Beruflich Dokumente
Kultur Dokumente
DE ZEVEN STRALEN
EEN
THEOSOFISCHE VERHANDELING
VAN
ERNEST WOOD
K. J.
INHOUD.
D EEL I.
De Oorsprong der Stralen.
HOOFDSTUK.
I
li
lil
IV
V
VI
VII
VIII
IX
17
Bewustzijn
.. .
Gedachtekracht
. . . .
. . .
. .
. .
. . . . . . . .
. . . . . .. .. .
.
. .
. .
. . .
. .. . .
. .
. .
.. . .
.
. .
23
27
35
\Vilskracht
41
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
en het
Harm{:mie
50
55
60
De Zeven Beginselen
. .. .
.
Onderlinge Verhoudingen
. .
.. . . . .
.
.. .
. .
. .. .
. .
..
68
. ..
74
. .
DEE
L II.
Su"''"'"
De Zeven
XI
XII
De Eerste Straal
.......................... ...........
De Tweede Straal
. ...............................
83
95
Xlil
De Derde
Straal
""'"''<"
...................................... .
XIV
De Vierde
105
. . . . . . . . .. . . . . . .. . .. . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
De Vijfde Straal
.....................................
113
XV
XVI
XVII
XVIII
. .
De Zesde Straal
De Zevende Straal
. .
. ... . . . .
.
. .
. . .
. . ..
.
. . .
..
122
128
134
144
DEEL III.
Uw Straal
. . . .. .
. .. . . .. .. . .. . . .. .. .. ..
..
. . . . . . . . .. . . . . .. .
. ..
..
161
169
178
187
zich
om
de
jaar weer
dat hij de Zon gezien heeft, lach hem dan uit, alsof hij ge
zegd had dat de Zon zich werkel{ik langs haar dageliJksehen
gelijk aan de
wederom, dat
mede het
is...........
DE GEHEIME LEER.
DE
Ik zie geen kans, bij het schrijven van dit boek en het ge
ven van een helder begrip van de Stralen, zekere dingen
van tamelijk abstraeten aard te vermijden en in de eerste
plaats moeten vvij de universaliteit v;ltslcllen vall Gofl of
Brahman, van wien sommigen meenen, dat Ilij ver weg
leeft, ergens op het een of ander
zen gezichtskring. Het is echter een
dnamla
Brahman
(de
op de
Brahma,
heeft be-
term Brahman,
maar
en
bewustzijn
tweede
is
die
van
chit,
bewustzijn ;
en de
derde is
de
wezen
het
groote
Zuil
N rayana,
heelal,
van
Vishnoe,
duizendoogig
en
de
ziel
en
alwetend,
het
lag
te
leven
rusten
van
op
Ananta,
den
eindeJouzen
tijd,
wateren
van
de
want
ruimte,
die
het
opgerold
was
de
lag
op de
nacht
van
en raakte hem
er ontstond
18
een twistgesprek tusschen hen beiden lwer wie cle grootste
was en terwijl dit plaats had en dreigde heftig te worden,
verscheen er vr hen een groote zuil van vuur en licht,
onvergelijkelijk
en
onbeschrijfelijk,
hetgeen de
twistenden
beiden
keerJen
verslagen
terug.
Toen
stond
Shiwa,
wiens aard Anancla is, voor hen en verklaarde hun, dat zij
beiden n waren in hem, hun opperheer, de zuil van licht,
die drie was in n en dat in het komende tijdperk Brahma
uit Vishnoe zou geboren worden en dat Vishnoe hem zou
liefhebben, totdat ze aan het eind er van beiden hun op
perheer zouden weerzien.
De menschen denken soms, dat zij omhoog stijgende, God
kunnen vinden, maar de waarheid
tot
beneden
hun
huieligen
is,
dat, al daalden ze
van
ons
bewege in de ruimte van het zijn en waar hij ook moge gaan
in den tijd van het bewustzijn. En geen mensch zal ooit aan
deze drie
werkelijkheden
ontkomen;
Ofscho;Jn er
19
zijn Sat, Chit en Ananda overal aanwezi g en overal i n n.
De dingen, die wij kunnen zien en aanraken en proeven en
ruiken en hooren, zijn Sat, het ware zijn, en in dat rjk van
het
zijn
zal
geen
mengesteld uit drie werkelijkheden, die bijeengevoegd zijn Sat, Chit en Amanda --maar Dat spreidt zi ch uit in ruimte
en tijd, in wat genoemd wordt openbaring, waarin de eigen
schappen van Sat en Chit tot werkzaamheid komen te mid
den van de mysterieuse cyclische veranderingen,
die zich
Het
20
akasha" en dit
"
wordt beschouwd als de wortelstof van de vijf gebieden, die
we hier beschouwen. Deze vij f gebieden moeten voor ons
hui dig doel te zamen wor:den beschouwd als een wereld met
vijf graden van
pen,
die
deze
dichtheid van
graden
van
stof;
we moeten
dichtheid
vormen,
de
trap
buiten
be
onmerkbaar
lager
laagste.
zijn
atma-
Hier h ebben
en
bewustz ij n
aanzichten
van
zij n
evenwaardige
openbar i ng.
deelgenooten,
twee
in
de
stoffelijke
we
2!
deze twee
lijke verhouding.
Om
dit te
gaan.
we
Op
in
begrij pen
het
een
moet
stoff elijk
wereld
van
ge
eens
niveau
stof
te
het
der
zijn.
volgende
wereld
De
overheerschend,
m oeite
zoo
schijnen
stof
is
tredend, zoo
na
ziet
men een
v e rmogens
en
de
van
het
beperkingen
der
weerstand
biedend.
bewustzijn
stof
hebben
zij n minder
Op
het
meer
sterk
v olgende
invloed
remmend
gebied,
het
meer uitko
lager mentaal
Hier
d i e n van
nu
is
eens
het
de toestand
hoogste
juit
van
de
vijf
tellenovergesteld
aan
gebied.
Hiervan
getuigt
de rrebied
poging,
die
Bisschop
te beschrijven
,--,c-,
22
m zijn artikel over dit onderwerp in " Het innerlijk leven".
In de vergelijking, die wij gemaakt hebben, zouden wij
kunnen
zeggen,
vertoont
het
en
dat
het
tegengesteld
hooger
buddhisch
aan
dien
mentale aan
dien
gebied
een
toestand
van
het
astrale
van
het
lager
gebied
mentale.
gebied,
dan
zou
GO D HET H E ELAL
VISHNOE: CHIT
BRAHMA: SAT
--
SHIVA: ANANDA
D E ZEV E N BEGI NS EL E N
I'-
'D
c
0
c.i5
U)
ca-
ca
E-t
:s
:s
.,
ca
ca
'-"'
-------- -
...,
t:z
....
c-
...
:s
ca :s
;>
Jl-
"'t'
-o
"'
.:a (ro
Oi
u
ca
...
...
...,
ll'1
..;:;
ca
::.:::
ca
o:l
ca
...:a
-o
-o
"'
ca o
o:ia:l
.ca
..a
..-
...::
<CO
-e..:t:
...::
o:l ....
"'
0
...
"'
>
HOOFDSTUK II .
BEWUSTZIJN.
In Hindoesche en Theosofische boeken worden de termen
"ichchh", " jnana" en "kriy" gebruikt, om Je drie essen
tieele werkzaamheden van het bewustzijn aan te duiden. De
ze woorden worden gewoonlijk en volkomen nauwkeurig ver
taald door wil, wijsheid en werkzaamheid, maar de beteekenis
der
Hollandsche
woorden
zal
drie
toestanden
van
bewustzijn
chakelen
het
van
het
bewustzijn
zelf,
en kriy
of
werkzaamheid
24
Bewustzijn
zien
op geen enkel
gebied
kunnen
ervaren
en
gezien
wordt
natuurlijk
door
ervaren
kan
ieder
een
jivatm
of
levend
tot
Ook is bewust
aan
de beperkingen
onderworpen
wat
Het over
verzoek
om
ik
werd
de
beweging
van
mijn
lichaam
ge
waar".
Alleen als gevolg van waarneming door middel van de
zinnen kent de men:-:ch de
plaats
de
trein
uitmaken
of
niet
kijkt
die
aan
voorbijgaan,
dan
trekt
gij
daaruit
25
der ruimte, waari n het bewustzijn z i ch verheugt, begrijpt
en i n gedachte houdt, dan eerst is het mogelijk, zich een
nauwkeurig begrip te v or m e n van den aard van wil, wijs
heid en werkzaamheid als bewuste werkzaamheden.
CHIT OF BEWUSTZIJN.
Vorm
Bewustheid van :
Werkt als:
lchchh
Zelf
Jnna
Anderen
Kryi
Dingen of voorwerpen
Hij is n bewustzij n en
hieraan is het,
dat wij allen deel hebben, niet dat het tusschen o n s ver
rleeld is, maar \Vij hebben er met H e m
deel
aan.
Dat
bezit
de
hem
in
B rahm .
aanraking
Echter
met
worden
godde lijke
werkzaamheid
uit
te
oefenen.
In
de
boe
ma-
26
ken, dat Hij zij n werk uitvoerde door in meditatie te vertoe
ven en dat, terwijl Hij mediteet'de, de werelden werden door
de kracht van zijn gedachte. Zoodanig was Zijn werkzaam
heid. Toen trad Vishnoe de sto f felijke wereld binnen en vulde
haar met leven en Shiwa met Zijn kracht, die het Zelf is, die
daar bestond als h et opperste Zijn. *)
Het ware Brahman valt buiten ons bewustzijn, maar d e
ze Brahm niet, daar Hij slechts een personificatie is van
de
werkzaamheid
verhaal
slechts
van
om
aan te toonen,
dat de scheppende
voe
van
raakt
door
de kracht van
K riya
en
neemt gestalte
DE UNIVERSEELE G OD
BRAHMA
(Aanzijn)
VISHNOE
(Bewustzijn)
ZONNELOGOS
"'
'
8
..c: '"'
"'
;>-
.... "'.
-
"'
'"0
c
::;
U)
*)
S uperbeing.
r::
c::
0
N
l'l
'"'
..c:
"'
c::
--.
>. l'l
u
JlN
<il
"' ..c:
..c:
iii "'
u
"'
c::
l'l
0
U'JN
SHIWA
(Geluk)
aan
HOOFDSTUK IJl.
GEDACHTEKRACIT.
vVat waar i ten op%ichte van de drie krachten van het
bew u s tzij n
Your
die van
val
I.
waar.
Er
bestaat
niet
zoo
i e t s als
de
passieve
en
h ee ft aldus. zeer
2.
In
28
Het antwoord
de eenige kracht,
Gedachte
is het lichaam
dat doet
in
de Europeesche psycho
29
term "wil" verkeerd gebruikt wordt. De theorie is waar, maar
ze is in het Hollandsch onhandig uitgedrukt.
Wij zouden vele voorbeelden kunnen geven, die dit denk
beeld
meer
beste
is
de
levend
voor
ervaring
van
zouden
zekeren
maken.
Een
autohandelaar
van
in
de
Los
at1to
moesten
hcsturcu,
die
auto
omstandigheden.
Deze
vroeg in den morgen en nam den besten weg, die hij vin
den kon, als er nog niemand buiten was en dan reed hij
op een tastende en onvaste wijze, zijn oogen op den weg
gevestigd en een poosje in zalige vergetelheid van het be
staan van telegraafpalen. Vroeg of laat echter kreeg
een in het oog, misschien wel bij een bocht en dan
bij
zichzelf
dat zijn denkvermogen vervulde, beheerschic zijn bandeofschoon hij hevig wenschte, niet tegen den paal aan
te
rijden.
Zijn
handen,
onvast
tevoren,
hielden
nu
het
hij
JO
beeld
wordt
de
welbekende Ameri
dochtertje
vormde.
,, Vele
zagen,
ofschoon
Valerie
3I
den
kunstenaar
dan
zij zelf
weten. "
Het geloof i n deze macht i s tegenwoordig zeer verbreid
in Amer i ka en het behoeft ons niet te verwon deren, dat
vele beroemde kunstenaars van dat land in aanmerking
nem en,
van
dat
het
zij
door
menschelijk
het
maken van
gelaat
en
den
mooie
beeltenissen
menschelijken
vorm
de
in
den
menschen
van
beider
schoonheidstype, dat
zij
gezien heeft,
zij
zich on
kunstenaar
Chan d l er
Christy,
heeft
wiens
opgemerkt.
De
Heer H oward
de illu
32
voortdurend z iet, heeft neiging z i c h in te drukken op den
geest en deze benvloedt op zijn beurt het lichaam, en dit
is ook de reden, dat man en vrouw in den loop der j aren
op elkaar gaan lijken.
Z eer veel overeenkomst hiermede vertoont
de
vr-ge
zou d e n
zij n.
M ev rouw
Ruth.
J.
Wil d
uit
\ an
een
was
afgeb eeld
en stelde z i ch v o ortdurend
wist ik ook,
33
wimpers en
donkere
zoo lang
heb".
ook haar
gedachten op
het
achterlaten
op de
physieke
gedachte,
die
macht:
philosofie,
het
drama,
wetenschap, gods
voor
de
34
HOOFDSTUK IV.
LIEFDEKRACHT.
36
37
verbonden,
leidt
3R
baden.
dorpelingen.
Deze oude
vriendelijkheid zelf was en ieder zag uit naar den dag, dat
hij den rijkdom en de positie van den ouden man zou erven
en een zegen zou zijn voor allen. Een derde persoon in dit
verhaal was een reizende sannys, die, goed doende waar
ging, toevallig ook in dit dorp kwam en er een poosje
bleef. Spoedig bemerkte hij wat daar gaande was en een
vreemde verzoeking kwam in hem op en hij ontdekte, dat
hij bij zichzelf zeide: "Waarom zou ik dien ouden man niet
dooden en deze menschen uit hun ellende verlossen en den
jongen man de gelegenheid geven het wijd verbreide goed
te doen, dat hij zeker doen zal als hij kan? De oude man is
niet gelukkig en het doet er niets toe, wat er van mij wordt,
als ik maar goed doe". En dan wordt de vraag gesteld:
39
40
en zeide, dat hij voelen kon, dat zij blij waren, dat hij terug
was, zooals hij blij was, weder in hun midden te zijn; en
hetzelfde zien we in vele van de geschriften en gedichten
van Dr. Rabindranath Tagore, die zich kan verplaatsen in
het innerlijk van een klein kind of van een stroom, en het
levensdoel ook ziet in de morsige straten van een dichtbe
volkte stad. Jnana, wijsheid, is liefde, bewustzijn van de
zelfde soort van leven in alles.
HOOFDSTUK V.
WILSKRACHT.
afstand van
tot
het besluit komen: "ik zal het opnemen", of tot het besluit:
,,ik zal het niet opnemen". Er komt heelemaal geen wenschen
bij te pas, omdat gij volkomen er op vertrouwt, dat het in
uw macht is. Maar als het potlood een halve ton woog, of
als gij dat dacht, dan zoudt gij zien, dat gij zeidet "o, ik wou,
dat ik dat potlood kon optillen".
Hij, die wenscht, erkent daarmede zijn afhankelijkheid van
uiterlijke toevalligheden ; hij is in een toestand van afwach-
42
handen, zou alles goed gegaan zijn. Hetzelfde zal zeker waar
genomen zijn door vele onbedreven chauffeurs des avonds als
een auto met verblindende lichten hen passeerde; het is dan
noodzakelijk, dat de chauffeur zich niet veroorlooft, gehyp
notiseerd te worden door het denkbeeld, dat zijn oorsprong
vindt in de vrees voor die naderende lichten, maar zijn ge
dachten er van afwendt en ze op de duisternis van den weg,
waarlangs hij gaan wil, vestigt, ofschoon hij dien niet zien
kan.
Wenschen is niet een vorm van willen, doch slechts een uH
van begeeren; terwijl begeerte meestal de wensch is,
iets te bezitten, dat men niet heeft, sluit wenschen alles in,
*)
mind
43
44
De wil leidt in het eind tot werkelijk boven-bewust leven,
geluk, iinanda. De iinanda-toestand van zijn is tijdloos,
maar het bewustzijn beweegt zich in den tijd (hoewel niet
in de ruimte) en terwijl het dat doet, brengt het evolutie
of ontvouwing teweeg, hetgeen echter niet vooruitgang
beteekent. Dat is een moeilijke kwestie, die ik behandelen
zal in Hoofdstuk XXI, maar we kunnen hier opmerken, dat
het een element van verduistering in het bewustzijn brengt
en den geest verdeelt, daar de wil zich in zijn geheel richt
op een deel van zichzelf, teneinde van dat deel voor een
JXlOS meer volkomen bewust te zijn. Het is hetzelfde als een
kind op school, dat een poosje naar de muziekzaal gaat en
al zijn aandacht schenkt aan mu ziek gedurende den tijd,
dat het daar is, en zelfs het bestaan van dingen als aard
rijkskunde en geschiedenis vergeten is ; ja, hoe volkome
ner dat vergeten is, hoe beter de muziek zal zijn. Dat is
noodig, omdat iets nieuws moet verkregen worden, maar
later zal het bewustzijn krachtiger zijn en in staat, n mu
ziek, n geschiedenis, n aardrijkskunde tegelijk te bevat
ten en er zich tegelijk mede bezig te houden, terwijl het
nu slechts een van die onderwerpen tegelijk kan in behan
deling nemen. Dit doet het onder-bewustzijn, waarin wil,
wijsheid en werkzaamheid voortdurend werkzaam zijn, on
opgemerkt door het echte bewustzijn, - of liever van het
bewuste deel van het bewustzijn, want er zijn geen twee
bewustzijnen.
Om dit punt duidelijk te maken wil ik vertellen, wat ik
eens in een stad in het Zuiden van Indi ondervonden heb van
een ouden heer, die bedreven was in het uitoefenen van de
krachten van het bewustzijn.
Onder de vele belangwekkende proeven, die hij voor mij
deed, was er ook een met een spel kaarten. Eerst schreef
hij iets op een stuk papier, vouwde het op en gaf het mij,
45
46
concentreer ik er o n afgebroken o p e n breng m ij n gedachte
op U o ver, terwij l ze ook onder deze o mstandigheden sterk
vastgehouden w o rdt, hoewel zonder dat U zich daarvan
b e wust
gericht, is h et zeer
probeerden
dat
de
oude heer
door gedachte-overbrenging
in de proefneming,
om het op te m erken.
Later heb ik nog een verrassend vervolg op deze ervaring
gehad, dat p l aats had in m ij n eigen s ch o ol te Hydrahad
i n de provincie Sind, o p
2000
Deze
heer,
een
een leeraar i n d e
Hindoe,
die
cum
47
w ij z e van ontspanning. M ij n gedachten waren ver ver
wij d erd van alles wat op psychisch onderzoek b etrekking
h a d ; ze waren bezig m et de ernstige moeilij kheden met de
s t u d enten in verband met de poli tieke beweging, welke be
weging h un toekomst en het l a n d waarschij nl ijk ernstige
s c h a d e zo u toebrengen. Pl otseling hoorde ik, zonder eeni
ge voorafgaande waar.,chuwing, de stem van een volwassen
man, die s prak binnen in m ij n hoofd. Zij sprak slechts vijf
woorden : "Klaver vijf, neem die proef", m a a r op de een
of an dere wijze wist ik, dat het betrekking had op d e on
dervi n d i n g, die i k eenigen tij d geleden i n Trichinopoly had
o pged a a n . Ik geh oorzaamde de stem en s c h reef
"klaver vijf" op een stuk p a p i e r, vouwde het op e n vroeg
m ij n vriend den leeraar, h e t in zij n zak te steken. Toen
vroeg i k hem, zijn kaarten te schudden, die ik in 't geheel
niet
a a n geraakt
had
en
gedachtekracht
en
wil
i nwerken op h et onderbe
wustzijn .
Als wij d e
48
wij in aanmerking nemen, dat het soms de onderbewuste ge
dachte is en dat inderdaad de vele toevalligheden des levens
moeten toegeschreven worden aan onze eigen gedachtekracht,
die op deze wijze werkt, dikwijls gericht door den wil. Iemand
heeft b.v. eens op een bepaalden avond niets bijzonders te doen.
Hij besluit een wandeling te gaan maken. Hij trekt zijn jas
aan en zet zijn hoed op, of misschien zijn tulband en gaat
de straat op -n besluit zonder bepaalde reden, zoo of zoo te
gaan. Op zijn wandeling ontmoet hij iemand, die hem een
nieuw denkbeeld in verband met zijn zaken of een nieu wen
gedachtegang geeft - hetgeen wellicht zijn geheele for
tuin of leven verandert, zoodat hij, daarop terugziende,
zeggen zal, dat dit het keerpunt in zijn loopbaan was
en dikwijls zal hij uitroepen, hoe gelukkig het toch was,
dat hij toevallig een wandeling deed dien avond en juist
door die straat ging, waar hij zijn vriend ontmoette. Mis
schien was het geen toeval, maar heeft de grootere mensch
in hem hem geleid even zeker als mijn hand gericht werd naar
de uitgekozen kaart tusschen de vele, die op den grond uit
gespreid lagen. Dit weet ten minste ieder van ons, dat er ie
mand binnen in ons is, die er van tijd tot tijd in slaagt zij n
geelachten i n te drukken op het bewu;;te deel van ons met,
wat wij gewoonlijk noemen, de stem van het geweten, dat
veel meer afweet van de ware richting des levens dan de
mensch binnen de grenzen van het waakbewustzijn.
Later, na a floop van den leertijd, als 's menschen bewust
zijn machtiger geworden is, zoodat hij in staat is gelijktijdig
geschiedenis, aardrijkskunde en muziek te behandelen, zal de
daad van concentratie niet meer noodig zijn behalve in mo
menten als een plotseling aangewende kracht. Hij zal dan
voortdurend te zijner beschikking hebben al de krachten en
alle kennis, die hij bij beetjes verworven heeft te midden
49
van de duisternis, welke veroorzaakt werd door zijn zich con
centreeren op het opdoen van kennis. Dan zijn het onderbe
wuste, het onbewuste en het bewuste een en hetzelfde ge
het onderbewuste, bovenbewuste en zelfbewuste
worden.
Laten wij dan duidelijk voor
oogen
HOOFDSTUK VI.
mo
tamas
De
objectieve
wereld
(stof,
die elkander belemmeren
traagheid,
weerstand
bewustzijn blokkeeren, als
tegen
verandering)
stof,
door
zich
in
een
is
een
en
dat
zij
wereld
kunnen
zich
lichaam
van
lichamen,
eveneens
onderwerpt
onder
te
aan
het
de
dompelen.
on
SI
m
eir ingen
en
stof
dezer
lichamen.
Dit
beginsel
waarvan een
52
rajas
(kracht,
energie)
nu
in
waarin het
krachten leidt tot een nieuw evenwicht van het geheel, zooals
b.v. het geval is met een rots op de helling van een heuvel,
die verweert en plotseling naar beneden valt.
Een bal op een biljart b.v. zal niet uit zichzelf in beweging
komen. Als hij in beweging
an
53
ruimte heen stapt, als b.v. wanneer ik een bal van den grond
naar d e tafel verplaats. Een zekere hoeveelheid kracht is
gebruikt om hem op te heffen en dezelfde hoeveelheid zal
weer tot uiting komen, als hij later eens van d e tafel op den
vloer valt, hetgeen bewezen zou kunnen worden, als wij hem
werk zouden kunnen doen verri chten bij het vallen, of de
warmte meten, die ontstaat hij den schok op d en vloer.
Warmte, geluid, li cht, electri sche verschijnselen, scheikun
dige werking en vele andere, zijn vormen van kracht en
voor zoover op menschel ijke wijze of op andere wijze ontkan worden, bestaat er nergens eenig stofdeeltje zon
der dat er ook een vorm van b estaat. On derzoekingen van
den laatsten tijd in verband met relativiteit, hebben het
vraagstuk van het b ehoud van arb ei d s vermogen weer op
nieuw naar voren gebracht, maar die onderzoekingen
pen diep in de i nnerlijke verhoudingen van de inwonende
eigen schappen der stof en tasten de practische werkelijk
heid van het beginsel van arbeidsvermogen niet aan. Voor
ons doel is het voldoende in te zien, dat er natuurlijk ar
b e i dsvermogen i s en dat het niet een zelf-on tstaan is.
sattva
(wet)
Ik
Er i s eenige tegenstrijdigheid in
deze houding,
54
d e werkzaamheid van het lichaam en de verhouding daar
van
atoom heeft zij n eigen functie even zeker als ieder zaad
zijn neiging heeft, te groeien en een bepaalde soort plant te
vormen en de werkzaamheid dezer wet is een deel van de
werktuigelijkheid der natuur, sat of zijn.
Het was den beoefenaars der oude wetenschap volkomen
duidelijk, dat sattva, rajas en tamas, de goena's of eigen
schappen der stof waren, dat alle stof niets anders w as
dan deze drie, en dat zij nooit iets anders dan stof konden
zijn. De drie woorden worden ook gebruikt in den vorm
van bijvoegelijke naamwoorden, om den aard van
dingen
dat
soort
voedsel
pagina 154:
Het goddelijke is het onderwerp van de ervaring, degene, die de ervaring opdoet, het stoffelijke is het voorwerp.
H OOFDSTUK VIL
HE T GODDELIJKE
E N HE T STOFFELIJKE.
samengevoegd
zij n
of
tot
een
e en s
wat
er
s6
het
wel
m aar
denkvermogen.
is
niet
slechts
logisch
maar ook
een
feit
dat
*)
Initiatief.
57
beurt gedragen door de planken van den vloer en deze door
de b alken, die weer o p de muren rusten. De m uren rusten
Het
opzicht
ss
chikt ze opnieuw naast elkander, totdat al de j uiste stukken
zoo geschikt zij n, dat ze een plaat vertoonen. Dan mengt hij
weer door elkaar en voegt ze samen met een anderen kant
ze
Het zou
kunnen denken, dat het die plaat gemaakt heeft, maar dat is
zoo niet ; eerst was er een kunstenaar en alles, wat het kind
deed, was de dingen in elkaar zetten, zoodat de plaat, door
den kunstenaar gemaakt, te voorschijn komt. Zoo komt ook
het water te voorschijn, als zuurstof en waterstof bijeen ge
bracht worden en niets is toegevoegd noch weggenomen
van
ziet als natu u r w et . D i e wet is een bestaande werkelijkheid attwa --- de w e reld vau
denkvermogen.
Een andere naam wordt soms aan sat gegeven - het groo te
passieve beginsel.
geen
beginsel,
zelfveranderend,
zichzelf * * )
*)
**)
Initiative.
het zij n
All initiative.
en
absolute-beweging-uit
zeer
59
bepaalde redenen het woord goddelijk in plaats van den term
geestelij k gebruikt, wat, zooals sommigen zouden meenen,
het denkbeeld weergeeft. H et woord geest heeft in zich een
beteekenis van fijne
namen de zon
als
symbool,
onze w e rel d ;
s l e chts
de Alomte
ons
zonnestelsel
het
heeft
zonder
het
* ) lnitiativc
HOOFDSTUK VIII.
HARMONIE.
Ons verhaal van de zuil van l icht liet ons eerst den nacht
zien, toen Vishnoe en Brahma nog niet harmonisch samen
werkten, maar twistten bij hun ontmoeting, totdat Shiva door
zijn aanwezi gheid de harmonie herstelde, hun deed bese f fen,
dat zij beiden n waren in Hem, en een nieuwen dag van be
staan inzette. Zoo zien wij d us, dat Chit en Sat, of op kleiner
chaal de mench eu de u i t erlij ke wereld van ervaring een
treurige tegenstel l i ng schij nen te vormen, totdat wij ontdekken,
dat er
een
bestaat, d at er
een
botsing.
Ananda
staat
achter
hen
beiden ;
in
Shiva
zi n
ZIJ
61
de physieke vermogens en dit is weer een prikkel voor het
bewustzijn, zooals b.v. wanneer een klein wezen zich verheugt
in de bekwaamheid, waarmede hij stilletj es een grooter ont
loopt.
Er heeft ergens een verhaal gestaan van den grooten zee
hond van San Francisco.
120
Op een dag echter gebeurde het, dat een andere prachtige zee
hond, j onger en in den bloei van het leven, uit het Zuiden
kwam en scheen te denken, dat hij de koning van die rotsen
behoorde te zijn . Daarom opende de nieuw aangekomene het
gevecht met den ouden leider en zij vochten beiden met he
vigheid gedurtnde drie dagen, aan het einde waarvan de oud
ste, met wonden overdt:kt, naar de kust zwom en stierf.
Dit is het beeld van wat beschreven wordt als de natuur, "on
barmhartig meedoogenloos", maar als gij het beziet van de
zijde van het inwonende bewustzijn, zult gij
62
macht d i sharmonie geschapen heeft tusschen zichzelf en de
wereld. Hij heeft, terwij l hij zich verheugt in zijn chit, anan
da overzien en Shiva moet z i ch aan hem ontsluieren, voor hij
den kinderstaat van het dier, dien h ij verloren heeft, weer
kan. In het leven van den mensch moeten Vishnoe
de meeste
darwinisten
zUnde. En
iJ ,
harmonie
of maya is
het kind
van Shiva
maakt wordt, maar indien dit niet zoo was, dan zou deze we
reld niet Gods school voor den mensch kunnen zijn. Indien
huizen onvergankelij k waren, en door een vreemde toover
kracht
zouden
voed sel
63
te brengen en zou het extra werk, noodig om de oude din
Kriyashakti
voDr
64
als hij terug blikt, God voor de gelegenheden, hem gegeven
en voor de eer, hem aangedaan, dat hij door de eeuwen heen
in den rang van een goddelijk wezen geplaatst is, zichzelf
voortdurend scheppende door zij n eigen werk en niet als een
stof felijk ding, door een kracht van buitenaf gevormd. Nu
ziet hij de harmonie tusschen den mensch en zij n omgeving
door de tij den heen en is zich er van bewust, dat de wereld
geweest is en nog is de vriend van den mensch - geen senti
menteele vriend, maar een vriend in den nood en metterdaad.
Omdat de mensch tot de goddelij ke zij de der dingen be
bomt, niet tot de stoffelijke, ontplooit h ij zich op deze w ij
ze, steeds voor zichzelf een grootere mate v a n goddelij k
vermogen winnend, en God helpt hem door zichzelf te in
carncercn a l s het b e ginsel van harmonie. Hij is almachtig,
toch
z ij n
er dingen,
die
ervaring,
wordt
als
die
maya
is,
een begoocheling.
waarvan
dikwijls
gesproken
maar
6s
plooiing van zijn bewustzijn volmaakt is, datgene moet ver
nietigen, dat soms de schakel tusschen den ziener en het
gezi ene genoemd w ordt, om daarna te verblijven i n zij n
eigen
staat .
Die
staat
BG 9:13
Occulte
schema V monie als van zij n daiviprakrit i . J n gewone taal wordt het woordentolk:
drukken,
denken
die
maya
chit binnen
als het
die
uiterlijke
beide,
waarbij
zoowel het in
men,
dat
(i
rwod
Dat l even i s
va11
8)
gesproken,
groote
w aar
afcleelingen
der
Shri
werkelijkheid,
adhyatma,
ad
daiviprakriti
66
b e teekent "ik maak heilig" ; offerin g ziet men in de we
reld in de wij z e , waarop bewustzij n e n stof elkander hel
pen b ij
wat
w ij
leven
schepsel altij d iets opgeeft voor het ande re, hetzij vrij willig
o f onvrijwillig, zoodat allen een georganiseerd geheel wor
vertegenwc)Qrd igt
de
Godheid,
het adhyatma. E en
67
is, die de beperking van het b ewustzj n is. De ruimte be
waarheid
kent,
,tot
Mij
zal
komen".
Als
Shri
Adhyatma
Adhidaiva
Adhibhuta
Adhiyajna
Vedanta Dictionary:
Sacrifice, The Principle of
This is indicated very clearly in the third chapter of the Bhagavad Gita. Briefly, it states that all creatures in the
world depend on one another for sustenance and support. The mutual maintenance thus depicted is to be lived
voluntarily on the part of the spiritual aspirant and the sage. His possessions, energies and powers in the world are
to be used for the welfare of others (called loka-sangraha). Actions done as sacrifice (unselfishly) do not make
future karma, since only actions done with personal desire have that effect. All the same, the good actions so done
liquidate or neutralize old karmas which are in storage from the past. It is this motive of love of others which
makes actions sacred or holy.
Sacrifice, thus understood, is one of the three activities which must be still carried on by one who has renounced
the world. (See under Renunciation.)
Ritualistic sacrifices on the altar are considered by the enlightened Vedantist to serve as reminders of this
principle, useful for those who forget, or for those who would otherwise never think of it.
So great is the feeling of mutual obligation in India that quite often a villager, feeling that the time has come to
discard an old pair of sandals, will place them gently, almost reverently, behind an out-of-the-way bush, express
his thanks, give a sincere salutation and only then depart.
HOOFDSTUK IX.
DE ZEVEN BEGINSELEN.
In zooverre er drie aam:ichten van het bewustzij n en drie be
ginselen van stoffelijk bestaan zijn en de harmonie daartusdie maya is, zijn er ook zeven fundamen t eele
heden, niet meer en niet minder, i n de wereld der menschL
lijkc ervaring. Drt zevental i s niet ontstaan uit een drietal
ons stelsel van maya of leven, omdat het slechts een deel is
van een
maar Shiva leent ab het ware, bij het maken v an zijn Drie
beid uit zijn zevenvoudig zelf, drie van de zeven aan Brahma
en nog drie aan Vishnoe en behoudt het zevende, Ananda,
voor zichzelf.
Hieruit ziet men, dat deze zeven volkomen gelij k zij n en
geen enkele uit een menging o f samenvoeging met een der
andere bestaat en zij worden terecht beginselen - aanvanke
lijkheden - genoemd. Als wij ze voor h et gemak door getallen
voorstellen, dan zij n die getallen slechts willekeurige namen
en
te
69
en ik heb er getallen bijgezet, om ze aan te duiden - r, 2, 3,
4, 5, 6, 7 De driehoek met de punt naar boven is chit en die
met de punt naar beneden i s sat en het geheel is een symbool
van het uitdrukken door twee verwante driehoeken van d e
zeven ge!Uke beginselen, d i e wij d e zeven goddelijke begin
selen zouden kunnen noemen en die onder het diagram nog
eens in tabelvorm zijn aangegeven.
S H I V A
Wil
Stof
tp
...
"'
::r
Kracht
Ql
"'
'<
"'
Wet
<:
Wijsheid ;;
(Liefde) ::r 1:1
0
Werkzaamheid
(Gedachte)
- - - ---- - -- ----------T
BEGINSELEN
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
VAN GOD EN
E I GENSCH APPEN
IDEALEN VAN DEN MENSCH
Ichcbha
Vrijheid
Jnna
Eenheid
Kriya
Begrip
Maya
Sattwa
Harmonie
Waarheid
Rajas
Goedheid
Tamas
Schoonbeid
-------
70
Op den langen weg naar het geluk gaat ieder door drie sta
dia in zij n evolutie ; eerst door het stadium van sat, dan door
dat van chit en ten laatste door dat van Ananda. Dit toom aan,
waarom alle schepselen het geluk zoeken en al de zeven be
ginselen, die hun leven in de wereld in beweging zetten, zij n
slechts middelen tot dat doel. Zelfs d e liefde, het inwezen van
het bewustzij n, verdwijnt daarin.
De mensch, die in zij n huidigen staat in het ebit-aanzicht
verkeert, denkt aan God in de natuur of sat, als buiten hem en
aan God in h et bewustzijn of chit, als in hem, maar Hij i s op
gelij ke wijze aanwezig in beide en in de praktij k zoeken de
menschen hun geluk in beide s feren, d.w.z. sommigen zoe
<:
ken wat hun de grootste dingen in het leven toeschij nen, door
::r
zich "in zich zelf terug te trekken", en anderen trachten dat,
wat hun het ware doel des levens toeschij nt te bereiken door
"moedig naar buiten uit te treden". Ieder heeft innerlij k m eer
den drang naar het bereiken van n der z even idealen dan
van de andere zes.
- - - ----
--
Maar daar ieder mensch aan Shiva behoort, heeft hij, evenals
E I GENSCH APPEN
heden des levens. Doch ongelij k aan Shiva, heeft hij ze onge
BEGINSELEN
lij kmatig en is n altij d sterker dan de rest. Dat ne wordt
zijn straal genoemd. Alle universeele beginselen oefenen steeds
hun aantrekking uit o p alle menschen, maar ieder mensch
antwoordt voornamelij k op dat van z ij n eigen straal, wat
dan zij n grootste levensideaal wordt en zij n bewustzij n
kan opvoeren t o t het meest intense leven, waartoe h ij i n
staat is.
Ichchha is wil en uit d e bespreking, die wij er over ge
voerd hebben, is het duidelij k, dat de levenstoestand Yan
-----hem, die zich
71
dit beginsel het sterkst in
h eb b e n wij gezien,
in volkomen sym
d rang
in den
I;
zichzelf
tijd
der
Arische geschiedenis
Krishona
wij
beroep doen op den mensch en de wij zen zien het ras als
h e t w are omwerpen naar een w aardecring v an God als
sat en wij vinden het o n twaken van een grooten ziele-
72
honger onder de m enschen naar de ontdekking van God
in de u iterlijke wereld als w aarheid , goedheid e n schoon
heid.
Deze d rie wij zen van het buiten zich zoeken
oyereen met die van het binnenin
stemmen
zich zoeken,
want er
nu
dingen, in
rust of i n beweging.
komt raj as
zoo
en
der dingen
of
de na
73
bijzonder
waardeeren
om
wat zij
zij n
goedheid
noem.en.
kende
paden, de i dealen,
drukking in
menschelijke
die
hierna-vol
gend diagram :
ZOEKEND IN EN INWERKEND OP
DE WERELD DER DINGEN
WIL
LIEFDE
GEDACHTE
Waarheid
Wetenschap
"'
5
Goedheid
Godsdienst
6
Schoonheid
Kunst
7
Harmonie
Vertolking
(Verbeelding)
4
//
1
Vrijheid
Heerschappij
WIL
zoe
2
Vereniging
Filantropie
3
Begrip
Wijsbegeerte
L I E FDE
GEDACHTE
ZOEKEND IN E N I N W ERKEND OP
HET BEWUSTZIJN.
HOOFDSTUK X.
ONDERLINGE VERHOUDINGEN.
[k heb uitgelegd, dat Shiva n is en dat Zijn eenheid niet
verstoord wordt door
de
aanwezigheid
van
Vishnoe
en
Shiva
BRAHMAN
(SAT-CHIT-ANANDA)
SHIVA
ananda/gelukzaligheid
sattva/wet
I chchha
Jnna
jnana/liefde-wijsheid
Tamas
Kriya
Sattva
Rajas
75
Vishnoe en Brahma bestaan naast elkaar gedurende het
geheele tij dperk van openbaring of een dag v an B rahma en
worden in harmonie gehouden door Shiva, door zij n yoga
maya.
De
wijze,
waarop
m;:tar
tamas e n blij f t in
genoemd \vmdt.
Hij
is
niet de
moet
gij
Hirarchisch
bewustzijn van
De groote Driehoek in de Occulte Hierarcbie van onzen
de planeet Aarde
(in drie leden) aardbol is een belangrij k deel van Vishnoe, van wien het
wil=Heer van
b ew u s t z ij n van eiken m ensch weer een kleiner deel is. Zij n
de Wereld,
jnana=Boedha,
drie leden - d e Heer der Wereld, d e B uddha e n d e Ma
kriya=
Mahachohan.
h achohan
--
vertegenwoordigen
daarom
het
ichchha,
76
lijn v a n het bewustzijn, en niet alleen m a ar in het zonne
hoofdkwartier,
vervul l e n
deze
bruikt die
macht,
hauteeren en d us
Ma
om de d ri evoud i gh eid
door
van
B rahma
te
lijken aard doet zien door een vorm van bew us t zijn. Maar
bedenk,
dat
bewustzijn,
Zooals
l i chaam
YOOr ZIJn
een
bewustzij n .
Daar nu Shiva, zij n ware God, evenzeer n is m et Vi shnoe
als met B rahma, kan h ij ,
terwij l
al naar
77
mate van de straal van de versoon, die zic h in dat be
wustzijn verheugt.
Toch, ofschoon ieder mensch leeft in de drieenheid van
bew ustzijn, is hij zelf, daar hij van Shiva komt, zevennm
dig e n al de zeven ueginselen zijn onscheidbaar en aan
wezig in ieder mensch, maar dat, hetwelk het sterkst is
in zijn aard, wordt zijn straal genoemd.
mensch
is
daarom
De ,.;traal v an eeli
gezien
Hij kan
nen is, hoe hoog ook het gebied moge zijn, w aartoe dit
zintuig behoort en het doel is altijd de goena's, sattwa,
rajas en tamas. Bewustzijn is nooit
nog het
werkelijke leven,
zichtbaar,
veel minder
worden,
dat
zijn
op
niet onderge
78
beid der dingen te ontdekken, of v an zij n w i l voor w erk,
om schoonheid te vinden en te openbaren. Al deze werk
zaamheden zij n geheel verschi l l e n d van de dienstbaarheid
en
negativiteit
van
den
geen ander doel leeft dan om zich over te geven aan ij del,
zorgeloos en zelfzuchtig vermaak.
De stralen der dieren zijn duidelij k te onderscheiden, maar
met den mensch i s dat niet h et geval, totdat hij een aan
zienlijken vooruitgang gemaakt heeft in het menschenrijk
en de reden hiervan is, dat er in een zeer w erkelij ke en
natuurlijke beteekenis een val is geweest van den m ensch.
Hij heeft zich met de ontwikkeling van zij n verstandelij ke
vermog-e ns z u l k een men g-sel van karma geschapen en zich
blootgestelel aan zoovele invloeden, dat gewoonlij k de diep
gees telijke verlangens van den m e n s ch zelf bedolven en
zelfs
voor
zij n
eigen
lichaam
of
van
van
kan
de
scheiden worden
straal
en
79
D e mensch van wil, vrij heid zoekend door meester
I.
Brahma,
Sat
(openbaring)
2.
kenmerken:
onafhankelijk
en intuitief
voel ; de philantroop.
3
De
De
mensch
van
5
Vishnoe,
Chit
(bewustzijn)
mensch
6.
waamm
ik
de
B ollandsch
eerste,
sprekenden
omdat ikzelf
deze
waarheden
in
die termen
voor
woorden
nieuwe
de
meest
begrippen
te
hebben,
en de Sanskr i t
8o
zij dat w enschen, bij hun eigen vertolking daarvan "den
Vader, den Zoon e Shiva.
n den Heiligen Geest" in de plaats kun
nen stellen van
.....
lil
lil
Cl)
z
[IJ
1-l
,<(
E-t
z
[IJ
>
tiJ
N
[IJ
0
Er zij n zeven Hoo fdgroepen van . . . . . . . . . Dhyan Chohans, welke groepen in eiken godsdienst gevonden en erkend
zullen
Stralen.
w orden,
De
w an t
zij
M e n s c h h eicl
zooals
DE GE H E I M E LEER.
DE EERSTE STRAAL.
" Zichzelf regeeren of bouwen op zichzelf", zeide de Manoe
van ons ras, "is gel uk ; geregeerd worden door anderen,
is e llende." Dit
wacht op dingen
en
als
stukken in een
dat hij speelt, m ateriaal voor een plan, dat hij bezig
ts
uit
te
voeren.
Hij wordt de
denken
hij zoekt
gebruikt
------------
--
84
leiden tot hetzelfde resultaat - een
en u i terlijke leven.
in de natuur zoekt,
werken haar schoonheid en m i l dheid en waarheid op hem
in
en
ontwikkelen
de
vermogen s
zie l ; e n a l s h ij
sterk
Uw
ZIJ n)
en
Dit is geen
maar een
som-
ss
de aanraking met het zelf in zich voelt, ooit iets anders
d an een ij verzuchtig priester van zUn h ei l igdom. Deze
waardigh e i d is ver verwijderd van trots ; zulk een mensch
i s te h oogmoedig om trotsch t e zij n. Het is geen gevoel
van m eerderheid, dat er de oorzaak van i s ; het sluit abso
l u ut geen vergelij king met anderen in en geen meten van
kracht. H ij is berei d n te zijn met an deren o p voet van
gelij kheid en
zijn van de
hebben
en
hij
woorden,
den
geest
voortdurend
heeft
een
nooit
fal ende
v an
86
hem he eft het zelf lief en daarom kan
i nderdaad willen
lief.z ij n eigen
er tegen, maar h ij ziet i n h aar slechts
mac h t op een grooter schaal en heeft haar
een waardig
sterk man
waardeert
werk
het
aan
tegenstander
den
werker,
zooals een
hoogacht. Hij
en
als
iets
goed
in
het
een
water
vr hij
IS
er i n
; e n evenals h e t zwemmen
waan,
dat
uiterlij ke
dingen
waarde
hebben.
Hij
werkt
oude
b oeken
bereidt z ' ch
87
v oor op een nieuw avontuur, in den trots van zijn naakte
kracht, vrij van leden en de neusvleugels i n trilling.
Die
3e straal
m en
zijn persoon
dat wij
88
lijkbeid te minachten, want de god ach ter den afgod is
een werkelijke god ; en als zij voor het oogenblik slecht of
dwaas doet, komt h aar kracht i n dat opzicht toch van den
god van binnen, die straks i n zijn ware karakter naar bui
ten zal treden. De persoonlijkhei d is zoodoende de fieste
gezel en vriend van den mensch op a arde, zelfs al schijnt
zij soms te h andelen als een vijand.
Het is dezelfde wil in den mensch, die een gevoel van
werkelijkheid aan de dingen geeft en "mijn ervaring" tot
de eindtoets maakt van wat werkelij k is, zoodat alle ge
voelen en denken er op berust. De getuigenis van anderen
is zonder waarde, als zij daarmede in conflict komt, en
wanneer de man van dezen straal een leeraar volgt, is
daarom nog niet onderworpen geworden aan een ander,
want de leeraar wordt meer aangenomen als een gids dan
als een onderrichter ; en wanneer h ij een leider of kapitein
volgt, is dat,
en de behoefte te beslissen
gelegenheden
dringt
zijn
in
oordeel
een
zich
sterk
zaak
aan
opschort,
in practische
hem
is
op.
dat
aan
Als
niet
uit
slapheid van wil, maar omdat hij besloten heeft, zijn oor
deel op te schorten ; maar hij zal dat betrekkelij k zelden
doen en zal er de voorkeur aan geven, een voorloopige be
slissing te nemen en die liever later te herzien dan in h et ge-
89
heel n i et te beslissen. H ij voelt, dat hij een z e t moet doen
in het spel, zelfs al ziet hij niet klaar voor zich uit. Hij zal
daarom veel meer leeren van de ervaringen, die h ij opdoet
als
het
over
gevolg
wat
van
zij n
gebeuren
kan,
daden
als
dan
h ij
op
door
een
het
denken
zekere
wijze
h ij
n i et
zoo
besloten
en
besluiten,
wil
niet
tenzij
h ij
nog
eens
overwegen
en
op
90
d i ngen, die b uiten zij n heerschappij l iggen, want hij is v o l
komen meester van zichzelf en daardoor van alles i n d e
wereld, d a t b i nnen zij n macht v a l t . Het zou er voor zoo
iemand niet toe doen, als hij alleen stond in zij n meening
en
alle
hebbend,
kan
h ij
door
de
91
denkt dat, omdat h ij halfbewust weet, dat hijzelf benvloed kan
worden door lawaaie rige dingen, die van b ui t en af op hem
inwerken, iets, waaraan d e mensch van wil zich nimmer
onderwerpen zal. Neen, de wil is het rustigste ding ter
wereld.
En
de
m ensch
v an
zelfbeheers ching
z al zij n
dat gij
uw
innerlij k
weten,
dat
zij
hun
eigen
wil
volgen.
Yoga
Sutra's
92
zelfbeh eersching en meesterschap over h et zelf in elk op
zicht beteekent.
Bij de Grieken en Romeinen deed deze straal de Stocyn
sche school geboren worden en i n het b ij zonder bij de Ro
meinen h e e ft dit aanzicht van deze groote philosofie zij n
grootste
bereikt.
h ij kon zij n
iemand
hoogte
heeft,
in
en
van
de
andere
beginselen
een
geen
van
zijn
de
man
zou
Het kan
bij zonder
aard
van
bereikt
wil
blij
wci-
het
zulk
straal
in
den eenen
nastreven
van
zij n
doeleinden,
maar
deze
als
h ij
93
I n kinderen vindt gij soms dezen wil als een wonderlijke
koppigheid. Het kind w i l i ets doen en is i nderdaad op het
p unt, h et te doen, als een b emoeizieke o udere h em toevallig
zegt, d at h ij dat m o et doen. D an is al h et p l ezier er af en
het k i n d streeft tegen met l uide tegenwerpingen of in stille
koppigheid. Ik heb eens van een kleinen j on gen gehoord, onge
v e e r zes j aar oud, wiens m oeder wilde, dat h ij een zeker
hemd zou dragen, doch zij had hem dat voorgezet op een
wijze, die hem niet aangenaam was ; daarom weigerde hij
verontwaardigd, het aan te doen. De vader werd geroepen.
De j ongen had geen werkelij ke tegenzin in het hemd en
wachtte slechts op een p aar vriendelijke woorden, die hem
i n staat zouden stellen, toe te geven, maar d e vader sloeg
hem, en toen zei h ij tusschen zij n tanden : "Nu zal ik het
niet dragen, zelfs al m aakte je m e dood ! " Onwetende
ouders en o uderen trachten den geest v an zulke kinderen
te
b r ek e n,
voor
niets
Indien het werk in het leven van een mensch van den
eersten straal h em wikkelen zou i n het bestuur van open
b ar e zaken, en dat is een plicht, die h em dikwij l s ten deel
valt, dan zal hij het goed doen, omdat hij i n zelfregeeren
zij n eigen macht der vrij h ei d gevonden h eeft. Als hij daar-
94
nog iemand
trachten,
die
wil
in
macht ook
H O O F D STUK X I I .
DE TWEEDE STRAAL.
Het kenmerk van den t w eeden straal i liefde, de positieve
definitie
van uitdrukking in het leven van clie wij sheid, die door mede
liefde
gevoel drn toestand van bewustzij n in anderen gewaar
wordt en dezen in aanmerking neemt b ij zij n handelingen
ten opzichte van hen. Het is ook een straal van initiatief,
o mdat liefde de actieve kracht der ziel is, d e rajas van het
bewus tzij n en al haar werkzaam h eden zij n er op gericht
de broederschap te b evorderen en onze een h eid met elkan
der meer volkomen te maken in het leven.
Z ij , die niet van dezen straal zijn, ofschoon in staat veel
sympathie voor anderen te gevoelen, zoowel in vreugde als
smart,
en
de
zegeninge n
Wanneer
dit
gevoel
van
eenheid
voldoende
ge
gevoeligheid
breidt
de
ideale
g6
broeder
v an
de
gch eelc
mcnschheid,
zoodat
hij
ieder
ande ren
ze
h eb ben
van
menschelijken
strij:d
gebannen.
Ik
heb
van
man
te
genieten
gingen en van
een man,
die,
van
een
reis
teruggekeerd,
bemerkte,
m o et
d a t horloge
gevonden
hebben".
Dit
van tweede-straals-menschen,
97
Echte tweecle-straalsmenschen zijn berei d v-o or hun liefde
te lij den, maar zonder twijfel verbergt de verrukking er
van
in
van
lijden
wereld, dat
bewustzij n
bepaald
h erbergt
en
uitdrukt,
een
meer
en
g8
wordt m et andere, waar z ij n eigen aandeel in het werk
gebruikt wordt voor den vooruitgang van meer d a n z ij n afge
scheiden zelf. Zli beteekent ook, dat dingen, die te voren ge
en gescheiden waren, verschillend maar vereenigd
worden,
vierd
en
aan
het
deale
slot
wet
en
orde
gezege
l.!i
dat te
doen."
voor den waren tweede-straals
t>tHi s daarom
mensch om
uit te
te doen.
e r op
99
om te doen, en dat i s slecht, om te doen," i n een starren
vorm, maar : "alles beter te maken dan het te voren was, is
goed om te doen " . Ik ken een zekeren rechter, die aan het
hoo f d staat van een Hooggerechtshof in een land, waar d e
wet nog h e t hangen v a n moordenaars eischt. De eenige ge
dachte in het leven van dien rechter als burger en als waar
Hindoe is al het goed te d oen, dat hij kan en niemand letsel
toe te brengen ; desniettegenstaande schrij ft zijn plicht af en
toe voor, dat hij een moordenaar ter dood veroordeelt. Eeni
gen tij d geleden sprak een zij ner geestelijke vrienden hem aan,
zeggende : Is het niet onbestaanbaar met uw idealen, den
"
dood van uw medeschepselen op uw geweten te hebben, zelfs
al zij n dat minderwaardige menschen ? Behoort gij dit ambt
niet op te geven, dat deze wreedheid van u eisebt ? Waarom
wilt gij de uitvoerder zij n van zulk een booze wet ?" De rech
ter d acht diep over de zaak na en kwam ten slotte tot de
klare oplossing, dat hij zij n post niet verlaten moest, want, zei
de hij : "Terwij l ik, die zel fs de moordenaars liefheb, n
m ensch doe sterven, omdat ik hem niet redden kan, zou het
kunnen zijn, dat mij n opvolger minder liefhebbend dan ik,
vier m enschen zal doen sterven ; en indien karma mij treffen
zal om den man, dien ik veroordeeld heb, dan moet ik het
dragen ter wille van de drie anderen, die ik gered heb." Die
man v e rkrachtte d e wet der liefde niet, nam n i et het le\en
van den een, opdat een ander gered zou worden, maar ver
vulde de wet tot het uiterste en redde menschenlevens.
Ik heb ook een dame gekend, die in een dicht bevolkte stad
woonde, waar nog zeer p rimitieve regelingen bestonden ten
opzichte van zwervende honden en katten. De gemeente had
twee mannen in dienst, n om de zwervende dieren binnen
te brengen, de andere om ze dood te maken en elk dezer man
nen werd betaald naar v erhouding van het aantal dieren, dat
......_
IOO
h ij behandelde, en welke slechts d e n korten termij n v a n drie
dagen hadden tusschen hun vangst en hun dood. Deze dame,
die zeer veel van dieren hield' en die de gedachte aan hun ge
vaar en hun lij d en niet verdragen kon, vereenigde zich met
eenige vrienden, en zij vormden een vereeniging met ecnige
welbekende en vooraanstaande menschen aan het hoofd. Toen
vervoegden zij zich bij den gemeenteraad en boden aan, den
raad van al de zorgen voor zwervende dieren te ontheffen.
De gemeente stemde toe en stond hun het gebruik a f van een
oud gebouw e n erf en d e dame werd beheerderes der instel
ling. Zij hadden een man in dienst op een behoorlijk geregeld
inkomen, die ro ndgi n g met een Ford-wagen, om d e honden
en katten binnen te brengen. Zij verzorgden de dieren vrien
delijk d r i e weken lang
vermiste huisdieren
en
gevonden
IOI
te Oxford, Bernard Bosanquet, waarin h ij zeide, dat het niet
aan te raden was de knapste geleerden te nemen als onder
wijzers op de scholen, omdat deze de stof met het grootste
gemak opgenomen hadden en niet in staat waren, zich te ver
plaatsen in den geestestoestand van den doorsne studeerende ;
en voorzeker i s de eigenschap der liefde meer noodig dan
iets anders, niet slechts hij de opvoeding, de ontplooiing der
menschelijke vermogens in een kind, maar zelfs bij het on
derricht, het mededeelen van kennis. En ieder weet, dat in de
meeste gevallen de dokter, die een wezenltjke levendige be
langstelling voor zij n patint heeft, niet alleen h et meest popu
lair is, maar ook de beste resultaten bereikt.
Er staan vele wegen o pen voor menschen van eiken straal en
102
11t :ste familie. Ik vroeg hem eens, hoe dat kwam en hij zeide :
"Het is, omdat ik niet liefhebberen kan in v riendschap ; als ik
vrienden maak, moet ik hen op alle mogelijke wijzen ter zijde
staan, in al hun moeilijkheden en verdri et ; en daar ik slechts
genoe.g heb voor v rouw en kinderen en niet in de waag
schaal mag stellen, wat zij nodig hebben, wil ik geen vrienden
maken." Dit was een man met een groot hait, vereenigd met
derde-straal3 gedachten, steeds bereid, zijn eigen vreugde o f
vermaak voor anderen op t e o f feren, maar o p een volkomen
bescheiden wij ze.
Er zijn natuurlijk geen gebreken op ecnigen straal, maar
menschen van den tweeden straal vertoonen zeer ernstige ge
breken, als zij blij ven heneden een redelijk peil in de eigen
schappen van de andere beginselen.
de wereld, die een groot leed gevoelen, als zij aan enkele van
de verschrikkingen denken, die onder en soms aan de opper
vlakte der beschaving liggen.
deed,
103
toen h ij al zij n heddegoed uit het raam gooide naar een
armen drommel, die i n het midden van den nacht op straat
zwierf. H e t geeft anderen geen geluk te weten, dat gij voor
hen lij dt en menschen, d i e voor zich zelf niet doen wat zij
behoorden te doen, n.l. hun eigen l even behoorlijk, en tot een
opgewekt deel te maken van de omgeving van anderen, zij n een ramp voor de werel d .
en
--------------
!04
waren. Daarom ging hij over tot den onverwachtsehen stap,
haar op een d ag op zijn kantoor te l aten komen en haar op
staanden voet met een harsch gezicht haar ontslag te geven.
Er was op het oogenblik voor haar geen uitzicht op een ande
re betrekki n g en het begon er met de familie-financin don
ker uit te zien, want ze maakten hun inkomen op. Maar hel
geneesmiddel had al spoedig zijn uitwerking, want de moeder
zag in, dat ze iets moest gaan uitvoeren en ging in een maga
zijn werken, waar zij
en
H O O F D STUK X III.
DE DERDE STRAAL.
Niet lang geleden vid mij n oog op een reclameplaat van
een j ongen man, die met
een
van l iefde
Hij
doorsch o uwende
ro6
hem, wiens straal dit is, is niet in de eerste plaats om ken
nis te verkrij gen, maar om dien zielehonger te stillen. In
dien dit vermogen van hem, dat in staat is, vele dingen
tegelijk te zien,
en
\Vanneer
dit
vermogen
wil van den eersten straal, dan geeft het een groote ge
n i aliteit langs deze l ij nen. Zij n uitgesproken vermoge n is
gedachte en als hij samenwerkt met menschen van den
eersten en tweeden straal, kan hij precies zien, hoe alle
dingen moeten gebeuren, zoodat h un liefde en plannen op
d e meest
dodtrdkndc vvijzc
aangewend worden.
practische
a a n gel egenheid
d oe n zal, b ij v . het te
voor
h em
voorzichtig
man
een
1 07
wij ze
als een
Bij
I08
ons bevrij den. Geef ons inzicht, dan volgt de handeling van
zelf ; daar behoeven we ons niet druk over te maken. Hetzij
de waarheid smartelij k is of aangenaam, wij hebben haar noo
dig. Onze gevoelens komen er niet op aan." Als hij tekort
schiet in liefde o f in handeling, voelt h ij dat niet als een smet,
doch een tekort schieten in de waarheid zal hem bittere wroe
ging geven.
Door zij n breeden blik en zij n taxeeren der dingen enkel als
voedsel voor den hongerigen geest ziet de derde-straals
mensch alle dingen als vrijwel gelij k, maar dat gelij ke helt
naar het beste over, niet naar het slechtste. Hij is de wij ze,
van wien de Oostersche schriften spreken, waar gezegd wordt,
dat voor zulk
een mensch
waarde,
noch
dat
waarde hebben voor de ziel dan vij anden, maar dat alle din
gen waardevol en van beteekenis zij n voor den mensch, die
zij n leven openstelt voor het gebruik daarvan - aarde i s
even kostbaar als
vriend. Emerson zegt : " Voor den dichter, den wij sgeer, den
heilige, zij n alle dingen vriendschappelij k en gewij d ; alle ge
beurtenissen van nut, alle dagen heilig, alle menschen godde
lij k ; want h et oog is gevestigd op het leven en schat de om
standigheden gering". Het beginsel, dat hieraan ten grond
slag ligt, werd door Epictetus goed weergegeven, toen hij
zeide, dat God hem in de wereld gezonden had met het eenige
doel zij n karakter te volmaken in alle soorten deugden en
dat er niets ter wereld was, dat hij niet gebruiken kon tot
het bereiken van dat doel.
De derde-straalsmensch begrijpt, dat dingen, die de men
schen rampspoedig noemen, alleen als zoodanig beschouwd
worden, omdat zij het gevoel onaangenaam aandoen of onge-
109
makkelijk opwindend zij n voor den geest, die vol is van voor
opgezette meeningen, maar dat alles aangewend kan wor
den tot groot nut, als het in den rechten geest aanvaard wordt
als komende van Gods
hand,
doet ; en kan de
108
ons bevrij den. Geef ons inzicht, dan volgt de handeling van
zelf ; daar behoeven we ons niet druk over te maken. Hetzij
de waarheid smartelijk is of aangenaam, wij hebben haar noo
dig. Onze gevoelens komen er niet op aan. " Als hij tekort
schiet in liefde of in handeling, voelt hij dat niet als een smet,
doch een tekort schieten in de waarheid zal hem bittere wroe
ging geven.
Door zijn breeden blik en zij n taxeeren der dingen enkel als
voedsel voor den hongerigen geest ziet de derde-straals
mensch alle dingen als vrijwel gelijk, maar dat gelijke helt
naar het beste over, niet naar het slechtste. Hij is de wij ze,
van wien de Oostersche schri ften spreken, waar gezegd wordt,
dat voor zulk een mensch alle dingen hetzelfde zijn, een
vriend of een vij and, goud of een aardkluit ; en dat beteekent
natuurlijk niet, dat goud ei genlijk slechts aarde is en niet van
bij zondere waarde, noch dat vrienden eigenlijk niet meer
waarde hebben voor de ziel dan vij an den, maar dat alle din
gen waardevol en van beteekenis zij n voor den mensch, die
zij n leven openstelt voor het gebruik daarvan - aarde is
even kostbaar als goud, een vijand is in werkelij kheid een
vriend. Emerson zegt : " Voor den di chter, den wij sgeer, den
heilige, zij n alle dingen vriendschappelijk en gewij d ; alle ge
beurtenissen van nut, alle dagen heilig, alle menschen godde
lijk ; want het oog is gevestigd op het leven en schat de om
standigheden gering" . Het beginsel, dat hieraan ten grond
slag ligt, werd door Epictetus goed weergegeven, toen hij
zeide, dat God hem in de wereld gezonden had met het eenige
doel zijn karakter te volmaken in alle soorten deugden en
dat er niets ter wereld was, dat hij niet gebruiken kon tot
het bereiken van dat doel.
De derde-straalsmensch begrijpt, dat dingen, die de men
schen rampspoedig noemen, alleen als zoodanig beschouwd
worden, omdat zij het gevoel onaangenaam aandoen of onge-
109
makkelijk opwindend zijn voor den geest, die vol is van voor
opgezette meeningen, maar dat alles aangewend kan wor
den tot groot nut, als het in den rechten geest aanvaard wordt
als komende van Gods hand, die de schenker aller din
gen is. Hij ziet ook het beteekenisvolle van onbeteekenende
dingen en het wonderbare van het gewone. Voor hem is alles
wonderbaar, maar niets geheimzinnig. Een grassprietje zal
tot hem spreken van de oneindigheid, waar anderen een berg
of een heelal van sterren noodig hebben. Als de man der we
tenschap zegt : "Er bestaan geen wonderen", dan zal hij ant
woorden : " Alles is wonder". En toch bevestigen beiden het
zelfde - de eenheid der natuur. Hij heeft altijd een reden
en dikwijls verscheidene, waarom hij iets doet ; en kan de
reden ontdekken van dingen, die buiten hem gebeuren. Het
ideaal van dezen straal is B rahma zelf, die aan de Rishi's
of wijzen alles over alles in de wereld vertellen kon.
De eigenschap van viveka of onderscheidingsvermogen stelt
den wij sgeer in staat het belangrijke van het onbelangrijke te
onderscheiden met betrekking tot eenig ding, dat onderno
men wordt. Men vertelt in Ja pan het verhaal, dat toen de
groote Sjogoen, Ieyasu, stierf en zijn lichaam in de Nikko
heuvels begraven werd, zijn opvolger in het Sj ogoenaat een
beroep deed op alle Daimyo's in het Keizerrijk, om ieder een
bronzen of steenen lantaren te zenden, voor het versieren der
tuinen rondom de grafkapel. Allen deden dat, behalve een,
die te arm was, maar in plaats daarvan aanbood, rij en boo
men langs den weg te planten ter beschutting der reizigers.
Zij n gift wordt nu als de kostbaarste van a!Ien aangezien
- een d erde-straalsmensch zou dat van h et begin af duidelij k
ingezien hebben.
In zijn eigen persoonlijkheid geeft deze wonderbare kijk op
de dingen den derde-straalsmensch een zeldzaam aanpassings
vermogen ; hij kan in een hut of een paleis wonen en op den
I IO
grond of een donzen rustbed slapen. En in zijn leven vertoont
hij een groot verstand voor het gebruik van dingen, een be
kwaamheid, alle soorten van materiaal dat verkrijgbaar is, te
gebruiken en in een zeker plan in te passen. Hij is de schaak
speler bij uitnemendheid, die al de verschillende stukken naar
hun aard in een bepaald plan gebruikt, ja vele plannen tegelijk
vat, zoodat hij zien kan, als zijn zet niet het j uiste gevolg heeft
voor het eene plan, hoe hij hem in een ander kan inpassen en
het beste, dat hij kan, te maken van eiken mogelijken toestand.
En omdat hij in zijn handelingen ten opzichte van anderen den
zelfden ruimen blik heeft, kan hij geen drukte maken over
kleine dingen, maar weet wat belangrijk en wat onbelangrijk
i s, zoodat
van tact.
aanpassing-s vermogen
lil
I I2
even vast en zeker ? Of een pinguin, die visch vangt, vol oogen
blikkelijke en nooit falende beweeglijkheid ? Zoo zou deze man
moeten denken, als hij zich geoefend heeft, - zooals de: schaat
voortglij dt, zooals de pinguin zich wendt en gaat.
En om zijn mentaal omvatten te vergrooten ,oefene hij zich,
het eene ding aan het andere toe te voegen in zij n gedachte,
zich elk volkomen duidelijk makend, en het dan toevoegend
aan het groeiende denkbeeld.
Maya is:
de bijzondere uitdrukking van Shiva zelf, dat Visnoe en Brahma in harmonie brengt.
H O OF D STUK X I V .
D E V IERDE STRAAL.
kenmerkt den
Harm onie
Js
ZIJ n
h et
onbevredigend,
totdat hij
er practische uitdrukking
u i terltj k e
a l l een
vrome en de kunstenaar ) .
definitie
van Maya
te
monie
aarde
en
toch is
het een
v a n Shiva Z elf
en
1\ rabma i n har
werke l ij khei d op
Er be,.,t:1at g e en
het ec h te ananda.
is
prakri t i "
( M ij n
tweede
Kri s h n a
noemde
openbaring)
"]'dij n
daivi-
de
soms
8
daiviprakriti:
stof in het
eerste en
tweede
stadium
van haar
evolutie van
bovenaf
gerekend
I I4
overhellende
naar
de
drie
typen
van zelfvertrouwen
hij
uiterlij k
voortdurend
i n harmonie samenwer
karma
Maar wa n n eer
ze
en soms
leven
en
schilderen
rrs
I !
()
Ik heb eens hooren verte llen over eene Engel:sche dame, die
i n Indi geweest was, en daar was gaan houden van de H in
doe-wij sbegeerte, en zeer verlangend was, dat haar l e e r i ngen
haar geheele ziel in beslag zouden nemen. Toen zij naar Lon
den teruggekeerd was, bleef zij zich op zij n Indisch kleeden,
en wilde n i et anders eten dan zittende op den grond . Haar
vijanden hadden pret en haar vrienden verbeten zich, doch
gehoorz<:.amde slechts aan een voor haar zeer j ui st e n aan
drang.
Vierde-straalsmenschen zij n daarom ook goede tooncelspe
wanneer zij i n zich ze l f de gevoelstoestanden voort
wenschen u it te heelden, de uiterlijke vormen
d i e met die toestanden samengaan, v olgen
aawlacht
en
h u n ook (zooals
bij v .
van
ebt het
een ware samenvatting van het mcnsch en ras schijnt te zij n , ziet
men den invloed van dezen straal sterk in de kunst en som
mige godsdienstvormen.
zoodat geen enkel stuk van hun leven voor hem ver-
II7
uit criij k en vorm d e r Godheid e n soms van heilige mannen,
die ver van schoon zijn volgens de uiterlij ke
der kunst.
IVI aar hij zal spoedig ontwaren, dat als zij n vriend deze dingen
nadert, hij ze den
zal h ij niet
treden
I I8
en hem welli cht den humor van den toestand doen zi en, mis
schien wel het waarom der gebeurtenissen.
In haar positieven vorm is deze verbeeld i ng een logische
kracht en het menschelijk leven is er vol van. De d i ngen he
schouwende ziet hij , die haar bezit, het leven ; het leven be
schouwende, ziet hij de wereld der dingen. H ij kan zijn aan
dacht niet schenken aan een van de twee al ln. Als iemand
op deze l ij n macht verworven heeft, zal hij een ware magir
zij n, die het geziene en ongeziene aaneenschakelt, zichtbare
gevolgen teweeg brengt met onzichtbare m i d delen en onzicht
bare gevolgen door zichtbare.
Letterkundi ge n op deze lijn vertoonen een overvloed van
beeld e n bij h et weergeven van h u n i deen en h un verba
zin&rw ekkendc m a c h t
van
zeldzaam
sterk
e r m et
groot genot aan toe. Het eerste meisje barstte i n tranen uit en
z e i de al snikkend : "0, j ij ake l i g kind, wat hebben mij n
"
k i nderen je gedaan, dat j e ze zoo sl aan m o et ?
Niet
dikwij l s zien wti de verb e e l d i n g z o o levendig in h e t l atere
leven, maar b l ijkbaar is dat meer het geval i n het groote
vierde of A t l an t i sc h e ras dan i n h et vij fde of A ri sche. I k
heb een C h i neeschen dokter geke nd, die mij verte l de, dat
I I9
l eegen tijd was, achterover i n
e n z i ch t e verbeelden, d a t hlJ
een
algemeen
kenmerk
van
dezen
straal,
dat haar
is,
" Hallo, Mik e ! " , zei hij, "wat voer je uit ? G raaf je een
?"
wet
van den Ier begrijpen, die niet l eeft volgens form ule
e n geen acht slaat op voorschri ften, als h e t h em toeschij n t ,
dat z e onnoo dvicrleidim.!"
g zij n.
Ik kom i n de
1 20
heeft :
I2I
Ratel h et vl ug e n alles tegelij k !
U itstekend ! Wonderbaar! Nog e e n keer!
wi iuist
Nu praten
als de menschen.
Komt dan i n onze springende rijen, flitsend door de dennen,
Die vuu rpijl waar, licht en hoog, de wilde druif schommelt.
Door den rommel op ons spoor, en het nobele leven, dat wij maken
Wees overtuigd, d a t wij schitterende dingen gaan doen !
HOOFDSTUK XV.
DE VIJFDE STRAAL.
1 23
Als wij d en staa t van d en wilde s t ellen tegenover tlen van
d en h u i eligen beschaafden m e nsch, d an z ien wij h et goede van
dit geloof. De wilde heeft weinig gemoedsvrede om d e een
voudige reden, dat hij n i e t
en
te bekend om op te noemen,
':n
aan de voordcelen daarvan ontkomt hij voor geen enkel oogenblik den geheelen
voortdu rend tot hun
de wetenscha
al de overwinningen, d ie
din-
is, zooals bij v . het raadsel van den dood. H et trekkeu van
deze lijn tusschen wat "\vel en wat n iet gekend kan worden
is een overblij fsel van d en wilden staat, maar de mensch
van den grooten vij fden st raa 1, die zijn rol speelt in den
menschelij ken voorui tgang, zal te
benadering te
] 2"i
sen als
slechts
in
1 2 ;)
...
bewust te worden.
Ten allen tijde heeft de mensch God gedacht als de Heer
van het heelal, m aar toen m en zich verbeel dde, dat d e we
reld slechts een vrij groot plat vlak was en de hemel een
ding, door pilaren ondersteund of m issch i e n een omge
keerde puddi n g v orm met gaatj es er in, waardoorheen het
licht d e r hemelsche oorden kon schij nen, om de sterren te
vormen, was het begrip v a n de v erhevenheid en
aan bH1Clmg,
van den H eer v a n d a t h ee l al niet te
wan
men
denkt aan
millioenen
kunde
werelden
ons
de
geopenbaard
oneindigheid,
heeft,
die
de
sterre
die
dage!Uki
w ijze ,
de
"v ij
z iging durven
v ol m a akt schj nt
126
I 2i
ZIJ n h em d e n en andere kleedingstukken m erkte en er een
kaartsysteem van op nahield, zoodat hij met een oogopslag
kon zien, waar bijv. h emd n ummer negen was
i n de
dat
voor
de ploeg, de kar of
HOOFDSTUK XVI.
DE ZESDE STRAAL.
1 29
vangen van de godd elij ke goedheid i n de wereld en zij n
vroomhei d i s een verlangen, e r meer van t e verwezenlijken.
OfschoDn hij het gewoonlij k n i et weet, is d i t pad een groot
middel voor h et vernietigen v an smart, die in zoD groote ma
te wordt voortgebracht door de to01nelooze verbeelding van
den mensch, die hem in de vroege stadia er toe brengt, meer
te eten dan h ij kan verteren en meer te grij pen, dan hij kan
vasthouden en te verlangen naar onbestaanbare d ingen - een
vernietiging zoo groot, dat lichamelijke pijn gering schijnt
naast d e verrukking van zijn v i s i e en de eer van zij n dienst.
H ij w eet, dat wat komt, goed is, zelfs al weet hij niet, op
welke wijze het goed is en men zou zij n geloofsbelij denis over
eenkomstig
die
van
d en
de
mensch
v ertrouwt op God en geen
onmetelijk
vrees h e e ft voor zijn geloof, hij
beloond zal wor
den zel fs in de sto ffelij k e
wereld .''
dikwijls roerend,
zooals
die
1 30
nooit onverschillig als het betrof anderen te helpen ; honder<len menschen hadden reden tot
dankbaarheid
over hem en toen hij stierf, was het, alsof de geheele stad,
waar hij gewoond had, iets van haar licht verloren had.
haar geestelijke kracht
Het i s de eenvoud der vroomheid,
diee-iften
looPende
wordt God
is. Niet
door
i
n
het
oog
LIJ n werda,
ui!->Ialt:H
maar door
reinheid van
m
een blad of een bloem o f
\:Vat zegt Vishnoe
M ii in de Gita ?
een vrucht
wordt geofferd m e t vroomheid, neem i k ze
aan van de strevende ziel, omdat ze met vroomheid aangeboden
worden. Wat gij doet, of eet, of offert, of geeft, of tracht t e
." Geen liefelijker ver
bereiken, doe dat als een offer aan
haal van d e z e
is ooit geschreven dan
dat van d e
van Azi", die aldus
t o t den 1 ! eer
Mijn hart, E e rwaarde, is sl echts k l e i n.
De regen, d i e ternauwernood e e n veld
Bevochtigt, vult allicht een l el iekelk.
I k ben tvree, zoo slechts mijn heer mij mint
En 't jongsken vroolijk lacht; als in mijn huis
Aldus d e l e venszon den zomer
't zorgen voor
131
I k wil niet wijzer zijn, d a n die voorheen
.Met Goden omgang hadden, en, bekend
Met toaverspreuk en lo fgezang, als gids
Ons leiden op den weg to t deugd en vree.
Dat uit het goede 't goede kiemt voor elk,
En uit het kwade ' t kwade, altijd en overal,
Geloof ik, daar ik zie, hoe zoete vrucht
Aan eed'le planten rijpt en bitter ooft
Aan giftig kruid; hoe n ij d straks haat verwekt,
En goedheid vriendschap, en volharding vree,
Heeds in dit leven. E n als ' t doodsuur slaat,
Zou dan geen "morgen" volgen op dit "thans"?
Maar ik voor mij
Betracht i n ootmoed 't goede, dat i k ken.
I k dien cle wet en leef in ' t vast geloof,
Dat komeil mag, wat komen moet en zal !
Toen sprak de Heer : "Uw eenvoud overtreft
Der wijzen wijsheid. Gij geeft onderricht
Aan leeraars . . . . . . "
13:2
h emzelf,
wereld,
om
een
en
toe v l ucht ;
1 33
vroomheid.
kan
en geen
HOOFDSTUK XVII.
DE ZEVENDE STRAAL.
1 35
later riepen diezelfde menschen bij het zien van een zons
ondergang uit : "\Vel, dat zijn de kleuren van die schilderij en
van Calcutta " . Zij hadden ze tevoren niet opgemerkt en ze
zagen ze nu slechts, omdat ze de schilderijen gezien hadden
en de kunstenaar hun geleerd had tot op zekere hoogte te
zien, wat hijzelf zag.
De schoonheid in alles tre ft den kunstenaar, vol als hij is van
physieke gevoeligheid als niemand anders en zij kan hem
ophef fen tot hoogten van bewustzijn, waarvan ancleren niet
kunnen gelooven, dat zij in haar macht is. Ik herinner mij
een Russisch kunstenaar, die er van overtuigd was, dat er
geen hoop voor Europa was, zoolang het niet reageerde op
Russische kunst en toestond, dat haar invloed den toon aan
gaf voor de bejchaving en de menschen hervormde. Deze
macht erkennende, voegden de Platlonisten vroomheid toe
aan hun philoso fie en zagen in, dat geluk moest voortkomtn
uit de beschouwing met diepe vereering en dankbaarheid van
de w erken van het universeele bestaan, waarin ons leven
geleefd wordt. De verrukking over schoonheid wordt een
plaatsven angster van den volmaakten levenstoestand, die bo
ven h et bewustzijn uitgaat, nanda zel f.
In dit lich beschuwd, \vordt de kunstenaar een mede
werker met God voor de evolutie der menschheid. Of
schoon hij doortrild en doorstraald mag w orden met het
geen h em toestroomt door het kanaal van schoonheid, zoo
als dat m et alle men schen geschiedt in de m ate, w aarin
zij daarop ku nnen antwoorden, heeft deze mensch den wil
o m zijn ge dachten en gevoelens s til te m aken, z oodat zij
door z ij n hand stroomen in den vorm v an w erk. Dat doet
hem zich concentreeren in zijn toewijding en helpt hem de
meening der wereld niet te tellen. Hij ziet eerst de schoon
heid, di e an deren niet zien kunnen en dan geeft hij haar
w eer, afgescheiden van de v erwarrende massa van schoon-
136
heid, w aarmede zij vermengd is o nder gewone omstandig
heden en b rengt h aar aldus on der de aandacht van an
deren.
Omdat de kunstenaar nooit God uit het oog verliest in de
dingen, verslapt h ij nooit in het streven naar z ij n doel, in
zijn geheele leven niet, en de hoeveelheid volgehouden
concentratie, die wil is, waarmede al zij n vermogens i n
beheer genomen worden ten, dienste van zij n werk,
wordt zelden gez i en. D enk b v. eens aan h et zorgvolle en
van volmaakte toewij ding sprekende werk, aan ieder klein
onderdeel van de groote tempels en moske.en van I ndi
be teed. B ijna alle steden en gruote dorpen van Zuidelij k
Indi worden beheersebt door reusachtige tempels m et
gopara's, o verdekt met uitvoerig snij- en b eeldhouwwerk
en worden verfraaid door w aterb asins, omgeven door
artistieke m uren, terwij l in het m idden en Noord e n van
I ndi bij na oyeral prachtige m oskeen z ij n met m in aretten
en koepels en graftomben en tempels van een kleiner type
d an die in het Zuiden. D eze prachtige monu m e nten,
schcon in hun omvang, omtrek en verhoudingen, zoowel
als in hun in details uitgevoerd snijwerk, zijn ons ge
b leven als b l ij vende gedenkteekenen uit vroeger tijden,
toen de m ensch verrukking en ontsluiering zocht door
schoonheid en nu zijn z e een prachtig w erktuig voor de
verfij ning, verheffing en uitbreiding van het b e w ustzijn
van allen, die in d e nabijheid leven en ze bezoeken e,n
bewogen zij n door hun alles te bovengaande schoonheid,
en zekerlijk is de zeldzame bevalligheid van het Indische
volk voor een groot deel te danken aan het werk van de
zen straal in hun deel van de wereld. Wie de b o uw
meesters en beeldhouwers w aren, weten wij niet, m aar
als wij hun werk aanschouwen, begrijpen wij , met hoeveel
geduld en volharding zij j aar op j aar gearbeid moeten heb-
1 37
m aakt
schoolden
het
voortb rengen
arbeid
den
voortbrenger
schoon
in
eigen
en
s c h oone
m iddelen
verkregen
1 38
karakter.
in handeling, echte yoga
-- en welk een s choonheid in elke
van het geen van ieder d eel, zelfs van de kleinste spier. Zoo is
het m e t alle h a n de lingen, die door eeuwen van evolutie of
veel oefening volm aakt zijn geworden en dit wordt ons
meer d an ooit tegenwoordig geopenb aard met beh ulp van
l angzaam loopen d e films.
In deze schoone han delingen bespeurt de wij sgeer o f de maP
der wetenschap de standvastigheid van het beginsel der
schoonheid, schoon de kunstenaar zelf niet
behoeft te stellen in dit aanzicht van de zaak. D e stand van
evenwigrootscll
cht in
is even vast als de schoone vorm van
modern stuk Fiusch bouwwerk en die dingen
een
aanschouwende, zal ieder zeggen : J a, al J')OU ik naar den
hoogsten hemel gaan, d eze d i n r._; L'n mod ik ! en m i n s te met mij
nemen. In waren zin zetten de schrij vers der Poerana ':; den
weg naar Yama's gezegende stad af met paarden, di e a fstan
den van Uchchaihshrava en olifanten uit het geslacht Aira
vata en eenden op prachtige vijvers en rivleren en groote
boomen, die heerlijke schaduw gaven. Schoonheid is de rust
van vaJmaakte beweging in geluid of kleur of vorm en te
recht
men, dat van alle dingcri in de stoffelijke wereld
de kunst h et
is, dat blij vend is. Wij kunnen in dit op
zi cht
Edwin A mold's schoone woorden over de wet van
werk, die ons de grootste bedrevenheid in werk toonen,
h erhalen :
Haar wet houdt eeuwig stand, Door haar ontplooid,
Bloeit hier de roos. Ginds vormde weer haar h an d
Het Lotus-blad. Zij weeft den l entetooi
U it zaad, dat op het l a n d
In ' t d u ister slaapt. Zij kleurt d e wolken
mengt uit blauw e n goud den
bliksem, dienen h a a r
h a a r troon.
schoon.
1 39
Zij vormt in 't donker 's menschen h a rt. Door h a a r
Ontkiemt i n 't vormloos e i de vederpracht
Der goudfazanten. \Vat zich boos of broos
Betoon', h a a r stille kracht
Maakt alles l iefelijk e n sch oon. 't Eitje i n 't nest
Van 't gouden zonnevogeltje is haar schat,
D e cel der bijen is h a a r honigschaul.
Zij wijst den mieren 't pad.
In hooger zweeft op haar bevel
Het star renh eir i n schoone ha rmonie.
In 's aardrij ks diepten bergt zij goud, saffier,
Sardonix, lazuli.
Zij werkt de wondren in het groene woud,
Den trotsehen ceder schept zij aan zij n voet
H et tenger kruid, waaraan zij halm en blad
En bloem ontluiken doet.
1 40
141
gen in uiterlijke dingen.
1 42
143
zich gezellig, maar indien dat niet het geval was, vertrok zij
terneergeslagen. De liefde voor weelde van de kat is niet
precies op gemak gesteld zij n, zooals bij luie menschen, maar
ter voldoening aan haar gevoeligheid ; het is het schepsel, dat
het meest in het stoffelijke opgaat, en neiging heeft op een af
stand te blijven van menschen, niet omdat ze niet van hen
houdt, maar omdat haar aandacht door iets anders wordt
bezig gehouden. Het is het dier, dat alles prettig moet heb
ben, dat zichzel f zindelijk kan houden, dat meer geeft om het
huis dan de menschen, die zij alleen waardeert om hun aaien.
en op hun beurt houden de menschen van haar, niet zoozeer
om het gevoel van kameraadschap, clan wel omelat zij schoon
is om te zien en aan te raken.
HOOFDSTUK XVIII.
11
I
1
21
31
I
sj
61
4
71
Wijsheid
A ka sa
Geboorte van
Horus
Vuur
Incarnatie der
Godheid
I
I
I
I
I
I
I
I
- -- -- -. I --
Laatste Godsdtenst
Kenmerkende Magie
Ceremoniele Magie
I
I
,
I
I
I
I
--
Brahmaansche
Buddhistische
Chaldeeuwsche
Egyptische
Zoroastriscbe
Christendom, enz.
(KabaJa, enz.)
Aanbidding van
elementalen
145
v e rk regen w e r d . Zij staat nu in z ij n merkwaardi g e n i euwe
boek "De M eesters en het Pad". Zij kwam voor het eerst
FohatShechinah
I.
b estudeerders
van
h et
Shakti
b ui t en
gekeerd
als
shakti,
! 46
beeld de herinnering vastknoopen van het electrische
karakter van Zij n aura, die als b l auw weerlicht is, w ant
Hij is de grootste werkzame wil en uitoefenaar van deze
m acht op onze planeet.
De tabel geeft de karakteristieke magie van eiken straal.
Waarom de Meester in het bijzonder over magie gesproken
mag hebben, daarvan is niets met zekerhei d te zeggen,
m aar we kunnen het eenigszins gissen. De voornaamste
reden, waarom de kennis van de stralen met zooveel voor
zichtigheid geopenbaard is door de Broederschap der
Adepten is door Madame Blavatsky aangegeven, toen zij
zeide, dat kennis van de stralen een groote m acht g af.
Vele menschen hebben er naar gezo cht, ten einde h un
e i gen straal uit te vinden en dan de passende m agie te
beoefenen, waarvan verwacht mag w o rden, dat de kracht,
die op natuurlijke wij ze door hen h een vloeit, dat met een
groote m acht en b etrekkelijk gemakkelijk zal doen. Al dus
nam de gedachte aan magie een groote plaats i n, toen er
over de stralen werd gesproken. Er wordt geen magie ge
noemd in verband met den eersten straal, omdat naar alle
waarschijnlijkheid de eigen wil, zonder toevlucht tot an
dere kanalen, steeds de eenige magie was, die de trotsche
wezens van dezen straal z i ch wilden verwaardigen te ge
b ruiken en waarlijk is hun houding gerechtvaardigd, om
dat ze de macht van het zelf gevoele n en die kunnen ge
b ruiken als geen ander.
Ieder, die onmiddellijk bekend i s met den Hindoesehen of
Brahmaansehen godsdienst, vooral met die vormen, die be
stonden vr den d ienst van Shri Krishna ontstond, valt het
op, hoe steeds weer de leer naar voren treedt, dat het atma
of zelf in den mensch n is met het universeele zelf, een on
overwinnelijk middelpunt van bewustzijn, bestemd om be
vrij ding te bereiken van alle aardsche boeien, niet door uiter-
1 47
Iijke genade, maar door een npuntige verovering van ieder
stukje van zijn eigen wezen en de onverschrokken verklaring
in gedachte en daad, die belichaamd is in het groote gezegde :
"Ik ben Dat " . Indien dan die godsdienst niet zoo zacht en
vriendelijk was in zij n vroegere vormen als nu, hij vertoonde
tenminste in het sterkste licht, in zij n groote leerstellingen
'9'an karma en dharma, het geloof in het beginsel en de waar
de van rechtvaardigheid en de verklaring, dat de mensch niets
te vreezen heeft van dingen buiten hem, omdat hij goddelijk
i s en meester over zij n eigen let.
Typeerend voor dezen godsdienst zijn de moed en de wil van
den grooten voorvader Bhsma. Dit kwam uit, in zijn schit
terende onafhankelijkheid ; bedreigd door Koning Shishupala
in toomelooze woede, richtte hij zich op en antwoordde met
groote kalmte : "Weet, dat ik al de koningen der aarde licht
tel als een stroohalm. Of ik gedood werd als een dier op het
veld of verbrand, wat er ook mag gebeuren, hier zet ik mijn
voet op al uw hoofden. Vr ons staat nu de Heer, Dien ik
aangebeden heb." Terloops zij het gezegd, dat het voor aspi
ranten van den eersten straal niet noodig is, deze taal na te
volgen - de omstandigheden waren bijzonder uittartend en
bov endien i s nabootsing geen kenmerk van den eersten straal.
Later, op het slagveld, toen Bhsma stervende was, doorboord
van pijlen en bedekt met wonden, stelde hij z ijn dood uit om
tot hen, die zich rondom hem geschaard hadden, te spreken
over de waarde van de dertien vormen der waarheid en hun
te verzekeren, dat eigen inspanning gaat boven voorbeschik
king en dat de wil van den mensch boven alle gebeurtenissen
staat. Zelfs Shri-Krishna, die de tweede-straal invloed der
liefde meer naar voren bracht in het Hindoesme, begint zijn
reeks van goddelijke hoedanigheden, die ontwikkeld moeten
worden door den mensch, met de krachtige deugden van on-
1 48
bevreesdheid, sattvische reinheid en het standvastige streven
naar wij sheid.
2. De term wij sheid, die gegeven wordt als het kenmerk van
den tweeden straal, behoeft weinig verklaring, maar ik moet
nogmaals wijzen op het belangrij ke feit, dat reeds uitvoerig
werd uitgewerkt, dat de actieve vorm en h et inwezen van
alle wij sheid, liefde is. De term raj a yoga in de tabel heeft,
geloof ik, betrekking op de schitterende koninklijke weten
schap van de nheid, die door Shri Krishna, in de Bhagavad
Gita geleerd wordt en de uitdrukking "menschelijke geest" ,
veertig j aar geleden in dit verband gebezigd, duidt niet zoo
zeer op het beginsel van manas, het denkvermogen, dat in
die raj a yoga sl echts be,;chouwd wordt als een zesde zintuig,
dan wel op dat ware m i d del punt van menschel ijk bewustzijn,
dat de theosofen huddhi noemen. De Dhuddistische godsdienst
i s zekerlij k kenmerkend voor den tweeden straal. Hoe vaak
heeft niet zijn Stichter, door het Ganges-dal heen en weer
trekkende, de Hindoes gewezen op het gevaar van d en trots,
dat bestond in hun leer van het zelf, indien iemand, zeggen
de " Ik ben Dat " aan Ik" zou denken, zooals de mensch ge
neigd is te doen, in een stoffelijke beteekenis of zelfs als het
gewone bewustzij n. Hoe dikwijls niet heeft Hij er den nadruk
op gelegd, dat er geen eeuwig zelf bestaat, zooals de mensch
dat gewoonlijk denkt. Herinner u ook Z ij n leer van vriende
lijkheid - deze Man, " die ons Azi zachtmoedig maakte"
- en Z ijn wij d omvattende liefde zoo op de wereld indruk
te, dat de tienduizenden millioenen, die Zij n volgelingen ge
weest zij n in den loop der eeuwen, boven alle anderen bekend
stonden om hun zachtmoedigheid en het ontbreken van per
soonlijke inhaligheid. Het is de eenige godsdienst, die zich
nooit door vervolging verbreid heeft ; toch heeft hij h et groot
ste aantal aanhangers gevonden, die eenige godsdienst ooit
------ - --------
I 49
gehad heeft. Deze godsdienst is zeker een van den tweeden
straal.
die aan
zou bij het leeren van zij n magie alles te weten komen om
trent de kenmerken van de zeven onderscheiden typen van
iederen graad en iedere soort van kracht en sto f, zoodat de
geheele w ereld voor den expert van dezen straal zou openlig
gen als een groot schaakbord, waarop h ij de sterkte en den
stand van alle stukken zou kunnen zien en z-e aanpassen aan
h et beoogde doel in dienst van het leven. Al de krachten
der natuur vormen een groote wiskunstige wetenschap en ze
hebben hun affiniteit, die m en zeer goed m et den term mag
neti sch bestempelen kan. De Chaldeeuwsche god sdienst met
zij n
doorwrochte
astrolatrie
behoord.
-
geen zeer zonderling l ijkt als kenmerk van een straal ; maar
alles wordt duidelijk, als wij ons herinneren, wat er in Hoofd-
r so
stuk V l l l gezegd is over maya als een incarnatie van S hiva,
die een schakel maakte tusschen Vishnoe en Brahma en har
monie bracht i n de betrekkingen tusschen bewustzij n en sto f .
Toen Osiris van zij n koninkrijk bero o f d was, werd h et lij den
van het volk zeer groot onder zij n wreeden onderdrukker,
maar hij werd herboren in zij n eigen zoon Horus, d i e het
onrecht kwam wreken en het geluk herstellen. In den Egyp
tischen godsdienst was de ceremoniele rouw den dood van
Osiris een zeer werkelijk verdriet en het was kenschetsend
voor den grooten honger naar geluk ( onze ananda) , dat de
menschen overal zoeken in aardsche banden. S et, de m o o rde
naar van Osiris, de opstandige elementen in de natuur en
de duisternis van den nacht werd verslagen door Horus, die de
harmonie herstelde en ten laalstc de God van rechtvaardige
beloorring en straf werd. Horus was ook het type van den
mensch, het wezen, precies in den midclentoestand, waarin
de hoogste geest en de laagste stof een plaats van samenkomst
vinden en hun botsing en harmonie hebben.
Daar dit een onderwerp van groot belang is, zal ik trachten
het meer volledig u i t te leggen doo r verwijzing n aar de
atma (1000)
buddhi (999)
manas (hoger, (888)
antahkarana (777)
kama-manas (666)
kama (555)
linga sharira (222)
de
i nnerlij ke
deling. Daarboven
verschillende
scrijvers
op
verschillende
wijzen
ge
ISI
begee rte, manas, d i e bel ang stelt i n uiterlij k e dingen. Mis
s c h i en heeft men het woord kama i n een te b e perkten z i n
ge b r u ikt, o m alleen grove zinnelij ke begeerte a a n te duiden ;
begeerte (kama) is...
dat hij i n de
etherisch
Het
d u bb e l
is,
houdt.
hand,
die het
stoffelijk l i ch a am dien t
opgenomen.
\Vij
kunnen
vo l g t :
1.
2.
3.
5.
6.
7.
4.
de gewone mens
Atm a
Buddhi
Manas
Lager m anas ( kama-m anas)
Astra al ( k ama-roepa)
Etherisch ( l i nga-sharira)
Stoffelijk lichaam
Zooals
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
de occultist
Atma
Buddhi
Manas
Antahkarana
Kama-manas
Kama-roepa
Linga-s h a r i ra
wij
4.
I.
2.
3.
5.
6.
7.
de adept
Monade
Atma
Buddhi
Manas
Kama-manas
Kama-roepa
L i n ga-sharira
152
volmaking bereikt heeft e n d e derde tabel
die van
- bnddhi -
manas
i s het goddelij ke
in
ontvangt
nieuwe
kracht
op
het
proefpad,
het
en
de
Vierde
mo eten
Het antah
Het
is
1 53
de eeuwigheid.
Typhon / Set
Horus
Dat wil
men soorten van stof tot zi eh trekken, een soort van trilling
v erkrijgen en vormen en gewoonten tot stand brengen, die
i n overeenstemming zouden zij n met een persoonlijkheid van
omhoog. Horus zou dan de goddelijke persoonlijkheid in den
men sch zijn, volkomen in hamwnie m et de drie hoogere be
ginselen, gegrondvest in een koninkrijk op aarde als in den
h emel en de goddelijke tetractys
vorm d zijn.
karma
van het
stoffelijk lichaam
in vroegere incarnaties.
Dat karma doet zich gelden en vormt dat lichaam van buite n
a f , door erfelijkheid en andere middelaars, z e l f s vrdat het
geboren is.
1 54
wij
ht l
leering is. Het moet door ervaring leeren, soms door bittere
ervaring. Maar alle ervaring, die karma brengt, i s gooerl
voor de ontplooing der ziel en 0 fschoon zij komt onder het
mom van een vij and, zij is i n werkelij kheid de beste al le r
vrienden.
is
regelmatige
scheen mij toe, gezegd te moeten worden, opdat wij tot een
dieper waarheid zouden komen.
komen door iets, dat in een van beide is, maar zij kome n bij
elkaar, omdat zij beide abstracties zij n uit een grooter geheel.
Laten wij ons het verhaal van de Zuil van Licht weer herinne
ren. Vishnoe (de Tweede Logos, het Goddelijke) en B rah
ma, de Derde Logos, (het Stoffelijke) konden niet samen
opschieten, totdat Shiva ( De Eerste Logos) verscheen en
hun bewees, dat hij geheel boven hen beiden stond. Toen kre-
1 55
gen zij Hem beiden lief en begonnen samen te werken, ge
hoorzaam aan Hem. Hij wilde echter niet bij hen blijven,
maar bracht harmonie tusschen hen en beloofde, dat zij Hem
weer zouden zien, als hun w erk geindigd was. D e harmonie
bleef, een verbindingsmiddel tusschen het onderwerp en het
voorwerp, de kenner en het gekende, het goddelijke en het
stoffelijke.
is.
1 56
in te werken door stelsels van ademhaling - alles ten einde
vermogens van den geest of siddhi's te verwerven, of groote
magie hield niet
concentratie te verkrijgen. De
alleen rekening met het
scheidenbeid
van
overeenkomstigheden,
brachten
gevolgen teweeg in de
w a <:
scheikunde
en natuur
I S7
met natuurgeesten
en
deva's
is -
onvera n derd
in
de dicp te
H OOFDSTUK XIX.
UW
STRAAL.
Deze kenni van de stralen is slechts voor hen, die een ideaal
hebben, een Ster, stralende in het Oosten, die h em aantrekt
met een onweerstaanbare betoovering, zoodat ze niet anders
kunnen dan zich een weg er h een banen, als hun levenspad.
Anderen, die nog l even voor de bevrediging van het oogenblik,
van het lichaam en de zinnen en het denkvermogen, zij n
nog d e dienaren van maya, en zij hebben nog d e voorbijgaande
genoegens van het dier. M aar slechts h ij , die een standvastig
ideaal h eeft, is op weg naar het werkelij ke leven, dat ananda
is, geluk en zelfs dan, als hij het pad vlug wil gaan, heeft hij
niet alleen de leidende ster van zij n ideaal nooclig, ver boven
hem en voor hem uit stralende in de duisternis der nacht,
maar ook een lamp der deugd voor zij n voeten en een kracht,
die zij n leden beweegt. M eer nog, als hij het met den groot
sten spoed wil gaan, moet hij uitmaken, welke de ster is, die
h ij bestemd is te volgen en welke deugd en kracht hij moet
hebben, of met andere woorden, hij moet zij n straal uitvin
den .
Dit i s slechts mogelij k als zij n leven van binnen uit bestuurd
wordt. Onlangs heb ik twee schaakspelers gadegeslagen. De
eene boog zich over het bord heen met gespannen blik en ge
rimpeld v oorhoofd en zijn vingers beefden, terwij l hij zij n
zetten deed ; de ander leunde achterover, terwij l hij kalm het
bord bestudeerde, en als hij stukken aanraakte, was het met
een natuurlijke en onmerkbare gratie. Hij, die het pad tot het
geluk wil betreden, moet beseffen, dat het leven zulk een spel
Jl
162
1 63
gespeeld hebt, zult
het spel
volgende.
De gebeurtenissen des levens beroeren u nooit in werkelijkdoch doen alleen uw wereld aan. Buig u angstig voor
over, vol van on-wij sheid en het zal l ijken, of het ,verlies van
een pion rof een kasteel een letsel van het z e l f is, maar in
werkelijkheid heeft niets uzelf beroerd, doch sl echts uw we
reld
en
alle gebeurtenissen
werkzame ziel. Zit rech top en leun achterover en gij zult het
aldus zien.
stadia willen vaststellen in den
I k zou
of
I.
A ch t erover leunend.
2.
Rechtop zittend.
3
4
5
Voorover buigend.
Rechtop zittend.
Achterover leunend.
slechts
tot
slagen van het lot. Het tweede is dat van den mensch, die
geleerd heeft, dat de wereld dingen van groot genot bevat
en hij is vol gretigh ei d daarvoor, tot aan gulzigheid toe. In
het d erde stadium is hij nog vervuld van
ve rlangen,
de
stroomversnellingen
des
dat
1 64
h ij ten laatste niet anders dan winnen kan in h et grootere
spel, waarvan dit een deelt j e is, omdat h ij steeds door ster
ker wordt. Hij i s verlost van angst, ontevredenheid en w rok ;
voor hem zij n hoop en vrees verdwenen, hij kan zich niet
overl veren aan de genade der gebeurtenissen door te w en
schen,
dat
zij n
(I)
( 2)
Scheen zij
IGS
plan ? ( 4) Toonde zij aan, dat er geestelijke doeleinden wa
ren zelfs op de donkerste plaatsen des levens en dat zelfs in
de volmaking alle onvolmaakte dingen ook een rechtmatige
plaats zouden hebben ? ( 5
7)
gij door
ervaring
!66
liefde of
tegenzin,
een
v oorbijgaande
en oppervlakkige
voorliefde of afkeer voor een der stralen h ebt, dan zal die
uw beeld van de waarheid verwringen. Gij moet volkomen be
reid zijn, wat dan ook va:n de intutie aan te nemen en haar
n iet i n twij fe l trekken, hopende dat h aar antwoord d i t of
d at zal zijn.
Nogmaals kunt gij het veld
v an
i n de wirwar van
het
1 67
aan d e waarheid smart veroorzaakt heLt oi dat gij , terwij l
gij e en werk bevorderdet, dat goed bedoel d was en u van
vitaal belang toescheen, toegestaan h eb t, dat waarheid en
liefde daarbij verslapten. H e t beginsel, waaraan gij vastge
h o uden h eb t, kan uw straal aanwij zen. M aar al die dingen
zij n slechts een onzekere h ulp, omdat de kennis yan bin
nen uit moet komen.
Het is noodzakelijk, dat gij bij deze poging om uw straal
te ontdekken, u niet met an deren yergelij kt. Het zou kun
nen, d a t gij zwakker zij t yan begrip d an nle anderen, d i e
gij k e n t , e n dat het t o c h het sterkste in u w karakter is,
daar d e andere beginselen nog zwakker zij n . H et zou ook
kunnen, dat iem ands s traal liefde is en dat toch zijn w i l
s t erker is dan die van e e n ander, d i e zelfs tot d e n eersten
straal behoort. De vraag is niet hoe gij staat, vergeleken
met een ander, maar welk beginsel de leider is van de krach
ten in uw eigen ziel. De volmaakte mensch is in de zwakste
dier beginselen even sterk als de nog onvolmaakte mensch
in zij n sterkste, w ant hij heeft in alle alles tot stand ge
bracht wat voor een leYend wezen in een m enschelijken
vorm mogelijk is.
Als gij
mv
lampen zijn, die uw voeten zullen bij lichten d oor het yer
w arde struikgewas v an het leven en de krachten, die u zul
l e n voortd rijven o p uw pad :
Straal
I
2
3
4
5
6
7
Ster
Vrij heid
Vereeniging
Begrip
Harmonie
Waarheid
Goedheid
Schoonheid
Lamp
Moed
Liefde
Waarh eid
Moed
Waarheid
Liefde
Moed
Kracht
Wi l
Liefde
Gedachte
Verbeelding
Gedachte
Liefde
Wil
Werk
Regeering
P h i l antropie
Wijsbegeerte
Inzicht in verhoudingen
Weten schap
Religie
Kunst
r68
Natuurlij k heeft elke straal zij n zeven onderverdeelingen
en ieder d aarvan weer zeven, maar die vallen buiten be
schouwing, omdat binnen een beginsel de kenmerken van
dat beginsel al die schakeeringen overheerschen, evenals alle
tinten van geel gee l zijn en alle tinten van groen groen.
Maar het kan zij n dat het volgen d sterkste beginsel in
iemands gestel, een eigen stem heeft, helder en sterk en
onder sommige omstandigheden des levens bij n a even s terk
op den voorgro n d tredend als het eerste. Verschillende
denkbeelden heeft men verbonden met den term neven s traal, maar hier wensch ik dien te gebruiken, om dit be
ginsel, het tweede in sterkte, aan te duiden.
BG 8:3
[...] Activiteiten die verband houden met het ontwikkelen van de materile lichamen van
levende wezens worden karma of resultaatgerichte activiteiten genoemd.
HOOFDSTUK XX.
1 70
en zelfs revo l u t i e en bloedvergieten v e rwekken als
macht
genoeg bezit.
Het gro o te ntt van deze k ennis omtrent de stralen is, dat
uw kracht :::ult vinden en gevoelen en haar dan lot het
uiterste gebruiken, om de andere eigenschappen in u t e ont
wik kelen, waarin gfj betrekkeifik te kort schiet.
die m ij n boekje "Opbouw van het Karakter" gelezen heb
ben, zullen z i ch h erinneren, dat alle sterke menschelijke on
deugden du iden op een te kort schiete n in het karakter, v e rge
zeld van een zekere kracht. Een karakter, dat in a l l e opzichten
zwak is, heeft d e kracht niet, veel uit te richten, en z ulk
een persoon wordt gewoonlij k gerangschikt onder d e goede
menschen, o fschoon het moeilij k te zeggen zou zijn, waar
voor hij goed i s . Als etn mensch zi et, dat h ij een positief
gebrek heeft, behoeft hij niet te trachten, zijn kracht te o n der
drukken en te zeggen : " l k h eb te veel gevoel, o f te veel ener
gie o f te veel wil. " Laat hij zeggen : "Ik heb veel wilskracht,
maar een gering stel menschelij ke gevoelens, en ik moet
mijn
zUn
I7I
ook op bij de verhoudingen met
H e t zel f d :: principe
it
de ziel voortkomen.
de
of
van de liefde en
w ijsgeer i ,
eerder
in twee of zes en
J '7'>
, ..
wnstzij n.
Wet van
karma
1 73
ve
roo rzaakt
haar w;.
p l an i n de
Js
harmonie der
verantwoordelijkheid
neemt, die men v erkregen h e e f t duur h e t
i k van d e
=
krachten van zij n bewue>tzij n, dil' 111 l'll o p het oo g c n b l i k v c ; - dharma
w i ll en
rechtvaar-
v o l gciH! e n
zet
e en
t e doen, a l l e en umdat h e t
niet
geen
o nwaardige
laksheid van
onzen
kant
z a l d u l d e n . Ue w e re l d straft l ui h e i d, zelfzucht e n
teloosheid e n g e e n mate van onsch u l d z a l i em a n d b e hoede1:
door een
steken. D a t i s
Fifth
v en u
w e reld en
vuur
een
les, speciaal voor hem b e s t emd, b evat, die nood zake lijk is
w11, H etae
O f m e n ontw i kkelt
van
en
h et gcw i l h g
en nadenkende
er
Of
1 74
ignood
worden m et geweld en met smart, als
onderricht
men zal
het
Het is ook e en deel dezer wet, dat men het letsel of voor
deel ontvangt, dat men anderen veroorzaakt h eeft, maar
ook dat i s geen straf, doch zuiver opvoedi ng. Iemand, die
opzettelij k een ander kwaad doet, is ongevoelig voor de
gevoelens en voorspoed van een ander en daar hij op deze
w ijze ongevoelig is, h eeft hij een h arde ervaring noodig om
te leeren
voelen ; n f het
kan zijn,
er
v a r i ng nuodig h eeft,
geval.
De
1s
I 75
1 76
wikkelt tegelijkertijd w i l en zelfbeheersching, die den eersten
straal kenmerken. Iemand, die het pad van toewij d i ng
aan den Chri stus bijv., zal een steeds grooter veld van men
broederschap betreden. Iemand, die de waarheid na
streeft als wetenschappelijk mensch zal ook eenigszins een
wij sgeer worden. Iemand, die zich zet tot h et doen van werk
met de grootst mogenike bekwaamheid, d .w.z. werk, waar
achter zich wil verbergt, zal komen tot ervaring en belang
stelling
in
be
toe
neiging
van
in
1 77
genieten
dat
doende zal men komen tot een
het
van de
12
HOOFDSTUK XXL
Die menschen, d i e n i et
sleur-mensch,
den ver
i s,
heeft
u itgedoofd.
op zij n betere
M a ar
als
de
mensch
i nstincten of gevoelens en de
I 79
wc rcl rt. Laten w ij den me n s ch
e e n d eel is ,-an de
o n t l e d e n en dit n a gaa n .
Zij
laten wat l i ch t
Maar het
180
hebben hun
kon,
want i n h et r ij k der kennis, " zal aan hem, die heeft, meer
gegeven worden" e n de kracht van het denkvermogen v e r
meerdert
de
z i ende
den
aan d e
staat v oor rle
volmaaktheid open
zonder
oogen
transeendenten
en hoorende zonder
toestand
van
Vi sh noe's
bewustzijn in te gaan.
Maar tot aan dien grooten d ag moet i e d e r mensch i n het
lichaam zich ten slotte h i e rmede v e rzoenen
aan
clacht aan wijdt, wordt datgene, dat hij een uur geleden i n
een andere klas leerde, g rootendeel s verdui sterd. Het i s
zaak, van uur t o t uur t e leven, terwijl h ij het
best
gebruik van elk dier uren maakt. Het eige n l ijke doel v an zijn
incarnatie is, iets nieuws t e v e rkrijge n ; alle aand acht van
is daarop gericht en dat
werkzaam
zien en gevoel d als een
!XI
Het tweede
di ng
1 11
on;;.e
is n ie t het ::;ld
is de persoonlijkheid.
Het
kleine k i n1d
hel v o e lk!JeiO,
t e n denkt en w i l door
l !c!Jaam,
persoonllJ
1 et I Jegmhoe wel
het
gee n
1 11
maar
voorbijgaan e n
h et l i chaam
Het stoffelijk
l i chaam is op zekere
WIJ Ze
en h ee f t zich hepaalck
, daarmede v erbo n d eu ZIJ n weer
e i "'
, re n aan het astraal
en d i l al l e s v u rmt een
per-
b ep aal d e
en mentaal l i chaam
d i e up
IJat
is n i e t de mensch
en het j u i st e
dat er
Die persoonlijkheid is
iets f ij n s t:n
te
voornaamwoord
worden i s "het".
of b ehoort
goeds, s t e rk , rein en
te
zij n
bepa a l d s
en vooral uu1tig
d e v o l le
waar
hoorde
le zij n ,
C\'11
l i dhel hcn
en
v. ilku Lm,
w e nd i s op u i i nl ij k c
waardoor de
uie
ecu
m cn sch zelf
is met
goed
te
rechterhand,
als
over
linkerhand
i ets
volmaki ng
182
voor iets anders werkte. Zoo
tegelij kertij d
te drage n . I-laar
en
dan
-- zonder u it
ergens op h u n
1 83
kan besch reven worden
dit''
gevoels- en mentale ge
de ware m en:;ch,
1 ;.;
v loek.
Um
i s de bewuste
__
w ien
dat
zelf toetsen. Wanneer h ij vol van zjn i deaal is, gaat alles
maar wanneer h ij in zel f- persooul ijkh ei d
v erloren. l,aat h ij ,
om
v ervalt, is
houdt, als
zulke essentiele
t e brengen, dat
bui t en open staat, met hclangstel ling voor idealen, niet slechts
voor persoonlij k e dingen .
Het voornaamwoord, d a t nu op d en mensch betrekki ng
h eeft, is "gij " . M e n kan n i e t meer aan h em denken a l s aan
een objectief
; om g e k e n d te worden,
zoo
moet h ij als
den. Hier
is
of liefde
h e s t aa u
b l ijft h e tze l f d e bew ustzijn door
;J lk sto ffciijke v eranderingen heen.
stof felij k
ka11 niet veranderen e n toch hetzelfde b l ij v e n , door Z IJ n
maar dit be w us t e " g ij " kan zoo hlij
\'en i n een reeks v er anderi n g-e n , waarin uw g-e d ac h te en ge
of
moeite
h e e f t opgestoken, i n n h a n d vo l ( v a n
v an
w er c l cl z u l len
deel der
om v at te n .
En toch
n iet op het
op
beu r t
niet het
, zelfs
die d e el u i t m a
. . , ,,
B o ve n "gij
ken van h e t
h e t aclhy atma, en
.
IS
door al de
b ew eg i ng h ee n van het
Shi va. Denk d u s n iet
b ew us tz ij n i n d e n t ij d , i s al tij d bij
aan H\V be w us t zij n als uw w e rkelijke
sl echts een
waar-
sommige
der ou d e wijsgeeren, d a t I k
en
d.i.
of zelfs in ter
bewustzijn.
Zelfs
l i c h aam e n
bewus tzij n,
d i e n i e t weet, d:1 t
weet dat 1 k
zou
ook
hij,
I8S
tJc w u s tztJ n ,
toch n og Ik i s zelfs te m i d d e n van h et
waar
veranderende
bewustzij n
ziet
Dat I k te
zij n
zonder
slaap,
die
d iepe
slaap,
waaruit
m e n verhe ugd
hen z e l f
over
h et h o ( ) g er
deze
van
w ij z e
geh r u i k t e h ri S h ankaracharya h e t
van
Gautama B u d d h a .
lemancl, die e<:n visie v a n deze waarheid h eeft geha{1 , o f
h a a r beseft h e eft en terugziet op zij n mensche lij ke l oop
h a a n , zal zien, dat de persoon l ij kh e i d en h et l i c h a am een
deel waren van d e -.; toffelij k e were l d . Gij waart een deel
der bewu st e vver e l d , e e n deel van i ets, dat n i e t uw werke-
der
pers<
n i euwe
v aardigheid
1 86
bracht e e n vergrooting van bewustzij n, zoodat h e t een om
vangrijker deel van het u niverseele b ewustzij n werd d a n
het t e v o r e n was. Daarin waart
gij
M aar
is
va n
Vish noe.
zU
zij
weten
broken lampen,
Noch l evenlooze, t ij deloo::-:e
187
GLO SSARIU M VAN DE V O O RNAAMSTE
SAN SKRIET W O O R DEN, IN DIT BOEK
GEB RUIKT.
is
dingen.
Kriyashakti : Gedachtekracht.
188
Lakshmi : De godin der welvaart ; gade van Vishnoe. In het
bijzonder verbonden met den zesden straal.
Mana:s : Het kriya in den mensch.
Maya : Ons leven, een plaatsvervanger voor het werkelijke
leven ; de wereld van verhoudingen tusschen chit en sat.
Ra jas : De inwonende kracht va:n de wereld der dingen.
Sannyasi : Iemand, die beslist maya opgeeft.
S at : Zij n ; het kenmerk van B rahma' s wereld.
Sattva : D e wet en orde in de wereld der dingen ; de wereld
van vaste ideen o f sto f f elijke oertypen.
Shiva : Het eerste lid der Drieenheid ; werkelijk leven.
Shri Krishna : De groote geestelijke leeraar van "De Bhagavad Gita" ; een incarnatie van Vishnoe.
S wayambhu : De zelfbestaande ; een naam voor God.
Tamas : De grondstof van de wereld der dingen.
Vijnana : Kennis.
Vishnoe : Het tweede lid der Drieenheid. De wereld van het
bewustzijn.
Yoga : Vereeniging met het goddelijke ; het middel tot deze
vereen i ging.
verheffen. Om in het leven succes te boeken zou het verstandig zijn onderscheid te maken tussen
begeerte en wil, en om de wil de leiding over onze inspanningen te geven.
Zowel wil als begeerte zijn creatieve krachten; ze vormen ons en onze omgeving. We vormen ons
overeenkomstig het beeld van onze begeerten, maar door onze wil te gebruiken zouden we ons kunnen
vormen naar het beeld van het goddelijke. We hebben een tweevoudige plicht: ten eerste om onze wil te
wekken en sterker te maken door hem te temmen en te gebruiken en hem de absolute leiding in het
lichaam te geven; en ten tweede om onze begeerte te zuiveren. Om dit te bereiken hebben we twee
werktuigen nodig: kennis en de wil. Kennis geeft ons een basis voor groei en het bereiken van wijsheid; en
als de wil onzelfzuchtig wordt gebruikt, stimuleert hij geestelijke groei.
De kloof tussen mensen en goden bestaat uit het verschil in ontwikkeling van het bewustzijn. Kunnen wij
de goden navolgen? Ja, want Jezus, Boeddha, Pythagoras, Apollonius van Tyana en anderen hebben
daarmee een begin gemaakt. Wat houdt ons tegen om aan hen gelijk te worden? Boeddhisten zeggen dat
onwetendheid de wortel van alle kwaad is, terwijl theosofen zelfzucht als bron daarvan aanwijzen. Om de
goden na te volgen moeten we zowel de wereld als onszelf leren begrijpen zoals ze zijn en moeten we
leren onszelf te vergeten, te leven voor anderen, en onze wil in te zetten voor het verbeteren van het
welzijn van de mensheid. Onzelfzuchtigheid zou met onderscheidingsvermogen en een gevoel voor
rechtvaardigheid moeten worden beoefend. Een zware taak, zal men zeggen, die in n leven nauwelijks
haalbaar lijkt, maar de moeilijkheid ervan zou geen excuus moeten zijn om niet te proberen het pad van
juiste gedachten, juiste gevoelens en juiste handelingen te volgen. Op deze manier zullen we na verloop
van tijd meer kennis verwerven over wat we zijn, over ons bewustzijn en onze toekomst.
Naast de wil en begeerte beschikken we over andere belangrijke vermogens zoals verbeeldingskracht en
discipline. De verbeelding is een vermogen dat, wanneer het door de wil wordt gebruikt, creatieve krachten
opwekt en wat door deze wordt voortgebracht. Pythagoras noemde de verbeeldingskracht de herinnering
van onze vroegere levens. Ze kan worden gebruikt voor het vergeestelijken, maar ook voor het
verstoffelijken, van beelden die in het denkvermogen zijn gevormd, om de gevolgen teweeg te brengen die
we verlangen, goede of slechte. Ze kan ons overheersen en ons binden aan de illusies die we hebben
gecreerd, of als we dit vermogen gericht gebruiken en weerstand kunnen bieden aan haar fantastische
ingevingen, een krachtig instrument worden om ons leven en onze bestemming vorm te geven.
Ik denk dat tweederde van onze kwalen en angsten voortkomen uit onze verbeelding. We hebben een
goddelijk erfgoed en kunnen het goddelijke dat in ons is naar buiten brengen door altrustisch te leven.
Zoals G. de Purucker zei, Liefde is het cement van het heelal; ze houdt alle dingen op hun plaats en onder
haar eeuwige hoede; haar werkelijke aard is hemelse vrede, haar kenmerk is kosmische harmonie die alle
dingen doordringt, die grenzeloos, onvergankelijk, oneindig, eeuwig is. Ze is overal en is het hart van het
hart van al wat is. (Levensvragen, blz. 111). De droom van broederlijke liefde is niet nieuw; door de
eeuwen heen hebben mensen geprobeerd om deze tot stand te brengen. Jezus en Boeddha hebben het
geprobeerd, tegenwoordig proberen mensen het, en ik ben ervan overtuigd dat er broederschap onder de
mensen zal komen, want Waar een wil is, is een weg. Zoals Teilhard de Chardin opmerkte: Op een dag,
wanneer we de ether, de wind, de getijden en de zwaartekracht hebben bedwongen, zullen we . . . de
energien van liefde gaan aanwenden. Dan zal op die dag voor de tweede keer in de geschiedenis van de
wereld de mens het vuur hebben ontdekt.
Discipline is een woord dat we associren met training in zelfbeheersing en is iets dat we zien als een
beperking van onze vrijheid; maar zoals Swami Ranganathananda opmerkte, De slaaf stoort zich aan
discipline, de vrije mens verwelkomt echter elke gelegenheid tot zelfdiscipline. . . . [Ze] is de weg om
wilskracht te krijgen, ruimdenkende sympathie, een edel karakter en daardoor in alle opzichten een sociale
en geestelijke doelmatigheid (The Message of the Upanishads, blz. 202). Discipline bevrijdt ons uit de
slavernij van onze begeerten, en is essentieel voor menselijke groei:
Waak over je gedachten
straks worden ze je woorden
waak over je woorden
straks worden ze je daden
waak over je daden
straks worden ze je gewoonten
waak over je gewoonten
straks worden ze je karakter
De wil is werkelijk overal en door iedereen te gebruiken, en we moeten leren er verstandig mee om te
gaan en onze begeerten te beheersen. Wie is eigenlijk verantwoordelijk voor hoe we leven en wie we zijn?
Niemand anders dan wijzelf.
Er wordt overal van ons verlangd dat we een verheven ethiek volgen, omdat dit echte goedheid in de
wereld zal brengen en de goddelijke eigenschappen van de mens zal stimuleren en ontwikkelen. Preken
zijn goed voor het uur of half uur dat men zit te luisteren, maar in de leringen van de Ouden het leiden
van een zuiver leven en het ontwikkelen van de wilskracht ligt de sleutel tot het absolute. Toen ik ruim 25
jaar geleden in Nederland kwam wonen, kreeg ik een verjaarskaart met de woorden, Het belangrijkste in
het leven is niet waar we ons bevinden, maar in welke richting we gaan. De wil heeft veel te maken met de
richting die we in ons leven opgaan. We hebben een vrije wil en moeten waken over onze begeerten door
onze verbeeldingskracht te gebruiken voor altrusme en broederlijke liefde, want de verbeeldingskracht en
de wil kunnen samen voor iedereen een betere toekomst scheppen.
Noot:
1. C.C. Massey, True And False Personality (De echte en onechte persoonlijkheid), The Theosophist 1:6, blz. 140.
WILDERNESS
WILL
must
love
the
higher
the
Christian's
thB world
Law of the
as
and pilgrimage
in
wiedernus."-A. JuKES,
Offerings, p. 26.
OF .JUDEA :-
Bee
ADULTERY,
CoNCEPTION,
DIVORCE, EPIMETREUS, EVE, FATliER
(lower) , HEAD , HusBAND, LADDER,
MALE-FEMALE, MAN .AND WIFE, MAN
WITHOUT WOMAN, MARRIAGE,PA.NDORA,
pARENTS, PERSEPHONE , REGENERA
TION, RIB, SKY, WOMAN.
e:perienu
but we are 1t
though unconscious of the fact. Accordingly we are already free in reality, in
spite of the absolute necessity of our acts,
but we do not know it . . . . The constraint of the will, absolute as it is, yet
belongs entirely to the great illusion of
the empirical reality, and vanishes with
it. The phenomenal form is under constraint, but that which makes its appearance in it, the atman, is free. The real
consistency of the two points of view is
expressed in the words : It is he who
causes the man whom he will lead on
high out of these worlds to do good
works, and it is he who causes the man
whom he will lead downwards to do
evil works ' (Ka.ush, III. 8). The eternally
free atman, who determines our doing
and abstaining is not another, contrasted
with us, but our own self."-DEUSSEN,
Phil. of Upaniahada, p . 210.
" The voluntary attitude of man as a
self-determining will, to the Absolute
Divine Will is the most fundamental
element of religion. . . . No wisdom goes
beyond that of the poet : ' Our wills are
ours to make them Thine.' For it is, in
fact, the choice of the Object of religion
in a spirit of faith and self-surrender,
which carries with it all else that is most
essential to its supreme rea.liaation as an
814
WILL
experience."-G. T.
LADD,
Phil. of
Religion, p. 342.
" Matter causes nothing at all ; force
causes nothing but motion, and cannot
determine its own direction.
Therefore
whatever problem of originating and
directing power arises from the present
arrangement of things arises equally from
their arrangement in the furthest past
we can discern.
One true original
directing cause, and only one, is known
to us in will. Our own will we know by
direct experience, and other wills we infer
from outward actions. Deliberate
choice as opposed to unreasoning impulse
implies a pause for deliberation ; and we
know as certainly as we know any scientific
fact the.t in the deliberation, we contribute
from ourselves an irreducible element
which prevents the issue from being
anything like a mechanical result of
those motives (which stir the will). . .
Though we are conscious of power to do
anything whatever within certain limits,
a man in his right mind has some principle
or general aim, good or bad, to which he
endeavours to subject that power, so
. that a choice of motives i n particular
cases resolves itself into a choice of
means for carrying out such principle or
generaJ aim."-H. M. GWAT:S:IN, The
Knowledge of God, Vol. I. pp. 64, 65.
" The only transcendental thing in the
world is Will, and this we know directly
in ourselves. We are on the inside of
things because we will, and we know
everything to be part of the one evolution
of life or will. There is no explanation of
will ; it itself is not known by the mere
intellect aJthough ita different 6SI!!'Irtions
may be. As soon, then, as a man
has grasped the notion of volition as the
keynote of the self, he ceases to explain
himself by things outside of himself.
He
bas also at the same time done with
external explanations of the world, and
he is prepared to find the reality of the
world in the one Will that is manifesting
itself in himself and in all things. I must
take to myself all the guilt of my finite
existence, and admit that I too have
willed to live, have willed the world .
lt is literally true tt liberty is a mystery.
'
As finite will I am enslaved, but as infinite
will I am free. The finite will must be
made to die unto itself, and to affirm the
eternaJ Ideas of the eternal Will. What.
ever else religion is, it is first and foremost
a perception of the radical evil that is in
the finite will."-W. CALDWELL, Schopen
hauer'B S'l/a"m, pp. 393, 396-7.
" Nothmg can make any change in you
but the change of your will. For every
thing, be it what it will, i1 a birth of that
will which worketh in you. You have
nothing, therefore, to inquire after, nor
anything that you can judge of yourself
.
by, but the state of your WIn and des1re.
where these are, there are you ; and
what these are, that are you : there you
live, and to that you belong ; and there
you must have all the good and evil
WIND
that ca.n be called yours. . . If your
will is with God, you work with God ;
God is then the life of your soul, and you
will have your life with God to all eternity."
-WM. LAW, The Wa.y to Divine Know.
ledge, p. 1 37.
" Now let us remember that ' our wills
are ours, we know not how,' but they
are ours : it is equa.lly true that they are
ours to make them God's. But when
they are made God's, made to accord
with His, they are no lese ours ; indeed,
they will be ours more than ever when
we have made them His ; we shall never
be our full and true selves until we have
found ourselves in God. . The self
that is lost is the litUe self ; not the ego,
but the egotism ; the self that dreams
it is separate, and seeks advantages
as a separate entit;y."-T. RllONDDA
WILLIAMS, Serm., Dytng in the Lord.
"All the events that meet a man in
his Outward Life are nothing else than
the necessary and unalterable Outward
manifestation of the Divine Work ful.
filling itself in him', and he caunot wieh
that anything in these events shonld be
otherwise than what it is, without wishing
that the Inward Life which can only thus
manifest itself should be otherwise ; and
without thereby separating his will from
the Will of God, and setting it in
opposition thereto. He cannot any longer
reserve to himself a choice in these things,
for he must accept everything just as i t
happens ; for everything that comes to
pass is the Will of God with him, and
therefore the best that can possibly come
to pass.
To those who love God, all
things mUBt work together for good,
absolutely
and
immediately. To
those who do net love God, all thi s
must work together immediately for pam
and torment, until by means of this
torment, they are at last led to salva
tion."-J. G. FIOBTE, The Way Towarda
the Blused Life, pp. 1 64, 5.
.- paaz
.,..,
ar, P 322
"And God made a wind to pass over the
earth, and waters assuaged."-GEN. viii. I ,
And the Divine power energises
SUi
"'
vehi""l"'
the ment"l
.w
of
the soul, so
SCHEMA V
KOSMISCHE en MENSELIJKE BEGINSELEN
Kosmische Beginselen
Menselijke beginselen
Atm!
- Universele geest
Buddhi
- Geestelijke ziel
Universeel bewustzijn
Manas
K!marftpa
- Astraal lichaam
Kosmische energie
- Fohat
Ak8sha
- Astraallicht
Pr!na
- Vitaliteit
Fysieke stof
-Materie
- Levensfludum
- Mahabuddhi
8 .3
In dit vers is het woord prayr;a-kle heel belangrijk, want alles wat we
in ons leven doen zal op het moment van de dood getest worden. Arjuna
wil heel graag weten hoe zij die altijd Kr-\>IJ.a-bewust bezig zijn, aan het
einde van hun leven voor deze test kunnen slagen. Wat moet hun hou
ding zijn op dat beslissende moment? Op het moment van de dood zijn
alle lichamelijke functies verstoord en bevindt de geest zich niet in een
geschikte toestand. Wie zodanig verstoord is door zijn lichamelijke toe
stand, zou wel eens niet in staat kunnen zijn om aan de Allerhoogste Heer
te denken. Mahrja Kulasekhara, een groot toegewijde, bidt daarom: '0
TEKST 3
sri-bhagaviin uviica
ak$aram brahma paramam
svabhiivo 'dhyiitmam ucyate
bhta-bhvodbhava-karo
visarga}J karma-samjiiita}J
sri-bhagaviin uvca
de Allerhoogste Persoonlijkheid Gods zei; aa
onvernietigbare; brahma
Brahman; paramam
transcen
ram
dentale; svabhiiva}J
eeuwige aard; adhytmam
het zelf; ucyate
wordt genoemd; bhta-bhiiva-udbhava-kara}J
de materile lichamen
-
414 /
BHAGAVAD-GTA zoals ze is
(yajfia) , maar wanneer zijn verdiensten uitgeput zijn, keert het terug naar
de aarde in de vorm van een mens. Dit proces wordt karma genoemd.
In de Chandogya Upani$ad wordt het proces van de vedische offers
beschreven. Op het altaar worden vijf verschillende offergaven gebracht
in vijf verschillende soorten vuur. De vijf soorten vuur worden beschouwd
als de hemelse planeten, wolken, de aarde, de man en de vrouw, en de
vijf soorten offergaven zijn geloof, de genieter op de maan, regen, granen
en sperma.
Tijdens het offerproces brengt het levend wezen bepaalde offers om
TEKST 4
11
8.6
sayal:z - twijfel.
En wie aan het eind van zijn leven, wanneer hij zijn lichaam ver
laat, uitsluitend aan Mij denkt, bereikt onmiddellijk Mijn zijnstoe
stand. Hierover is geen twijfel mogelijk.
TEKST 6
D
Daivprakriti (Sanskriet)
Een samengesteld woord dat de betekenis heeft van goddelijke of oorspronkelijke ontvouwer, of oerbron, van het
heelal of van elk opzichzelfstaand of hirarchisch deel van zon
heelal, zoals een zonnestelsel. Daivprakriti kan men daarom kortweg goddelijke stof noemen, waarbij het woord stof
hier in zijn oorspronkelijke betekenis van goddelijke moederontvouwer of goddelijke oersubstantie wordt gebruikt.
Omdat deze oersubstantie zich in de kosmische ruimten
manifesteert als oorspronkelijk kosmisch licht licht is volgens de occulte esoterische theosofische filosofie een vorm van
oorspronkelijke stof of oersubstantie hebben veel mystici
voor daivprakriti de uitdrukking het licht van de logos
gebruikt. Daivprakriti is in feite de eerste sluier of het eerste
omhulsel of het eerste etherische lichaam dat de logos omringt, zoals pradhna of prakriti volgens de Snkhya-filosofie
purusha of brahman omhult, en zoals, op een onvergelijkbaar
veel grotere schaal, mlaprakriti parabrahman omhult. Omdat
daivprakriti dus primitieve stof is, of van de fysieke stof naar
boven gerekend stof in haar zesde en zevende toestand, of,
wat op hetzelfde neerkomt, stof in het eerste en tweede stadium van haar evolutie van bovenaf gerekend, kunnen we de
wazige etherische lichtsluiers die we aan de nachtelijke hemel
waarnemen redelijk nauwkeurig als een fysieke manifestatie
van daivprakriti opvatten, want als het geen werkelijk oplos41
NEBULAE,
niet het
Noorderlicht
of Zuiderlicht
Dat is bijzonder goed geformuleerd, maar we moeten bedenken dat, hoewel fohat de bezielende kracht is die in de
gemanifesteerde daivprakriti of de oorspronkelijke substantie
werkt en erop inwerkt, zoals de ruiter zijn paard laat rijden
door invloed op hem uit te oefenen, het de kosmische intelligentie of, zoals Pythagoras zou zeggen, de kosmische monade
is die door zowel daivprakriti als zijn gedifferentieerde energie, fohat, heen werkt die het leidende en beheersende
beginsel is, niet alleen in de kosmos, maar in elk van de secundaire elementen en wezens die in ontelbare menigten de kosmos vullen. Het hart of de essentie van de zon is daivprakriti
die als zodanig werkt, en ook in haar verschijningsvorm die
fohat wordt genoemd, maar door daivprakriti en het fohataspect ervan stroomt de allesdoordringende en leidende intelligentie van de zonnegodheid. De student moet echter nooit
de fout maken deze leidende zonne-intelligentie te willen
scheiden van haar sluiers of voertuigen, waarvan een van de
hoogste daivprakriti-fohat is.