Sie sind auf Seite 1von 9

Lesvoorbereidingsformulier Fontys Hogeschool Kind en Educatie, Pabo Eindhoven

Bron: Didactisch model van Gelder

Aanpassingen naar aanleiding van feedback staan in het rood beschreven.


Student(e)
Klas
Stageschool
Plaats

Nikki Schalkx
1C
St. Theresiaschool
Lennisheuvel

Mentor
Datum
Groep
Aantal lln

Iris Vermeer
03-03-2014
4/5
24

Vak- vormingsgebied: Beeldende vorming


Speelwerkthema / onderwerp: Samenwerken, overlapping.
Persoonlijk leerdoel:
-

Organisatorisch competent worden

Signalen van de groep oppakken en niet alleen van leerlingen als individu.

Lesdoel(en):
Kerndoel 55, leerlijn groep 5/6: De leerlingen leren op eigen werk en dat
van andere te reflecteren.
-

De kinderen nemen deel aan reflectiegesprekken.


Ze bespreken hun plannen.
De kinderen bekijken elkaars werk en vergelijken de verschillende
oplossingen die gekozen zijn voor hun idee.
Ze vergelijken het werk met de criteria van de gegeven opdracht
Ze geven hun mening en proberen deze te beargumenteren.
Ze hebben aandacht voor de achterliggende motieven om iets op
een bepaalde manier vorm te geven.
Ze tonen respect voor het werk en de wek- en zienswijze van
anderen.
De kinderen leggen een relatie tussen de oplossingen in hun eigen
werk en die van kunstenaars.

Evaluatie van lesdoelen:


-

Kerndoel 54, Leerlijn groep 3/4: De leerlingen leren beelden, muziek, taal,
spel en beweging te gebruiken, om er gevoelens en ervaringen mee uit te
drukken en om er mee te communiceren.
-

De kinderen verkennen en onderzoeken binnen de context van het


onderwerp de mogelijkheden van beeldaspecten (ruimte, kleur,
vorm, textuur en compositie).
De leerlingen weten wat overlapping betekent en kunnen dit
toepassen in hun tekening.

De kinderen bespraken tijdens het tekenen met elkaar hoe hun werk eruit zag en
wat er beter kon (reflectiegesprekken). Daarnaast hebben we in de evaluatie een
aantal dingen met elkaar besproken over de les.
De leerlingen bespraken samen hun plannen over wat ze gingen maken.
Sommigen deden dit d.m.v. steen, papier, schaar wanneer zij er niet uit kwamen.
De kinderen bekeken elkaars werk en vergeleken de verschillende oplossingen
die gekozen werden voor hun idee.
De leerlingen vergeleken het werk met de criteria van de gegeven opdracht
(voorbeeld op het bord)
De leerlingen hadden hun eigen mening en beargumenteerden deze. Groep 4
had hier nog moeite mee, maar het was ook een les doel voor groep 5. Een
enkeling uit groep 4 kon dit al wel.
De leerlingen hadden aandacht voor de achterliggende motieven om iets op een
bepaalde manier vorm te geven (overlapping). Ze begrepen dat je hiermee
ruimte kon creren op plat vlak.
De kinderen legden een relatie tussen de oplossingen in hun eigen werk en die
van kunstenaars. Zo was er bijvoorbeeld n team die twee kunstwerken van
Keith Haring door elkaar mixte en er een eigen werk van maakte.

De kinderen verkenden en onderzochten de mogelijkheden van beeldaspecten.


Dit deden zij in overleg met leerlingen uit groep 5, omdat ze er soms zelf nog niet
helemaal uit kwamen.

De leerlingen wisten wat overlapping betekende en konden dit allemaal


toepassen in hun tekening. Na de instructie was er n leerling die het nog niet
helemaal begreep, dus heb ik deze leerling na de instructie nog even uitgelegd
wat dit inhield. Hierna kon ook deze leerling aan de slag en ze heeft een
prachtige tekening gemaakt die aansloot bij de opdracht.

Beginsituatie:
In de vorige tekenles hebben de leerlingen hun eigen straat moeten tekenen. Op een aantal van deze tekeningen heb ik een analyse uitgevoerd om te kunnen bepalen
wat het gemiddelde niveau van de leerlingen is op dit vakgebied.

Bevindingen analysen kindertekeningen


Het is duidelijk te zien dat alle leerlingen zich nog in de periode van de gecodeerde werkelijkheid bevinden. Een enkeling is al wel de overstap aan het maken naar de
zichtbare werkelijkheid. Dit wil zeggen dat de meeste leerlingen het bijvoorbeeld nog lastig vinden om een driedimensionaal beeld op plat vlak te realiseren. Het
interesseert hen echter ook nog niet zo veel. De enkeling die de overstap aan het maken is naar de zichtbare werkelijkheid, is al bezig met het tekenen in 3D, maar
begrijpt nog niet helemaal hoe dit moet. Deze talenten gaan dat de komende jaren steeds beter leren door veel te oefenen.
In vrijwel alle tekeningen zie ik het begrip omklapping terug komen. Dit wil zeggen dat bijvoorbeeld een weg van boven is getekend en de huizen liggen als het ware
naast de weg op de grond. De huizen zijn niet van boven te zien net als de weg, maar van de zijkant. Een enkeling heeft een plattegrond gemaakt van zijn straat om
het beeld op plat vlak te kunnen weergeven.
Daarnaast zie ik in bijna alle tekeningen het begrip afzonderlijke plaatsing terug. De leerlingen beseffen nog niet dat je een boom bijvoorbeeld voor een huis kan
tekenen in plaats van er naast. Over een rij bomen over elkaar heen in plaats van boven elkaar. Alle objecten zijn afzonderlijk geplaatst, zonder overlapping.
De leerlingen maken gebruik van objectkleuren. Dit wil zeggen dat de objecten de kleuren krijgen die ze ook daadwerkelijk zijn. Op deze manier coderen de leerlingen
de werkelijkheid.
Verder zie ik dat veel leerlingen schematekenen. De leerlingen hebben naar mijn idee al ooit een huis in 3D leren tekenen of knutselen. Zij doen dat nu nog steeds op
dezelfde manier, omdat ze weten hoe dit moet. Het is dus de makkelijkste weg en ze tekenen het huis op die manier zonder er verder over na te denken.
Op sommige tekeningen is er hierdoor sprake van automatische herhaling. De huizen op de tekening worden herhaald, maar steeds slordiger getekend. Er wordt dus
geen moeite voor gedaan.

Typering gemiddelde leerling


De typering van de gemiddelde leerling is dus dat de leerling in de periode van de gecodeerde werkelijkheid zit. Deze leerling maakt gebruik van omklapping en
afzonderlijke plaatsing om de ruimte op plat vlak te kunnen weergeven. De kleuren die de leerling gebruikt coderen de werkelijkheid. De leerling tekent schematische
huizen.

Verantwoording van de les


Omdat deze les bedoeld is voor een combinatieklas, heb ik er voor gekozen om de leerlijn van groep 5/6 te hanteren bij kerndoel 55 en de leerlijn van groep 3/4 bij
kerndoel 54. Hierdoor hebben allebei de groepen een gedifferentieerd beoordelingsniveau.
De leerlingen van groep 5 zullen trots zijn dat zij leerlingen van groep 4 mogen begeleiden tijdens het tekenen. De leerlingen van groep 4 leren weer aspecten van
groep 5 tijdens het samenwerkingsproces.
Voor de volgende les kies ik daarom voor een samenwerkingsopdracht die aansluit bij het niveau van de gemiddelde leerling. In deze opdracht gaan de leerlingen het
werk van Keith Haring bekijken. Keith Haring is een Engelse kunstenaar. Hij maakt moderne kunst. Daarnaast is een les doel dat de leerlingen gaan leren wat
overlapping betekent. Zij gaan dit leren toepassen in hun tekening.

Lesverloop
Tijd

Leerinhoud Didactische handelingen


Leraar

Leeractiviteit
leergedrag leerling(en)

Materialen / Organisatie

7 minuten.

Instructie

1. Ik vraag de aandacht van de groep


d.m.v. het handsignaal.
2. Vervolgens, wanneer iedereen stil is,
geef ik een korte instructie met behulp
van de PowerPoint.
3. Na de PowerPoint ga ik na of het voor
de leerlingen duidelijk is d.m.v. een
vragenrondje. De leerlingen stellen
vragen aan mij en ik stel vragen aan
hen.
4. Na de uitleg vertel ik wat de leerlingen
nodig hebben om mee te nemen naar
het crealokaal.
5. Als ik dat verteld heb, noem ik de
tweetallen die ik gemaakt heb op.
6. De leerlingen zoeken hun tekenmaatje
en lopen rustig naar het crealokaal.
7. Zij gaan daar aan een tafel zitten waar
een A3 vel al klaar ligt.

1. De leerlingen zien het handsignaal en wijzen elkaar er


op dat het belangrijk is om op dit moment stil te zijn.
2. De leerlingen kijken mee naar de PowerPoint. Bij de dia
van Keith Haring geven leerlingen antwoord op mijn
vragen.
3. De leerlingen stellen vragen aan mij.
4. De leerlingen pakken hun spullen om mee te nemen
naar het crea lokaal.
5. De leerlingen luisteren naar welke tweetallen ik heb
gemaakt.
6. De leerlingen zoeken hun tekenmaatje en lopen rustig
naar het crealokaal
7. Zij gaan daar aan een tafel zitten waar een A3 vel al
klaar ligt.

Materialen:
PowerPoint
Stiften
Potloden
A3 papier
Voorbeeld op het bord in
het crealokaal

Organisatie:
De instructie in de
klas en de
uitvoering in het
crealokaal.
A3 papier
klaarleggen in het
crealokaal.
Tweetallen maken
(iemand uit groep
4 met iemand uit
groep 5)

23 minuten kern

Ik stuur de leerlingen aan om aan de slag te


gaan. Ik loop rond om te kijken waar ik een
leerling verder kan helpen. Zo kan ik zien of
mijn lesdoelen worden bereikt en de leerlingen
stimuleren in hun ontwikkeling.

De leerlingen zijn samen aan het werk. Tijdens het tekenen


zien we een aantal aspecten vanuit de leerlijn terug:
-

Materialen:
Potloden
A3 papier
De kinderen nemen deel aan reflectiegesprekken.
Stiften
Ze bespreken hun plannen.
Voorbeelden op het bord in
De kinderen bekijken elkaars werk en vergelijken de het crealokaal
verschillende oplossingen die gekozen zijn voor hun
idee.
Organisatie:
Ze vergelijken het werk met de criteria van de
Observeren
gegeven opdracht
Rondlopen
Ze geven hun mening en proberen deze te
Helpen
beargumenteren.
Ze hebben aandacht voor de achterliggende
motieven om iets op een bepaalde manier vorm te
geven.
Ze tonen respect voor het werk en de wek- en
zienswijze van anderen.
De kinderen leggen een relatie tussen de
oplossingen in hun eigen werk en die van
kunstenaars.

5 minuten

Slot

Vijf minuten vr tijd vertel ik de leerlingen dat


Groep 4 en 5 ruimen hun spullen op en gaan weer rustig op
het tijd is om op te ruimen.
hun plek zitten. Na n minuut is iedereen stil. De leerlingen
Ik stuur de leerlingen aan om goed op te
die niet stil zijn, komen op het bord.
ruimen. Iedereen gaat pas het lokaal uit als
alles netjes is.
Wanneer het lokaal opgeruimd is, vertel ik
tegen de leerlingen dat zij hun tekening, met
naam erop, op de instructietafel moeten leggen.
En daarna weer rustig gaan zitten.
Hierna kunnen we bespreken wat de leerlingen
deze les geleerd hebben en hoe de
samenwerking ging. Ik stel vragen als: wat
hebben jullie geleerd? Hoe hebben jullie naar
elkaars werk gekeken om je eigen werk beter te
maken? Hoe hebben jullie met je maatje
besloten wat je ging maken? Ben je tevreden
met het werk dat je gemaakt hebt? Dit gebeurt
klassikaal d.m.v. bordwerk, omdat de leerlingen
al verbonden zijn door de samenwerking tijdens
de kern.

Organisatie:
Tijd in de gaten
houden
Lokaal pas
verlaten als alles
netjes is.
Tekening met
naam erop op de
instructietafel.

Persoonlijke reflectie
De kinderen waren enthousiast en met het doel van de les bezig. De instructie was duidelijk voor hen. Het samenwerken tijdens beeldende
vorming was nieuw voor de leerlingen, maar ze vonden dit heel leuk, omdat ik teams had gemaakt op basis van de sociogram. Voor de
volgende keer moet ik de instructie niet te lang houden, want ik kwam tijd te kort voor de verwerking van de opdracht. Nu moeten ze dat
volgende week afmaken. Daarnaast was ik vergeten te vertellen wat er met de tekeningen moest gebeuren die klaar waren. Hierdoor werd
het een chaos in de klas. Leerlingen kwamen massaal bij mij vragen waar ze hun tekening moesten laten. Het leerdoel organisatorisch
competent worden is voor deze les dus niet helemaal behaald, helaas.

Feedback mentor
Datum: 03-03-2015

Das könnte Ihnen auch gefallen