Sie sind auf Seite 1von 12

Lesvoorbereidingsformulier Fontys Hogeschool Kind en Educatie, Pabo Eindhoven

Bron: Didactisch model van Gelder


Student(e) Kezban Yilmaz
Mentor
Klas
P14EhvE
Datum
Stageschoo Basisschool de Boschuil
Groep
l
Eindhoven
Aantal lln
Plaats
Vak- vormingsgebied: Taal
Speelwerkthema / onderwerp: Stellen Verhaal afmaken

Lieke Bartels
12 maart 2015
7
25

Persoonlijk leerdoel: Gedurende deze les wil ik de orde in de groep kunnen bewaken door consequent te handelen. Dit, door onder
andere de regels te kennen. Ook wil ik een duidelijke instructie bieden, zodat de leerlingen meteen weten hoe zij aan het werk
moeten. Dit ga ik controleren door, na de instructie, te vragen of iedereen de opdracht heeft begrepen.
Lesdoel(en): De leerlingen bedenken het vervolg van een
verhaal door de aangegeven woorden in het verhaal te
verwerken. Ook is het de bedoeling dat zij samengestelde
zinnen gebruiken waar een komma in voorkomt en dat zij
letten op de grammatica van de woorden die zij schrijven.
Kerndoel 1: Taalgebruik Luisteren
Luisteren naar verhalende teksten komt ook voor.
Kerndoel 5: Vorm
Zinnen bevatten meer dan vijf woorden. Ook bevatten de
teksten weinig spelfouten en grammaticale fouten.

Evaluatie van lesdoelen: Het lesdoel wordt gevalueerd doordat


een aantal leerlingen hun eigen verhaal voorlezen. Hierbij wordt gelet
op de eerder aangegeven woorden. Zijn deze in het verhaal verwerkt?

Beginsituatie:
De leerlingen in deze groep hebben al eerder stelopdrachten gemaakt die vooral de vakantie als onderwerp hadden. Op Basisschool
de Boschuil wordt niet veel aandacht besteed aan stelopdrachten, omdat er veel tijd en energie wordt gestoken in vakken zoals
rekenen en taal, waaronder spelling. Sommige leerlingen uit deze groep vinden het niet gemakkelijk om zelf een verhaal te
bedenken. De bedoeling is om leerlingen zoals deze extra ondersteuning te bieden door de aangegeven woorden te bieden.

Tijd
5-10
minuten

Lesverloop
Leerinho Didactische handelingen
Leeractiviteit
ud
Leraar
leergedrag leerling(en)
Verhaal
Het verhaal De uit de hand gelopen
De leerlingen luisteren aandachtig naar het
voorlezen verjaardag wordt voorgelezen. Hierbij verhaal. Zij beantwoorden de gestelde
wordt gebruik gemaakt van intonatie controlevragen.
en toonhoogte. Het verhaal wordt kort
besproken om erachter te komen of
de leerlingen hebben begrepen wat er
in het verhaal gebeurt. Er worden
controlevragen gesteld zoals: Wat
gebeurt er in het verhaal?

Materialen /
Organisatie
- Verhaal De uit
de hand
gelopen
verjaardag

30-40
minuten

Uitleg en De opdracht wordt uitgelegd. Het is


uitvoering de bedoeling dat de leerlingen het
opdracht verhaal zelf afmaken. Voordat zij aan
het werk gaan, doen zij de ogen dicht
en gaan individueel nadenken over
wat zij in hun verhaal zouden kunnen
schrijven. Een aantal minuten later
mogen zij hun schriften pakken. Het
verhaal wordt geschreven op twee
bladzijdes uit hun schriften. Hierbij
maken zij gebruik van een aantal
woorden:
- Spannend
- Plezier
- Onvergetelijk
- Stiekem
Deze woorden onderstrepen zij met
een andere kleur op het papier. Er
wordt gevraagd of er
onduidelijkheden zijn en of iedereen
de opdracht heeft begrepen.
Het verhaal dat zij in hun schrift
schrijven is een kladversie. De
verhalen worden nagekeken en
eventueel aangepast. Uiteindelijk
worden de verhalen op groter vellen
papier netjes opgeschreven en deze
worden in de
klas opgehangen.

De leerlingen stellen eventuele vragen bij


onduidelijkheden en gaan vervolgens aan het
werk.

A5-schriften
Schrijfgerei

10-15
minuten

Evalueren Tijdens de evaluatie wordt gekeken of


de opdracht juist is uitgevoerd door
de leerlingen, dus of het lesdoel is
behaald. Dit wordt gecontroleerd
doordat een aantal leerlingen hun
verhalen voor de groep voorlezen.

Een aantal leerlingen krijgen de beurt en lezen


hun verhalen voor aan de groep.

Verhalen van
de leerlingen

Persoonlijke reflectie
Ik vond het een prettige les. Ik heb alles wat ik wilde zeggen, om een goede instructie te bieden, gezegd. De leerlingen waren in stilte
aan het werk. Dit vond ik heel fijn om te zien. Het gaf mij het gevoel dat ik ze goed aan het werk heb gezet.
Op het moment dat mij opviel dat ik vaker dezelfde leerlingen de beurt gaf, heb ik aangegeven dat ik ook andere vingers wilde zien.
Er waren een aantal leerlingen die vervolgens hun vinger opstaken, maar niet veel.
Ik heb de woorden die de leerlingen in het verhaal moesten verwerken, van tevoren op het bord geschreven. Tijdens de les heb ik
een aantal leerlingen de beurt gegeven om een voorbeeldzin te maken met deze woorden. Op deze manier wilde ik ervoor zorgen dat
de leerlingen die geen ideen hadden, toch op ideen zouden komen waar het verhaal over zou kunnen gaan.
Wel vond ik het lastig om M. te helpen met zijn verhaal. Hij zei regelmatig dat hij het toch niet kan, waarna ik heb een aantal ideen
heb verteld. Deze schreef hij letterlijk op. Vervolgens ben ik begonnen met het nakijken van een aantal verhalen. Ondertussen heeft
M. geen woord meer opgeschreven. Bij wijze van spreken heb ik het begin van het verhaal bedacht en M. heeft het opgeschreven.
Vervolgens heeft mijn mentor een leerling die al klaar was met zijn verhaal, gevraagd of hij M. wilde helpen. Ook dit vond M. niet fijn.
Na de les hebben we afgesproken dat hij de volgende keer samen met een leerling die klaar is een verhaal gaat bedenken. Zij gaan
dus met zijn tween werken.
De evaluatie ging precies zoals ik wilde. Ik heb een aantal leerlingen de beurt gegeven om zijn/haar verhaal aan de groep voor te
lezen. Ik vond het leuk om de verhalen te horen, want er zaten leuke verhalen bij.
Feedback mentor
Datum: 17 maart 2015
Goed om te vragen wat stellen is en inhoudt.
Ook fijn om de woorden te bespreken.
Ik zou zelf het verhaal net voor het schrijven nog een keer voorlezen, maar dit is prima.
M. vindt het erg moeilijk om iets zelf te bedenken.
Goede ondersteuning van M.

Bijlage 1 Verhaal
De uit de hand gelopen verjaardag.
Het was vrijdagavond, buiten regende het behoorlijk. Mark was jarig en hield een "slaapfeestje". Al zijn vrienden waren al
om 19.00 uur gekomen en hij had veel cadeaus gekregen. Van zijn ouders mocht iedereen beneden in de woonkamer
slapen, dus die lag vol met matrassen en luchtbedden. Het was een gezellige bende. Er werd film gekeken, veel chips
gegeten en cola gedronken.
Rond tien uur waren de ouders van Mark moe en besloten naar bed te gaan. "Weltrusten allemaal!", zeiden ze, "en niet te
laat gaan slapen hoor...". "Dahaag!", riep iedereen in koor. Nu kon het feest pas echt beginnen. Iedereen had wilde plannen
over wat ze nog tot laat in de nacht zouden gaan doen.
Mark stelde voor om moppen te gaan vertellen, maar dat vonden Dirk en Joeri niet leuk. Dirk wilde een hut bouwen van
alle matrassen en luchtbedden, maar ook dat vond niet iedereen een goed idee. Chris, die de hele avond vrij stil was
geweest, zei opeens op een mysterieuze toon: "Ik heb wel een idee..."
De rest van de kinderen keken Chris vol verwachting aan.
Toen vertelde hij zijn plan...
-

Spannend
Plezier
Onvergetelijk
Stiekem

Verantwoording:

De leerlingen hebben een stelopdracht gekregen. Deze opdracht heb ik geopend met behulp van een verhaal. Hierdoor
heb ik de opdracht rijker gemaakt. Tijdens het voorlezen van het verhaal heb ik zoveel mogelijk gebruik gemaakt van
mimiek, intonatie en toonhoogtes. Dit, omdat ik denk dat de opdracht leuker zal worden voor de leerlingen, in plaats van
een verhaal dat eentonig wordt voorgelezen, waardoor de opdracht sneller saai gevonden zal worden. Bij een zin, waarvan
ik dacht dat de leerlingen een goed begin van een nieuw stuk zouden kunnen maken, ben ik gestopt met voorlezen: Toen
vertelde hij zijn plan.. Ik zag al snel dat er leerlingen waren die een idee kregen en snel wilden beginnen met hun eigen
verhaal. Dit was fijn om te zien. Ook waren er leerlingen die totaal geen idee hadden en niet wisten wat zij moesten
schrijven. Om dit probleem kleiner te maken heb ik vier woorden op het bord geschreven, waarvan ik wilde dat deze in de
verhalen zouden voorkomen. Deze woorden moesten de leerlingen onderstrepen, zodat zij zelf goed konden zien of zij
bijvoorbeeld een woord waren vergeten. Hierdoor kregen zij zelf ook goed zicht in het verhaal.
Ik heb de leerlingen een minuut de tijd gegeven om even na te denken over deze woorden. Welke zinnen zou je hiermee
kunnen maken in het verhaal? Hierdoor wordt de fantasie en het creatief denken van de leerlingen geactiveerd. Vervolgens
heb ik bij ieder woord een paar voorbeelden laten opnoemen. Dit heb ik vooral gedaan voor de leerlingen die minder goed
zijn in het bedenken van een eigen verhaal. Ik hoopte dat deze leerlingen aan de hand van de voorbeelden op ideen
zouden komen. Dit heb ik gecontroleerd terwijl de leerlingen zelfstandig werkten aan de stelopdracht. Ik zag dat heel de
groep, op n leerling na, aan het stellen was.
Op deze manier van werken zijn de leerlingen bezig geweest met een betekenisvolle taalactiviteit (Huizenga, 2004).
Vanuit een situatie of context zijn zij aan het werk gezet. Met behulp van het verhaal en de manier waarop deze wordt
voorgelezen, worden de leerlingen gemotiveerd. Het verhaal stimuleert de leerlingen. Tijdens het stellen ontwikkelen zij
hun stelvaardigheden en hun productieve taalvaardigheid. Zij laten de ontvanger, in dit geval de lezer, iets lezen.
De leerlingen in deze groep hebben eerst twee bladzijdes gevuld met hun verhaal, waarna zij hun verhalen hebben
ingeleverd. Deze zijn nagekeken en spelfouten zijn aangegeven in de schriften. Vervolgens hebben de leerlingen hun
verhalen in het net, op een A4-vel opgeschreven, waarbij zij de spelfouten moesten verbeteren. Zo hebben de leerlingen
zorgvuldig het verhaal nogmaals gelezen en bekeken welke woorden verkeerd zijn geschreven. Bij opvallende spelfouten,
bijvoorbeeld een woord dat twee medeklinkers hoort te bevatten, of een zin dat geen Nederlandse zin is, zijn besproken
met de leerlingen. Spelfouten zoals een ij zonder puntjes is alleen aangegeven in het schrift, maar is verder niet
besproken.
Ik vond het opvallend dat veel leerlingen afbreekstreepjes gebruiken tijdens het schrijven, maar deze worden niet op de
juiste plek gebruikt. Bijvoorbeeld bij het woord avontuur staat avontu rechts op de ene regel en ur staat links op een

nieuwe regel. Dit ga ik aan de leerlingen terugkoppelen door binnenkort een taalles te geven over het gebruik van
afbreekstreepjes: wanneer gebruik je een afbreekstreepje? En achter elke letter moet deze staan?
Bronnen:
Huizenga, Henk. (2004). Taal & Didactiek Stellen. Groningen/Houten: Wolters-Noordhoff Uitgevers.

Bijlage 4

Sterkte-/zwakte analyse

Vak: Taal
Naam student: Kezban Yilmaz

Vakdocent: Sanne Brouwers Germaine Snijders


Groep: P14EhvE
-/ +- / + inclusief
toelichting

B.1. Leerdoelen stellen


3.4 passende leerinhouden
vanuit leerlijnen
3.11 leerprocessen
observeren en registreren

De student kiest in zijn lesontwerp


voor passende leerdoelen (proces en
product) die 1. Aansluiten bij
leerlijnen n 2. Aansluiten bij het
bestaande onderwijsprogramma van
de stagegroep.

+
De leerlingen hebben al
eerder zelf verhalen
geschreven, maar de
school besteed hier weinig
aandacht aan, geeft mijn
mentor aan. De leerlingen
hebben niet eerder een
verhaal afgemaakt.

B.3. leeractiviteiten
begeleiden
Samenwerking,
zelfredzaamheid

De student toont aan dat hij


leerlingen
1. Hulp biedt bij het leerproces,
2. Rekening houdend met de
kenmerken van de groep
3. De student laat ook zien dat hij
de samenwerking tussen
leerlingen bevordert en
4. De redzaamheid van individuele
leerlingen bevordert.

+
Ik stimuleer het stellen in
deze groep door hen een
stelopdracht te laten
maken. De leerlingen
moeten in principe
individueel aan het werk,
maar zij mogen ook
overleggen als dat nodig
is. Zodat zij niet alleen
maar overleggen heb ik de
leerlingen de eerste 10
minuten individueel laten
nadenken over een vervolg
van het verhaal.

A.3. leiding geven aan het


groepsproces
1.1 zicht op groepjes
leerlingen
1.3 effectieve
leraarcommunicatie

De student toont aan dat hij


1. Samenwerkend / coperatief
leren tijdens de
onderwijsactiviteiten bevordert
en dat hij
2. De kinderen aanspreekt op
gedrag, hen positief stimuleert
en zicht houdt op alle groepjes
leerlingen.

Samenwerkend leren krijgt


geen plaats in deze les. De
leerlingen zijn voornamelijk
individueel aan het werk
met hun eigen verhaal.

A.4. interactie aangaan met


de groep
3.12 feedback aan
leerlingen

B.2. leeractiviteiten
ontwerpen
3.6 werkvormen en
groeperingsvormen
4.6 leeromgeving inrichten

De student
1. Evalueert de
onderwijsactiviteiten met
kinderen en
2. Geeft feedback aan leerlingen op
het samenwerkingsproces en/of
op de gestelde leerdoelen
(proces en product)

De student maakt zichtbaar dat hij


voor aanvang van de lesactiviteiten
benodigde materialen en
leermiddelen klaarzet.

+/Aan het eind van deze les


wordt naar een aantal
voorbeelden geluisterd.
Terwijl de leerlingen
werken loop ik rond om
vragen te beantwoorden.
De kladversie kijk ik na en
ik geef de leerlingen
feedback hierover. Nadat
alle verhalen af zijn,
worden deze beoordeeld.
+
Het verhaal had ik
uitgeprint en A4-vellen
lagen klaar voor de
leerlingen die de
kladversie gemaakt
hebben. Ook lagen er
gekleurde vellen papier
waar deze op geplakt
zouden worden.

Das könnte Ihnen auch gefallen