Sie sind auf Seite 1von 4

Zuid Korea en de weg naar democratie De Syngman Rhee () periode 1945-1960

Op 15 augustus liet keizer Hirohito van Japan weten dat Japan zich zou overgeven en hiermee was de oorlog voorbij. Dit hield ook in dat de Japanse bezetting van Korea na 35 jaar werd beindigd. Al snel werd duidelijk dat een bevrijding van de Japanse bezetter geen garantie was dat het land gevrijwaard zou blijven van buitenlandse invloeden. Al snel bleek dat de opkomst van de Koude Oorlog en de geografische ligging van het schiereiland een garantie was voor een sterke invloed van zowel de Sovjet Unie in het Noorden als de Verenigde Staten in het zuiden. Enkele dagen voor de bevrijding had de Japanse leiding het hoofd van de de facto Koreaanse leider Yo Unhyong al gevraagd om een tijdelijke regering te formeren, die na de bevrijding de leiding op zich moest nemen. Yo formeerde de CPKI (Committee for the Preparation of Korean Independence) en ook de KPR (Korean Peoples Republic) werd in het leven geroepen om de losse peoples committees te verenigen. Ondanks de naam ontbrak een duidelijke agenda en waren zij onderling verdeeld. De KPR koos de rechts nationalistische Syngman Rhee als leider die op zijn weg terug was vanuit Amerika waar hij decennialang woonde en zich aldaar hardmaakte voor de Koreaanse onafhankelijkheid. Het was dan ook een voor de hand liggende keuze van de Amerikanen om Syngman Rhee naar voren te schuiven. Nadat de Sovjet Unie en de V.S. een akkoord bereikten over een tijdelijke verdeling van Korea deden beide grootmachten er alles aan om een stabiel systeem neer te zetten dat precies deed wat zij voor ogen hadden. Daarom werd er vanaf het begin in de beide Koreas een actief beleid gevoerd om de niet gewenste politieke groeperingen te achtervolgen en deze zo snel mogelijk te laten verdwijnen. Zo hielpen de Amerikanen mee met het opsporen van duizenden linkse activisten en werden er honderden onder hen vermoord. Na de moord op de meer gematigd rechtse Yo Unhyong, was er aan de rechterkant geen alternatief meer naast de rechts nationalistische Syngman Rhee. De Amerikanen waarmee hij bekend was, zagen in hem dan ook een veilig leider, want onder zijn leiding zou Zuid Korea gevrijwaard blijven van communistische geluiden en hadden de Amerikanen de door hen gewenste bufferstaat in Azi tussen Japan en het Aziatische vasteland.

Het werd al snel duidelijk dat een regering voor het gehele schiereiland een utopie zou zijn en Amerika drong er bij de VN op aan om verkiezingen te houden. Rusland weigerde dit en dus hadden de verkiezingen alleen betrekking op het zuiden. Op 10 mei vonden er in het Zuiden parlementsverkiezingen plaats en werd Syngman Rhee door dit parlement als eerste president verkozen. Deze indirecte vorm van presidentsbenoeming zou dictators later goed van pas komen om de macht in handen te houden. Op 15 augustus 1948 precies drie jaar na de bevrijding van Japan werd de Republic of Korea uitgeroepen met een westerse grondwet, wat een liberale garantie had moeten betekenen, maar tijdens de uitvoering bleek het in de praktijk vaak anders uit te pakken. De Koreaanse oorlog 1950-1953 zorgde er niet alleen voor dat de toenmalige leiders in Noord en Zuid Korea steviger in het zadel kwamen te zitten, ook werden de inter-Koreaanse relaties een stuk vijandiger. Tijdens de Koreaanse oorlog kwam de eerste termijn van Syngman Rhee in 1952 tot een eind. De kansen op een herverkiezing achtte hij klein en dus kondigde hij een staat van beleg af. Dit gaf het parlement de mogelijkheid om van de grondwet af te zien en de president een nieuwe termijn toe te dichten. Parlementarirs die hier niet aan mee wilden werken werden beschuldigd van communistische praktijken en zo werd Syngman Rhee op 5 augustus 1952 voor een tweede termijn herkozen. De constitutie vormde een belemmering om ook na de tweede termijn aan de macht te blijven en Rhee wilde in 1954 een wet aannemen die een uitzondering zou maken voor de eerste president en hij hiermee dus ook na de tweede termijn aan de macht zou kunnen blijven. Voor deze wet was echter een grondwetswijziging nodig waarmee twee derde van de parlementsleden zouden moeten instemmen. Na de stemming behaalde hij 135 van de 203 stemmen wat zou uitkomen op 1 stem te weinig. Hij beargumenteerde echter dat twee derde van 203 zou uitkomen op 135.3 en dit getal dus naar beneden afgerond zou moeten worden naar 135. De oppositie liep uit protest weg, maar de wet was erdoor. Tijdens de daaropvolgende verkiezingen van 1956 zag het er niet goed uit voor de impopulaire Rhee, maar de belangrijkste oppositiekandidaat overleed tijdens de campagne en zo werd hij alsnog herkozen. Wel kwam de vice president Yang Myeon uit de oppositie en gezien Rhees leeftijd van 81 jaar zou de vice president bij zijn overlijden ineens een grote rol krijgen. Hij werd buiten gesloten en ook mislukte een aanslag op zijn leven. In 1958 richtte de voormalig onafhankelijke presidentskandidaat Jo Bong am de Progressive Party op. Deze partij had een sociaal democratisch profiel en stond een vreedzame hereniging van het

schiereiland voor. Dit waren precies de twee onderwerpen waar sinds de Koreaanse oorlog een taboe op rustten en hij werd dan ook beschuldigd van spionage voor Noord Korea en een jaar later vermoord. De volgende verkiezingen vonden plaats in 1960 en het leek er steeds meer op dat Syngman Rhee alternatieve middelen in zou moeten zetten om zijn macht te handhaven. Een van de middelen was het vervroegen van de verkiezingen, omdat de oppositiepartij in een interne machtsstrijd verwikkeld was. De Democratic Party schoof uiteindelijk Jo Byeong-ok naar voren voor de verkiezingen die op 15 maart plaats zouden moeten vinden. Jo kampte met gezondheidsklachten en vertrok voor een medische behandeling naar de V.S. waar hij acht dagen later overleed. Rhee zou deze verkiezing dus winnen, maar ook de vice president moest uit Rhees Liberal Party komen dus werden er tijdens de verkiezingen knokploegen ingezet, werd er fraude gepleegd en werd er gedwongen gestemd om de macht te handhaven. Dit alles zorgde ervoor dat de ontevredenheid onder de bevolking toenam. Op 28 februari ruim twee weken voor de verkiezingen leek de bom te gaan barsten toen scholieren in Daegu een bijeenkomst voor meer invloed op het onderwijs aangrepen om de schreeuw naar democratie kenbaar te maken. De daaropvolgende weken volgden de andere grote steden in het land en leek het regime van Rhee diep in problemen te komen. De verkiezingen werden echter door middel van grootscheepse fraude ruimschoots gewonnen, maar de oppositie verklaarde de verkiezingen als ongeldig en zij werden tijdens de hiervoor georganiseerde bijeenkomst in Masan al snel bijgestaan door ongeveer 10.000 sympathisanten. De politie opende het vuur en negen demonstranten kwamen om, 70 raakten gewond en 253 werden gearresteerd. De regeringspartij beschuldigde de oppositie van ondergronds communisme en de oppositie vond dat de verkiezingsfraude de oorzaak was van het geweld. Na enkele andere incidenten in het land keerde de rust terug en leek de verkiezingsuitslag gewoon een feit te zijn totdat er op 11 april in de haven van Masan een lijk aanspoelde. Het bleek student Kim Ju-yeol te zijn die tijdens de opstand van 15 maart door de politie was vermoord. De politie had geprobeerd zijn lichaam in zee te gooien, maar sectie op zijn lichaam wees uit dat hij was gestorven aan een politiegranaat die via zijn oog in zijn hoofd terecht gekomen was. Dit leidde tot grote protesten die uiteindelijk het einde van Syngman Rhee in zouden luiden.

In Masan werden er opnieuw twee demonstranten vermoord en op 19 april lieten studenten in Seoul, die zich tot nog toe stil hadden gehouden zich horen. Ook hier vielen 20 doden en 200 gewonden. De volgende dag zwelden de protesten verder aan en vielen er in Seoul nog eens 21 doden en 172 gewonden. Twee uur later waren er 200.000 mensen op de been en leek het voor Rhee een onhoudbare situatie te worden. De politie kon de menigte niet meer aan de nog eens 8 mensen lieten het leven. De regering kondigde een staat van beleg af, maar de menigte richtte zich op de politie die volgens hen schuldig was aan de verkiezingsfraude. Ook in de andere steden kwam de geest uit de fles waardoor er in Gwangju en Busan 19 mensen omkwamen en er 130 gewond raakten. Het Amerika dat Rhee altijd had gesteund, gaf de opdracht de democratie te herstellen. Op 25 april gaven 300 professoren in een gezamenlijke verklaring aan dat zij de studenten steunden. De volgende dag waren er weer 100.000 demonstranten op de been. Deze dag vielen er nog eens vier doden, maar het leger en politie toonden sympathie voor de demonstranten en Rhee realiseerde zich dat dit het eind was. Om 10:39 kwam het nieuws naar buiten dat hij terug zou treden. Zo kwam er na bijna 12 jaar een eind aan zijn regime. Met een helikopter werd Rhee gevacueerd en overgebracht naar Hawa, waar hij in ballingschap de rest van zijn leven verbleef. Op 19 juli 1965 overleed de eerste president van Zuid-Korea in Honolulu, waarna zijn lichaam werd bijgezet op het Seoul National Cementary.

Das könnte Ihnen auch gefallen