Beruflich Dokumente
Kultur Dokumente
VERSIE 1
Naam student: Marley Foley Klas: P13 ehv 1E slber: Maril van Asten Datum: Dinsdag 11-03-2014
Stageschool: BS Aan de Bron Mentor: Annemarie Timmerman Groep: 3 a/b Vak: Rekenen, Meten en Meetkunde
Lesdoel: (bespreek met mentor/wat wil ik bereiken met de kinderen?) Aan het einde van deze les zijn de kinderen in staat om: Hun omgeving te beschrijven Te verwoorden wat een plattegrond is Op een plattegrond aan te geven waar alles in hun omgeving ligt (winkel, school, huis enz.) Een plattegrond te tekenen met vlakke figuren (vierkant, rechthoek, cirkel, driehoek enz.) Onderzoekend gedrag te tonen, door samen na te denken over hoe ze hun plattegrond het beste kunnen beschrijven zonder het op te schrijven of fotos te maken (Hoe kan het anders?) Op hun plattegrond te bouwen met blokken. Hierbij moeten in verhouding weten welke gebouwen groter of kleiner zijn dan andere. Hun plattegrond beschrijven op papier zonder woorden of fotos Gebruik te maken van hoogte getallen
Ook zijn de kinderen in staat om coperatief samen te werken. Dit wil zeggen dat werken volgens het G.I.P.S. principe. Na deze les zijn de kinderen in staat om in hun eigen toegewezen groep te overleggen en samen dat besluiten en beslissingen te komen (brainstormen). Persoonlijke leerdoel:
(wat wil ik leren?)
Aan het einde van deze les ben ik in staat om een fysiek en sociaal-emotioneel veilige leeromgeving (2.1) te creren m.b.t. tot het samenwerken (omgang van leerlingen met elkaar). Dit doe ik door vooraf met de groep in gesprek te gaan over wat samenwerken is. Ik maak duidelijke afspraken met de groep en houd mij hier consequent aan. (1.4/7.3/3.12) Aan het einde van deze les, ben ik in staat om feedback te geven en krijgen van de kinderen. Dit doe ik formatief en summatief. Tijdens de formatieve feedback, laat ik de kinderen weten hoe het gaat en vraag ik ook naar hun mening. Aan het einde van de les wil ik tijdens de summatieve feedback weten wat de kinderen geleerd hebben, wat ze nog moeilijk vinden en wat goed gaat. Ik laat de kinderen weten wat ik van de les vond en wat we samen de volgende keer anders kunnen doen en wat we door moeten zetten. Ik zal me vooral richten op het proces van de kinderen en ik geef groepsgericht feedback.
Beginsituatie:
Samenwerken:
De kinderen werken niet veel in groepen samen. Met coperatieve werkvormen wordt vrijwel nooit gewerkt. De klas is erg druk, waardoor het moeilijk is om dit soort opdrachten uit te voeren. Dit is een proces dat nog ontwikkeld moet worden. Ik zal van te voren duidelijke afspraken moeten maken. Dit zal strak begeleid moeten worden en ik zal consequent moeten handelen wanneer dit nodig is. Dit wil ik aanpakken door van te voren met de kinderen over samenwerken in gesprek te gaan. Op deze manier kan ik bij de kinderen polsen hoeveel ze hier al van weten en hoe ik hier op in kan spelen. De kinderen zitten momenteel al in groepen of in een rij. Ik zal vooraf een groepsindeling moeten maken en de tafelindeling moeten aanpassen aan het coperatief leren. Dit wil zeggen dat ik de tafels zo neer zet, dat de kinderen makkelijk kunnen overleggen en samenwerken.
Materialen: (wat heb ik nodig?) Kleine blokjes (1 cm x 1cm) A3 papier Brief van de burgemeester Digibord Groepsindeling Inleiding: (hoe begin ik de les) Aan het begin van deze les vertel ik de kinderen wat we gaan doen en wat ze gaan leren. Dan wil ik van de kinderen weten wat zij weten over plattegronden en hun omgeving. Ik vul aan als dit nodig is. Ook ga ik met de kinderen in gesprek over het samenwerken. Hier maak ik een woordspin bij.
Kern: Didactische werkvormen: De kinderen krijgen klassikale instructie. Daarnaast moeten ze in hun groepje samen brainstormen over hoe ze hun plattegrond willen inrichten. Dit is een vorm van coperatief werken. Groeperingsvormen: De kinderen worden ingedeeld in 3-tallen. Deze les doe ik met de grote groep. Leerinhouden: Plattegrond bedenken, tekenen. Besef van hoogte en breedte. Hoogte notaties. Leeractiviteiten: Overleggen, bouwen, tekenen, samenwerken, getallen noteren. Onderwijs- en leermiddelen: A3 papier, potloden, kleine blokjes om mee te bouwen. ================================================================================== De groepen gaan samen aan de slag met het tekenen van een plattegrond van de school en omgeving. Hierbij moeten ze gebruik maken van vlakke figuren. Ze mogen erbij schrijven wat het is. Dit doen ze op een A3 vel. Daarna gaan we door met blokjes leggen op de plattegrond. De kinderen moeten rekening houden met het feit dat niet alle gebouwen even hoog of breed zijn. Ze moeten samen de hoogte en breedte bepalen. Dit bespreken we kort klassikaal. Vervolgens krijgen ze een nieuwe opdracht: er moet een brief aan de burgemeester van het dorp geschreven worden waarin precies staat beschreven hoe de verschillende bouwsels eruit zien. De vraag is nu: hoe doe je dit? Met woorden beschrijven is een mogelijkheid, maar of de burgemeester dit snel zal begrijpen? Een andere mogelijkheid is alle bouwsels tekenen of fotograferen. Maar dan moet je eigenlijk een heleboel foto's of tekeningen per bouwsel maken om alles te kunnen zien, want soms zitten er blokken aan de achterkant die je op n foto niet kunt zien. Zou het ook mogelijk zijn een soort bouwtekening te maken waarop je in n oogopslag kunt zien uit hoeveel blokken een bouwsel bestaat, en hoe de blokken ten opzichte van elkaar gerangschikt zijn? Ik laat eerst de kinderen overleggen over hoe ze de bouwtekening zouden kunnen maken. Dit doen we klassikaal bespreken. Vervolgens leg ik uit dat je dit kunt doen door het aantal blokjes te noteren op de plek waar ze staan. Ook kunnen ze gebruik maken van kleuren. Geel staat voor 3 blokjes, rood voor 2 blokjes enz. De kinderen gaan nu aan de slag met het maken van hun bouwtekening.
Afsluiting: (hoe sluit ik de les af) Nadat de kinderen alles opgeruimd hebben en rustig op hun plaats zitten, wil ik met de kinderen evalueren en feedback ontvangen/geven (zie doel). PABO Eindhoven
Ontvangen Feedback
Compliment Feedback Britt De beginsituatie en de les is duidelijk omschreven, wat een ontzettend leuke en leerzame opdracht.
Verdieping Ik mis een beetje waar de kinderen in welke vorm samenwerken, en of je het antwoord op de vragen in je lesvoorbereiding zelf beantwoordt, of dat de leerlingen dit gaan doen. Je zou nog kunnen verdiepen in de afsluiting waar de feedback en terugkoppeling uit bestaat. Doe je dit in de kring, of zitten de kinderen weer achter zijn/haar tafel? Doe je dit d.m.v. vragen stellen? Hoe controleer je of de vele doelen die je gesteld hebt, ook echt behaald zijn bij kinderen? Dat mag je van mij nog wat uitgebreider noteren.
Verrijking Misschien is het iets om tijden proberen in te schatten voor opdrachten? Dit heeft mij in ieder geval veel geholpen met het inschatten van de tijd die bepaalde opdrachten nodig hebben. Ik mis de verantwoording voor rekenen. Je zou hiervoor de vijf uitgangspunten kunnen pakken en verantwoorden waarom die er wel/niet in zitten in deze les. Want volgens mij zitten ze er alle vijf in.
Feedback Ellen
Wat een leuke les! In deze les zitten veel dingen die heel leerzaam zullen zijn voor de kinderen. Mooi gevonden! Ik denk ook dat de kinderen deze les heel interessant en leuk vinden. Je opbouw is duidelijk en je bent uitgebreid in je lesvoorbereiding. Mooi om te zien dat je TULE zo goed raadpleegt, zodat je aansluit op de doelen en tussendoelen.
LESVOORBEREIDINGSFORMULIER:
Naam student: Marley Foley Klas: P13 ehv 1E slber: Maril van Asten Datum:
Stageschool: BS Aan de Bron Mentor: Annemarie Timmerman Groep: 3 a/b Vak: Rekenen, Meten en Meetkunde
Lesdoel: (bespreek met mentor/wat wil ik bereiken met de kinderen?) Aan het einde van deze les zijn de kinderen in staat om: Hun omgeving te beschrijven Te verwoorden wat een plattegrond is Op een plattegrond aan te geven waar alles in hun omgeving ligt (winkel, school, huis enz.) Een plattegrond te tekenen met vlakke figuren (vierkant, rechthoek, cirkel, driehoek enz.) Onderzoekend gedrag te tonen, door samen na te denken over hoe ze hun plattegrond het beste kunnen beschrijven zonder het op te schrijven of fotos te maken (Hoe kan het anders?) Op hun plattegrond te bouwen met blokken. Hierbij moeten in verhouding weten welke gebouwen groter of kleiner zijn dan andere. Hun plattegrond beschrijven op papier zonder woorden of fotos Gebruik te maken van hoogte getallen
Ook zijn de kinderen in staat om coperatief samen te werken. Dit wil zeggen dat werken volgens het G.I.P.S. principe. Na deze les zijn de kinderen in staat om in hun eigen toegewezen groep te overleggen en samen dat besluiten en beslissingen te komen (brainstormen). Persoonlijke leerdoel: (wat wil ik leren?) Aan het einde van deze les ben ik in staat om een fysiek en sociaal-emotioneel veilige leeromgeving (2.1) te creren m.b.t. tot het samenwerken (omgang van leerlingen met elkaar). Dit doe ik door vooraf met de groep in gesprek te gaan over wat samenwerken is. Ik maak duidelijke afspraken met de groep en houd mij hier consequent aan. (1.4/7.3/3.12) Aan het einde van deze les, ben ik in staat om feedback te geven en krijgen van de kinderen. Dit doe ik formatief en summatief. Tijdens de formatieve feedback, laat ik de kinderen weten hoe het gaat en vraag ik ook naar hun mening. Aan het einde van de les wil ik tijdens de summatieve feedback weten wat de kinderen geleerd hebben, wat ze nog moeilijk vinden en wat goed gaat. Ik laat de kinderen weten
wat ik van de les vond en wat we samen de volgende keer anders kunnen doen en wat we door moeten zetten. Ik zal me vooral richten op het proces van de kinderen en ik geef groepsgericht feedback. Beginsituatie:
(bespreek met mentor/is dit onderwerp al bekend bij de kinderen)
Samenwerken:
De kinderen werken niet veel in groepen samen. Met coperatieve werkvormen wordt vrijwel nooit gewerkt Opmerking: kinderen werken meestal op woensdag wel samen tijdens de projectles van rekenen. Het is meestal in tweetallen.. De klas is erg druk, waardoor het moeilijk is om dit soort opdrachten uit te voeren. Dit is een proces dat nog ontwikkeld moet worden. Ik zal van te voren duidelijke afspraken moeten maken. Dit zal strak begeleid moeten worden en ik zal consequent moeten handelen wanneer dit nodig is. Dit wil ik aanpakken door van te voren met de kinderen over samenwerken in gesprek te gaan. Op deze manier kan ik bij de kinderen polsen hoeveel ze hier al van weten en hoe ik hier op in kan spelen. De kinderen zitten momenteel al in groepen of in een rij. Ik zal vooraf een groepsindeling moeten maken en de tafelindeling moeten aanpassen aan het coperatief leren. Dit wil zeggen dat ik de tafels zo neer zet, dat de kinderen makkelijk kunnen overleggen en samenwerken.
Materialen: (wat heb ik nodig?) Kleine blokjes (1 cm x 1cm) A3 papier Brief van de burgemeester Digibord Groepsindeling
Inleiding: (hoe begin ik de les) Aan het begin van deze les vertel ik de kinderen wat we gaan doen en wat ze gaan leren. Dan wil ik van de kinderen weten wat zij weten over plattegronden en hun omgeving. Ik vul aan als dit nodig is. Ook ga ik met de kinderen in gesprek over het samenwerken. Hier maak ik een woordspin bij. Kern: Didactische werkvormen: De kinderen krijgen klassikale instructie. Daarnaast moeten ze in hun groepje samen brainstormen over hoe ze hun plattegrond willen inrichten. Dit is een vorm van coperatief werken. Groeperingsvormen: De kinderen worden ingedeeld in 3-tallen. Deze les doe ik met de grote groep. Leerinhouden: Plattegrond bedenken, tekenen. Besef van hoogte en breedte. Hoogte notaties. Leeractiviteiten: Overleggen, bouwen, tekenen, samenwerken, getallen noteren. Onderwijs- en leermiddelen: A3 papier, potloden, kleine blokjes om mee te bouwen. ================================================================================== De groepen gaan samen aan de slag met het tekenen van een plattegrond van de school en omgeving Opmerking: erg veel. Misschien eerst alleen de school? Hierbij moeten ze gebruik maken van vlakke figuren. Ze mogen erbij schrijven wat het is. Dit doen ze op een A3 vel. Daarna gaan we door met blokjes leggen op de plattegrond. De kinderen moeten rekening houden met het feit dat niet alle gebouwen even hoog of breed zijn. Ze moeten samen de hoogte en breedte bepalen. Dit bespreken we kort klassikaal. Vervolgens krijgen ze een nieuwe opdracht: er moet een brief aan de burgemeester van het dorp geschreven worden waarin precies staat beschreven hoe de verschillende bouwsels eruit zien. De vraag is nu: hoe doe je dit? Met woorden beschrijven is een mogelijkheid, maar of de burgemeester dit snel zal begrijpen? Een andere mogelijkheid is alle bouwsels tekenen of fotograferen. Maar dan moet je eigenlijk een heleboel foto's of tekeningen per bouwsel maken om alles te kunnen zien, want soms zitten er blokken aan de achterkant die je op n foto niet kunt zien. Zou het ook mogelijk zijn een soort bouwtekening te maken waarop je in n oogopslag kunt zien uit hoeveel blokken een bouwsel bestaat, en hoe de blokken ten opzichte van elkaar gerangschikt zijn? Ik laat eerst de kinderen overleggen over hoe ze de bouwtekening zouden kunnen maken. Dit doen we klassikaal bespreken.
Vervolgens leg ik uit dat je dit kunt doen door het aantal blokjes te noteren op de plek waar ze staan. Ook kunnen ze gebruik maken van kleuren. Geel staat voor 3 blokjes, rood voor 2 blokjes enz. De kinderen gaan nu aan de slag met het maken van hun bouwtekening. Afsluiting: (hoe sluit ik de les af) Nadat de kinderen alles opgeruimd hebben en rustig op hun plaats zitten, wil ik met de kinderen evalueren en feedback ontvangen/geven (zie doel).
Vak: Rekenen Vakdocent: Peter Smedts Naam student Noortje, Marley en Robin Groep:E Klas Datum feed-forward:10-3-2014 Aanwezig Kennis over (kinderen in) de groep is nadrukkelijk verwerkt in de omschrijving van de beginsituatie van de groep, zowel in pedagogische zin (gedrag, groepsverhoudingen, groepsdynamiek) als in didactische zin (vakspecifieke beginsituatie). ja Aanpassing noodzakelijk Noortje beginsituatie uitbouwen. Wat is er al binnen de groep rond dit onderwerp gedaan Robin Samenwerkend leren benoemen in het doel
De lesdoelen zijn afgestemd op de beginsituatie. In de formulering ervan wordt zichtbaar dat je kennis van vakdidactiek op een logische manier verwerkt. Werk- en groeperingsvormen zijn afgestemd op specifieke kenmerken van de groep (zie kritische analyse stap 5) n op specifieke kenmerken van vakdidactiek. Werk- en groeperingsvormen zijn functioneel ondersteunend bij het behalen van de lesdoelen. Samenwerkend leren krijgt logisch plek in het lesontwerp.* De lesdoelen worden expliciet gevalueerd met de kinderen. De werkvormen die worden gehanteerd bij evaluatie zijn passend bij vakdidactiek en sluiten aan op specifieke kenmerken van de groep (zie analyse stap 5).
*Van belang bij in totaal 3 lesontwerpen
ja
ja
ja
ja
ja
Versterk je document - Met een verantwoording van het gebied binnen rekenen: Meten of meetkunde: kijklijnen zie dan pag 229 van Kerninzichten hoofdstuk 10.2 - Met een verantwoording: welke uitgangspunten je hebt gekozen uit de OGP opdracht: Voor Rekenen-wiskunde staat de didactiek van realistisch rekenen centraal. Deze didactiek wordt ook reconstructiedidactiek genoemd. De uitgangspunten hiervan zijn: Construeren en concretiseren Niveaus en modellen (model) Reflectie en eigen productie Structuren en verstrengelen Sociale context en interactie Het sluit aan bij de ijsbergmetafoor en is een verdere verdieping. Het uitgangspunt sociale context en interactie is geschikt om te koppelen aan het samenwerkend leren (zie stap 6). In het lesontwerp en uitvoering hiervan staan minimaal twee van de hierboven genoemde uitgangspunten centraal en sluiten aan bij de doelstellingen van het didactisch handelen van de algemene opdracht
LESVOORBEREIDINGSFORMULIER
DEFINITIEVE
VERSIE
Naam student: Marley Foley Klas: P13 ehv 1E slber: Maril van Asten Datum: Dinsdag 11-03-2014
Stageschool: BS Aan de Bron Mentor: Annemarie Timmerman Groep: 3 a/b Vak: Rekenen, Meten en Meetkunde
Lesdoel: (bespreek met mentor/wat wil ik bereiken met de kinderen?) Aan het einde van deze les zijn de kinderen in staat om: Hun omgeving te beschrijven Te verwoorden wat een plattegrond is Op een plattegrond aan te geven waar alles in hun omgeving ligt (winkel, school, huis enz.) Een plattegrond te tekenen met vlakke figuren (vierkant, rechthoek, cirkel, driehoek enz.) Onderzoekend gedrag te tonen, door samen na te denken over hoe ze hun plattegrond het beste kunnen beschrijven zonder het op te schrijven of fotos te maken (Hoe kan het anders?) Op hun plattegrond te bouwen met blokken. Hierbij moeten in verhouding weten welke gebouwen groter of kleiner zijn dan andere. Hun plattegrond beschrijven op papier zonder woorden of fotos Gebruik te maken van hoogte getallen
Ook zijn de kinderen in staat om coperatief samen te werken. Dit wil zeggen dat werken volgens het G.I.P.S. principe. Na deze les zijn de kinderen in staat om in hun eigen toegewezen groep te overleggen en samen dat besluiten en beslissingen te komen (brainstormen). Persoonlijke leerdoel:
(wat wil ik leren?)
Aan het einde van deze les ben ik in staat om een fysiek en sociaal-emotioneel veilige leeromgeving (2.1) te creren m.b.t. tot het samenwerken (omgang van leerlingen met elkaar). Dit doe ik door vooraf met de groep in gesprek te gaan over wat samenwerken is. Ik maak duidelijke afspraken met de groep en houd mij hier consequent aan. (1.4/7.3/3.12) Aan het einde van kwartaal 3, ben ik in staat om feed back te geven en krijgen van de kinderen. Dit doe ik formatief en summatief. Tijdens de formatieve feedback, laat ik de kinderen weten hoe het gaat en vraag ik ook naar hun mening. Aan het einde van de les wil ik tijdens de summatieve feedback weten wat de kinderen geleerd hebben, wat ze nog moeilijk vinden en wat goed gaat. Ik laat de kinderen weten wat ik van de les vond en wat we samen de volgende keer anders kunnen doen en wat we door moeten zetten. Ik zal me vooral richten op het proces van de kinderen en ik geef groepsgericht feedback.
Beginsituatie:
Samenwerken:
De kinderen werken niet veel in groepen samen. Met coperatieve werkvormen wordt vrijwel nooit gewerkt. De klas is erg druk, waardoor het moeilijk is om dit soort opdrachten uit te voeren. Dit is een proces dat nog ontwikkeld moet worden. Ik zal van te voren duidelijke afspraken moeten maken. Dit zal strak begeleid moeten worden en ik zal consequent moeten handelen wanneer dit nodig is. Dit wil ik aanpakken door van te voren met de kinderen over samenwerken in gesprek te gaan. Op deze manier kan ik bij de kinderen polsen hoeveel ze hier al van weten en hoe ik hier op in kan spelen. De kinderen zitten momenteel al in groepen of in een rij. Ik zal vooraf een groepsindeling moeten maken en de tafelindeling moeten aanpassen aan het coperatief leren. Dit wil zeggen dat ik de tafels zo neer zet, dat de kinderen makkelijk kunnen overleggen en samenwerken.
Materialen: (wat heb ik nodig?) Kleine blokjes (1 cm x 1cm) A3 papier Brief van de burgemeester Digibord Groepsindeling Inleiding: (hoe begin ik de les) Aan het begin van deze les vertel ik de kinderen wat we gaan doen en wat ze gaan leren. Dan wil ik van de kinderen weten wat zij weten over plattegronden en hun omgeving. Ik vul aan als dit nodig is. Ook ga ik met de kinderen in gesprek over het samenwerken. Hier maak ik een woordspin bij. 10 min
Kern: Didactische werkvormen: De kinderen krijgen klassikale instructie. Daarnaast moeten ze in hun groepje samen brainstormen over hoe ze hun plattegrond willen inrichten. Dit is een vorm van coperatief werken. Groeperingsvormen: De kinderen worden ingedeeld in 3-tallen. Deze les doe ik met de grote groep. Leerinhouden: Plattegrond bedenken, tekenen. Besef van hoogte en breedte. Hoogte notaties. Leeractiviteiten: Overleggen, bouwen, tekenen, samenwerken, getallen noteren. Onderwijs- en leermiddelen: A3 papier, potloden, kleine blokjes om mee te bouwen, timetimer. ================================================================================== De groepen gaan samen aan de slag met het tekenen van een plattegrond van de school. Hierbij moeten ze gebruik maken van vlakke figuren. Ze mogen erbij schrijven wat het is. Dit doen ze op een A3 vel. 10 min Daarna gaan we door met blokjes leggen op de plattegrond. De kinderen moeten rekening houden met het feit dat niet alle gebouwen even hoog of breed zijn. Ze moeten samen de hoogte en breedte bepalen. Dit bespreken we kort klassikaal. 15 min Vervolgens krijgen ze een nieuwe opdracht: er moet een brief aan de burgemeester van het dorp geschreven worden waarin precies staat beschreven hoe de verschillende bouwsels eruit zien. De vraag is nu: hoe doe je dit? Met woorden beschrijven is een mogelijkheid, maar of de burgemeester dit snel zal begrijpen? Een andere mogelijkheid is alle bouwsels tekenen of fotograferen. Maar dan moet je eigenlijk een heleboel foto's of tekeningen per bouwsel maken om alles te kunnen zien, want soms zitten er blokken aan de achterkant die je op n foto niet kunt zien. Zou het ook mogelijk zijn een soort bouwtekening te maken waarop je in n oogopslag kunt zien uit hoeveel blokken een bouwsel bestaat, en hoe de blokken ten opzichte van elkaar gerangschikt zijn? Ik laat eerst de kinderen overleggen over hoe ze de bouwtekening zouden kunnen maken. Dit doen we klassikaal bespreken. 15 min Vervolgens leg ik uit dat je dit kunt doen door het aantal blokjes te noteren op de plek waar ze staan. Ook kunnen ze gebruik maken van kleuren. Geel staat voor 3 blokjes, rood voor 2 blokjes enz. De kinderen gaan nu aan de slag met het maken van hun bouwtekening. 10 min
Afsluiting: (hoe sluit ik de les af) Nadat de kinderen alles opgeruimd hebben en rustig op hun plaats zitten, wil ik met de kinderen evalueren en feedback ontvangen/geven. (zie doel). 2 min
Aan het einde van deze les wilde ik in staat zijn om een fysiek en sociaal-emotioneel veilige leeromgeving (2.1) te creren m.b.t. tot het samenwerken (omgang van leerlingen met elkaar). Dit doe ik door vooraf met de groep in gesprek te gaan over wat samenwerken is. Ik maak duidelijke afspraken met de groep en houd mij hier consequent aan. (1.4/7.3/3.12) Ook wilde ik feedback geven en krijgen van de kinderen. Dit wilde ik formatief en summatief doen. Tijdens de formatieve feedback, laat ik de kinderen weten hoe het gaat en vraag ik ook naar hun mening. Aan het einde van de les wil ik tijdens de summatieve feedback weten wat de kinderen geleerd hebben, wat ze nog moeilijk vinden en wat goed gaat. Ik laat de kinderen weten wat ik van de les vond en wat we samen de volgende keer anders kunnen doen en wat we door moeten zetten. Ik zal me vooral richten op het proces van de kinderen en ik geef groepsgericht feedback.
Wat deed ik? Ik heb de afspraken met de kinderen doorgenomen en de kinderen duidelijk gemaakt, wat ik van ze verwacht. Op het moment dat de kinderen te druk werden en steeds harder gingen praten, heb ik de rust terug gepakt door de aandacht terug te pakken. Vervolgens gewaarschuwd en ze daarna weer aan de slag laten gaan. Aan het einde van de les, heb ik de les gevalueerd met de kinderen. Ik heb gevraagd hoe ze het samenwerken vonden gaan, wat goed ging, wat de volgende keer anders kan en wat ze van de les vonden. Tijdens het werken, heb ik rondgelopen en gevraagd hoe het ging in de groepen. Welke betekenis heeft het voorgaande voor jou?
Positieve ervaringen:
De kinderen waren betrokken. De kinderen wisten zelf al veel af van samenwerken m.b.t. regels. De kinderen wisten voor het werken wat er van hen verwacht werd. Ik heb een aantal antwoorden vanuit het kind laten komen.
Ik had tussendoor klassikaal moeten evalueren over het samenwerken. Nu heb ik het apart per groep gedaan. Hoe nu verder? Ik wil meer werken aan het evalueren met de kinderen. Hoe meer ik dit doe, hoe meer de kinderen bewust worden van hun eigen gedrag. Verder wil ik meer aandacht besteden aan het formatief evalueren (klassikaal). Het samenwerken ging over het algemeen goed (voor een bewerkelijke groep 3). Ik wil meer opdrachten bedenken met coperatieve werkvormen, zodat de kinderen beter leren samenwerken.
k. Je bent in staat om ontwikkelingsgerichte feedback te geven, ontvangen en te waarderen Mijn persoonlijke doelen waren hier specifiek op gericht. Hier heb ik ook veel aandacht aan besteed. De kinderen hebben de gelegenheid gekregen om te vertellen hoe ze te werk zijn gegaan en hoe het samenwerken verliep. Ik heb vervolgens dingen die mijn opvielen (positief/negatief) besproken met de groep.