Sie sind auf Seite 1von 3

Riding the Indian Tiger

Thierry Debels

Boekbespreking Trends

7/3/08

India en China worden vaak in een adem genoemd. Volgens


auteurs Bill Nobrega en Ashish Sinha is dat onterecht. In
‘Riding the Indian Tiger’ proberen ze aan te tonen dat India
voor Westerse ondernemers veel meer potentieel heeft dan
China.

Een argument is volgens hen echt doorslaggevend:


demografie. Weinigen weten dat China een verouderde
bevolking heeft. Volgens de auteurs is de groep 65-plussers
in dat land zelfs de snelst groeiende groep ter wereld. In
2025 zullen 250 miljoen Chinezen ouder zijn dan 65 jaar.
Dat is een kwart van alle bejaarden die dan wereldwijd
zullen leven. De snel ouder wordende bevolking is
uiteraard een bijprodukt van het een-kind-beleid dat in
1979 in China werd geïntroduceerd.

Nobrega en Sinha tonen cijfermatig aan dat deze oude


bevolking China zal beletten om de economische reus te
worden die iedereen verwacht te zien. Hier trekken de
auteurs de parallel met Japan. ‘Met meer dan 50 procent
van de (Chinese) bevolking die in armoede leeft en een per

1
capita inkomen dat nog niet eens 10 % bedraagt van dat
van Japan, is de leeftijdsstructuur van China in snel tempo
die van Japan aan het benaderen.’ De auteurs weten wat dit
impliceert: de Japanse economie stagneerde over de laatste
15 jaar – deels – door die verouderende bevolking.

De auteurs plaatsen hier India tegenover. Dat land heeft de


grootste groep jongeren tot 25 jaar. En in 2015 zullen er
maar liefst 550 miljoen tieners zijn. Een demografisch
dividend noemen economisten dat. Op dat moment zullen
er in India ‘slechts’ 220 miljoen bejaarden zijn. Op een
populatie van 1,1 miljard Indiërs is dat. Dat is dus een
vijfde van de totale Indiase bevolking. Een percentage dat
overigens in lijn ligt met het wereldgemiddelde.

Volgens de auteurs is dit demografisch dividend voldoende


groot om ondernemers aan te porren om in India te
investeren. Niet dat dit altijd even makkelijk is. Daar zijn
de auteurs verrassend eerlijk over. Zo geven ze het
ontluisterende voorbeeld van Peugeot dat in 1994 de
Indiase markt betrad. Een jaar eerder had de Indiase
regering de automobielindustrie immers gedereguleerd. Het
werd voor Peugeot een ware lijdensweg: stakingen in de
fabrieken en conflicten met de partners om slechts twee
obstakels te noemen voor de Franse autobouwer.

In 1999 trok Peugeot zich moegestreden terug uit India.


Paul Alvarez, internationaal communicatiemanager van
Peugeot, verklaarde op dat moment dat India een ‘te
vergeten en begraven markt is voor Peugeot wat
personenwagens betreft’. Volgens de auteurs pakte Peugeot

2
het gewoon verkeerd aan: het koos immers voor de
‘koloniale aanpak’. Kortom, de fout voor het mislukte
Indiase avontuur lag bij Peugeot.

India is vandaag wel de grootste producent van trucks ter


wereld, de grootste producent van motorfietsen, het land
met de meeste FDA-goedgekeurde medicijnen ter wereld –
afgezien van de VS zelf. India heeft het grootste aantal
Fortune R&D-centra buiten de VS en de derde grootste
aandelenbeurs ter wereld qua volume ligt, jawel, in
Mumbai.

Nobrega en Siha laten er geen enkele twijfel over bestaan:


India is the place to be voor Westerse entrepreneurs.
Bovendien biedt het land een grote extra troef voor
Westerse ondernemers: Mandarijns Chinees leren is niet
meer nodig. Hebben Westerse ondernemers eigenlijk nog
wel een keuze?

William Nobrega en Ashish Sinha, (2008), ‘Riding the


Indian Tiger’, Wiley, Hoboken.
ISBN 978-0-470-18327-4

Das könnte Ihnen auch gefallen