Sie sind auf Seite 1von 7

Het didactisch groepswerk

Wat is het?
Bij didactisch groepswerk wordt de klas in kleine groepen ingedeeld die zoveel mogelijk onder eigen
verantwoordelijkheid werken aan de uitvoering van een groepstaak. De bedoeling is dat de
leerlingen gedurende een bepaalde tijd intens samen denken en werken. Het resultaat van de
verschillende kleine groepen wordt nadien tot n geheel samengebracht, zodat de klas haar
eenheid behoudt. Essentieel voor groepswerk is dat er samenwerking is binnen de groep, er is een
gezamenlijke verantwoordelijkheid voor de afwerking van een groepstaak. Er zijn verschillende
soorten didactisch groepswerk:
Parallel groepswerk
Alle groepjes werken aan dezelfde taak. Achteraf wordt aan de hele groep verslag uitgebracht. Dit
geeft dan aanleiding tot vergelijking van de groepsresultaten en aanvulling van elkaars bevindingen.
Alle leerlingen zijn immers met het probleem vertrouwd.
Complementair groepswerk
De klas is opgesplitst in subgroepen die werken aan een verschillende opdracht. Deze groepstaken
zijn echter allemaal subtaken van een totaaltaak . Een bepaald thema wordt in verschillende delen
verdeeld en ieder groepje krijgt een bepaald onderdeel toegewezen.
Gemengd groepswerk
Beide vormen (parallel en complementair groepswerk) worden niet steeds gescheiden toegepast. Er
komen vaak combinaties voor:


groepjes paarsgewijze parallel laten werken.

voor een eerste opdracht parallel werken en voor de volgende opdrachten complementair
werken.

Varianten van groepswerk zijn Puzzelgroepen en Roezemoesgroepen

Hoe verloopt het?

Voorbereiding
De probleemstelling
De leerkracht moet in een gesprek met de leerlingen de problematiek en de concrete opdracht
duidelijk en bevattelijk maken. Indien nodig kunnen bepaalde belangrijke leerstofelementen die
voor het uitvoeren van de taak nodig zijn nog even in herinnering gebracht worden. Er kunnen
ook enkele dagen op voorhand voortaken gegeven worden (b.v. materiaal verzamelen, materiaal
ordenen,...)
Duidelijke opdrachten zijn zeer belangrijk voor een geslaagd groepswerk. Het is dan ook
interessant om alle belangrijke gegevens voor de leerlingen op papier te zetten, zodat ze zonder
veel bijkomende vragen aan het werk kunnen gaan.


welke vragen/opdrachten moeten ze beantwoorden.

op welke manier moeten ze antwoorden

welke bronnen/hulpmiddelen moeten ze hiervoor raadplegen.

Het is ook belangrijk dat alle benodigde materiaal geordend klaar ligt.

De planning
Hier worden concrete afspraken gemaakt i.v.m. de groepssamenstelling, praktische organisatie,
verslaggeving, aanduiden van groepsleider en verslaggever, timing, enz.

Tijdens

Vooral in het lager onderwijs is het soms van belang dat men binnen n lesuur klaar is met de
opdracht. De taak van de leerkracht beperkt zich tot het observeren en eventueel hulp bieden.
Bij dit observeren kan je je als leerkracht richten op enerzijds het verzamelen van informatie
i.v.m. het uitwerken van de taak, maar anderzijds ook op het verzamelen van informatie i.v.m. de
manier van samenwerken tussen de groepsleden.

Na
Verslaggeving
Elke groep brengt zijn verslag naar voor (of vult aan bij wat de vorige groep aanbracht). De
gegevens kunnen hierbij aan bord gebracht worden. Bij complementair groepswerk krijgen de

andere groepen de kans om informatieve vragen te stellen; vragen ter verduidelijking van wat
naar voor gebracht wordt.
Daarna volgt de synthese waarbij de leerkracht de leiding heeft. Hij moet de gegevens
overzichtelijk ordenen en eventueel zorgen voor aanvullingen en correcties.

De evaluatie

Bij het afsluiten van het groepswerk kan de leerkracht een oordeel geven over de waarde van het
eindproduct. In hoeverre hebben de verschillende groepjes een degelijk resultaat bereikt?
M.a.w. zijn de inhoudelijke doelstellingen bereikt? We spreken hier van productevaluatie. Maar
hij kan ook een oordeel uitspreken over de manier waarop het product tot stand kwam, de
samenwerking dus. De leerkracht bespreekt hier in hoeverre de leerlingen efficint hebben
samengewerkt. Hier wordt niet het product maar wel het groepsfunctioneren gevalueerd. We
spreken van procesevaluatie.
Heeft men vooral oog voor het oplossen van het probleem, dan spreekt men van taakgericht
groepswerk, waarbij groepswerk gebruikt wordt als middel . Heeft men daarentegen vooral oog
voor wat er zich tussen de leden van de groep afspeelt en staat het aanleren van sociale
vaardigheden op de voorgrond, dan spreekt men van groepsgericht groepswerk, waarbij
groepswerk doel op zich is.
Meestal wordt aan beide aspecten tezelfdertijd aandacht besteed..
De evaluatie kan ook door de leerlingen zelf gebeuren. Begeleidende vragen hierbij kunnen zijn:
hoe kunnen we planmatiger werken? Is het eindproduct van iedereen of waren er duidelijk
profiteurs in de groep? Hoe zouden we door betere afspraken het rendement in de groep
kunnen verhogen?..

Positieve punten = Voordelen




Groepswerk is vooral gericht op het verwerken van leerinhouden en toepassen in nieuwe


situaties.

Er wordt vooral een beroep gedaan op de activiteit van de leerlingen. Groepswerk vraagt
persoonlijke inzet en verantwoordelijkheid voor de uitwerking van de taak door de
leerlingen.

Dit werkt ook zeer motiverend voor de leerlingen. Zelf mogen bepalen wat ze zoeken,
zeggen, schrijven,... vormt een uitdaging met zichzelf.

Via groepswerk worden breed toepasbare methodes en attitudes verworven:

kritische zin verwerven (opvattingen van zichzelf en van anderen in vraag kunnen
stellen en alternatieven bieden)

een taak systematisch aanpakken

een eigen standpunt durven innemen en verdedigen en van zijn standpunt kunnen
afstappen als het verkeerd blijkt.

gericht zijn op nauwkeurigheid en helderheid bij het uitdrukken van ideen.

taken zelfstandig, onder eigen verantwoordelijkheid kunnen oplossen.

Via groepswerk kunnen ook heel wat sociale doelen bereikt worden:
o

tactvol met anderen kunnen omgaan

zich kunnen houden aan onderling gemaakte afspraken

willen en kunnen luisteren naar anderen

...

Schuchtere leerlingen komen in een kleine groep vaak beter aan hun trekken dan in de hele
klasgroep. Ze durven eerder hun bijdrage leveren. Dit geldt ook voor iedereen die slechts
vage of zeer persoonlijke ideen over een thema heeft. Waar dergelijke, soms originele
bijdragen bij klassikale behandeling uitblijven, uit schrik voor een vernietigend oordeel door
de klas, worden ze bij groepswerk gemakkelijker geuit.

Negatieve punten = Nadelen




Groepswerk is minder interessant bij het aanbrengen van basisinformatie of het toelichten
van theoretische begrippen. Het heeft meestal weinig zin om bij de inleiding van een nieuw
stuk leerstof groepswerk toe te passen. De leerlingen hebben voor het opzoeken van
informatie weinig houvast, ze hebben geen referentiekader, ondervinden voortdurend
moeilijkheden met onbekende begrippen,...

Groepswerk stelt veel eisen aan het begeleidingstalent van de leerkracht. Er kunnen zich heel
wat problemen voordoen bij deze werkvorm: de groep kan in de knoei raken door
ongeordend denken, door autoritair optredende leidersfiguren, door emotionele conflicten
tussen groepsleden. Er kunnen leerlingen zijn die zich in de anonimiteit van de groep willen
verstoppen, er kunnen misverstanden ontstaan over de aard van de taak,...

De leerlingen moeten ook leren in groep werken. Geleidelijke progressie naar volwaardig
groepswerk kan b.v. gebeuren door:
o

de leerlingen eerst samen te leren discussiren

ze afspraken te leren maken voor beperkte opdrachten

de leerlingen in kleine groepjes te laten werken (partnerwerk)

te starten met de parallelle vorm van groepswerk

uit te gaan van zeer duidelijk omschreven taken

Aandachtspunten = Tips en valkuilen

Grootte van de groep


De optimale grootte van een groep is afhankelijk van meerdere factoren: de aard van de activiteit, de
beschikbare media, de ruimtelijke mogelijkheden van het lokaal, de leeftijd van de leerlingen en hun
ervaring met groepswerk.
Voor jonge en / of onervaren leerlingen kan men best starten met partnerwerk.
Bij 'echt' groepswerk bestaan de groepen meestal uit 4 6 personen. Bij mr leerlingen per groep
zijn er vaak leerlingen die zich verbergen in de groep of die met hun suggesties nauwelijks aan bod
komen.
Groepssamenstelling
Men kan de leerlingen volledig vrij laten in het samenstellen van de groepjes. Dit biedt het voordeel
dat de leden meestal goed met elkaar kunnen opschieten of een gemeenschappelijke belangstelling
hebben. Zo worden veel conflicten vermeden. Het heeft wel als nadeel dat er weinig efficinte
leerlingencombinaties kunnen ontstaan, bijv. te zwakke groepen of groepen waarin een zeer sterke
leider slaafse volgelingen rond zich schaart of de outsiders komen in n groep,...

Als leerkracht kan je de groepen zelf samenstellen. Meestal opteert men dan voor werken met
heterogene groepen. Bij heterogene groepen verschillen de leerlingen van elkaar op bepaalde
domeinen. Bij homogene groepen worden de individuele verschillen vermeden. Heterogene groepen
stroken meer met de geest waarin bij groepswerk wordt geleerd. In heterogene groepen leert men

rekening houden met het 'anders zijn' van anderen. Sterke leden ondersteunen dan zwakke wat
intellectuele prestaties betreft, maar leren op andere gebieden naar hen luisteren.
De leerkracht kan de groepen samenstellen volgens verschillende criteria, zoals:


de plaats die de leerlingen in de klas innemen (zo vermijdt men veel verplaatsingen bij de
overgang van klassikaal naar groepswerk)

de mate of aard van begaafdheid

het werktype (organisatoren, impulsieven, nauwgezette werkers,)

het sociaal type (leiders, volgelingen,)

de voorkennis en de opvattingen die de leerlingen hebben in verband met het onderwerp.

Werken met homogene groepen qua intellectuele mogelijkheden of interesses kan wel eens
interessant zijn bijv. voor het bereiken van differentile doelstellingen (moeilijkere doelen worden
nagestreefd door sterkere groepen), voor het uitwerken van subtaken waarvoor een bepaalde
interesse vereist is (b.v. uitwerken van decor, muziek, tekst,... bij een toneelstuk)
Groepsleider en verslaggever
Het is wenselijk dat in iedere groep iemand de leiding neemt. Dit houdt onder andere in: verdeling
van de taken, verantwoordelijk voor het gebruik van de media, erop toezien dat de taak naar
behoren wordt uitgevoerd en dat iedereen hierbij meewerkt, tijd in de gaten houden.
Als leerlingen minder met groepswerk zijn vertrouwd, duidt de leerkracht best zelf de leider aan. Het
is wel wenselijk dat alle leerlingen om de beurt eens de leiding mogen waarnemen.
Naast de functie van gespreksleider hebben we ook de functie van verslaggever. Deze twee
opdrachten kunnen we best door twee verschillende leerlingen laten uitvoeren. Van de verslaggever
wordt verwacht dat hij de resultaten van de groep nauwkeurig noteert en dan ook achteraf, tijdens
de rapportering naar voor brengt.
Het is wel van belang dat alle leden van de groep (dus ook andere dan de verslaggever) tijdens de
rapportering informatie kunnen geven als de leerkracht, of medeleerlingen hierom vragen. De groep
als geheel is verantwoordelijk voor het resultaat, niet enkel de verslaggever.

In welke situatie bruikbaar?


Groepswerk kan in alle domeinen aan bod komen. Je vindt hieronder enkele voorbeelden van Wero
en wiskunde.
Parallel groepswerk
o

In verschillende groepjes wordt een collage gemaakt of een sketch samengesteld die de
essentie van een bepaald thema treffend aantoont.

Gegeven een aantal relevante factoren (wegen-infrastructuur, grondstoffen, bevolking,...),


zoeken naar de beste inplanting van een bedrijf.

Uitwerken van voorbeelden bij het thema: 'De geschiedenis herhaalt zich'.

Uitvoeren van allerlei meet- of weegopdrachten . Iedere groep voert dezelfde opdrachten
uit met een doorschuifsysteem. Het gebruik van een doorschuifsysteem is vooral
interessant bij opdrachten die veel materiaal vereisen.

Complementair groepswerk
o

Een visuele impressie geven van de natuur tijdens de 4 jaargetijden. Vier groepen maken
een deel van de 'jaargetijdenband'.

De invloed onderzoeken van de inschakeling van een nieuwe technologie op een van de
volgende terreinen: productiviteit, arbeidsomstandigheden en tewerkstelling, leefmilieu.

Bij observaties i.v.m. het weer verzorgen groepen de registratie van de verschillende
elementen (wind, temperatuur, vochtigheid). Ze stellen er dan samen wekelijks een
weerbulletin mee op of een weersoverzicht van de maand.

Meer weten?

Das könnte Ihnen auch gefallen