Sie sind auf Seite 1von 10

Kritische reflectie

In de kritische reflectie ga ik beschrijven hoe ik ben gegroeid naar een betere


leraar. Ik ga zeggen aan welke doelen ik heb gewerkt. Ik ga ook benoemen welke
activiteiten ik heb ingezet als leraar.
Ik heb door deze opdracht een beter beeld over hoe een groep, in dit geval groep
6/7, in elkaar zit. De vorige periode ben ik meer gaan inzoomen over het
individuele kind. Ik heb toen rekening gehouden met 'de zone van actuele en
naaste ontwikkeling'. Nu heb ik meer gekeken over de groep. Welke kenmerken
heeft een groep en hoe moet ik daar rekening mee houden in mijn les? Dit staat
allemaal in de groep en kritische analyse die ik heb gemaakt. Deze kunt u ook
bekijken op mijn website.
Om achter die kenmerken te komen heb ik een aantal dingen gedaan. Ik heb een
als eerste een dag geobserveerd. Ik heb gekeken hoe de groep is. Ik heb een
aantal kenmerken van de groep kunnen vaststellen. Deze kenmerken vindt u in
mijn groepstypering. Ik heb ook gekeken welke rollen er zijn in de groep. Zo zijn
er leerlingen die de leidende rol hebben. Zij hebben het grootste woord en zij
bepalen wat er gebeurt in de klas. Ik heb ook een appellant kunnen ontdekken.
Zij krijgt vaak de schuld van bepaalde dingen. Wanneer ze een grap verteld lacht
er niemand. Ze is een beetje de 'zondebok'. Er is ook een joker. Hij maakt altijd
een grapje en zorgt ervoor dat de sfeer goed blijft. Daarna heb ik een gesprek
gehad met mijn mentor. Hierdoor ben ik nog meer te weten gekomen over hoe de
groep in elkaar zit. Ik heb verteld dat ik meer moet komen te weten over de
groep. Ze heeft me bepaalde kenmerken gegeven en ze vroeg of ik dat ook zag.
Ze heeft ook gezegd dat het goed is dat je verschillende werkvormen hanteert.
De groep is enthousiast, maar enkele leerlingen moet je wel in bedwang houden.
Ze vragen dan teveel aandacht, waardoor andere leerlingen er in meegaan. Dit is
vervelend voor de leerlingen die wel rustig willen werken. Ze kunnen goed
werken, maar als er een docent niet in dezelfde ruimte is, dan wordt het te
gezellig. Dit is misschien een mooi persoonlijk leerdoel. Hoe zorg je ervoor dat de
klas ook rustig aan het werk gaat, als ik een andere groep een instructie geef.
Daarna heb ik de leerlingen een sociogram laten invullen. Ik kreeg hierdoor meer
een idee wie met wie overweg kon. Er waren enkele leerlingen die buiten het
bootje vielen.
Een coperatieve werkvorm zorgt voor hechting van de groep en dat heb ik dus
veel gebruikt. Dit waren de dingen die mij waren opgevallen na de eerste dag.
Verder valt me gedurende de periode veel meer op. Dan leer je de groep pas echt
kennen. Je ziet dan beter de onderlinge relaties. Door zelf les te geven weet je
war de groep wel en minder goed kan. Dus wat kan je wel en niet inzetten in de
les. Dus ik heb de afgelopen periode meer naar de groep gekeken.
Ik heb ook meer kennis gemaakt met coperatief werken. Hierdoor heb ik
standaard B.2 leeractiviteiten ontwerpen beter onder de knie. Ik heb vooral
gewerkt aan competentie 3.6 werkvormen en groeperingvormen. Je leert nieuwe
werkvormen kennen, zoals de coperatieve werkvorm. De leerlingen moeten
samen werken en dus samen leren. Hier had ik nog geen kennis mee gemaakt.

Hier heb ik dus veel aan gewerkt de afgelopen periode. Zowel mijn mentor als ik
vinden het een leerzame werkvorm. De werkvorm hanteren gaat op den duur ook
veel gemakkelijker. Op het begin was het lastig om een coperatieve werkvorm
goed voor te bereiden. Na een tijdje ging dat veel beter. Je leert beter de orde te
handhaven over de groepjes. Je gaat steeds beter inzien wanneer er groepjes zijn
die vastlopen. Door een coperatieve werkvorm gaan de leerlingen
samenwerken. Hierdoor sluiten de minder sociale leerlingen aan bij de andere
leerlingen. Om het goed te laten verlopen moet je coperatief leren tijdens de les
bevorderen. Je moet dus standaard A.3 leiding geven aan het groepsproces. Je
moet dan zicht hebben op de groepjes leerlingen( competent 1.1) en je moet een
goede effectieve leercommunicatie krijgen( competent 1.3). Je moet leerlingen
positief stimuleren tijdens het werken. Het zicht houden op groepjes leerlingen
ging me goed af. Je kan goed zien wanneer leerlingen vast lopen. Dat zag je
bijvoorbeeld goed bij de taalopdracht. Een aantal stappen waren onduidelijk door
mij geformuleerd. Ze wisten namelijk niet hoe ze moesten beginnen aan het
betoog. Hierdoor moet je het klassikaal bespreken zodat de leerlingen weer aan
de slag kunnen. Je moet ook duidelijk zijn en je grenzen aangeven. Dit was ook
mijn persoonlijk leerdoel voor de afgelopen periode. Dit persoonlijk leerdoel ben
ik meer gaan integreren in mijn les. Voorheen deed ik dat te weinig. Ik had wel
een persoonlijk leerdoel, maar paste dat niet toe in mijn les. Nu heb ik dat wel
gedaan en dan zie je dat het ook steeds beter gaat. Je bent in je les bezig om de
orde te handhaven. Je spreekt bijvoorbeeld duidelijke regels met de leerlingen. Ik
ben ook bewust bezig met mijn spraak. Ik probeer rustig n duidelijk te praten,
waardoor de leerlingen mij kunnen verstaan. Ik heb enkele keren feedback
gevraagd aan mijn werkplekbegeleidster en die merkte niet dat ik te snel heb
gepraat. Dit duidt erop dat het al een stuk beter gaat. Om coperatief te werken
moet je ook de leeromgeving inrichten( competent 4.7). Ik heb ervoor gezorgd
dat al mijn spullen klaar stonden. Ik heb spullen geleend van bijvoorbeeld school.
Zo heb ik de boomwhackers voor muziek geleend bij school. Wanneer je spullen
hebt klaarliggen werkt dat erg prettig.
Om kerndoelen en leerlijnen aan te sluiten bij de lessen heb ik de vorige periode
vooral geleerd. Wat ik wel heb geleerd is dat je met de leerlingen ook goed kunt
evalueren over je lesdoelen. Ik heb dus competentie 3.11 bijgeleerd. Dat is
leerprocessen observeren en registreren. Dit sluit aan bij standaard B.1
leerdoelen stellen. Ik heb ook geleerd dat je zowel proces als productdoelen als
lesdoel kan hebben. Voorheen gebruikte ik vooral productdoelen. Nu laat ik zien
dat ik meer procesdoelen heb gebruikt. Bij beeldende vorming heb ik een
procesdoel gebruikt. Het doel luidt als volgt: '' De leerlingen ontwikkelen het
beeldend vermogen'' Dit is de basis voor beeldende vorming. Schasfoort, B. (2012).
Ik heb ook geleerd dat je door goede evaluatievormen ervoor kan zorgen dat je
de productdoelen na kan kijken. Het is wel moeilijk om een goede evaluatie te
kiezen. Door middel van welke vragen zorg je ervoor dat je kan reflecteren op
lesdoelen. Ik heb zoveel mogelijk open vragen gesteld. Hierdoor krijg je een
ruimer antwoord van de leerlingen. Zo heb ik bij het vak geschiedenis gevraagd:
Leg het kenmerkende aspect nu eens in eigen woorden uit. Door deze vraag kun
je bekijken of de leerlingen het kenmerkende aspect hebben begrepen.
Gedurende de periode ging dat steeds beter. Ik kies nu bewust een evaluatie bij

een bepaald lesdoel. Ik heb ook veel evaluatie gebruikt door actief te luisteren
naar de leerlingen. Door vragen te stellen als wat heb je geleerd? Hoe ging de
samenwerking? Zo kan je ook achter je lesdoelen komen. Ik kan ook benoemen
wat ik ervan vindt en daardoor geef je feedback aan de leerlingen. Hierdoor heb
ik competentie 3.13 feedback aan leerlingen. Dit sluit aan bij standaard A.4
interactie aangaan met de groep.
Deze periode ben ik begonnen door duidelijk mijn grenzen aan te geven. Dit was
ook mijn persoonlijk leerdoel. Ik heb verteld welke regels er zijn bij mij. Mijn
persoonlijk leerdoel laat ik duidelijk terugkomen in mijn lessen. Ik zorg voor
duidelijke regels zodat ze weten waar ze bij mij aan toe zijn. Hier ben ik in mijn
afgelopen stageplek misschien iets te laat mee begonnen. Door de duidelijke
regels wil een fysiek en sociale-emotionele veilige leeromgeving creren. Dit is
een competentie namelijk 2.1. Dat past dan weer bij standaard A.1, namelijk het
bespreken van en omgaan met regels. Dit heb ik ook geleerd tijdens deze
periode.
Deze competenties heb ik de afgelopen periode goed geleerd. Hierdoor kan ik
een goede werkvorm inzetten, namelijk een coperatieve werkvorm. Dit was de
belangrijkste opdracht de afgelopen periode. Door veel te oefenen gaat het
steeds beter. Ik kan de samenwerking tussen leerlingen bevorderen. Dat doe ik
door middel van duidelijk uitleggen dat ze elkaar gaan helpen en samen een
mooi product moeten gaan maken. Ik heb ook de zelfredzaamheid van de
leerlingen bevorderd. Ze konden altijd met ragen komen wanneer ze iets niet
begrepen. Ik ben beter in staat een coperatieve werkvorm te leiden dan
hiervoor. Dat is een flinke leerwinst. Dus ik ben in staat een Leeractiviteit te
begeleiden (standaardD.1). Dus ik ben in staat een coperatieve werkvorm te
leiden. Ik ben er hierdoor meer van overtuigt dat leerlingen werkelijk leren van en
met elkaar. Coperatief onderwijs moet meer gaan plaatsvinden i mijn visie. De
werkvorm kan goed worden ingezet om je lesdoel te behalen. Ik zal in de
toekomst meer coperatieve lessen geven, omdat de leerlingen leren van en met
elkaar en je het mooi kan aftemmen op bepaalde lesdoelen. Dit kan je doen door
de kenmerken die ik hierboven heb geleerd. Deze werkvormen probeer ik vaker
in te zetten. Ik merk dat je hoe vaker je het gebruikt er steeds meer van leert.
Ik heb ook geleerd dat ik kan reflecteren op andermans werk. Ik heb
gereflecteerd op andere lessen van studiegenoten. Ik heb uitgebreide feedback
gegeven. Klik hier voor nog een voorbeeld. Deze feedback werd gewaardeerd
door de studiegenoten. Wanneer je andere lessen nakijkt zie je ook goede dingen
die je zelf kan gebruiken volgende keer. Het is belangrijk dat je goede feeback
kan geven op andere medestudenten. Hierdoor ontwikkel je jezelf. Dat zie je aan
het voorbeeldje dat ik net heb gegeven. Ze hebben ook op mijn lessen feedback
gegeven en dat heb ik ook gewaardeerd. Hier heb je erg veel aan. Je ziet dingen
die je beter niet kan doen volgende keer, maar ook dingen die je juist goed doet.
De afgelopen periode was heel leerzaam. Je leert weer anders kijken naar een
klas. Je let er nu meer op hoe een groep in elkaar zit. Je leert ook nieuwe
werkvormen creren, waardoor je weer een andere visie krijgt op onderwijs. Het
is leerzaam dat je steeds met nieuwe werkvormen in aanraking komt. Hierdoor
ontwikkel je steeds een nieuwe visie op onderwijs en kun je je onderwijs
differentiren.

Groepstypering
Naam: Jasper Smits
Klas: P14EhvC
Datum: 3-3-2015
Basisschool de Ruimte

Inleiding
In dit document probeer ik u meer informatie te geven over groep 6/7. Ik probeer
de groep zo goed mogelijk te typeren. Om dit te bereiken heb ik veel gesprekken
gehad met mijn mentor. Ik heb ook de groep geobserveerd in zijn geheel. Ik heb
verder ook nog gesprekken gehad met de leerlingen zelf. Ze hebben een
sociogram ingevuld. Aan deze voorwaarden maak ik een typering voor de groep.

Algemene informatie over de groep


Zoals ik al heb gezegd loop ik stage in groep 6/7 in Son en Breugel. De groep
bestaat uit 31 leerlingen. De klas heeft 15 jongens en 16 meisjes. Er zitten 10
leerlingen in groep zes en 21 leerlingen in groep 7. Maar er zitten in de andere
combinatieklas, groep 5/6, nog twintig leerlingen in de klas uit groep 6. Deze
zitten tijdens instructielessen ook bij elkaar. De leeftijd verschilt tussen de negen
en twaalf jaar. Ik loop stage in een combinatieklas. Dat betekent dat ik twee
verschillende groepen heb. Ze zijn eigenlijk alleen samen tijdens het eten,
kringgesprek en workshops. Bij lessen zijn ze haast nooit bij elkaar. Mijn mentor
geeft vooral les aan groep 7. De meeste observaties zijn dus afkomstig van groep
7. Ik geef zelf we meerdere lessen aan groep 6. Ik heb voor beide groepen een
typering gemaakt. De regels zijn uiteraard hetzelfde. Die ga ik hieronder nog

benoemen. Het grotendeel van de kinderen is van Nederlandse origine. De school


staat in een welgestelde buurt. De meeste kinderen komen hier ook vandaan.

Regels in de klas:
- niet eten/drinken
- wil je iets zeggen, dan steek je je vinger op
- er wordt niet geschreeuwd
Deze regels zijn belangrijk voor het lesgeven.

Normen en waarden groep 6


Over de klas
Dit is een fijne klas om aan les te geven. Dit blijkt zowel uit mijn ervaringen, als
de ervaringen van een collega op de basisschool. Deze klas kan goed overweg
met verschillende werkvormen. Een werkvorm die vaak wordt toegepast op
school is de woordspin. Daarentegen heb ik met geschiedenis een coperatieve
werkvorm gecreerd en dat deden ze heel goed. Ik heb de werkvorm
genummerde hoofden uitgevoerd. Bij zelfontdekkend leerden ze zo fanatiek dat
zelfs andere klassen mee willen doen. Het kost ze, wanneer je een leuk verhaal
hebt, geen moeite om naar je te luisteren. De kinderen willen iets leren van de
leraar, maar ook van elkaar.
Er is wel degelijk sprake van groepsvorming. Je ziet vooral een verschil tussen
jongens/meisjes. Hier moet ik rekening mee houden met het maken van groepjes.
Ik ga meer jongens en meisjes samen doen. Er is ook sprake tussen cognitieve
verschillen. n leering heeft een achterstand op school. Dit is vooral terug te
vinden met rekenen. Hier ga ik haar mee individueel helpen. Zie voor mijn doel
aanpak de kritische reflectie.
Nieuwe school
Vanaf de carnavalsvakantie zitten wij op een nieuwe school. We hebben ook
nieuwe leertactieken. Zo gaan we om het uur van lokaal wisselen. Dit gaat
regelmatig nog gespaard met enig lawaai en geduw. Alles om hen heen is nieuw
en dat zal de grootste aanleiding hiervoor zijn. Ik heb nog met enkele leerlingen
gesproken over wat zij van de nieuwe school vonden. Ze vonden het mooi, maar
ook erg klein. Dat zeggen ze vooral omdat de lokalen erg klein zijn.
Omgang tussen kinderen
Op het eerste gezicht lijkt het erop dat iedereen wel goed met elkaar overweg
kan gaan. Na het invullen van het sociogram vielen er wel enkele resultaten op.
Zo blijkt dat een leerling vaak gekozen wordt om niet graag mee te spelen en
werken. Vanaf dat moment heb ik me even op die leerling gefocust en toen zag je
dat hij vaak alleen zat of met andere kinderen uit de klas aan het spelen was.
Toen deze leerling de test moest invullen zei hij gelijk: ''Staan er geen andere
kinderen van de school op?''. Dat vond ik wel opmerkelijk.
De mentor met de klas
De mentor maakt positief contact met de leerlingen. Ze beloont vaak goed
gedrag van leerlingen. Zij geeft elke ochtend mensen de beurt om iets over
zichzelf te vertellen. Ze toont interesse in iedere leerling. Verder geeft ze haast
geen instructies aan groep 6.

Normen en waarden groep 7


Over de klas
Dit is een sterke klas qua cognitief gebied. Meerdere leerlingen zitten in een
plusklas. Op het gebied van rekenen en taal zie je ook dat ze het goed begrijpen.
Helaas halen de leerlingen halen alleen niet het uiterste naar boven. Dit zegt ook
mijn mentor. Ze hebben veel meer in hun mars zitten om een stap omhoog te
gaan. Individueel kunnen de kinderen heel goed werken. Dan zijn ze echt
nieuwsgierig om nieuwe dingen te leren. Wanneer ze eenmaal bij elkaar gaan
zitten wordt het soms te gezellig. Dit is vooral het geval wanneer ze naast een
vriendje/vriendinnetjes gaan zitten. Wanneer ze naast iets minder gezellige
mensen gaan zitten kunnen ze wel goed werken. Je kunt wel een coperatieve
werkvorm creren, maar je moet dan wel goed weten bij wie je de leerlingen zet.
Mijn mentor zei nog het volgende over de groep:''Wanneer ik het lokaal verlaat
om even iets te pakken hebben de leerlingen meteen het gevoel als of ze niets
meer hoeven te doen. Van die instelling houd ik niet zo''.
Er is wel degelijk verschil tussen de leerlingen op cognitief gebied. Dat zie je
alleen al tijdens de observaties van bijvoorbeeld rekenen. De ene leerling kan
meteen aan de slag en doet alles haast foutloos. De andere kunnen niet zonder
hulp een begin maken. Daar moet je goed rekening mee houden. Op sociaalemotioneel gebied is er ook een verschil. Er is n leerling die een achterstand
heeft. Ze heeft namelijk autisme. Aan de sociogram was te zien dat ze ook niet
vaak werd gekozen om samen mee te spelen. Voor mijn doel voor deze leerling
kan je kijken naar mijn kritische reflectie.
Er is nog een leerling en die heeft ADHD. Hij is wel sociaal, maar niet populair om
mee samen te werken, vanwege zijn drukte. Voor mijn doel voor deze leerling kan
je kijken naar mijn kritische reflectie.
Ze kennen al verschillende werkvormen, namelijk woordenweb en interview. Ik ga
ze een nieuwe vorm proberen aan te leren, namelijk genummerde hoofden met
rekenen.
De nieuwe school
Hetzelfde als groep 6.
Omgang tussen de kinderen
E zijn zulke groepjes als bij groep 6. De kloof tussen jongens en meiden is ook
minder groot. Dat komt mede door de leeftijd. Aan de hand van de sociogram
bleek wel dat er enkele leerlinge zijn die vaak worden gekozen waarmee ze niet
graag samen willen spelen/werken. Bij n kind had ik het al kunnen voorspellen
na de eerste dag, want zij heeft een sociale achterstand. Ze zit ook regelmatig
alleen te eten. Bij de andere had ik het niet verwacht, maar mijn mentor
daarentegen wel. Ze heeft regelmatig ruzie met andere leerlingen. Dit is mij
persoonlijk nog niet opgevallen.
De mentor met de klas
De mentor maakt met deze groep ook positief contact. Ze is genteresseerd in de
kinderen. De kinderen vinden haar ook een betrokken docente, want dat bleek
ook toen een leerling haar een knuffel gaf aan het einde van de dag. Ze is wel
iemand die ze wel kort houdt. Dat moet bij deze groep ook wel. Wanneer iemand
niet weet waar ze zijn met lezen, zegt ze: ''Doe lekker niet mee''. Dan gaat ze

naar de volgende leerling. Je zag wel meteen dat de leerling opkeek en mee deed
met de les(zie reflectie dag 1). Het is ook een mentor die van een grapje houdt.
Dat viel me la op toen ik in de andere klas stage liep. De leerlingen vinden haar
ook wel leuk, want ze lachen regelmatig.

Kritische analyse
Naam: Jasper Smits
Klas: P14EhvC
Datum: 4-3-2015
Basisschool de Ruimte

Enkele conclusies naar aanleiding van de groepstypering


groep 6
- Leuke groep, kunnen goed werken met verschillende didactische werkvormen.
Het werken met verschillende didactische werkvormen is ook noodzakelijk voor
de groep, want ze leren ook van elkaar.
- Kinderen zijn nieuwsgierig en stellen veel vragen. Dat viel me op bij de
geschiedenis les die ik heb gegeven.
- Leerlingen kunnen goed werken, maar er zijn wel groepjes. Door middel van

didactische werkvormen als wandel en wissel uit. Hierdoor zijn ze wel verplicht
om met degene die naast ze staan te praten/ antwoorden uit te wisselen.

Enkele conclusies naar aanleiding van de groepstypering


groep 7
- Kunnen goed werken wanneer ze alleen of met andere mensen werken waar ze
normaal gesproken minder contact mee hebben.
- Je moet ze redelijk kort houden.
- Veel verschillende kinderen, waar je op moet inspelen.
- Een klas die erg slim is en meer met hun capaciteiten moeten gaan doen.
- Samenwerking loopt goed, alleen n leerling valt buiten het bootje. Ze heeft
een sociale achterstand. Ik wil haar helpen met de wekvorm genummerde
hoofden. Hierdoor is ze verplicht te presenteren voor een groep.

Algemene zaken om rekening mee te houden groep 6


Voor het maken van een lesvoorbereiding moet je met enkele zaken rekening
houden:
- De kinderen moet worden geprikkeld om zich de nieuwe stof eigen te maken.
Dit doe je door de zone van naaste ontwikkeling op te zoeken (J.Hendriksen). Dit
doe je door te kijken naar de leerlijn.
- De kinderen moeten een doel hebben om naar toe te werken. In de
lesvoorbereiding zie je dat onder het kopje lesdoelen. Zorg dat de lesdoelen
duidelijk zijn voor de kinderen. Als laatste moet je er ook voor zorgen dat de je de
lesdoelen kunt controleren. Dit doe je door het geven van werkbladen.
- Zorg voor afwisselende didactische lesvormen. Ik heb een les geschiedenis
gegeven aan groep 6. Ik heb ze ook gevraagd wat ze vonden van de les. Ik vroeg
ze wat ze het leukst vonden, namelijk de coperatieve vorm of dat ze meer
moeten gaan luisteren naar een verhaal. Ze vonden vooral de combinatie leuk. Ik
moet er dus voor zorgen dat er verschillende didactische werkvormen worden
ingezet.

Algemene zaken om rekening mee te houden groep 7


- De kinderen moet worden geprikkeld om zich de nieuwe stof eigen te maken.
Dit doe je door de zonde van naaste ontwikkeling op te zoeken (J.Hendriksen). Dit
doe je door te kijken naar de leerlijn.
- De kinderen moeten een doel hebben om naar toe te werken. In de
lesvoorbereiding zie je dat onder het kopje lesdoelen. Zorg dat de lesdoelen
duidelijk zijn voor de kinderen. Als laatste moet je er ook voor zorgen dat de je de
lesdoelen kunt controleren. Dit doe je door het geven van werkbladen.
- Zorg voor afwisselende didactische lesvormen. Wanneer ik kies voor een

coperatieve werkvorm moet ik wel duidelijk groepen vormen. Laat ze zelf geen
groepjes maken, want dan wordt het te gezellig. Het is dan belangrijk dat ik zelf
groepjes maak.
- Houd de kinderen erg kort. Ik geef duidelijk grenzen aan wat wel en niet mag.
Dit is zowel voor jou als voor de kinderen fijn.
- Betrek ieder kind bij de les. Je moet ook de beurt geven aan kinderen die wat
minder vaak aan het woord zijn. Hierdoor stimuleer je het kind. Voor verdere
uitleg over het betrekken van een kind zie je onder het kopje 'doelen voor
individuele samenwerking'.

Doelen voor individuele leerlingen


Ik wil de komende periode aan de slag gaan met enkele leerlingen. Ik probeer
iedereen zo goed mogelijk bij de groep te betrekken. Ik ga aan de slag met de
volgende kinderen Piet(7), Sarah(7) en Sanne(6). De namen komen niet overeen
met de echte namen. Dit heeft te maken met privacyredenen.
Piet:
Piet(groep 7) is een vrolijke jongen die veel aandacht nodig heeft. Hij heeft ook
ADHD. Dat wil zeggen dat hij continu wel iets wil zeggen en zich soms moeilijk op
een werkje kan concentreren
Doel: Ik wil dat Piet zich beter gaat gedragen in groepjes, waardoor hij beter gaat
samenwerken met andere kinderen uit de klas. Door middel van enkele
gesprekjes te voeren met verschillende leerlingen kwam ik er achter dat hij niet
populair was om mee samen te werken.
Ik wil zijn gedrag ook gaan verbeteren. Hij moet minder aanwezig zijn in de klas.
Dit zal ook in samenhang zijn met het samenwerken.
Aanpak: Ik ga, wanneer we in groepjes moeten gaan werken, ervoor zorgen bij
mensen die goed kunnen samenwerken. Hierdoor heeft hij weinig afleiding van
andere kinderen die iets drukker zijn dan de rest. Ik ga hem ook erg kort houden.
Ik ga hem ook niet te veel aandacht geven, want dat wil hij af en toe juist.
Tijdens het zelfstandig werken zal ik een koptelefoon voor hem pakken. Hierdoor
kan hij geconcentreerder aan het werk gaan.
Ik hoop door deze activiteiten dat hij meer uit zichzelf haalt. Hij laat namelijk lang
niet zien wat hij in zijn mars heeft.

Sarah:
Sarah is een meisje die weinig goede sociale contacten heeft in de groep. Ze
wordt niet vaak gekozen door andere medeleerlingen. Ze heeft een sociale
achterstand.
Doel: Ik wil dat Sarah meer sociale contacten krijgt in de klas. Dat zal niet zo

maar lukken, maar ik ga een begin zetten tot samenwerking met andere
kinderen.
Aanpak: Ik ga dit doen door meer coperatieve werkvormen toe te passen.
Hierdoor is ze gedwongen tot samenwerken met andere leerlingen. Ik geef haar
veiligheid binnen een groep. Ik zal haar ook belonen nadat ze een presentatie
heeft gegeven voor de klas.
Sanne
Sanne is een meisje uit groep 6. Ze heeft een cognitieve achterstand op rekenen.
Doel: Ik wil dat Sanne beter wordt met rekenen. Ik ga proberen steeds betere
stappen te zetten, wardoor ze beter aan kan sluiten met de lessen.
Aanpak: Ik ga elke week met haar alleen rekenen. Hierdoor wordt ze daar steeds
beter in.

Werkvormen
Bij ons op school zijn ze wel bekend met alle soorten werkvormen. Ze werken
vooral veel in een eigen schriftjes. Ik heb tot nu toe nog niet veel gezien dat ze
coperatief aan het werk waren. Misschien zal ik dit de komende periode nog wel
zien.
Persoonlijk ben ik er voor dat er verschillende werkvormen worden toegepast.
Mijn mentor is het hier mee eens. Dit vinden de leerlingen ook fijn.
De komende periode gaan we vooral werken met de coperatieve vorm. Bij groep
6 zal ik dit andere moeten gaan aanpakken dan bij groep 7. Ik ga de volgende
werkvormen aanpakken.
Groep 6: wandel en wissel uit. Hierdoor moeten ze antwoorden uitwisselen
waarbij ze in de buurt staan. Hierdoor wordt de banden tussen de personen
hechter.
Groep 7: Genummerde hoofden. Hierdoor probeer ik ervoor te zorgen dat ze
meer uit zichzelf halen. Ze delen antwoorden en zo leren ze van elkaar. Het is ook
fijn voor de medeleerling die sociaal contact nodig heeft.

Das könnte Ihnen auch gefallen