Sie sind auf Seite 1von 4

Lesvoorbereidingsformulier Fontys Hogeschool Kind en Educatie, Pabo Eindhoven

Bron: Didactisch model van Gelder


Student(e)
Loek van der Meulen
Klas
P14EhvE
Stageschool basisschool Hanevoet
Plaats
Eindhoven
Vak- vormingsgebied: Taal; stellen
Speelwerkthema / onderwerp:
Methode en les: Taal in Beeld, Blok 5 verhalen, les 12 schrijven
Het onderwerp van de les stellen is het schrijven van een scne

Mentor
Datum
Groep
Aantal lln

Niki van Dinther


20-03-2015
5
8

Persoonlijk leerdoel: Ik wil gedurende de les het overzicht en de rust behouden. Eerdere lessen hebben me laten zien dat ik soms haastig te werk ga of het overzicht
uit het oog verlies doordat ik me te druk over het feit dat ik de lesstof misschien niet op de juiste manier overbreng.
Ook wil ik op de tijdsplanning letten en ervoor zorgen dat de lesduur overeenkomt met de vooraf afgesproken tijd. Ik heb in een aantal voorgaande lessen gemerkt dat ik
te lang bezig was, of in ieder geval langer dan de bedoeling. Dat ben ik gaan compenseren door haastig te werk te gaan en stappen per ongeluk over te slaan. Vandaar
dat ik nu ervoor wil zorgen dat ik me afgesproken tijdsduur hou, zonder stappen over te slaan. Niet te haastig en daardoor te kort, maar ook niet te lang.
Lesdoel(en): (vanuit de methode);
De leerlingen kunnen een eenvoudig toneelstuk schrijven met
verschillende scnes.
De leerlingen letten op de volgorde van de dialogen

Evaluatie van lesdoelen:


Ter evaluatie van de lesdoelen maken de leerlingen een evaluatieopdracht. Hierbij
geven de leerlingen van drie beweringen over toneelstukjes aan of ze waar of niet
waar zijn.

Ook bekijk ik de gemaakte opdrachten steekproefsgewijs en afhankelijk van de


competentie per leerling. Ik lees of de theorie juist is toegepast en begrepen.
Het procesdoel evalueer ik tijdens de les. Ik observeer en ondersteun waar dat nodig
is.
Beginsituatie: De leerlingen hebben nog geen ervaring met het schrijven van een (eenvoudige) scne.
Procesdoel: De leerlingen werken zelfstandig aan de opdracht en steken hun
vinger op bij onduidelijkheid.

Lesverloop
Tijd
4 minuten

10 minuten

Leerinhoud Didactische handelingen


Leraar
inleiding
Ik maak duidelijk dat groep 6 taalinstructie gaat
krijgen. Ik vraag de leerlingen die deelnemen aan de
instructie naar de kring te komen, en hun werkboek
mee te nemen.
In de kring vraag ik de leerlingen wat ze al weten van
een toneelstuk. Samen bespreken we dat
toneelspelers een tekst hebben die ze moeten
opzeggen. Ook vertel ik ze dat dit meestal een
gesprek is. in je eentje toneelspelen is namelijk ook
een beetje gek.

Leeractiviteit
leergedrag leerling(en)
luisteren
gehoor geven aan mijn gebod
Activeren van voorkennis

theorieuitleg

lezen
uitleg volgen
vragen stellen
theorie opnemen

Ik vertel de leerlingen dat het belangrijk is bij een


gesprek op papier om te weten wie wat zegt. Daarom
schrijven we er altijd de naam bij. Ik ga samen met
de leerlingen een gesprekje bedenken, een stukje
van een toneelstuk;
Bas: Ik heb zin in snoep!
Moeder: Ik vraag de leerlingen wat de moeder
van Bas hier op kan zeggen. Meerdere antwoorden
zijn goed. Als voorbeeld zegt de moeder: Maar we
gaan zo eten Bas.
Wat zou bas nu kunnen zeggen?
Zo bedenken we samen een stuk of 4 zinnen in het
gesprekje. Ik leg de leerlingen uit dat zon gesprekje
dus best in een toneelstuk kan komen. Zon
gesprekje van een toneelstuk heet een scne.

Materialen / Organisatie
Lege pagina op het digibord
Werkboeken van de leerlingen
Taal in Beeld, Blok 5, les 12
Handleiding voor mijzelf

5-10
minuten

opdrachtenuitleg

Samen ga ik met ze kijken naar opdracht 1. Er staan


verschillende tekstwolkjes met een zin. De namen
van de 2 personen staan al op volgorde. Het is de
bedoeling dat ze deze zinnen in de juiste volgorde
zetten. Dit leg ik ze uit.

lezen
opdrachten bekijken
vragen stellen
begrijpen wat de inhoud van de opdrachten is

Bij opdracht 2 staat een scne met 6 regels. Het is


hierbij de bedoeling dat de leerlingen de juiste
persoon aan de regels koppelen. Het gesprek gaat
tussen Jeroen en zijn vader.

2 minuten

afsluiting

Opdracht 3 is een moeilijkere opdracht. Hierbij


moeten ze zelfstandig een gesprekje bedenken van 6
zinnen.
Ik vraag of er nog iets voor iemand onduidelijk is. Zo verwerken van theorie-uitleg
nee, dan gebied ik de leerlingen rustig terug te gaan opdrachten maken
naar hun plek en de opdrachten individueel te
zelfstandig werken
maken.
Wanneer er voor n leerling nog iets onduidelijk is,
zet ik de rest aan het werk en help ik de andere
leerling bij datgene wat nog problemen oplevert.

Verantwoording
Deze les heb ik gekozen als les spellen omdat dit overeenkwam met de methodeles die de leerlingen deze week zouden krijgen.
Ik heb met Elke deze les (les 12), kunnen wisselen met les 11. De lesdoelen stonden in de methode.
Als ik kijk naar de leerlijnen van Tule sluit deze les aan op Kerndoel 5 met de subdoelen Vorm en GEBRUIK soorten teksten.
Binnen het subdoel Vorm sluit deze les meer aan op de kerndoelen van groep 3 en 4. Dit is binnen deze taalmethode vaker het
geval.
De les heeft taalkundig gezien twee taalaspecten die benadrukt worden:
De semantiek, oftewel de betekenis van de tekst. De scne moet namelijk een logisch verband hebben. De zinnen moeten ook
duidelijk zin in hun betekenis en bedoeling. Anders ontstaan er misverstanden.
Daarnaast het temporeel ordenen. De zinsstructuur moet kloppen en er moet sprake zijn van een correcte chronologische
volgorde.

Das könnte Ihnen auch gefallen