Sie sind auf Seite 1von 19

LESVOORBEREIDINGSFORMULIER

VERSIE 1

Naam student: Marley Foley Klas: P13 ehv 1E slber: Maril van Asten Datum: Dinsdag 11-03-2014

Stageschool: BS Aan de Bron Mentor: Annemarie Timmerman Groep: 3 a/b Vak: Rekenen, Meten en Meetkunde

Lesdoel: (bespreek met mentor/wat wil ik bereiken met de kinderen?) Aan het einde van deze les zijn de kinderen in staat om: Hun omgeving te beschrijven Te verwoorden wat een plattegrond is Op een plattegrond aan te geven waar alles in hun omgeving ligt (winkel, school, huis enz.) Een plattegrond te tekenen met vlakke figuren (vierkant, rechthoek, cirkel, driehoek enz.) Onderzoekend gedrag te tonen, door samen na te denken over hoe ze hun plattegrond het beste kunnen beschrijven zonder het op te schrijven of fotos te maken (Hoe kan het anders?) Op hun plattegrond te bouwen met blokken. Hierbij moeten in verhouding weten welke gebouwen groter of kleiner zijn dan andere. Hun plattegrond beschrijven op papier zonder woorden of fotos Gebruik te maken van hoogte getallen

Ook zijn de kinderen in staat om coperatief samen te werken. Dit wil zeggen dat werken volgens het G.I.P.S. principe. Na deze les zijn de kinderen in staat om in hun eigen toegewezen groep te overleggen en samen dat besluiten en beslissingen te komen (brainstormen). Persoonlijke leerdoel:
(wat wil ik leren?)

Aan het einde van deze les ben ik in staat om een fysiek en sociaal-emotioneel veilige leeromgeving (2.1) te creren m.b.t. tot het samenwerken (omgang van leerlingen met elkaar). Dit doe ik door vooraf met de groep in gesprek te gaan over wat samenwerken is. Ik maak duidelijke afspraken met de groep en houd mij hier consequent aan. (1.4/7.3/3.12) Aan het einde van deze les, ben ik in staat om feedback te geven en krijgen van de kinderen. Dit doe ik formatief en summatief. Tijdens de formatieve feedback, laat ik de kinderen weten hoe het gaat en vraag ik ook naar hun mening. Aan het einde van de les wil ik tijdens de summatieve feedback weten wat de kinderen geleerd hebben, wat ze nog moeilijk vinden en wat goed gaat. Ik laat de kinderen weten wat ik van de les vond en wat we samen de volgende keer anders kunnen doen en wat we door moeten zetten. Ik zal me vooral richten op het proces van de kinderen en ik geef groepsgericht feedback.

Beginsituatie:

(bespreek met mentor/is dit onderwerp al bekend bij de kinderen)

Wat kinderen in groep 3 moeten beheersen (Tule.Slo.nl):


orinteren en plaats bepalen in een voor de kinderen bekende omgeving en representaties daarvan als via maquettes en eenvoudige plattegronden beschrijven van routes en verbinding leggen met het vervoer constructie van blokkenbouwsels op basis van voorbeelden en beschrijvingen (mondeling, via foto's en plattegronden) ontdekken en voortzetten van patronen (na)leggen van mozaekfiguren en daarbij experimenteren met vormen en symmetrie spiegelen en onderzoeken van symmetrieassen eigenschappen van meetkundige figuren (vierkant, kubus) onderzoeken onderzoeken van vervormen en gelijkvormigheid experimenteren met licht en schaduw De nadruk ligt op 'onderzoeken', 'voorspellen', 'experimenteren', 'verklaren' en 'redeneren'

Wat deze klas al kan m.b.t. meten en meetkunde:


De kinderen gaan iedere woensdag aan de slag met een projectles, waar veel gewerkt wordt met meten en meetkunde (plattegronden invullen, plaatsbepaling). Verder doen ze ook veel met passen en meten & aanzichten bepalen.

Samenwerken:
De kinderen werken niet veel in groepen samen. Met coperatieve werkvormen wordt vrijwel nooit gewerkt. De klas is erg druk, waardoor het moeilijk is om dit soort opdrachten uit te voeren. Dit is een proces dat nog ontwikkeld moet worden. Ik zal van te voren duidelijke afspraken moeten maken. Dit zal strak begeleid moeten worden en ik zal consequent moeten handelen wanneer dit nodig is. Dit wil ik aanpakken door van te voren met de kinderen over samenwerken in gesprek te gaan. Op deze manier kan ik bij de kinderen polsen hoeveel ze hier al van weten en hoe ik hier op in kan spelen. De kinderen zitten momenteel al in groepen of in een rij. Ik zal vooraf een groepsindeling moeten maken en de tafelindeling moeten aanpassen aan het coperatief leren. Dit wil zeggen dat ik de tafels zo neer zet, dat de kinderen makkelijk kunnen overleggen en samenwerken.

Materialen: (wat heb ik nodig?) Kleine blokjes (1 cm x 1cm) A3 papier Brief van de burgemeester Digibord Groepsindeling Inleiding: (hoe begin ik de les) Aan het begin van deze les vertel ik de kinderen wat we gaan doen en wat ze gaan leren. Dan wil ik van de kinderen weten wat zij weten over plattegronden en hun omgeving. Ik vul aan als dit nodig is. Ook ga ik met de kinderen in gesprek over het samenwerken. Hier maak ik een woordspin bij.

Kern: Didactische werkvormen: De kinderen krijgen klassikale instructie. Daarnaast moeten ze in hun groepje samen brainstormen over hoe ze hun plattegrond willen inrichten. Dit is een vorm van coperatief werken. Groeperingsvormen: De kinderen worden ingedeeld in 3-tallen. Deze les doe ik met de grote groep. Leerinhouden: Plattegrond bedenken, tekenen. Besef van hoogte en breedte. Hoogte notaties. Leeractiviteiten: Overleggen, bouwen, tekenen, samenwerken, getallen noteren. Onderwijs- en leermiddelen: A3 papier, potloden, kleine blokjes om mee te bouwen. ================================================================================== De groepen gaan samen aan de slag met het tekenen van een plattegrond van de school en omgeving. Hierbij moeten ze gebruik maken van vlakke figuren. Ze mogen erbij schrijven wat het is. Dit doen ze op een A3 vel. Daarna gaan we door met blokjes leggen op de plattegrond. De kinderen moeten rekening houden met het feit dat niet alle gebouwen even hoog of breed zijn. Ze moeten samen de hoogte en breedte bepalen. Dit bespreken we kort klassikaal. Vervolgens krijgen ze een nieuwe opdracht: er moet een brief aan de burgemeester van het dorp geschreven worden waarin precies staat beschreven hoe de verschillende bouwsels eruit zien. De vraag is nu: hoe doe je dit? Met woorden beschrijven is een mogelijkheid, maar of de burgemeester dit snel zal begrijpen? Een andere mogelijkheid is alle bouwsels tekenen of fotograferen. Maar dan moet je eigenlijk een heleboel foto's of tekeningen per bouwsel maken om alles te kunnen zien, want soms zitten er blokken aan de achterkant die je op n foto niet kunt zien. Zou het ook mogelijk zijn een soort bouwtekening te maken waarop je in n oogopslag kunt zien uit hoeveel blokken een bouwsel bestaat, en hoe de blokken ten opzichte van elkaar gerangschikt zijn? Ik laat eerst de kinderen overleggen over hoe ze de bouwtekening zouden kunnen maken. Dit doen we klassikaal bespreken. Vervolgens leg ik uit dat je dit kunt doen door het aantal blokjes te noteren op de plek waar ze staan. Ook kunnen ze gebruik maken van kleuren. Geel staat voor 3 blokjes, rood voor 2 blokjes enz. De kinderen gaan nu aan de slag met het maken van hun bouwtekening.

Afsluiting: (hoe sluit ik de les af) Nadat de kinderen alles opgeruimd hebben en rustig op hun plaats zitten, wil ik met de kinderen evalueren en feedback ontvangen/geven (zie doel). PABO Eindhoven

Toelichting Rekenen Versie 1


Mijn les is gebaseerd op Tule.Slo.nl en gesprekken die ik met mijn mentor gevoerd heb. Zij vertelde mij waar de kinderen al mee bezig zijn geweest m.b.t. meten en meetkunde. De kinderen werken iedere woensdag aan een reken project. Er wordt dan vooral met meten en meetkunde gewerkt. De kinderen waren hierdoor al bekend met plattegronden. Verder heb ik in mijn beginsituatie omschreven, wat de kinderen volgens Tule.Slo.nl zouden moeten kunnen. Een aantal punten hieruit, komen overeen met waar de kinderen in deze les mee aan de slag gaan. De kinderen werken nu in drietallen samen i.p.v. tweetallen. Het wordt nu iets moeilijker voor de kinderen. Daarom heb ik er bewust voor gekozen om mijn doel te baseren op overleggen en samen besluiten maken. Het gaat vooral om het brainstormen. Dit maakt deze opdracht coperatief (leren door samenwerking). Ik verwacht dat deze manier van samenwerken in het begin nog moeilijk zal zijn voor de kinderen. Deze kinderen willen het graag zo doen, zoals zij dat willen en kunnen nog niet goed met andere overleggen. Op dit gebied zijn de kinderen nog niet sociaal genoeg. Ik hoop dit proces op gang te brengen door dit soort oefeningen. Ik zal dit stimuleren, door zelf rond te lopen en begeleiden en sturen waar nodig is. Tussendoor zal ik ook vragen hoe het gaat in de groepen. Hopelijk kan ik inspelen op de feedback van de kinderen.

Ontvangen Feedback

Compliment Feedback Britt De beginsituatie en de les is duidelijk omschreven, wat een ontzettend leuke en leerzame opdracht.

Verdieping Ik mis een beetje waar de kinderen in welke vorm samenwerken, en of je het antwoord op de vragen in je lesvoorbereiding zelf beantwoordt, of dat de leerlingen dit gaan doen. Je zou nog kunnen verdiepen in de afsluiting waar de feedback en terugkoppeling uit bestaat. Doe je dit in de kring, of zitten de kinderen weer achter zijn/haar tafel? Doe je dit d.m.v. vragen stellen? Hoe controleer je of de vele doelen die je gesteld hebt, ook echt behaald zijn bij kinderen? Dat mag je van mij nog wat uitgebreider noteren.

Verrijking Misschien is het iets om tijden proberen in te schatten voor opdrachten? Dit heeft mij in ieder geval veel geholpen met het inschatten van de tijd die bepaalde opdrachten nodig hebben. Ik mis de verantwoording voor rekenen. Je zou hiervoor de vijf uitgangspunten kunnen pakken en verantwoorden waarom die er wel/niet in zitten in deze les. Want volgens mij zitten ze er alle vijf in.

Feedback Ellen

Wat een leuke les! In deze les zitten veel dingen die heel leerzaam zullen zijn voor de kinderen. Mooi gevonden! Ik denk ook dat de kinderen deze les heel interessant en leuk vinden. Je opbouw is duidelijk en je bent uitgebreid in je lesvoorbereiding. Mooi om te zien dat je TULE zo goed raadpleegt, zodat je aansluit op de doelen en tussendoelen.

Feedback van mentor


Feedback is geel gearceerd.

LESVOORBEREIDINGSFORMULIER:

Naam student: Marley Foley Klas: P13 ehv 1E slber: Maril van Asten Datum:

Stageschool: BS Aan de Bron Mentor: Annemarie Timmerman Groep: 3 a/b Vak: Rekenen, Meten en Meetkunde

Lesdoel: (bespreek met mentor/wat wil ik bereiken met de kinderen?) Aan het einde van deze les zijn de kinderen in staat om: Hun omgeving te beschrijven Te verwoorden wat een plattegrond is Op een plattegrond aan te geven waar alles in hun omgeving ligt (winkel, school, huis enz.) Een plattegrond te tekenen met vlakke figuren (vierkant, rechthoek, cirkel, driehoek enz.) Onderzoekend gedrag te tonen, door samen na te denken over hoe ze hun plattegrond het beste kunnen beschrijven zonder het op te schrijven of fotos te maken (Hoe kan het anders?) Op hun plattegrond te bouwen met blokken. Hierbij moeten in verhouding weten welke gebouwen groter of kleiner zijn dan andere. Hun plattegrond beschrijven op papier zonder woorden of fotos Gebruik te maken van hoogte getallen

Ook zijn de kinderen in staat om coperatief samen te werken. Dit wil zeggen dat werken volgens het G.I.P.S. principe. Na deze les zijn de kinderen in staat om in hun eigen toegewezen groep te overleggen en samen dat besluiten en beslissingen te komen (brainstormen). Persoonlijke leerdoel: (wat wil ik leren?) Aan het einde van deze les ben ik in staat om een fysiek en sociaal-emotioneel veilige leeromgeving (2.1) te creren m.b.t. tot het samenwerken (omgang van leerlingen met elkaar). Dit doe ik door vooraf met de groep in gesprek te gaan over wat samenwerken is. Ik maak duidelijke afspraken met de groep en houd mij hier consequent aan. (1.4/7.3/3.12) Aan het einde van deze les, ben ik in staat om feedback te geven en krijgen van de kinderen. Dit doe ik formatief en summatief. Tijdens de formatieve feedback, laat ik de kinderen weten hoe het gaat en vraag ik ook naar hun mening. Aan het einde van de les wil ik tijdens de summatieve feedback weten wat de kinderen geleerd hebben, wat ze nog moeilijk vinden en wat goed gaat. Ik laat de kinderen weten

wat ik van de les vond en wat we samen de volgende keer anders kunnen doen en wat we door moeten zetten. Ik zal me vooral richten op het proces van de kinderen en ik geef groepsgericht feedback. Beginsituatie:
(bespreek met mentor/is dit onderwerp al bekend bij de kinderen)

Wat kinderen in groep 3 moeten beheersen (Tule.Slo.nl):


orinteren en plaats bepalen in een voor de kinderen bekende omgeving en representaties daarvan als via maquettes en eenvoudige plattegronden beschrijven van routes en verbinding leggen met het vervoer constructie van blokkenbouwsels op basis van voorbeelden en beschrijvingen (mondeling, via foto's en plattegronden) ontdekken en voortzetten van patronen (na)leggen van mozaekfiguren en daarbij experimenteren met vormen en symmetrie spiegelen en onderzoeken van symmetrieassen eigenschappen van meetkundige figuren (vierkant, kubus) onderzoeken onderzoeken van vervormen en gelijkvormigheid experimenteren met licht en schaduw De nadruk ligt op 'onderzoeken', 'voorspellen', 'experimenteren', 'verklaren' en 'redeneren'

Wat deze klas al kan m.b.t. meten en meetkunde:


De kinderen gaan iedere woensdag aan de slag met een projectles, waar veel gewerkt wordt met meten en meetkunde (plattegronden invullen, plaatsbepaling). Verder doen ze ook veel met passen en meten & aanzichten bepalen.

Samenwerken:
De kinderen werken niet veel in groepen samen. Met coperatieve werkvormen wordt vrijwel nooit gewerkt Opmerking: kinderen werken meestal op woensdag wel samen tijdens de projectles van rekenen. Het is meestal in tweetallen.. De klas is erg druk, waardoor het moeilijk is om dit soort opdrachten uit te voeren. Dit is een proces dat nog ontwikkeld moet worden. Ik zal van te voren duidelijke afspraken moeten maken. Dit zal strak begeleid moeten worden en ik zal consequent moeten handelen wanneer dit nodig is. Dit wil ik aanpakken door van te voren met de kinderen over samenwerken in gesprek te gaan. Op deze manier kan ik bij de kinderen polsen hoeveel ze hier al van weten en hoe ik hier op in kan spelen. De kinderen zitten momenteel al in groepen of in een rij. Ik zal vooraf een groepsindeling moeten maken en de tafelindeling moeten aanpassen aan het coperatief leren. Dit wil zeggen dat ik de tafels zo neer zet, dat de kinderen makkelijk kunnen overleggen en samenwerken.

Materialen: (wat heb ik nodig?) Kleine blokjes (1 cm x 1cm) A3 papier Brief van de burgemeester Digibord Groepsindeling

Inleiding: (hoe begin ik de les) Aan het begin van deze les vertel ik de kinderen wat we gaan doen en wat ze gaan leren. Dan wil ik van de kinderen weten wat zij weten over plattegronden en hun omgeving. Ik vul aan als dit nodig is. Ook ga ik met de kinderen in gesprek over het samenwerken. Hier maak ik een woordspin bij. Kern: Didactische werkvormen: De kinderen krijgen klassikale instructie. Daarnaast moeten ze in hun groepje samen brainstormen over hoe ze hun plattegrond willen inrichten. Dit is een vorm van coperatief werken. Groeperingsvormen: De kinderen worden ingedeeld in 3-tallen. Deze les doe ik met de grote groep. Leerinhouden: Plattegrond bedenken, tekenen. Besef van hoogte en breedte. Hoogte notaties. Leeractiviteiten: Overleggen, bouwen, tekenen, samenwerken, getallen noteren. Onderwijs- en leermiddelen: A3 papier, potloden, kleine blokjes om mee te bouwen. ================================================================================== De groepen gaan samen aan de slag met het tekenen van een plattegrond van de school en omgeving Opmerking: erg veel. Misschien eerst alleen de school? Hierbij moeten ze gebruik maken van vlakke figuren. Ze mogen erbij schrijven wat het is. Dit doen ze op een A3 vel. Daarna gaan we door met blokjes leggen op de plattegrond. De kinderen moeten rekening houden met het feit dat niet alle gebouwen even hoog of breed zijn. Ze moeten samen de hoogte en breedte bepalen. Dit bespreken we kort klassikaal. Vervolgens krijgen ze een nieuwe opdracht: er moet een brief aan de burgemeester van het dorp geschreven worden waarin precies staat beschreven hoe de verschillende bouwsels eruit zien. De vraag is nu: hoe doe je dit? Met woorden beschrijven is een mogelijkheid, maar of de burgemeester dit snel zal begrijpen? Een andere mogelijkheid is alle bouwsels tekenen of fotograferen. Maar dan moet je eigenlijk een heleboel foto's of tekeningen per bouwsel maken om alles te kunnen zien, want soms zitten er blokken aan de achterkant die je op n foto niet kunt zien. Zou het ook mogelijk zijn een soort bouwtekening te maken waarop je in n oogopslag kunt zien uit hoeveel blokken een bouwsel bestaat, en hoe de blokken ten opzichte van elkaar gerangschikt zijn? Ik laat eerst de kinderen overleggen over hoe ze de bouwtekening zouden kunnen maken. Dit doen we klassikaal bespreken.

Vervolgens leg ik uit dat je dit kunt doen door het aantal blokjes te noteren op de plek waar ze staan. Ook kunnen ze gebruik maken van kleuren. Geel staat voor 3 blokjes, rood voor 2 blokjes enz. De kinderen gaan nu aan de slag met het maken van hun bouwtekening. Afsluiting: (hoe sluit ik de les af) Nadat de kinderen alles opgeruimd hebben en rustig op hun plaats zitten, wil ik met de kinderen evalueren en feedback ontvangen/geven (zie doel).

Feedback van vakdocent


Bijlage 2 Feed-forward op lesontwerp en toelichting (domeinexperts stap 7-)

Vak: Rekenen Vakdocent: Peter Smedts Naam student Noortje, Marley en Robin Groep:E Klas Datum feed-forward:10-3-2014 Aanwezig Kennis over (kinderen in) de groep is nadrukkelijk verwerkt in de omschrijving van de beginsituatie van de groep, zowel in pedagogische zin (gedrag, groepsverhoudingen, groepsdynamiek) als in didactische zin (vakspecifieke beginsituatie). ja Aanpassing noodzakelijk Noortje beginsituatie uitbouwen. Wat is er al binnen de groep rond dit onderwerp gedaan Robin Samenwerkend leren benoemen in het doel

De lesdoelen zijn afgestemd op de beginsituatie. In de formulering ervan wordt zichtbaar dat je kennis van vakdidactiek op een logische manier verwerkt. Werk- en groeperingsvormen zijn afgestemd op specifieke kenmerken van de groep (zie kritische analyse stap 5) n op specifieke kenmerken van vakdidactiek. Werk- en groeperingsvormen zijn functioneel ondersteunend bij het behalen van de lesdoelen. Samenwerkend leren krijgt logisch plek in het lesontwerp.* De lesdoelen worden expliciet gevalueerd met de kinderen. De werkvormen die worden gehanteerd bij evaluatie zijn passend bij vakdidactiek en sluiten aan op specifieke kenmerken van de groep (zie analyse stap 5).
*Van belang bij in totaal 3 lesontwerpen

ja

ja

ja

ja

Marley let op de tijd Geef aan welke vragen je wilt stellen

ja

Versterk je document - Met een verantwoording van het gebied binnen rekenen: Meten of meetkunde: kijklijnen zie dan pag 229 van Kerninzichten hoofdstuk 10.2 - Met een verantwoording: welke uitgangspunten je hebt gekozen uit de OGP opdracht: Voor Rekenen-wiskunde staat de didactiek van realistisch rekenen centraal. Deze didactiek wordt ook reconstructiedidactiek genoemd. De uitgangspunten hiervan zijn: Construeren en concretiseren Niveaus en modellen (model) Reflectie en eigen productie Structuren en verstrengelen Sociale context en interactie Het sluit aan bij de ijsbergmetafoor en is een verdere verdieping. Het uitgangspunt sociale context en interactie is geschikt om te koppelen aan het samenwerkend leren (zie stap 6). In het lesontwerp en uitvoering hiervan staan minimaal twee van de hierboven genoemde uitgangspunten centraal en sluiten aan bij de doelstellingen van het didactisch handelen van de algemene opdracht

LESVOORBEREIDINGSFORMULIER

DEFINITIEVE

VERSIE

Naam student: Marley Foley Klas: P13 ehv 1E slber: Maril van Asten Datum: Dinsdag 11-03-2014

Stageschool: BS Aan de Bron Mentor: Annemarie Timmerman Groep: 3 a/b Vak: Rekenen, Meten en Meetkunde

Lesdoel: (bespreek met mentor/wat wil ik bereiken met de kinderen?) Aan het einde van deze les zijn de kinderen in staat om: Hun omgeving te beschrijven Te verwoorden wat een plattegrond is Op een plattegrond aan te geven waar alles in hun omgeving ligt (winkel, school, huis enz.) Een plattegrond te tekenen met vlakke figuren (vierkant, rechthoek, cirkel, driehoek enz.) Onderzoekend gedrag te tonen, door samen na te denken over hoe ze hun plattegrond het beste kunnen beschrijven zonder het op te schrijven of fotos te maken (Hoe kan het anders?) Op hun plattegrond te bouwen met blokken. Hierbij moeten in verhouding weten welke gebouwen groter of kleiner zijn dan andere. Hun plattegrond beschrijven op papier zonder woorden of fotos Gebruik te maken van hoogte getallen

Ook zijn de kinderen in staat om coperatief samen te werken. Dit wil zeggen dat werken volgens het G.I.P.S. principe. Na deze les zijn de kinderen in staat om in hun eigen toegewezen groep te overleggen en samen dat besluiten en beslissingen te komen (brainstormen). Persoonlijke leerdoel:
(wat wil ik leren?)

Aan het einde van deze les ben ik in staat om een fysiek en sociaal-emotioneel veilige leeromgeving (2.1) te creren m.b.t. tot het samenwerken (omgang van leerlingen met elkaar). Dit doe ik door vooraf met de groep in gesprek te gaan over wat samenwerken is. Ik maak duidelijke afspraken met de groep en houd mij hier consequent aan. (1.4/7.3/3.12) Aan het einde van kwartaal 3, ben ik in staat om feed back te geven en krijgen van de kinderen. Dit doe ik formatief en summatief. Tijdens de formatieve feedback, laat ik de kinderen weten hoe het gaat en vraag ik ook naar hun mening. Aan het einde van de les wil ik tijdens de summatieve feedback weten wat de kinderen geleerd hebben, wat ze nog moeilijk vinden en wat goed gaat. Ik laat de kinderen weten wat ik van de les vond en wat we samen de volgende keer anders kunnen doen en wat we door moeten zetten. Ik zal me vooral richten op het proces van de kinderen en ik geef groepsgericht feedback.

Beginsituatie:

(bespreek met mentor/is dit onderwerp al bekend bij de kinderen)

Wat kinderen in groep 3 moeten beheersen (Tule.Slo.nl):


orinteren en plaats bepalen in een voor de kinderen bekende omgeving en representaties daarvan als via maquettes en eenvoudige plattegronden beschrijven van routes en verbinding leggen met het vervoer constructie van blokkenbouwsels op basis van voorbeelden en beschrijvingen (mondeling, via foto's en plattegronden) ontdekken en voortzetten van patronen (na)leggen van mozaekfiguren en daarbij experimenteren met vormen en symmetrie spiegelen en onderzoeken van symmetrieassen eigenschappen van meetkundige figuren (vierkant, kubus) onderzoeken onderzoeken van vervormen en gelijkvormigheid experimenteren met licht en schaduw De nadruk ligt op 'onderzoeken', 'voorspellen', 'experimenteren', 'verklaren' en 'redeneren'

Wat deze klas al kan m.b.t. meten en meetkunde:


De kinderen gaan iedere woensdag aan de slag met een projectles, waar veel gewerkt wordt met meten en meetkunde (plattegronden invullen, plaatsbepaling). Verder doen ze ook veel met passen en meten & aanzichten bepalen.

Samenwerken:
De kinderen werken niet veel in groepen samen. Met coperatieve werkvormen wordt vrijwel nooit gewerkt. De klas is erg druk, waardoor het moeilijk is om dit soort opdrachten uit te voeren. Dit is een proces dat nog ontwikkeld moet worden. Ik zal van te voren duidelijke afspraken moeten maken. Dit zal strak begeleid moeten worden en ik zal consequent moeten handelen wanneer dit nodig is. Dit wil ik aanpakken door van te voren met de kinderen over samenwerken in gesprek te gaan. Op deze manier kan ik bij de kinderen polsen hoeveel ze hier al van weten en hoe ik hier op in kan spelen. De kinderen zitten momenteel al in groepen of in een rij. Ik zal vooraf een groepsindeling moeten maken en de tafelindeling moeten aanpassen aan het coperatief leren. Dit wil zeggen dat ik de tafels zo neer zet, dat de kinderen makkelijk kunnen overleggen en samenwerken.

Materialen: (wat heb ik nodig?) Kleine blokjes (1 cm x 1cm) A3 papier Brief van de burgemeester Digibord Groepsindeling Inleiding: (hoe begin ik de les) Aan het begin van deze les vertel ik de kinderen wat we gaan doen en wat ze gaan leren. Dan wil ik van de kinderen weten wat zij weten over plattegronden en hun omgeving. Ik vul aan als dit nodig is. Ook ga ik met de kinderen in gesprek over het samenwerken. Hier maak ik een woordspin bij. 10 min

Kern: Didactische werkvormen: De kinderen krijgen klassikale instructie. Daarnaast moeten ze in hun groepje samen brainstormen over hoe ze hun plattegrond willen inrichten. Dit is een vorm van coperatief werken. Groeperingsvormen: De kinderen worden ingedeeld in 3-tallen. Deze les doe ik met de grote groep. Leerinhouden: Plattegrond bedenken, tekenen. Besef van hoogte en breedte. Hoogte notaties. Leeractiviteiten: Overleggen, bouwen, tekenen, samenwerken, getallen noteren. Onderwijs- en leermiddelen: A3 papier, potloden, kleine blokjes om mee te bouwen, timetimer. ================================================================================== De groepen gaan samen aan de slag met het tekenen van een plattegrond van de school. Hierbij moeten ze gebruik maken van vlakke figuren. Ze mogen erbij schrijven wat het is. Dit doen ze op een A3 vel. 10 min Daarna gaan we door met blokjes leggen op de plattegrond. De kinderen moeten rekening houden met het feit dat niet alle gebouwen even hoog of breed zijn. Ze moeten samen de hoogte en breedte bepalen. Dit bespreken we kort klassikaal. 15 min Vervolgens krijgen ze een nieuwe opdracht: er moet een brief aan de burgemeester van het dorp geschreven worden waarin precies staat beschreven hoe de verschillende bouwsels eruit zien. De vraag is nu: hoe doe je dit? Met woorden beschrijven is een mogelijkheid, maar of de burgemeester dit snel zal begrijpen? Een andere mogelijkheid is alle bouwsels tekenen of fotograferen. Maar dan moet je eigenlijk een heleboel foto's of tekeningen per bouwsel maken om alles te kunnen zien, want soms zitten er blokken aan de achterkant die je op n foto niet kunt zien. Zou het ook mogelijk zijn een soort bouwtekening te maken waarop je in n oogopslag kunt zien uit hoeveel blokken een bouwsel bestaat, en hoe de blokken ten opzichte van elkaar gerangschikt zijn? Ik laat eerst de kinderen overleggen over hoe ze de bouwtekening zouden kunnen maken. Dit doen we klassikaal bespreken. 15 min Vervolgens leg ik uit dat je dit kunt doen door het aantal blokjes te noteren op de plek waar ze staan. Ook kunnen ze gebruik maken van kleuren. Geel staat voor 3 blokjes, rood voor 2 blokjes enz. De kinderen gaan nu aan de slag met het maken van hun bouwtekening. 10 min

Afsluiting: (hoe sluit ik de les af) Nadat de kinderen alles opgeruimd hebben en rustig op hun plaats zitten, wil ik met de kinderen evalueren en feedback ontvangen/geven. (zie doel). 2 min

Toelichting rekenen definitieve versie


Op basis van de feedback die ik ontvangen heb, heb ik mijn lesvoorbereiding aangepast. In mijn lesdoel heb ik beschreven met welke coperatieve werkvorm ik aan de slag wil gaan met de kinderen. Verder heb ik ook tijden per onderdeel ingepland. Dit geeft mij inderdaad een betere houvast en meer structuur. Heb me ook voorgenomen om gebruik te maken van de time-timer. Dit geeft de kinderen ook een duidelijkere structuur. Ook heb ik ervoor gekozen om de kinderen alleen een plattegrond van de school en schoolplein te laten tekenen, i.p.v. de omgeving. Dit wordt anders teveel. Het zal moeten blijken of ik niet teveel gepland heb in deze les. Als de kinderen goed meedoen, zou het moeten lukken. Mocht dit niet het geval zijn of als het te moeilijk zou zijn voor de kinderen, dan zorg ik er in ieder geval voor, dat een aantal van mijn lesdoelen bereikt zijn voor het einde van de les. In mijn les verantwoord ik in mijn beginsituatie wat de kinderen kunnen m.b.t. meten en meetkunde en samenwerken. Bij deze les werk ik vanuit 2 uitgangspunten: 1. Sociale context en interactie De kinderen werken in groepjes aan deze opdracht. Ze moeten samen overleggen en samenwerken om tot een uitproduct te komen. Ze moeten o.a. bepalen hoe hun plattegrond eruit komt te zien en hoe ze deze willen inrichten met de blokjes. Ook moeten ze ervoor zorgen dat iedereen iets te doen heeft. 2. Reflectie op eigen product Na iedere stap, bekijken we klassikaal wat iedereen gemaakt heeft. De kinderen reflecteren op hun eigen werk. Ze verantwoorden wat ze gedaan hebben, en waarom ze op deze manier aan de slag zijn gegaan.

Reflectie van de student: Wat wilde ik?

Aan het einde van deze les wilde ik in staat zijn om een fysiek en sociaal-emotioneel veilige leeromgeving (2.1) te creren m.b.t. tot het samenwerken (omgang van leerlingen met elkaar). Dit doe ik door vooraf met de groep in gesprek te gaan over wat samenwerken is. Ik maak duidelijke afspraken met de groep en houd mij hier consequent aan. (1.4/7.3/3.12) Ook wilde ik feedback geven en krijgen van de kinderen. Dit wilde ik formatief en summatief doen. Tijdens de formatieve feedback, laat ik de kinderen weten hoe het gaat en vraag ik ook naar hun mening. Aan het einde van de les wil ik tijdens de summatieve feedback weten wat de kinderen geleerd hebben, wat ze nog moeilijk vinden en wat goed gaat. Ik laat de kinderen weten wat ik van de les vond en wat we samen de volgende keer anders kunnen doen en wat we door moeten zetten. Ik zal me vooral richten op het proces van de kinderen en ik geef groepsgericht feedback.
Wat deed ik? Ik heb de afspraken met de kinderen doorgenomen en de kinderen duidelijk gemaakt, wat ik van ze verwacht. Op het moment dat de kinderen te druk werden en steeds harder gingen praten, heb ik de rust terug gepakt door de aandacht terug te pakken. Vervolgens gewaarschuwd en ze daarna weer aan de slag laten gaan. Aan het einde van de les, heb ik de les gevalueerd met de kinderen. Ik heb gevraagd hoe ze het samenwerken vonden gaan, wat goed ging, wat de volgende keer anders kan en wat ze van de les vonden. Tijdens het werken, heb ik rondgelopen en gevraagd hoe het ging in de groepen. Welke betekenis heeft het voorgaande voor jou?

Positieve ervaringen:

De kinderen waren betrokken. De kinderen wisten zelf al veel af van samenwerken m.b.t. regels. De kinderen wisten voor het werken wat er van hen verwacht werd. Ik heb een aantal antwoorden vanuit het kind laten komen.

Wat anders ging:

Ik had tussendoor klassikaal moeten evalueren over het samenwerken. Nu heb ik het apart per groep gedaan. Hoe nu verder? Ik wil meer werken aan het evalueren met de kinderen. Hoe meer ik dit doe, hoe meer de kinderen bewust worden van hun eigen gedrag. Verder wil ik meer aandacht besteden aan het formatief evalueren (klassikaal). Het samenwerken ging over het algemeen goed (voor een bewerkelijke groep 3). Ik wil meer opdrachten bedenken met coperatieve werkvormen, zodat de kinderen beter leren samenwerken.

Evaluatie van Mentor:


Je lesvoorbereiding was in orde, maar achteraf bleek dat het te lang ging duren ,dus de laatste opdracht heb je niet meer kunnen uitvoeren. De kinderen hebben hard gewerkt en waren heel betrokken. Jammer dat je zoveel tijd kwijt was met het bewaken van de orde. Probeer de volgende keer niet overal op in te gaan. Je geeft zelf aan dat je beter tussendoor klassikaal had kunnen evalueren. In deze situatie was dat niet nodig vind ik. Je evalueerde tussendoor met de groepen en dat verliep goed. Als je steeds de hele groep stil moet leggen om te evalueren gaat er weer veel tijd verloren. De les verliep verder vlot en je hebt met alle groepjes kort besproken hoe het ging. Annemarie Timmerman

Sterkte / Zwakte analyse


Doelen voor dit vakgebied die heel nadrukkelijk teruggekomen zijn in de uitwerking
c. Je bent in staat regels in de groep te bespreken en deze op een juiste manier te hanteren Voordat de kinderen aan hun opdrachten begonnen, ben ik met de kinderen in gesprek gegaan over regels die horen bij het samenwerken. Ik heb eerst geluisterd naar de antwoorden van de kinderen. Op deze manier kon ik inschatten wat de kinderen al wisten over samenwerken. Vervolgens heb ik zelf een paar regels toegevoegd. Vervolgens heb ik een paar kinderen de beurt gegeven die dit moesten herhalen. Tijdens het bespreken van hun werk tussen door, heb ik ook gevraagd hoe het ging met het samenwerken. Ook heb ik dingen die mij opgevallen waren, besproken met de groep. Op het moment dat dingen niet verliepen volgens de afspraken, heb ik consequent gehandeld en ervoor gezorgd dat ze dit wel volgens de regels deden.

k. Je bent in staat om ontwikkelingsgerichte feedback te geven, ontvangen en te waarderen Mijn persoonlijke doelen waren hier specifiek op gericht. Hier heb ik ook veel aandacht aan besteed. De kinderen hebben de gelegenheid gekregen om te vertellen hoe ze te werk zijn gegaan en hoe het samenwerken verliep. Ik heb vervolgens dingen die mijn opvielen (positief/negatief) besproken met de groep.

Doelen die onvoldoende zichtbaar zijn in de uitwerking


f. Je bent in staat een constructieve interactie aan te gaan met de groep met het oog op een (sociaal-emotioneel) veilige leeromgeving Ik ben tijdens deze les vooral bezig geweest met orde houden in de groep. Hierdoor heb ik me minder bezig gehouden met interactie met de kinderen. Hier zou ik de volgende keer wel meer aandacht aan willen besteden. l. Je bent in staat opbrengsten en kwaliteit van leeractiviteiten met collegas open te bespreken Bij deze les hebben we achteraf wel kort besproken hoe de les verlopen was, maar we zijn niet ingegaan op de opbrengsten of kwaliteiten van de leeractiviteiten. Ik denk wel dat het belangrijk is, om dit wel op te pakken, omdat je ik zelf dan ook een beter idee krijg, hoe de kinderen ervoor staan en hoe ik op hun ontwikkeling aan kan sluiten.

Das könnte Ihnen auch gefallen