Beruflich Dokumente
Kultur Dokumente
Wat is psychologie?
Psychologie is de wetenschap waarbij het gedrag wordt bestudeerd en waarbij gedrag gebruikt wordt om de interne processen te begrijpen die aan de basis liggen van gedrag
Cfr andere wetenschappen!
Concreter
Hoeveel keer komt een individu in een gevecht terecht? En zijn er omstandigheden (genetisch?, sociaal?, individuele geschiedenis?) die dit benvloeden waardoor we mogelijk iets meer te weten kunnen komen over mogelijke interne processen die meespelen? Dit wordt op een wetenschappelijke manier bestudeerd Systematische observaties Openbaar maken van bevindingen Toetsbare theorien
Ze deden dit wel op een intutieve (nietwetenschappelijke manier -> denkers!) Redenen waarom het zolang duurde
Complexiteit van het fenomeen Eerbied voor de mens: mens is uniek! Ziel en lichaam en ziel is niet aards!
De methodes binnen wetenschappen en techniek hebben een belangrijke bijdrage geleverd aan de psychologie (= exactwetenschappelijke methode, zie later)
Ontwikkelingen in de filosofie
Vroeger: dualisme: lichaam en geest gescheiden Descartes
Lichaam niet langer de slaaf van de geest, maar beide interageren! (In de
pijnappelklier): dualitisch interactionisme
Kenmerken Descartes
rationalisme (de waarheid kan afgeleid worden via de rede, door na te denken, observatie is niet nodig) Nativisme (sommige kennis is aangeboren)
Ontwikkelingen in de filosofie
Nadien won het Empirisme aan invloed:
tegen rationalisme, maw observatie is noodzakelijk Geest komt tot stand via sensorische processen (en is niet aangeboren)
Tabula Rasa Ook de geest kan bestudeerd worden
Ontwikkelingen in de filosofie
Belangrijk principe van empirisme: associationisme
Hogere orde kennis komt tot stand via associaties van eenvoudige ideen ->Als twee dingen tegelijk ervaren worden, worden die mentaal geassocieerd
Hond en beet, dokter en verpleegster
Ontwikkelingen in de filosofie
Belangrijk principe van empirisme: associationisme
Hogere orde kennis komt tot stand via associaties van eenvoudige ideen ->Als twee dingen tegelijk ervaren worden, worden die mentaal geassocieerd
Hond en beet, dokter en verpleegster
Darwin
survival of the fittest
Soorten die zich best aanpassen hebben meer succes Gevolg:
mens ontstaan uit dieren
Start van comparatieve psychologie (leren en conditioneren)
VS
Functionalisme Behaviorisme Cognitieve psychologie
In Amerika: Tichener (1867-1927) onderzoek naar de elementen van het bewustzijn: elk complex proces kan gereduceerd worden tot een combinatie van elementaire componenten
Structuralisme
Methode
Analytische introspectie
Drie basisvragen:
Wat zijn de basiselementen? -> wat zijn de structuren? Hoe worden ze gecombineerd? Wanneer worden ze gecombineerd?
Structuralisme
Illustratie: Titchener over pijn:
Indien ik een speld losjes op de huid van mijn hand druk, voel ik eerst een drukgewaarwording en vervolgens, na een kort maar merkbaar interval, iets fijners zoals een prik of een huivering. Deze tweede gewaarwording wordt veroorzaakt door een zwakke stimulering van een specifiek pijnzintuig. [] De gewaarwording van de pijnzintuigen blijkt drie fasen te doorlopen: eerst als een heldere, kietelige gewaarwording; vervolgens als een prik of een draadachtige huivering en tenslotte als een puntvormige pijn. Een pijngewaarwording heeft met een warmtegewaarwording gemeen dat beide langzaam en gradueel hun maximale intensiteit bereiken. [] (uit Eelen, 1990)
Structuralisme
Kritiek
weinig praktisch (tijdrovend) Onbetrouwbaar! Verschillende meningen maar wie is juist?
Oorspronkelijk: schedelafmetingen, eenvoudige waarnemingsproeven -> geen succes (geen relatie met oordeel leerkracht) Later: gedicht instuderen en opnieuw opschrijven ->meer voorspellende waarde
Toegepaste psychologie
Onderzoek van Binet = toegepast onderzoek, i.e. oplossingen zoeken voor een praktisch probleem. <> fundamenteel onderzoek, i.e. een fenomeen begrijpen en een theorie ontwerpen
VS en het functionalisme
Veel Amerikaanse studenten bij Wundt die bij terugkeer allemaal een laboratorium oprichtten Eerste stroming is functionalisme (i.e. hoe functioneert iets) Vooral toegepast
Onderwijs Bevordering produktie (e.g. ergonomie en de Hawthorne experimenten)
Functionalisme: James
James (1842-1910) Principles of Psychology stream of consciousness (geen statische componenten) Nadruk meer op gedrag, ook nog introspectie
Verruiming van studiepopulaties: mentaal gehandicapten, dieren (invloed van Darwin)
Succes psychologie zal afhangen van de mate waarin het oplossingen biedt aan praktische problemen
JAMES
Behaviorisme
Sterk benvloedt door evolutieleer -> vooral (aangepast) gedrag is van belang Gedrag is direct observeerbaar Reactie op structuralisme
afzetten tegen introspectie (gedrag als enige studieobject)
Reactie op functionalisme
Studie van de geest is onmogelijk (functionalisme bestudeerden deze via gedrag)
Agressie is niet te bestuderen, enige houvast is het aantal gevechten waarin persoon terecht geraakt
Behaviorisme
Watson (1878-1958)
Kleine Albert Studie beperkt tot direct observeerbaar gedrag Ontkennen geest niet, maar is wel niet bestudeerbaar
Behaviorisme
Veel leeronderzoek
S-R onderzoek Skinner (1904-1990)
Behaviorisme
Hedendaagse situatie
Bestaat nog steeds, maar beperkt Maar basismethoden en psychologische principes (onafhankelijke en afhankelijke variabelen) nog steeds zeer actueel
experimenten
Cognitieve psychologie
Ter vervanging van het behaviorisme vanaf 6070 -> de computer Tot dan: homunculus: een klein mannetje in de hersenen die een vrije wil heeft (de geest in de machine) De computer leidde tot het inzicht dat zon mannetje niet nodig is (bv. thermostaat; doelgerichtheid zonder homunculus maar met feedback mechanisme)
Cognitieve psychologie
Visie: Mens als informatieverwerker Methode: exact wetenschappelijke van het behaviorisme werd behouden
Psychologie vandaag?
Denkvraag:
Welke factoren hebben een invloed op agressiviteit?
Moderne psychologie
Cognitieve psychologie = dominante stroming Maar
Psychische/cognitieve staat niet los van het lichamelijke (erfelijke componenten, werking hersenen,) En ook het sociale aspect speelt een rol
Biopsychosociale model!
Cognitieve aspect
We leren continu, ook als dat niet expliciet gevraagd wordt (latent/impliciet leren)
Cognitieve aspect
Agressie niet steeds reactie op iets negatief:
Beloond in verleden (dus (observerend) geleerd)
Biologische aspect
Een stoornis in de hersenen heeft gevolgen op psychologisch functioneren
Bv. Alzheimer
Sociaal-cultureel aspect
Mensen worden benvloed door omgeving, zowel door een groep als door de cultuur
sociale psychologie
Sociaal-cultureel aspect
Agressie vaak overgaan van generatie op generatie door observeren Sociale invloeden hebben sterke invloed bij biologisch kwetsbare personen
Antisociaal gedrag bij biologische ouders Ja Antisociaal gedrag bij adoptieouders Ja Nee 40% 12% nee 7% 3%
Cognitieve aspect
AGRESSIE
Biologisch aspect
Sociaal-cultureel aspect
Cognitieve aspect
GELUK
Biologisch aspect
Sociaal-cultureel aspect
Onderzoeksmethoden in de psychologie
1. Beschrijvend onderzoek 2. Correlationeel onderzoek 3. Experimenteel onderzoek
Gevaar!
Als mensen door hebben dat ze worden geobserveerd, passen ze hun gedrag aan
Reaktieve observaties Streven naar niet-reaktieve observaties (via camouflage of integratie in groep)
Griet Verhaert, doctoraatsstudente aan de vakgroep Marketing van de Universiteit Gent, bracht in kaart hoe vrijgevig de Vlaming vorig jaar was.
In totaal vulden 2.500 Vlamingen een vragenlijst in. Ruim de helft van hen schonk in 2008 aan n of meerdere goede doelen. En op vijf Vlamingen schonk tussen de 100 en 750 euro, een kwart stortte minder dan 100 euro.
Gevaren
Representativiteit Sociale wenselijkheid
Intelligentietest Persoonlijkheidstest
2. correlatie-onderzoek
Beschrijvend onderzoek geeft statisch beeld en is weinig informatief. Om fenomenen echt te begrijpen moeten we het verband bepalen tussen twee variabelen Een variabele is een kenmerk dat kan veranderen en gemeten worden (lengte, IQ, punten op examen, aantal vrienden) Een correlatie geeft het verband weer tussen de variabelen (correlatie-cofficint)
Positief, Nul, Negatief
Correlationeel onderzoek
2. Correlatie-onderzoek: gevaren
Negatieve correlatie tussen huwelijkstevredenheid en aantal kinderen Wat leert ons dit?
A is oorzaak van B (huwelijksontevredenheid oorzaak van meer kinderen) B is oorzaak van A (vele kinderen oorzaak van ontevredenheid) A en B veroorzaakt door derde factor -> variabele of confound (ontevreden koppels zonder kinderen scheiden sneller en zitten niet in steekproef)
2. Correlatie-onderzoek: gevaren
Voorbeelden van derde factor:
Positieve correlatie tussen het loon van een vrouw en haar gewicht
leeftijd
Positieve correlatie tussen het aantal kerken en het aantal moorden in een stad
grootte
3. Experimenteel onderzoek
Om de causaliteit te bepalen heb je experimenteel onderzoek nodig Essentie
Manipuleer n factor, en hou al de rest constant Wat was het effect van die ene gemanipuleerde factor op de andere variabelen?
Experimenteel onderzoek
Groep vrouwen kreeg 15 min bezoek clinclown: 36% slaagkans IVF bevruchting Controlegroep vrouwen kreeg geen bezoek: 20% slaagkans IVF bevruchting
Experimenteel onderzoek
Onafhankelijke variabele
=wat gemanipuleerd wordt -> al dan niet bezoek cliniclown
Afhankelijke variabele
= wat je meet -> slaagkans IVF
Goed experiment: OV oorzaak van AV, maar Goede controle-variabelen (geen verschillen tussen koppels in 2 groepen, wat in tussentijd, )