Sie sind auf Seite 1von 146

Joannes Richter

Nederlands voor Gevorderden

Fig. 1: Koning in Codex Manesse

Joannes Richter

Nederlands voor Gevorderden


en voor vele anderen...

-2009-

2010 by Joannes Richter gepubliceerd bij Lulu Alle rechten voorbehouden ISBN: 978-1-4452-6382-3

Inhoud
1 Ter inleiding...........................................................................7 2 De evolutie van de taal.........................................................10 3 Hedendaagsch Fetisjisme.....................................................12 4 Schijnbaar en Blijkbaar........................................................14 5 Mannelijk en Vrouwelijk.....................................................18 6 Gezegende gezegdes............................................................20 7 Vooraf denken en nadenken.................................................26 8 De slijtage en inflatie van de Taal........................................30 9 Van Siegfried tot Sigi...........................................................32 10 Evolutionaire taal...............................................................34 11 De etymologie van het woord Paars..................................38 12 Een schat van woorden......................................................53 13 Zeldzame woorden.............................................................58 14 Soorten Woorden................................................................62 15 De filosofie van de taal......................................................75 16 Meervoud en enkelvoud.....................................................79 17 Het Proto-project................................................................84 18 De rol van het neutrum......................................................89 19 Het levenswerk van Multatuli............................................95 20 Het dagboek van Anne Frank...........................................107 21 Vertalen en Vertalingen....................................................111 22 De Grammatica van Grimm.............................................116 23 De oorsprong der lidwoorden..........................................122 24 Het Brabantse dialect.......................................................124 25 De oorsprong van het Nederlands ...................................141 26 Referenties.......................................................................146

Afbeeldingen
Fig. 1: Koning in Codex Manesse..............................................1 Fig. 2: Nibelungenlied C-versie (12201250) ........................33 Fig. 3: Titel-regel in de Korczek-Bijbel (Prag- ca. 1410).......47 Fig. 4: De Judaskus (1336)......................................................48 Fig. 5: Keltische vorst in rode en blauwe doeken....................49 Fig. 6: Keltische vorst met paarse mantel op een ligbank.......50 Fig. 7: Utrechter Bijbel (1460).................................................51

1 Ter inleiding

Mag men - met aller respect voor het bestaande - proberen de Nederlandse taal te verbeteren? Ongetwijfeld is dit toegestaan. Omdat de taal zich als een evolutionair lichaam verandert, kan elke verbetering als een mutatie worden beschouwd, die zich bij succes automatisch zal doorzetten. De evoluerende taal optimaliseert zichzelf als elk levend organisme - by trial and error, dus door testen en elimineren... Met behulp van voorbeelden uit werken van Jacob Grimm, Carry van Bruggen1 en Multatuli kunnen wij ons een beeld vormen van de evolutie van de taal en de bijbehorende bandbreedte der aanpassingen. De biologie heeft voldoende bewijzen verzameld voor de these, dat de evolutie op een gemeenschappelijk levend organisme baseert. Is er voor een dergelijke, gemeenschappelijke basis in de talen ook aanwijzingen afleesbaar? Als gemeenschappelijk fundament voor de Indo-Europese taal hebben de etymologen enkele tientallen jaren geleden de PIE gedefinieerd. Een gemeenschappelijke kern is dus tenminste binnen de PIE-taalfamilie denkbaar, maar baseert deze kern wellicht ook op een religieus principe?

In het boek Hedendaags fetisjisme (1925)

Vele Nederlanders zijn genteresseerd in de oorsprong van de taal en de bijbehorende religieuze achtergronden. Het Nederlands is een erfenis van de Indo-Europese volksverhuizing, die 10 millenia geleden moet zijn begonnen. In de bagage der emigranten voerden zij een religieuze en taalkundige schat mee. De verhuizing volgde de Donau en de Rijn tot aan de delta van de grootste rivier. Daar vonden de Nederlanders een vaste plaats, die zich uitstrekte tot aan de Elbe en Weichsel. De zeelui en de handelaren der Hanse verbreidde het Nederduits al vroeg tot in Tallinn. Uit dit Nederduits heeft zich het Nederland toen ontwikkeld. Om deze redenen is het nodig om de oorsprong van de Nederlandse taal in de Duitse Grammatica en in de Duitse Mythologie van Jacob Grimm te zoeken. Gedetailleerd beschrijft Grimm (1785-1863) niet alleen de religie en volksgewoonten, maar ook de ontwikkeling van de dialecten. Opbouwend op Bopp onderzoekt Grimm de verschillen tussen de Germaanse talen en de verschillen tussen de talen van de buurlanden. Hij ontdekt de klank-ontwikkeling van de verbuigingen en de wet van Grimm, die in de klankverschuiving het verschil (Water Wasser) tussen het Hoogduits en de vele andere Germaanse talen definieert. Dit boek voegt aan de resultaten van Grimm nog de algemene achtergrond van de religieuze, androgyne iu-kern in alle talen toe. Waarom de auteur als religieuze kern iu heeft gekozen, wordt in de komende hoofdstukken nog uitvoeriger toegelicht. In eerste instantie moge de lezer ervan uitgaan, dat deze lettercombinatie niet alleen voorkomt in de belangrijke goddelijke namen Dyus, Deus, Jupiter, Jahweh, Tuisco, maar ook in de namen Duits en Duisburg. 8

Het eerste onderzoek geldt echter de evolutie-processen van de taal en de daardoor veroorzaakte chaotische variaties in de schrijfwijze en grammatica. Uit de extreem grote bandbreedte der varianten leren wij slechts een gering aantal systematische ontwikkelingen filteren, die in de loop der eeuwen een redelijk constant verloop vertonen. Met behulp van deze constanten leiden wij een these voor de mogelijke gemeenschappelijke kern af.

2 De evolutie van de taal

R I

ichard Dawkins beschrijft in "De blinde Horlogemaker" een aantal ontwerpfouten, die duidelijk aantonen, dat de evolutie geen ideale ontwerpmachine ter beschikking heeft. n het menselijke oog zijn de lichtgevoelige cellen bijvoorbeeld niet direct op het licht gericht, maar achter de ganglin geplaatst, die de overgang tussen de lichtcellen en de hersenen vormen. De hoofdkabel met de zenuwen verloopt bij alle werveldieren van de ganglin via de retina door de blinde vlek naar de hersenen. Een ingenieur, die een dergelijke constructie voorstelt, moet ter verklaring wel een buitengewoon goed verhaal bedenken, om dit ontwerp in de praktijk om te zetten. Er zijn diersoorten, die over een veel beter ontwerp beschikken. De octopus past bijvoorbeeld een oog toe, dat veel op het menselijke oog lijkt, maar de zenuwen, die de lichtgevoelige cellen met de hersenen verbinden, verlopen niet via de retina door de blinde vlek naar de hersenen. De octopus heeft de ontwikkeling van het oog vanuit een andere ontwerpbasis gestart en is daardoor op een andere oplossing gestoten.

ervolgens citeert Dawkins de "Wet van Dollo", die de onomkeerbaarheid van de evolutie aanduidt. Deze wet verklaart ons, waarom een eventueel denkbare beter ontwerp zich in de verdere evolutie niet kan doorzetten. Een eenmaal bestaand ontwerp blijft behouden. Geldt wellicht deze "Wet van Dollo" ook voor de taal?

10

Tegenwoordig, nu de kennis over de evolutie is toegenomen, wordt aangenomen dat de hypothese van Dollo onjuist is: het blijkt dat zulke omkeringen (waaronder de zogenaamde atavismen) vaker voorkomen.

ngetwijfeld geldt echter, dat er in elk taalkundige evolutieproces constructiefouten bestaan en dat deze fouten in verwante talen doorwerken. Beslist is het in enkele gevallen ook mogelijk, uit de stamboom der talen een aantal conclusies te trekken. Wellicht geldt de "Wet van Dollo" weliswaar niet voor de evolutie van levende organismen, maar wel voor de taal. Hoeveel veranderingen zijn er immers niet na diverse onhaalbare nieuwe spellingen teruggedraaid?

lhoewel de "Wet van Dollo" dus wellicht bruikbaar is, wordt deze in de volgende hoofdstukken toch niet toegepast, omdat het ware verloop van de evolutie voor de afleiding van de religieuze kern geen belangrijke bijdrage oplevert.

11

3 Hedendaagsch Fetisjisme

V V

olgens Carry van Bruggen mogen wij de structuur van de Nederlandse taal vergelijken met de evolutie van alle levende materie volgens Darwin. Een voor een worden nieuwe varianten uitgeprobeerd en laag op laag stapelt het volk de nieuwe vindingen opeen. Zo ontstaat een levendig bouwsel met alle zwakheden, die Carry van Bruggen in Hedendaags fetisjisme 2(1925) zo voortreffelijk beschrijft. an Bruggen bracht haar jeugd door in Zaandam en was een van de zestien kinderen van een streng joodsorthodoxe godsdienstleraar. In 1900 werd ze onderwijzeres in Amsterdam en in 1904 trouwde ze met de journalist en schrijver Kees van Bruggen. Met hem ging ze in Nederlands-Indi wonen.

H
2

aar 'taalboek' Hedendaagsch fetisjisme (1925) bevat een kritische beschouwing over taal en taalkunde. Van Bruggen leed aan depressiviteit, en vanaf 1928 werd ze regelmatig in verpleeghuizen opgenomen. In 1932 overleed ze aan een longontsteking, die zij had opgelopen, nadat ze door een overdosis slaapmiddelen in een coma was terechtgekomen.

Hedendaags fetisjisme door Carry van Bruggen (1925) in de uitgave van Querido (1980)

12

an Bruggen demonstreert met name de zwakheden, die de taal ondermijnen en de oorspronkelijke precisie verzwakken. In haar boek demonstreert zij deze effecten aan een groot aantal voorbeelden, die wij in het volgende hoofdstukken Schijnbaar en blijkbaar en Gezegende gezegdes nader onderzoeken.

13

4 Schijnbaar en Blijkbaar

ot de bekende taalkundige zwakheden, die Carry van Bruggen aansnijdt, behoort met name de toepassing van de woorden schijnbaar en blijkbaar3, die merkwaardigerwijze vrijwel nooit tot verwarring leiden, omdat de juiste inschatting van het woordgebruik uit de context blijkt. Wij moeten daartoe leren onderscheiden tussen leerboeken en romans. In romans heeft het bijwoord schijnbaar kennelijk een andere betekenis dan in leerboeken...

nduidelijke definities voor de bijwoorden "schijnbaar" en "blijkbaar" verduidelijken de onwetenschappelijke opbouw van de Nederlandse taal. Deze bijwoorden schijnen vaak een bijsmaak van onzekerheid op te roepen, maar leggen volgens van Bruggen onomstotelijk een duidelijke uitspraak vast.

H D
3

et woord "waarlijk" betekent werkelijk en "naar waarheid". De uitgang "-lijk" leze men kennelijk als "vergelijkbaar met" en niet "gelijkend op". e bijwoorden "waarschijnlijk", "ogenschijnlijk" en zelfs "hoogst waarschijnlijk" schijnen slechts waar te zijn en zijn dus in elk geval onwaar.

pag. 150 (citaat uit Hedendaags fetisjisme): "Het is mogelijk, dat de man, van wie men zegt, 'het schijnt, dat hij zijn been gebroken heeft', inderdaad zijn been gebroken heeft. Maar zegt men, dat hij 'schijnbaar zijn been gebroken heeft', dan heeft hij het niet gebroken."

14

"Klaarblijkelijk", "blijkbaar" zijn daarentegen even waar als "ongetwijfeld", "in elk geval" en "gegarandeerd". Elk van deze uitspraken documenteert een eenduidige situatie.

il men daarentegen een twijfelachtige gebeurtenis omschrijven, dan neme men zijn toevlucht tot "misschien", "wellicht": hij heeft wellicht zijn been gebroken en misschien zelfs zijn knieschijf gebroken. Dat is niet zeker. Gebroken heeft het slachtoffer dus zijn been na de volgende uitspraken: Klaarblijkelijk heeft de man zijn been gebroken. (het blijkt na geneeskundig onderzoek duidelijk waar te zijn) Blijkbaar heeft de man zijn been gebroken. (het blijkt na geneeskundig onderzoek waar te zijn) Ongetwijfeld heeft de man zijn been gebroken. (iedereen kan zien, dat het bot naar buiten steekt). Gegarandeerd heeft de man zijn been gebroken. De man heeft zker zijn been gebroken. (Alhoewel hier het woord "zker" staat, is deze uitspraak alleen maar zeker, omdat de klemtoon in dit geval op zker is geplaatst).

15

Niet gebroken heeft het slachtoffer zijn been echter na de volgende uitspraken: Hoogst waarschijnlijk heeft de man zijn been gebroken. (het schijnt alleen maar waar te zijn, maar dat blijkt na onderzoek onjuist te zijn). Ogenschijnlijk heeft de man zijn been gebroken. (het schijnt alleen maar voor het oog waar te zijn, maar dat blijkt onjuist te zijn). In elk geval heeft de man zijn been niet gebroken. (dit is zeker). Misschien heeft het slachtoffer zijn been gebroken na een van de volgende uitspraken: Wellicht heeft de man zijn been gebroken. Misschien heeft de man zijn been gebroken. De man heeft zeker zijn been gebroken? (dit is een vraag, die eventueel een antwoord verwacht; in het andere geval wordt hardop gedacht, zonder een antwoord te verwachten). De man heeft zeker zijn been gebroken (alhoewel hier het woord "zeker" staat, is deze uitspraak helemaal niet zeker, tenzij de klemtoon op zeker wordt geplaatst). De man heeft toch zeker zijn been gebroken (men verwacht: "ja"). De man heeft toch zeker niet zijn been gebroken (men vreest: "ja"). 16

Het woord schijnbaar in detectiveromans

E E

r was al sprake van het woord "schijnbaar", dat aangeeft, dat althans de schrijver weet, dat het geschrevene (respectievelijk gezegde) niet waar is. In de praktijk komt het echter voor, dat een lezer daarvan nog niet op de hoogte is. In dat geval heeft het geschrevene in zekere zin een meerwaarde voor deze nog onkundige lezers. Zij ervaren een nieuwtje en zijn nu eveneens op de hoogte. Voor iedere lezer, die het gezegde al weet, is deze informatie echter een redundante bevestiging van deze kennis. r is nu nog een derde mogelijkheid denkbaar. Men kan zich voorstellen, dat de schrijver iets beweert, dat weliswaar de lezer reeds bekend is, maar een derde persoon nog niet. Deze constructie is met name bij het schrijven van detectiveromans geliefd. De schrijver en de lezer weten beide, wie de moordenaar is, maar de commissaris zoekt nog steeds verder. In een dergelijk geval heeft het woord "schijnbaar" wel degelijk een zinvolle betekenis, die uit de context van het verhaal moet worden afgeleid. Wat voor de commissaris schijnbaar duidelijk is, kan voor de slimme lezer allang en voor de minder begaafde toch nog iets sneller zichtbaar worden dan voor de beroemde Sherlock Holmes.

e voorbeelden van "schijnbaar" en "blijkbaar" illustreren de problemen, die bij het definieren van een eenduidig taalgebruik kunnen optreden. Om de bandbreedte van deze problemen te verduidelijken, zullen wij nog een groot aantal andere voorbeelden aanvoeren.

17

5 Mannelijk en Vrouwelijk
Een jong mens is steeds een vrouw en een jongmens altijd een man4, zodat onze samenleving overwegend uit paren van jonge mensen en jongmensen bestaat.

De verjonging van de samenleving


In tegenspraak tot de vergrotende trap blijft een ouder man jonger dan een oud man5. Als men dus elke oude man door een oudere vervangt, wordt de samenleving steeds jonger, totdat men uitsluitend nog zwangere moeders op straat tegenkomt...

De veroudering van de samenleving


Een jong meisje6 is daarentegen ouder dan een meisje en indien je ieder meisje door een jong meisje vervangt, wordt de samenleving steeds ouder, totdat iedereen gekist ligt.

citaat uit Hedendaags fetisjisme (pag. 127): "Een jong mens is steeds een vrouw, een jongmens altijd een man". 5 citaat uit Hedendaags fetisjisme (pag. 123): "een ouder man is jonger dan een oud man, ondanks de vergrotende trap". 6 citaat uit Hedendaags fetisjisme (pag. 123): "Een jong meisje is ouder dan een meisje".

18

Overbevolking en vergrijzing
Alleen in Nederland en in het Nederlands is het antwoord op de bevolkingsexplosie en vergrijzing zo eenvoudig mogelijk: De ene kuur verjongt, de andere veroudert7; en uiteindelijk is het land weer leeg... Politici, aan U de vrije keus!

citaat uit Hedendaags fetisjisme (pag. 123): "Deze ziekte heeft hem verouderd, maar de kuur heeft hem weer verjongd. 'Verjongerd' bestaat niet, en evenmin 'veroud'".

19

6 Gezegende gezegdes

arry van Bruggen heeft een groot aantal voorbeelden van goed en kwaad in het woordgebruik met gezegdes gellustreerd. Daartoe behoren de volgende voorbeelden. Bij de citaten wordt het nummer van de pagina in de hedendaagse uitgave van Hedendaags fetisjisme (1925) vermeld. "Gezien het lawaai" is een contradictio in terminis, "een kleurrijk hoorspel" echter evenzo. Een openbaring hangt wellicht samen met de middeleeuwse praktijk van het "open baren", waarin een koningin bij aanwezigheid van de hofhouding de troonopvolger in het openbaar moest baren.

In de Wikipedia8 vindt men meer gezegden dan gezegdes. Een "ouder man" is jonger dan een "oud man" - Carry van Bruggen (123) kan men ook lezen in: "But I was so much older then, I'm younger than that now"9.

8 9

Stand: 2009 titel van een lied van de zanger Bob Dylan.

20

Iemand, die benijdt wordt, is een benijde. doch: Iemand die bedient, is een "bediende", (124) Het is merkwaardig, dat men dit woord gebruikt, omdat er ook een dienaar bestaat. Men kan zeggen: er liep geen sterveling, maar niet: er liepen twee stervelingen (124) Het hout heeft geleden, maar nu lijdt het niet meer (127) Men kan een stad of een pil innemen (127) Bij het lichter maken van een gebouw, stijgt in de regel het gewicht (127) Iets kan hoogst ongepast, maar nooit hoog ongepast zijn (128) Wat men geeft, is een schenking, maar geen "geving". Wel kan men over een gave beschikken of een ingeving krijgen, maar die geeft men niet weg (128) Wel kan men een uitgave van een boek overhandigen (128) Wanhopen is een werkwoord en dus kan men theoretisch ook wanhopend zijn (128). Tot overmaat van ramp wordt een ramp nooit gemeten, maar geteld (132)

21

Een slachtoffer wordt zelden geslacht of geofferd, tenzij deze aan een gevaarlijke maniak of een Bijbelse voorvader is overgeleverd (132) Toen de familie nog niet was opgestaan, stond de kalkoen al op (137) Men mag een wet niet overschrijden, maar wel overtreden (144) Een onverbeterlijk genie kan theoretisch ook een ongevenaarde schurk zijn, maar beter Nederlands is: Een ongevenaard genie kan ook een onverbeterlijke schurk zijn (144). Een genie verbeteren is immers zelden onmogelijk en een schurk evenaren is niet direct een prestatie. De man, die schijnbaar zijn been gebroken heeft, blijkt toch volledig gezond te zijn (150) Wie Maupassant om het afgezaagde 'sappig' te vermijden een 'succulent' verteller noemt, riskeert, dat ik hem als een stekelachtig schrijver beschouw (206) Een succulent is immers niet alleen een "sappige plant", maar ook een cactus.

22

Omdat er tussen het verwekken en baren steeds negen maanden zwangerschap liggen, geldt: "Negen maanden na een zorgwekkende gebeurtenis wordt deze pas zorgbarend". Daardoor heeft de politicus altijd nog enkele maanden tijd voor uitvoerende maatregelen. Tijdens een vorst liggen de temperaturen onder nul, maar een vorst regeert ook een volk, zodat er geldt: "De beruchte vorst had de graanoogst vernietigd en bracht dat jaar grote onheil over het volk".

Vergroeiingen
Standaard vergroeiingen van vanzelfsprekende adjectieven en andere standaard gezegdes: (203) kou (of koude) is naar keuze nijpend of bar (203) honger is steeds knagend men moet altijd het volle pond betalen (maar nooit het halve kilo) het aan elkaar knopen van de touwtjes is altijd moeilijk tranen huilt men steeds met tuiten duister is altijd volslagen (203) 23

deelneming is altijd oprecht (Web: Een met oprechte deelneming kaart is niet verkeerd of ongepast, hoogstens een beetje onpersoonlijk). smart is altijd aangrijpend (203) verlies is altijd smartelijk (203) bezwaren zijn altijd onoverkomelijk (203) een besluit is altijd onherroepelijk (203) een vermoeden is altijd donkerbruin 10 Een zekerheid grenst altijd aan een waarschijnlijkheid de Dood is (bij gelegenheid) genadig (203) Slechthorende mensen zijn altijd stokdoof of zo doof als een kwartel (deze vogel, die in het koren huist, vliegt bij gevaar niet op, maar verbergt zich door zo dicht mogelijk op de grond te duiken, zodat het is of hij niets hoort) (203). Voor een schlechthorende is een stok niet direct een hulpmiddel. De stok stamt echter wellicht van de Duitse gezegden, die de woorden Stocktaub und Stockblind toepassen. Stockblind wordt vertaald met stekeblind, dat naar de blindenstok verwijst.
10

Wikipedia: De uitdrukking "een donkerbruin vermoeden hebben" wijst erop dat een vermoeden volgens de uitspreker ervan beschikt over een aan de zekerheid grenzende waarschijnlijkheid.

24

Slechtziende mensen zijn stekeblind of ook wel zo blind als een mol (de ogen van een mol liggen diep in het vacht, maar dit dier kan wel degelijk licht en donker onderscheiden11; Ruimtes zijn altijd stampvol (203) men is altijd doodmoe iets is altijd doodeenvoudig (wat is aan de Dood eigenlijk eenvoudig?) (203) iets is altijd vreselijk lekker (wat is daaraan eigenlijk te vrezen?) (203) Dat is toch te gek om los te lopen; (Alternatief: Dat is toch te gek om alleen te lopen) (227) Het is altijd aan een gelukkig toeval te danken; (daarentegen: Het is aan een ongelukkig toeval te wijten) (227)

11

Zie daartoe: Encyclopedie van misvattingen - Hans van Maanen

25

7 Vooraf denken en nadenken

n de oudheid hebben de Grieken het denkproces reeds uitvoerig geanalyseerd. Het onderscheid tussen het nadenken en vooraf denken was welbekend en werd zelfs in de legende van Prometheus en Epimetheus uitvoerig uitgewerkt. In de Griekse mythologie was Epimetheus ("de achteraf denkende") de zoon van Iapetus en de broer van Prometheus en Atlas.

E P

pimetheus was verantwoordelijk om een positieve eigenschap aan elk dier te geven, maar toen het tijd voor de mens was, was er geen positieve eigenschap meer over. Als straf maakte Zeus Pandora voor Epimetheus, omdat hij wist dat hij verliefd op haar zou worden ondanks de waarschuwingen van zijn voorzichtige broer Prometheus (de "vooraf-denker") nooit iets van de Olympische goden aan te nemen. rometheus was de zoon van de titaan Iapetus en broer van o.a. Atlas en de domme Epimetheus die Pandora trouwde. Uit hybris stal Prometheus het vuur bij de Olympische goden en schonk het aan de mensen, die leerden metaal te bewerken en een technische beschaving ontwikkelden. Prometheus wordt bovendien voorgesteld als een leraar en uitvinder, die de mensen wederzijds respect bijbrengt en hen leert vooruit te zien. Prometheus werd door Zeus, de Griekse oppergod, gestraft voor zijn hybris. De nemesis ('wrekende gerechtigheid') viel hem ten deel: hij werd aan de berg Kaukasus gekluisterd waar adelaar Ethon elke dag stukjes uit zijn lever kwam pikken. 26

Elke nacht groeide de lever weer aan. De nemesis had voor eeuwig moeten duren maar de held Herakles bevrijdde hem tijdens zijn 11e werk.

I E

n het Nederlands is denken veelal nadenken, dat wil zeggen achteraf-denken. Men denkt na over dingen, die zijn misgegaan. Het vooraf denken is zo zelden, dat het woord voor-denker nauwelijks toepassing vindt. en voor-denker is een theoreticus, die vooraf een beginsel uitwerkt, dat uiteindelijk door anderen aan de harde praktijk moet worden getest. De voordenker, wiens ideen het omvangrijkst in de praktijk zijn getest, is vermoedelijk Karl Marx geweest. De voor-denker staat meestal alleen. Het voor-denken is dus eenzaam proces en niet altijd zonder risico. Toen de voordenker Ernest Mandel in 1947 in Milaan was, zag hij dat de muren bespoten waren met de leus Viva Internazionale! Mandel reageerde verheugd: dat er zoveel internationalisten waren in het land! Hij wist niet dat Internazionale een grote voetbalclub was.

27

et werkwoord denken wordt vooral dan toegepast, als men wil zeggen, waaraan men denkt. Daarbij is opvallend, dat in een dergelijke zin de werkwoorden "geloven", "vinden", "van mening zijn" en "denken" dezelfde betekenis hebben: Ik denk, dat je dit huis beter niet kunt kopen. Ik vind, dat je dit huis beter niet kunt kopen. Ik geloof, dat je dit huis beter niet kunt kopen. Ik ben van mening, dat je dit huis beter niet kunt kopen. e toepassing van "vinden" duidt aan, dat het denkproces geheel onverwacht een toevallig resultaat heeft opgeleverd:

D D

"Ik vind een briefje van honderd tussen de washandjes". Geloven is daarentegen een religieuze daad. Men gelooft in iets, waarvoor een wetenschappelijk verantwoord denkproces niet ter beschikking staat. e bovenstaande uitdrukkingen "geloven", "vinden", "van mening zijn" en "denken" vormen een ongekleurde, neutrale mening.

28

Sprekers, die nadrukkelijk overtuigd zijn van hun of haar meningen, kunnen dat benadrukken door: Ik ben ervan overtuigd, dat je dit huis beter niet kunt kopen. Wie daarentegen minder overtuigd is, zegt daarentegen: Ik vrees, dat je dit huis beter niet kunt kopen.

H
A

et grootste deel van de dag zijn wij bezig ons aan iets te denken. Ouderen met een beginnende Alzheimer proberen zich een groot gedeelte van de dag vertwijfeld aan iets banaals te herinneren. Dit pogen, dat met het ouder worden steeds minder met succes wordt bekroond, noemt de Nederlander "aan iets denken". uguste Rodin heeft aan het begin van de twintigste eeuw 21 afgietsels van het beroemde beeld "de Denker" geproduceerd. De 72,5 centimeter hoge beeld is wellicht de duidelijkst herkenbare expressie voor de menselijke activiteit, die wij denken noemen. Persoonlijk hebben maar weinigen andere mensen in deze houding zien denken. Meestal vindt denken op een zeer banale aard plaats, als wij voor een etalage staan en eraan denken, dat wij morgen de vuilnisbak op straat moeten zetten...

29

8 De slijtage en inflatie van de Taal


Plato heeft uitgelegd, dat wij mensen onder ijzer en zilver vele eeuwen lang hetzelfde verstaan12. Waar het goedheid en rechtvaardigheid betreft dwalen we en twisten wij daarover13

H
N
12

et grote voordeel van talenkennis is de bewustwording van de inflatie binnen het taalgebruik. In het Duits begint men een brief aan verre vrienden met een ongedwongen: Liebe Freunde In het Nederlands klinkt een dergelijke aanhef veel intiemer en men begint een brief liever met: Beste vrienden a vele jaren verblijf in Duitsland klinkt de aanhef Beste nogal stijf. Alhoewel de overtreffende trap Beste de hoogst mogelijke onderscheiding aanduidt, is deze uitmuntende bewoording door slijtage uitgehold. Zeker na een eerste brief na vele jaren ware een gewonere aanhef eerlijker tussen partners, die elkaar allang niet meer zo precies kennen:

Ousia in de dialogen van Plato: een terminologisch onderzoek door Herman Berger (1961) 13 Phaedrus 263b

30

Goede vrienden De conventie vereist echter een standaard aanhef. De conventies veranderen in de loop der jaren.

T I
14
15

ot de hoge kunst van de optimale correspondentie en conversatie behoren de passende woordkeuze, het weglaten van informatie, de beheersing van waarheid en onwaarheid, het ontraadselen der misleidingen. Wie deze kunst beheerst, mag zich tot een leidende positie opwerken, de rest moet met een lijdende positie tevreden zijn.

De liefde

et behoort tot de absurde raadselen van onze taal, dat wij de uitholling van de woorden toestaan. De liefde14 is een van de woorden, die daaronder sterk heeft geleden. Men houdt nu niet alleen van vrouw en kinderen, maar ook van autorijden of frieten met kip met appelmoes. n zekere zin is de slijtage van de taal met de inflatie van onze munten en met de uitholling van het onderwijs 15 vergelijkbaar. In de taal zijn er echter enkele woorden (Plato's zilver en ijzer), die zoals het goud in het valuta-systeem onveranderd blijven bestaan, terwijl andere woorden (de liefde) onherroepelijk verloren gaan. Wellicht is het zinvol terug te keren naar de ionste, de gunst van de jonkvrouwe aan de edelman.
uitgewerkt in: The inflationary use of the verb "love" In het onderwijs geven de leraren van jaar tot jaar gunstigere beoordelingen, zodat een diploma uiteindelijk steeds minder waard wordt.

31

9 Van Siegfried tot Sigi

Wie zijn kinderen een heldhaftige naam geeft, wil vaak bereiken, dat dit kind zich naar deze naam richt.

ond het begin van de Slagen om Leningrad 16 en Stalingrad17 behoorde de heldhaftige naam Siegfried tot de geliefde Duitse jongensnamen. Merkwaardigerwijze is de held Siegfried een Nederlander. Zijn woonplaats Xanten wordt in het Nibelungenlied als volgt beschreven: Da wuchs im Niederlande eines reichen Knigs Kind Siegmund hie sein Vater, seine Mutter Siegelind, In einer reichen Veste, weithin wohlbekannt, Unten an dem Rheine, Santen war sie genannt.

X D
16 17

anten is in deze versie Santen, een zandvlakte in het Rijn-dal met een diameter van enkele kilometers, die als ondiepte voort en overgang in de Rijn bekend stond. Er bestaat overigens ook een Dietse versie van het Nibelungenlied: het Nevelingenlied. De hoofdpersoon heet hierin niet Siegfried maar Zegevrijt. e voornamen der kinderen werden vroeger echter meestal benoemd naar de voorouders. Het was gebruikelijk de vaak martiale namen reeds in de wieg te verbasteren door de toevoeging van verkleinwoorden. Siegfried wordt dan Sigi of Siggi.

8 september 1941 tot 27 januari 1944 17 juli 1942 - 2 februari 1943

32

eeds de ouders ontkrachten de zelf gekozen bewoordingen, omdat het kind wellicht niet voldeed aan de heldhaftigheid en daadkracht. Zo kan men door naamgeving een held vormen, respectievelijk ontkrachten.

Fig. 2: Nibelungenlied C-versie (12201250)

et is duidelijk afleesbaar,dat ook dit manuscript zich houdt aan de conventie, die voorschrijft, dat de teksten met de gebruikelijke rood-blauw gekleurde letters beginnen. 33

10 Evolutionaire taal
De evolutie

ls bestanddeel van de evolutie is de taal analoog aan flora en fauna aan een evolutionair proces onderworpen. De diversiteit der talen is in dit opzicht vergelijkbaar met de levende natuur. Ter bestudering van de historische taalontwikkeling staan ons slechts een ongeordende berg archeologische woord-scherven ter beschikking. Daaruit kunnen wij enkele opeenvolgende reeksen en samenhangen afleiden. Wellicht gelukt het ook de gemeenschappelijke, religieuze iu-kern van de Indo-Europese talen uit de oude bronnen te reconstrueren.

Het Sjibbolet-filter

E I
18

en taal kan de mensen binden, maar scheidt hen ook van anderen. In Hedendaags Fetisjisme worden vooral de kwalijke gevolgen van de hang naar een talig sjibbolet belicht (in Rechters 12: 6 wordt verteld hoe aan de foute uitspraak van het sjibbolet18 leden van een bepaalde volksstam werden herkend om vervolgens te worden doodgeslagen). n een mildere vorm pleegt men met name in Engelse kringen het accent als sjibbolet-filter toe te passen. Wie niet over de juiste uitspraak beschikt, kan nooit tot de hogere adelskringen worden toegelaten. of Schibbolet 34

Voor een volk kon het levensgevaarlijk zijn om de taal van een machtig buurland te spreken of een verwante taal: Nederlands is dus niet als Duits dialect te beschouwen.

ngetwijfeld hebben vele inmiddels soms uitgestorven woorden bijgedragen tot rijke bijdragen in speciale bereiken, in het Nederlands o.a. in de visserij, scheepvaart, in de boerenbedrijven. Met de handel zijn vaak buitenlandse woorden gemporteerd, die alleen in Nederland ingang hebben gevonden.

et is vrijwel zeker, dat religie en etymologie in de beginfase een samenhang vertonen. Met name de iu-kern werd oorspronkelijk als een gemeenschappelijk sjibbolet-filter ontworpen. Ieder volk, dat dit sjibbolet toepaste, behoorde tot de Indo-Europese kern en werd in illo tempore als familielid beschouwd. Volkeren met een afwijkend sjibbolet behoorden niet tot de familie. In zekere zin mocht het wachtwoord tussen de dialecten afwijken. Dit ging zolang goed, totdat de religieuze achtergrond van de iukern vervaagde en verdween. Carry van Bruggen definieert het juiste gebruik van een wachtwoord aldus:

35

Maar Sjibbolet mag korenaar of waterstroom of ook wel pannekoek beduiden, het doet er niets toe, zolang de een maar weet, wat de ander bedoelt. Daarom ook kan niemand een ander het recht ontzeggen, een stoel een tafel te noemen, hij riskeert alleen, dat niemand hem begrijpt, en wat erger is, hij bewijst zijn onbegrip in het overschatten van het belang der benamingen19.

Wanneer is een glas halfvol dan wel halfleeg?


Het glas is halfvol wil zeggen, dat het glas in het verleden leger is geweest en nu gevuld gaat worden. Het attribuut vol wil immers zeggen, dat men met het vullen bezig is. In het andere geval Het glas is halfleeg wil men zeggen, dat het glas in het verleden voller is geweest en nu geleegd gaat worden. leeg geeft aan, dat men met het legen bezig is. Het glas is nog halfvol wil zeggen, dat men een verwacht, dat het geleegd gaat worden. De uitdrukking Het glas is nog halfleeg geeft daarentegen aan, dat men op een bijvullen wacht. In dit geval gedraagt zich het halfvolle glas anders dan het nog halflege glas. Het halfvolle glas gaat immers gevuld worden, terwijl het nog halfvolle glas vermoedelijk geleegd gaat worden.

19

citaat uit Hedendaags fetisjisme (pag. 146):

36

Mijn interesse wordt gewekt door de vraag, welk vormen van onuitgesproken symbolisme naast en in de taal in gebruik zijn geweest. Ik denk daarbij vooral aan de primaire kleuren in de vlaggen, wapens, kleding en oude Bijbels. Het is ongetwijfeld een religieus symbolisme, maar het schijnt vrijwel nergens schriftelijk vastgelegd te zijn. Met name de klinkers zijn als religieuze symbolen in gebruik geweest, alhoewel de betekenis al sterk is vervaagd. Wellicht hebben de klinkers ook gefungeerd als een religieuze sjibbolet20. Wie het wachtwoord niet kende, werd buitengesloten. In dit thema kan men nog maanden onderzoek investeren...

20

of Schibbolet 37

11 De etymologie van het woord Paars


Soms schrik ik wakker in het besef, dat ik weer een woord heb gevonden, dat alleen nog in het Nederlands is overgebleven. In het Duits en in het Engels of Frans zijn er geen vergelijkbare woorden bekend. Paars is een nietszeggend, dood woord, dat wij alleen dan begrijpen, als wij de oude, religieuze kleurcodes bestuderen.

nlangs vertelde mij mijn vriend en Germanist Stefan, dat de taalkundige uit het woord purper geen bijzondere religieuze betekenis kan afleiden, omdat purper gewoon van de purperslak is afgeleid, waarmee men de plaats aangeeft, waar deze slakken in de oudheid werden gevonden.

M I

et mijn daarop volgende betoog, dat het purper oorspronkelijk pas door het weven van rood en blauw een religieuze betekenis verwerft, kon hij niets beginnen. Purper werd pas als ceremonieel symbool uit de purperslak gewonnen, nadat de oorspronkelijke androgyne symboliek verloren was gegaan. Zodoende bleef mij niet bespaard, de etymologie van paars in alle details te documenteren. nternationaal aanvaardt men tegenwoordig de internationale kleurcode lichtrood voor het vrouwelijke en lichtblauw voor het mannelijke geslacht, wat echter nog bewezen moet worden. Zoals bekend is paars de mengkleur van rood en blauw. In dit kader kan men zich dus afvragen, in hoeverre wij nu de oude symboliek der kleuren paars, rood en blauw weer kunnen laten opleven. 38

Paars betekent Pares


Van alle Nederlandse woorden lijkt mij het woord "paars" de belangrijkste sleutel tot het begrip van de Indogermaanse religie te kunnen leveren. Dit woord is juist daarom zo beduidend, omdat er in de naburige talen Duits, Frans en Engels geen enkel vergelijkbaar woord ter beschikking staat.

oor het gebruik van paars naast purper, violet en andere termen verwijst het Nederlands etymologisch woordenboek van J. de Vries, F. de Tollenaere, Maaike Hogenhout-Mulder naar de kaart van P.J. Meertens, Taalatlas afl. 4, 14. Eventueel kan men uit deze kaart aflezen, in welk geografisch bereik de androgyne mythologie zich heeft ontwikkeld. Wellicht komt dit gebied min of meer overeen met de religieuze centra voor Tuisco aan de Beneden-Rijn (van Bonn tot Doesburg).

D D

e speurtocht naar de standaard etymologie van "paars" levert geen noemenswaardig resultaat op. De beschrijving van de afleiding is onzeker. De etymologen hebben lang naar leenwoorden Persae 'Perzen', Persia 'Perzi' en perzik etc. gezocht, alhoewel de afleiding kennelijk veel eenvoudiger heeft plaatsgevonden. e databank http://www.etymologie.nl/ vermeldt enkele Middeleeuwse toepassingen voor deze woorden rond het jaar 1300 AD:

paars zn. 'kleur' uit de categorie: leenwoord Mnl. perse 'paarse (lakens)' [1294; VMNW], perse saye 'paarse wollen stoffen' [1296; VMNW], peers bruxsch lakene 'paars Brugs laken' [1343-44; MNW], groen of blaeu of root of paers [ca. 1475; MNW]. 39

oor het woord "paar" en "paren" gelden vergelijkbare toepassingen uit dezelfde periode: Mnl. paer, par 'bijeenbehorend tweetal' in een par anscoen 'een paar handschoenen' [1270; VMNW], 'meer dan een, niet beslist twee' in drie paer balken 'drie sets balken' [1285; VMNW]. paren ww. 'bijeenvoegen; geslachtsgemeenschap hebben'. Vnnl. paeren, paren 'in paren bijeenvoegen' [1573; MNW].

wee oude documenten uit de jaren 1672 en 1742, die in der Google- bibliotheek konden worden opgespoord, bevatten verwijzingen naar de zelfstandige naamwoorden paars. In deze beschrijvingen bevinden zich zowel de woorden paars als pers. De betreffende passage is geel gemarkeerd. Korte besgryving van het Lugdunum Batavorum nu Leyden door Simon van Leeuwen - 1672 Omtrent in het midden van de lengte van de doorgaande Brede straat, is het Stadhuys, ofte Raadhuis gebouwt, dog wanneer sijn aanvang genomen heevt is, gelijk van de sekre beginselen van de Stad, niet seeker: als dat den Toorn dewelke in het Jaar 1573. verbrand, in den Jare 1577. herbouwt, ende hen verder getimmert door ouderdom vervallen sijnde, in het Jaar 1597. in 't geheel vernieuwt, ende seer ierlijken herbouwt is, uyt besondert het gedeelte daar de Baljuws Vierschaar van Rijnland werd gehouden. Het welk in 't ]aar 1604. daar aan gemaakt is, by verplaatsinge van deselve Vierschaar, dewelke te vorens plag gehouden te werden, aan de Pieters Kerk-gravt, daar nu de Latijnse School gemaakt is. 40

Het selve Stadhuys is soo onder als boven in verscheide plaatsen verdeelt, elk tot sijn byfonder gebruyk, als fijn boven de Grote Vroedschaps-kamer, Burgermeesters kamer, Schepens kamer, Secretarie, Griffie ende Wees-kamer, voor ende tussen dewelke een groote Wandel-plaats, dat men de Paars nomt, ten eynde van dewelke twee vertrekken voor sijn, daar de Burgen alle nagten de wagt houden. Boven deselve Paars is de Artelerie ende Wapen-kamer, ende onder de Criminele Vierschaar, dewelke om het ongemak van het komen ende gaan der Gevangen, tot ende van het Gevangen-huys ende het 's Gravensteyn, daarmen gewoon is de Executie te doen, ende de misdadn te beregten, op het selve 's Gravenfteyn verplaats is, ende aldaar tot gemakkelijker ende beter dienst, soo van deselve Vierschaar, als van de justitie-plaats, seer ierlijk ende aansienlijk gebouwt werd. Soo dat de oude Vierschaar alleen tot een andre ende bysondren dienst van het Verpagten van de gemene middelen over Leyden ende Rhijnland, ende des Stads inkomen, als mede tot verkondiging van de verkoren Burgermeesteren ende Schepenen, ende wat des meer is, fal dienen. Agter ende besijden dese oude Vierschaar, isde Vleis-hal, beginnende regt onder den opgang van het Stadhuys, tot aan ds Vierschaar van de Welgeborenmannen van Rijnland, dewelke men van beyde zijden kan in ende uyt-gaan. Hedendaegsche historie... - Seite 523 Thomas Salmon, Jan Wagenaar, Matthias Van Goch 1742 Over de stad Leiden: Onder den Opgang, gaat men in de groote Vleeschhal, die regt onder 't Stadhuis geplaatst is, en met eene tweede Poort 41

uitkomt nevens den ingang der Vierschaar van Baljuw en welgebooren' Mannen van Rynland. Het Gebouw, hier toe geschikt, moet, volgens een Verdrag met de Rekenkamer van den 2 Oktober 1564, op Stads kosten onderhouden worden. Bewesten den opgang van 't Stadhuis, gaat men,door eene Poort, onder den zwaaren Tooren door, naarden Ryn of Vischmarkt. In deeze Poort is de Stads Vierschaar, alwaar de Schout, Burgemeesters en Schepens beedigd worden , als mede de Bier-Excyns en een Trap naar boven. Voorby de Poort, is nog een Binnen-ingang, alwaar de Thesaurie, de Conchergerie, de Gyzelkamer voor de Studenten, de Binnenwagt en de Wooning vanden Kastelein van 't Stadhuis geplaatst is, benevens een' breeden Trap, waar langs men, naar boven in 't Stadhuis gaat. Langs den eerst beschreeven' Buiten-opgang van twintig trappen naar bovengaande, komt men op eene ruime Zaal, gemeenlyk de Paars of Pers genaamd, die zeventig treden lang is. Hier heeft men, ter regterhand, den ingang van 't Vertrek, geschikt voor den Akademie-Raad, over 't welke de hooge en laage Burgerwagt, en agter 't welke de Weeskamer is: voorts Burgemeesters - Kamer, die met eenige Tapyten en een Stuk Schildery van Lukas van Leiden, 't laatste Oordeel verbeeldende, versierd is, de Sekretary, de VerpondingKamer enz. Agter Burgemeesters - Kamer is de VroedschapsKarner, naast welke men de Schepens-Kainer heeft. mdat in het tweede citaat naast Paars een andere naam Pers wordt toegepast, zijn de twee citaten onafhankelijk van elkaar.

42

I I

n Hedendaegsche historie21 wordt de zaal in het stadhuis te Leiden, die zeventig treden lang is, door de volksmond de Paars of ook Pers genaamd, zodat deze op een tweetal kamers berustende naam ook overeenkomt met de oudste vorm van paars. n beide citaten is de Paars een ruime zaal, die kennelijk als vergaderruimte voor de vrije burgers der stad Leiden ter beschikking staat. Uit deze context kan men afleiden, dat de Paars genoemd is naar de vrije burgers, die in de Middeleeuwen kennelijk pares genoemd werden. Dit woord betekent de gelijkwaardigen, resp. de gelijken.

H
kleur Azuur Beige

et gelijkwaardige woord in de Engelse taal is Peers. In het Engels betekent peer een persoon van gelijke rang, een kameraad of een drager van de Britse vijf adel-titels (duke, marquis, earl,viscount, baron). In het Engels is er echter geen kleur benoemd naar de peers.

Kleuren
Voor de afleiding van de woorden voor enkele gangbare kleuren kan men het volgende overzicht raadplegen: omschrijving licht oranje hemelsblauw zandkleurig donker wijnrood gems-kleurig oorsprong de vrucht abrikoos Lapislazuli Frans: beige Rode Bordeauxwijn Frans: Chamois Abrikoos

Bordeaux Chamois
21

door Thomas Salmon, Jan Wagenaar, Matthias Van Goch (1742)

43

Cyaan Indigo Lila Magenta Mauve Melba Oker Pink Purper Umbra Violet

staalblauw donkerblauw seringkleurig rode drukinkt roze kleur perzik-kleurig geelbruin intensief roze hoogrood sepia-bruin viooltjes-blauw

Grieks: Kyaneos Indische kleur Frans: lilas It. stad Magenta Malve bloesems Zangeres Nellie Melba Grieks: Ochros (bleek) Engels: pink (anjer) Porphyra (purperslak) Latijn: schaduw Frans: violette (viooltje)

m uit de pares een kleur paars af te leiden, moeten wij een blik in de religieuze symboliek werpen, waarin paars een grote rol heeft gespeeld. De kleur paars, die in de religie vooral als combinatie van gelijke hoeveelheden rood en blauw bekend staat, was reeds in de oudheid een goddelijke kleur.

it diverse bronnen, zoals de Bijbel, het Keltische graf te Hochdorf, de decoraties in de middeleeuwse Bijbels en de kleurcodes van de iconen en oude schilderijen, lezen wij af, dat op grote schaal rood en blauw gecombineerd werden om het goddelijke paars op diverse methoden tot stand te brengen. In navolging van de Kelten, die te Hochdorf reeds rond 530 voor Christus een paarse mantel voor de overleden vorst uit extreem dunne rode en blauwe draden weefden, hebben ook middeleeuwse wevers paarse 44

stoffen uit rode en blauwe draden geweven. Deze weefsels waren als religieus symbool vermoedelijk waardevoller dan een eenkleurig geweven stof, die vervolgens met een purperen verf van de purperslak werd behandeld. Het doel van het weven van een paarse stof uit rode en blauwe draden symboliseerde immers de schepping, bestaande uit mannen en vrouwen. Mannen werden bijvoorbeeld door blauw, vrouwen door een rode kleur gesymboliseerd. Ook de omgekeerde kleurcodering mannelijk rood en vrouwelijk blauw zijn echter in gebruik geweest.

elfs het gewone volk, dat lezen en schrijven aan de adel en geestelijke stand moest overlaten, kende deze symbolische taal. De kleur paars is de kleur van God en van de adel, d.w.z. van de "peers". Deze religieuze symbolen worden hoofdstukken in detail beschreven. in de navolgende

Ge moet voor uw broeder Aron heilige gewaden maken, om zijn glorie te doen stralen. Beveel dus aan alle kunstenaars, die Ik met fijne smaak heb begiftigd, dat ze gewaden voor Aron vervaardigen, opdat hij gewijd kan worden, om Mij als priester te dienen. De volgende gewaden moeten zij vervaardigen: een borsttas, een borstkleed, een schoudermantel, een geborduurde tuniek, een tulband en een gordel. Voor de heilige gewaden, die ze voor uw broeder Aron en zijn zonen moeten maken, om Mij als priester te dienen moeten ze goud, violet, purper, karmozijn en getwijnd (witte22) lijnwaad gebruiken.
22

Aan deze beschrijving voegt de Duitse Bijbel nog de kleur wit toe, die wellicht een belangrijke informatie bevat.

45

Aan deze beschrijving voegt de Duitse standaard-Bijbel nog de kleur wit aan de lijnwaad toe, die wellicht een belangrijke informatie bevat. Het is immers denkbaar, dat aan het wit een beduidende betekenis werd toegekend. Waarom de Nederlandse vertalers dit bijvoeglijk naamwoord hebben weggelaten is onbekend. Het is denkbaar, dat een lijnwaad altijd wit moet zijn.

Een androgyn symbool

aarom is nu paars zo belangrijk en waarom is het in alle andere talen verdwenen? Welnu, paars geeft aan, dat het woord een echtpaar aanduidt. Het is een tweetal van verschillend geslacht, omdat men in de middeleeuwen uiteraard alleen de normale echtparen als bron voor de kinderzegen kende. Vruchtbaarheid was in tijden van oorlogen, hongersnood en besmettelijke ziektes van levensbelang. Het echtpaar en de echt waren heilige, religieuze symbolen, die nog uit de oude Keltische en Germaanse religies waren overgenomen. De oude Germaanse Schepper was immers een androgyne God, Tuisco, de god der androgyne schepping, die op analoge wijze als Jahwe een androgyne Adam had geschapen of geboren. Paars was het religieuze symbool voor de echtparen en voor de bijbehorende God.

aars was echter ook de kleur der goddelijke keizers in het oude Rome. De romeinse keizers hebben zichzelf tot goden verheven. Nero ging daarbij zover, dat voor het ongeoorloofd dragen van het goddelijke paars de doodstraf werd geheven. Alleen de keizer en zijn gezin droegen paars en sliepen tussen paarse lakens. Keizerlijke baby's werden in paarse luiers gewikkeld. Op het ongeoorloofd dragen van paarse kleding stond voor het gewone volk de doodstraf. 46

D P
blauw.

e symbolische kleur paars geeft aan, dat het woord een echtpaar aanduidt. Het is een tweetal van verschillend geslacht, omdat men in de middeleeuwen uiteraard alleen de normale echtparen als bron voor de kinderzegen kende. Vruchtbaarheid was in tijden van oorlogen, hongersnood en besmettelijke ziektes van levensbelang. Het echtpaar en de echt waren heilige, religieuze symbolen, die nog uit de oude Keltische en Germaanse religies waren overgenomen. De oude Germaanse Schepper was immers volgens Jacob Grimm een androgyne God, Tuisco, de god der androgyne schepping, die op analoge wijze als Jahwe een androgyne Adam had geschapen of geboren. aars was het religieuze symbool voor de echtparen en voor de bijbehorende God. Paars is echter ook een combinatie van het vrouwelijke rood en het mannelijke

Fig. 3: Titel-regel in de Korczek-Bijbel (Prag- ca. 1410) In het Bijbelse boek Nummeri 15:37-41 wordt vastgelegd dat God Mozes de opdracht geeft de Isralieten van generatie tot generatie kwasten met een paarse snoer aan de zoom van de kleding te naaien, opdat zij zich aan de goddelijke geboden herinneren. De vertalers hebben echter geen al te nauwkeurige omschrijving geleverd. De Duitse standaard tekst omschrijft de kleur van deze snoer als violet purper, waartegen de Engelse tekst als blauw vastlegt.

47

In de volgende afbeelding uit het jaar 1336 draagt Jezus (net als Hendrik VI) een paarse mantel over een blauw onderkleed.

Fig. 4: De Judaskus (1336)

De Keltische vorst van Hochdorf

aars is echter ook de kleur van de kledij, die ik in het graf van de Keltische vorst te Hochdorf alleen onder een loep als het extreem dicht geweven mengsel van rode en blauwe draden heb kunnen herkennen.

48

Fig. 5: Keltische vorst in rode en blauwe doeken

e vorst werd in in diverse, afwisselend rode en blauwe doeken gewikkeld. Het graf stamt uit het jaar 530 voor Christus. Vanwege de overeenkomst der kleurcodering moeten wij wellicht uitgaan van een gemeenschappelijke kleurcode voor paars, blauw en rood in de culturen van Isral en Hochdorf.

49

Fig. 6: Keltische vorst met paarse mantel op een ligbank

50

Woorden paars weven

aars is ook de kleur, waarmee men in de Utrechter Bijbel woorden als doeken heeft geweven, die op zekere afstand de indruk van het androgyne paars kunnen weergeven.

Fig. 7: Utrechter Bijbel (1460) 51

Over het ontstaan van de kleur paars


Van alle Nederlandse woorden lijkt mij het woord "paars" de belangrijkste sleutel tot het begrip van de Indogermaanse religie te kunnen leveren. Dit woord is juist daarom zo beduidend, omdat er in de naburige talen geen enkel vergelijkbaar woord ter beschikking staat. De bijbehorende kleur "paars" is de symbolische kleur der echtparen in de androgyne mythologie paars als mengkleur van de mannelijke en vrouwelijke elementen (blauw respectievelijk rood). Het is deze paarse mengkleur, die uiteindelijk de vorstelijke kleur is geworden.

52

12 Een schat van woorden23


Zelfverklarende woorden

23

Dunsel - jonge bij het dunnen uitgetrokken plantjes Eva een schortje (voor Eva) Fransijn - Vlaming, die aan het Frans de voorkeur geeft Galoog - geel doorlopen oog Gedast - met een das Handschoenen - "Het wordt tijd mijn linker handschoen te verzolen". Keeplat - Lat met inkepingen Kinnebak - onderkaak Kippig - bijziend, slecht ziende Nathals - wie te veel drinkt Ootje - "De kleine letter O is het ootje en wordt geschreven als een kringetje". OWer of oweer - OW = 'oorlogswinst'; oorlogswinstmaker (J.H. Speenhoff) Prodeaan - "Kostenloos procederende" - pro deo Spaarbank - bank, die weinig rente geeft (deze definitie stamt notabene uit 1960!) Toetakelen - hangt als scheepsterm vermoedelijk samen met aftakelen Yperiet - mosterdgas

Deze woordenschat baseert grotendeels op de spelling in het Prismawoordenboek van 1955. De na 1955 volgende aanpassingen van de nieuwe spellingen zijn voor dit onderzoek niet relevant.

53

Merkwaardige woorden
Jus is in de uitspraak Sju als vleesnat algemeen in gebruik. In de Latijnse vorm van jus = recht is het vermoedelijk alleen in vakkringen bekend. Waarom deze merkwaardige klankwisseling van Jus tot Sju heeft plaatsgevonden, is mij nog onduidelijk. Elfendertigst - Deze combinatie 11 & 30 komt in geen andere taal voor...

Meervoud of enkelvoud
Volgens de nieuwe spelling schrijft men nu niet meer kippesoep, maar kippensoep. Logisch is dat echter niet, maar de spellingscontrole waarschuwt ons voor kippesoep. Kippesoep wordt kennelijk meestal van n kip getrokken. In een kaserne is het wellicht mogelijk deze soep van een aantal kippen te trekken. Moet het dan geen kippensoep worden? In het woord kippebout wordt de letter "n" volgens sommige Nederlanders weggelaten, omdat de bout slechts tot n kip kan behoren. Een kippenboer is daarentegen een handelaar in kippen, zodat de letter "n" in dit geval een meervoud aanduidt. Een kippendief is iemand, die meerdere kippen steelt. Men noemt het takkenbos, omdat de bos meerdere takken bevat. Kippengaas wordt meestal gebruikt om meerdere kippen in toom te houden.

Eufemismen
Oremus - "Laat ons bidden" wordt gebruikt om een ruzie of narigheid te omschrijven. 54

Slecht passende woorden


Bij dit soort worden valt vaak op, dat het Duits in deze gevallen over andere, en soms betere alternatieven beschikt: Draadloos - "Tot de draadloze communicatie behoort ook de briefpost". Hulpeloos - "Wie zich hulpeloos voelt, is hulpbehoevend - maar niet omgekeerd". Pianospelen - "Het pianospel vindt zelden op een speelplaats plaats". Plukken24 - Men kan een kip plukken of een appel. De appel ziet er na het plukken nog uit als een appel, maar de kip heeft veel verloren... Volkslied25 - "In Nederland kennen de mensen slechts n volkslied - in andere landen is het repertoire der folklore veel omvangrijker".

Onduidelijke woorden
Winden worden kennelijk steeds benoemd naar de oorsprong. Dalwind - "Uit een dal opstijgende wind" - waarom eigenlijk niet omgekeerd? Zuidwester - "Wind uit het zuidwesten" - waarom niet omgekeerd: "Wind naar het zuidwesten"?

24 25

Duits: rupfen Duits: Nationalhymne

55

Contradictiones in Terminis
Bij dit soort woorden valt vaak op, dat het Duits in deze gevallen over andere, en soms betere alternatieven beschikt. In enkele gevallen is het gewenste woord al bezet: bijvoorbeeld Hoofdstuk26 . Voorman27 - "Een voorman plaatst zich in de strijd chter en alln in de optocht vr zijn mannen". Hoofdstuk 28- "Waarom hebben boeken altijd zoveel hoofdstukken, als men op elk gebied slechts n hoofdzaak kan bestaan". Stoelgang - "Voor een stoelgang moet je meestal de gang op, maar daarna ga je zitten, alsof je op een stoel plaatsneemt". Appeltje tegen de dorst 29 - "Een appeltje voor de dorst werkt in der regel tegen de dorst". Talloos30 - "De woorden talloos en ontelbaar zijn gereserveerd voor mensen, die te lui zijn om te tellen". Talrijk is beter dan talloos. Atoomreactor - "Atoom betekent ondeelbaar, maar wij weten allang, dat atomen niet ondeelbaar zijn. Kernreactor is dus beter".

26 27 28

Duits: Kapitel

Duits: Vorarbeiter Duits: Kapitel 29 Duits: Notgroschen 30 Duits: Zahlreich

56

Standaarduitdrukkingen
Asblond - askleurig blond Mierzoet - extreem zoet Platinablond - kunstmatig blond Parelgrijs - zo grijs als een parel (?)

Nieuwe Woordontwerpen
Boekbijhouder - "In feite is een boekhouder toch zeker een boekbijhouder?". Loodstift - "Het is nooit te laat, om het goede oude potlood een loodstift te noemen". Snoepslecht - "De vereniging van tandartsen en diabetici stelt voor de naam snoepgoed in snoepslecht te veranderen". Boekregering - "Een democratische regering bestaat meestal uit een groot aantal hoofdstukken met een minimale inhoudsopgave".

Voor Niets
Voor niets gaat de zon op, maar vele organismen kunnen het zonlicht goed gebruiken. In enkele winkels krijgt de klant voor niets een bakje koffie. Bedoeld is natuurlijk een kostenlose attentie, die dus niets kost. In sommige landen kan men nog steeds Voor Niets studeren. Die studie leidt hopelijk tot iets, maar is althans voor de studenten kosteloos. 57

13

Zeldzame woorden
e volgende woorden komen slechts zelden voor. Het is wellicht interessant eens een verhaal te schrijven, dat geheel op dit soort zeldzame woorden baseert.

Avegaar - grote boor Droes - ontsteking van het neusslijmvlies bij paarden Essaai - een onderzoek naar gehalte Fabliau - korte, vaak erotische en/of satirische vertelling Fep, flep - het teveel drinken Frijnen - steen van groefjes voorzien Galsterig - ranzig Gander - mannetjesgans Geien - zeil inhalen Glee - dunne slijtplek in weefsels Guil - een oud paard Haaf - zakvormig vismet Hakkeborden -houten planken met snaren erop Haplografie - overslaan van letters bij het schrijven Harpluis - werk van oud touw Hapschaar - rechtsdienaar, inhalig persoon Kantiek - gewijde zang (-> gevonden bij Louis Paul Boon - De kapellekensbaan) Kapotje - condoom (-> o.a. gevonden bij Ben Haveman - Zeepbellen in een netje) Kelerelijers - van -> Choleralijders Kenen - openspringen, ontkiemen

58

Klens - zijgdoek, filterdoek Kwar, kwarrel - niet uitgegroeide vrucht Lambiek - zwaar Brussels bier Limpido - zuiver (vermoedelijk uit het Spaans -> limpio) Ludolfiaans - Het Ludolfiaanse getal is "Pi" Meug - zin Midinette - meisje op een naaiatelier Molik - vogelschrik Molsla - bladen van de paardebloem Mutsaard - takkenbos Neb - snavel Nestel - veter Nijnagel - een losgescheurd nagelvelletje Nol - zandheuvel Nonnenfortje - schuimpje (vermoedelijk uit het Duits -> Nonnenfurz) Ogief - kruisboog Parhelium - bijzon, bijmaan Peripetie - beslissende wendig Pejoratief - met ongunstige betekenis Peur - een ring met wormen, meestal zo'n 30 stuks, aaneengeregen met garen (voor het van vissen van paling) Prij - kreng, aas Quorum - Minimumaantal Raai - uitgezette lijn Ronzebons - draagbaar poppentheater

59

Schibbolet - herkenningswoord (-> gevonden bij Carry van Bruggen - Hedendaags fetisjisme); WO II: Scheveningen als sjibbolet. Scapulier - van oorsprong een schouderkleed (gevonden in Mr. Leopold Bloom van James Joyce) Schurken - hard wrijven (-> o.a. gevonden bij Ben Haveman - Zeepbellen in een netje) Silex - vuursteen Simonie - handel in geestelijke goederen Sjako - militair hoofddeksel, uit het Hongaars, waar zon hoed een csk heet. -> ( Willem Elsschot in De leeuwentemmer, 1939 ) Sjamberloek - kamerjapon, thans alleen van mannen, vroeger ook van vrouwen; van het Turkse yagmurluk, dat 'regenjas' betekent. Slabakken - luieren (-> o.a. gevonden bij Ben Haveman - Zeepbellen in een netje) Sleeuw, slee - stroef, bot, wrang Slem - groot slem: alle slagen in een kaartspel; klein slem: alle slagen op n na. Snek - slakvormig kettingraadje in een uurwerk (van Duits: Schnecke) Slump - plotselinge daling van effecten ( van Engels slump: aardverschuiving) Soporatief - slaapverwekkend, verdrietig, vervelend,.. Soterisch - zaligmakend Sou - halve stuiver; geen sou: niets Sourdine - geluidsdemper in muziekinstrumenten (uit het Italiaans: sordo

60

Stootwillen - fenders (-> o.a. gevonden bij Ben Haveman - Zeepbellen in een netje) Tasveld - droogplaats voor stenen in een steenbakkerij Telg - dunne tak Tut - stil -> Tutelair: beschermend Twenter - tweejarig paard of rund Vlijm - zeer scherp mesje Wouterman - tegengespijkerd houtje om uitglijden te voorkomen Wuit - vooruitspringende kin Zeel - draagband Zijgen - filtreren Zoor - droog, dor

61

14 Soorten Woorden

oorden ontstaan dus in een evolutionair proces. Er is steeds sprake van een oorsprong en aftakkingen, die ontstaan, waar de noodzaak een afwijking in een tweesprong forceert. Het doel van een Absolute Schoonheid kent de evolutieleer van Darwin niet. Waar schoonheid ontstaat heeft zij een functie, die bijvoorbeeld de aantrekkingskracht tussen de geslachten verbetert. De religie speelt in zoverre een rol, dat zij de stabiliteit der samenleving heeft ondersteund. Om deze redenen is de religie ook in de taal beland.

Schitterende woorden

et mooiste woord in de Nederlandse taal is "schitterend", dat zowel voor lichteffecten als omschrijving van de euphorische beoordeling kan worden toegepast. Dit woord, dat mij vooral bij het lezen van "De vanger in het graan" van J.D. Salinger opviel, bevat een merkwaardige lettercombinatie, die het schitteren als het ware afbeeldt. Met name het puntje op de "i", de dubbele "t" en de klank van de lettergrepen schijnen mij de werkelijk eenmalige emoties van dit woord in de peilloze hersenswindsels op te roepen. In geen andere taal wordt deze werking gevenaard. In het Duits is het bijvoorbeeld "glitzern", dat slechts een zwakke impressie bereikt. Glitzern kan men ook alleen voor de lichtverschijnselen en niet als omschrijving van de euphorische beoordeling toepassen. In zekere zin vergelijkbaar met schitterend is "sprankelend", dat echter in het Engels (sparkling) potischer overkomt.

62

E O E

en fantastische weerklank vertoont het woord "nimmermeer", dat door de Amerikaan Edgar Allen Poe met "nevermore" in het gedicht "The Raven" in het juiste licht is geplaatst. ok het woord "meisje" heeft een ontroerende, vertederende klank, die het haast onmogelijk maken de draagster geweld aan te doen. Het is alsof men in de klank van de woorden een zekere bescherming door vertedering vast te leggen. Uiteraard wordt de klank geassocieerd met het vogeltje ("meesje"), waarmee meisje wellicht samenhangt. Is immers niet ook deern met het woord deemoed verwant? en van de schitterende Nederlandse woorden is ook "nieuw", dat vooral in vergelijking met het Duitse "neu" of het Engelse "new" een enorme dynamische werking uitoefent.Dit effect lijkt mij vooral door de letter "i" en de navolgende "u" te ontstaan.De etymologische afkomst van nieuw is mij onduidelijk. Nieuw bevat eventueel de androgyne, religieuze kern "iu", die op een nieuw geschapen leven kan duiden. Opnieuw beschrijft als het ware iets, dat je bovenop het nieuwe plaatst.

lhoewel de woorden niet omwille van de schoonheid worden geselecteerd, overleven echter toch bij parallele beschikbaarheid sommige woorden ten opzichte van de als lelijker beschouwde exemplaren.

63

Religieuze woorden

V D H D D

ele elementaire woorden lijken mij oorspronkelijk van een religieus fundament te stammen, dat in de Nederlandse taal langer bewaard is gebleven dan in de Duitse taal. e namen "Diets" en "Duits" zijn kennelijk afkomstig van de androgyne schepper-god "Tuisco", die in een afwijkende volgorde de androgyne, religieuze kern "iu" van "Iu-piter" bevat. et is mogelijk, dat "Diets" en "Duits" analoog aan Boven- en Beneden-Egypte oorspronkelijk twee tegenpolen vormden, waarin "Diets" de mannelijke en "Duits" de vrouwelijke componenten vormen. e Engelse, de Nederduitse en de Nederlandse taal bevatten de reinste religieuze symbolen, omdat de oorspronkelijke religie kennelijk in de Rijndelta het langst bewaard is gebleven. e Nederduitse Scheppergod Tuisco werd o.a. aanbeden in de huidige steden Duisburg, Deutz (Keulen), Doesburg, Duisdorf (Bonn). Deze godheid werd wellicht in de Frankentijd (ca. 300 AD.) aanbeden aan de noordoostelijke oever van de Rijn. De Germaanse godheden behoorden tot de Indogermaanse goden en stammen vermoedelijk af van de Indogermaanse hemelsgod "Dyaus", die oorspronkelijk als universele God tegelijkertijd de stormgod en scheppergod vormde.

64

A D

lhoewel de klank van deze namen "Tuisco" en "Dyaus" in de Duitse taal behouden gebleven zijn, is de ui-kern in het geschreven Duits reeds verdwenen en veranderd in de "eu" van het woord "Deutsch". enkbaar is een religieuze dui-kern (der Germanen) in duiden, duivels, duister, tuin, tuig, zuiver, zuinig, zuiden, etc. De omgekeerde religieuze ju- resp. jokern komt (via de Romeinen) eveneens voor in bijvoorbeeld: Justitie, jubel, juffer, jeugdig, jong, joviaal, Jong is iemand, die de religieuze woord-kern io voort draagt. In deze androgyne woord-kern vormt het "i" de mannelijke en de "o" of "u" het vrouwelijke symbool.

Huwelijk en voortplanting

D D

e jeugd, de jongens en algemeen jonge, jeugdige mensen werd destijds kennelijk de dragers van de levens-kern beschouwd. Ter overdracht van de levens-kern werd de jonste (liefde) bedreven, waarin een nieuwe levens-kern wordt aangelegd. De jonste is wellicht verwant met de liefdes-gunst. e persoonlijke voornaamwoorden Ik en U zijn de bestanddelen van de androgyne, religieuze kern "iu" van "Iu-piter". In het huwelijk werden Ik (in het Engels I en in het Duits oorspronkelijk Ih) en U samengevoegd tot het evenbeeld van God (IU-piter, d.w.z. Jupiter). 65

H D
V I
31

et huwelijk is een religieus symbool, waarin de twee halve mensen (man en vrouw) tot een op God gelijkende "Adam"-mens werden samengevoegd. Het huwelijk is dus het contract, waarin de vrouw haar man de baarmoeder (het U) aanbiedt. Iemand huwen is dus hem de baarmoeder als het U aanbieden. Vele Romeinen reduceerden in het huwelijk de echtgenote zelfs tot baarmoeder. e geborene is het kind, dat tevoren werd gedragen en inmiddels door de moeder in de baarmoeder is uitgedragen (Engels: to bear, bore, borne). De voortplanting duidt op de samenhang, die men in het eeuwige voortleven der planten herkende... Een plant blijft echter steeds op dezelfde plaats doorgroeien, tenzij men deze overplant. oortleven is verder leven na de dood van een medemens. Wie voortleeft, leeft in de tijd verder naar voren dan de ander, die voortijdig sterft.

n het huwelijk belooft men de ander trouw, d.w.z. als partner true ofwel waar te zijn. Beloven is in het openbaar getuigenis afleggen onder het lovend aanroepen van de Schepper-God. Daarbij zijn vertrouwde getuigen aanwezig. Vertrouwen baseert op de trouw aan de eigen positie in de samenleving. Het geloof baseert op het blindelings vertrouwen in een hogere macht, die wij ter bescherming moeten aanbidden. Bij de Germaanse huwelijksceremonie werd het bruidspaar een symbolisch tuig aangelegd31
zie: Tacitus Germania.

66

Zin, tuig en werktuig

H E

et huwelijk werd vroeger met een tuig vergeleken, waarin twee runderen zich inspanden en samenwerkten. In het woord tuig is uiteraard de androgyne, religieuze ui-kern opgeslagen. Optuigen is optooien en versieren, omdat het werkdiergespan op hoogtijdagen versierd werd. Aftuigen is het tuig verwijderen. Wie iemand aftuigt of zelf afgetuigd wordt, behoort tot het tuig. Een werktuig is een tuig als hulpmiddel om het zwaardere werk te verrichten. en zintuig is een werktuig der zinnen, d.w.z. van het verstand. Wat in ons verstand is, zijn wij van zins en wordt door ons begeerd.

Wat onzin of zinloos is, kunnen wij vergeten en moet uit onze zinnen (dus uit ons verstand) worden verwijderd... Uitzinnig is onwerkelijk, dol, dwaas, onverstandig en past niet in ons verstand. Bij dwaasheden doolt ons verstand, totdat het verdwaalt... Het verstand omschrijft dat, wat wij verstaan en begrepen hebben. Wij hebben het met ons verstand als het ware gegrepen.

67

erktuiglijk werken wij, indien wij zinloos, zonder nadenken werken, alsof wij werktuigen in andersmans hand zijn.

Werkelijk is, wat door werken of goddelijk werk is ontstaan. Daadwerkelijk ontstaat iets alleen door een menselijke of goddelijke daad. De rest is door onbekende oorzaak of vanzelf ontstaan... De werkelijkheid is dat wat is, dat wat waar is en dat wat werkelijk is. Waardeloos is zonder waarde en behoort tot de onwaarheden.

Scheppen en schoppen

e Goddelijke Schepper heeft de manvrouwelijke mens Adam met de schep uit leem gevormd en de adem ingeblazen. Adam is de eerste geschapen mens, die de goddelijke adem als wind door de neus heeft ervaren. In tegenstelling tot de voortplanting is Scheppen een handwerk, dat met de schep of schepje plaatsvindt. Er is een elementair verschil tussen het diepere putten (met de diepgravende schop) en scheppen (met een oppervlakkige schep). De schop is voor het diepe graven gevormd, de schep slechts voor het oppervlakkige werk.

68

H E I

et aanleggen van een graf bestaat uit het graven van een diepe kuil om iemand te begraven. Uitputtend is diep gravend. Het graven van een put is ontegenzeggelijk uitputtender dan oppervlakkig scheppen. Schoppen vindt echter ook wel zonder schop met het been tegen andermans achterwerk plaats. en klein schepje bestaat, maar de Nederlander kent geen schopje, tenzij het schopje op speelse wijze of op een kindervoetbalveld plaatsvindt.

Water en scheepvaart
n een waterland baseren talloze woorden op de scheepvaart. In de woestijn kan men geen ervaringen met de scheepvaart verwachten. De naam woestijn duidt reeds op een onvruchtbaar, uitgedroogd gebied, dat wellicht in het verleden door uitdroging is verwoest. Ervaren betekent met de boot bevaren. Ervaren is in een waterland iemand, die deze route vaak met de boot heeft bevaren. In drogere, hoger gelegen kontreien zou men een ervaren mens bijvoorbeeld een expert of experienced noemen. Tegenwoordig kan men ook zonder boot tegen iemand uitvaren.

69

D H V E

e voortplanting hangt wellicht samen met de vaart, die ons als het ware in de tijd, maar in de beeldspraak ook met de boot "over het water"

verplaatst. De uitvaart is de overvaart met een veerboot over de laatste waterstroom, waarbij men het lijk voor de veerman een muntstuk onder tong legt. et lijk is het lijf, dat na de dood door de ziel verlaten wordt. Een lijk lijkt op een lijf, maar is zielloos. Zieltogend is een lijf, dat spoedig in een lijk erankeren legt de plaats van de boot vast. In geval van nood gebruikt men zelfs een drijfanker, dat het afdrijven vertraagt.

verandert.

Zonder anker of drijfanker drijft de boot af. Een afdrijving kan echter ook een vrucht uit het lichaam verwijderen. en voorman drijft de werkdieren of de werkers aan. Tegenwoordig blijft de aandrijving echter meestal gereserveerd voor de machine, die een as aandrijft. De Rijn is een waterstroom, een rivier of een goot. De naam Rijn afgeleid van het Duitse woord rinnen, d.w.z stromen. In het Duits is de Dachrinne de dakgoot, waarin het water als in een riviertje wordt afgevoerd.

70

ls het in Giethoorn of elders giet, regent het zo hard, dat zich waterstroompjes vormen.

Een vergiet en een gieter zijn werktuigen om water te doen gieten. Wateren is plassen, waarin men het vocht uit het lichaam als water in een plas ontlast.

Erven en erfenis

et erf is de voorhof van de boerderij. De erfenis is de overdracht van het erf aan de nabestaanden. De erfelijkheid en de erfelijkheidsleer beschrijven hoe de nabestaanden worden gevormd. Sterven lijkt nogal op het afstaan of verlaten van het erf. Afsterven is, macaber gezien, het beginnende sterven van extremiteiten of andere lichaamsdelen.

erven of aanwerven is het opvrijen van vrouwen, waarin de ongehuwde mannen de huwbare meisjes in ruil voor de baarmoeder (het U) een erf

aanbieden. Vrijen betekent beminnen en stamt af van de Germaanse Godin der Liefde Freya, waarnaar ook de Vrijdag is genoemd. De min is de zoogster, die weliswaar tevoren ook bemind heeft, maar haar overtollige moedermelk nu - om uiteenlopende redenen - aan een ander kind ter beschikking stelt.

71

mdat min ook klein (minder groot) betekent, is het denkbaar dat minnen de onechte, d.w.z. de buitenechtelijke liefde kenmerkt. Alleen de echtelieden, die volgens de religieuze wet in de echt gehuwd zijn, hebben een echt huwelijk afgesloten. Echt waar betekent zo waar als een wettelijk huwelijk. Onecht betekent daarentegen onwettelijk, onwaar. In het Engels is "waar" "true", dat wil zeggen, door de Druide bevestigd.

Zon, maan en de planeten

e maan is vanouds een planeet, die door de maandelijkse verschijnselen als vrouwelijk werd beschouwd. Daartegenover moet de zon als mannelijk worden beschouwd. In analogie symboliseert het krachtige daglicht de man en het zwakke, schemerige maanlicht de vrouw. In de Germaanse tijdrekening speelde het duister van de nacht een grotere rol dan de dag. Jupiter is de grootste planeet en is de Scheppergod van de goddelijke kern "IU".

72

Zijn en schijn

chijn is het lichtgevende verschijnsel, dat echter in de avonduren na de zonsondergang of na het uitdoven van het lampvuur verdwijnt.

In tegenstelling tot het eeuwige is de schijn tijdelijk. Schijnbare dingen zijn tijdelijk en behoren tot de wereldse elementen. Daartegenover staat het Goddellijke Zijn. Het eeuwige zijn wordt echter ietwat verwaterd door de uitspraak "hij is er geweest", die aangeeft, dat iemand geleefd heeft en nu gestorven is.

Z
begint.

ijn is dus leven en eindigt met de dood. Men kan echter na het sterven ook dood zijn, zodat er na de dood een tweede, nieuw leven in het hiernamaals

De lever was wellicht een orgaan, waarin men destijds een elementair bestanddeel voor het leven vermoed heeft.

73

Het landschap

E
N

en wijds landschap reikt tot aan de einder, in Nederland dus tot aan het einde van het zicht, de horizon, waar de einder in een horizontale lijn

overgaat. Verwijderen is dus het verplaatsen in de richting van de einder. Dicht betekent geheel gesloten en dichtbij is zo nabij, dat het een afgesloten geheel vormt. abij is dichtbij, maar gold oorspronkelijk alleen voor de na-komende.

De nabijheid geldt dus eigenlijk niet voor degene, die vlak voor mij komt. Een nabestaande is de nakomeling, die zijn leven pas na mij begint of eindigt.

e naaste is een verbastering van het Duitse "nchste", en beschrijft degene, die na ons komt. Naast iemand staan beschrijft dus de volgorde van het aftellen, waarbij mijn buurman na mijzelf afgeteld wordt.

74

15 De filosofie van de taal

K D Z

leine kinderen werden vroeger als geslachtloos beschouwd en daarom met een onzijdig lidwoord "het" aangeduid. Het kind en het wicht zijn duidelijk uitsluitend onzijdig gedeclareerd. Pas met het bereiken van de leeftijd des onderscheids mogen wij de lidwoorden "de" toepassen, die de jongeman en de jonge meid vanaf nu begeleiden. oor de toepassing van de verkleinde vorm is het meisje nog steeds geslachtsloos, terwijl het lidwoord voor de bijbehorende jongen in de vorm van "de" inmiddels toch al seksueel vastgelegd is. Er is echter reeds een verschil opgetreden, dat blijkt uit de volgende zinsconstructies: Het kind is braaf geweest: het heeft de hele nacht geslapen. Het meisje is braaf geweest: zij heeft de hele nacht geslapen. Het jongetje is braaf geweest: hij heeft de hele nacht geslapen. odra het geslacht duidelijk zichtbaar is, wordt het ook in de pronomina toegepast. Als er van een verkleind woord (meisje) ook een grotere versie (meid) bestaat, moet ook bij de verkleinde vorm het pronomen "hij", resp. "zij" in plaats van "het" toegepast worden. 75

ok het kind beschikt over een verkleinvorm: het kindje. Het kindje kan zelfs worden gebruikt als aanspreektitel voor een volwassen vrouw, zoals blijkt uit de operette "Der Vetter aus Dingsda". Maar voor een kindje kan eigenlijk alleen een lidwoord "het" en nooit een hij of zij worden toegepast. De baby wordt echter nooit onzijdig aangesproken. Alhoewel de baby in het Nederlands officieel mannelijk is, mag een vrouwelijke baby vermoedelijk wel met "zij" worden aangesproken, zeker als er een naam bijstaat: Het kindje is braaf geweest: het heeft de hele nacht geslapen. De baby is lief geweest. Hij heeft de hele nacht geslapen. De baby Mathilde is lief geweest. Zij heeft de hele nacht geslapen.

In het Duits wordt de Baby echter met het onzijdige "das" betiteld. Unser Baby ist wunderbar. Es schlft die ganze Nacht!

erkwaardigerwijze bestaat er voor de tweeling (in de combinatie jongen & meisje, maar ook in de pasgeboren vorm) geen onzijdige variante. Een tweelingetje komt eveneens niet voor.

76

D
O

e overgang van geslachtsloos naar sexueel definieerbaar is het duidelijkst af te lezen in de "booswicht". De booswicht is een variant van een wicht en in feite behoort men dus onzijdig van "het bozewicht" te spreken, dat is afgeleid van het boze wicht. Een schurkachtig kind moet in feite zonder meer als "het booswicht" of "het bozewicht" gedeclareerd worden, maar dit is geen goed Nederlands. ok kleinere mensen werden samen met alle verkleinvormen als onzijdig beschouwd. Het mannetje en het vrouwtje zijn in de kleinere vorm geslachtsloos. Dit is geen herinnering aan de kinderhuwelijken, die in sommige landen al op driejarige leeftijd plaatsvonden. Het verkleinwoord is immers altijd onzijdig.

D H I

e kinderen werden daarnaast met kleurcodes aangeduid, die slechts een verzwakte vorm van de volwassen kleuren vormden: lichtblauw voor de jongetjes, rose voor de meisjes, fel indigoblauw voor de mannen en dieprood voor de vrouwen. et Nederlands past het onzijdige woord dus toe voor alle woorden, die nog onvolgroeid zijn. Onvolgroeide, kleine dingen werden niet als evenbeelden van de goddelijke schepping beschouwd, omdat de schepping pas met het volwassen mensenbeeld werd bekroond. Het doden van onvolgroeide dingen was geen doodzonde, omdat er geen goddelijk evenbeeld werd vernietigd. n illo tempore waren de kinderen tot de huwbare leeftijd slechts zaken, die men daarom ook met "het" aangeduid heeft.

77

Ontastbare en tastbare dingen

V O

ruchten, groente, bomen en planten worden met "de" geschreven: de appel, de bloemkool, de beuk, de tulp. Rivieren en bergen worden met "de" geschreven: de Rijn, de Moezel, de Maas, de Sinai, de Olympus, de Taurus, de Himalaya. ntastbare dingen worden m.i. bij voorkeur met "het", maar tastbare vormen vaak met "de" geschreven. Onbekend en ontastbaar zijn in elk geval de geslachten voor het nog ongeborene leven, d.w.z. alles, wat zich nog moet vormen, zoals: het ei, het zaad, het embryo, wellicht zelfs nog het kind, het jong, het joch... Daartegenover staat echter weer de baby, de kleuter.

78

16 Meervoud en enkelvoud

I J E T

n eerste aanleg zijn de woorden voor de dierenwereld uitstekend gestructureerd. De diersoort zelf is onzijdig en wordt theoretisch correct met "het" aangeduid, terwijl mannetje en vrouwtje geslachtelijk correct met "de" worden benoemd. onge dieren, waarvan het geslacht soms onduidelijk kan zijn, zijn theoretisch onzijdig en worden theoretisch correct met "het" aangeduid.

en goed voorbeeld van het correcte woordgebruik is: De diersoort "het paard" met de vrouwelijke merrie, de mannelijke hengst en het veulen. Merkwaardigerwijze zijn er enkele uitzonderingen, zoals de diersoorten de kat, de hond, de kip en met name ook de mens. De diersoort "de mens" met de vrouw, de man en het kind is in feite niet correct en past niet in het schema. Theoretisch zijn de diersoorten immers per definitie onzijdig. Er bestaat weliswaar "het mens", maar dit woordgebruik duidt op een onaangenaam vrouwelijk persoon. Wie echter "het mens" gebruikt, kan het beter als vervanging voor "de mens" toepassen. ot de talen, die enkele van deze fouten vermijden, behoren Duits en Engels. In het Duits is de vertaling voor de kip "das Huhn". In het Duits is "der Mensch" analog aan een mannelijk woord "der Mann", maar in het Engels is de vertaling voor de mens een neutraal woord "man", dat volkomen gelijkwaardig de mens zowel man als vrouw aanduidt. 79

e volgende tabel documenteert de belangrijkste namen voor de huisdieren. Gespecificeerd worden met de bijbehorende lidwoorden de naam voor het jonge dier, het vrouwtje, het mannetje en de diersoort. De geel gemarkeerde lidwoorden duiden op een afwijkende regel voor de keuze van het lidwoord. Het kind van de vrouw en de man (diersoort: de mens). Het veulen van de merrie en de hengst (diersoort: het paard) Het kalf van de koe en de stier (diersoort: het rund). Het lam van de ooi en de ram (diersoort: het schaap). Het lam van de geit (of sik) en de bok (diersoort: de geit). Het jong van de moer en de rammelaar (diersoort: het konijn). De big van de zeug en de beer (diersoort: het varken). De welp van de teef en de reu (diersoort: de hond). De kitten van de poes en de kater (diersoort: de kat). Het kuiken van de hen en de haan (diersoort: de kip).

80

e volgende, ontastbare metalen worden met "het" geschreven: het goud, het zilver, het blik, het staal, het tin, het ijzer, het brons, enzovoorts. "De staal" is een proefmonster, een grondslag, maar "het ijzer", dat men uit het vuur kan halen, is tastbaar. "De tin" is een uitsteeksel van een stadsmuur. "Het blik" is ook een metalen voorwerp, maar kan ook bij de stoffer horen, maar "de blik" is een uitzicht.

V W O E

oor sport en spel gebruikt men "het": het voetbal. Ook hier lijkt het erop, dat het tastbare ("de voetbal") met "de" en alles, wat ongrijpbaar is ("het voetbal") met "het" wordt geschreven. oorden die eindigen op "-isme" zijn schijnbegrippen, d.w.z. schijnbaar waardevolle richtingen, die ons als fata morgana wat voorspiegelen en met "het" worden gebruikt. ok voor de windrichtingen geldt: "het oosten" is een windrichting, maar "de oost" is eveneens land in oostelijke richting. Voor de Nederlander is De Oost is in de regel Oostindi, d.w.z. Indonesi. en redelijk groot aantal substantiva kan zowel met "het" als met "de" optreden. In enkele gevallen lijkt het erop, dat de waardevollere versie steeds "de" en de minder waardevolle "het" gebruikt, maar dit berust vermoedelijk op een toeval. Bij de Schrift (uit eerbetooon bovendien met een hoofdletter) kan alleen de Bijbel bedoeld 81

zijn. Met een kleine letter is de schrift daarnaast ook "schrijfen drukwerk". Het schrift is een notitie- en oefenboekje op school. gift: de gift ('geschenk') - het gif(t) ('vergif'); mens: de mens (algemeen) - het mens ( denigrerende beschrijving voor ' vrouw') ; schrift: de Schrift ('Bijbel') - het schrift (andere betekenissen); De Schrift is de hoger staande (d.w.z. de goddelijke) vorm van het schrift. welp: de welp ('jonge padvinder') - de/het welp (jong van bepaalde dieren); de welp is dus de hogerstaande (menselijke) vorm van het dierlijke welp.

Denigrerende bewoordingen

W O O

oorden, die mannen of vrouwen beschrijven, worden van het lidwoord "de" voorzien: de man, de vrouw, de jongen, de meid, de ober, de lerares, de mens. Het hoofd van een afdeling of school wordt echter met "het" gezegd en geschreven. p deze algemene "de"-regel vormen echter enkele denigrerende vormen "het mens", "het wijf", het loeder, "het jong" (vooral in de vorm van "het rotjong") uitzonderingen. Het jong is daarbij ongetwijfeld van het jonge, pasgeboren dier afkomstig. ok in het Duits worden "das Weib" und "das Junge" als onzijdig beschouwd, alhoewel deze woorden niet zo negatief ervaren worden als in het Nederlands. Naast het rotjong is echter ook de rotjongen (bij ietwat minder negatieve bijsmaak) in gebruik. 82

Samenvatting

n het Nederlands en Duits zijn verkleinwoorden en in het algemeen de meeste onvolgroeide personen en voorwerpen onzijdig. Daarnaast kan men wellicht vaststellen, dat onzijdige begrippen in het algemeen minder tastbaar en wellicht ook daarom minder waardevol zijn dan de mannelijke en vrouwelijke elementen. De onzijdige behandeling kan dus baseren: op het feit, dat men het geslacht nog niet kan vaststellen, op de onervarenheid, minderwaardigheid en onbeduidendheid of op religieuze overwegingen, omdat de goddelijke Schepping nu eenmaal volgroeide wezens heeft geschapen.

83

17 Het Proto-project

n het najaar van 2010 viel mij in het Provenaalse gedicht Mirio32 voor het eerst op, dat het persoonlijke voornaamwoord iu van de eerste persoon enkelvoud volledig in de naam van God (Diu) opgaat. Het daarop volgende onderzoek, dat in Het Proto-Project en de Nederlandse taal werd gedocumenteerd, leverde enkele nieuwe inzichten in de ontwikkeling van het Nederlands op. Deze passages worden in dit hoofdstuk samengevat. Het eerste thema betreft het onderscheid tussen jij en U. Het tweede thema behandelt de oude verbuigingen, die men intussen heeft afgeschaft.

Jij en U

I B
32

n de oudheid voerde de man normalerwijze het woord als de representant van het echtpaar en de familie. Dit idee werd zelfs tot in de vijftiger jaren der 20e eeuw gehuldigd. In Nederland bestaat er nog steeds een partij, die het kiesrecht voor vrouwen afwijst33. ij huldiging van het n vlees-concept, waarin man en vrouw n lichaam en n ik vormen, treedt er echter in discussies tussen de echtgenoten een probleem op, omdat er tussen twee echtgenoten verschillende persoonlijke voornaamwoorden voor de gesprekspartners moeten worden gekozen.

gepubliceerd in 1859 door Frederi Mistral In Nederland is thans alleen de SGP nog tegen het passief vrouwenkiesrecht
33

84

n een gesprek met de echtgenote geldt een ander persoonlijk voornaamwoord jij dan het U in een discussie met derden.

In de besloten kring van het huwelijk werd oorspronkelijk vermoedelijk alleen het vertrouwelijke jij toegepast. Een dergelijke vertrouwelijk jij wordt door Khaled Hosseini34 voor de Afghaanse taal beschreven. Het Afghaanse woord "Tu" (jij) is in gereserveerd voor huwelijkspartners, terwijl men "shoma" (U) uitsluitend voor afstandelijke, formele relaties (ook tussen ouders en kinderen) toepast.

Den in de vierde naamvalsvorm

E

34

en ander merkwaardig fenomeen is het geslacht en de oorspronkelijke verbuiging der substantieven, die men eertijds heeft onderscheiden in mannelijke, vrouwelijke en onzijdige woorden. In tegenstelling tot het Duits heeft men daarbij in het Nederlands vroeger een onderscheid tussen levende en dode voorwerpen gemaakt. In de bestudering van het PIE-concept is het de moeite waard dit onderwerp eens onder de loep te nemen. Voor sommige woorden werd als bepalend lidwoord in het enkelvoud het lijdend voorwerp de, voor andere in dat geval den geschreven, Er werd echter altijd de gezegd35. Voorbeelden: Een agent bekeurde de vrouw en de(n) man. De boer verkocht de geit en de(n) bok.

in de Kite Runner (2003) Beknopte Nederlandse spraakkunst door C. Apeldoorn en Dr. A.J. de Jong 22e druk, bladzijde 37 (1958)
35

85

De substantieven werden dus in drie soorten verdeeld: den-, de en het-woorden.

T I

ot de den-woorden behoorden mannelijke personen, mannelijke dieren en diersoorten, die voor het vrouwelijke dier een woordvorming met de uitgang in kennen. Namen van personen, die nu eens op een man, dan weer op een vrouw betrekking hebben, werden als denwoorden beschouwd, zolang uit het verband niet bleek, dat er een vrouw mee bedoeld werd.

De voor levenloze wezens


ndien de koning in het schaakspel als levenloos schaakstuk werd bedreigd, mocht men alleen de schrijven: Met die zet bedreigde hij de koning. De oude man had den koning nog nooit gezien. Tot de voorbeelden behoren ook de twee zinnen: Hij spande den bok voor het wagentje. De koetsier zat op de bok (van het rijtuig). Niet alle den-woorden behoorden tot de levende wezens. Ook de woorden dienst en tijd werden bijvoorbeeld als mannelijk beschouwd.

Anderzijds gold voor een koning als mens:

86

God als levend wezen

n dit kader is het de vraag of men het woord God als een den-woord (voor een levend wezen) heeft beschouwd. Inderdaad vindt met met behulp van Google op zoek naar "den levenden God" de volgende passage, die met vele voorbeelden aangeeft, hoe deze regel werd toegepast 36: Na den dood van Astyages kwam het koninkrijk aan Cyrus, uit Perzi. En Danil was gestadig bij den koning, en meer in aanzien dan alle gunstelingen des konings. Nu hadden die van Babylon een37 afgod, genaamd Bel; dien38 moest men dagelijks offeren twaalf mudden tarwe en veertig schapen en drie aam wijn. En de koning zelf diende den39 afgod en ging hem dagelijks aanbidden; maar Danil aanbad zijnen40 God. En de koning sprak tot hem: Waarom bidt ook gij Bel niet aan? Maar hij sprak: Ik dien de afgoden niet, die met handen gemaakt, maar den levenden God, die den41 hemel en de aarde geschapen heeft en een Heer is over alles wat leeft. Toen sprak de koning tot hem: Houdt gij
36

Wikisource: Apocriefe boeken/Van den Bel en den Draak te Babel Anoniem (1906) De apocriefe boeken. Uit de Hoogduitsche vertaling van M. Luther eertijds door Adolf Visscher in het Nederduitsch overgezet 37 in dit geval had een levende afgod m.i. de verbuiging eenen vereist. 38 in dit geval betreft het de derde naamval 39 merkwaardigerwijze wordt de afgod nu als levend wezen beschouwd wellicht omdat de auteur in deze zin de mening van de koning weergeeft. 40 in dit geval is het duidelijk een aanbidding van de levende God. 41 kennelijk werd de hemel als mannelijk en de aarde als vrouwelijk beschouwd.

87

dan Bel niet voor een42 levende god? Ziet gij niet hoeveel hij dagelijks eet en drinkt?

Den in de derde naamvalsvorm

itdrukkingen, die uit de oude tijd zijn overgebleven, zoals bijvoorbeeld In den beginne, stammen uit een fase, waarin de woorden anders verbogen werden dan nu en na allerlei voorzetsels de derde naamvalsvorm hadden. Bij enigszins verzorgde uitspraak wordt de n in deze uitdrukkingen ook tegenwoordig inderdaad uitgesproken. Merk op, dat ook bij het-woorden soms den voorkomt (voorbeeld: In den beginne).

42

in dit geval had een levende afgod m.i. de verbuiging eenen levenden vereist.

88

18 De rol van het neutrum43

n de Nederlandse taal kan men in enkele gevallen het verdwijnen van het neutrum bij specifiek mannelijke en vrouwelijke begrippen waarnemen. Deze transformatie wordt indirect veroorzaakt door het verlies van de originele religieuze betekenis van deze woorden. Onlangs vernam ik tijdens een televisieprogramma de plannen om het onzijdige woord meisje een vrouwelijk karakter te geven. Men spreekt dan niet meer van een meisje, dat... maar van een meisje, die.... Het is nog maar een kleine stap tot de meisje. Het taalgebruik is inmiddels al doorgedrongen tot de wereld der videoclips, zoals Waar Is De Meisje, waarmee het zich ongetwijfeld nog beter in het geheugen der taalgebruikers nestelt.

e paard, de huis, de meisje. Het zal even wennen worden, onze Nederlandse taal zonder het lidwoord het. Maar volgens onderzoekers van de Universiteit van Amsterdam is het woordje het op zijn retour, zo meldt het Genootschap Onze Taal...44

43 44

Op 8 november 2011 in Scribd gepubliceerd in De Rol Van Het Neutrum

Waar Is De Meisje 89

Religieuze betekenis van het neutrum

e religieuze achtergronden van de onzijdige woorden zijn allang verloren gegaan. In het Duits en Nederlands45 worden alle verkleinwoorden onzijdig geschreven46: het: het boompje, het huisje das: das Baumchen, das Hauslein

Het gebruik van het onzijdig baseert op het idee, dat in de prehistorische samenleving alleen de mannelijke en vrouwelijke volwassenen over de als goddelijke gave beschouwde kracht tot voortplanting beschikken. Zolang kleine kinderen en onvolgroeide dieren nog niet volgroeid waren golden deze nog niet als evenbeeld van God. Zij werden als onzijdig ding beschouwd.

H
45

et geslacht der woorden was in dit geval een religieus symbool, dat bij de initiatie, de overgang van het kind tot de volwassene, van onzijdig in mannelijk, respectievelijk vrouwelijk transformeerde. Het meisje en het jongetje werden destijds nog als onzijdige woorden in de betekenis van het kind toegepast.

In het Noors geldt het meisje daarentegen als vrouwelijk:: ei jente (een meisje), jenta (het meisje). Het Noors heeft drie geslachten voor zelfstandig naamwoorden: mannelijk, vrouwelijk en onzijdig. Deze kunnen bepaald en onbepaald zijn. Bij onbepaald wordt er een en, ei of et bij respectievelijk een mannelijk, vrouwelijk of onzijdig woord geplaatst, bijvoorbeeld en mann (een man). 46 Onzijdige zelfstandig naamwoorden

90

Het volwassen meisje met het rode haar


Het meisje is het diminutief van de meid. vorm Pas met het bereiken van de leeftijd des onderscheids mogen wij de lidwoorden "de" toepassen, die de jongeman en de jonge meid vanaf nu begeleiden47.

oor de toepassing van de verkleinde vorm is het meisje nog steeds geslachtsloos, terwijl het lidwoord voor de bijbehorende jongen in de vorm van "de" inmiddels toch al seksueel vastgelegd is. Er is echter reeds een verschil opgetreden, dat blijkt uit de volgende zinsconstructies: Het kind is braaf geweest: het heeft de hele nacht geslapen. Het meisje is braaf geweest: zij heeft de hele nacht geslapen. Het jongetje is braaf geweest: hij heeft de hele nacht geslapen. Zodra het geslacht duidelijk zichtbaar is, wordt het ook in de pronomina toegepast. Als er van een verkleind woord (meisje) ook een grotere versie (meid) bestaat, moet ook bij de verkleinde vorm het pronomen "hij", resp. "zij" in plaats van "het" toegepast worden.

Z
47

olang een volk dit principe begrijpt en huldigt, blijft het neutrum voor deze verkleinwoorden natuurlijk bestaan. Waar het begrip echter verloren gaat en men het meisje ook voor een twintigjarige studente in Het meisje met het rode haar gaat gebruiken, verliest de taalgebruiker het idee van een onzijdig kind en voelt de noodzaak een vrouwelijk lidwoord toe te passen.
Nederlands Voor Gevorderden

91

Het mens en het wijf

itzonderingen op de algemene regel, dat volwassenen met een specifiek geslacht aangeduid moeten worden zijn het mens en het wijf.

In het Nederlands Het mens duidelijk een denigrerende uitdrukking, die het geslacht bewust wegwerkt. Het mens heeft zijn goddelijke nimbus verloren. In het Duits heeft Bertolt Brecht dit idee als volgt geformuleerd48: Das Mensch ist ein verchtlicher Ausdruck fr schlechtes Weibsbild, Dirne. Mack nennt seine Frau wiederholt das Mensch. Auch in der Dreigroschenoper gebraucht Brecht diesen Begriff zu einem Wortspiel: Mac: Wisst ihr denn berhaupt was das ist: ein Mensch? Walter: Der Mensch oder das Mensch? Polly: Pfui, Herr Walter.

O
48

ok het wijf is tegenwoordig een denigrerende uitdrukking, die vermoedelijk werd ingegeven door de negatieve Middeleeuwse mening, die men baserend op de scheppingslegende aan de eerste vrouw Eva en alle vrouwelijke nakomelingen toekende. Het mens en het wijf zijn dus onzijdig, omdat zij als denigrerende begrippen worden toegepast. Het onzijdige geslacht kenmerkt het duivelse karakter49.
Brecht heute / Brecht today Jahrbuch der internationalen Brecht Gesellschaft (1971), pag. 104. 49 Nederlands Voor Gevorderden

92

Het meisje haar fiets50.

I O

n andere toepassingen laat men het geslacht binnensluipen. Het meisje is nog steeds een onzijdig woord, maar toch spreken we van het meisje haar fiets.

Waar een minister vrouwelijk is, schrijft de journalist: Wat heeft de minister in haar mars? (Vrij Nederland 09-06-07). nzijdige lijken te verdwijnen, en wel voornamelijk door het gebruik van steeds maar n vorm van het betrekkelijk voornaamwoord, namelijk die. De column Ook het onzijdig die verdwijnt documenteert enkele Googlevoorbeelden: het prijskaartje die eraan hangt! het eerste bedrijf die dit doel bereikt heeft. een bedrijf die (74.500 hits!) het boek, die nog briljanter is dan de film. het computerprogramma die dat doet.
eel frequent zijn formaties als deze: de treinstation, de

H
50

voetbalveld, de meisje (topscorer). De column Ook het onzijdig die verdwijnt verwijst op de allochtone sprekers van het Nederlands, die het gebruik van het onzijdig nog minder dan de Nederlanders zelf kunnen verklaren.

Ook het onzijdig die verdwijnt 93

De toekomst van het neutrum in het Nederlands

e column Ook het onzijdig die verdwijnt gaat ervan uit, dat het Nederlands op de weg naar n genus het Engels volgt, niet door te imiteren of onder Engelse invloed, maar op eigen kracht. In een forum kan men bijvoorbeeld lezen: taalpolitie op straat, zoals ze lange tijd in Quebec deden. Een boete als je de Nederlandse taal verkracht. Mijn man woont ongeveer 15 jaar in Nederland, spreekt heel goed Nederlands maar blijft fouten maken met de en het.

Ja, voor buitenlanders blijft de taal een raadsel. Voor Nederlanders is het de vraag of men de taal als werktuig of als cultureel monument beschouwt. Wie alleen het werktuig voor ogen houdt, sleutelt voortdurend aan de vereenvoudiging.

W W

aar men het culturele monument wil bewaren, moet men terughoudend zijn. Het geslacht stamt uit de prehistorische periode, waarin wij nog het androgyne karakter der schepping hebben waargenomen, dat Plato in Symposium heeft beschreven. Het duale karakter der schepping is echter door de middeleeuwse Kerk grondig uitgeroeid. Vrijwel alleen in de taal is het bewaard gebleven. ellicht is het een idee eens de achtergronden van het neutrum der talen te achterhalen en uit te leggen. Dan begrijpt men onmiddellijk, waarop het verschil tussen onzijdig, mannelijk en vrouwelijk baseert.

94

19 Het levenswerk van Multatuli


In dit artikel wil ik algemeen de macht (en onmacht) der spreuken met een aantal voorbeelden van Multatuli demonstreren. De macht der spreuken wordt nog altijd onderschat. De macht der spreuken vormt immers de macht der stemmen en deze weerom de politiek. En de macht der politiek regeert (volgens sommigen) de hele wereld...

Spreuken, die tot nadenken bewegen

u had ik bij het lezen van de Bijbel onlangs een spreuk bedacht, die mij wel het opschrijven waard was, want alles, wat met de Schepping van dien heeft, mag op onze belangstelling hopen. Het handelt daarbij om een wereldrecord, dat steeds weer moet worden gevenaard of zelfs verbeterd. Daarbij is men onlangs vrij dicht aan voorbij geschampt, want ik hoorde van een Amerikaans minister, dat de wereld in zijn tijd ("in illo tempore") nog maar zoveel aan de catastrofe voorbijgeschampt was. Zijn naam was McNamara of van zoiets.

95

H
Z

et was de tijd van de koude oorlog en Vietnam, waarvoor hij nog als architect getekend heeft, maar zelfs met alle doden en mogelijke doden kon hij nooit en nimmer het wereldrecord breken, dat immer op 25% staat: De zwaarst wegende moord was de moord op Abel, waarbij 25% der mensheid werd uitgemoord. o gezien is er dus voor de wapenindustrie nog een grote achterstand in te halen...

Dit is natuurlijk wel aardig, maar de meester van dit soort spreuken is ongetwijfeld Multatuli.

Multatuli

n mijn ogen schreef Multatuli het levendigste en bezielendste Nederlands. De Max Havelaar is een waar meesterwerk, dat de macht der spreuken bewijst. Op de politiek heeft zijn levenswerk echter nauwelijks invloed gehad, omdat het wel door politici, maar niet door de grote massa der kiezers werd gelezen. Deze geringe invloed bewijst de onmacht der spreuken... Desondanks was Multatuli bij zijn leven al beroemd door de roman Max Havelaar, die hij in vier vijf weken, uiterlijk op 13 oktober 1858, voltooide.

96

at was wellicht alleen mogelijk, doordat hij de "ij" tot de letter "y" verdichtte en het aantal schrijfbewegingen drastisch terugbracht.

De eerste schrijfmachine werd pas 1867 werd uitgevonden, zodat een besparing op het aantal aanslagen geen rol kan hebben gespeeld. Wat heeft hem dan bewogen tot deze schrijfwijze? Het kunnen mijns inziens alleen maar de puntjes op de "ij" zijn geweest. De "y" schrijft men zonder puntjes en dit bespaart enorm veel tijd, zoals men aan de volgende beginregels van de Havelaar (in de originele spelling) kan aflezen: Havelaar was een man van vyf-en-dertig jaren. Hy was slank, en vlug in zyn bewegingen. Buiten zyn korte en bewegelyke bovenlip, en zyn groote flauw-blauwe oogen die, als hy in kalme stemming was, iets droomerigs hadden, maar vuur schoten als een groot denkbeeld hem beheerschte, viel er in zyn voorkomen niets byzonders optemerken. Zyn blonde haren hingen sluik langs de slapen, en ik begryp zeer goed dat weinigen, hem voor 't eerst ziende, op het denkbeeld komen zouden iemand voor zich te hebben, die wat hoofd en hart beide aangaat tot de zeldzaamheden behoorde. Het is echter ook denkbaar, dat deze telegramstijl de schrijfwijze in de negentiende eeuw is geweest; en dat de mensen destijds na het schrijven in stenosymbolen zoveel meer tijd voor wat anders hadden...

97

H T

et ontwerp voor de Max Havelaar is tamelijk complex. De Max Havelaar is door Van Lennep in 20 hoofdstukken verdeeld. Toen Multatuli zijn boek in 'oorspronkelijke staat' terug bracht, heeft hij deze hoofdstukken verdeling aangehouden, terwijl hij het boek ooit had opgedeeld in 39 partjes. De hoofdstukken zijn genummerd. Het boek bestaat uit 8 stukken waarbij Droogstoppel en Stern elkaar afwisselen, te beginnen met Droogstoppel. Opvallend is dat de scheiding van de passages niet gelijk loopt met de scheidingen tussen hoofdstukken. ot een van de hoogtepunten behoort de legende van Sadjah en Adinda, waarin Sadjah de wereld intrekt om met Adinda een eigen gezin te kunnen stichten. Door de koloniale overheid wordt hen deze levenskans afgesneden en eindigt de romance in een bloedig tafereel. Reeds op de eerste regels bereidt Multatuli de lezers op een dramatische ontwikkeling voor:

adjah's vader had een buffel, waarmede hy zyn veld bewerkte. Toen deze buffel hem was afgenomen door het distriktshoofd van ParangKoedjang, was hy zeer bedroefd, en sprak geen woord, vele dagen lang. Want de tyd van ploegen was naby, en 't was te vreezen, als men de sawah niet tydig bewerkte, dat ook de tyd van zaaien zou voorbygaan, en eindelyk dat er geen padie zou te snyden zyn, om die te bergen in den lombong van het huis.

98

Het verhaal is weemoedig en triest, maar wordt door schitterende schilderingen opgeluisterd. Daar kwam een streep van blauwig rood die zich vastklemde aan de wolken, en de randen werden licht en gloeiend, en 't begon te bliksemen, en weer schoten er pylen van vuur door het luchtruim, maar ze vielen niet neder ditmaal, ze hechtten zich vast op den donkeren grond, en deelden hun gloed mede in grooter en grootere kringen, en ontmoetten elkander, kruisend, slingerend, wendend, dwalend, en ze vereenigden zich tot vuurbundels, en weerlichtten in gouden glans op een grond van paarlemoer, en er was rood, en blauw, en geel, en zilver, en purper, en azuur in dat alles... o God, dat was de dageraad: dat was het weerzien van Adinda!

D D

e naam Sadjah is vermoedelijk aan een ware namenlijst ontleend, maar werd door Multatuli veranderd. De namenlijst van de buffelleveranciers, inclusief de districtnaam en het aantal gestolen buffels is vermeld in een oud Havelaar-manuscript, dat door Stuiveling werd gepubliceerd. De naam van Saidjah was oorspronkelijk Sadjiah en komt op blz. 186 van een Havelaar-handschrift als verschrijving voor. Zie de Minnebrieven zevende druk, 1881, elsevier, pag. 136. e navolgende lijst is als voorbeeld sterk ingekort. Opgegeven zijn de naam van de bestolene, de dessah/district en het aantal gestolen buffels:

99

Kassib. Kadoe Gawier. Badoer Een buffel. Manggia. Tjibongbong. id. Een buffel. Oessoep. id. id. Een buffel. Mayassieh. id. id. Een buffel. Radaya. id. id. Een buffel. Hadji Sadik. id. id. Een buffel. Sapioedin. id. id. Een buffel. Moerssid. Waloekoe. id. Twee buffels. Sadjiah. Sanggir. id. Een buffel. Ridjal . Tjimontjong. id. Twee buffels. Kalar Badoer. id. Twee buffels.

100

De ideen van Multatuli

M E
D

ultatuli heeft naast de Havelaar ook de geniale roman Woutertje Pieterse en daarnaast een groot aantal zeer vooruitstrevende ideen geschreven.

en aantal van deze ideen werden uitgewerkt. Bij bestudering leren wij Multatuli als een progressief denker en uitermate kritisch filosoof kennen. Daaruit wil ik ter illustratie enkele voorbeelden van zijn zeer creatieve stijl laten volgen, eerst een detail uit Woutertje Pieterse: Op de school van Pennewip, z'n school was een school en geen instituut ik vind het een vreemde manier van vooruitgang om de dingen anders te noemen dan ze werkelijk heten op de school van Pennewip, waar volgens de naeve gewoonte van die dagen zowel jongens als meisjes zaten (blz.17) elen van Woutertje Pieterse vinden wij daarnaast ook in de ideen terug, bijvoorbeeld: 379 : ... ik vind het 'n vreemde manier van vooruitgang, de dingen anders te noemen dan ze werkelyk heeten.

ultatuli heeft Woutertje Pieterse niet voor een integrale publicatie ontworpen. Het boek maakt daardoor een chaotische indruk, zodat men liever losse passages met de rake karakterschetsen uit de 19e eeuw daaruit leest. 101

D E

e Multatuli-pages van Maarten Maartensz documenteren alle spreuken van Multatuli, waaruit ik een aantal spreuken ter illustratie heb geselecteerd. Door een klik op het idee-nummer kan men de bijbehorende tekst van Multatuli's (inclusief de commentaren van Maarten Maartensz) lezen. en aantal teksten van Multatuli wordt in de navolgende voorbeelden integraal in de originele spelling weergegeven:

1 : Misschien is niets geheel waar, en zelfs dt niet. 13 : Het is zeer moeielyk zich juist uittedrukken. 21 : Wie veel gedwaald heeft, kan 't best den weg weten. 41 : Ik leg me toe op 't schryven van levend hollandsch. Maar ik heb schoolgegaan. ("de paradox van Multatuli"). 88 : En toch is 't niet waar, dat gedachten de wereld regeeren. 90 : 't Is onbillyk van 'n cirkel, den hoek te verwyten dat-i scherp is. 186 : ..Ik heb 'n neefje die spelfouten maakt en zich daarom Multatulist noemt..

102

194 : Welke wet gebiedt de verwaarloozing van de opvoeding uwer dochters? Welke, dat ge uw vrouwen maakt tot onbezoldigde huishoudsters? Dat doen de Zeden. Welke wet schryft voor, uw kinderen naar school te zenden, en hun opvoeding uittebesteden tegen kwartaalhuur? Dat doen de Zeden. (15) Waar is de wet die u dwingt uw kroost te laten chloroformizeeren door dominee Splitvezel? Dat doen de Zeden. Waar wordt u verboden uw gezin Genot te geven? Waar gelast het te plagen met kerkgaan, preekpluizery, katechizatie en oefening in allerlei dingen die 't noodig heeft omdat ze niet bestaan! Dat doen de Zeden. Waar staat geschreven dat ge den uwen 'n "geloof" moet opdringen dat gezelf hebt opgegeven sedert lang? Dat doen de Zeden. Waar wordt voorgeschreven dat ge uw dochter ter-deure uitzet, als ze u 'n kind toont dat de vrucht is van liefde, van verrassing... ja al ware het maar de vrucht van lust en lichtzinnigheid? Dat doen de Zeden. *) Waar eindelyk is bepaald dat 'n flauw, lafhartig: "dat is zoo 't gebruik ! " wettige reden wezen zou ter verschooning voor 't schenden der hoogste, alleen heilige wetten van 't gezond verstand? Dat doen de Zeden. 222 : Wie nederig spreekt van zichzelf, wordt boos als 103

ge hem gelooft.. 246 : Hoogmoed is de moed om hoog te staan. 287 : Ik verklaar op myn eer, 't handschrift van dat boek niet aan den heer Van Lennep te hebben verkocht. 306 : Ik weet niet of 't waar is, want het staat in 'n dagblad... Volgens 'n amerikaansch dagblad, is onlangs zekere juffrouw Nancy Smidt verkozen tot burgemeester van de stad Oskaloso in den staat Jowa. Ik weet niet of 't waar is, want het staat in 'n dagblad, maar als 't waar is, denk ik dat die kiezers te Amsterdam zyn geweest, en 'n afschrik hebben gekregen van mannelyke besturen. 't Is zoo vreemd niet. [1] Ze zullen daar de waterhoudende trottoirs hebben gezien, met akkompagnement van keldergaten, stoeptrappen, winkelkasten en verdere guet-apens. Ook hebben zy waarschynlyk een-en-ander vernomen van den staat der geldmiddelen in die stad, en van de manier waarop de vrome burgervaderen kans hebben gezien om bankroet te gaan, zonder dat iemand begrypen kan waar 't deficit gebleven is. Ik gis dat de Oskalosers 'n brand hebben bygewoond, waarby de spuiten absent bleven omdat de stad Amsterdam chicaneert op de betaling van de premin. *

104

Dit alles, denk ik, zal aanleiding hebben gegeven tot de meening dat het tyd werd eens te beproeven of 'n dame even schandelyk als 'n man zou misbruik maken van 't vertrouwen harer medeburgers. 336 : Het verkocht koffi en godsdienst, wysheid, stroop en eerste beginselen. 354 : Geloof is bygeloof. Preciezer: Religieus geloof is gewoonlijk bijgeloof. De reden is dat niet-religieus geloof (en niet-politiek geloof!) gewoonlijk min of meer overeenkomt met bekende waarschijnlijkheden of gezond verstand. Zie 353. 366 : Veel wetten en de meeste zeden zyn ontstaan uit gebrek aan ruimte in verstand 379 : ... ik vind het 'n vreemde manier van vooruitgang, de dingen anders te noemen dan ze werkelyk heeten. 411 : 't Gebeurt zeer dikwyls dat we iets niet zien omdat het te groot is. 417 : Godsdienst is schadelyk, en wel op twee wyzen: door doen en door niet-doen. 419 : - Zoudt ge dan 'n booswicht zyn als uw papa 'n Turk geweest was?

105

421 : - Honderden volken werden en worden geregeerd znder uw godsdienst. Geloof me, zonder godsdienst ware het Volk niet te regeeren. Nogeens, zonder wlke godsdienst? Zonder de onze... de wre. Honderde volken werden en worden geregeerd znder uw godsdienst. 425 : Geloof is slaap. Twyfel is begeerte. Onderzoek is arbeid. Het getal werklieden is gering. 432 : Ik heb het recht myn meening aantekleven en voortteplanten.

106

20 Het dagboek van Anne Frank

nnelies Marie (Anne) Frank (1929 1945) was een uit Frankfurt afkomstig Joods meisje dat bekend is geworden door het dagboek dat ze schreef tijdens de Tweede Wereldoorlog, toen ze was ondergedoken in Amsterdam. Zij stierf aan uitputting en/of vlektyfus in het concentratiekamp Bergen-Belsen. Haar dagboek met de titel Het Achterhuis is postuum gepubliceerd en later vertaald in vele talen. Het boek heeft inmiddels een oplage van vele miljoenen. Het is een groots document en een ontroerend boek, dat nooit zo had mogen eindigen...

H V

et Achterhuis is het uitzonderlijke verhaal over een meisje in de puberteit onder extreme omstandigheden. Zoals Multatuli voor velen d Nederlandstalige schrijver van de 19de eeuw is, zo is Anne Frank dat van de 20ste eeuw. anaf haar dertiende verjaardag 12 Juni 1942 houdt Anne Frank een dagboek in de vorm van dagboekbrieven bij. Ze heeft geen vriendin met wie zij over alles kan praten en schrijft daarom in haar dagboek uitgebreide, zeer persoonlijk brieven aan een verzonnen vriendin: Kitty, waarin zij moed en een overdaad aan ontluikend schrijverstalent ontplooit. Ze schrijft aan het begin: "Ik zal hoop ik aan jou alles kunnen toevertrouwen, zoals ik het nog aan niemand gekund heb, en ik hoop dat je een grote steun aan me zult zijn". De laatste keer dat zij haar gedachten aan het papier toevertrouwt, is 1 augustus 1944.

107

n deze twee jaar is er veel veranderd in haar leven. De eerste weken na haar verjaardag waren 'normaal': zij ging naar school, maakte zich zorgen over haar rapport, beschreef haar klasgenoten... Maar vanaf 6 juli 1942 zit zij met haar ouders en zus ondergedoken in het achterhuis. Na een week volgt de familie Van Pels en in november 1942 komt Fritz Pfeffer er nog bij.

en zekere Silberbauer, inmiddels lid geworden van het Weense politiecorps, geeft 1963 toe, dat hij Anne Frank en de andere onderduikers gearresteerd heeft. Hij vraagt Otto Frank hoe lang de onderduikers zich hebben verstopt. Frank antwoordt: "25 maanden". Als Herr Silberbauer dat niet gelooft, roept Otto Frank zijn dochter Anne, laat haar naast de deurpost mit diverse inkepingen rechtop plaatsnemen en toont dan aan, hoe het meisje gegroeid is. De Duitser maakt Otto Frank zelfs nog een compliment: "Wat hebt U voor een mooie dochter!". Uit de schriften van Anne Frank: "Ik zie hoe de wereld langzaam steeds meer in een woestijn herschapen wordt, ik hoor steeds harder de aanrollende donder, die ook ons zal doden, ik voel het leed van miljoenen mensen en toch, als ik naar de hemel kijk, denk ik dat alles zich weer ten goede zal wenden, dat ook deze hardheid zal ophouden, dat er weer rust en vrede in de wereldorde zal komen."

108

"Er is nu eenmaal in de mensen een drang tot vernielen, een drang tot doodslaan, tot vermoorden en razend zijn, en zolang de gehele mensheid, zonder uitzondering, geen grote metamorfose heeft ondergaan, zal de oorlog woeden, zal alles wat opgebouwd, aangekweekt en gegroeid is, weer afgesneden en vernietigd worden, om daarna opnieuw te beginnen!" "Hoe prachtig is het, dat niemand een seconde hoeft te wachten om te beginnen met de wereld te verbeteren." "Ik weet dat ik kan schrijven. Een paar verhaaltjes zijn goed, m'n Achterhuisbeschrijvingen humoristisch, veel uit mijn dagboek spreekt, maar... of ik werkelijk talent heb, dat staat nog te bezien." - Anne Frank in haar dagboek, 5 april 1944 "Wij, jongeren, hebben dubbele moeite ons te handhaven in een tijd waarin alle idealisme vernield en verpletterd wordt, waarin de mensen zich van hun lelijkste kant laten zien, waarin getwijfeld wordt aan waarheid, recht en God. Dat is het moeilijke in deze tijden: idealen, dromen mooie verwachtingen komen nog niet op of ze worden door de gruwelijkste werkelijkheid getroffen en zo totaal verwoest." "Ondanks alles geloof ik in de innerlijke goedheid van de mens." "Wij keken alle twee naar de blauwe hemel, de kale 109

kastanjeboom aan wiens takken kleine druppeltjes schitterden, naar de meeuwen en de andere vogels die in hun scheervlucht wel van zilver leken. Dat alles ontroerde en pakte ons alle twee zo, dat we niet meer konden spreken. (...) `Zolang dit bestaat,' dacht ik, `en ik het mag beleven, deze zonneschijn, die hemel waar geen wolk aan is, zo lang kan ik niet treurig zijn.'" - Dagboek van Anne Frank, woensdag, 23 februari 1944 "Gisteren zijn Peter en ik dan eindelijk aan ons gesprek toegekomen dat minstens al tien dagen uitgesteld was. Ik heb hem alles over de meisjes uitgelegd en niet geschroomd de meest intieme dingen te bespreken. Ik vond het wel enigzins grappig dat hij dacht, dat ze de ingang bij vrouwen op plaatjes gewoon weg lieten. Hij kon zich dus niet voorstellen dat dat werkelijk tussen de benen zat. De avond eindigde met een wederzijdse zoen, zo'n beetje naast de mond. Het is werkelijk een fijn gevoel!"

110

21 Vertalen en Vertalingen

C O Z W

arry van Bruggen heeft in hoofdstuk 12 van Hedendaags fetisjisme (1925) een aantal opmerkingen over de problemen van het vertalen gepubliceerd: p het gebied van vertalingen hoort men de tegenstrijdigste dingen. Enerzijds heet het, dat vertalen eigenlijk een onmogelijk en onbegonnen werk is, anderzijds denkt Jan-en-alleman het te kunnen. ie ik in de bladen staaltjes van Hollands om te rillen aan handelsaanbiedingen uit vreemde ontleend, dan vraag ik mij wel eens af, hoe voor een in die richting onderscheidend Fransman het Frans van onze denhandelscorrespondenten er wel uit zal zien! anneer ik na dit alles staande houd, dat vertalen van literair werk uitsluitend door letterkundigen moet worden verricht, dan volgt daaruit volstrekt nog niet, dat ieder letterkundige vertalen kan.Vertalen is in zekere zin veel moeilijker dan schrijven. Zoals een redelijke parafrase van het opstel van een ander een moeilijke opgaaf kan zijn dan zelf een redelijk opstel te vervaardigen. Waar ligt dat aan? n de al te volkomen vergroeiing van "taal" met gedachte, gevoel, aandoening, impressie. De omvang en de aard van ieders "taalschat", van de woorden en wendingen, die hij steeds tot zijn beschikking heeft, wordt bepaald door de omvang en de aard van zijn geest.

111

Carry van Bruggen onderscheidt nu tussen: het dichterlijk genie, dat nooit clich zou kunnen schrijven, maar steeds de juiste nuance treft. de gemene man of vrouw, die uitsluitend in clichs denkt, voelt, begrijpt, spreekt en schrijft en dode plekken of lege, opzichtige woorden toepast... Doch hoe zeldzaam is toch het dichterlijk genie! (pag. 228, Hedendaags fetisjisme (1925)

D H

e gewone middelmatige schrijver schrijft grotendeels in clichs, omdat hij voor een groot deel zelf gemeenplaats is. Nu gaat hij vertalen. Zijn beperkte vocabulaire is voor het omvangrijkere bereik van het te vertalen werk te gering. et is volkomen onmogelijk het werk van een auteur, die men niet volkomen beheerst en aan wie men zich niet geestelijk verwant voelt, correct te vertalen. Elk woord in een zin draagt een nuance bij, elk woord doet in dat totaalbeeld mee, zonder echter als woord te worden onderscheiden. Om goed te vertalen, moet men dus feitelijk uit het hoofd vertalen, zonder heugenis aan de woorden en constructies van het origineel (pag. 231). Zulk een vertaling is allerminst "vrij" te noemen, zij geeft tot in finesses weer, wat de vertaler van het origineel begrepen en wat hij daarbij gevoeld heeft.

112

B
C

ijzondere moeilijkheden leveren bijvoorbeeld het gebruik van dialect en de vertaling van opschriften of speciale begrippen op. Carry noemt daarbij als voorbeelden de vertalingen voor "stuivers" en "dubbeltjes", rekenen "volgens Bartjes", etc. Aan een vertaling moet men niet kunnen bemerken dat het een vertaling is, en men kan dat bijna altijd. arry van Bruggen verduidelijkt, dat vertalen een scheppende arbeid is, in zekere zin moeilijker dan schrijven, door de gewelddadige scheuring tussen eigen gevoelsleven en eigen woordenschat en de noodzakelijkheid, een ander gemoedsleven onder andere woorden te brengen.

N
V

atuurlijk zijn vertalingen echter ook aan economische wetten onderworpen. Een vertaling kost tijd, is meestal dringend en eigenlijk altijd te duur. Uit eigen ervaring met vertalingen voor technische documentatie (Nederlands, Duits en Engels) weet ik waar de problemen liggen. oor vertalingen worden in het technische bereik vrijwel geen woordenboeken meer geraadpleegd. Voor speciale categorien woorden (bijvoorbeeld gereedschappen) is Wikipedia in het Internet een handig hulpmiddel. Men kan daarin bijvoorbeeld het werktuig in het Nederlands oproepen en vaak de gebruikelijke vertaling in Duits en Engels opslaan.

113

O C O

p de eerste plaats moet men een vertaling liefst in n doorgang uitvoeren. Een lange onderbreking leidt ertoe, dat speciale uitdrukkingen voor bijvoorbeeld gereedschappen of onderdelen in het eerste en tweede gedeelte niet overeenkomen. Het controleren van dergelijke fouten kan natuurlijk in een extra fase plaatsvinden, maar kost dan nog meer tijd en geld. De beste resultaten bereikt men, indien de vertaalde tekst achteraf door een lezer in de moedertaal (een "native speaker") wordt gecontroleerd. arry van Bruggen stelt, dat men een vreemde taal nooit tot in de finesses kennen kan. Niemand kent een vreemde taal zodanig, dat het wezenlijk kennen heten mag, weinigen kennen zo hun eigen taal. ok voor een Nederlander, die op 26-jarige leeftijd naar Duitsland is verhuisd en daar sinds 36 jaar leeft, geldt deze regel. De Duitse taal kan men dan wel beter dan de gemiddelde Duitser beheersen, maar iedere ontwikkelde Duitser kan in mijn berichten nog steeds speciale spelfouten ontdekken, met name in het bereik van de afsluitende letter "n" in de verbuigingen. Ook de moedertaal Nederlands heeft inmiddels geleden. In de eerste plaats wordt het Nederlands na jarenlang verblijf in het buitenland in zekere mate gekleurd door diverse vreemde woorden, die als het ware "automatisch" de woordenschat zijn binnengeslopen. Daarnaast is er nog de invloed van de diverse reformaties, die talen geregeld moeten ondergaan. De nieuwe spelling kan wellicht in lagere scholen tot euforie leiden, maar wordt door buitenlanders hooguit min of meer getolereerd. Het eindresultaat van een geschreven tekst hangt in de huidige tijd vooral ook van de spellingcontrole af. 114

n de loop van een leven wordt de oudere mens wijzer en toleranter. Na de vierde nieuwe spelling, waarin sommige constructies alweer als een doorgesleten boks "hersteld" moeten worden, gelooft men het wel. Wie ook de druk van de correcte spelling in het beroepsleven met de stropdas en het witgesteven hemd mag afleggen, wordt ook toleranter ten opzichte van spelfouten. Wie op hogere leeftijd dan ook de spierkracht, het ooglicht en het gehoor steeds verder voelt verminderen, reduceert uiteindelijk dan ook de woordenschat tot op het absolute minimum, dat bij de overgebleven jeugdherinneringen behoort.

115

22 De Grammatica van Grimm

D I D

e Deutsche Grammatik van Jacob Grimm uit 1822 is integraal in Google books beschikbaar. In dit manuscript worden een groot aantal woorden met de religieuze iu- and io-kern geciteerd, die in de huidige tijd geen religieuze betekenis meer hebben. u is kennelijk de oudste androgyne woordkern en is in een aantal gevallen in een io-vorm gemuteerd. De iokern is echter een alternatieve variant van de androgyne kern, waarin de letter i het mannelijke element en de letter u ofwel o het vrouwelijke element symboliseert. De iu-kern is dezelfde, die ook in Ju-piter en in Jahu (Jehovah) kan worden gevonden. e incomplete lijst demonstreert het grote aantal woorden, dat vanuit het oude Duits met een androgyne kern is overgenomen.

Sommige woorden hebben kennelijk in de loop der tijden een ompoling van de kern beleefd, zoals bijvoorbeeld van oudduits tiuval (diabolus) naar: duivel. Een tweede voorbeeld is o (semper) -> ooit. Vermoedelijk zijn er bij het aflezen van het manuscript een aantal spelfouten gemaakt, die nog hersteld moeten worden.

116

De nu volgende lijst is als volgt opgebouwd: de originele vermelding door Jacob Grimm als oudduits (vaak: gothisch) woord met de Latijnse vertaling tussen haakjes. de moderne vertaling in Nederlands en Engels

n tegenstelling tot de moderne Duitse taal, die voor alle substantiva hoofdletters toepast, schrijft Jacob Grimm (net als in het Nederlands) in zijn werk alle substantiva met een kleine letter. Op pagina 105 van de Deutsche Grammatik citeert Grimm de volgende voorbeelden: o (semper) -> duits: je, immer -> nederlands: altijd, ooit (?) -> engels: forever, ever (?) no (nunquam) -> duits: nie -> nederlands: nooit -> engels: never joh (et) -> duits: und -> nederlands: en -> engels: and Op pagina 107 van de Deutsche Grammatik citeert Grimm de volgende voorbeelden: liubi (amor) -> duits: liebe -> nederlands: liefde -> engels: love liuber (carus) -> duits: lieber -> nederlands: lief -> engels: beloved (male) liob (carum) -> duits: lieb -> nederlands: lief -> engels: beloved (neutrum)

117

diuf (profundum) -> duits: tief -> nederlands: diep -> engels: deep thiob (fur) -> duits: dieb -> nederlands: dief -> engels: thief51 ariup (dirus) -> duits: furchtbar, schrecklich -> nederlands: vreselijk -> engels: awful niumon (cantare) -> duits: singen -> nederlands: zingen -> engels: sing niu -> endung weiblicher namen -> nederlands: uitgang voor vrouwennamen diu (virgo) -> duits: jungfrau -> nederlands: maagd -> engels: virgin stiurjan (gubernare) -> duits: steuern, lenken -> nederlands: sturen -> engels: gouvern fiur (ignis) -> duits: feuer -> nederlands: vuur -> engels: fire liut (populus) -> duits: leute -> nederlands: lieden -> engels: people tiuri (pretiosus) -> duits: teuer -> nederlands: duur -> engels: dear(?), precious sniumo (mox) -> duits: bald -> nederlands: spoedig -> engels: soon tiuval (diabolus) -> duits: teufel -> nederlands: duivel -> engels: devil sciura (horreum) -> duits: scheuer -> nederlands: schuur -> engels: barn

51

Opmerking: de afsluitende letters b/p en f zijn in diep and dief kennelijk uitgewisseld!

118

liumunt (fama) -> duits: leumund -> nederlands: faam, goede naam -> engels: fame hiutu (hodie) -> duits: heute -> nederlands: heden -> engels: today nium (novem) -> duits: neu -> nederlands: nieuw -> engels: new friunt (amicus) -> duits: freund -> nederlands: vriend -> engels: friend giotho (fretum) -> duits: enge -> nederlands: engte -> engels: strait (e.g. of Gibraltar) riohhen (fumare) -> duits: rauchen -> nederlands: roken -> engels: smoke riozet (fletis) -> duits: trauer -> nederlands: rouw -> engels: mourning tior (animal) -> duits: tier -> nederlands: dier -> engels: animal Op pagina 108 van de Deutsche Grammatik citeert Grimm de volgende voorbeelden: diutisc (germanicus) -> duits: deutsch -> nederlands: duits -> engels: German diot (gens) -> duits: volk, stamm -> nederlands: volk -> engels: people, tribe thiuts (bonus) -> duits: gut -> nederlands: goed -> engels: good thiutjan (= preisen, segnen) -> duits: preisen -> nederlands: prijzen -> engels: praise githiuti (benedictus) -> duits: gesegnet -> nederlands: gezegend -> engels: praised 119

githiuto (bene, feliciter) -> duits: wohlwollend -> nederlands: welwillend -> engels: benevolent diuten, thiuten (explicare) -> duits: deuten -> nederlands: duiden -> engels: explicate thiutisc (famae; benedictus) -> duits: gesegnet -> nederlands: gezegend -> engels: praised thiotisk (popularis; gentilis) -> duits: vlkisch -> nederlands: voor het volk -> engels: for the people, tribal Op pagina 109 van de Deutsche Grammatik citeert Grimm de volgende voorbeelden: ju or i (jam) -> duits: jetzt -> nederlands: nu -> engels: now u (vobis) -> duits: ihnen -> nederlands: u (meervoud) -> engels: you (plural) thju or thu (illa) -> duits: die -> nederlands: dat (v.) -> engels: that (fem.) thu (illo) -> duits: die -> nederlands: dat (m.) -> engels: that (male) thiu (illa) -> duits: die -> nederlands: dat (v.) -> engels: that (fem.) thiu (virgo) -> duits: jungfrau -> nederlands: maagd -> engels: virgin ung (= jung) -> duits: jung -> nederlands: jong -> engels: young toif (baptisma) -> duits: teufe -> nederlands: doop -> engels: baptism oiga (oculus) -> duits: auge -> nederlands: oog -> engels: eye 120

hoibet (caput) -> duits: kopf -> nederlands: hoofd -> engels: head toigen (mysterium) -> duits: zeichen -> nederlands: teken -> engels: mystery, token (?) Op pagina 110 van de Deutsche Grammatik citeert Grimm de volgende voorbeelden: Moin (Main) -> riviernaam de Main Mogontiacum (Mainz) -> naam van de stad Mainz

121

23 De oorsprong der lidwoorden

D
S

e toevoeging van een lidwoord aan een zelfstandig naamwoord geeft het woord kennelijk een concretere betekenis. Deze these wordt gesteund door een inaugurale rede aan de universiteit van Nijmegen, die over het bestaan van een bepaald lidwoord in de Engelse taal handelt. In deze rede toont Godfrid Storms52 aan, dat het lidwoord zich heeft ontwikkeld uit het aanwijzende voornaamwoord. torms' verklaring berust op de teksten van oude Engelse prentenboeken. Deze teksten beginnen met een aanwijzend voornaamwoord, dat betrekking heeft op het afgebeelde dier, plant of ding. Storms zegt daartoe bijvoorbeeld: "dat het oorspronkelijk gebruik van het aanwijzend voornaamwoord afzwakt en de algemene bedoeling van de concrete tot de generaliserende functie van het lidwoord leidt; van dit kruid, dit dier (afgebeeld of beschreven) komen wij tot de 'd boterbloem groeit in de wei'; 'ht hart heeft twee eigenschappen'"53. Men schakelt met het lidwoord dus over van het speciale object op de algemene vorm. "The" is dus in een dergelijk generaliserend geval wellicht afgeleid van "This", of "That".
52

Storms, Godfrid: "The Origin and the Functions of the Definite Article in English", Amsterdam, Meulenhoff, 1961 53 Geciteerd in Symboliek van man en vrouw - een denkpsychologische studie van de symboliek der geslachten in ontwikkelings-psychologisch perspectief door G.A. de Wit (1968), pag. 74.

122

I
I

n het Duits geldt analoog: "Der", "Die", "Das" zijn volgens dit schema dan eventueel afgeleid van "Dieser", "Diese", "Dieses". Het lidwoord wordt daarbij kennelijk afgeleid door weglaten van het middelste gedeelte ies, dat kennelijk het speciale voorbeeld-object aanduidt. "Das" moet in dat geval zijn afgeleid van het oudere dies. n het Nederlands is dan: "De" en "Het" zijn dan afgeleid van "Dit", respectievelijk "Dat".

123

24 Het Brabantse dialect

H H
V
54

et Brabants is samen met het Hollands de belangrijkste pijler onder de Nederlandse standaardtaal. De eerste belangrijke standaardisering van het Nederlands vond in de 16e eeuw plaats in Antwerpen. et Brabants heeft een behoorlijke invloed gehad op de Nederlandse standaardtaal. Dit kwam om te beginnen door het feit dat toen de standaardisering op gang kwam in de 16e eeuw, Brabant het dominante gewest was. Ook nadat Holland die rol had overgenomen, bleef de invloed van het Brabants sterk, onder meer door de grote groepen Zuid-Nederlanders die na de val van Antwerpen in 1585 tijdens de Tachtigjarige Oorlog naar de Noordelijke gewesten trokken uit angst voor vervolging door Filips II. Ze vormden in de 17e eeuw een belangrijk deel van de stedelijke bevolking van Holland. Deze invloed was het sterkst op de schrijftaal, maar is ook nog steeds hoorbaar, al zullen enkele woorden nu wat ouderwets klinken. oor een studieproject werd de navolgende woordenlijst (Brabants-Nederlands-Engels-Duits) uit drie Romans54 van Antoon Coolen samengesteld met verwijzing naar de AP-Keuromnibus uit 1964, waarin vier werken zijn opgenomen.
"De goede moordenaar" (1931), "Hun grond verwaait" (1927), De man met het Jan Klaassenspel (1933)

124

O O

pvallend aan het Brabants is de toepassing van het onzijdige geslacht voor alle verkleinwoorden, dat dit dialect gemeen heeft met het Nederlands en het Duits. Zo is bijvoorbeeld het Durske ongetwijfeld een vrouwelijke persoon, maar wordt omwille van de verkleinende trap onzijdig. Het betreft ongetwijfeld vaak een pasgeboren kind, dat nog te klein is om het met een volwassen lidwoord de aan te spreken. Bij Coolen zijn Durskes echter ook geslachtsrijpe, nog ongetrouwde meisjes. ok wat betreft de echtparen valt het gebruik van het woord mens op, dat meestal in de betekenis van wederhelft, echtgenoot, echtgenote wordt gebruikt. Mien Mens is mijn wederhelft. De wederhelft herinnert aan de oude scheppingslegende, waarin de IndoEuropese en Joodse volkeren de eerste mens Adam als een androgyn schepsel laten ontstaan. Pas na deze schepping worden man en vrouw gescheiden en vormen twee halve mensen. Zo is het eigenlijk vanzelfsprekend toepasselijk de wederhelft als mien Mens te benoemen. In mijn herinnering is deze formulering ook in het Limburgs gebruikelijk. De scheppingslegende is ouder dan het Christendom, omdat zij reeds door Plato in het Symposium uitvoerig wordt gedocumenteerd. In de boeken The Celestial God 55 en Der Himmelsgott is een aantal thesen met betrekking tot deze algemene Indo-Europese scheppergod gepubliceerd.

55

gepubliceerd bij Lulu, zie o.a. de boekwinkel van de auteur Joannes Richter 125

O D S

pvallend is het gebruik van het woord kapot voor dood. Er wordt in de romans van Coolen veel gestorven en vermoord. In beide gevallen wordt kapot toegepast in kapotslaan, kapotgaan, kapot zijn, etc. e volgende woordenlijst levert een overzicht van een aantal Brabantse uitdrukkingen, die van het normale Nederlands afwijken. Ter vergelijking met de omringende talen worden ook de Engelse en Duitse vertalingen gespecificeerd. torend is in de gebruikte Keur-Omnibus van Coolen, dat er geen voetnoten of andere uitleg wordt geleverd. Zo wordt aan de lezer overgelaten te raden, wat de Ijzeren Man is. De geel gemarkeerde regels moeten nog worden aangepast. Suggesties van lezers zijn welkom!

Brabants Woordenlijst

126

Brabants woord

Nederlands

Engels

Duits

Pagina keuromnib us Antoon Coolen (1964) 272 252 89

aanvallen achterna alzeleven arigs astrantig bajen begost bekant Bels betimperen bezunders boks bollekes bortelt

binnenvallen daarna altijd geks zelfverzekerd baaien 56 begon bijna Belgisch, Belgi regelen bijzonders broek bolletjes boldert

drop in afterwards always strange

herein strzen danach immerzu

merkwrdig 125 59 85 83,27 118 226 71 125 83 94 129

self-confident selbstsicher baize began nearly Belgian to manage special trousers little balls to rumble wollenes began fast Belgisch regeln besonderes Hose Kgelchen poltert

56

dik-wollen stof

127

Brabants woord

Nederlands

Engels

Duits

Pagina keuromnib us Antoon Coolen (1964) 271 95 226 87 128 143 192

brassen brejen brulleft bruur burries busselke da de mens

knoeien brede bruiloft broer jukbomen buideltje dat wederhelft, echtgenoot, bijv. in "miene mens" 57 dit, dat, deze flink, behoorlijk

make a mess broad wedding brother yokepoles little pouch that... man (as a spouse), better half 58 this, that, these considerably

kleckern breiten Hochzeit Bruder Jochbume Beutelchen dass

Der Mensch 164 als Ehegatte, bessere Hlfte 59 Dieses, Dies 192 gehrig 25

dee deger

57

wellicht een verwijs naar de androgyne "mens" als echtpaar, waarin man en vrouw "halve mensen" zijn
58

probably in a reference to androgynous man in which man is halved into male and female.
59

vielleicht im Bezug zum androgynen Menschen, der in Mann und Frau aufgetrennt wird.

128

Brabants woord

Nederlands

Engels

Duits

Pagina keuromnib us Antoon Coolen (1964) 125

diksentijd durpel Durske

dikwijls dorpel meisje

often doorstep girl

oftmals

Turschwelle 272 Mdchen, 166 Dirne, Deern, Dern kurzzeitig selber sicher sein Kartoffeln bel ebenso viel sofort Schleier Hund oder Fuchs gehen 36 92 145 77 33 90 267 110 269 50

een hortje eiges er zeker af zijn erpels evel 60 evel veul ewees falie Fiks61 gaaien
60 61

even, eventjes zelf er zeker van zijn aardappels

a moment himself to be sure potatoes

euvel, probleem problem evenveel meteen sluier Hond (Fikkie) of een vos (?) gaan just as much immediately veil dog or fox to be going

vergelijk: euvel eventueel gecorreleerd met Duits: Fuchs en/of Fikkie

129

Brabants woord

Nederlands

Engels

Duits

Pagina keuromnib us Antoon Coolen (1964) 278 75 125 106 69

gekken gellie gemul gre gere gij doet mer gloeiing goe

grappen maken to joke jullie krullen, spaanders graag graag je doet maar gloed goed you (plural) curls glad to, eagerly eagerly

Witze machen Ihr Spne gerne gerne

do as you like mach was du 112 willst glow well Glut gut 113 100 119 26 77 218 95

goeien oppas goed gedrag grif grijzel gruts haam hansjop flink wiedgereedschap deftig, groots juk

good conduct guter Fhrung quickly flink

weeding tool Gert zum jten pompous yoke vornehm Joch

hansop, pyjama nightgown

Schlafanzug 122

130

Brabants woord

Nederlands

Engels

Duits

Pagina keuromnib us Antoon Coolen (1964) 166 269 42 272,29 278 299

hedde ge ... hel en vief zat helmen hendig herd63 het pluimen

heb je... helder en vlug genoeg galmen, klepperen gemakkelijk, goed62 woonkeuken wuiven

do you have... bright and fast enough to sound easy living room to waive lords wooden toilet someone

hast du... hell und fix genug hallen, rumpeln leicht Wohnkche schwanken

hoge mieters hoge heren houteren huiske iemes houten toilethuisje64 iemand

Herrschaften 36 hlzern Toilettenhuschen jemand 126 267 37

62 63

da kan hendig zijn = dat kan best zijn een (met een haard d.w.z. turfblokken of hout) verwarmd vertrek 64 destijds ongetwijfeld een apart huisje met een beerput op het erf

131

Brabants woord

Nederlands

Engels

Duits

Pagina keuromnib us Antoon Coolen (1964) 264 128 208 208 208 82 267 23 123 272 46 300

ijzeren man
65

IJzeren Man alleen dood sterven dood zijn doodslaan canaille kinderen kindje een kier vormen kleren kleven

Iron Man alone dead to die to be dead to kill someone shrew children little child make a slit clothes to stick

Eiserner Mann alleine tot sterben 66 tot sein tten Luder Kinder Kindchen einen Spalt bilden Kleider kleben

in enigheid kapot kapot gaan kapot zijn kapotslaan karnalli67 keinder kiendje kieren kleer klijven
65

Het grindgat te Eindhoven, dat tot meer met een zwembad werd uitgebouwd. De baggermachine werd de Ijzeren Man genoemd. Coolen schrijft het met een kleine letter. 66 wrtlich: kaputt gehen
67

Frans: canaille

132

Brabants woord

Nederlands

Engels

Duits

Pagina keuromnib us Antoon Coolen (1964) 9 234 122 211

klot koeienstruiven komke kost krek krek precies of krochten kroten kwaaj volk kwaje oppas kweken lampbels69

turf koeiepoep, koeflaters kommetje, kopje kon 68 net als net alsof afgronden suikerbieten slecht volk slecht gedrag kwaken

peat cow dung cup could just like just like abysses sugar beets bad people bad behaviour quack

Torf Kuhfladen Tasse konnte

genauso wie 266 genau wie Abgrnden 11 282

Zuckerrben 92 bles Gesindel schlechter Ruf quietschen Petroleumleuchte 14 264 266 19

grote petrol-lamp petroleumlamp

68 69

verbuiging van kunnen lampe beige - grote petroleumlamp

133

Brabants woord

Nederlands

Engels

Duits

Pagina keuromnib us Antoon Coolen (1964) 85 263 207 9 225

lozie 70 malkander mardies 71 mee metsers mieters 72 mik moor

horloge elkaar verdomd met metselaars hoge heren brood73 kan

watch each other damned with masons lords bread can, jug thicket scarf you (singular) to stack yoke for

Uhr einander verdammt mit Maurer

Herrschaften 214 Brotlaib Kanne Kleinholz Tuch Sie aufstapeln Joch (fr 92 15 18,75 210 165 71 116

mutserdhout kreupelhout neuzik oe optassen doek, als halsdoek U, gij opstapelen

paardenhaam paardenjuk
70 72
71 73

men heeft kennelijk hor uit horloge weggelaten vergelijk ook opsodemieteren > ophoepelen
Mardies : donderdag, van Mars; en Thor, de god van de donder ? met een spleet in het midden

134

Brabants woord

Nederlands

Engels

Duits

Pagina keuromnib us Antoon Coolen (1964)

horses

Pferde) Violett Prozess verpuffen Wrter finden Siertasse Beherztheit 84 95 92 272 113

prs
perses poffen prating weten

paars proces ploffen

purple process pop up

woorden vinden find words ornamental cup stoutness bucket (at a pit) Roermond (city) old stuff red around quarrel shy

pronkkomke sier-kopje pronterigheid flinkheid putmik Remund rewasie roje rontelom ruzing schauw putemmer Roermond (stad) rommel, brandhout rode rondom ruzie schuw

Schpfeimer 106 Roermond (Stadt) altes Zeug rote rundum Krach scheu 89 11,62 90 94 50,78 53

135

Brabants woord

Nederlands

Engels

Duits

Pagina keuromnib us Antoon Coolen (1964) 138 77 113 278 144 113 206

schelft schoefel scholk schop74 schoren schreuwt schruwen schulp

zolder schoffel schort schuur stutten schreeuwt

attic hoe apron tiny barn support cries

Bhne, Dachboden Scheufel Schrze Schuppen sttzen schreit weinen

schreien, huilen cry beugel ( klompriem) janken schoot sneden papiersnippers spetteren bracket

Bgel (fr 129 Holzschuhe) weinen Scho schnitten PapierSchnitzel funken 113,14, 87 69,26 267 137 92

simpen slip 75 snejen snidselkes speieren

cry lap did cut paper-shreds sparkle

74

75

van Duits: Schuppen Engels: lap ?

136

Brabants woord

Nederlands

Engels

Duits

Pagina keuromnib us Antoon Coolen (1964) 281 281

speulen stalperen stekske stikker strekelen strekels striep

spelen wankelen stokjes hout (?) uiers rekels, deugnieten streep

play to stagger wooden sticks (?) tits rascals stripe pieces of straw quickly eighty

spielen schwanken

Holzstecken 272 (?) Zitzen Strolche Streifen Strohstengel schnell achzig 129 234 268 72 277 92 274

strooispieren strohalmen subiet tachentig tasneuzik te mieter76 tenacht


76

vlug tachtig zakdoek als de sodemieter vannacht

handkerchief Taschentuch 179 Sacktuch right now tonight sofort heute nacht 270 272

vergelijk: opsodemieteren ophoepelen 137

Brabants woord

Nederlands

Engels

Duits

Pagina keuromnib us Antoon Coolen (1964) 314 265,3

tengelwerk toffelen tronken trutten v'rum van tijd toe tijd vatten veinden verinneweer d verrig 78 verschieten voor geweld

vakwerk met hout en mortel ratelen77 boomstomp bedelaressen weerom van tijd tot tijd vastgrijpen vinden verruneerd klaar schrikken met alle macht

half-timbered Fachwerk constructions rattle stump gipsy ladies again from time to time to clutch find ruined ready frighten mighty klappern

Baumstumpf 143 Bettlerinnen 59 wiederum von Zeit zu Zeit greifen finden 142 132 234 92

vergammelt, 277 ldiert fertig erschrecken auf voller Kraft 92 270 279

77

-klungelen -knoeien -ranselen -slaan -tasten -beuzelen . De procedure staat op pagina 296 uitvoerig beschreven.
78

van Duits: fertig

138

Brabants woord

Nederlands

Engels

Duits

Pagina keuromnib us Antoon Coolen (1964) 267

weduwman

weduwnaar

widower to get on the way

Witwer

wegkrassen79 op weg gaan, ophoepelen

sich 281 aufmachen, verschwinde n wert 89

werd wiek wielingen80 wiempke wiske wissen witkwast worde het jonkske wakker... zat
79

waard zijtak (?) straaltje (?) briefje (Duits: "Wisch" ?) vlechtwerk kwast om te witten

worth branch (?) trace (?) a note (?) basket-work

Seitenzweig 130 (?) 305

Restlicht (?) 72 Zettelchen , "Wisch" (?) Flechtwerk 74 90 278 125

brush to paint Pinsel zum white Weieln Falls das Kind wach wird... genug

als het jongetje if the child wakker wordt... wakes up... genoeg enough

269

vermoedelijk ook opkrassen als bevel: kras op: in de betekenis hoepel op 80 De Wielingen is de zuidelijke hoofdgeul die naar de Westerschelde voert.

139

Brabants woord

Nederlands

Engels

Duits

Pagina keuromnib us Antoon Coolen (1964) 90 304

zee zeelke81

zegde touwtje

said a tiny rope

sagte ein kleines Seil, ein Seilchen kneifen sabber Dachboden sei nur ruhig...

ziepen 82 zijver zulder zwie83 maar stil...

(geluiden bij het) spannen zever zolder

to tighten slaver attic

296 111 86 166

wees maar stil .. easy now...

81 82

uit het Duits: Seil In deze context gaat het echter om de bijbehorende geluiden. Coolen heeft het woord speciaal gekozen vanwege de bijbehorende klanken. 83 als verbuiging van "zijn"

140

25 De oorsprong van het Nederlands


Als loot van de Indoeuropesche talen moeten wij de oorsprong van de Nederlandse taal in het Aards Paradijs, in de vruchtbare Halvemaan-regio aan Eufraat en Tigris zoeken. Rond tien millenia voor onze tijdrekening vond er in dit Bijbelse Paradijs een evolutionaire revolte plaats, die de mens van een jager tot een akkerbouwer en veehouder transformeerde.

n Illo Tempore begon de akkerbouwer met de bouw van voorraadschuren, vaste huizen en ommuringen ter bescherming tegen rovers. De bewoners hadden voldoende voedsel, een dak boven het hoofd en leefden beduidend langer dan de jagers. Het volk groeide, het water en de grond werden schaars en op een dag moest een nieuwe generatie op zoek gaan naar een expansie in de omgeving van het Aards Paradijs...

en kan zich voorstellen, dat het afscheid zowel de terugblijvenden als de avonturiers zwaar viel. Er werd hen slechts zoveel bagage meegegeven, als de karavaan dragen vermocht. Tot de eigendommen behoorden echter twee elementen, die geheel en al gewichtloos meegevoerd konden worden: de taal der voorouders en de religieuze schat.

141

I D D D

n Illo Tempore waren taal en religie nog verweven. De opperste God was de machtige Stormgod, heerser over heelal, hemel, water en vuur, de schepper van mensheid en dieren. e overlevering leert, dat men deze godheid Dyus heeft genoemd, omdat zij de mensen als man en als vrouw naar haar eigen beeld had gevormd. Centraal in de naam bewaarden zij de geheime IU-kern, waarin het manvrouwelijke principe IU opgeslagen lag. Open en bloot droeg echter eenieder de iu-kern in de woordenschat mee, zodat de God miljoenen malen per dag kon worden aangeroepen ter ere van de schepper en beschermer. De i-klank symboliseerde het mannelijke en de u-klank het vrouwelijke element van de schepping. e vertrekkende avonturiers baseerden hun nieuwe bestaan op speciale veldvruchten, die slechts gedijen in een gematigd klimaat met voldoende water. Zo kon men de expansie slechts hoofdzakelijk in richting Oost en Noordwest voorwaarts voortzetten. In de loop van vele millennia bereikte het volk in oostelijke richting India en in westelijke richting via Turkije, Oostenrijk, Duitsland en Nederland uiteindelijk het Grote Water, het Mare Germanicum. e achtergebleven stammen echter waren in staat de taal en religie te documenteren op de geprepareerde dierenhuiden, waarop de symbolen van de iucultuur werd neergeschreven. Zij noemden de hemelsgod Jahu (Jahweh, Jehovah) of dUI. Andere volkeren op zekere afstand 142

van het Aards Paradijs daarentegen Jupiter. In alle namen bleef echter het manvrouwelijke principe IU van de oude hemelgod Dyus bewaard.

N
A T V

iets is bestendig! Panta Rhei, Ouden Menei... In Illo Tempore muteerden de emigranten van generatie tot generatie de taal en de religieuze schat, die beide slechts mondeling aan de kinderen werden overgedragen. Zo werd de Nederlandse taal met haar zuster Engels een dochter van de Duitse taal en een kleindochter van de Hethiten-taal. Slechts weinige van de oorspronkelijk iukernen zijn behouden gebleven. ls archeologische scherven heeft Jacob Grimm enkele van de oudste woorden met iu-kernen in de beerput van de oude talen teruggevonden. Haast onherkenbaar zijn de woorden gemuteerd en gevolueerd. ot de oudste direct overgedragen woorden behoren bijvoorbeeld: ju or i (nu), no (nooit), u (U), thju or thu (die), ung (jong), liubi (liefde), diuf (diep), thiu, diu (maagd), fiur (vuur), liut (lieden, volk), tiuri (duur), tiuval (duivel), hiutu (heden), nium (nieuw), friunt (vriend), tior (dier), diuten, thiuten (duiden), thiuts (goed), thiutisc (gezegend), thiotisk (volks), diutisc (duits)... anuit het zuiden werd de Germaanse talen Duits, Nederlands en Engels aangevuld met andere kernen uit de Romeinse cultuur. De veroveraars brachten twee millenia geleden naast Jupiter ook een woordenschat mee, die eveneens op de Indo-Europese oorsprong baseert en dus eveneens een schat aan iu-woordkernen meevoerde. 143

ot deze indirect via de Romeinen en Fransen overgedragen woorden behoren bijvoorbeeld: iubilatio (jubel), iucunditas (-> ionste, liefdesspel), iudex (rechter), iugum (juk), Iulius (-> Juli), (Iunius -> Juni), IU-piter (Vader Jupiter), Iuniperus (jenever), iuris-dictio (jurisdictie), iustitia (justitie), iustus (juist), iuvenis (jongeling), iuventas (jeugd), Dieu (le noms de Dieu -> "le nondedju").

H
O

et aldus verkregen mengsel werd gaar gekookt, in revoluties geschud, op altaren gemangeld, gemarteld, op brandstapels gereinigd en meermaals in diverse wettelijk vastgelegde, nieuwe spellingen gezeefd. Het volk geloofde het wel. Het overgebleven volkje accepteert immers alles. Hoe men zijn goden noemt, blijft slechts in de hoofden bewaard, die uiteindelijk overblijven. En toch groeide het volk - het groeide als kool... vergebleven is een aftreksel, dat de werkelijke religieuze kern nauwelijks nog laat waarnemen. Allen het geschoolde oog van de dichter kan nog achterhalen, waar de woorden werkelijk vanaf stammen. De stam is echter te groot en te omvangrijk, om deze met een gewone bijl te vellen. De gemeenschappelijke kern is daarnaast in ons aller zielen ingebrand. De Jahu (Jahweh) der Joden is immers verwant met Dyus, Dieu, met Jupiter, Tyr, met dUI, Tuisco en alle anderen. Het is voor de Kerken welhaast onbegonnen werk geweest en nu is het werk ten einde. Alle woedende processen over de ware God zijn ten einde. De afgoden stammen alle af van de in illo tempore door mensen naar de eigen afbeelding geschapen hemelgod Dyus. 144

M M

en kan nu gerust overgaan tot het documenteren van de ware stamboom van onze taal. Ja waarlijk, niets is zo eenvoudig terug te vinden als het fundament van onze taal. Wij moeten echter wat graven, want onze kennis is slechts ten halve. en neme derhalve een spade en grave een gat in de grond van de aarde, waarop gij staat. Dan zoekt en gij zult waarachtig vinden. Nu vindt gij thu of thiu (dit of dat), die echter beiden gelijk zijn. Want ons kennen is eerst ten halve; Ons profeteren slechts ten dele. Maar eens komt het volmaakte; en het onvolmaakte verdwijnt. Toen ik een iuvenis was, sprak ik als iuvenis; Nu ik een mens ben, leg ik het kinderlijke geloof af. Thans zie ik in een wazige spiegel; Straks van aangezicht tot aangezicht thu of thiu. Thans ken ik slechts ten halve; straks ten volle, zoals ik zelf ben gekend. Thans blijven ze alle drie bestaan: Geloof, hoop en liubi; Maar de grootste daarvan is de liubi84.

84

1 Korinthirs 13:13.

145

26 Referenties
Deutsche Grammatik , Jacob Grimm - 1822 Woutertje Pieterse , Multatuli 1850 / 1980 Max Havelaar , Multatuli -1860 Hedendaags fetisjisme , Carry van Bruggen 1925 Het Achterhuis: dagboekbrieven , Anne Frank Symboliek van man en vrouw - een denkpsychologische studie van de symboliek der geslachten in ontwikkelings-psychologisch perspectief, G.A. de Wit (1968)

146

Das könnte Ihnen auch gefallen