Beruflich Dokumente
Kultur Dokumente
Lesverloop
Tijd 60
Leerinhoud
15 minuten Instructie
Didactische handelingen
Leraar
Ik leg de leerlingen uit dat we gaan rekenen
met geld.
Ik vertel de aanpak 3 kinderen dat zij zelf aan
de slag kunnen. De aanpak 1 en 2 kinderen
doen mee met de instructie. Bij som 1 op het
bord vraag ik of alle kinderen de knien naar
het bord draaien zodat ik zie dat ze allemaal
betrokken zijn.
Ik bespreek een zelf gemaakt verhaaltje op het
digibord wat aansluit bij de belevingswereld van
de kinderen als introductie. Het verhaaltje gaat
over een spaarrekening waarvoor je spaart voor
iets wat je wilt. De leerlingen noemen zelf
voorbeelden op en we bepalen wat dat kost,
hierna bespreken we hoe we dit gaan betalen
en wat we terug krijgen. Daarna maak ik de
eerste opdracht van som 1 op het bord. Ik laat
de leerlingen de 2e som zelf maken en
bespreek deze meteen klassikaal.
Leeractiviteit
leergedrag leerling(en)
De kinderen luisteren mee naar de uitleg
Materialen / Organisatie
Digibord
Werkboek blz.82
45 minuten Kern
Werkboek blz. 82
Digibord
2 minuten
Afsluiting
Verantwoording:
Omdat de leerlingen in groep 5 bezig zijn met het leren rekenen met geld wilde ik hier graag een les aan besteden. Het rekenen
met geld sluit ook aan bij kerndoel 33; De leerlingen leren meten en leren te rekenen met eenheden en maten, zoals bij tijd, geld,
lengte, omtrek, oppervlakte, inhoud, gewicht, snelheid en temperatuur. En de leerlijn die daarbij hoort; rekenen met geld in
uiteenlopende contexten. Voor de opdracht moet er gebruik worden gemaakt van minimaal 2 uitgangspunten die horen bij de
reconstructiedidactiek binnen het onderwerp meten/meetkunde. Ik heb ervoor gekozen om de sociale context en interactie te
gebruiken bij de extra sommen zodat de kinderen samen gaan overleggen over het verhaal bij de opdracht en hier samen een som
uit halen. Hierbij merk dat kinderen een andere denkwijze hebben en elkaar hiermee kunnen helpen. Ik heb ervoor gekozen om zelf
vooraf tweetallen te maken omdat ik dan rekening kan houden met de kinderen die niet zo goed in de groep liggen. Ik heb hen dan
ook expres bij iemand gezet waarmee zij zelf graag samen werken. Naast de sociale context en interactie heb ik gekozen voor het
uitgangspunt; construeren en concretiseren. Dat wil zeggen dat de verhaaltjes die de kinderen krijgen aansluiten bij de
betekenisvolle realiteit van de leerlingen dit heb ik zelf toegepast bij de introductie. Omdat het in verhaalsommen belangrijk is dat
deze aansluit bij de belevingswereld van de kinderen leek me dit een toepasselijk uitgangspunt voor deze les.
Ik bespreek klassikaal een aantal opdrachten zodat ik weet dat iedereen deze vragen begrijpt en de leerlingen ook weten wat de
bedoeling is bij de rest van de les. Nadat de kinderen zelfstandig de opdrachten hebben gemaakt kijk ik de werkboeken na en let ik
op hoe de som uit het verhaal hebben gehaald. Kijken ze eerst naar: Word het een plus, min, deel of keer som? En schrijven ze
daarna de som op die ze moeten maken. De kinderen die foutjes hebben gemaakt roep ik bij me en help ik met het uitrekenen van
de som zo kan ik ook zien waar de leerlingen een fout in maken en hoe ze de som uitrekenen.
Ik vraag na de les wie dit moeilijk vond of makkelijk en waarom? Ik vraag ook een aantal tweetallen om te vertellen hoe de
samenwerking verliep. Ging het goed of niet goed en waarom dan? Hierdoor kan ik samen tot de conclusie komen met de
leerlingen wat we de volgende juist wl moeten doen en wat we misschien anders kunnen gaan doen.
Persoonlijke reflectie.
De leerlingen waren erg rustig tijdens de instructie. Dit komt omdat ik duidelijke afspraken heb gemaakt met de leerlingen. Tijdens het
zelfstandig werken is het belangrijk om consequenter op te treden. Het stoplicht op rood moet dan ook echt op rood staan. De leerlingen
aan de instructietafel kwamen erg moeilijk zelfstandig uit de voeten wanneer ik ging rondlopen om bij de andere leerlingen te kijken. Ik kan
misschien, wanneer er klassikaal veel onduidelijkheid is, de les even centraal pakken en nog een opdracht klassikaal op het bord maken.
Feedback mentor 24-03-2015
Datum:
Uitleg was prima. Als de leerlingen aan de slag gaan zet je 3 leerlingen aan de instructietafel en het stoplicht op rood. Tip: Zet het stoplicht
de eerste 5 minuten op rood, daarna op oranje. Zo krijgen de kinderen ook de kans om iets te vragen in het groepje. Als je met kinderen
aan de instructietafel werkt hoef je hier niet de hele tijd bij te blijven zitten. Leg de som uit, daarna maken de kinderen zelf de som, de juf
loopt dan rond. Als je terugkomt aan de instructietafel kun je de som na bespreken.