Beruflich Dokumente
Kultur Dokumente
Hier heb ik dus veel aan gewerkt de afgelopen periode. Zowel mijn mentor als ik
vinden het een leerzame werkvorm. De werkvorm hanteren gaat op den duur ook
veel gemakkelijker. Op het begin was het lastig om een coperatieve werkvorm
goed voor te bereiden. Na een tijdje ging dat veel beter. Je leert beter de orde te
handhaven over de groepjes. Je gaat steeds beter inzien wanneer er groepjes zijn
die vastlopen. Door een coperatieve werkvorm gaan de leerlingen
samenwerken. Hierdoor sluiten de minder sociale leerlingen aan bij de andere
leerlingen. Om het goed te laten verlopen moet je coperatief leren tijdens de les
bevorderen. Je moet dus standaard A.3 leiding geven aan het groepsproces. Je
moet dan zicht hebben op de groepjes leerlingen( competent 1.1) en je moet een
goede effectieve leercommunicatie krijgen( competent 1.3). Je moet leerlingen
positief stimuleren tijdens het werken. Het zicht houden op groepjes leerlingen
ging me goed af. Je kan goed zien wanneer leerlingen vast lopen. Dat zag je
bijvoorbeeld goed bij de taalopdracht. Een aantal stappen waren onduidelijk door
mij geformuleerd. Ze wisten namelijk niet hoe ze moesten beginnen aan het
betoog. Hierdoor moet je het klassikaal bespreken zodat de leerlingen weer aan
de slag kunnen. Je moet ook duidelijk zijn en je grenzen aangeven. Dit was ook
mijn persoonlijk leerdoel voor de afgelopen periode. Dit persoonlijk leerdoel ben
ik meer gaan integreren in mijn les. Voorheen deed ik dat te weinig. Ik had wel
een persoonlijk leerdoel, maar paste dat niet toe in mijn les. Nu heb ik dat wel
gedaan en dan zie je dat het ook steeds beter gaat. Je bent in je les bezig om de
orde te handhaven. Je spreekt bijvoorbeeld duidelijke regels met de leerlingen. Ik
ben ook bewust bezig met mijn spraak. Ik probeer rustig n duidelijk te praten,
waardoor de leerlingen mij kunnen verstaan. Ik heb enkele keren feedback
gevraagd aan mijn werkplekbegeleidster en die merkte niet dat ik te snel heb
gepraat. Dit duidt erop dat het al een stuk beter gaat. Om coperatief te werken
moet je ook de leeromgeving inrichten( competent 4.7). Ik heb ervoor gezorgd
dat al mijn spullen klaar stonden. Ik heb spullen geleend van bijvoorbeeld school.
Zo heb ik de boomwhackers voor muziek geleend bij school. Wanneer je spullen
hebt klaarliggen werkt dat erg prettig.
Om kerndoelen en leerlijnen aan te sluiten bij de lessen heb ik de vorige periode
vooral geleerd. Wat ik wel heb geleerd is dat je met de leerlingen ook goed kunt
evalueren over je lesdoelen. Ik heb dus competentie 3.11 bijgeleerd. Dat is
leerprocessen observeren en registreren. Dit sluit aan bij standaard B.1
leerdoelen stellen. Ik heb ook geleerd dat je zowel proces als productdoelen als
lesdoel kan hebben. Voorheen gebruikte ik vooral productdoelen. Nu laat ik zien
dat ik meer procesdoelen heb gebruikt. Bij beeldende vorming heb ik een
procesdoel gebruikt. Het doel luidt als volgt: '' De leerlingen ontwikkelen het
beeldend vermogen'' Dit is de basis voor beeldende vorming. Schasfoort, B. (2012).
Ik heb ook geleerd dat je door goede evaluatievormen ervoor kan zorgen dat je
de productdoelen na kan kijken. Het is wel moeilijk om een goede evaluatie te
kiezen. Door middel van welke vragen zorg je ervoor dat je kan reflecteren op
lesdoelen. Ik heb zoveel mogelijk open vragen gesteld. Hierdoor krijg je een
ruimer antwoord van de leerlingen. Zo heb ik bij het vak geschiedenis gevraagd:
Leg het kenmerkende aspect nu eens in eigen woorden uit. Door deze vraag kun
je bekijken of de leerlingen het kenmerkende aspect hebben begrepen.
Gedurende de periode ging dat steeds beter. Ik kies nu bewust een evaluatie bij
een bepaald lesdoel. Ik heb ook veel evaluatie gebruikt door actief te luisteren
naar de leerlingen. Door vragen te stellen als wat heb je geleerd? Hoe ging de
samenwerking? Zo kan je ook achter je lesdoelen komen. Ik kan ook benoemen
wat ik ervan vindt en daardoor geef je feedback aan de leerlingen. Hierdoor heb
ik competentie 3.13 feedback aan leerlingen. Dit sluit aan bij standaard A.4
interactie aangaan met de groep.
Deze periode ben ik begonnen door duidelijk mijn grenzen aan te geven. Dit was
ook mijn persoonlijk leerdoel. Ik heb verteld welke regels er zijn bij mij. Mijn
persoonlijk leerdoel laat ik duidelijk terugkomen in mijn lessen. Ik zorg voor
duidelijke regels zodat ze weten waar ze bij mij aan toe zijn. Hier ben ik in mijn
afgelopen stageplek misschien iets te laat mee begonnen. Door de duidelijke
regels wil een fysiek en sociale-emotionele veilige leeromgeving creren. Dit is
een competentie namelijk 2.1. Dat past dan weer bij standaard A.1, namelijk het
bespreken van en omgaan met regels. Dit heb ik ook geleerd tijdens deze
periode.
Deze competenties heb ik de afgelopen periode goed geleerd. Hierdoor kan ik
een goede werkvorm inzetten, namelijk een coperatieve werkvorm. Dit was de
belangrijkste opdracht de afgelopen periode. Door veel te oefenen gaat het
steeds beter. Ik kan de samenwerking tussen leerlingen bevorderen. Dat doe ik
door middel van duidelijk uitleggen dat ze elkaar gaan helpen en samen een
mooi product moeten gaan maken. Ik heb ook de zelfredzaamheid van de
leerlingen bevorderd. Ze konden altijd met ragen komen wanneer ze iets niet
begrepen. Ik ben beter in staat een coperatieve werkvorm te leiden dan
hiervoor. Dat is een flinke leerwinst. Dus ik ben in staat een Leeractiviteit te
begeleiden (standaardD.1). Dus ik ben in staat een coperatieve werkvorm te
leiden. Ik ben er hierdoor meer van overtuigt dat leerlingen werkelijk leren van en
met elkaar. Coperatief onderwijs moet meer gaan plaatsvinden i mijn visie. De
werkvorm kan goed worden ingezet om je lesdoel te behalen. Ik zal in de
toekomst meer coperatieve lessen geven, omdat de leerlingen leren van en met
elkaar en je het mooi kan aftemmen op bepaalde lesdoelen. Dit kan je doen door
de kenmerken die ik hierboven heb geleerd. Deze werkvormen probeer ik vaker
in te zetten. Ik merk dat je hoe vaker je het gebruikt er steeds meer van leert.
Ik heb ook geleerd dat ik kan reflecteren op andermans werk. Ik heb
gereflecteerd op andere lessen van studiegenoten. Ik heb uitgebreide feedback
gegeven. Klik hier voor nog een voorbeeld. Deze feedback werd gewaardeerd
door de studiegenoten. Wanneer je andere lessen nakijkt zie je ook goede dingen
die je zelf kan gebruiken volgende keer. Het is belangrijk dat je goede feeback
kan geven op andere medestudenten. Hierdoor ontwikkel je jezelf. Dat zie je aan
het voorbeeldje dat ik net heb gegeven. Ze hebben ook op mijn lessen feedback
gegeven en dat heb ik ook gewaardeerd. Hier heb je erg veel aan. Je ziet dingen
die je beter niet kan doen volgende keer, maar ook dingen die je juist goed doet.
De afgelopen periode was heel leerzaam. Je leert weer anders kijken naar een
klas. Je let er nu meer op hoe een groep in elkaar zit. Je leert ook nieuwe
werkvormen creren, waardoor je weer een andere visie krijgt op onderwijs. Het
is leerzaam dat je steeds met nieuwe werkvormen in aanraking komt. Hierdoor
ontwikkel je steeds een nieuwe visie op onderwijs en kun je je onderwijs
differentiren.
Groepstypering
Naam: Jasper Smits
Klas: P14EhvC
Datum: 3-3-2015
Basisschool de Ruimte
Inleiding
In dit document probeer ik u meer informatie te geven over groep 6/7. Ik probeer
de groep zo goed mogelijk te typeren. Om dit te bereiken heb ik veel gesprekken
gehad met mijn mentor. Ik heb ook de groep geobserveerd in zijn geheel. Ik heb
verder ook nog gesprekken gehad met de leerlingen zelf. Ze hebben een
sociogram ingevuld. Aan deze voorwaarden maak ik een typering voor de groep.
Regels in de klas:
- niet eten/drinken
- wil je iets zeggen, dan steek je je vinger op
- er wordt niet geschreeuwd
Deze regels zijn belangrijk voor het lesgeven.
naar de volgende leerling. Je zag wel meteen dat de leerling opkeek en mee deed
met de les(zie reflectie dag 1). Het is ook een mentor die van een grapje houdt.
Dat viel me la op toen ik in de andere klas stage liep. De leerlingen vinden haar
ook wel leuk, want ze lachen regelmatig.
Kritische analyse
Naam: Jasper Smits
Klas: P14EhvC
Datum: 4-3-2015
Basisschool de Ruimte
didactische werkvormen als wandel en wissel uit. Hierdoor zijn ze wel verplicht
om met degene die naast ze staan te praten/ antwoorden uit te wisselen.
coperatieve werkvorm moet ik wel duidelijk groepen vormen. Laat ze zelf geen
groepjes maken, want dan wordt het te gezellig. Het is dan belangrijk dat ik zelf
groepjes maak.
- Houd de kinderen erg kort. Ik geef duidelijk grenzen aan wat wel en niet mag.
Dit is zowel voor jou als voor de kinderen fijn.
- Betrek ieder kind bij de les. Je moet ook de beurt geven aan kinderen die wat
minder vaak aan het woord zijn. Hierdoor stimuleer je het kind. Voor verdere
uitleg over het betrekken van een kind zie je onder het kopje 'doelen voor
individuele samenwerking'.
Sarah:
Sarah is een meisje die weinig goede sociale contacten heeft in de groep. Ze
wordt niet vaak gekozen door andere medeleerlingen. Ze heeft een sociale
achterstand.
Doel: Ik wil dat Sarah meer sociale contacten krijgt in de klas. Dat zal niet zo
maar lukken, maar ik ga een begin zetten tot samenwerking met andere
kinderen.
Aanpak: Ik ga dit doen door meer coperatieve werkvormen toe te passen.
Hierdoor is ze gedwongen tot samenwerken met andere leerlingen. Ik geef haar
veiligheid binnen een groep. Ik zal haar ook belonen nadat ze een presentatie
heeft gegeven voor de klas.
Sanne
Sanne is een meisje uit groep 6. Ze heeft een cognitieve achterstand op rekenen.
Doel: Ik wil dat Sanne beter wordt met rekenen. Ik ga proberen steeds betere
stappen te zetten, wardoor ze beter aan kan sluiten met de lessen.
Aanpak: Ik ga elke week met haar alleen rekenen. Hierdoor wordt ze daar steeds
beter in.
Werkvormen
Bij ons op school zijn ze wel bekend met alle soorten werkvormen. Ze werken
vooral veel in een eigen schriftjes. Ik heb tot nu toe nog niet veel gezien dat ze
coperatief aan het werk waren. Misschien zal ik dit de komende periode nog wel
zien.
Persoonlijk ben ik er voor dat er verschillende werkvormen worden toegepast.
Mijn mentor is het hier mee eens. Dit vinden de leerlingen ook fijn.
De komende periode gaan we vooral werken met de coperatieve vorm. Bij groep
6 zal ik dit andere moeten gaan aanpakken dan bij groep 7. Ik ga de volgende
werkvormen aanpakken.
Groep 6: wandel en wissel uit. Hierdoor moeten ze antwoorden uitwisselen
waarbij ze in de buurt staan. Hierdoor wordt de banden tussen de personen
hechter.
Groep 7: Genummerde hoofden. Hierdoor probeer ik ervoor te zorgen dat ze
meer uit zichzelf halen. Ze delen antwoorden en zo leren ze van elkaar. Het is ook
fijn voor de medeleerling die sociaal contact nodig heeft.