Sie sind auf Seite 1von 10

Ski-Didactiek

1. Gewenning, afdalen in de hellingslijn en sneeuwploeg (vlak terrein en beginnershelling) Opbouw:


korte uitleg materiaal aandoen skis (eventueel stokken) aanleren basishouding!!! kniewippen in stand voorover buigen, achterover buigen afwisselend 1 ski heffen (alleen de hiel) afwisselend 1 ski volledig heffen skis ter plaatse heen en weer laten schuiven enkele passen zijwaarts stappen en terug glijpassen met gebruik van de stokken draaipassen met hielen divergerend glijden door afduwen op beide stokken, skis samen draaipassen met punten divergerend stijgpassen: trappenpas glijden in de hellingslijn in basishouding glijden in de hellingslijn met kniebuiging (tenen tikken) afwisselend 1 ski heffen, alleen de hiel (belastingswissel) in de uitloop uit het spoor stappen (belastingswissel) sneeuwploeg in stand vanuit basishouding in ploeg springen vanuit basishouding in ploeg openduwen glijploeg glijden in de hellingslijn en tot sneeuwploeg komen stopploeg afwisselend glijden in de hellingslijn en sneeuwploeg (hoog-diep)

Een goede basis is fundamenteel voor een vlotte evolutie van het skiniveau van de kinderen. Besteed daarom voldoende tijd aan de eerste lessen en aan de basishouding. Zorg ervoor dat je groep over het algemeen een goede basis heeft vooraleer je verder gaat.

2. Aanvang ploegbochten (beginnershelling) Opbouw:


herhaling glijden in sneeuwploeg 1 bocht aanleren in de uitloop + S 1 bocht aanleren voor de uitloop + S afwisselend een bocht naar links en naar rechts variaties d.m.v. oefenvormen en werkvormen lift leren nemen (timing = afhankelijk van de specifieke omstandigheden) glijden in sneeuwploeg en op commando stoppen piste rustig leren afdalen in ploegbochten

3. Vervolmaking ploegbochten (beginnershelling/ blauwe pistes) Opbouw:


draaien in sneeuwploeg met variatie in: grote en kleine bochten werkvormen: ind., in groep, per twee, parcours houding (met en zonder stokken) snelheid grootte van de ploeg ploegwedelen

4. Aanvang elementaire bocht ( blauwe piste ) Opbouw:


aanleren basishouding op de helling + S schuin voorwaarts afdalen schuin voorwaarts afdalen met stokken // de schouderlijn schuin voorwaarts afdalen met 1 ski heffen e.a. variaties (telkens laten stoppen met een ploeg en aansluitend een bocht laten maken) Het zijwaarts afglijden (rutschen) kan vanaf hier ook aangebracht worden ter verbetering van de basishouding en de kantendosering; maar ook als hulpmiddel om een smalle doorgang of een te steile piste te overbruggen. bergwaarts wenden in sneeuwploeg, binnenski laten bijglijden tot breedsporig parallel + S (in waaiervorm van ver van de hellingslijn tot in de hellingslijn) draaien in sneeuwploeg met grote radius, na de hellingslijn ski laten bijglijden elementaire bocht, meerdere bochten, bijglijden na de hellingslijn snelheid geleidelijk verhogen

5. Vervolmaking elementaire bocht ( blauwe piste ) Opbouw:


herhaling elementaire bocht bijglijden na de hellingslijn door verhoging snelheid en smallere ploeg: steeds vroeger bijglijden van de binnenski tot bijglijden vr de hellingslijn Vanaf het bijglijden van de binnenski vr de hellingslijn kan de stokinzet aangeleerd worden. Het voordeel is dat de elementaire bocht actiever wordt geskied door het gebruik van de stokken en een lichte hoogbeweging, waardoor we gemakkelijker naar een basisparallel kunnen gaan. voorbereidende oefeningen op stokinzet geleidelijk de moeilijkheidsgraad verhogen door: verschillend tempo, ritme en grootte In deze les moet regelmatig bergwaarts wenden en zijwaarts afglijden aangeboden worden. Varieer in oefenvormen en werkvormen naargelang de noden van de kinderen.

6. Basisparallelbocht ( blauwe tot rode piste ) Opbouw:


bergwaarts wenden + S (waaiervorm) vanuit schuin voorwaarts afdalen; 1 grote bocht + S de stok wordt geplaatst bij de inzet meerdere bochten na elkaar, met hoog komen geleidelijk de moeilijkheidsgraad verhogen ritme verkorten In dit lespakket moet regelmatig bergwaarts wenden en zijwaarts afglijden aangeboden worden.

7. Parallelbocht (rode piste) Dit is eigenlijk een vervolmaking van de basisparallelbocht. Opbouw: De les is afhankelijk van de noden van de kinderen en is ook zeer uitgebreid. Deze les stopt eigenlijk nooit. Speciale aandacht moet zeker gaan naar:
basishouding (parallelle assen) bergwaarts wenden / kantendosering (rutschen) belastingswissel en kantenwissel met sneeuwcontact van de 2 skis inzet en sturen van de bocht stokinzet positie op de skis ontlastingsmechanismen verschillend tempo en ritme

Kan ook aan bod komen:


hockeystop bochten met korte radius (wedelen) met al zijn vormen

Didactische tip: Varieer niet om te variren, maar omwille van het behalen van een specifiek doel afhankelijk van de noden van de klant. Denk steeds na over het doel van de oefening vooraleer je ze aanbrengt. Kan je er geen doel bijplaatsen, bedenk dan een andere oefening. Gebruik zo weinig mogelijk moeilijke terminologie. Leg het duidelijk en simpel uit. Hanteer steeds in je gedachte het didactisch model van Van Gelder: beginsituatie doel onderwijsleersituatie (leerproces) evaluatie; (na een product en procesevaluatie, verder gaan met de (nieuwe) beginsituatie) Met in de onderwijsactiviteit 5 belangrijke stappen:
aankondiging demovorm technische uitleg uitvoering correctie

Wissel regelmatig af van werkvorm:


doceren demonstreren gesprek inoefenen groepswerk (vb. synchroon) rollenspel (vb. schaduwskin)

Indien nodig schakel je ook differentiren in: vb. 2 verschillende opdrachten, verschillende oefenvormen op een korte overzichtelijke piste, 1 leerling voor je laten skin

Speciale aandacht voor de jonge skir!!! Enkele tips:


Als leraar moet je kinderen niet alleen iets leren, maar ook bescherming en vertrouwen bieden. Leer de namen zo snel mogelijk en verdeel je aandacht over alle kinderen. Geef elk kind een nummer en laat hen steeds in dezelfde volgorde skin, d.m.v. een doorschuifsysteem laat je afwisselend elk kind een keer achter je aan skin. Tel regelmatig je kinderen. Probeer je in te leven in de fantasiewereld van de kinderen. Kinderen kunnen zich niet erg lang concentreren, breng daarom voldoende afwisseling in je les. Skin is voor kinderen een spel, zorg ervoor dat ze zich amuseren. Je bent dus ook eerder de spelleider dan de lesgever. Ze moeten spelenderwijs leren. De weerstand en de uithouding van kinderen is beperkt, put hen dus niet uit! Kinderen zijn leergierig en leren door te zien en te imiteren, vermijd dus te veel uitleg, geef liever een goede demonstratie Lok nieuwe bewegingen uit door verandering van snelheid, ritme, terrein, maar ook door variatie in oefenvormen. Vermijd te technische en te talrijke correcties. Gebruik hiervoor gemakkelijke taal. Eerlijkheid, discipline, orde en consequentie zijn belangrijke eigenschappen voor een goede skileraar. Veiligheid boven alles en schenk ook aandacht aan hun kledij en uitrusting.

Das könnte Ihnen auch gefallen