met de zieh reeds voltrekkende,

maar rampzalig geremde of verstoorde, veranderingen in


de zielegesteldheid en geestelijke geaardheid van de men

sen, namelijk de overgang van het cerebrale, stoffelijke bewustzijn van het heden naar het geihspireerde geestbesef van de aanstaande toekomst. Geleidelijk zullen deze

omvormingen van het bewustzijn in een nieuwe helder-

ziendheid van latere tijdperken overgaan.


De werkelijke inhoud van onze 20ste eeuw is gelegen in

het feit, dat juist op dat ogenblik, waarop de uitwerkingen van het materialisme een toppunt bereiken, zieh de
kentering voltrekt tot het volstrekt tegenovergestelde,
waardoor een wederopenbaring van de wereld van de

Geest of van het Rijk Gods in geestelijk ontwaakte zielen zal beginnen ! Dit uitzonderlijke keerpunt vormt tevens het begin van de
Nieuwe Tijd van Christus, een periode, waarin van de
Herrezene nieuwe levensstromen van liefde, wijsheid,

ontferming en hulp uitgaan, om de haast verloren mens


heid nog te redden. Rudolf Steiner heeft door zijn centraal-christelijke

geesteswetenschap reeds vele mensen wakker geschud,


opdat zij de overgang naar dit veranderde tijdperk met
bewustheid zouden kunnen volgen en daaraan ook mee-

werken 1). Van nu af echter worden vanuit de geestelijke


sferen nieuwe krachten actief en wachten erop, dat de

mensen hiervan gebruik willen maken. Vandaar de nood-

zakelijkheid om uit de bron van nieuwe inzichten meer

over dit tijdperk van de nieuwe Christus-openbaring naar

voren te brengen. Het gaat hierbij om verstrekkende perspectieven voor de toekomst. Immers door nieuwe impulsen van Christus en Zijn rijk komt thans in de geeste-

lijke wereld alles in een nieuwe levensbeweging, waardoor


vele waarheden in een nieuw aspect gezien worden.
* * *

Om te kunnen doorzien van welke onvergelijkelijke betekenis voor de mensheidsevolutie de laatste eeuw voor

het jaar 2000 is, moeten wij als voorbereiding eerst tot
het inzicht komen, dat een zekere geleding, en wel een

bepaalde ritmische ordening het tijdsverloop wetmatig


doorweeft. Vandaar dat de geschiedenis een zinvol orga
nisme vormt, waarvan alle onderdelen in samenhang met elkaar staan. Bepaalde tijdvakken, zoals een eeuw,maar

ook lngere tijdsverlopen, hebben wij letterlijk als histo


rische organen te beschouwen, waardoor hogere geeste

lijke wezens en vooral de met God verbnden menselijke

geest op de meest uiteenlopende wijze op aarde tot uiting,


tot zelfontplooiing komen, zoals dit ook het geval is, wan-

neer verschillende psychische Vermgens van de mens zieh


uiten door de organen van zijn lichaam, zoals hersenen,
hart, lever, gal of geslacht. De geschiedenis vormt een

groot en ingewikkeld organisme, welks leven en inhoud zieh


niet in de ruimte, doch in de tijd ontplooit of openbaart.

Overal waar zulke tijdvakken in elkaar overgaan, zien wij

knoop- of keerpunten van de evolutie, waar de beslis-

singen over voor- of achteruitgang vallen.


De inhoud van de geschiedenis is overal en te allen tijde in de eerste plaats de wereldomvattende geest van de mens,

min of meer in verband staande met het Rijk Gods, dat hem opvoedt tot rijpheid. De menswording van God in de persoon van Jezus Christus vormt het middel-, knoop- en keerpunt van de algehele evolutie en geeft deze haar
eigenlijke zin.

Alle gebeurtenissen voor Christus zijn in de laatste instan

te voorbereidingen van het mysterie van Golgotha geweest, en alle geestelijke impulsen daarna, die de vooruit-

gang bevorderen, zijn uitwerkingen van deze alles ver-

nieuwende offerdaad, die de wedergeboorte of volle openbaring van de mens heeft ingeleid.

Ten gevolge van de ritmische geleding en ordening van het tijdsverloop vertoont de n-christelijke geschiedenis vele overeenstemmingen, spiegelingen of "herhalingen" (in de zin van een vernieuwende omvorming) of metamorfoses
van bepaalde voorchristelijke mensendaden. De heilsgeschiedenis van de mensheid werd, zoals de Bijbel ons in het Oude Testament verhaalt, door Israel

voorbereid, en wel door al hetgeen met en door het Oude

Godsverbond sinds Abraham is geschied. Het was de tijd omstreeks 2000 v.Chr. toen God door de drie Patri
archen Abraham, Isaak en Jakob-Israel het Oude Verbond

heeft gesticht.

Met de 20ste eeuw na Christus echter begint de tweede fase van de Christusopenbaring aan de mensheid. Zij ont-

10

Staat als vrucht van de grote offerdaad op Golgotha.


Alle mensen, die van nu af met begrip en overgave aan

de impulsen van onze tijd waarin Christus nieuwe Belofte,

Openbaring en Liefde schenkt, willen meewerken, zullen

geleidelijk tot een nieuwe, wereldomvattende geestgemeenschap samengroeien, die men met het oog op haar
zoeken en werken in de toekomst Nieuw Israel zou kunnen noemen.

Immers zij, die in de geest van dit Nieuwe en Eeuwige

Evangelie van Christus willen leven en werken, waarin alle wijsheid is omgezet in liefde, zullen de nieuwe Strijders van Christus worden. Israel betekent immers

"Strijder Gods".

Hiervoor geroepen zijn de mensen niet dank zij een be paalde intelligentie of ontwikkeling, maar voor zover zij
groot en rein zijn van ziel en hart. Hiermee is de
kiem voor de Johanneische levensvorm van het Christen

dom gelegd, waarvoor de ziel van de wre Russische mens


bijzonder veel aanleg vertoont, wanneer wij thans afzien
van zijn huidige misleiding.
Oud-Israel was een door God uitverkoren en een God-

gewijde bloedsgemeenschap, bestaande uit de besneden nakomelingen van Abraham, Isaak en Jakob. Voor NieuwIsrael komt een dergelijke bloedsgemeenschap niet meer in aanmerking, omdat door Christus de bloedsliefde werd

11

uitgebreid tot de naastenliefde. Geen enkel volk, ras of


bloedsgemeenschap, ook niet meer die van Israel (als

groep bezien !), kan 2000 jaren na Christus door God tot een nieuw volk van Godstrijders worden uitgekozen. Tot
het uitverkoren volk Israel behoorden toentertijd slechts

zij, die als "kinderen" van Abraham werden geboren. Hoewel de geboorte volgens natuurwetten gesehiedt, werd
vanzelfsprekend door de geestelijk-morele wetten van de lotsbestem ming bepaald, welke zielen toen in Israel zouden incarneren. In de loop van vele eeuwen zijn tal van grote en ingewijde geesten in Israel versehenen, in een of
soms ook meerdere incarnaties.

Tot Nieuw-Israel daarentegen vinden de enkelingen als vrije geesten de weg door hun nieuwe christelijke ge-

zindheid en hun ontvankelijkheid voor steeds nieuwe gees


telijke openbaringen. Het feit echter, dat voorlopig niet
ieder mens deze weg zal kunnen vinden en bewandelen, wijst ons op de waarheid, dat ook bij dit vinden of nietvinden bepaalde karmische gegevens uit het verleden zieh

min of meer bevorderend of remmend doen gelden. Er


zullen stellig ook mensen zijn, die het ontstaan en groeien

van Nieuw-Israel voorlopig zullen remmen of zelfs tegenwerken, misschien ook sommigen van de geest-belijders,
zoals ook ten tijde van het Oude Verbond vele mensen er

buiten stonden of tegenwerkten. Zeer diep geworteld in de geestelijke wetten van de mens-

12

heid is het verband tussen de 20ste eeuw voor en de 20ste

eeuw na Christus. Zonder met de reihcarnatie rekening te


houden, zal men nooit volledig kunnen beseffen, waardoor eigenlijk in onze tijd Nieuw-Israel geihaugureerd kan wor

den. Doordat bepaalde, gedeeltelijk hoog ingewijde individualiteiten tot de medewerkende stichters van Gods Oude

Verbond met de mensheid (toen vertegenwoordigd door het volk Israel) waren geworden, zijn deze, mede ten gevolge
van hun verdere evoluties in nieuwe incarnaties, thans

eveneens geroepen, om werkzaam te worden voor dit "Derde Testament", dat op aarde door Nieuw-Israel moet

worden gedragen. Zij hebben hiervoor de kracht ontvangen


in een incarnatie, waarin zij als tijdgenoten van Christus

(als apostelen of getuigen van het mysterie van Golgotha)


hebben gewerkt.

Zo zijn dergelijke geesten in onze tijd tevens de menselijke werktuigen voor de inauguratie van de nieuwe ont-

wikkelingsfase van de Christusopenbaringen, waarop wij


hier doelen. Van nu af zullen de impulsen van het Chris tendom door zijn oorspronkelijke dragers en helpers tot

een hogere vorm worden ontwikkeld. Wij denken in dit


verband in de eerste plaats aan de drie oerpatriarchen van

Oud-Israel. Van deze grote ingewijden-individualiteiten


vormt de offervaardige Isaak het centraal-christelijke hoofd. Met deze patriarchen zijn echter uiteraard, door vele levensomstandigheden, andere tijdgenoten en mede-

13

helpers sedertdien karmisch diep verbonden. Wij denken,


om maar een voorbeeld te noemen, aan Rebekka, de zus-

ter van Laban, uit de Syrische maan-mysterien van Harran, met wie Isaak zieh echtelijk heeft verbonden.
Rebekka werd door Isaak de moeder van Esau en Jakob.

Deze grote ingewijde verbond zieh echtelijk met Rachel en Lea, de dochters van dezelfde Laban (Genesis 24, 25
en 29).

Doordat Jakob met de aartsengel Michael zegevierend

had geworsteld, werd hij tot "Israel" : de gewijde "GodsStrijder" en de "peetvader" van het uitverkoren volk, dat
sindsdien beschermd werd door Michael (Daniel 10 : 21).
Israel was een volk van Michaelieten !

De wijze waarop dit volk door God werd opgebouwd (sedert Zijn verbond met Abraham en diens zoon en klein-

zoon) is een geheim, dat door Rudolf Steiner werd openbaar gemaakt. De kosmische ordeningen van de hemelse
geestwezens, die Jakob op de "hemelladder" heeft aan-

schouwd, hebben eraan meegewerkt, dat lngs deze ladder


de Christuslogos naar zijn wordend aards lichaam is toegegroeid. Met de twaalf zonen of stammen van Israel,

de zonen van Jakob, waren de grondstenen gelegd voor het

"Huis Gods" (Beth-El), dat tenslotte in de geboorte van Jezus tot de Tempel van God op de aarde is geworden.
De zin van het Oude Verbond was een voorbereidende

heilsorde met het doel, voor God dit Huis te bouwen,

14

waarin de stichter van het Nieuwe Verbond woning kon nemen. Matthes is de evangelist, die dit in de opsomming van de driemaal veertien geslachten heeft aangeduid :
veertien van Abraham tot David, veertien van David tot
de ballingschap, veertien tot aan Jezus.

In het midden van de tijd die verliep van Abraham tot

Jezus, had koning Salomo, een van deze voorvaderen, bijzonder veel met deze bouwgeheimen te maken, die dan

ook in de Tempel tot uiting zijn gekomen. Het tijdperk van


David, Salomo vormt dus een tussenschakel tussen de oer

patriarchen (2000 v.Chr.) en Jezus. Met dit tijdvak correspondeert dan omstreeks 1000 n.Chr. al datgene, wat
door Parcival en Lohengrin voor het Christendom van de

heilige Graal werd gedaan ter voorbereiding tot het thans beginnende tijdperk van de hernieuwde hulpvaardigheid van
Christus !

Deze voornaamste schreden van de heilsevolutie, met

keerpunten na telkens duizend jaren, dienen overigens ook in het licht van de reihcarnatie in hun dieper onderling verband gezien te worden. Een uitzondering vormt
hier alleen Jezus Christus, die voor immer slechts een-

maal op aarde geihcarneerd was. In het begin van deze


eeuw heeft Rudolf Steiner aangeduid in hoeverre van onze

tijd af een soort hogere metamorfose of tegenhanger van


Oud-Israel te verwachten is.

Hij deed dit in verband met een uiteenzetting van het

15

feit, dat bepaalde woorden en impulsen van Christus

thans, 2000 jaar later, in een gewijzigde zin moeten


worden verstaan. Wanneer wij hiervan nu iets zullen

aanhalen, wordt voorlopig iets aangestipt wat wij later

eens in zijn verregaande consequenties, in verband met de Nieuwe Tijd van Christus, nauwkeuriger willen karakteriseren 2). Steiner trok toen een grote ontwikkelingslijn
van Abraham, Isaak en Jakob tot het heden. In het midden

van deze vierduizend jaren leefde Christus met zijn disci-

pelen op aarde. Door de opbouw van zijn voordracht kunnen wij zien, hoe Rudolf Steiner toen reeds heeft gewe-

zen op Nieuw-Israel als de gekerstende metamorfose van


Oud-Israel, en wel in verband met de toekomstige im

pulsen van Christus in de geesteswereld :

"Terwijl Abraham in de bloedverwantschap het spiegelbeeld van de kosmische verhoudingen gegeven werd, moet

nu in de ethisch-morele verhoudingen een spiegelbeeld

gevormd worden van wat de mens door zijn ik kan bereiken. Als de mensen op dezelfde manier als Petrus in zijn

hogere natuur dat kon, begrijpen zullen, wie en wat de


Christus is, dan zullen er niet alleen gemeenschappen ont

staan, die op bloedverwantschap berusten, maar ook zulke,


die bewust van ziel tot ziel banden van liefde zullen vor-

men .. De verhoudingen tussen de mensen moesten gevormd


of geharmoniseerd worden vanuit het bewuste Ik. Dat ligt
besloten in de woorden die hij tot Petrus gesproken heeft:

16

'Wat ge op aarde met elkaar zult verbinden - wat de

diepere grond van je natuur in je met elkaar verbindt dat is hetzelfde wat ook in de hemel met elkaar verbonden

is, en wat diezelfde natuur hier uiteenvoert, dat wordt ook


in de hemel uiteengevoerd' (Matthes 16 : 19). In de vroe-

gere tijden lag het zwaartepunt van de samenhangende


mensengroepen in de bloedverwantschap. De mens moest

echter hoe langer hoe meer in de geestelijke, morele,

spirituele verbanden ingroeien. Als we dat in het oog houden, moeten we zeggen : Wat de mens als gemeenschap
vormt, moet hem wat waard worden. Als we van anthropo-

sofisch standpunt spreken, kunnen we zeggen : Het karma


van elk mens afzonderlijk moet zieh verbinden met het

karma van mensengroepen". 3).


De woorden van het binden en ontbinden heeft Christus

tot Petrus gesproken, nadat deze door een diepe intuitie


onmiddellijk een toekomst-gehe im van de Christus had

doorzien, uitgesproken in het grote woord : "Gij zijt de


Christus, de Zoon van de levende God" 4).
# * *

17

KAIN en ABEL en HUN VERZOENING


Na de zondeval werden Adam en Eva uit het paradijs ver-

dreven. Adam bekende zijn huisvrouw en zij werd zwanger


en baarde Kaih. Daarna baarde zij zijn broeder Abel

"En Abel werd schaapherder, Kaih landbouwer". Kaih heeft dus hetzelfde werk gekozen als zijn vader Adam nadat hij

uit hogere sferen van het paradijs naar de aarde was uitgedreven : hij moest de aardbodem bebouwen. Nadat hij
nu zijn broeder Abel had vermoord, bekende hij zijn vrouw
en bouwde een "stad", die de naam van zijn zoon Henoch

droeg. Zijn verdere nakomelingen werden de uitvinders


en leermeesters van muziekinstrumenten alsmede van alle

werken in koper en ijzer. Tubal Kain, is de Hebreeuwse tegenhanger van de Griekse Vulkanus. Daarna verwekte Adam zijn zoon Set, die in zekere zin Abel moest vervangen. De vijfde nakomeling van deze

Abel-achtige Set heet eveneens Henoch. Deze wandelde met God. Op de met de Henoch-figuur verbonden geheimen
kunnen wij hier niet ingaan 5). Na Abel vermoord te hebben zeide Kaih tegen God : "Ben

ik mijns broeders hoeder?". Daarin komt een diepgaande tegenstelling en vijandschap tot uiting. Door de Christus genade van heden echter zal Kaih nu toch de hoeder van zijn broeder Abel worden. Immers thans zijn in de hogere

19

sferen de twee vijandige broeders met elkaar verzoend !

Bijna onbegrijpelijk is, dat Kaih, de moordenaar, door God


wordt beschermd met het woord : "Ieder, die Kaih doodt,

zal zevenvoudig boeten" 6). Wij kunnen dit alleen begrijpen


door het besef : God weet, dat ook Kaih en zijn nakome-

lingen onmisbaar zijn voor de aarde-ontwikkeling van de


mens. Inderdaad : de mens verwierf slechts door de Kaih-

impulsen het vrije Ik-bewustzijn der persoonlijkheid. Nu


evenwel dit aardse Ik in onze tijd op een dood spoor dreigt

te komen, geldt het woord : Kain moet afnemen, Abel


echter moet toenemen.

Er zijn dus twee evolutielijnen der mensheid uitgaande


van Adam, de oermens : de Kaihieten en de Setieten, die
als het wre de onderbroken Abel-lijn voortzetten.

Kain en Abel vertegenwoordigen twee tegengestelde typen

en zielegesteldheden van de mens. Abel, de "schaapher-

der", vertegenwoordigt al die mensen, die vanuit het binnenste van het Ik de goddelijke geestessfeer willen benaderen. Kain daarentegen vertegenwoordigt die mensen,
die de aarde en het stoffelijke zoeken en bewerken.

Abel verzorgt het "Lam". Dit geestelijk beeld duidt op het Ik-wezen en zijn hemelse oorsprong : het Lam Gods, de

Christusgeest, waaruit de mens is geboren. Vandaar dat men in overdrachtelijke zin van schaapherders (pastores) heeft gesproken, wanneer men de mensen wilde omschrijven, die in de eerste plaats hun taak daarin zagen, dit Ik,

20

de eeuwige Godsvonk, te verzorgen en op te voeden, en

wel door godsdienstige openbaringen en ethische geboden.


Van centraal-religieuze aard was het werk van deze men
sen, die wij de Abel-naturen kunnen noemen.

Bijzonder kenmerkend is in dit opzicht de wijze waarop


Mozes zijn volk Israel bijna uitsluitend tot een ethische

religiositeit heeft opgevoed. Afgezien van de muzikale


psalmdichtkunst van een David, zijn de kunsten (beeiden

de) en ook wetenschappen in Israel bijna onbekend gebleven, vooral in vergelijking met de grote rijkdom aan
kunstzinnige prestaties, die onder de niet-Israelitische

Volkeren (heidenen) tot opbloei zijn gekomen.

Driehonderd jaar na de 'Abel-zoon' Mozes werd koning


Salomo, de zoon van de schaapherder David, geboren. Hij
heeft zieh voor het eerst met een van de voornaamste

vertegenwoordigers van de Kaih-zonen verbonden, om de


tempel Gods te bouwen.

Het woord "Kaih" wijst ons op de begrippen : zelfgevoel, eigen macht en eigen kracht, eigendom en zelf voortbrengen. Kaih typeert die kracht van de mens, waardoor

hij alles naar zijn eigen wens en wil, en door zijn eigen
aardse Vermgens wil verwerven en opbouwen. De Kaih-

zonen werden beschouwd als mensen, die zieh geroepen

voelen geregeld de akkers te bebouwen, de aarde te bewerken en om te werken, door kunst en wetenschap werk-

tuigen uit te vinden en vervaardigen, met velerlei tech-

21

nische hulpmiddelen het uiterlijk leven, de samenleving


of maatschappij op te bouwen, opdat de mens zieh ook
op aarde thuis kan voelen.

De Abelmensen kunnen hun taak verrichten dank zij hun


bijzondere gevoelskwaliteiten, de vroomheid in de eerste
plaats, terwijl de Kaih-mensen meer beschikken over ver

stand, energie en uitvindingsgave (kunst). De Abel-mens leeft uit zijn hart, de Kaih-mens uit intellect en wil. De ene verzorgt door verinnerlijking van de ziel het "Lam",

de andere bouwt het "huis" van de uiterlijke civilisatie.

Elk mens draagt, vooral door de ontwikkelingsgang van


zeer uiteenlopend geaarde incarnaties, in zijn wezen iets

van de Abel- en van de Kaih-natuur. Doch er zijn ook


uitgesproken of eenzijdige Abel- en Kaih-zielen.

Zonder meer kunnen wij inzien, dat deze typen door alle tijdperken heen een oertegenstelling vormen. Zodra een
mens zieh eenzijdig overgeeft aan een Kaihwerkzaam-

heid, gaat ook hij weg uit het aangezicht des Heren en woont in Nod, in het land der "ballingschap" : hij wordt

eenzijdig een burger van de aarde, raakt zijn verbinding


met de hemelse sfeer kwijt. Hij ontkent de geest, gelooft alleen maar in de stof en loochent of spot met God.
Dit betekent : hij vermoordt in zichzelf de Abel-natuur.

Zonder twijfel is Kaih in de loop van de 19e eeuw oppermachtig geworden. Ten koste van godsdienstigheid en ho
gere wijsheid traden alle werken van Tubal-Kaih in

22

natuurwetenschap, techniek en industrie op de voorgrond. De Abel-impuls werd geheel op de achtergrond gedrongen


door scepticisme, agnosticisme en materialisme. Dit is doorgegaan totdat door Rudolf Steiner het grote keer
punt is gekomen. Zijn geesteswetenschap met het nieuwe
Christus-besef in het centrum heeft met volle kracht de

Abel-impulsen hervat. En door de praktische toepassing van deze nieuwe wijsheid op vele maatschappelijke gebie-

den wordt vervolgens ook de Kaih-impuls volkomen omgevormd en verlost van zijn moordende kracht. Op deze

wijze komt in de anthroposofische universele impuls de


verzoening van Kaih en Abel op aarde tot stand.

De voorbereiding van de komst van Christus op aarde

heeft plaats gehad zowel door Israel (Mozes en de Pro


feten) als door de heidense Volkeren der oudheid, met

name door de mysterien van Indie en Perzie, door de


Grieken en Kelten. In deze twee strmingen komen de

Abel- en Kaih-impulsen tot uitdrukking. Israel was bij


uitnemendheid een Abel-volk. De heidense Volkeren zijn

min of meer kaihietisch geaard geweest. Onder de Israelieten vormde koning Salomo een treffende

uitzondering. Hij verbond zieh met de Kaihiet chiram


van Tyrus, om de tempel te bouwen. Slechts Kaih-zonen

komen als tempelbouwers in aanmerking. Zij alleen be


schicken over de hiervoor benodigde capaciteiten.

Maar ook onder de nakomelingen van Abraham vinden wij

23

de tweeledigheid van Abel en Kaih terug. De grote ingewijde isaak, de zoon van de uitverkoren Sarai, was een
prototype van de Abelmensheid, als het wre een ver-

tegenwoordiger van Christus, die later als het Lam Gods

op aarde zou verschijnen. ismael daarentegen, die voor


Isaak geboren werd, was een prototype der Kaihieten.

Twee maal wijst de Bijbel op zijvertakkingen, die "uitgedreven" worden. Na Ismael hren wij van Esau, de
tweelingbroeder van Jakob-Israel die zieh min of meer on-

vrijwillig afscheidde en zieh later met een dochter van


Ismael echtelijk heeft verbonden. Hieruit kwam "Edom"

voort, bijna steeds in tegenstelling tot Israel staande.

De eerste zoon van Abraham werd, met toestemming van de toen nog onvruchtbare Sarai, uit haar Egyptische
dienstmaagd Hagar verwekt. Vandaar, dat de Ismaelie

ten soms ook "Hagrieten" worden genoemd. (1 Krn. 5 :

10). Hagar is volgens de apostel Paulus (Gal. 4 : 25) de


Arabische naam voor de berg Sinai. Deze was een oer-

oud heiligdom van de Maan-god Sin. Ismael werd de stam-

vader van de noordelijke Arabieren, die in de nabijheid


van de Sinai woonden. Aan de Ismaelieten werd Jozef ver

kocht, die hierdoor naar Egypte is gekomen. Sarai zag,


vermeldt Genesis, de zoon van Hagar "spottende". Vandaar

dat deze, samen met zijn moeder, in de woestijn werd


uitgedreven, waarna hij met een Egyptische vrouw trouwde. Zo werd ook hij een Kaihiet. Terwijl bij de Israelie-

24

ten de oude droom-helderziendheid veranderde in een diep-

gelovig of geihspireerd denkvermogen, dat van God kon

getuigen, verhardde dit denkvermogen bij de IsmaelietenArabieren van de woestijn dusdanig, dat de kiem werd ge

legd tot een vorm van intelligentie, die de Geest ontkent en aldus het goddelijke "Despot". Vandaar dat later het
Mohammedaanse monotheisme op een dode kopie van het Israelitische monotheisme lijkt, hoewel ook de Wet door

Mozes op de Sinaiberg werd geopenbaard. Allah is de schaduw van Jehovah !

Wat een treffend beeld voor een uitgedroogde, onvrucht-

baar geworden kracht van het intellect, de woestijn,


waarin al het levende afgestorven is. Ook de hedendaagse

natuurbeschouwing lijkt op een "woestijn", waarin niets meer te bespeuren valt van groeiende levenskrachten :
alom niets dan een dood mechanisme van atomen.

Wat in de figuur van Ismael nog een klein zaadkorreltje


was, is na 2500 jaren volgroeid tot het Maan-monotheis-

me van de grote profeet der Arabieren : Mohammed. Intussen heeft deze impuls metamorfoses ondergaan, waar-

van er ook een naar Phoenieie heeft geleid. Een andere is


nog geheimzinniger !

In de loop van de zevende, achtste en negende eeuw heb

ben de Arabieren te Bagdad, Gondischapur, Kairo, Toledo en andere plaatsen met verbazingwekkende energie en
knapheid de van de Hellenisten overgenomen natuurweten-

25

schappen, vooral de wiskunde, volstrekt omgevormd. 7). Hierdoor werd het Arabierendom de zeer invloedrijke dra
ger van wetenschappelijke inzichten en impulsen, die niet

alleen aan de christelijke bezieling van het hart voorbij-

gingen, maar bovendien alle geestelijke achtergronden van


natuur en mens wegcijferden.

Geen wonder, dat de karmische uitwerking van deze impul


sen in de daaropvolgende incarnatie van deze zielen, in de

loop van de zeventiende tot de negentiende eeuw, tot de

laatste consequenties van de Kaih-impulsen heeft geleid.


Belangrijke vertegenwoordigers van deze vorm van "antisofische" wetenschappelijkheid, die alle fundamenten van

geestelijk en religieus besef ondermijnen, waren grote natuurgeleerden als Bacon, Newton, Laplace, Darwin, Helm-

holtz, Dubois Reymond, alsmede tal van andere op zichzelf


hoogst belangrijke en in vele opzichten zeer verdienste-

lijke onderzoekers. AI deze mensen hebben de bij uitstek

kaihietische machine-civilisatie van heden opgebouwd, en


wel met verbazingwekkende capaciteiten.
Toch hebben dezelfde prestaties aan de andere kant
door het "nieuwe geloof" van een David Friedrich Strauss

8) ertoe geleid, dat duidelijker dan ooit kon worden gezien : Kaih vermoordt Abel. Is niet het laatste (ongewilde) resultaat van onze techniek : vernietiging ?
Niet slechts de dood van de ziel, maar ook de technische

zelfvernietiging van de aldus opgebouwde civilisatie !

26

Ware de ontwikkelingsweg van soortgelijk geaarde zielen


ook verder in dezelfde lijn doorgegaan, dan zou dit ertoe

geleid hebben, dat tengevolge van de steeds meer overheersende kracht van Kaih de Abel-impuls zelfs ondanks de

Christus-impuls volstrekt onwerkzaam was geworden.


Dit betekent : de mensenziel had in de krnende eeuwen

moeten afsterven onder de druk van een stoffelijk gewor


den civilisatie.

Christus heeft echter een nieuwe, grote, verlossende


offerdaad verricht voor de mensheid ! Hij is nu de Heer en

Meester van de karmawetten geworden, waarop Rudolf

Steiner sinds 1910 profetisch heeft gewezen 9). Thans is deze nieuwe, reddende en omvormende genade-daad van de nieuwe Christusliefde bezig zieh te voltrekken. Door de uitwerking van de nieuwe genade-stroom, die van de Herre-

zene uitgaat, komen verstrekkende wijzigingen in de karmi


sche evolutielijnen der "Kaihieten" tot stand, voor zover
die zielen thans in de bovenzinnelijke sferen leven. Deze

wijzigingen komen op een soort "bekering" neer, op een ommekeer van hun wegen en richtingen. Van bestrijders van

de spirituele evolutie worden zij nu bondgenoten van de


nieuwe Michaelieten, die in de geest van de Nieuwe Tijd
van Christus de aardemensen gaan inspireren.

Deze grote verandering van het karma der Kaihieten kan


men noemen : de verzoening van Kain en Abel, of ook de

verzoening van Ismael met Isaak. Immers Isaak was toen

27

een van de belangrijkste Abel-naturen der mensheid.

Voorwaar een verheven voorbeeld dat ons aardemensen in

de geestelijke wereld wordt gegeven ! Het zou ons moeten

bezielen ernaar te streven, dat zulk een verzoening ook


meer en meer onder de mensen tot stand komt. Dit kan

ook geschieden, wanneer men de nieuwe leuze van de bo-

venzinnelijke wereld gaat volgen. Kain moet afnemen, Abel

echter toenemen. Voor de anthroposofisehe beweging bete-

kent dit: zij moet een diepgaande verinnerlijking in religieus-ethisch opzicht nastreven.

Toen Salomo, de Abel-zoon, samenwerkte met Chiram van

Tyrus, de Kaih-zoon, om de Tempel van Jeruzalem op te richten, werd de eerste kiem gelegd voor deze toekomstige verzoening. Nu echter, waar deze Tempel geestelijk
herbouwd moet worden, is door de nieuwe offerdaden van

Christus tot het heil van de toekomstige mensheid deze verzoening tot stand gekomen in de bovenzinnelijke Christus-sfeer.
* *

28

DE

WEG

NAAR

NIEUW

JERUZALEM

Aan Gods Liefde danken wij mensen de komst van de Ver-

losser. Christus is geheel en al Liefde. En medelijdende liefde, gemeenschapszin en helpend-meedragende lotsverbondenheid van de aarde-mensen onderling, dat is de rijpe

vrucht, die het Christendom op aarde zal moeten voortbrengen.

Filadelfia is in de Openbaring van Johannes de symboli

sche benaming van die aanstaande evolutiefase van de


mensheid, waarin broederliefde, het kern-ideaal van het Christendom, kan worden verwezenlijkt. Dank zij de nu
werkzaam wordende en steeds toenemende nieuwe hulp-

krachten vanuit de hogere sferen, kan het vooruitstrevende

gedeelte van de mensen dit hoge doel bereiken, en wel tijdens het Johannes-tijdperk van Aquarius. Wij bedoelen het
zesde na-atlantische cultuurtijdperk, in de Openbaring aan

geduid door de brief, geschreven aan de Engel der gemeente van Filadelfia. De anthroposofie van Rudolf Steiner
vormt de kiem van deze verheven toekomst.

De hernieuwde genadestroom uit het Christus-Rijk zal vele


mensen van dit zesde tijdperk in Staat stellen, zo verlicht

te zijn, dat de mens genoemd mag worden de heilige en de


van waarheid vervulde, "die de sleutel Davids heeft, die

(de poort naar de Geest-Sfeer) opent en niemand zal

sluiten" (Openbaring 3 : 7). Hetzelfde tijdperk moet echter

29

ook "het uur der verzoeking" brengen, d.w.z. de zwaarste van al die grote en onvermijdelijke beproevingen (door

natuurcatastrofes), die voor de rijpwording van het steeds


achterblijvende deel van de mensheid als een opvoedende hulp moeten worden besehouwd. Dan eerst zal blijken, wie
trouw wil blijven aan Christus, die zieh met de mensen en
met alle aardeschepselen heeft verbonden; en wie, met
Lueifer, de eilende van het aardse bestaan wil ontvluchten

naar een zalig "hiernamaals".


Wie dan overwint, hem zal Christus maken tot een "zuil

in de tempel"; op hem zal Hij schrijven "de Naam van mijn God en de Naam der stad van mijn God, het Nieuwe

Jeruzalem dat nederdaalt uit de hemel van mijn God, en

mijn eigen Naam, de nieuwe". 10).


Thans reeds kiemt in het Ik-bewustzijn van velen het zaad

van dit toekomstige Geest-besef, waarin de in vrijheid ge-

vormde broederlijkheid onder de mensen gegrondvest zal


zijn. Dit is het wre ideaal van de Russische mens. Nu

moet ook al geestelijk gewerkt worden aan NieuwrJeruzalem, en aan het ideaal van Nieuw-Israel.

Wij duiden met deze termen symbolisch op bepaalde gees

telijke inspiratie-stromen die vanuit de hogere sferen werk-

zaam zijn geworden. Deze zouden van nu af steeds meer


bewuste medewerkers onder de op aarde levende mensenzielen moeten vinden.

Het gaat hier om een hogere omvorming van Oud-Testa-

30

mentische motieven, die als krachtbronnen iets van de

nieuwe Christus-Openbaringen realiseren, welke niets an

ders zullen beheizen dan het "Eeuwige Evangelie". (Open baring 14 : 6).
Het einddoel van deze weg naar "Nieuw Jeruzalem" is een
nieuwe gemeenschapsvorm van de christenheid, die be-

zield zal zijn door die menselijke krachten, die hun oor-

sprong hebben in de tijd van Jezus. De verenigende band


zal een hogere vorm van geloof en vroomheid zijn, waarbij het hart zoals dit reeds in het tijdperk van de apos-

telen het geval is geweest een orgaan voor geestelijke


waarnemingen zal zijn.

De kern van deze toekomstige vorm van een christelijke

gemeenschap zal bestaan uit mensen, die ingewijd zijn


in het Christus-mysterie.

De eerste kiem van een dergelijke broederschap was in de


middeleeuwen de Graal-ridderschap. Deze broederbond

vormde naast de Kerk der gelovigen een gemeenschap

van geestelijke wetende mensen. 11).


Er zijn enige belangrijke historische uitwerkingen van deze

Graal-impuls geweest. Een van de invloedrijkste was twee


eeuwen na de tijd van Parcival en Lohengrin (ca. 900) de
stoutmoedige poging van Godfried van Bouillon om

in plaats van het "heidense", politiek afgedwaalde Rome


de Israelitische heilsstad Jeruzalem tot middelpunt en in-

spiratiecentrum van de Algemene Christelijke Kerk te ma-

31

ken : gelouterd, onpolitiek en niet meer Romeins gezind, en


bovenal herenigd met de afgesplitste Oosterse Kerk. Dit ideaal was op een verre toekomst gericht. Godfried werd de beschermer van het Heilige Graf, zijn broeder Boudewijn echter de "Koning van Jeruzalem". Een

dergelijke nieuwe stichting van de Kerk was het hoofddoel


van de eerste kruistocht (1096-1099).

Dezelfde naam Boudewijn droeg reeds de eerste graaf van Viaanderen, de vader van Arnulf de Grote (ca. 900-965). Uit dit uitmuntende vorstengeslacht kwamen de hertogen van Beneden-Lotharingen voort, doch in de eerste plaats de

historische Elsa van Brabant; voorts Lohengrin en later nog andere ingewijden in de Graalsgeheimen. In de naam Lohen grin schuilt het woord "Lothringen" : li loheren Gar in, dat
wil zeggen "Garin de Lotharinger". Omstreeks het jaar
1000 werd de Nieuwe Tijd van Christus voorbereid, die weer duizend jaren later zou aanbreken.

Omdat de opvolgers van Godfried niet in Staat waren de in

hemzelf zuiver levende idealen te verwezenlijken (de

Roomse Kerk heeft uiteraard sterk tegengewerkt), heeft


vervolgens een tweede kruistocht begunstigd door Bou dewijn II in 1119 tot de stichting van de orde der Tem

pel ieren geleid. Hun naam is afgeleid van de oude Tempel

van Jeruzalem, gebouwd door Chiram en Salomo voor Jehovah. Immers op de plaats waar deze eens stond, werd die

orde gesticht. Zijn esoterisch doel was de wederoprichting

32

van deze tempel, en wel in geestelijke zin : in de vorm van

een christelijke gemeenschapsorde, of een kerstening van de gehele samenleving. Voor dit herbouwen van de Tempel komen in de eerste plaats die mensen in aanmerking, die
ingewijd zijn in de geheimen van het "Huis Gods", dus van de "Tempel" en van de opstanding van Christus. Deze
kracht moet in de menselijke evolutie doorwerken in de

zin van een broederlijke kerstening van alle gemeenschapsvormen. Deelachtig zijn hieraan ook weer leidende indivi-

dualiteiten uit het Oude Testament, natuurlijk voor zover


deze intussen door christelijke incarnaties of impulsen zijn
heengegaan : Jakob-Israel, Isaak, David, Nathan, Salomo
en nu ook Chiram. 12).

AI waren tijdens de middeleeuwen alle pogingen om tot


een loutering en verinnerlijking van de eerste christe
lijke gemeenschapsvorm (kerk) te komen min of meer tevergeefs : de zielen, die eenmaal hiervoor werkzaam

zijn geweest, zullen in latere incarnaties deze impuls steeds

opnieuw ontvangen, en tenslotte, gesteund door meer en


meer mensen, toch de Tempel van het Nieuwe Jeruzalem

opbouwen. Ook binnen de muren van de kerk zijn grote


geesten hiervoor werkzaam geweest. In het bijzonder

zij, die het grote ideaal van de "Civitas Dei" hebben inge
leid, omgevormd of verder gedragen, bijvoorbeeld Augus
tinus of Thomas van Aquino.

Sinds de tempel te Jeruzalem in de tijd van David en Salomo

33

werd opgericht, hebben bepaalde zielen zieh speciaal voor


bereid voor deze toekomstige verwezenlijking van Nieuw
Jeruzalem. Zulke zielen zullen dan ook deze geest-impuls

door duizenden jaren heen verder dragen om hem te verwezenlijken.

De allereerste voorbereiding voor de toekomstige vorm van

een op vrijheid en liefde gebaseerde Gemeenschap der

Geesten of Heiligen (hiermee zijn alle wre Christenen


bedoeld) heeft plaatsgehad in het tijdvak van omstreeks
2000 v.Chr. Wij wijzen hier nogmaals op de grote geestes-

ervaring, die de patriarch Jakob-Israel, de kleinzoon en

spirituele opvolger van de stamvader Abraham, bij de stad Luz had, toen hij naar Haran trok (Gen. 28). Daar zou hij
de vader van twaalf zonen worden, die de basis moesten

vormen voor het "Huis Gods" of de "Tempel" van het Oude

Verbond. Deze gemeenschap was een eenheid die gevormd

werd door het gemeenschappelijke, van God doordrongen


bloed.

Nadat Jakob helderziende de hemel-ladder had gezien, noemde hij deze plaats Bet-El, of "Huis Gods". Lngs de
hierarchische hemel-ladder zou de Christus in de krnende

tweeduizend jaren afdalen in zijn lichaam, dat gebouwd

werd door de geslachtenreeks van de twaalf zonen van Is


rael tot aan Jezus (Matthes 1).

Dit door het Oude Verbond gebouwde "Huis Gods" was waar-

lijk de door God gewilde tegenhanger van de "Toren van

34

Babel". Deze werd met de luciferische zelfoverschatting en


vanuit de Ik-hoogmoed door Nimrod opgericht. Doch hij
mocht niet voltooid worden : God zond de spraakverwarring.

Ook het tempelgebouw van Jeruzalem moest verdwijnen


toen Christus in het tempelhuis van zijn eigen lichaam was ingedaald. Met betrekking tot zijn eigen lichaam, zijn dood
en opstanding heeft Jezus Christus gesproken : "Breek deze
tempel af en in drie dagen zal ik hem oprichten". 13). Aldus is het geschied op de heuvel Golgotha.
Door zijn oneindig groot offer heeft Christus zijn medemensen de opstandingskracht deelachtig doen worden.
Hierdoor zal het in het verloop van 3000 tot 4000 jaren

mogelijk worden, dat ook het nieuwe tempellichaam van


de Christus-Geest dat is de mensheid, en in haar de

"kerk" of de gemeenschap der Christusgetrouwen uit de


dood, die ook deze moet ondergaan, herrijzen zal in de
vorm van een wre gemeenschap van in broederliefde verenigde Christus-navolgers. Zoals Salomon de tempel van Jeruzalem slechts met de

Sterke hulp van de Kaihiet Chiram kon bouwen, is de zieh


in de geestelijke wereld voltrekkende verzoening en samen-

werking van Kaih- en Abel-mensen de voorwaarde voor het

herrijzen van de tempel in de mensheid.

De gemeente van Filadelfia of van de Broederliefde is


zodoende een ander aspect van die mensengemeenschap,

35

die wij eerder als "Nieuw Israel" hebben gekenmerkt :

Een gemeenschap van geest-verbonden mensenzielen, die


de derde vorm van gemeenschap zal verwezenlijken. De
mens is drieledig : lichaam, ziel en geest. De eerste vorm,

voornamelijk het Oude Verbond van Israel, was gebaseerd

op het lichaam, op het van God doordrongen bloed. De

Algemene Christelijke Kerk is een verband van gelovige

zielen,die nog niet aanschouwend met de wereld van de


geest herenigd zijn. De derde en hoogste vorm van gemeen

schap zal gebaseerd zijn op de geest, die in de zielen


werkzaam wordt als nieuwe wijsheid, als nieuwe liefde, en

als offervaardigheid, die er toe leiden, dat de ene mens

helpend mee wil dragen het lot van de andere mens. 14).
Het probleem van de vergeving van de zonden houdt hiermee verband. Ook in dit opzicht krijgt in het licht van de

nieuwe Christus-genade Zijn woord, gesproken bij het

Heilige Avondmaal, een hogere betekenis:


"Drinkt allen daaruit, want dit is mijn bloed, het bloed

van het verbond, voor velen vergten om de zonden te

deigen". (Matthes 26 : 27).


* *

36

EVA, MARIA

en

DE

HEILIGE

GRAAL

Wolfram von Eschenbach laat Trevrizent, die Parcival in-

wijdde in de geheimen van de Graal, inleidend wijzen op


Adam en Eva en op Maria, de Moeder van de nieuwe
Adam. Immers hij weet, dat de nieuwe Adam de "volheid

van het paradijs" en het Graalswezen zelf is : Jezus, die

als in een schaal heeft opgenomen de Christus-Geest. En

hij zegt : "Unheil und Wonne kamen uns aus Adams Samen";
het onheil door onze zondeval in Adam, en het heil door

Jezus Christus, die door Maria maagdelijk werd ontvangen


(Lucas 3 en 1 Kor. 15). Adam werd uit het Paradijs ver-

dreven. De nieuwe Adam wil ons terugleiden naar het

Paradijs. Adams Vader was God zelf, zijn Moeder echter


was de moederaarde, Eva of Heve, de maagdelijke "Levens-

moeder". Grote geheimen duidt Wolfram aan wanneer hij


zegt :
"Die Erde Adams Mutter war:

Gott bildet'ihn aus Erde zwar;

Dennoch blieb die Erde Magd. Nun hab ich Euch noch nicht gesagt,

Wer das Magdtum ihr benahm:


Den Kain zeugte Adam, Der Abeln schlug um eitel Gut;
Als auf die reine Erde Blut

Fiel, ihr Magdtum war entflohn;


Das benahm ihr Adams Sohn".

Nu echter, herhalen wij het met nadruk, zijn door de nieuwe

37

Christus-impuls in de geestessfeer Kaih en Abel met el

kaar verzoend. Vandaar dat van nu af de aarde, sinds


Golgotha de nieuwe ster van Christus, steeds meer en meer
mag besehouwd worden als de nieuwe kosmische Graals-

schaal, die als nieuw "bloed" in zieh opvangt het onmete-

lijke lijden van de mensheid, dat liefdevol meegedragen wordt door Christus, die door zijn opstanding de overwinning heeft behaald over al het lijden.
De Nieuwe Tijd van Christus schenkt ons derhalve ook

nieuwe geestelijke krachtstromen uit de sfeer van de

heilige Graal, dank zij de nieuwe genade-impulsen die van


uit de hemel naar de aarde-mensheid toestromen. Immers

aldus spreekt thans de geesteswereld over dit nieuwe


Christus-Leven : Ziedaar, o mens, de nieuwe Geest van

Christus in de onmetelijke levensgolven van zijn


nieuwe belofte en liefde !

Uit hogere sferen strmen dus onophoudelijk nieuwe


liefdestromen en hulpkrachten naar ons aardemensen toe.

Wij hebben de taak, deze in ons op te nemen. Dit is de

nieuwe komst van Christus in onze eeuw, of de grote gees


telijke Advent, die volgens de Openbaring van Johannes
tot de wedergeboorte van de stervende mensheid, doch

ook tot verschrikkelijke beproevingen voor de verharde


zielen in het "Oordeel" zal leiden.

Lngs deze genadestroom zullen uit de hogere sferen ook

weldra vele geestelijk verlichte zielen neerdalen, om op

38

aarde voor het vruchtbaar worden van de Nieuwe Tijd van


Christus te werken : Zielen die eens in het Israeli

tische volk belichaamd de komst van de Messias op aarde hebben voorbereid, bijvoorbeeld in de tijd van de eerste

Patriarchen of van David, vervolgens dan gedeeltelijk als

tijdgenoten van Jezus waren versehenen en later de


Graalsimpulsen inaugureerden. Thans zijn dergelijke zie
len werkzaam als inspiratoren van de Nieuwe Tijd van

Christus, om de "Tempel van het Nieuwe Jeruzalem" door

"Nieuw Israel" op te bouwen. In de eerste plaats wijzen

wij in dit verband op grote individualiteiten als isaak


en Abraham.

Daarnaast bereiden andere belangrijke zielen hun aan

staande incarnaties voor, grote wijsheidsleraren uit de tijd van de kruistochten, bijvoorbeeld de meesters van Chartres, zieners en mystici, voorts vooral verlichte vrou-

wenzielen uit deze tijd zoals Rhoswitha van Gandersheim,

Hildegard van Bingen, Mechthild van Maagdenburg, allen persoonlijkheden, die tussen 1000 en 1200 belangrijke
incarnaties hebben doorleefd.

Van nu af, aldus spreekt de geesteswereld, moet Kaih afnemen, Abel echter toenemen. "Kaih" vertegenwoordigt in de menselijke natuur meer de mannelijke, egoistisch-

agressieve kant, "Abel" meer de vrouwelijk-ontvangende Vermgens. Een tijdvak van al te eenzijdig mannelijke impulsen loopt nu ten einde.

39

Wij kunnen beseffen, dat de wederbelichaming van vele


grote zielen nu en ook later eigenlijk niet zonder meer

mogelijk is. Immers de lichamen, die in het algemeen uit

de stroom der geslachten voortkomen, zijn ten gevolge van


de steeds dieper doorwerkende invloeden van de materia

listische zielegesteldheid in hoge mate "verhard", als het

wre al te sterk verstoffelijkt en daarom nauwelijks meer

geschikt als voer- en werktuigen voor zeer spirituele


zielen. Deze zielen moeten evenwel van nu af in steeds

grotere getale op aarde werkzaam worden om de mensheid

te helpen in de zieh voorbereidende verschrikkelijke catastrofes, die als beproevingen onvermijdelijk zullen zijn

(Matthes 24 en 25, waar Christus zelf apokalyptisch


spreekt).

De eerste generatie van radicale materialisten, die om-

streeks 1840 werd geboren, beschikte nog over etherlichamen, waarin veel nawerkte van talrijke religieus gezinde voorvaderen. Vandaar dat hun materialisme slechts

een theorie, nog geen levenshouding was. De tweede ma

terialistische generatie werd ca. 1870 geboren, de derde


rond 1900, dat zijn wij namelijk zelf. Onze kinderen werden

dan tegen 1930 geboren. Dus in vele gevallen zijn deze


kinderen reeds het vierde geslacht dat in een materia
listische levenssfeer opgroeit. Dit heeft het ontstaan van tal van psychisch-biologische decadentie- of verwor-

dingsverschijnselen tot gevolg, vaak tot aan het psycho-

40

pathische toe. Alles nog verergerd door het doorzetten


van de sexuele uitspattingen van onze tijd. Waarheen, moeten wij ons zeer bezorgd afvragen, zal deze
verwording aan het einde van deze eeuw leiden ? Zullen
de grote zielen dan nog mogelijkheden vinden voor een

gezonde belichaming ? Zonder meer stellig niet ! Hiervan

hangt het echter af of de Nieuwe Tijd van Christus zieh


ook op aarde kan verwezenlijken ! Als eerste remedie werd
werkzaam de nieuwe, centraal-christelijke wijsheid van de

mens, de anthroposofie. Haar moreel impulserende kracht

dringt vanuit de kennende geest door ziel en hart tot in onze gewoonten en levensgedragingen door en vormt ge leidelijk onze natuur om. Het doorvretende verval van het
lichaam wordt tegengegaan.

Zullen niet ouders, die diep ervan overtuigd zijn, dat men-

senzielen (uit God geboren en eeuwig van wezen) reihcarneren en derhalve uit een goddelijke sfeer komen wan-

neer zij zieh door de ontvangenis opnieuw belichamen,


met eerbied en zelfs met vrome gevoelens tegenover hun

echtelijke gemeenschap staan ? Hierdoor zal geleidelijk de


ziekmakende kracht van de erfzonde afnemen, die immers

niets anders is dan een uitwerking van de dierlijk-emotio-

nele paringsdrift op de ziel van het indalend hemelwezen van het verwacht wordende kind. Ware gevoelens

van overgave en liefde alsmede eerbied voor het heilige


mysterie van de menswording zullen de al te sterk gewor-

41

den kracht van de erfzonde tegengaan en de zielen van


de ouders louteren.

Maar dit alles zal spoedig niet meer voldoende zijn. Van
daar dat dank zij de nieuwe liefdestroom van Christus een

grote hulp geboden zal worden. Er zullen weldra op aarde


mensen zijn, die als bijzondere opvoeders aanstaande moe-

ders een geestelijke oefeningsweg kunnen wijzen, om zieh

al geruime tijd voor een ontvangenis waardig op deze gebeurtenis voor te bereiden. Slechts de op deze wijze voor-

bereide vrouwen zullen in toekomstige eeuwen geroepen


zijn, de moeders te worden van grote mensen. Hiervoor
zijn karmisch bovenal de zielen voorbestemd die in een

vroeger aardeleven (bijvoorbeeld als nonnen) maagdelijk hebben geleefd om zieh geheel en al aan het goddelijke te kunnen wijden. De op deze wijze ontvangen mensenzielen, die dan ook als kinderen spirituele opvoeders zullen vinden, worden dan reeds zo geboren dat zij toe-

gerust zijn met geheel nieuwe spirituele Vermgens, die

onmisbaar zullen zijn tijdens de aanstaande grote beproe vingen van de mensheid.
Echtverbintenissen waarin volgens deze impulsen van een

religieus-geestelijke omvorming der zielekrachten het


Adam- en Eva-beginsel in vader en moeder Christelijk

hernieuwd en geheil igd zal zijn, zullen in de toekomst

in het teken staan van een nieuw hoog ideaal, dat mag

worden uitgedrukt door de naam Immanuel

42

(God in ons midden of God met ons , Matthes 1 : 23).

Lngs deze weg zullen waarachtige Christoforen worden geboren, die geroepen zijn tot "architecten" van de tempel van de gemeenschap "Nieuw Jeruzalem".
De tweede Christusimpuls van thans zal daarom niet al

leen de geest en de ziel met een nieuw leven vervullen.


Ook het tempelhuis van de mens, het lichaam, moet her
nieuwd worden. "Zie, ik maak alle dingen nieuw" spreekt
Christus in de sfeer van het nieuwe Jeruzalem, die neder-

dalen zal van God uit de hemel naar de aarde, toebereid

als een maagd en bruid, die voor haar man is opgetooid.


Eva die zieh door de impuls van de nieuwe Adam of door

de impuls van Christus-Immanuel in mensen-zielen om-

vormt tot de reine Maagd Maria : deze louteringsweg is


de morele kern van het Graals-mysterie.

Hierop wees Rudolf Steiner in 1914, toen hij in beeldentaal tevens wilde wijzen op de Goddelijke Sophia, die

inspirerend achter alle Graals-impulsen werkzaam is :


"Stellen wir uns hin vor die jungfrulich gedachte Mutter
mit dem Christus im Schoss, und sprechen wir es dann

aus : Wer heilig empfinden kann diesem Bilde gegen


ber, der hat eine Empfindung von dem Gral. Alle ande ren Lichter .. berstrahlt die heilige Schale, die jetzt von
dem Christus berhrte Mondenmutter, die neue Eva, die

Trgerin des Sonnengeistes Christus .. Dem Gral nhert man


sich, wenn man .. zu empfinden vermag, dass man die

43

Summe alles Heiligen an diesem heiligen Gral zu fhlen


hat : Dass man zu fhlen hat den Zusammenfluss desjeni

gen, was herbergekommen ist vom Mond, was erst auf


trat in der Erdenmutter Eva, dann erneuert erscheint in

der jungfrulichen Mutter, was Erdenherr geworden ist


im Jahve-Gott, was als neuer Erdenherr erscheint in dem

Christuswesen, das in die Erdenaura sich ergossen hat". 11).


Zo zal onze aarde, die eens doordrongen is geweest van de

oermensenziel "Eva" (de algemene Levensmoeder) en


daarna tot het nieuwe lichaam van Christus is geworden,

tenslotte tot de grote Graalstempel der mensheid worden :


het nieuwe Jeruzalem.

De oude Adam werd omgevormd door Jezus Christus tot


de andere Adam; Eva, de Levensmoeder, zal worden tot de bruid van Christus, en wel dank zij de medewerking

van al die mensen, die hun Evanatuur met de hulp van

Christus en de Hoge Sophia zullen omvormen tot een reine


Maria-Maagd.

Deze toekomst-geheimen bevroedend heeft een onbekende


Christen twaalf eeuwen geleden het graalsmysterie aange
duid in zijn lofzang :
Ave maris Stella Dei mater alma

Atque semper Virgo


Felix coeli porta.
Sumens illud "Ave"
Gabrielis ore

Funda nos in pace


Mutans nomen Evae.

44

vertaling 15)
Ave, maagd Maria,
Ster der zee, Gods moeder,

altijd rein gebleven, poort tot eeuwig leven. Gij die Gabriels woorden
met het Ave hoorde,
maak tot Ave heden

Eva's naam: geef vrede.


*
*

45

NOTEN

1.

R. Steiner,

Das Christentum als mystische

Tatsache und die Mysterien des Altertums

(GA 8), alsmede Die drei Wege der Seele zu


Christus (in GA 143).

2.

S. von Gleich, Die Inspirations-Quellen der Anthroposophie. 2e druk, Stuttgart 1981.

3.

R. Steiner, Het Matthes-Evangelie. (Vertaling


A. Goedheer-de Keizer) Zeist 1974. Elfde voordracht.

Zie voorts R. Steiner, Die tieferen Geheimnisse des Menschheitswerdens im Lichte der Evangelien
(GA 117).
4. Matthes 16:16.

5.

S. von Gleich, "Henoch und seine Seher-Weis

heit", in: Bltter fr Anthroposophie,


jg. 4 (1952), nr. 5.
6. Genesis 4:15.

7.

S. von Gleich, Geisteswissenschaftliche

Entwicklungslinien im Hinblick auf den Impuls von Gondi-Schapur. 3e druk, Stuttgart 1983.
8. In zijn boek Der alte und der neue Glaube

(1872) breekt D.F. Strauss geheel met het


Christendom.

9.

R. Steiner, Von Jesus zu Christus (GA 131).

10.

Openbaring 3:12. (Vertaling H.A.P.J.Ogilvie. Boekerij van de Christengemeenschap). Zie ook


E. Bock, Apokalypse. Stuttgart 1951.

11.

Zie R. Steiner, Christus und die geistige Welt.


Von der Suche nach dem heiligen Gral (GA 149).

46

12.

Met het oog op de offering (inwijding) van Isaak op de berg Moriah (de latere tempelberg) werd
de stad Melchisedek in plaats van "Salem" genoemd "Jeru-Salem".

13.

Johannes 2:19.

14.

Zie ook S. von Gleich, "Die drei Gottesbnde

und die Sophia", in : Bltter fr Anthroposophie, jg. 3 (1951), nr. 5, alsmede Die InspirationsQuellen der Anthroposophie.
15. Uit: Gebeden voor elke dag. Desclee De Brouwer, J.H. Gottmer, 1970.

GA = Rudolf Steiner Gesamtausgabe, Dornach.

47

Das könnte Ihnen auch gefallen