Sie sind auf Seite 1von 2

China's interne tijdbom

Het gevaar van China zit hem niet in zijn sterke groei of de
militaire macht. Wel in de interne kwetsbaarheid van het land.

De leiders van China moeten leren omgaan met een vreemde


paradox: hoe rijker het land wordt, hoe meer onzeker en
bedreigd zij zich voelen. Ze zijn bang van hun eigen bevolking.
Er zou wel eens een middenklasse tot stand kunnen komen die
zich tegen de huidige elite richt. Vraag is hoe het Westen op die
onzekerheid kan inspelen. China niet bruuskeren, is de
boodschap van Susan Shirk in China, Fragile Superpower. Shirk
is een voormalige Amerikaanse viceminister van Buitenlandse
Zaken die zich moest buigen over de relaties met China.

Shirks stelling dat de VS en Europa China met voorzichtigheid


moeten benaderen is geen klassiek voorbeeld van voorzichtige
diplomatentaal. De auteur benadrukt dat China zich met de VS,
Europa, Taiwan en Japan in een politieke moeilijke
evenwichtspositie bevindt en dat dit snel kan worden verstoord.

Respect betonen voor China is een handige manier om de


spanningen onder controle te houden. China lid maken van de
Wereldhandelsorganisatie (WHO) was dan ook een goede
beslissing en een teken van internationale erkenning voor het
land. China paaien is voor de auteur een prioriteit. Shirk
beklaagt er zich dan ook over dat op het eerste gezicht logische
beslissingen toch nefaste bijwerkingen kunnen hebben. Zo
vermeldt ze de Amerikaanse impliciete toezegging aan Japan
om zich te herbewapenen, terwijl dit op China een erg negatieve
indruk naliet. Het Chinese nationalisme en de gespannen relatie
met Taiwan maakt dat het Verre Oosten diplomatiek een
mijnenveld blijft.

Ook al omdat het regime eigenlijk bang is van zijn eigen burgers
en vreest voor zijn machtpositie. Daarom wil het op termijn zijn
macht bestendigen door militair de spierballen te rollen. Een
beproefde tactiek in dictaturen. Tussen de lijnen door lees je dat
Shirk er eigenlijk geen goed oog op heeft dat China zich voort
vredelievend zal ontwikkelen. Volgens haar komt dit omdat de
geschiedenis ons leert dat het 'rijzende machten zijn die wellicht
een oorlog zullen veroorzaken.' De auteur wijst bovendien op
het korte geheugen van veel waarnemers: in 1996 stonden de
VS en China al eens lijnrecht tegenover elkaar inzake Taiwan.
Volgens Shirk stonden beide grootmachten toen zelfs 'op de
rand van een oorlog'.

Naast de politieke analyse waarschuwt Shirk ook voor een


verkeerd beeld dat over het economische China zou bestaan.
Die economie is veel moderner dan sommigen denken. De
stelling dat China een 'copyright' beschouwt als een 'right to
copy' gaat vandaag eigenlijk niet meer op en klinkt dan ook een
beetje belegen. China focust bijvoorbeeld wel degelijk op O&O.
In 2004 gaf het al meer dan 75 miljard euro uit aan O&O. Dat is
bijna zoveel als Japan.

Susan Shirk, China. Fragile Superpower, Oxford University Press,


2007, 320 p., 23 euro

Thierry Debels

Trends - 20-09-2007

Das könnte Ihnen auch gefallen