Beruflich Dokumente
Kultur Dokumente
Leeractiviteit
leergedrag leerling(en)
Materialen / Organisatie
2 min
Filmpje
5-10 min
Woordweb
3 min
Uitleg
opdracht
5-10 min
Zelfstandig
werken
5 min
Bespreken
en afsluiten
Laptop internet
http://www.schooltv.nl/vide
o/klein-en-groot-rekenenmet-moffel-enpiertje/#q=groot%20en
%20klein
Groot papier
Stiften
Potloden
Werkblad
Werkblad
Potloden
Werkblad
Verantwoording:
Samenwerkend leren:
- Woordweb
- Samenwerken in groepjes
Ik heb voor deze werkvormen gekozen, omdat ik voordat we beginnen de achtergrondkennis wil activeren. Zo denken de kinderen al na
over het onderwerp en gaat de opdracht misschien makkelijker.
Ik wil dat ze samenwerken in groepjes, van ongeveer 4, want dat doen ze eigenlijk niet zo vaak. Ze moeten nu echt samen overleggen
welk antwoord het juiste is. Ze zijn gedwongen om naar te luisteren en erover na te denken. Zo zouden de sterkere kinderen die het
wel snappen de zwakkere kinderen helpen. Zo snapt iedereen wat ze aan het doen zijn.
Reconstructiedidactiek:
- Interactie, want de kinderen moeten met elkaar overleggen over de verschillende plaatjes. Welke is het grootst? Welke is het
kleinst? Ze moeten er samen uitkomen, want ik help ze niet. Er is ook interactie tijdens het maken van de mindmap. Ik en de
kinderen gaan in gesprek over welke dingen er allemaal groot en klein zijn.
- Contexten, want ik heb plaatjes gezocht bij het thema Circus. Dit speelt op dit moment in de klas, want dat is het thema. Ook
heb ik een filmpje gekozen dat goed aansluit op de realiteit van de kinderen. Het filmpje valt onder Moffel en Piertje, maar die
zijn niet te zien in het filmpje.
Eigenlijk komen er nog veel meer dingen uit de reconstructiedidactiek terug, zoals sociale context, want de kinderen moeten met elkaar
in gesprek in de groepjes. Verder is er natuurlijk ook een model. Het filmpje, mindmap en opdracht maakt de kinderen heel duidelijk wat
ze moeten doen. Er wordt veel concreet materiaal gebruikt. Als het kan ook materiaal uit de klas dat ze kunnen vergelijken. Zo spreekt
het ook meer aan bij de beleefwereld van de kinderen.
Activiteit:
Ik ga een activiteit over meten doen. Hierbij ga ik werken aan kerndoel 33. De kinderen doen ervaring op met het vergelijken en
gebruiken daarbij de basis wiskundige termen. De beschrijvingen zijn nog kwalitatief (Oonk, 2011). Deze circus tent is kleiner dan die
dus is deze het kleinst. Ze oefenen met de grootheid lengte en oppervlakte. Dit is ter voorbereiding op het kerninzicht kwantificeren met
maten.
Literatuur:
Tomesen (2009), Tule SLO, geraadpleegd op 13-3-2015, http://tule.slo.nl/RekenenWiskunde/F-L33.html
Feedback mentor
Datum: