Sie sind auf Seite 1von 4

Kritische analyse

Naam: Sandra van der Zande


Klas: 1C
Datum: 28-3-2015
Stageschool: De Bernardus school
Stageklas: 1/ 2
Inhoud:
inleiding
de conclusie aan de hand van mijn groepstypering
algemene zaken om rekening mee te houden
waar ga ik rekening mee houden
Inleiding
Deze kritische analyse heb ik geschreven naar aanleiding van mijn
groepstypering. In mijn groepstypering staat beschreven wat voor stageklas ik
heb, met daarbij de onderzoekjes en informatie die ik daarvoor verzameld heb.
In deze kritische analyse staat beschreven wat de conclusie is van mijn
typering en waar ik rekening mee ga houden met betrekking tot mijn lessen.
De conclusie aan de hand van mijn groepstypering:
Het is een helpende klas. Elke leerling helpt elkaar wanneer dit nodig is.
Bijvoorbeeld bij een rits van de jas dichtmaken. Wanneer een jas open is
en de juffrouw heeft geen tijd, dan kan een leerling helpen de jas dicht te
maken, maar ook met het aankleden na het gymmen. De leerlingen van
groep 2 kunnen de jongere leerlingen daarmee helpen.
Het niveau in de klas verschilt per groep. In groep 2 zijn de leerlingen
bijna allemaal op niveau, maar er zitten wel wat uitschieters tussen. Zij
zijn beter in taal en rekenen. Daarin tegen zit er in groep 2 ook een
leerling die achterloopt. Deze leerling blijft het komende jaar zitten in
groep 2. De midden bouwers lopen bijna allemaal op schema. Zij weten,
wat ze moeten weten. Er zit hier n leerling in met een kleine taal
achterstand, dit komt door zijn afkomst en de jongste kleuters van groep
1, daar kun je nog niet veel over zeggen. Er zijn veel jongste kleuters dit
jaar (een stuk of 9). Zij doen gewoon mee waar dit kan en met wat ze
weten. Er zitten slimmere kleuters bij de jongste, maar ook die nog erg
weinig weten.
Regels in de klas. In de klas gelden een aantal regels. Deze worden bij
elke les gehanteerd, want anders houd je geen orde tijdens de les, maar
wanneer ik een aparte les ga geven, heb ik mijn eigen regels. Deze moet
ik elke les die ik geef herhalen, zodat het duidelijk wordt voor de kleuters.
Na verloop van tijd zal dat vanzelf gaan.
De klas vraagt veel aandacht. Deze kleuterklas is een aandacht vragende
klas. Dit verschilt wel per leerling, maar in het meeste geval zijn het bijna
alle leerlingen die aandacht vragen, aan de leraar, aan mij of aan elkaar.
Dit gebeurt altijd op verschillende manieren: schreeuwen/roepen, ruzie
maken, geen vinger opsteken, jas dichtmaken/veters strikken, niet
luisteren, noem maar op. Vaak is het negatief gedrag bij de leerlingen als
ze aandacht willen. Hier wordt de ene keer wel op ingegaan maar een
andere keer ook niet.

Algemene zaken om rekening mee te houden:


De beweging die de kleuters nodig hebben. Het concentratievermogen
heeft niks te maken met de behoefte van het bewegen van jonge
kinderen. Kleuters zijn erg bewegelijk. Dit is ook te zien in mijn stageklas.
Wanneer er een kringgesprek is, zijn er leerlingen continue aan het
bewegen. Dit zijn nooit dezelfde leerlingen, want dit wisselt af per
leerling, maar als ze aan het bewegen zijn en er wordt een verhaal
voorgelezen. Zijn ze geconcentreerd op het verhaal terwijl ze aan het
bewegen zijn. Ik kan met mijn lessen rekening houden met het bewegen
van de leerlingen. Door ze een keer: hoofd, schouders, knie en teen te
laten zingen of een ander lied waar ze even op kunnen bewegen, daarna
kan ik weer verder met mijn les, maar het belangrijkste is dat ik mijn
lessen kort hou. Een kwartier/20 minuutjes luisteren kunnen de leerlingen
wel zonder te veel te bewegen.
Bij een kringgesprek of een opdracht in de kring is het belangrijk dat de
jonge maar ook de oude kleuters aan het woord komen. Zo leren de
jongste kleuters van de oudere kleuters door te horen wat de oudere
leerlingen te vertellen hebben, maar door de jongste kleuters aan bod te
laten komen, hebben ze zelf ook wat inbreng en dat geeft de leerlingen
een fijn gevoel (er wordt ook naar mij geluisterd), zoals beschreven staat
in: 'het verhaal van het jonge kind'. Volgens Gordon vinden kinderen het
fijn als er op hun gereageerd wordt. Ze willen ook iets kwijt en daar kun
je als leerkracht voor zorgen. Dit doe je door actief te luisteren naar de
leerlingen en daar juist op in te gaan, je ontrafelt zelf het 'waarom?'.
Je les afstemmen op groepjes of kring, omdat het lastig is om een
werkles aan de hele klas te geven. Is het makkelijker om in kleine
groepjes te werken. Als ik bijvoorbeeld voor bvo een werkje wil bedenken,
is het moeilijk om dit met de gehele klas te doen, dit moet dan in een
groepje en wanneer er een verhaal word voorgelezen, dan kan dat wel in
de kring. Een verhaal kunnen alle leerlingen volgen.
Hoe pas ik mijn les aan op de groep?
Groep 1: Met deze groep zal ik de minste opdrachten gaan doen. Dit zijn de
jongste kleuters en zitten pas een paar weken op school. Ze zijn meestal alleen
nog maar aan het spelen en nog niet echt bezig met het 'leren'. Daarin tegen
zijn ze wel motorisch goed bezig, door in de zandtafel of bouwhoek te spelen of
een puzzel te maken. Bij een kring gesprek zal ik deze leerlingen er wel bij
betrekken. Zo nemen ze van de stof wel iets op en deze leerlingen vinden het
vaak ook erg leuk om aan de beurt te komen.
Midden bouwers (groep 1): Deze leerlingen lopen bijna allemaal op schema.
Behalve op n leerling na. Deze leerling komt uit polen en heeft daardoor een
lichte taalachterstand, maar het is niet heel erg. Deze leerling moet nog n
jaar kleuteren en zal daardoor nog veel woorden bijleren. Deze leerling wil ik
hierbij een klein handje helpen door hem vaker aan de beurt te laten komen en
samen met deze leerling wil ik zijn naam gaan oefenen, want deze kan hij nog
niet helemaal zelf schrijven. De andere midden bouwers wil ik gewoon bij mijn
lessen betrekken, want zij kunnen de meeste stof wel aan. Bij een kring
gesprek wil ik proberen de jongste van groep 1 en de midden bouwers iets
meer aan het woord te laten komen dan groep 2.
Groep 2: Met groep 2 zal ik de meeste opdrachten gaan doen. Dit is voor mij

het makkelijkste omdat bijna alle groep 2 leerlingen op schema liggen een
deze leerlingen hebben al veel gezien en zullen daarom sneller een les van mij
begrijpen dan een groep 1 leerling. Wel zitten er twee uitschieters in groep 2.
Deze leerlingen wil ik iets minder aan bod laten komen dan andere leerlingen.
Behalve als de rest er niet uit komt, dan kunnen zij vertellen wat ze weten van
het onderwerp waar de les over gaat. In groep 2 zit ook een leerling die iets
minder is in taal en deze leerling vindt het heel moeilijk om zijn naam te
schrijven, met deze leerling wil ik daar aan gaan werken en ik hoop daar snel
vordering in te zien. Ik wil dit doen wanneer de leerling bv aan het tekenen is.
Dan zal ik vragen: Kun je misschien je naam boven aan het blad schrijven? Bij
herhaling zal het uiteindelijk wel lukken.
Algemeen: Ik moet er voor zorgen dat ik mijn werklessen aanpas op het
niveau van de leerlingen. Wanneer dit met groep 1 is moeten de opdrachten
makkelijker zijn dan bij groep 2. Bij een kringgesprek hoef ik dit niet te doen,
dan moet ik zorgen dat het niveau, op het niveau van de midden bouwers ligt.
Zo kan groep 2 het volgen en zullen de jongste kleuters ook het grootste deel
kunnen volgen. Ik moet er voor zorgen dat het duidelijk is voor de leerlingen,
dit doe ik door middel van herhaling, harder gaan praten en duidelijk
uitspreken van de woorden. Wanneer een leerling een antwoord geeft, dan zal
ik dit ook herhalen zodat de hele klas het gehoord heeft en de jongste kleuters
horen het dan twee keer, waardoor het beter blijft hangen. Bij elke les die ik
geef zal ik de regels van de klas herhalen, zo weten de leerlingen waar ik op let
tijdens mijn les. Als mijn kringgesprek langer duurt dan twintig tot vijfentwintig
minuten dan zal ik een dansje of liedje met de leerlingen zingen, anders
houden ze het niet vol om langer te luisteren naar mijn uitleg.
De werkvormen:
Vanuit school moeten we coperatief gaan werken met onze stageklas. Bij mij
op stage gebeurt dit al. De leerlingen weten wat het samenwerkend leren is.
De leerlingen krijgen om de zoveel weken een samenwerk les. Ze gaan dan in
tweetallen een werkblad maken. Na afloop van het werkblad wordt er een foto
van het werkje met de leerlingen gemaakt en dan mag de ene leerling de foto
mee naar huis nemen en de andere leerling het werkje. Deze manier van
coperatief leren wil ik graag doorzetten. Het lijkt mij heel leuk om ook een les
te geven op deze manier. Ik moet nog even gaan kijken of dit lukt. De kleuters
zijn gewend aan deze vorm van samenwerken en het is daarom wel het
makkelijkst om het op deze manier te doen, maar het lijkt me ook leuk om ze
uit te dagen en een andere werkvorm te pakken, zoals de rotonde. Hierbij gaan
de leerlingen om de beurt in op de vraag en daarna controleren ze elkaar en
gaan op elkaar in. Op stage wordt ook al gebruik gemaakt van woordspinnen.
Dit kan ik ook aan een les koppelen. Een gezamenlijke woordspin maken in de
klas is goed voor alle leerlingen, want ze kunnen er na afloop nog naar kijken
met elkaar. Als ze niet kunnen lezen maakt niets uit, want er komen altijd
tekeningen op de woordspinnen.
APA
http://www.daltondeventer.nl/literatuur/titels/05_Werkvormen_Cooperatief_Lere
n.pdf
Werkvormen Coperatief leren geraadpleegd op 9-3-2015
Brouwers, H. (2010). Kiezen voor het jonge kind. Bussum: Coutinho.

Hoofdstuk 1 inleiding 1.1 kenmerken van kleuters 1.1.2 typisch kleuters


(concentratievermogen)
Hoofdstuk 5 pedagogisch handelen 5.5.3 actief luisteren Blz. 192-194

Das könnte Ihnen auch gefallen