Sie sind auf Seite 1von 123

G-06

G-07
G-08
G-09
G-10
G-11
G-12
G-13
G-14

G-15
G-16
G-20
G-21
G-22
G-23
G-24
G-25
G-27
G-28
G-29
G-31
G-35
G-36
G-37
G-41
G-42
G-43
G-45
G-46
G-47
G-50
G-51
G-52
G-54
Noot 1:
Noot 2:

x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x

x
x
x
x
x

x
x
x
x

x
x
x
x
x
x
x

x
x
x
x

x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x

x
x

x
x
x
x
x

Aanvullende kleding voor laswerkzaamheden aan stalen leidingen: lasoverall, lasbril, lashelm/laskap en lashandschoenen
Aanvullende kleding voor werken met aardgascondensaat: veiligheidslaarzen, brandvertragende wegwerpoverall, polyvinylalcohal (PVA) of neopreen (wegwerp)handschoenen en
halfgelaatmasker met een filtrerend gelaatstuk A2. Bij kans op verneveling of spatten een volgelaatmasker in plaats van een halfgelaatmasker

x
x
x
x
x
x
x
x

x
x
x

x
x

x
x
x

x
x
x
x
x

x
x
x
x
x

x
x

x
x
x

x
x
x

x
x
x

x
x
x

x
x
x
x
x
x
x
x

x
x
x
x
x
x
x

x
x
x
x

x
x

Elektrisch geleidende overbruggingskabel

Brandblusser (klasse A/B/C) van minimaal 6 kg

x
x

x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x

Brandblusser (klasse A/B/C) van minimaal 2 kg

Zuurstofmeter

Gasdetectieapparatuur

Gassignaleringsapparatuur met akoestisch en optisch signaal


x
x
x
x
x
x
x

x
x

Veiligheidsmiddelen
Aanvullende kleding voor werken met aardgascondensaat: zie noot 2

Aanvullende kleding voor laswerkzaamheden op staal: zie noot 1

x
x

Brandvertragende hoofdbescherming

Gehoorbescherming

Handschoenen

x
x
x

Sotbril

Veiligheidsbril

Veiligheidshelm

Isolerend veiligheidschoeisel

x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x

Veiligheidkleding voor werkzaamheden langs de weg

x
x

Veiligheidschoeisel of -laarzen

Antistatische, gladde, afsluitende en vlamvertragende werkkleding

Antistatische en vlamvertragende werkkleding

Activiteit
Het werken aan of nabij gasvoorzieningsystemen
Het graven en dichten van sleuven en werkputten (handmatig)
Het graven en dichten van sleuven en werkputten (machinaal)
Het plaatsen, verwisselen of verwijderen van gasmeters ! G25
Het beproeven op dichtheid van binneninstallaties en meteropstellingen ! G25
Het ontluchten van binneninstallaties ! G25
Het plaatsen, verwisselen of verwijderen van gasmeters HD of > G25
Het repareren en onderhouden van LD meteropstellingen ! G25
Idem bij verwisselen hoofdkranen onder druk
Het aansluiten en in bedrijf nemen van LD-aansluitleidingen incl. meteropstellingen
Het beproeven op sterkte en dichtheid van LD-aansluitleidingen
Het ontluchten van LD-aansluitleidingen
Het uitvoeren van werkzaamheden aan bestaande LD-aansluitleidingen incl. meteropstellingen
Idem bij werkzaamheden in besloten ruimten
Idem bij werkzaamheden met vrije gasuitstroming
Het aanleggen en in bedrijf nemen van HD-aansluitleidingen
Het werken aan gaszadels en aftakkingen onder druk in LD-netten (met gasuitstroming)
Het in en uit bedrijf nemen van LD-leidingen, incl. eventueel duurzaam buiten bedrijf stellen
Het in en uit bedrijf nemen van HD-leidingen, incl. eventueel duurzaam buiten bedrijf stellen
Het beproeven op sterkte van HD- en LD-leidingen, incl. HD-aansluitleidingen
Het beproeven op dichtheid van HD- en LD-leidingen, incl. HD-aansluitleidingen
Het plaatsen en verwijderen van gasblazen in LD-leidingen
Het stoppelen van HD-leidingen
Het knevelen van PE-leidingen in HD- en LD-netten
Het lassen van aftakhulpstukken op PE in bestaande HD- en LD-netten
Het lassen van aftakhulpstukken op staal in bestaande HD- en LD-netten
Het controleren van bekleding van HD- en LD-leidingen
Het bovengronds gaslekzoeken
Het veiligstellen van de omgeving en lokaliseren van gaslekken
Het repareren van lekken in HD- en LD-leidingen
Idem bij werkzaamheden onder druk
Het nemen van gasmonsters in HD- en LD-netten
Het bedienen van grondafsluiters in HD- en LD-netten
Het controleren van grondafsluiters en appendages in HD- en LD-netten
Het uitvoeren van KB-metingen
Het aanbrengen van meetdraden voor kathodische bescherming op gasvoerende leidingen
Het werken met aardgascondensaat
Het betreden en het uitvoeren van niet-gastechnische werkzaamheden rond gastechnische bedrijfsruimten
Idem bij niet gastechnische werkzaamheden in de gastechnische bedrijfsruimten
Het uitvoeren van functionele inspecties aan gastechnische installaties en meteropstellingen > G25
Het uitvoeren van gastechnische werkzaamheden in gastechnische bedrijfsruimten
Het in en uit bedijf nemen van gasdrukregel- en meetstations

Werkkleiding

VWI
G-01
G-02

"#$%&'()*)+,()-./(01)2.30453)(!%&66
78&8&9677

Persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM's)

Gasconcentratiemeter, 100% aardgas

!!!

x
x
x
x
x
x
x

!!!

"#$%&'()*)+,()-./(01)2.30453)(!%&66
78&8&9677

Veiligheidswerkinstructie

Het werken aan of nabij


gasvoorzieningsystemen

1.

Documentnr. : G-01
Datum/versie: 15-5-2011
Blad
: 1 van 6

Doel.
Het veilig werken aan of nabij gasvoorzieningsystemen.

2.

Toepassingsgebied.
HD- en LD-gasvoorzieningsystemen.

3.

Aanwijzingen en opdrachtverstrekking.
!
!
!

4.

Voorwaarden.
!

!
!

5.

De aanwijzing is afhankelijk van de uit te voeren werkzaamheden.


Opdrachtverstrekking door minimaal WV netten, via werkplan of raamopdracht.
Mate van toezicht is afhankelijk van het soort werk en staat in de geldende
veiligheidwerkinstructies vermeld.

Deze werkinstructie beschrijft de algemene voorwaarden voor het veilig uitvoeren


van werkzaamheden aan of in de nabijheid van gasvoorzieningsystemen. Deze
voorwaarden worden verondersteld bekend te zijn en worden daarom niet meer
vermeld in andere werkinstructies.
Werkzaamheden aan of in de nabijheid van gasvoorzieningsystemen dienen altijd te
worden uitgevoerd volgens de VIAG met de daaraan verbonden geldende veiligheids
werkinstructies.
Tijdens uitvoering van gastechnische werkzaamheden, waarbij ongecontroleerde
uitstroming van gas kan plaatsvinden, moet men buiten de gevarenzone blijven.
Alle werkzaamheden aan of met asbesthoudende materialen vallen onder de
bepalingen conform het besluit Veilig werken met asbestcementleidingen voor
ondergrondse leidingen of conform het Asbestbesluit voor overige werkzaamheden
aan of met asbesthoudende materialen.
Meetapparatuur, wat in de gevarenzone gebruikt kan worden, dient te voldoen aan de
richtlijnen beschreven in de ATEX-norm en zijn voorzien van het EEx-kenmerk.

Risicos en maatregelen.
Afhankelijk van de werkzaamheden zijn de meest voorkomende risicos met de daaraan
te treffen maatregelen:
Risico:
Ongecontroleerde uitstroming van gas.
Maatregel: Ventileren, continu meten, zo nodig werkplek verlaten en melden aan de WV.
Risico:
Persoonlijk letsel en verstikking.
Maatregel: Gebruik maken van PBMs.
Risico:

Aanwezigheid van omstanders en/of dieren in de directe omgeving van de


werkplek.
Maatregel: Afbakenen van de werkplek, omstanders manen de werkplek te verlaten.

Risico:
Benvloeding van buitenaf, bijv. weersomstandigheden, verkeer.
Maatregel: Werkonderbreking, paraplu, afzettingen volgens Handboek 96b van de
CROW.
Risico:
Blokkering vluchtwegen.
Maatregel: Vluchtwegen vrijhouden van obstakels.

Opgesteld door:

Werkgroep VIAG-VWI

Procedure eigenaar:

Contactgroep Veiligheidsregelgeving

Goedgekeurd door:

Taakgroep Infrastructuur

Veiligheidswerkinstructie

Het werken aan of nabij


gasvoorzieningsystemen

Documentnr. : G-01
Datum/versie: 15-5-2011
Blad
: 2 van 6

Risico:
Brand en/of explosie.
Maatregel: Geen ontstekingsbronnen in of in de omgeving van de werkplek, werkplek
afbakenen d.m.v. verbodsborden Open vuur verboden.
Risico:
Schade aan kabels en leidingen.
Maatregel: Voor aanvang graafwerkzaamheden KLIC-melding doen (eventueel
calamiteitenmelding), werkplek zorgvuldig ontgraven.

6.

Middelen en apparatuur.
!

!
!
!
!
!
!
!
!

De vereiste PBMs, afhankelijk van de werkzaamheden, zijn:


o Antistatische, gladde, afsluitende en vlamvertragende werkkleding, waarbij
voorkomen wordt dat uitstromend gas via openingen (o.a. bij de polsen, enkels en
de hals) onder de kleding kan komen en zich daar kan ophopen.
o Veiligheidsschoenen en/of veiligheidslaarzen.
o Veiligheidshelm.
o Veiligheidsbril en/of stofbril.
o Gehoorbescherming.
o Handschoenen.
o Reflecterende kleding voor werken langs de openbare weg.
o Brandvertragende hoofdbescherming voor werken, waarbij vrije gasuitstroming
plaats vindt, behoudens bij het ontluchten van leidingen.
o Aanvullende PBMs voor gespecialiseerd werk zijn:
o Laswerkzaamheden: lasoverall, lasbril, lashelm, laskap, lashandschoenen.
o Werkzaamheden met condensaat: polyvinylalcohol of neopreen handschoenen,
halfgelaatsmasker met filterend gelaatstuk A1 of volgelaatsmasker,
veiligheidsbril, brandvertragende wegwerpoverall.
o Werkzaamheden aan asbestcementleidingen: neopreen handschoenen,
mondkap met P3-filter, brandvertragende wegwerpoverall.
Onder werkkleding wordt verstaan de door het bedrijf verstrekte kleding, wat
geschikt is voor het uitvoeren van de diverse werkzaamheden.
Onderscheid kan worden gemaakt in:
o Werkkleding (niet brandvertragende uitvoering) wat gedragen dient te worden bij
het uitvoeren van werkzaamheden, waarbij geen kans aanwezig is op
(on)gecontroleerde gasuitstroming.
o Werkkleding (antistatisch en brandvertragend) wat gedragen dient te worden bij
het uitvoeren van werkzaamheden, waarbij geringe kans aanwezig is op
(on)gecontroleerde gasuitstroming.
o Werkkleding (antistatisch, glad, afsluitend en brandvertragend) wat gedragen
dient te worden bij het uitvoeren van werkzaamheden, waarbij kans aanwezig is
op (on)gecontroleerde gasuitstroming.
Gassignaleringsapparatuur met akoestisch en optisch signaal.
Gasdetectiemeter.
Gasconcentratiemeter, 100% aardgas.
Zuurstofmeter.
Brandblusser (klasse A/B/C), minimaal 2 kg voor binnenshuis.
Brandblusser (klasse A/B/C), minimaal 6 kg voor werkzaamheden buiten.
Branddeken (blusdeken).
Verbodsborden Open vuur verboden.

Opgesteld door:

Werkgroep VIAG-VWI

Procedure eigenaar:

Contactgroep Veiligheidsregelgeving

Goedgekeurd door:

Taakgroep Infrastructuur

Veiligheidswerkinstructie

Het werken aan of nabij


gasvoorzieningsystemen

Documentnr. : G-01
Datum/versie: 15-5-2011
Blad
: 3 van 6

6.1

Definities.
Gassignaleringsmeter:
! Te gebruiken als persoonlijke alarmering t.b.v. werkzaamheden in opdracht van de
netbeheerder.
! De gassignaleringsmeter meet de aanwezigheid van gas.
! De gassignaleringsmeter geeft een akoestisch en optisch signaal, wanneer een
waarde van 10% LEL of hoger wordt bereikt (0,5 vol.% of 5000 ppm).
Gasdetectiemeter:
! Te gebruiken om een gaslekkage op te sporen.
! Een gasdetectiemeter dient zelfaanzuigend te zijn.
! Met een gasdetectiemeter wordt binnen het meetbereik van het meetinstrument de
hoeveelheid gas in het gasluchtmengsel gemeten.
! De gasdetectiemeter geeft een akoestisch en optisch signaal als er een
gasluchtmengsel wordt gedetecteerd.
Gasconcentratiemeter:
! Te gebruiken om leidingen te ontluchten.
! Met een gasconcentratiemeter wordt binnen het meetbereik van het meetinstrument
de hoeveelheid gas in het gasluchtmengsel gemeten.
! De gasconcentratiemeter dient een meetbereik tot 100% aardgas te hebben.
Zuurstofmeter:
! Te gebruiken om zuurstofgehalte in (besloten) ruimten te bepalen.
! De zuurstofmeter geeft een akoestisch en optisch signaal als het zuurstofgehalte
< 19% O2 wordt.

7.

Werkwijze.

7.1

Te gebruiken veiligheidsmiddelen, gereedschap en meetapparatuur.


! De Persoonlijke Bescherming Middelen (PBMs) dienen conform de diverse
veiligheidswerkinstructies te worden gedragen.
! Voor alle uitvoerende werkzaamheden is het dragen van werkkleding en
veiligheidsschoeisel verplicht.
! Tijdens werkzaamheden, waarbij het gevaar voor oplopen van oogletsel bestaat, is
het dragen van een veiligheidsbril verplicht.
! Gebruik afzetmateriaal volgens de richtlijn Handboek 96b van de CROW.
! Het te gebruiken handgereedschap dient in goede staat te verkeren.
! Het elektrische gereedschap en de meetapparatuur dient periodiek gekeurd te zijn,
en voorzien zijn van een sticker waarop de eerstvolgende keuringsdatum staat
aangegeven.
! Bij werkzaamheden op het terrein van derden kunnen aanvullende maatregelen
worden geist.

7.2

Te nemen veiligheidsmaatregelen:
! Werkzaamheden aan de gasvoorzieningssystemen mogen alleen plaatsvinden zonder
vrije gasuitstroom, tenzij anders beschreven in een werkinstructie of montageinstructie.
! Gasuitstroming dient altijd zoveel mogelijk voorkomen te worden.
! Tijdens de uitvoering van gastechnische werkzaamheden, waarbij mogelijk gas kan
uitstromen, moet gassignaleringsapparatuur continu ingeschakeld benedenwinds en
binnen handbereik geplaatst worden.
! Gastechnische werkzaamheden, waarbij de kans aanwezig is dat ongecontroleerde
gasuitstroom kan plaatsvinden, dienen te allen tijde door tenminste twee personen te
worden uitgevoerd. Deze personen dienen zodanig visueel contact met elkaar te
houden dat in noodsituaties adequaat kan worden opgetreden.

Opgesteld door:

Werkgroep VIAG-VWI

Procedure eigenaar:

Contactgroep Veiligheidsregelgeving

Goedgekeurd door:

Taakgroep Infrastructuur

Veiligheidswerkinstructie

Het werken aan of nabij


gasvoorzieningsystemen
!

!
!

!
!

!
!

!
!

!
!
!
!
!
!
!
!
!

Documentnr. : G-01
Datum/versie: 15-5-2011
Blad
: 4 van 6

Controleer voorafgaand aan de werkzaamheden op de aanwezigheid van


ontstekingsbronnen en schakel deze uit of pas de werkzaamheden hierop aan. Denk
hierbij ook aan mobiele telefoons, PDAs e.d. en verder weggelegen
ontstekingsbronnen zoals gevelkachels, elektrische schakelkasten,
hoogspanningslijnen en bovenleidingen van tram en metro.
Daar waar bekend is dat in het verleden aardgascondensaat aangetroffen werd, dient
nu gewerkt te worden conform VWI G-47 Het werken met aardgascondensaat.
Daar waar niet bekend is dat er aardgascondensaat aanwezig is, moet men wel
bedacht blijven op het risico dat er aardgascondensaat aangetroffen kan worden.
Indien tijdens de werkzaamheden vocht aangetroffen wordt, dient als volgt gehandeld
te worden:
o Ga in HD-leidingen als volgt te werk: Indien er vocht wordt aangetroffen, behandel
dit dan als condensaat.
o Ga in LD-leidingen als volgt te werk: Indien er vocht wordt aangetroffen, behandel
dit dan als condensaat, tenzij duidelijk is dan het gaat om inwaterende lekkage.
Plaats de eventueel toe te passen verlichting buiten de gevarenzone.
Zet de werkplek zodanig en voldoende ruim af, zodat omstanders gewaarschuwd
worden en buiten de werkplek blijven. Plaats, zo nodig, de borden Open vuur
verboden en Werk in uitvoering.
Bij alle delen van een gasvoorzieningsysteem waaraan, waarmee of in de nabijheid
waarvan werkzaamheden worden uitgevoerd, moet voldoende ruimte zijn om veilig te
kunnen werken. De werkplek moet goed toegankelijk zijn, voldoende zijn verlicht en
adequaat zijn afgeschermd. De ondergrond moet voldoende stabiel en vlak zijn om
de werkzaamheden veilig te kunnen uitvoeren.
Neem de benodigde verkeersmaatregelen volgens Handboek 96b van de CROW.
Zet voorafgaande aan de werkzaamheden n (of meerdere ) brandblusser(s) (klasse
A/B/C), bovenwinds geplaatst en binnen handbereik van de assisterende
medewerker, gereed.
Er dienen tijdelijke afsluitmiddelen aanwezig te zijn om, indien nodig, het
ongecontroleerd uitstromen van gas te stoppen. Het plaatsen van tijdelijke
afsluitmiddelen mag alleen plaats vinden buiten de gevarenzone, dus ! 10% LEL.
Een goed begaanbare vluchtweg moet bekend en aanwezig zijn en worden
vrijgehouden van obstakels;
De voor de werkzaamheden relevante (veiligheids)werkinstructies of werkplannen
en/of bedieningsplannen moeten bij de uitvoerenden bekend te zijn en op de
werkplek beschikbaar zijn.
Voer een LMRA (Laatste Minuut Risico Analyse) uit.
Afval dient op de juiste wijze opslagen en afgevoerd te worden.
Voor het (tijdelijk) verlaten van de werkplek moet deze veilig voor de omgeving
worden achtergelaten.
Gebruik de arbeidsmiddelen en gevaarlijke stoffen op de juiste wijze.
De op de arbeidsmiddelen of anderszins aangebrachte beveiligingen worden op de
juiste wijze gebruikt.
Draag de voorgeschreven PBMs volgens instructie en op plekken die daarvoor op
bijvoorbeeld gebodsborden aangegeven staan.
Til niet te zwaar en op de juiste manier.
Wanneer een gasdistributiestation verlaten wordt, moet de deur(en) van het station
goed afgesloten zijn (controleren).
Op elke werkplek moet:
o Alarm nr. in geval van een calamiteit bekend zijn.
o EHBO doos moet op de werkplek beschikbaar zijn.
o Inhoud EHBO doos moet van de juiste houdbaarheidsdatum zijn voorzien.

Opgesteld door:

Werkgroep VIAG-VWI

Procedure eigenaar:

Contactgroep Veiligheidsregelgeving

Goedgekeurd door:

Taakgroep Infrastructuur

Veiligheidswerkinstructie

Het werken aan of nabij


gasvoorzieningsystemen
7.3

Documentnr. : G-01
Datum/versie: 15-5-2011
Blad
: 5 van 6

Opstellen werkplan en bedieningsplan.


Alle werkzaamheden in het gasvoorzieningsysteem worden volgens een werkplan of
raamopdracht uitgevoerd.
! Alle bedieningshandelingen in het gasvoorzieningsysteem worden volgens een
bedieningsplan of raamopdracht uitgevoerd.
! In een werkplan worden de uit te voeren werkzaamheden en, om de
genventariseerde risicos te beheersen, de te nemen veiligheidsmaatregelen
vastgelegd. Daarbij moet in het werkplan worden verwezen naar relevante
veiligheidswerkinstructies, montage-instructies en/of veiligheidsvoorschriften.
! In een bedieningsplan worden de uit te voeren bedieningshandelingen vastgelegd.
! Beide plannen worden geautoriseerd door de WV, in bepaalde gevallen ook door de
OIV.
! Voor alle bedieningshandelingen, behalve de beperkte bedieningshandelingen, is
toestemming van BD/meldpunt nodig.
! De inhoud van de plannen dient voor aanvang van de werkzaamheden en/of
bedieningshandelingen door de WV, of de PL in opdracht van de WV, aan alle
uitvoerenden bekend te zijn gemaakt via een zogenaamde startwerkbespreking.
! Na afloop van alle activiteiten dienen de plannen gereed te worden gemeld.
! Bij onraad, onduidelijkheden en/of afwijkende situaties (bijv. beschadigingen) dient
de WV te worden ingelicht. Deze beslist over de te nemen actie en informeert, indien
noodzakelijk, BD/meldpunt en/of OIV.
Opmerking: Conform de wettelijke regels dient een werkplan tot vijf jaar na uitvoering te
worden bewaard.
!

7.4

Beindiging.
!
!

Lever de benodigde gegevens volledig op met de gewenste kwaliteit van de


netbeheerder.
Lever de uitgevoerde activiteiten op:
o Activiteiten via een werkplan: gereedmelding van het werkplan bij de WV.
o Activiteiten via een raamopdracht: oplevering conform de bedrijfsafspraken.
Laat de werkplek netjes en veilig achter.

Opmerkingen.
!

!
!

!
!

Om fouten bij de mondelinge overbrenging van informatie te voorkomen, moet de


ontvanger de informatie naar de verzender herhalen. De verzender moet bevestigen
dat de informatie juist is ontvangen en begrepen.
Een gasluchtmengsel is explosief binnen de grenzen van 5% en 15% gas.
Wanneer de gasconcentratie groter is dan 10% LEL (dit komt overeen met 0,5 vol%
gas of 5000ppm) spreekt men van de gevarenzone. Ten gevolge van deze
gasconcentratie kan er gevaar aanwezig zijn voor brand, explosie of verstikking.
Werkzaamheden binnen de gevarenzone zijn niet toegestaan.
Voor het bepalen van de gevarenzone dienen de onderstaande richtlijnen:
o Het punt voor bepaling van de gasconcentratie bevindt zich 0,5 mtr. boven
maaiveld of 0,5 mtr. boven de bodem van de ontgravingen.
o Indien op de gemeten plaats de gasconcentratie lager blijft dan 10% LEL, moet
ervan uitgegaan worden dat de gasconcentratie op maaiveldhoogte of op de
bodem van de werkput hoger is.
o In de omgeving van de werkplek en ook op de werkplek zelf mogen zich geen
ontstekingsbronnen bevinden. Het materiaal en/of materieel moet explosieveilig
zijn uitgevoerd.
o De ontgravingen moeten ruim uitgevoerd worden.

Opgesteld door:

Werkgroep VIAG-VWI

Procedure eigenaar:

Contactgroep Veiligheidsregelgeving

Goedgekeurd door:

Taakgroep Infrastructuur

Veiligheidswerkinstructie

Het werken aan of nabij


gasvoorzieningsystemen

Documentnr. : G-01
Datum/versie: 15-5-2011
Blad
: 6 van 6

o Tijdens ontgraven continu blijven bepalen of de gasconcentratie op de meethoogte


beneden de 10% LEL.
o De werkzaamheden onmiddellijk staken of onderbreken wanneer de
gasconcentratie hoger wordt dan 10% LEL.

Referenties.
!
!
!
!
!
!
!
!
!

10

VIAG.
VWI G-47 Het werken met aardgascondensaat.
VCA.
Arbeidsomstandighedenwet.
NEN-normen.
Asbestbesluit.
VWIs.
Bedieningshandleidingen
Montagevoorschriften.

Bijlagen.
!

Geen.

Opgesteld door:

Werkgroep VIAG-VWI

Procedure eigenaar:

Contactgroep Veiligheidsregelgeving

Goedgekeurd door:

Taakgroep Infrastructuur

Veiligheidswerkinstructie

Het graven en dichten van


sleuven en werkputten

1.

Documentnr. : G-02
Datum/versie: 15-5-2011
Blad
: 1 van 3

Doel.
Het veilig graven en dichten van sleuven en werkputten.

2.

Toepassingsgebied.
HD- en LD-gasvoorzieningsystemen.

3.

Aanwijzingen en opdrachtverstrekking.
!
!
!

4.

Voorwaarden.
!
!
!
!
!
!

!
!

5.

Aanwijzing is niet van toepassing (leken).


Opdrachtverstrekking conform de relevante VWI.
Geen toezicht noodzakelijk.

Voor aanvang van graafwerkzaamheden moet er een KLIC melding gedaan zijn.
Bij aanvang van de graafwerkzaamheden dienen de KLIC gegevens ter plaatse
beschikbaar te zijn.
Bij calamiteiten moet een calamiteitenmelding gedaan worden. Denk aan de
terugmelding.
Bij machinaal graven dient er altijd een tweede man aanwezig te zijn om te kunnen
voorgraven conform CROW richtlijn 280 Zorgvuldig graven.
In de directe omgeving van kabels en leidingen dient er handmatig gegraven te
worden.
Als bij graafwerkzaamheden voorwerpen of stoffen worden aangetroffen, waarvan
redelijkerwijs geacht kan worden dat dit gevaar opleveren voor de veiligheid en
gezondheid van personen of het milieu moeten de werkzaamheden worden gestaakt
en dient contact te worden opgenomen met de verantwoordelijke WV (en eventueel
de grondeigenaar).
Indien de diepte van de sleuf/werkput meer dan 1 meter bedraagt, moeten
aanvullende voorzieningen worden getroffen tegen het inkalven van de taluds.
Houdt rekening met de bewegingsvrijheid van het met werk belaste personeel.

Risicos en maatregelen.
Risico:
Persoonlijk letsel.
Maatregel: Gebruik maken van PBMs.
Risico:

Aanwezigheid van omstanders en/of dieren in de directe omgeving van de


werkplek.
Maatregel: Afbakenen van de werkplek, omstanders manen de werkplek te verlaten.
Risico:
Benvloeding van buitenaf, bijv. weersomstandigheden, verkeer.
Maatregel: Werkonderbreking, afzettingen conform Handboek 96b van de CROW.
Risico:
Schade aan kabels en leidingen.
Maatregel: Werkplek ruim en zorgvuldig ontgraven.
Risico:
Vervuilde grond.
Maatregel: Werk stil leggen, waarschuwen WV en aanvullende maatregelen treffen,
zonodig ook de grondeigenaar hierin betrekken.

Opgesteld door:

Werkgroep VIAG-VWI

Procedure eigenaar:

Contactgroep Veiligheidsregelgeving

Goedgekeurd door:

Taakgroep Infrastructuur

Veiligheidswerkinstructie

Het graven en dichten van


sleuven en werkputten

Documentnr. : G-02
Datum/versie: 15-5-2011
Blad
: 2 van 3

Risico:
Inkalven van taluds.
Maatregel: Juiste talud toepassen, aanvullende maatregelen treffen, zorgen voor veilige
in- en uitgangen uit sleuf of werkput.

6.

Middelen en apparatuur.
!
!

De vereiste PBMs: werkkleding, veiligheidsschoeisel, helm (nabij graafmachine),


gehoorbescherming, reflecterende kleding (bij werkzaamheden langs de weg).
Graafgereedschap/Graafmachine.

7.

Werkwijze.

7.1.

Voorbereiding.
!
!

Controleer of aan alle voorwaarden volgens punt 4 en de maatregelen volgens punt 5


is voldaan.
Indien bij bovengenoemde controles afwijkingen worden geconstateerd, mag er niet
met de werkzaamheden worden gestart, maar dient contact te worden opgenomen
met de opdrachtgever.
Voer Laatste Minuut Risico Analyse (LMRA) uit.

7.2.1 Uitvoering (graven).


! Tref de noodzakelijke veiligheidsmaatregelen.
! Sla de vrijkomende materialen zoals klinkers, tegels, keien, grond e.d. op voldoende
afstand van de sleuf of werkput op.
! Sla de vrijkomende grond per grondsoort gescheiden op.
7.2.2 Uitvoering (dichten).
! Dicht de sleuf/werkput zodanig dat de verschillende grondsoorten op hun
oorspronkelijke plaats terugkomen.
! Pas, indien noodzakelijk, grondverbetering toe.
! Vul de sleuf/werkput aan weerskanten van de leiding gelijkmatig aan.
! Verdicht handmatig bij een afstand van minder dan 0,2 m naast de leiding en minder
dan 0,4 m boven de leiding.
! Vul de sleuf of werkput laagsgewijs aan.
! Verdicht de sleuf of werkput machinaal of handmatig in lagen van maximaal 0,3m.
! Werk de aangevulde sleuf of werkput af met de vrijgekomen sleufbedekking.
! Hef de genomen veiligheidsmaatregelen op.
7.2.

Beindiging.
! Registreer de benodigde gegevens.
! Lever de uitgevoerde activiteiten op:
o Activiteiten via een werkplan: gereedmelding van het werkplan bij de WV.
o Activiteiten via een raamopdracht: oplevering conform de bedrijfsafspraken.
! Laat de werkplek netjes en veilig achter.

Opgesteld door:

Werkgroep VIAG-VWI

Procedure eigenaar:

Contactgroep Veiligheidsregelgeving

Goedgekeurd door:

Taakgroep Infrastructuur

Veiligheidswerkinstructie

Het graven en dichten van


sleuven en werkputten

8.

Opmerkingen.
!

9.

Geen.

Referenties.
!
!
!
!

10.

Documentnr. : G-02
Datum/versie: 15-5-2011
Blad
: 3 van 3

NEN 7244-1.
Arbo-wetgeving
Handboek 96b van de CROW.
CROW richtlijn 280 Zorgvuldig graven.

Bijlagen.
!

Geen.

Opgesteld door:

Werkgroep VIAG-VWI

Procedure eigenaar:

Contactgroep Veiligheidsregelgeving

Goedgekeurd door:

Taakgroep Infrastructuur

Veiligheidswerkinstructie
Documentnr. : G-03

Het assisteren bij werkzaamheden aan of Datum/versie: 15-5-2011


Blad
: 1 van 3
nabij gasvoorzieningsystemen

1.

Doel.
Het veilig assisteren bij werkzaamheden aan of nabij gasvoorzieningsystemen.

2.

Toepassingsgebied.
HD- en LD-gasvoorzieningsystemen.

3.

Aanwijzingen en opdrachtverstrekking.
!

!
!

4.

Voorwaarden.
!

!
!

!
!

5.

De aanwijzing is minimaal VOP, maar is ook afhankelijk van de eisen zoals genoemd
in de veiligheidwerkinstructie die betrekking heeft op de uit te voeren activiteit (bij
bepaalde werkzaamheden is een hogere aanwijzing vereist).
De opdrachtverstrekking voor assistentie wordt gegeven door minimaal een WVnetten, via werkplan of raamopdracht.
Mate van toezicht is afhankelijk van het soort werk en staat in de geldende
veiligheidwerkinstructies vermeld.

Werkzaamheden aan of in de nabijheid van gasvoorzieningsystemen dienen altijd te


worden uitgevoerd volgens de VIAG met de daaraan verbonden geldende veiligheids
werkinstructies.
Tijdens uitvoering van gastechnische werkzaamheden, waarbij ongecontroleerde
uitstroming van gas kan plaatsvinden, moet men buiten de gevarenzone blijven.
Alle werkzaamheden aan of met asbesthoudende materialen vallen onder de
bepalingen conform het besluit Veilig werken met asbestcementleidingen voor
ondergrondse leidingen of conform het Asbestbesluit voor overige werkzaamheden
aan of met asbesthoudende materialen.
De assisterende persoon dient genstrueerd te zijn in de werkzaamheden waarbij hij
gaat assisteren.
De assisterende persoon dient zich strikt te houden aan de VIAG en de aanwijzingen
van de PL. Daarbij mag de assisterende persoon zelfstandig geen werkzaamheden
uitvoeren die zijn aanwijzing overschrijden.

Risicos en maatregelen.
Afhankelijk van de werkzaamheden zijn de meest voorkomende risicos met de daarvoor
te treffen maatregelen:
Risico:
Ongecontroleerde uitstroming van gas.
Maatregel: Ventileren, continu meten, zo nodig werkplek verlaten en melden aan de WV.
Risico:
Persoonlijk letsel en verstikking.
Maatregel: Gebruik maken van PBMs.
Risico:

Aanwezigheid van omstanders en/of dieren in de directe omgeving van de


werkplek.
Maatregel: Afbakenen van de werkplek, omstanders manen de werkplek te verlaten.
Risico:
Benvloeding van buitenaf, bijv. weersomstandigheden, verkeer.
Maatregel: Werkonderbreking, paraplu, afzettingen volgens Handboek 96b van de
CROW.
Risico:
Blokkering vluchtwegen.
Maatregel: Vluchtwegen vrijhouden van obstakels.

Opgesteld door:

Werkgroep VIAG-VWI

Procedure eigenaar:

Contactgroep Veiligheidsregelgeving

Goedgekeurd door:

Taakgroep Infrastructuur

Veiligheidswerkinstructie
Documentnr. : G-03

Het assisteren bij werkzaamheden aan of Datum/versie: 15-5-2011


Blad
: 2 van 3
nabij gasvoorzieningsystemen

Risico: Brand en/of explosie.


Maatregel: Geen ontstekingsbronnen in of in de omgeving van de werkplek, werkplek
afbakenen d.m.v. verbodsborden Open vuur verboden.
Risico:
Schade aan kabels en leidingen.
Maatregel: Voor aanvang graafwerkzaamheden KLIC-melding doen (eventueel
calamiteitenmelding), werkplek zorgvuldig ontgraven.

6.

Middelen en apparatuur.
!

!
!
!
!
!
!
!
!

De vereiste PBMs, afhankelijk van de werkzaamheden, zijn aangegeven in de


betreffende VWI, en kunnen zijn:
o Antistatische, gladde, afsluitende en vlamvertragende werkkleding, waarbij
voorkomen wordt dat uitstromend gas via openingen (o.a. bij de polsen, enkels en
de hals) onder de kleding kan komen en zich daar kan ophopen.
o Veiligheidsschoenen en/of veiligheidslaarzen.
o Veiligheidshelm.
o Veiligheidsbril en/of stofbril.
o Gehoorbescherming.
o Handschoenen.
o Reflecterende kleding voor werken langs de openbare weg.
o Brandvertragende hoofdbescherming voor werken, waarbij vrije gasuitstroming
plaats vindt, behoudens bij het ontluchten van leidingen.
o Aanvullende PBMs voor gespecialiseerd werk zijn:
o Laswerkzaamheden: lasoverall, lasbril, lashelm, laskap, lashandschoenen.
o Werkzaamheden met condensaat: polyvinylalcohol of neopreen handschoenen,
halfgelaatsmasker met filterend gelaatstuk A1 of volgelaatsmasker,
veiligheidsbril, brandvertragende wegwerpoverall.
o Werkzaamheden aan asbestcementleidingen: neopreen handschoenen,
mondkap met P3-filter, brandvertragende wegwerpoverall.
Onder werkkleding wordt verstaan de door het bedrijf verstrekte kleding, wat
geschikt is voor het uitvoeren van de diverse werkzaamheden.
Onderscheid kan worden gemaakt in:
o Werkkleding (niet brandvertragende uitvoering) wat gedragen dient te worden bij
het uitvoeren van werkzaamheden, waarbij geen kans aanwezig is op
(on)gecontroleerde gasuitstroming.
o Werkkleding (antistatisch en brandvertragend) wat gedragen dient te worden bij
het uitvoeren van werkzaamheden, waarbij geringe kans aanwezig is op
(on)gecontroleerde gasuitstroming.
o Werkkleding (antistatisch, glad, afsluitend en brandvertragend) wat gedragen
dient te worden bij het uitvoeren van werkzaamheden, waarbij kans aanwezig is
op (on)gecontroleerde gasuitstroming.
Gassignaleringsapparatuur met akoestisch en optisch signaal.
Gasdetectiemeter.
Gasconcentratiemeter, 100% aardgas.
Zuurstofmeter.
Brandblusser (klasse A/B/C), minimaal 2 kg voor binnenshuis.
Brandblusser (klasse A/B/C), minimaal 6 kg voor werkzaamheden buiten.
Branddeken (blusdeken).
Verbodsborden Open vuur verboden.

Opgesteld door:

Werkgroep VIAG-VWI

Procedure eigenaar:

Contactgroep Veiligheidsregelgeving

Goedgekeurd door:

Taakgroep Infrastructuur

Veiligheidswerkinstructie
Documentnr. : G-03

Het assisteren bij werkzaamheden aan of Datum/versie: 15-5-2011


Blad
: 3 van 3
nabij gasvoorzieningsystemen

7.
7.1.

Werkwijze.
Voorbereiding
!
!
!

!
7.2.

Uitvoering
!
!

7.3.

Overtuig je ervan dat de PL heeft gecontroleerd of aan alle voorwaarden volgens punt 4 en
de maatregelen volgens punt 5 is voldaan.
Overtuig je ervan dat de PL heeft gecontroleerd of het werkplan of de raamopdracht
overeenkomt met de situatie ter plekke.
Indien bij bovengenoemde controles afwijkingen worden geconstateerd mag er niet met de
werkzaamheden worden gestart maar dient door de PL contact te worden opgenomen met
de WV.
Overtuig je ervan dat de PL een Laatste Minuut Risico Analyse (LMRA) heeft uitgevoerd.

Volg de aanwijzingen van de PL strikt op.


Verricht de werkzaamheden volgens de opdrachten van de PL; dit geldt ook ten aanzien
van (delen) van werkzaamheden die op basis van de eigen aanwijzing zelfstandig zouden
mogen worden uitgevoerd.

Beindiging
!

Verlaat de werkplek indien de PL dit aangeeft.

8. Opmerkingen.
!

Geen.

9. Referenties.
!
!
!
!

VIAG.
VCA.
VWIs.
Montagevoorschriften.

10. Bijlagen.
!

Geen.

Opgesteld door:

Werkgroep VIAG-VWI

Procedure eigenaar:

Contactgroep Veiligheidsregelgeving

Goedgekeurd door:

Taakgroep Infrastructuur

eiligheidswerkinstructie
Documentnr. : G-06

Het plaatsen, verwisselen of verwijderen Datum/versie: 15-5-2011


Blad
: 1 van 3
van gasmeters ! G25

1.

Doel.
Het veilig plaatsen, verwisselen of verwijderen van gasmeters ! G25.

2.

Toepassingsgebied.
LD-gasvoorzieningsystemen.

3.

Aanwijzingen en opdrachtverstrekking.
!
!
!

4.

Voorwaarden.
!
!
!
!
!
!
!
!

5.

Uitvoering door minimaal VOP-meters.


Opdrachtverstrekking door minimaal WV netten, via werkplan of raamopdracht.
Mate van toezicht wordt door WV bepaald.

De werkplek is voldoende ruim, droog en verlicht.


De werkplek wordt voldoende geventileerd.
De gasconcentratie wordt voortdurend gemeten en mag niet hoger zijn dan 10% LEL.
Er dient voor de aanvang van de werkzaamheden visuele controle van de
meteropstelling plaats te vinden.
Het werken aan een meteropstelling dient drukloos te gebeuren.
Voorafgaande aan het verwijderen van de gasmeter dient, indien van toepassing, een
elektrisch geleidende overbrugging tot stand worden gebracht.
Er worden geen (de)montage werkzaamheden aan de binneninstallatie zelf
uitgevoerd.
Overige werkzaamheden aan gasmeteropstellingen, waaronder werkzaamheden aan
drukregelaars en B-kleppen, uitvoeren conform VWI G-10 Het repareren en
onderhouden van LD meteropstellingen ! G25, inclusief hoofdkranen.

Risicos en maatregelen.
Risico:
Aanwezigheid van gas.
Maatregel: Ventileren, continu meten, eventueel noodafdichting maken, zo nodig samen
met bewoner werkplek verlaten en melden aan WV.
Risico:
Persoonlijk letsel en verstikking.
Maatregel: Gebruik maken van PBMs en apparatuur.
Risico:

Aanwezigheid van bewoners en/of huisdieren in de directe omgeving van de


werkplek.
Maatregel: Afbakenen van de werkplek, bewoners manen de werkplek te verlaten.
Risico:
Vonkvorming door potentiaalverschil.
Maatregel: Elektrisch geleidende overbrugging aanbrengen.

6.

Middelen en apparatuur.
!
!
!
!

De vereiste PBMs: antistatische en vlamvertragende werkkleding,


veiligheidsschoeisel.
Gassignaleringsapparatuur met akoestisch en optisch signaal.
Elektrisch geleidende overbruggingskabel.
Brandblusser (klasse A/B/C) van minimaal 2 kg.

Opgesteld door:

Werkgroep VIAG-VWI

Procedure eigenaar:

Contactgroep Veiligheidsregelgeving

Goedgekeurd door:

Taakgroep Infrastructuur

eiligheidswerkinstructie
Documentnr. : G-06

Het plaatsen, verwisselen of verwijderen Datum/versie: 15-5-2011


Blad
: 2 van 3
van gasmeters ! G25

7.

Werkwijze.

7.1

Voorbereiding
!
!
!

!
7.2.

Controleer of aan alle voorwaarden onder punt 4 en maatregelen onder punt 5 is


voldaan.
Controleer of het werkplan of raamopdracht overeenkomt met de situatie ter plekke.
Indien bij bovengenoemde controles afwijkingen worden geconstateerd, mag er niet
met de werkzaamheden worden gestart, maar dient contact te worden opgenomen
met de WV. Dit geldt ook indien er fraude wordt geconstateerd.
Voer Laatste Minuut Risico Analyse (LMRA) uit.

Uitvoering.

7.2.1. Plaatsen gasmeter (niet bij nieuwbouw).


!
!
!

!
!
!

Tref de noodzakelijke veiligheidsmaatregelen.


Plaats gasmeter conform montagehandleiding van de fabrikant.
Monteer bij toepassing van een datakabel van de gas- naar de e-meter deze volgens
instructie fabrikant. Indien de uitvoering niet middels een stekkerverbinding tot stand
kan worden gebracht, is tevens VWI E-69 Het plaatsen, verwisselen, verwijderen
van een elektriciteitsmeter/TF ! 3x80 A van toepassing.
Controleer dichtheid binneninstallatie conform VWI G-07 Het beproeven op dichtheid
van binneninstallaties en meteropstellingen ! G25.
Ontlucht de binneninstallatie conform VWI G-08 Het ontluchten van
binneninstallaties ! G25.
Hef de genomen veiligheidsmaatregelen op.

Note:
Indien er (nog) geen binneninstallatie aanwezig is en er toch een gasmeter geplaatst
moet worden, beproef dan alleen de meteropstelling (afhankelijk van bedrijfsprocedures).
De meteropstelling dient dan aan de uitlaatzijde gasdicht te worden afgestopt. In dat
geval beperkt de beproeving zich tot het onder gasdruk zetten van de gasmeteropstelling
en het vervolgens controleren op dichtheid.
7.2.2. Verwisselen gasmeter.
! Tref de noodzakelijke veiligheidsmaatregelen.
! Controleer gasmeternummer versus adres en overige administratieve gegevens.
! Demonteer, indien van toepassing, de datakabel van de gas- naar de e-meter deze
volgens instructie fabrikant. Indien de uitvoering niet middels een stekkerverbinding
tot stand is gebracht, dan geldt tevens VWI E-69 Het plaatsen, verwisselen,
verwijderen van een elektriciteitsmeter/TF ! 3x80 A.
! Sluit hoofdkraan en maak de binneninstallatie drukloos.
! Breng, indien noodzakelijk, elektrisch geleidende overbrugging aan.
! Verwijder bestaande gasmeter.
! Controleer de hoofdkraan op lekkage en/of slecht afsluiten. Bij onvolkomenheden WV
waarschuwen.
! Plaats nieuwe gasmeter met nieuwe pakkingen conform montagehandleiding.
! Monteer bij toepassing van een datakabel van de gas- naar de e-meter deze volgens
instructie fabrikant. Indien de uitvoering niet middels een stekkerverbinding tot stand
kan worden gebracht, is tevens VWI E-69 Het plaatsen, verwisselen, verwijderen
van een elektriciteitsmeter/TF ! 3x80 A van toepassing.
Opgesteld door:

Werkgroep VIAG-VWI

Procedure eigenaar:

Contactgroep Veiligheidsregelgeving

Goedgekeurd door:

Taakgroep Infrastructuur

eiligheidswerkinstructie
Documentnr. : G-06

Het plaatsen, verwisselen of verwijderen Datum/versie: 15-5-2011


Blad
: 3 van 3
van gasmeters ! G25
!
!
!
!

Controleer dichtheid binneninstallatie conform VWI G-07 Het beproeven op dichtheid


van binneninstallaties en meteropstellingen ! G25.
Ontlucht de binneninstallatie conform VWI G-08 Het ontluchten van
binneninstallaties ! G25.
Controleer de hoofdkraan op dichtheid.
Hef de genomen veiligheidsmaatregelen op.

7.2.3. Verwijderen gasmeter.


! Tref de noodzakelijke veiligheidsmaatregelen.
! Controleer gasmeternummer versus adres en overige administratieve gegevens.
! Demonteer, indien van toepassing, de datakabel van de gas- naar de e-meter deze
volgens instructie fabrikant. Indien de uitvoering niet middels een stekkerverbinding
tot stand is gebracht, dan geldt tevens VWI E-69 Het plaatsen, verwisselen,
verwijderen van een elektriciteitsmeter/TF ! 3x80 A.
! Sluit hoofdkraan en maak de binneninstallatie drukloos.
! Breng, indien noodzakelijk, elektrisch geleidende overbrugging aan.
! Verwijder bestaande gasmeter.
! Controleer de hoofdkraan op lekkage en/of slecht afsluiten. Bij onvolkomenheden de
WV waarschuwen.
! Dop de aansluitleiding af en controleer deze op dichtheid.
! Plaats een afdichting op de aansluiting van de binneninstallatie.
! Hef de genomen veiligheidsmaatregelen op.
7.3.

Beindiging.
!
!

8.

Opmerkingen.
!

9.

Geen.

Referenties.
!
!
!
!
!
!
!
!

10.

Registreer de benodigde gegevens.


Lever de uitgevoerde activiteiten op:
o Activiteiten via een werkplan: gereedmelding van het werkplan bij de WV.
o Activiteiten via een raamopdracht: oplevering conform de bedrijfsafspraken.
Laat de werkplek netjes en veilig achter.

VIAG.
VWI G-01 Het werken aan of nabij gasvoorzieningsystemen.
VWI G-07 Het beproeven op dichtheid van binneninstallaties en meteropstellingen
! G25.
VWI G-08 Het ontluchten van binneninstallaties ! G25.
VWI G-10 Het repareren en onderhouden van LD meteropstellingen ! G25, inclusief
hoofdkraan.
VWI E-69 Het plaatsen, verwisselen, verwijderen van een elektriciteitsmeter/TF
! 3x80 A.
Montagevoorschriften.
Bedieningsvoorschriften.

Bijlagen.
!

Geen.

Opgesteld door:

Werkgroep VIAG-VWI

Procedure eigenaar:

Contactgroep Veiligheidsregelgeving

Goedgekeurd door:

Taakgroep Infrastructuur

Veiligheidswerkinstructie

Het beproeven op dichtheid


van binneninstallaties en
meteropstellingen ! G25

1.

Documentnr. : G-07
Datum/versie: 15-5-2011
Blad
: 1 van 4

Doel.
Het veilig beproeven op dichtheid van binneninstallaties en meteropstellingen ! G25.

2.

Toepassingsgebied.
LD-gasvoorzieningsystemen en binneninstallatie van de klant ! G25.

3.

Aanwijzingen en opdrachtverstrekking.
!
!
!

4.

Voorwaarden.
!
!
!

5.

Uitvoering door minimaal VOP-meters.


Opdrachtverstrekking door minimaal WV netten, via werkplan of raamopdracht.
Mate van toezicht wordt door WV bepaald.

De werkplek is voldoende ruim, droog en verlicht.


De werkplek wordt voldoende geventileerd.
Er worden geen (de)montage werkzaamheden aan de binneninstallatie uitgevoerd.

Risicos en maatregelen.
Risico:
Aanwezigheid van gas.
Maatregel: Voldoende ventileren, continu meten, zo nodig hoofdkraan sluiten.
Risico:
Persoonlijk letsel en verstikking.
Maatregel: Gebruik maken van PBMs en apparatuur.
Risico:

Aanwezigheid van bewoners en/of huisdieren in de directe omgeving van de


werkplek.
Maatregel: Afbakenen van de werkplek, bewoners manen de werkplek te verlaten.

6.

Middelen en apparatuur.
!
!
!
!

De vereiste PBMs: antistatische en vlamvertragende werkkleding,


veiligheidsschoeisel.
Gassignaleringsapparatuur met akoestisch en optisch signaal.
Dichtheidsbeproevingsapparatuur.
Brandblusser (klasse A/B/C) van minimaal 2 kg.

7.

Werkwijze.

7.1.

Voorbereiding.
!
!
!

!
!

Controleer of aan alle voorwaarden volgens punt 4 en de maatregelen volgens punt 5


is voldaan.
Controleer of het werkplan of raamopdracht overeenkomt met de situatie ter plekke.
Indien bij bovengenoemde controles afwijkingen worden geconstateerd, mag er niet
met de werkzaamheden worden gestart, maar dient contact te worden opgenomen
met de WV.
Aansluitkranen zijn geopend en de toestelkranen gesloten.
Voer Laatste Minuut Risico Analyse (LMRA) uit.

Opgesteld door:

Werkgroep VIAG-VWI

Procedure eigenaar:

Contactgroep Veiligheidsregelgeving

Goedgekeurd door:

Taakgroep Infrastructuur

Veiligheidswerkinstructie

Het beproeven op dichtheid


van binneninstallaties en
meteropstellingen ! G25

7.2.

Documentnr. : G-07
Datum/versie: 15-5-2011
Blad
: 2 van 4

Uitvoering.

7.2.1. Beproeven met gas (meetnippel aanwezig).


! Tref de noodzakelijke veiligheidsmaatregelen.
! Sluit meetapparatuur aan.
! Zet hoofdkraan open.
! Wacht tot de B-klep zich opent (indien aanwezig).
! Zet installatie op bedrijfsdruk.
! Sluit hoofdkraan.
! Laat de druk in de binneninstallatie tot 23 mbar teruglopen.
! Start drukmeting, voor beproevingsduur zie tabel 1a.
! Registreer gemeten drukdaling.
! Controleer bij iedere drukdaling separaat de meteropstelling op dichtheid.
! Repareer eventuele lekkages aan de meteropstelling en voer de drukbeproeving
opnieuw uit.
! Stel volgens tabel 1a de vervolgactie vast.
! Koppel meetapparatuur los.
! Controleer de meetnippel op dichtheid.
! Hef de genomen veiligheidsmaatregelen op.
Tabel 1a: beproeving met gas
Meteropstelling

Meettijd

Drukdaling

Constatering

G4; G6

3 minuten

" 3 mbar

G10; G16; G25

10 minuten

> 3 mbar
" 3 mbar

Minimaal of
geen gaslek
Mogelijk gaslek
Minimaal of
geen gaslek
Mogelijk gaslek

> 3 mbar

Te ondernemen
acties
Zie 7.3.1
Zie 7.3.2
Zie 7.3.1
Zie 7.3.2

7.2.2. Beproeven met lucht (geen meetnippel aanwezig).


! Tref de noodzakelijke veiligheidsmaatregelen.
! Sluit meetapparatuur aan.
! Breng de binneninstallatie op de vereiste druk (30 mbar).
! Laat de druk stabiliseren gedurende dezelfde tijd als de meettijd.
! Start drukmeting, voor beproevingsduur zie tabel 1b.
! Registreer gemeten drukdaling.
! Controleer bij iedere drukdaling separaat de meteropstelling op dichtheid.
! Repareer eventuele lekkages aan de meteropstelling en voer de drukbeproeving
opnieuw uit.
! Koppel meetapparatuur los.
! Monteer de gasmeter.
! Controleer de meterkoppelingen op dichtheid.
! Hef de genomen veiligheidsmaatregelen op.

Opgesteld door:

Werkgroep VIAG-VWI

Procedure eigenaar:

Contactgroep Veiligheidsregelgeving

Goedgekeurd door:

Taakgroep Infrastructuur

Veiligheidswerkinstructie

Het beproeven op dichtheid


van binneninstallaties en
meteropstellingen ! G25

Documentnr. : G-07
Datum/versie: 15-5-2011
Blad
: 3 van 4

Tabel 1b: beproeving met lucht


Meteropstelling

Meettijd

Drukdaling

Constatering

G4; G6

4,5 minuten

" 3 mbar

G10; G16; G25

15 minuten

> 3 mbar
" 3 mbar

Minimaal of
geen gaslek
Mogelijk gaslek
Minimaal of
geen gaslek
Mogelijk gaslek

> 3 mbar
7.3.

Te ondernemen
acties
Zie 7.3.1
Zie 7.3.2
Zie 7.3.1
Zie 7.3.2

Vervolgacties.

7.3.1. Actie bij minimaal of geen gaslek:


! Informeer klant dat installatie in orde is.
! Lever beproevingsrapport in bij de WV.
7.3.2 Actie bij mogelijk gaslek:
! Sluit de aansluitkranen.
! Voer een nieuwe dichtheidsbeproeving uit volgens tabel 2.
Tabel 2
Meteropstelling

Meettijd

Drukdaling

Constatering

G4; G6

Gas 3 minuten.
Lucht 4,5 minuten
Gas 10 minuten.
Lucht 15 minuten

" 1 mbar
> 1mbar
" 1 mbar
> 1mbar

Akkoord
Gaslek
Akkoord
Gaslek

G10; G16; G25

Te ondernemen
acties
Zie 7.3.1
Zie 7.3.3
Zie 7.3.1
Zie 7.3.3

7. 3.3 Actie bij gaslek:


! Laat hoofdkraan dicht staan.
! Informeer klant dat:
o Er een gaslek is geconstateerd.
o De binnenleiding mogelijk niet veilig is.
o De hoofdkraan dicht wordt gelaten.
! Adviseer klant om de leiding te laten onderzoeken door een installateur.
! Laat registratieformulier in tweevoud ondertekenen, 1 exemplaar is voor de klant.
! Lever beproevingsrapport en registratieformulier in bij de WV.
! Laat waarschuwingslabel/-sticker bij de hoofdkraan achter.
7.4.

Beindiging.
!
!

Registreer de benodigde gegevens.


Lever de uitgevoerde activiteiten op:
o Activiteiten via een werkplan: gereedmelding van het werkplan bij de WV.
o Activiteiten via een raamopdracht: oplevering conform de bedrijfsafspraken.
Laat de werkplek netjes en veilig achter.

Opgesteld door:

Werkgroep VIAG-VWI

Procedure eigenaar:

Contactgroep Veiligheidsregelgeving

Goedgekeurd door:

Taakgroep Infrastructuur

Veiligheidswerkinstructie

Het beproeven op dichtheid


van binneninstallaties en
meteropstellingen ! G25

8.

Opmerkingen.
!

!
!

9.

Er dient een precisie meetinstrument te worden gebruikt; het standaard meetbereik


dient 1,5 keer de beproevingsdruk te zijn, terwijl de nauwkeurigheidsklasse moet
voldoen aan minimaal 0,25% van het standaard bereik.
Bij het verlaten van het pand de aangeslotene informeren over het opgeleverde werk.
Afhankelijk van de situatie of bij een drukdaling " 10 mbar wordt direct het
contactpersoon van de netbeheerder ingelicht. Deze dient dan de gemeente (in casu
de brandweer) te informeren.
Het beproevingsrapport en het eventuele registratieformulier gedurende minimaal
drie maanden archiveren.

Referenties.
!
!

10.

Documentnr. : G-07
Datum/versie: 15-5-2011
Blad
: 4 van 4

VIAG.
VWI G-01 Het werken aan of nabij gasvoorzieningsystemen.

Bijlagen.
!

Registratieformulier lekkage binneninstallatie.

Opgesteld door:

Werkgroep VIAG-VWI

Procedure eigenaar:

Contactgroep Veiligheidsregelgeving

Goedgekeurd door:

Taakgroep Infrastructuur

Rapport ten behoeve van registratie en


melding van een lekkage van
binneninstallaties bij
meteropstellingen ! G25

Documentnr.
Datum/versie
Blad

: G-07, bijlage 1
: 15-5-2011
:1 van 1

Melding lekkage gasleiding/installatie


Datum________________________________
Naam klant ____________________________
Adres _______________________________________ Nr. gasmeter ________________________
Postcode _____________________________________Meterstand _________________________
Plaats _____________________________________

Telefoon _________________________

Geachte klant,
In uw gasleiding/installatie hebben wij een lekkage vastgesteld.
De gemeten drukdaling in 3 minuten is________mbar.
O Wij weten niet waar het lek zich bevindt. Uw gasleiding/installatie dient zo spoedig mogelijk door
een bevoegd persoon te worden gerepareerd. Wij hebben de gastoevoer naar uw binnenleiding
afgesloten door het sluiten van de hoofdkraan.
Iedere lekkage veroorzaakt een mogelijk gevaar voor u en uw omgeving.
O De drukdaling is " 10 mbar; deze lekkage veroorzaakt een gevaarlijke situatie voor u en
uw omgeving.
Vanwege dit gevaar hebben wij de gastoevoer afgesloten door het sluiten en vergrendelen van de
hoofdkraan en wordt hiervan een melding gedaan aan de gemeente.
Wij adviseren u dringend deze hoofdkraan pas te laten openen door een bevoegd persoon, nadat
deze de gasleiding/installatie heeft gerepareerd en op gasdichtheid heeft gecontroleerd.

Voor de veiligheid van uw gasinstallatie bent u zelf verantwoordelijk.


In geval van gaslucht kunt u contact met ons opnemen via het storingsnummer 0800-9009
Ondergetekende (klant) verklaart kennis te hebben genomen van het bovenstaande en zal
zorgdragen voor herstel en controle van de gasleiding/installatie door een bevoegd persoon
Medewerker Netbeheerder

Gesproken met (namens) klant

Naam____________________________________ Naam____________________________________
Handtekening______________________________ Handtekening

Veiligheidswerkinstructie

Het ontluchten van


binneninstallaties ! G25

1.

Documentnr. : G-08
Datum/versie: 15-5-2011
Blad
: 1 van 2

Doel.
Het veilig ontluchten van binneninstallaties ! G25.

2.

Toepassingsgebied.
Binneninstallatie van de klant ! G25.

3.

Aanwijzingen en opdrachtverstrekking.
!
!
!

4.

Voorwaarden.
!
!
!

5.

Uitvoering door minimaal VOP-meters.


Opdrachtverstrekking door minimaal WV netten, via werkplan of raamopdracht.
Mate van toezicht wordt door WV bepaald.

De werkplek is voldoende ruim, droog en verlicht.


De plaats van ontluchten wordt voldoende geventileerd.
Er worden geen (de)montage werkzaamheden aan de binneninstallatie uitgevoerd.

Risicos en maatregelen.
Risico:
Aanwezigheid van gas.
Maatregel: Ventileren, continu meten, zo nodig, samen met bewoner, werkplek verlaten
en melden aan WV.
Risico:
Persoonlijk letsel en verstikking.
Maatregel: Gebruik maken van PBMs en apparatuur.
Risico:

Aanwezigheid van bewoners en/of huisdieren in de directe omgeving van de


werkplek.
Maatregel: Afbakenen van de werkplek, bewoners manen de werkplek te verlaten.

Risico:
Overmatige gasconcentratie tijdens ontluchten in toestel (explosie).
Maatregel: Op juiste wijze ontluchten/ontsteken.

6.

Middelen en apparatuur
!
!

De vereiste PBMs: antistatische en vlamvertragende werkkleding,


veiligheidsschoeisel.
Gassignaleringsapparatuur met akoestisch en optisch signaal.

7.

Werkwijze.

7.1.

Voorbereiding.
!
!
!

Controleer of aan alle voorwaarden onder punt 4 en maatregelen onder punt 5 is


voldaan.
Controleer of het werkplan of raamopdracht overeenkomt met de situatie ter plekke.
Indien bij bovengenoemde controles afwijkingen worden geconstateerd, mag er niet
met de werkzaamheden worden gestart, maar dient contact te worden opgenomen
met de WV.
Voer Laatste Minuut Risico Analyse (LMRA) uit.

Opgesteld door:

Werkgroep VIAG-VWI

Procedure eigenaar:

Contactgroep Veiligheidsregelgeving

Goedgekeurd door:

Taakgroep Infrastructuur

Veiligheidswerkinstructie

Het ontluchten van


binneninstallaties ! G25
7.2.

Uitvoering.
!
!
!

!
!
7.3.

Geen.

Referentie.
!
!

10.

Registreer de benodigde gegevens.


Lever de uitgevoerde activiteiten op:
o Activiteiten via een werkplan: gereedmelding van het werkplan bij de WV.
o Activiteiten via een raamopdracht: oplevering conform de bedrijfsafspraken.
Laat de werkplek netjes en veilig achter.

Opmerkingen.
!

9.

Tref de noodzakelijke veiligheidsmaatregelen.


Ventileer de ruimte zoveel mogelijk en bewaak constant de aanwezige
gasconcentratie door middel van meting.
Ontlucht:
o door middel van een gaskomfoor.
o via de cv-ketel.
Controleer of de toestellen correct blijven werken.
Hef de noodzakelijke veiligheidsmaatregelen op.

Beindiging.
!
!

8.

Documentnr. : G-08
Datum/versie: 15-5-2011
Blad
: 2 van 2

VIAG.
VWI G-01 Het werken aan of nabij gasvoorzieningsystemen.

Bijlagen.
!

Geen.

Opgesteld door:

Werkgroep VIAG-VWI

Procedure eigenaar:

Contactgroep Veiligheidsregelgeving

Goedgekeurd door:

Taakgroep Infrastructuur

Veiligheidswerkinstructie
Documentnr. : G-09

Het plaatsen, verwisselen of verwijderen Datum/versie: 15-5-2011


Blad
: 1 van 3
van gasmeters HD of > G25 LD

1.

Doel.
Het veilig plaatsen, verwisselen of verwijderen van gasmeters HD of > G25 LD.

2.

Toepassingsgebied.
HD- en LD-gasvoorzieningsystemen.

3.

Aanwijzingen en opdrachtverstrekking.
!
!
!
!
!

4.

Voorwaarden.
!
!
!
!
!
!

!
!
!

5.

Uitvoering voor gasmeter LD door minimaal VP, met assistentie van minimaal
VOP.
Uitvoering voor gasmeter HD in stationsopstelling door minimaal AVP stations, met
assistentie van minimaal VOP.
Uitvoering voor gasmeter HD in separate opstelling door AVP netten, met assistentie
van minimaal VOP.
Opdrachtverstrekking door minimaal WV netten, via werkplan of raamopdracht.
Mate van toezicht wordt door WV bepaald.

De werkplek is voldoende ruim, droog en verlicht.


De werkplek wordt voldoende geventileerd.
De gasconcentratie wordt voortdurend gemeten en mag niet hoger zijn dan 10% LEL.
Er dient voor de aanvang van de werkzaamheden visuele controle van de
meteropstelling plaats te vinden.
Het werken aan een meteropstelling dient drukloos te gebeuren.
Indien bij deze activiteiten het gasdrukregel- en meetstation buiten bedrijf moet
worden gesteld, dan uitvoeren conform G-54 Het in en uit bedrijf nemen van
gasdrukregel- en meetstations.
Voorafgaande aan het verwijderen van de gasmeter dient, indien van toepassing een
elektrisch geleidende overbrugging tot stand te worden gebracht.
Er worden geen (de)montage werkzaamheden aan de binneninstallatie uitgevoerd.
Voorafgaand aan de werkzaamheden controleren of de grondafsluiter bereikbaar en
bedienbaar is.

Risicos en maatregelen.
Risico:
Aanwezigheid van gas.
Maatregel: Ventileren, continu meten, eventueel noodafdichting maken, zo nodig samen
met aanwezigen werkplek verlaten en melden aan WV.
Risico:
Persoonlijk letsel en verstikking.
Maatregel: Gebruik maken van PBMs en apparatuur.
Risico:

Aanwezigheid van aanwezigen en/of huisdieren in de directe omgeving van


de werkplek.
Maatregel: Afbakenen van de werkplek, bewoners manen de werkplek te verlaten.

Risico:
Vonkvorming door potentiaalverschil.
Maatregel: Elektrisch geleidende overbrugging aanbrengen.

Opgesteld door:

Werkgroep VIAG-VWI

Procedure eigenaar:

Contactgroep Veiligheidsregelgeving

Goedgekeurd door:

Taakgroep Infrastructuur

Veiligheidswerkinstructie
Documentnr. : G-09

Het plaatsen, verwisselen of verwijderen Datum/versie: 15-5-2011


Blad
: 2 van 3
van gasmeters HD of > G25 LD

6.

Middelen en apparatuur.
!
!
!
!
!

De vereiste PBMs: antistatische, gladde, afsluitende en vlamvertragende


werkkleding, veiligheidsschoeisel.
Gassignaleringsapparatuur met akoestisch en optisch signaal.
Elektrisch geleidende overbruggingskabel.
Til- of hijsapparatuur.
Brandblusser (klasse A/B/C) van minimaal 2 kg.

7.

Werkwijze.

7.1

Voorbereiding
!
!
!

!
7.2.

Controleer of aan alle voorwaarden onder punt 4 en maatregelen onder punt 5 is


voldaan.
Controleer of het werkplan of raamopdracht overeenkomt met de situatie ter plekke.
Indien bij bovengenoemde controles afwijkingen worden geconstateerd, mag er niet
met de werkzaamheden worden gestart, maar dient contact te worden opgenomen
met de WV. Dit geldt ook indien er fraude wordt geconstateerd.
Voer Laatste Minuut Risico Analyse (LMRA) uit.

Uitvoering.

7.2.1. Plaatsen gasmeter.


!
!
!

!
!
!
!

Tref de noodzakelijke veiligheidsmaatregelen.


Plaats gasmeter inclusief eventuele EVHI conform montagehandleiding van de
fabrikant.
Monteer bij toepassing van een datakabel van de gas- naar de e-meter deze volgens
instructie fabrikant. Indien de uitvoering niet middels een stekkerverbinding tot stand
kan worden gebracht, is tevens VWI E-69 Het plaatsen, verwisselen, verwijderen
van een elektriciteitsmeter/TF ! 3x80 A van toepassing.
Breng een tijdelijk afdichting aan op de uitlaatzijde van de meteropstelling als de
binneninstallatie niet door of namens de eigenaar in gebruik kan worden genomen.
Controleer de verbindingen van de meteropstelling op dichtheid.
Laat de binneninstallatie door of namens de eigenaar in bedrijf nemen.
Hef de genomen veiligheidsmaatregelen op.

7.2.2. Verwisselen gasmeter.


! Tref de noodzakelijke veiligheidsmaatregelen.
! Controleer gasmeternummer versus adres en overige administratieve gegevens.
! Demonteer, indien van toepassing, de datakabel van de gas- naar de e-meter deze
volgens instructie fabrikant. Indien de uitvoering niet middels een stekkerverbinding
tot stand is gebracht, dan geldt tevens VWI E-69 Het plaatsen, verwisselen,
verwijderen van een elektriciteitsmeter/TF ! 3x80 A.
! Sluit hoofdkraan en laat de binneninstallatie door of namens de eigenaar drukloos
maken.
! Breng, indien noodzakelijk, elektrisch geleidende overbrugging aan.
! Verwijder bestaande gasmeter inclusief eventuele EVHI.
! Controleer de hoofdkraan op lekkage en/of slecht afsluiten. Bij onvolkomenheden WV
waarschuwen.
! Plaats nieuwe gasmeter inclusief de eventuele EVHI conform montagehandleiding van
de fabrikant.
Opgesteld door:

Werkgroep VIAG-VWI

Procedure eigenaar:

Contactgroep Veiligheidsregelgeving

Goedgekeurd door:

Taakgroep Infrastructuur

Veiligheidswerkinstructie
Documentnr. : G-09

Het plaatsen, verwisselen of verwijderen Datum/versie: 15-5-2011


Blad
: 3 van 3
van gasmeters HD of > G25 LD
!
!
!
!

Laat de binneninstallatie door of namens de eigenaar in bedrijf nemen.


Breng een tijdelijk afdichting aan op de uitlaatzijde van de meteropstelling als de
binneninstallatie niet door of namens de eigenaar in gebruik kan worden genomen.
Controleer verbindingen van de meteropstelling op gasdichtheid.
Monteer bij toepassing van een datakabel van de gas- naar de e-meter deze volgens
instructie fabrikant. Indien de uitvoering niet middels een stekkerverbinding tot stand
kan worden gebracht, is tevens VWI E-69 Het plaatsen, verwisselen, verwijderen
van een elektriciteitsmeter/TF ! 3x80 A van toepassing.
Hef de genomen veiligheidsmaatregelen op.

7.2.3. Verwijderen gasmeter.


! Tref de noodzakelijke veiligheidsmaatregelen.
! Controleer gasmeternummer versus adres en overige administratieve gegevens.
! Demonteer, indien van toepassing, de datakabel van de gas- naar de e-meter volgens
instructie fabrikant. Indien de uitvoering niet middels een stekkerverbinding tot stand
is gebracht, dan geldt tevens VWI E-69 Het plaatsen, verwisselen, verwijderen van
een elektriciteitsmeter/TF ! 3x80 A.
! Sluit hoofdkraan en laat de binneninstallatie door of namens de eigenaar drukloos
maken.
! Breng, indien noodzakelijk, elektrisch geleidende overbrugging aan.
! Verwijder bestaande gasmeter inclusief eventuele EVHI.
! Controleer de hoofdkraan op lekkage en/of slecht afsluiten. Bij onvolkomenheden WV
waarschuwen.
! Breng in overeenstemming met de bedrijfsinstructies een definitieve afdichting aan
op de aansluitleiding en controleer deze op dichtheid.
! Plaats een afdichting op de aansluiting van de binneninstallatie.
! Hef de genomen veiligheidsmaatregelen op.
7.3.

Beindiging.
!
!

8.

Opmerkingen.
!

9.

Geen.

Referenties.
!
!
!
!
!
!

10.

Registreer de benodigde gegevens.


Lever de uitgevoerde activiteiten op:
o Activiteiten via een werkplan: gereedmelding van het werkplan bij de WV.
o Activiteiten via een raamopdracht: oplevering conform de bedrijfsafspraken.
Laat de werkplek netjes en veilig achter.

VIAG.
VWI G-01 Het werken aan of nabij gasvoorzieningsystemen.
VWI G-54 Het in en uit bedrijf nemen van gasdrukregel- en meetstations.
VWI E-69 Het plaatsen, verwisselen, verwijderen van een elektriciteitsmeter/TF
! 3x80 A.
Montagevoorschriften.
Bedieningshandleidingen.

Bijlagen.
!

Geen.

Opgesteld door:

Werkgroep VIAG-VWI

Procedure eigenaar:

Contactgroep Veiligheidsregelgeving

Goedgekeurd door:

Taakgroep Infrastructuur

Veiligheidswerkinstructie

Het repareren en onderhouden van


LD meteropstellingen ! G25, inclusief
hoofdkranen
1.

Documentnr. : G-10
Datum/versie: 15-5-2011
Blad
: 1 van 3

Doel.
Het veilig repareren en onderhouden van LD meteropstellingen ! G25, inclusief
hoofdkranen.

2.

Toepassingsgebied.
LD-gasvoorzieningsystemen.

3.

Aanwijzingen en opdrachtverstrekking.
!
!
!
!

4.

Voorwaarden.
!
!
!
!
!
!
!

!
!
!
!

5.

Uitvoering door minimaal een VP.


Uitvoering vervangen drukregelaars en B-kleppen door minimaal VOP meters, mits er
van rubberring of pakking verbindingen gebruik gemaakt wordt.
Opdrachtverstrekking door minimaal WV netten, via werkplan of raamopdracht.
Mate van toezicht wordt door de WV bepaald.

De werkplek is voldoende ruim, droog en verlicht.


De werkplek wordt voldoende geventileerd.
De actuele netsituatie is bekend en deze is ter plaatse beschikbaar.
De gasconcentratie wordt voortdurend gemeten en mag niet hoger zijn dan 10% LEL.
In geval van metalen leidingen dient, vr het verbreken van de leiding, een
elektrisch geleidende overbrugging te worden aangebracht.
Sluit ontstekingsbronnen zoveel mogelijk uit.
Bij het onder druk verwisselen van een hoofdkraan dient gebruik gemaakt te worden
van een zonder gasuitstroming te plaatsen tijdelijk afsluitmiddel (bv. kraanblaasje,
BOSTOP).
Wanneer het gebruik van een tijdelijk afsluitmiddel niet mogelijk is, dient de
aansluiting drukloos gemaakt te worden.
Als de aansluitingleiding een diameter > DN 50 heeft, moeten de werkzaamheden
drukloos worden uitgevoerd.
Wanneer er een grondafsluiter aanwezig is, dient deze te worden gesloten. Er mag
dan geen ander afsluitmiddel worden gebruikt.
Alle overige werkzaamheden aan een meteropstelling dienen altijd drukloos te
worden uitgevoerd.

Risicos en maatregelen.
Risico:
Ongecontroleerde uitstroming van gas.
Maatregel: Ventileren, continu meten, zo nodig werkplek verlaten en melden aan de WV.
Risico:
Persoonlijk letsel en verstikking.
Maatregel: Gebruik maken van PBMs en apparatuur.
Risico:

Aanwezigheid van omstanders en/of huisdieren in de directe omgeving van


de werkplek.
Maatregel: Afbakenen van de werkplek, omstanders manen de werkplek te verlaten.

Risico:
Vonkvorming door potentiaalverschil.
Maatregel: Elektrisch geleidende overbrugging aanbrengen.

Opgesteld door:

Werkgroep VIAG-VWI

Procedure eigenaar:

Contactgroep Veiligheidsregelgeving

Goedgekeurd door:

Taakgroep Infrastructuur

Veiligheidswerkinstructie

Het repareren en onderhouden van


LD meteropstellingen ! G25, inclusief
hoofdkranen
6.

Middelen en apparatuur.
!

!
!
!
!

De vereiste PBMs: antistatische, gladde, afsluitende en vlamvertragende


werkkleding, veiligheidsschoeisel, veiligheidsbril (bij onder druk verwisselen van de
hoofdkraan).
Gassignaleringapparatuur met akoestisch en optisch signaal.
Elektrisch geleidende overbruggingskabel.
Brandblusser (klasse A/B/C) van minimaal 2kg.
Tijdelijk afsluitmiddel (bijv. kraanblaas, BOSTOP).

7.

Werkwijze.

7.1.

Voorbereiding.
!
!
!
!

!
7.2.

Documentnr. : G-10
Datum/versie: 15-5-2011
Blad
: 2 van 3

Controleer of aan alle voorwaarden volgens punt 4 en de maatregelen volgens punt 5


is voldaan.
Controleer of het werkplan of raamopdracht overeenkomt met de situatie ter plekke.
Controleer of alle benodigde materialen aanwezig zijn.
Indien bij bovengenoemde controles afwijkingen worden geconstateerd, mag er niet
met de werkzaamheden worden gestart, maar dient contact te worden opgenomen
met de WV.
Voer Laatste Minuut Risico Analyse (LMRA) uit.

Uitvoering.
Plaatsen, verwisselen, verwijderen gasmeter.
! Zie VWI G-06 Het plaatsen, verwisselen of verwijderen van gasmeters ! G25.
Onder gasdruk wisselen hoofdkraan.
! Tref de noodzakelijke veiligheidsmaatregelen.
! Plaats het tijdelijk afsluitmiddel.
! Verwissel de hoofdkraan.
! Verwijder het tijdelijk afsluitmiddel.
! Controleer de verbindingen op dichtheid.
! Beproef, indien er werkzaamheden aan de meteropstelling zijn uitgevoerd, de
binneninstallatie en meteropstelling op dichtheid conform VWI G-07 Het beproeven
op dichtheid van binneninstallaties en meteropstellingen ! G25.
! Ontlucht de binneninstallatie conform VWI G-08 Het ontluchten van
binneninstallaties ! G25.
! Hef de genomen veiligheidsmaatregelen op.
Overige werkzaamheden aan meteropstelling.
! Tref de noodzakelijke veiligheidsmaatregelen.
! Maak de meteropstelling drukloos.
! Voer de noodzakelijke werkzaamheden uit.
! Maak de meteropstelling gasvoerend.
! Beproef de binneninstallatie en meteropstelling op dichtheid conform VWI G-07 Het
beproeven op dichtheid van binneninstallaties en meteropstellingen ! G25.
! Ontlucht de binneninstallatie conform VWI G-08 Het ontluchten van
binneninstallaties ! G25.
! Hef de getroffen veiligheidsmaatregelen op.

Opgesteld door:

Werkgroep VIAG-VWI

Procedure eigenaar:

Contactgroep Veiligheidsregelgeving

Goedgekeurd door:

Taakgroep Infrastructuur

Veiligheidswerkinstructie

Het repareren en onderhouden van


LD meteropstellingen ! G25, inclusief
hoofdkranen
7.3.

Beindiging.
!
!

8.

Geen.

Referenties.
!
!
!
!
!
!
!

10.

Registreer de benodigde gegevens.


Lever de uitgevoerde activiteiten op:
o Activiteiten via een werkplan: gereedmelding van het werkplan bij de WV.
o Activiteiten via een raamopdracht: oplevering conform de bedrijfsafspraken.
Laat de werkplek netjes en veilig achter.

Opmerkingen.
!

9.

Documentnr. : G-10
Datum/versie: 15-5-2011
Blad
: 3 van 3

VIAG.
VWI G-01 Het werken aan of nabij gasvoorzieningsystemen.
VWI G-06 Het plaatsen, verwisselen of verwijderen van gasmeters ! G25.
VWI G-07 Het beproeven op dichtheid van binneninstallaties en meteropstellingen
! G25.
VWI G-08 Het onluchten van binneninstallaties ! G25.
Montagevoorschriften.
Bedieningshandleidingen.

Bijlagen
!

Geen.

Opgesteld door:

Werkgroep VIAG-VWI

Procedure eigenaar:

Contactgroep Veiligheidsregelgeving

Goedgekeurd door:

Taakgroep Infrastructuur

3Veiligheidswerkinstructie

Het aansluiten en in bedrijf nemen


van LD-aansluitleidingen incl.
meteropstellingen

1.

Documentnr. : G-11
Datum/versie: 15-5-2011
Blad
: 1 van 3

Doel.
Het veilig aansluiten en in bedrijf nemen van LD-aansluitleidingen incl. meteropstellingen.

2.

Toepassingsgebied.
LD-gasvoorzieningsystemen.

3.

Aanwijzingen en opdrachtverstrekking.
!
!
!
!

4.

Voorwaarden.
!
!
!
!
!
!
!
!

5.

Uitvoering door minimaal VP aanleg, met assistentie van minimaal VOP.


Uitvoering inbouwingen door minimaal AVP LD-netten, met assistentie van minimaal
VOP-ondersteunend.
Opdrachtverstrekking door minimaal WV netten, via werkplan of raamopdracht.
Mate van toezicht wordt door WV bepaald.

De werkplek is voldoende ruim, droog en verlicht.


De werkplek wordt voldoende geventileerd.
De actuele netsituatie is bekend en deze is ter plaatse beschikbaar.
De gasconcentratie wordt voortdurend gemeten en mag niet hoger zijn dan 10% LEL.
De geveldoorvoering moet gasbelemmerend zijn uitgevoerd.
Het uitvoeren van grondwerkzaamheden conform VWI G-02 Het graven en dichten
van sleuven en werkputten.
Het ontluchten dient op een veilige plek plaats te vinden, zodat de veiligheid van
personeel, omstanders en goederen niet in gevaar komt.
Voor in bedrijfname van een LD-aansluitleiding moet er een sterkte- en
dichtheidsbeproeving uitgevoerd zijn conform VWI G-12 Het beproeven op sterkte
en
dichtheid van LD-aansluitleidingen. De rapportages hiervan moeten beschikbaar zijn.
Voor aanvullende bepalingen zie onder punt 8. Opmerkingen van deze VWI.

Risicos en maatregelen.
Risico:
Ongecontroleerde uitstroming van gas.
Maatregel: Ventileren, continu meten, zo nodig werkplek verlaten en melden aan de WV.
Risico:
Persoonlijk letsel en verstikking.
Maatregel: Gebruik maken van PBMs en apparatuur.
Risico:

Aanwezigheid van omstanders en/of dieren in de directe omgeving van de


werkplek.
Maatregel: Afbakenen van de werkplek, omstanders manen de werkplek te verlaten.
Risico:
Benvloeding van buitenaf, bijv. weersomstandigheden, verkeer.
Maatregel: Werkonderbreking, afzettingen conform Handboek 96b van de CROW.
Risico:
Brand en/of explosie.
Maatregel: Geen ontstekingsbronnen op of in de omgeving van de werkplek, werkplek
afbakenen d.m.v. verbodsborden Open vuur verboden.

Opgesteld door:

Werkgroep VIAG-VWI

Procedure eigenaar:

Contactgroep Veiligheidsregelgeving

Goedgekeurd door:

Taakgroep Infrastructuur

3Veiligheidswerkinstructie

Het aansluiten en in bedrijf nemen


van LD-aansluitleidingen incl.
meteropstellingen
6.

Middelen en apparatuur.
!

!
!

De vereiste PBMs: antistatische, gladde, afsluitende en vlamvertragende


werkkleding, veiligheidsschoeisel, reflecterende kleding (bij werkzaamheden langs de
weg).
Gassignaleringsapparatuur met akoestisch en optisch signaal.
Brandblusser (klasse A/B/C) van minimaal 6 kg.

7.

Werkwijze.

7.1.

Voorbereiding.
!
!
!

!
7.2.

!
!
!
!
!
!
!
!
!

Tref de noodzakelijke veiligheidsmaatregelen.


Leg de leiding en monteer de aansluiting op de hoofdleiding.
Beproef de aansluitleiding op sterkte en dichtheid conform VWI G-12 Het beproeven
op sterkte en dichtheid van LD-aansluitleidingen.
Voer de aanboring gasloos uit.
Maak vervolgens de leiding gasvoerend.
Zorg dat de gasmeteropstelling aan de uitlaatzijde gasdicht wordt afgestopt.
Beperk de beproeving tot het onder gasdruk zetten van de meteropstelling.
Controleer vervolgens de meteropstelling op dichtheid.
Ontlucht de aansluitleiding incl. meteropstelling conform VWI G-13 Het ontluchten
van LD-aansluitingen.
Beproef een aanwezige binnenleiding niet op dichtheid. De beproeving hiervan blijft
de verantwoordelijkheid van de installateur.
Zet daarom als netbeheerder geen gas op de installatie.
Hef de genomen veiligheidsmaatregelen op.

Beindiging.
!
!

!
!

8.

Controleer of aan alle voorwaarden volgens punt 4 en de maatregelen volgens punt 5


is voldaan.
Controleer of het werkplan of raamopdracht overeenkomt met de situatie ter plekke.
Indien bij bovengenoemde controles afwijkingen worden geconstateerd, mag er niet
met de werkzaamheden worden gestart, maar dient contact te worden opgenomen
met de WV.
Voer Laatste Minuut Risico Analyse (LMRA) uit.

Uitvoering.
!
!
!

7.3.

Documentnr. : G-11
Datum/versie: 15-5-2011
Blad
: 2 van 3

Registreer de benodigde gegevens.


Lever de uitgevoerde activiteiten op:
o Activiteiten via een werkplan: gereedmelding van het werkplan bij de WV.
o Activiteiten via een raamopdracht: oplevering conform de bedrijfsafspraken.
Laat bij het verlaten van de werkplek de aansluiting geblokkeerd en/of verzegeld
achter volgens bedrijfsinstructie.
Laat de werkplek netjes en veilig achter.

Opmerkingen.
Ten aanzien van de in de voorwaarden genoemde sterkte- en dichtheidsbeproeving is
aanvullend van toepassing op een aansluitleiding die tijdelijk uit bedrijf is genomen:
indien er werkzaamheden zijn verricht aan een leiding moet deze op dichtheid
worden beproefd.
indien een leiding langer dan 1 dag en korter dan 1 jaar uit bedrijf is geweest moet
deze op dichtheid worden beproefd.

Opgesteld door:

Werkgroep VIAG-VWI

Procedure eigenaar:

Contactgroep Veiligheidsregelgeving

Goedgekeurd door:

Taakgroep Infrastructuur

3Veiligheidswerkinstructie

Het aansluiten en in bedrijf nemen


van LD-aansluitleidingen incl.
meteropstellingen
-

9.

indien een leiding langer dan 1 jaar uit bedrijf is geweest moet deze op sterkte en
dichtheid worden beproefd.
een nieuw leidingdeel moet altijd op sterkte en dichtheid worden beproefd.

Referenties.
!
!
!
!
!
!
!
!
!

10.

Documentnr. : G-11
Datum/versie: 15-5-2011
Blad
: 3 van 3

VIAG.
NEN 7244-6.
VWI G-01 Het werken aan of nabij gasvoorzieningsystemen.
VWI G-02 Het graven en dichten van sleuven en werkputten.
VWI G-12 Het beproeven op sterkte en dichtheid van LD-aansluitleidingen.
VWI G-13 Het ontluchten van LD-aansluitleidingen.
Handboek 96b van de CROW.
Montagevoorschriften.
Bedieningshandleidingen.

Bijlagen.
!

Geen.

Opgesteld door:

Werkgroep VIAG-VWI

Procedure eigenaar:

Contactgroep Veiligheidsregelgeving

Goedgekeurd door:

Taakgroep Infrastructuur

Veiligheidswerkinstructie

Het beproeven op sterkte en dichtheid


van LD-aansluitleidingen

1.

Documentnr. : G-12
Datum/versie: 15-5-2011
Blad
: 1 van 4

Doel.
Het veilig beproeven op sterkte en dichtheid van LD-aansluitleidingen.

2.

Toepassingsgebied.
LD-gasvoorzieningsystemen.

3.

Aanwijzingen en opdrachtverstrekking.
!
!
!

4.

Voorwaarden.
!
!
!

!
!
!
!

!
!
!

5.

Uitvoering door minimaal VP aanleg, met assistentie van minimaal VOP.


Opdrachtverstrekking door minimaal WV netten, via werkplan of raamopdracht.
Mate van toezicht wordt door de WV bepaald.

De werkplek is voldoende ruim, droog en verlicht.


De actuele tekeningen zijn ter plaatse beschikbaar.
Een nieuw genstalleerde gasmeteropstelling of een gasmeteropstelling waaraan
werkzaamheden zijn verricht, moet, voordat deze in gebruik wordt genomen, worden
gecontroleerd op dichtheid conform VWI G-07 Het beproeven op dichtheid van
binneninstallaties en meteropstellingen ! G25.
Een nieuw aangelegde aansluitleiding moet op sterkte en dichtheid worden beproefd.
Een bestaande aansluitleiding, waaraan werkzaamheden zijn verricht, moet alleen op
dichtheid worden beproefd.
Na reparatie van een lekkage moet de gehele aansluitleiding vanaf de hoofdleiding op
dichtheid worden beproefd.
Tijdens de sterktebeproeving van de aansluitleiding en vervolgens het op dichtheid
beproeven, mogen zich alleen personen in de directe omgeving van de aansluitleiding
bevinden, die met de beproeving zijn belast. Deze personen dienen zich op een
veilige plaats op te stellen.
De meetapparatuur om de beproevingen uit te kunnen voeren, dient te voldoen aan
de in tabel 1 opgenomen eisen.
De dichtheidsbeproeving vindt direct voorafgaand aan de inbedrijfname plaats.
De wijze van dichtheidsbeproeving wordt door de WV vastgesteld.

Risicos en maatregelen.
Risico:
Persoonlijk letsel.
Maatregel: Gebruik maken van PBMs.
Risico:

Aanwezigheid van omstanders en/of dieren in de directe omgeving van de


werkplek.
Maatregel: Afbakenen van de werkplek, omstanders manen de werkplek te verlaten.
Risico:
Benvloeding van buitenaf, bijv. weersomstandigheden, verkeer.
Maatregel: Werkonderbreking, afzettingen conform Handboek 96b van de CROW.

6.

Middelen en apparatuur.
!
!

De vereiste PBMs: werkkleding, veiligheidsschoeisel, veiligheidsbril, reflecterende


kleding (bij werkzaamheden langs de weg).
Sterkte- en dichtheidsbeproevingsapparatuur.

Opgesteld door:

Werkgroep VIAG-VWI

Procedure eigenaar:

Contactgroep Veiligheidsregelgeving

Goedgekeurd door:

Taakgroep Infrastructuur

Veiligheidswerkinstructie

Het beproeven op sterkte en dichtheid


van LD-aansluitleidingen

7.

Werkwijze.

7.1.

Voorbereiding.
!
!
!

Documentnr. : G-12
Datum/versie: 15-5-2011
Blad
: 2 van 4

Controleer of aan alle voorwaarden volgens punt 4 en de maatregelen volgens punt 5


is voldaan.
Controleer of het werkplan of raamopdracht overeenkomt met de situatie ter plekke.
Indien bij bovengenoemde controles afwijkingen worden geconstateerd, mag er niet
met de werkzaamheden worden gestart, maar dient contact te worden opgenomen
met de WV.
Voer Laatste Minuut Risico Analyse (LMRA) uit.

7.2.

Uitvoering sterktebeproeving.
! Tref de noodzakelijke veiligheidsmaatregelen.
! Zorg dat de leiding tijdens de beproeving, om temperatuursinvloeden zoveel mogelijk
te voorkomen, voor minimaal 80% afgedekt is met grond.
! Beproef de aansluitleiding van het aftakpunt tot en met de hoofdkraan/afsluiter
gedurende ten minste 5 minuten op sterkte door middel van een drukmeetproef met
een druk van 1 bar.
! Zorg dat de hoofdkraan tijdens deze beproeving in gesloten stand staat of in
geopende stand en dan afgeblind is.
! Zorg dat de leiding, inclusief de hierin opgenomen hulpstukken en appendages, niet
kunnen vervormen, beschadigen of lek raken tijdens de beproeving.
! Controleer de verbindingen, die niet met een drukproef kunnen worden
gecontroleerd, separaat op dichtheid.
! Herhaal de sterktebeproeving vanuit de meterkast tot het aftakpunt, als er een niet
verklaarbare drukdaling plaatsvindt.

7.3.

Uitvoering dichtheidsbeproeving.
! Voer de dichtheidsbeproeving uit volgens de methode van overdrukmeting,
verschildrukmeting of visuele inspectie.
! Breng de leiding op de beproevingsdruk.
! Neem vervolgens een wachtperiode in acht om temperatuursverschillen te
vereffenen.
! Voer de beproeving uit volgens onderstaande tabel:

Deelnet
30 mbar
100/200 mbar

Beproevingsdruk aansluitleiding
Nieuw
Bestaand
100 mbar
40 mbar
200/300 mbar
200/300 mbar

Bepaal de leidinginhoud volgens tabel 2.


Bepaal vervolgens de daaraan gekoppelde beproevingsduur:
o Beproevingsduur bij leidinginhoud < 80 liter minimaal 5 minuten.
o Beproevingsduur bij leidinginhoud " 80 liter of " DN 100 conform VWI G-23
Het beproeven op dichtheid van LD-leidingen en HD-aansluitleidingen.
Beschouw een aansluitleiding bij overdrukmeting als lekdicht als de beproevingsdruk
constant blijft of tijdens de beproeving een verandering van de beproevingsdruk
volledig te verklaren is door temperatuursveranderingen en/of
luchtdrukveranderingen.
Ontlucht na de beproeving de aansluitleiding conform VWI G-13 Het ontluchten van
LD-aansluitleidingen.
Hef de genomen veiligheidsmaatregelen op.

!
!

!
!

Opgesteld door:

Werkgroep VIAG-VWI

Procedure eigenaar:

Contactgroep Veiligheidsregelgeving

Goedgekeurd door:

Taakgroep Infrastructuur

Veiligheidswerkinstructie
Documentnr. : G-12
Datum/versie: 15-5-2011
Blad
: 3 van 4

Het beproeven op sterkte en dichtheid


van LD-aansluitleidingen
7.4.

Beindiging werkzaamheden.
!
!

8.

Registreer de benodigde gegevens.


Lever de uitgevoerde activiteiten op:
o Activiteiten via een werkplan: gereedmelding van het werkplan bij de WV.
o Activiteiten via een raamopdracht: oplevering conform de bedrijfsafspraken.
Laat de werkplek netjes en veilig achter.

Opmerkingen.

Tabel 1: Eisen meetinstrument


Type meetinstrument: Precisie meetinstrument
Standaard meetbereik:

1,5 keer de beproevingsdruk

Nauwkeurigheids Klasse: Minimaal 0,25 % van het standaard meetbereik


Bedrijfsdruk gasnet
30/100 mbar

Testdruk Meettijd

Afleesnauw- Maximale
keurigheid
meetfout

Minimaal
meetbereik

Sterkte beproeving

1 bar

4 mbar

0-1,6 bar
0-400 mbar

5 min

Dichtheidbeproeving 200mbar inhoud ! 80l


5 min

inhoud > 80l


of > DN 90
6 uur
registrerend

1 mbar

4 mbar
1 mbar

Tabel 2: Inhoud leidingen


Inhoud in liters per meter leiding
Diameter in mm
PVC SDR 41

25

32

40

50

63

75

90

0,35

0,6

1,7

2,7

5,6

25

32

40

50

63

75

90

0,33

0,6

1,5

2,5

3,5

15

22

28

35

42

54

0,13

0,31

0,51

0,8

1,2

2,1

#"

1"

1$"

1%"

2"

76,1

88,9

0,37

0,58

1,4

2,2

3,8

5,3

Inhoud in liters/m
Diameter in mm

PE SDR 17,6

Inhoud in liters/m
Diameter in mm

Koper

Inhoud in liters/m
Diameter in mm

Staal

9.

Inhoud in liters/m

Referenties.
!
!
!
!
!
!
!
!
!

VIAG.
NEN 7244-6.
VWI G-01 Het werken aan of nabij gasvoorzieningsystemen.
VWI G-07 Het beproeven op dichtheid van binneninstallaties en meteropstellingen
! G25.
VWI G-13 Het ontluchten van LD-aansluitleidingen.
VWI G-23 Het beproeven op dichtheid van LD-leidingen en HD-aansluitleidingen.
Handboek 96b van de CROW.
Bedieningshandleidingen.
Montagevoorschriften.

Opgesteld door:

Werkgroep VIAG-VWI

Procedure eigenaar:

Contactgroep Veiligheidsregelgeving

Goedgekeurd door:

Taakgroep Infrastructuur

Veiligheidswerkinstructie

Het beproeven op sterkte en dichtheid


van LD-aansluitleidingen
10.

Documentnr. : G-12
Datum/versie: 15-5-2011
Blad
: 4 van 4

Bijlagen
!

Formulier opleverrapport.

Opgesteld door:

Werkgroep VIAG-VWI

Procedure eigenaar:

Contactgroep Veiligheidsregelgeving

Goedgekeurd door:

Taakgroep Infrastructuur

Rapport ten behoeve van het beproeven


op sterkte en dichtheid van LDaansluitleidingen

Documentnr. : G-12, bijlage1


Datum
: 15-5-2011
Blad
:1

Algemene gegevens:
Straat .

Huisnummer:Postcode..

Plaats:....
Naam aannemer:.

Naam monteur:..

Technische gegevens:
Manometer-type:, meetbereik:, klasse:, nummer:
Datalogger-type en merk:, Registrerend instrument nummer:.

Resultaten: Handmatige registratie


Algemeen

Datum

Tijdstip

Beproevings-

Atmosferische

Omgevings-

druk

druk

temperatuur

Beproevings-

Atmosferische

Omgevings-

druk

druk

temperatuur

Begin

Sterkte
beproeving

Eind
Verschil
Begin

Dichtheid
beproeving

Eind
Verschil

Resultaten: Datalogging (digitaal bijgevoegd)


Algemeen
Sterkte
beproeving
aansluitleiding
Dichtheid
beproeving

Datum

Tijdstip

Begin
Eind
Verschil
Begin
Eind

aansluitleiding

Verschil

Dichtheidstest

Uitgevoerd

meteropstelling

De geteste leiding voldoet wel / niet aan de gestelde eisen


Namens aannemer cq. netbeheerder

Geaccepteerd door opdrachtgever,

Naam:..

Naam:..

Datum: .

Datum:

Veiligheidswerkinstructie

Het ontluchten van LD-aansluitleidingen

1.

Documentnr. : G-13
Datum/versie: 15-5-2011
Blad
: 1 van 2

Doel.
Het veilig ontluchten van LD-aansluitleidingen.

2.

Toepassingsgebied.
LD-gasvoorzieningsystemen.

3.

Aanwijzingen en opdrachtverstrekking.
!
!
!

4.

Voorwaarden.
!
!
!
!
!
!

5.

Uitvoering door minimaal VP aanleg, met assistentie van minimaal VOP.


Opdrachtverstrekking door minimaal WV-netten, via werkplan of raamopdracht.
Mate van toezicht wordt door de WV bepaald.

De werkplek is voldoende ruim, droog en verlicht.


De werkplek wordt voldoende geventileerd.
De actuele tekeningen zijn ter plaatse beschikbaar.
De gasconcentratie wordt voortdurend gemeten en mag niet hoger zijn dan 10% LEL.
Het ontluchten dient op een veilig plek plaats te vinden, zodat de veiligheid van
personeel, omstanders en goederen niet in gevaar komt.
Het ontluchten is mogelijk via de binneninstallatie, waarbij gebruik gemaakt wordt van
een verbruikstoestel (bij voorkeur via het fornuis), of door gebruik te maken van een anti
statische slang.

Risicos en maatregelen.
Risico:
Ongecontroleerde uitstroming van gas.
Maatregel: Gastoevoer afsluiten. Indien dit niet mogelijk is werkplek verlaten en melden
aan de WV.
Risico:
Persoonlijk letsel en verstikking.
Maatregel: Gebruik maken van PBMs en apparatuur.
Risico:

Aanwezigheid van omstanders en/of dieren in de directe omgeving van de


werkplek.
Maatregel: Afbakenen van de werkplek, omstanders manen de werkplek te verlaten.
Risico:
Benvloeding van buitenaf, bijv. weersomstandigheden, verkeer.
Maatregel: Werkonderbreking, afzettingen conform Handboek 96b van de CROW.
Risico:
Brand en/of explosie.
Maatregel: Geen ontstekingsbronnen op of in de omgeving van de werkplek, werkplek
afbakenen d.m.v. verbodsborden Open vuur verboden.

6.

Middelen en apparatuur.
!

!
!
!

De vereiste PBMs: antistatische, gladde, afsluitende en vlamvertragende


werkkleding, veiligheidsschoeisel, reflecterende kleding (bij werkzaamheden langs de
weg).
Gassignaleringsapparatuur met akoestisch en optisch signaal.
Anti statische slang.
Brandblusser (klasse A/B/C) van minimaal 6 kg.

Opgesteld door:

Werkgroep VIAG-VWI

Procedure eigenaar:

Contactgroep Veiligheidsregelgeving

Goedgekeurd door:

Taakgroep Infrastructuur

Veiligheidswerkinstructie

Het ontluchten van LD-aansluitleidingen


7.

Werkwijze.

7.1.

Voorbereiding.
!
!
!

!
7.2.

!
!

Geen.

Referenties.
!
!
!
!
!
!

10.

Registreer de benodigde gegevens.


Lever de uitgevoerde activiteiten op:
o Activiteiten via een werkplan: gereedmelding van het werkplan bij de WV.
o Activiteiten via een raamopdracht: oplevering conform de bedrijfsafspraken.
Laat de werkplek netjes en veilig achter.

Opmerkingen.
!

9.

Tref de noodzakelijke veiligheidsmaatregelen.


Zet gasdruk op de aansluitleiding en zorg dat er aansluitend wordt ontlucht.
Houdt de uitmonding van de ontluchtingsslang onder continu toezicht.
Bepaal of de ontluchting voldoende:
o Bij inhoud aansluitleiding < 80 liter is voldoende ontlucht als bij het uiteinde van
de slang minimaal 10% LEL wordt gemeten.
o Bij inhoud aansluitleiding ! 80 liter de gasconcentratie bepalen d.m.v. een
gasconcentratiemeting conform VWI G-20 Het in en uit bedrijf nemen van LDleidingen, incl. eventueel duurzaam buiten bedrijf stellen.
Controleer na het ontluchten de gemonteerde verbindingen op dichtheid.
Hef de genomen veiligheidsmaatregelen op.

Beindiging.
!
!

8.

Controleer of aan alle voorwaarden volgens punt 4 en de maatregelen volgens punt 5


is voldaan.
Controleer of het werkplan of raamopdracht overeenkomt met de situatie ter plekke.
Indien bij bovengenoemde controles afwijkingen worden geconstateerd, mag er niet
met de werkzaamheden worden gestart, maar dient contact te worden opgenomen
met de WV.
Voer Laatste Minuut Risico Analyse (LMRA) uit.

Uitvoering.
!
!
!
!

7.3.

Documentnr. : G-13
Datum/versie: 15-5-2011
Blad
: 2 van 2

VIAG.
VWI G-01 Het werken aan of nabij gasvoorzieningsystemen.
VWI G-20 Het in en uit bedrijf nemen van LD-leidingen, incl. eventueel duurzaam
buiten bedrijf stellen.
Handboek 96b van de CROW.
Bedieningshandleidingen.
Montagevoorschriften.

Bijlagen.
!

Geen.

Opgesteld door:

Werkgroep VIAG-VWI

Procedure eigenaar:

Contactgroep Veiligheidsregelgeving

Goedgekeurd door:

Taakgroep Infrastructuur

eiligheidswerkinstructie

Het uitvoeren van werkzaamheden


aan bestaande LD-aansluitleidingen
incl. meteropstellingen

1.

Documentnr. : G-14
Datum/versie: 15-5-2011
Blad
: 1 van 3

Doel.
Het veilig uitvoeren van werkzaamheden aan bestaande LD-aansluitleidingen incl.
meteropstellingen.

2.

Toepassingsgebied.
LD-gasvoorzieningsystemen.

3.

Aanwijzingen en opdrachtverstrekking.
!
!
!

4.

Voorwaarden.
!
!
!
!
!
!

!
!
!

5.

Uitvoering door minimaal VP, met assistentie van minimaal VOP.


Opdrachtverstrekking door minimaal WV netten, via werkplan of raamopdracht.
Mate van toezicht wordt door de WV bepaald.

De werkplek is voldoende ruim, droog en verlicht.


De werkplek wordt voldoende geventileerd.
De actuele tekeningen zijn ter plaatse beschikbaar.
De gasconcentratie wordt voortdurend gemeten en mag niet hoger zijn dan 10% LEL.
Het uitvoeren van grondwerkzaamheden conform VWI G-02 Het graven en dichten
van sleuven en werkputten.
In kruipruimten en andere besloten ruimten mogen nooit werkzaamheden worden
uitgevoerd aan onder druk staande gasleidingen. Deze ruimten mogen niet betreden
worden als er meer dan 10% LEL gemeten is of bij zuurstofpercentage < 19%.
Bij werkzaamheden aan aansluitleidingen, waarbij vrij gasuitstroming plaats vindt,
dient altijd een werkplan opgesteld te worden.
Werkzaamheden aan aansluitleidingen met een diameter > DN 50, waarbij
onderbreking plaatsvindt, moeten altijd drukloos worden uitgevoerd.
Bij definitief uit bedrijf nemen van de aansluitleiding dient ook de binneninstallatie
drukloos te worden gemaakt.

Risicos en maatregelen.
Risico:
Ongecontroleerde uitstroming van gas.
Maatregel: Ventileren, continu meten, zo nodig werkplek verlaten en melden aan de WV.
Risico:
Persoonlijk letsel en verstikking.
Maatregel: Gebruik maken van PBMs en apparatuur.
Risico:

Aanwezigheid van omstanders en/of dieren in de directe omgeving van de


werkplek.
Maatregel: Afbakenen van de werkplek, omstanders manen de werkplek te verlaten.
Risico:
Benvloeding van buitenaf, bijv. weersomstandigheden, verkeer.
Maatregel: Werkonderbreking, afzettingen conform Handboek 96b van de CROW.
Risico:
Brand en/of explosie.
Maatregel: Geen ontstekingsbronnen op of in de omgeving van de werkplek, werkplek
afbakenen d.m.v. verbodsborden Open vuur verboden.
Risico:
Geopende toegang kruipruimte.
Maatregel: Afbakenen, mangatwacht.

Opgesteld door:

Werkgroep VIAG-VWI

Procedure eigenaar:

Contactgroep Veiligheidsregelgeving

Goedgekeurd door:

Taakgroep Infrastructuur

eiligheidswerkinstructie

Het uitvoeren van werkzaamheden


aan bestaande LD-aansluitleidingen
incl. meteropstellingen

Documentnr. : G-14
Datum/versie: 15-5-2011
Blad
: 2 van 3

Risico:
Betreden kruipruimte.
Maatregel: Meten en bewaken zuurstofconcentratie, gebruik maken van elektrische
arbeidsmiddelen welke toegestaan zijn voor werken in besloten ruimten.

6.

Middelen en apparatuur.
!

!
!
!
!

De vereiste PBMs: antistatische, gladde, afsluitende en vlamvertragende


werkkleding, veiligheidsschoeisel, stofbril, reflecterende kleding (bij werkzaamheden
langs de weg), brandvertragende hoofdbescherming (bij werken met vrije
gasuitstroming).
Gassignaleringsapparatuur met akoestisch en optisch signaal.
Gasdetectiemeter.
Zuurstofmeter (bij werkzaamheden in besloten ruimten).
Brandblusser (klasse A/B/C) van minimaal 6 kg.

7.

Werkwijze.

7.1.

Voorbereiding.
!
!
!

!
7.2.

Uitvoering.
!
!
!
!
!
!
!

!
!
7.3

Controleer of aan alle voorwaarden volgens punt 4 en de maatregelen volgens punt 5


is voldaan.
Controleer of het werkplan of raamopdracht overeenkomt met de situatie ter plekke.
Indien bij bovengenoemde controles afwijkingen worden geconstateerd, mag er niet
met de werkzaamheden worden gestart, maar dient contact te worden opgenomen
met de WV.
Voer Laatste Minuut Risico Analyse (LMRA) uit.

Tref de noodzakelijke veiligheidsmaatregelen.


Maak de aansluitleiding op de hoofdleiding drukloos. Indien hiervan afgeweken wordt
dient dit in een werkplan gemotiveerd te worden.
Voer de werkzaamheden uit.
Maak, indien van toepassing, de geveldoorvoering gasbelemmerend.
Beproef, bij weer in gebruik name, de aansluitleiding op sterkte en dichtheid conform
VWI G-12 Het beproeven op sterkte en dichtheid van LD-aansluitleidingen.
Maak vervolgens de leiding gasvoerend conform VWI G-13 Het ontluchten van LDaansluitleidingen.
Beproef bij werkzaamheden aan de meteropstelling vervolgens de binneninstallatie op
dichtheid conform VWI G-07 Het beproeven op dichtheid van binneninstallaties en
meteropstellingen ! G25.
Ontlucht zo nodig de binneninstallatie conform VWI G-08 Het ontluchten van
binneninstallaties ! G25.
Hef de genomen veiligheidsmaatregelen op.

Beindiging.
!
!

Registreer de benodigde gegevens.


Lever de uitgevoerde activiteiten op:
o Activiteiten via een werkplan: gereedmelding van het werkplan bij de WV.
o Activiteiten via een raamopdracht: oplevering conform de bedrijfsafspraken.
Laat de werkplek netjes en veilig achter.

Opgesteld door:

Werkgroep VIAG-VWI

Procedure eigenaar:

Contactgroep Veiligheidsregelgeving

Goedgekeurd door:

Taakgroep Infrastructuur

eiligheidswerkinstructie

Het uitvoeren van werkzaamheden


aan bestaande LD-aansluitleidingen
incl. meteropstellingen

8.

Opmerkingen.
!

9.

Geadviseerd wordt om bij werkzaamheden aan de meteropstelling ook voor aanvang


van de werkzaamheden de binneninstallatie op dichtheid te beproeven. Reden is om
vooraf vast te stellen of er mancos aan de binneninstallatie zijn en de verbruiker
hiervan in kennis te stellen. De verbruiker heeft zo gelegenheid zo spoedig mogelijk
passende maatregelen te treffen.

Referenties.
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!

10.

Documentnr. : G-14
Datum/versie: 15-5-2011
Blad
: 3 van 3

VIAG.
NEN 7244-6.
VWI G-01 Het werken aan of nabij gasvoorzieningsystemen.
VWI G-02 Het graven en dichten van sleuven en werkputten.
VWI G-07 Het beproeven op dichtheid van binneninstallaties en meteropstellingen
! G25.
VWI G-08 Het ontluchten van binneninstallaties ! G25.
VWI G-12 Het beproeven op sterkte en dichtheid van LD-aansluitleidingen.
VWI G-13 Het ontluchten van LD-aansluitleidingen.
Handboek 96b van de CROW.
Montagevoorschriften.
Bedieningshandleidingen.

Bijlagen.
!

Geen.

Opgesteld door:

Werkgroep VIAG-VWI

Procedure eigenaar:

Contactgroep Veiligheidsregelgeving

Goedgekeurd door:

Taakgroep Infrastructuur

Veiligheidswerkinstructie

Het aanleggen en in bedrijf nemen


van HD-aansluitleidingen

1.

Documentnr. : G-15
Datum/versie: 15-5-2011
Blad
: 1 van 3

Doel.
Het veilig aanleggen en in bedrijf nemen van HD-aansluitleidingen.

2.

Toepassingsgebied.
HD-gasvoorzieningsystemen.

3.

Aanwijzingen en opdrachtverstrekking.
!
!
!
!

4.

Voorwaarden.
!
!
!
!
!

5.

Uitvoering door minimaal AVP-netten, met assistentie van minimaal


VOP.
Opdrachtverstrekking door minimaal WV netten, via werkplan.
Mate van toezicht tijdens werkzaamheden aan het gasvoerende HD-net door de WV
voortdurend.
Mate van toezicht overige werkzaamheden wordt door de WV bepaald.

De werkplek is voldoende ruim, droog en verlicht.


De werkplek wordt voldoende geventileerd.
De actuele netsituatie is aan de hand van tekeningen bekend en deze zijn ter plaatse
beschikbaar.
De gasconcentratie wordt voortdurend gemeten en mag niet hoger zijn dan 10% LEL.
Het uitvoeren van grondwerkzaamheden conform VWI G-02 Het graven en dichten
van sleuven en werkputten.

Risicos en maatregelen.
Risico:
Ongecontroleerde uitstroming van gas.
Maatregel: Ventileren, continu meten, zo nodig werkplek verlaten en melden aan de WV.
Risico:
Persoonlijk letsel en verstikking.
Maatregel: Gebruik maken van PBMs en apparatuur.
Risico:

Aanwezigheid van omstanders en/of dieren in de directe omgeving van de


werkplek.
Maatregel: Afbakenen van de werkplek, omstanders manen de werkplek te verlaten.
Risico:
Benvloeding van buitenaf, bijv. weersomstandigheden, verkeer.
Maatregel: Werkonderbreking, afzettingen conform Handboek 96b van de CROW.
Risico:
Brand en/of explosie.
Maatregel: Geen ontstekingsbronnen op of in de omgeving van de werkplek, werkplek
afbakenen d.m.v. verbodsborden Open vuur verboden.

6.

Middelen en apparatuur.
!

!
!

De vereiste PBMs: antistatische, gladde, afsluitende en vlamvertragende


werkkleding, veiligheidsschoeisel, reflecterende kleding (bij werkzaamheden langs de
weg).
Gassignaleringsapparatuur met akoestisch en optisch signaal.
Brandblusser (klasse A/B/C) van minimaal 6 kg.

Opgesteld door:

Werkgroep VIAG-VWI

Procedure eigenaar:

Contactgroep Veiligheidsregelgeving

Goedgekeurd door:

Taakgroep Infrastructuur

Veiligheidswerkinstructie

Het aanleggen en in bedrijf nemen


van HD-aansluitleidingen
7.

Werkwijze.

7.1.

Voorbereiding.
!
!
!

!
7.2.

!
!

!
!
!
!
!
!

Tref de noodzakelijke veiligheidsmaatregelen.


Maak de verbinding op het gasvoerende HD-net conform VWI G-28 Het lassen op PE
in bestaande HD- en LD-netten of VWI G-29 Het lassen op staal in bestaande HDen LD-netten. Wordt de verbinding gemaakt door middel van een inbouwing dan
geschiedt dit conform de VWI G-30 Het uitvoeren van werkzaamheden aan metalen
HD- en LD-leidingen, waarbij vonkvorming kan ontstaan.
Beproef de gemaakte verbinding op sterkte en dichtheid conform VWI G-22 Het
beproeven op sterkte van HD- en LD-leidingen, incl. HD-aansluitleidingen en
VWI G-23 Het beproeven op dichtheid van HD- en LD-leidingen, incl. HDaansluitleidingen.
Leg de HD-aansluitleiding.
Beproef de HD-aansluitleiding op sterkte en dichtheid conform VWI G-22 Het
beproeven op sterkte van HD- en LD-leidingen, incl. HD-aansluitleidingen en
VWI G-23 Het beproeven op dichtheid van HD- en LD-leidingen, incl. HDaansluitleidingen.
Sluit de aansluitleiding aan op de gemaakte verbinding op het gasvoerende HD-net.
Controleer bij een stalen aansluitleiding de bekleding conform VWI G-31 Het
controleren van bekleding van HD- en LD-leidingen.
Sluit de aansluitleiding aan op het afleverstation conform de bedrijfsinstructies.
Ontlucht de leiding conform VWI G-21 Het in en uit bedrijf nemen van HD-leidingen,
incl. eventueel duurzaam buiten bedrijf stellen.
Neem het afleverstation in gebruik conform VWI G-54 Het in en uit bedrijf nemen
van gasdrukregel- en meetstations.
Hef de genomen veiligheidsmaatregelen op.

Beindiging.
!
!
!

8.

Controleer of aan alle voorwaarden volgens punt 4 en de maatregelen volgens punt 5


is voldaan.
Controleer of het werkplan overeenkomt met de situatie ter plekke.
Indien bij bovengenoemde controles afwijkingen worden geconstateerd, mag er niet
met de werkzaamheden worden gestart, maar dient contact te worden opgenomen
met de WV.
Voer Laatste Minuut Risico Analyse (LMRA) uit.

Uitvoering.
!
!

7.3.

Documentnr. : G-15
Datum/versie: 15-5-2011
Blad
: 2 van 3

Registreer de benodigde gegevens.


Lever de uitgevoerde activiteiten op en meldt het werkplan gereed bij de WV.
Laat de werkplek netjes en veilig achter.

Opmerkingen.
!

Geen.

Opgesteld door:

Werkgroep VIAG-VWI

Procedure eigenaar:

Contactgroep Veiligheidsregelgeving

Goedgekeurd door:

Taakgroep Infrastructuur

Veiligheidswerkinstructie

Het aanleggen en in bedrijf nemen


van HD-aansluitleidingen

9.

Referenties.
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!

10.

Documentnr. : G-15
Datum/versie: 15-5-2011
Blad
: 3 van 3

VIAG.
NEN 7244-6.
VWI G-01 Het werken aan of nabij gasvoorzieningsystemen.
VWI G-02 Het graven en dichten van sleuven en werkputten.
VWI G-21 Het in en uit bedrijf nemen van HD-leidingen, incl. eventueel duurzaam
buiten bedrijf stellen.
VWI G-22 Het beproeven op sterkte van HD- en LD-leidingen, incl.
HD-aansluitleidingen.
VWI G-23 Het beproeven op dichtheid van HD- en LD-leidingen, incl.
HD-aansluitleidingen.
VWI G-28 Het lassen op PE in bestaande HD- en LD-netten.
VWI G-29 Het lassen op staal in bestaande HD- en LD-netten.
VWI G-30 Het uitvoeren van werkzaamheden aan metalen HD- en LD-leidingen,
waarbij vonkvorming kan ontstaan.
VWI G-31 Het controleren van bekleding van HD- en LD-leidingen.
VWI G-54 Het in en uit bedrijf nemen van gasdrukregel- en meetstations.
Handboek 96b van de CROW.
Montagevoorschriften.
Bedieningshandleidingen.

Bijlagen.
!

Geen.

Opgesteld door:

Werkgroep VIAG-VWI

Procedure eigenaar:

Contactgroep Veiligheidsregelgeving

Goedgekeurd door:

Taakgroep Infrastructuur

Veiligheidswerkinstructie

Het werken aan gaszadels en aftakkingen Documentnr. : G-16


Datum/versie: 15-5-2011
onder druk in LD-netten
Blad
: 1 van 3
(met gasuitstroming)

1.

Doel.
Het veilig werken aan gaszadels en aftakkingen onder druk in LD-netten (met
gasuitstroming).

2.

Toepassingsgebied.
LD-gasvoorzieningsystemen.

3.

Aanwijzingen en opdrachtverstrekking.
!
!
!

4.

Voorwaarden.
!
!
!
!

!
!
!

!
!
!
!

5.

Uitvoering door minimaal VP, met assistentie van minimaal


VOP.
Opdrachtverstrekking door minimaal WV netten, via werkplan.
Mate van toezicht voortdurend, de WV bepaalt wie toezicht houdt (moet minimaal
AVP LD-netten zijn).

De werkplek is voldoende ruim, droog en verlicht.


De werkplek wordt voldoende geventileerd.
De actuele tekeningen zijn ter plaatse beschikbaar.
De gasconcentratie wordt voortdurend op maaiveldhoogte en benedenwinds gemeten
en mag niet hoger zijn dan 10% LEL. Houdt hierbij rekening met wisselende
windrichtingen.
Bij het plaatsen en verwijderen van gaszadels moet er vanuit worden gegaan dat er
kortstondig werkzaamheden in de gevarenzone (>10% LEL) onder in de werkput
worden verricht.
Waar redelijkerwijs de werkzaamheden zonder gasuitstroming plaats kunnen vinden,
moeten deze gasloos uitgevoerd worden.
Het is niet toegestaan om PE laszadels onder druk te verwisselen.
Tijdens uitvoering van de werkzaamheden mag niet meer dan n persoon in de
werkput aanwezig zijn, de VOP-ondersteunend dient van buiten de werkput
assistentie te verlenen.
De werkzaamheden moeten zodanig zijn voorbereid, door het binnen handbereik
gereed hebben van afdichtingsstoppen en hulpstukken, zodat de tijd van vrije
uitstroming zoveel mogelijk wordt beperkt.
Het uitvoeren van grondwerkzaamheden conform VWI G-02 Het graven en dichten
van sleuven en werkputten.
Met gaszadels worden zowel blaasgat-, aanboor- als aansluitzadels bedoeld, die
bestemd zijn voor gasaansluitingen met een aanboring ! 50 mm.
Aftakkingen, als in deze veiligheidswerkinstructie bedoeld, zijn constructies, zoals
stalen T-stukken, knien, bochten e.d., vergelijkbaar met gaszadels.
Deze veiligheidswerkinstructie is niet van toepassing voor AC-leidingen. Het onder
druk verwisselen van gaszadels en aftakkingen gemonteerd op AC-leidingen, waarbij
gasuitstroming kan plaatsvinden, mag nooit worden uitgevoerd.

Risicos en maatregelen.
Risico:
Ongecontroleerde uitstroming van gas.
Maatregel: Ventileren, continu meten, zo nodig werkplek verlaten.
Risico:
Persoonlijk letsel en verstikking.
Maatregel: Gebruik maken van PBMs en apparatuur.

Opgesteld door:

Werkgroep VIAG-VWI

Procedure eigenaar:

Contactgroep Veiligheidsregelgeving

Goedgekeurd door:

Taakgroep Infrastructuur

Veiligheidswerkinstructie

Het werken aan gaszadels en aftakkingen Documentnr. : G-16


Datum/versie: 15-5-2011
onder druk in LD-netten
Blad
: 2 van 3
(met gasuitstroming)
Risico:

Aanwezigheid van omstanders en/of dieren in de directe omgeving van de


werkplek.
Maatregel: Afbakenen van de werkplek, omstanders manen de werkplek te verlaten.
Risico:
Benvloeding van buitenaf, bijv. weersomstandigheden, verkeer.
Maatregel: Werkonderbreking, afzettingen conform Handboek 96b van de CROW.
Risico:
Blokkering vluchtwegen.
Maatregel: Vluchtwegen vrij houden van obstakels.
Risico:
Brand en/of explosie.
Maatregel: Geen ontstekingsbronnen op of in de omgeving van de werkplek, werkplek
afbakenen d.m.v. verbodsborden Open vuur verboden.

6.

Middelen en apparatuur.
!

!
!
!
!

7.
7.1.

Werkwijze.
Voorbereiding.
!
!
!

!
7.2.

De vereiste PBMs: antistatische, gladde, afsluitende en vlamvertragende


werkkleding, veiligheidsschoeisel, veiligheidsbril, reflecterende kleding (bij
werkzaamheden langs de weg), brandvertragende hoofdbescherming.
Gassignaleringsapparatuur met akoestisch en optisch signaal.
Gasdetectiemeter.
Zuurstofmeter.
Brandblusser (klasse A/B/C) van minimaal 6 kg.

Controleer of aan alle voorwaarden volgens punt 4 en de maatregelen volgens punt 5


is voldaan.
Controleer of het werkplan of raamopdracht overeenkomt met de situatie ter plekke.
Indien bij bovengenoemde controles afwijkingen worden geconstateerd, mag er niet
met de werkzaamheden worden gestart, maar dient contact te worden opgenomen
met de WV.
Voer Laatste Minuut Risico Analyse (LMRA) uit.

Uitvoering.
!
!
!

!
!
!
!

Tref de noodzakelijke veiligheidsmaatregelen.


Sluit, voordat een aansluitzadel of aftakking vervangen wordt, de hoofdkraan voor de
gasmeter.
Vervang het zadel of aftakking, waarbij het uitstromen van gas zo veel mogelijk
voorkomen moet worden door, waar mogelijk, gebruik te maken van een afsluitplug
of een vergelijkbaar afsluithulpstuk.
Controleer de aansluitleiding op dichtheid conform VWI G-12 Het beproeven op
sterkte en dichtheid van LD-aansluitleidingen.
Sluit de aansluitleiding aan op het zadel of aftakking, verwijder de afsluitplug en
controleer de laatst gemaakte verbindingen op dichtheid.
Ontlucht de aansluitleiding conform VWI G-13 Het ontluchten van LDaansluitleidingen.
Hef de genomen veiligheidsmaatregelen op.

Opgesteld door:

Werkgroep VIAG-VWI

Procedure eigenaar:

Contactgroep Veiligheidsregelgeving

Goedgekeurd door:

Taakgroep Infrastructuur

Veiligheidswerkinstructie

Het werken aan gaszadels en aftakkingen Documentnr. : G-16


Datum/versie: 15-5-2011
onder druk in LD-netten
Blad
: 3 van 3
(met gasuitstroming)

7.3.

Beindiging.
!
!

8.

Opmerkingen.
!

9.

Geen.

Referenties.
!
!
!
!
!
!
!
!

10.

Registreer de benodigde gegevens.


Lever de uitgevoerde activiteiten op:
o Activiteiten via een werkplan: gereedmelding van het werkplan bij de WV.
o Activiteiten via een raamopdracht: oplevering conform de bedrijfsafspraken.
Laat de werkplek netjes en veilig achter.

VIAG.
VWI G-01 Het werken aan of nabij gasvoorzieningsystemen.
VWI G-02 Het graven en dichten van sleuven en werkputten.
VWI G-12 Het beproeven op sterkte en dichtheid van LD-aansluitleidingen.
VWI G-13 Het ontluchten van LD-aansluitleidingen.
Handboek 96b van de CROW.
Montagevoorschriften.
Bedieningshandleidingen.

Bijlagen.
!

Geen.

Opgesteld door:

Werkgroep VIAG-VWI

Procedure eigenaar:

Contactgroep Veiligheidsregelgeving

Goedgekeurd door:

Taakgroep Infrastructuur

Veiligheidswerkinstructie

Het in en uit bedrijf nemen


van LD-leidingen, incl. eventueel
duurzaam buiten bedrijf stellen
1.

Documentnr. : G-20
Datum/versie: 15-5-2011
Blad
: 1 van 4

Doel.
Het veilig in en uit bedrijf nemen van LD-leidingen, inclusief eventueel duurzaam buiten
bedrijf stellen.

2.

Toepassingsgebied.
LD-gasvoorzieningsystemen.

3.

Aanwijzingen en opdrachtverstrekking.
!
!
!
!
!

4.

Uitvoering door minimaal AVP LD-netten, met assistentie van minimaal


VOP.
Opdrachtverstrekking door minimaal WV netten, via werkplan.
Mate van toezicht bij affakkelen, ontluchten of afblazen > DN 150 door de WV
voortdurend.
Mate van toezicht bij affakkelen, ontluchten of afblazen ! DN 150 door minimaal AVP
LD-netten.
Mate van toezicht overige werkzaamheden wordt door de WV bepaald.

Voorwaarden.
!
!
!
!
!
!
!
!

!
!

De werkplek is voldoende ruim, droog en verlicht.


De werkplek wordt voldoende geventileerd.
De actuele netsituatie is aan de hand van tekeningen bekend en deze zijn ter plaatse
beschikbaar.
De gasconcentratie wordt voortdurend gemeten en mag niet hoger zijn dan 10% LEL.
Voor uitvoering van deze werkzaamheden dient een bedieningsplan opgesteld te zijn.
Het uitvoeren van grondwerkzaamheden conform VWI G-02 Het graven en dichten
van sleuven en werkputten.
Daar waar bekend is dat in het verleden aardgascondensaat aangetroffen werd, dient
nu gewerkt te worden conform VWI G-47 Het werken met aardgascondensaat.
Daar waar niet bekend is dat er aardgascondensaat aanwezig is, moet men wel
bedacht blijven op het risico dat er aardgascondensaat aangetroffen kan worden.
Indien tijdens de werkzaamheden vocht aangetroffen wordt, dient als volgt gehandeld
te worden: Indien er vocht wordt aangetroffen, behandel dit dan als condensaat,
tenzij duidelijk is dan het gaat om inwaterende lekkage.
Voor in bedrijfname moet er een sterkte- en dichtheidsbeproeving uitgevoerd zijn
conform VWI G-22 Het beproeven op sterkte van HD- en LD-leidingen, incl. HDaansluitleidingen en VWI G-23 Het beproeven op dichtheid van HD- en LDleidingen, incl. HD-aansluitleidingen. De rapportages hiervan moeten beschikbaar
zijn. Voor aanvullende bepalingen zie onder punt 8. Opmerkingen van deze VWI.
Bij in bedrijfname van een leidingsysteem, welke bestaat uit 3 of meer uiteinden
en/of een ring of kunstwerken, dient in het werkplan een ontluchtingsplan te zijn
opgenomen.
Voor het gecontroleerd ontluchten, affakkelen of afblazen moet gebruik gemaakt
worden van een metalen buis of een anti statische slang. Deze moet in een stabiele
opstelling geplaatst zijn met een uitmonding op min. 2,50 mtr. boven het maaiveld
met een ontstekingsvoorziening en tevens voorzien zijn van een afsluit mogelijkheid.
Het ontluchten, affakkelen of afblazen dient op een veilige plek plaats te vinden,
zodat de veiligheid van personeel, omstanders en goederen niet in gevaar komt.
Bij te verwachten overlast, als open vuur, gaslucht en/of geluid, dient in het werkplan
aandacht te worden geschonken aan in- en externe informatievoorziening (bijv.
omwonenden, politie, brandweer en/of storingsmeldpost).

Opgesteld door:

Werkgroep VIAG-VWI

Procedure eigenaar:

Contactgroep Veiligheidsregelgeving

Goedgekeurd door:

Taakgroep Infrastructuur

Veiligheidswerkinstructie

Het in en uit bedrijf nemen


van LD-leidingen, incl. eventueel
duurzaam buiten bedrijf stellen
5.

Documentnr. : G-20
Datum/versie: 15-5-2011
Blad
: 2 van 4

Risicos en maatregelen.
Risico:
Ongecontroleerde uitstroming van gas.
Maatregel: Ventileren, continu meten, zo nodig werkplek verlaten en/of melden aan WV.
Risico:
Persoonlijk letsel en verstikking.
Maatregel: Gebruik maken van PBMs en apparatuur.
Risico:

Aanwezigheid van omstanders en/of dieren in de directe omgeving van de


werkplek.
Maatregel: Afbakenen van de werkplek, omstanders manen de werkplek te verlaten.

Risico:
Benvloeding van buitenaf, bijv. weersomstandigheden, verkeer.
Maatregel: Werkonderbreking, afzettingen conform Handboek 96b van de CROW.
Risico:
Brand en/of explosie.
Maatregel: Geen ontstekingsbronnen op of in de omgeving van de werkplek, werkplek
afbakenen d.m.v. verbodsborden Open vuur verboden.

6.

Middelen en apparatuur.
!

!
!
!

De vereiste PBMs: antistatische, gladde, afsluitende en vlamvertragende


werkkleding, veiligheidsschoeisel, reflecterende kleding (bij werkzaamheden langs de
weg).
Gassignaleringsapparatuur met akoestisch en optisch signaal.
Gasconcentratiemeter, 100% aardgas.
Brandblusser (klasse A/B/C) van minimaal 6 kg.

7.

Werkwijze.

7.1

Voorbereiding.
!
!
!

!
7.2.

Controleer of aan alle voorwaarden onder punt 4 en maatregelen volgens punt 5 is


voldaan.
Controleer of het werkplan overeenkomt met de situatie ter plekke.
Indien bij bovengenoemde controles afwijkingen worden geconstateerd, mag er niet
met de werkzaamheden worden gestart, maar dient contact te worden opgenomen
met de WV.
Voer Laatste Minuut Risico Analyse (LMRA) uit.

Uitvoering.

7.2.1. In bedrijf nemen.


!
!
!
!
!
!
!

Tref de noodzakelijke veiligheidsmaatregelen.


Controleer, indien de leiding onder beproevingsdruk is achtergelaten, of de leiding
nog op deze druk staat.
Controleer vervolgens of het leidingdeel gereed is om in gebruik te nemen.
Zorg dat de leiding drukloos wordt.
Sluit de afblaasinstallatie aan.
Vraag bij het meldpunt toestemming om de op handen zijnde bedieningshandelingen
in het bestaande netdeel te mogen uitvoeren.
Voer de bedieningshandelingen uit en maak de doorverbinding met het nieuwe
netdeel, eventueel met toepassing van een bypass ten behoeve van het
gecontroleerd op druk brengen van het nieuwe netdeel.

Opgesteld door:

Werkgroep VIAG-VWI

Procedure eigenaar:

Contactgroep Veiligheidsregelgeving

Goedgekeurd door:

Taakgroep Infrastructuur

Veiligheidswerkinstructie

Het in en uit bedrijf nemen


van LD-leidingen, incl. eventueel
duurzaam buiten bedrijf stellen
!

!
!
!
!
!
!

Documentnr. : G-20
Datum/versie: 15-5-2011
Blad
: 3 van 4

Verwijder door ontluchten de in de leiding aanwezige lucht door een ononderbroken


gasstroom, die aan het begin van de leiding wordt ingelaten en aan het einde van de
leiding wordt afgeblazen (afblaaspunt).
Constateer, met behulp van een gasconcentratiemeter, dat het uitstromende gas vrij
is van lucht.
Onderbreek, nadat 100% aardgas is geconstateerd, de gasstroom gedurende enige
tijd, min. 5 minuten.
Breng de gasstroom weer op gang; nadat opnieuw 100% aardgas is geconstateerd, is
het ontluchten gereed.
Neem het netdeel in bedrijf door de resterende bedieningshandelingen uit te voeren.
Informeer het meldpunt over de uitgevoerde werkzaamheden.
Hef de getroffen veiligheidsmaatregelen op.

7.2.2. Uit bedrijf nemen (drukloos).


! Tref de noodzakelijke veiligheidsmaatregelen.
! Controleer of het uit bedrijf te nemen netdeel het juiste is conform tekeningen, en
bepaal de methode van uit bedrijf nemen: affakkelen of afblazen.
! Sluit de affakkel / afblaasinstallatie aan.
! Vraag bij het meldpunt toestemming om de op handen zijnde bedieningshandelingen
te mogen uitvoeren.
! Voer de bedieningshandelingen uit en koppel hierdoor het uit bedrijf te nemen
leidingdeel los van het in bedrijf blijvende netdeel.
! Maak de leiding drukloos door affakkelen of afblazen.
! Controleer na het drukloos maken of er geen druk opbouw plaatsvindt of kan
plaatsvinden.
! Plaats deugdelijke afsluitmiddelen op de drukloze, losgekoppelde leidingeinden.
! Informeer het meldpunt over de uitgevoerde werkzaamheden.
! Hef de genomen veiligheidsmaatregelen op.
7.2.3. Gasloos maken van een uit bedrijf genomen leiding.
! Maak de leiding drukloos conform 7.2.2; het leidingdeel is nu gas gevuld maar
drukloos.
! Verdrijf, met behulp van lucht of een inert gas, het aardgas uit het gasloos te maken
leidingdeel bijvoorbeeld door airmoven.
! Meet met behulp van de gasconcentratiemeter de gasconcentratie bij het afblaaspunt,
bij een gasconcentratie van ! 10% LEL is de leiding gasloos.
! Plaats deugdelijke afsluitmiddelen op de gasloze, losgekoppelde leidingeinden.
! Hef de genomen veiligheidsmaatregelen op.
7.3.

Beindiging.
!
!
!

8.

Registreer de benodigde gegevens.


Lever de uitgevoerde activiteiten op en meld het werkplan gereed bij de WV.
Laat de werkplek netjes en veilig achter.

Opmerkingen.
Als de leiding in eigendom blijft bij de netbeheerder moet deze leiding daar geregistreerd
blijven als zijnde buiten bedrijf gesteld. Anders de leiding overdragen aan de nieuwe
eigenaar.

Opgesteld door:

Werkgroep VIAG-VWI

Procedure eigenaar:

Contactgroep Veiligheidsregelgeving

Goedgekeurd door:

Taakgroep Infrastructuur

Veiligheidswerkinstructie

Het in en uit bedrijf nemen


van LD-leidingen, incl. eventueel
duurzaam buiten bedrijf stellen

Documentnr. : G-20
Datum/versie: 15-5-2011
Blad
: 4 van 4

Ten aanzien van de in de voorwaarden genoemde sterkte- en dichtheidsbeproeving is


aanvullend van toepassing:
- Bij een leidingdeel dat maximaal 1 werkdag uit bedrijf is genomen:
! en er zijn geen werkzaamheden aan de leiding verricht en er zijn geen
verbindingen ontgraven: geen beproeving noodzakelijk.
! en er zijn wel werkzaamheden aan deze leiding verricht of verbindingen
vrijgegraven: wel een dichtheidsbeproeving met de visuele inspectie
methode noodzakelijk.
! en er zijn plaatselijk wel werkzaamheden uitgevoerd (bv. bij een storing of
inbouw T-stuk): alleen een dichtheidsbeproeving met de visuele inspectie
methode noodzakelijk voor wat betreft de gemaakte c.q. gerepareerde
verbindingen.
- Bij een leidingdeel dat 1 t/m 5 werkdagen uit bedrijf is genomen moet door de
(O)IV bepaald worden of deze op dichtheid moet worden beproefd.
- Bij een leidingdeel dat langer dan 5 werkdagen en korter dan een jaar uit bedrijf is
geweest moet op dichtheid worden beproefd.
- Bij een leidingdeel dat langer dan 1 jaar uit bedrijf is geweest moet op sterkte en
dichtheid worden beproefd.
- Bij een nieuw leidingdeel moet op sterkte en dichtheid worden beproefd.

9.

Referenties.
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!

10.

VIAG.
NEN 7244-7.
VWI G-01 Het werken aan of nabij gasvoorzieningsystemen.
VWI G-02 Het graven en dichten van sleuven en werkputten.
VWI G-22 Het beproeven op sterkte van HD- en LD-leidingen, incl.
HD-aansluitleidingen.
VWI G-23 Het beproeven op dichtheid van HD- en LD-leidingen, incl.
HD-aansluitleidingen.
VWI G-47 Het werken met aardgascondensaat.
Handboek 96b van de CROW.
Montagevoorschriften.
Bedieningshandleidingen.

Bijlagen.
!

Geen.

Opgesteld door:

Werkgroep VIAG-VWI

Procedure eigenaar:

Contactgroep Veiligheidsregelgeving

Goedgekeurd door:

Taakgroep Infrastructuur

Veiligheidswerkinstructie

Het in en uit bedrijf nemen van


HD-leidingen, incl. eventueel
duurzaam buiten bedrijf stellen
1.

Documentnr. : G-21
Datum/versie: 15-5-2011
Blad
: 1 van 4

Doel.
Het veilig in en uit bedrijf nemen van HD-leidingen, inclusief eventueel duurzaam buiten
bedrijf stellen.

2.

Toepassingsgebied.
HD- gasvoorzieningsystemen.

3.

Aanwijzingen en opdrachtverstrekking.
!
!
!
!

4.

Uitvoering door minimaal AVP netten, met assistentie van minimaal VOP.
Opdrachtverstrekking door minimaal WV netten, via werkplan.
Mate van toezicht bij affakkelen, afblazen, ontluchten, ontgassen door de WV
voortdurend.
Mate van toezicht bij de overige gastechnische werkzaamheden wordt door de WV
bepaald.

Voorwaarden.
!
!
!
!
!
!
!
!

!
!
!

De werkplek is voldoende ruim, droog en verlicht.


De werkplek wordt voldoende geventileerd.
De actuele netsituatie is aan de hand van tekeningen bekend en deze zijn ter plaatse
beschikbaar.
De gasconcentratie wordt voortdurend gemeten en mag niet hoger zijn dan 10% LEL.
Voor uitvoering van deze werkzaamheden dient een bedieningsplan opgesteld te zijn.
Het uitvoeren van grondwerkzaamheden conform VWI G-02 Het graven en dichten
van sleuven en werkputten.
Daar waar bekend is dat in het verleden aardgascondensaat aangetroffen werd, dient
nu gewerkt te worden conform VWI G-47 Het werken met aardgascondensaat.
Daar waar niet bekend is dat er aardgascondensaat aanwezig is, moet men wel
bedacht blijven op het risico dat er aardgascondensaat aangetroffen kan worden.
Indien tijdens de werkzaamheden vocht aangetroffen wordt, dient als volgt gehandeld
te worden: Indien er vocht wordt aangetroffen, behandel dit dan als condensaat.
Voor in bedrijfname moet er een sterkte- en dichtheidsbeproeving uitgevoerd zijn
conform VWI G-22 Het beproeven op sterkte van HD- en LD- leidingen, incl. HDaansluitleidingen en VWI G-23 Het beproeven op dichtheid van HD- en LDleidingen, incl. HD-aansluitleidingen. De rapportages hiervan moeten beschikbaar
zijn. Voor aanvullende bepalingen zie onder punt 8. Opmerkingen van deze VWI.
Bij in bedrijf name van een leidingsysteem, welke bestaat uit 3 of meer uiteinden
en/of een ring of kunstwerken, dient in het werkplan een ontluchtingsplan te zijn
opgenomen.
Voor het gecontroleerd ontluchten, affakkelen of afblazen moet gebruik gemaakt
worden van een metalen buis. Deze moet in een stabiele opstelling geplaatst zijn met
een uitmonding op min. 2,50 mtr. boven het maaiveld met een
ontstekingsvoorziening en tevens voorzien zijn van een afsluit mogelijkheid.
Het ontluchten, affakkelen of afblazen dient op een veilige plek plaats te vinden,
zodat de veiligheid van personeel, omstanders en goederen niet in gevaar komt.
Tijdens het ontluchten, affakkelen of afblazen dient de installatie onder direct toezicht
te staan van minimaal een AVP netten.
Bij te verwachten overlast, als open vuur, gaslucht en/of geluid, dient in het werkplan
aandacht te worden geschonken aan in- en externe informatievoorziening (bijv.
omwonenden, politie, brandweer en/of storingsmeldpost).

Opgesteld door:

Werkgroep VIAG-VWI

Procedure eigenaar:

Contactgroep Veiligheidsregelgeving

Goedgekeurd door:

Taakgroep Infrastructuur

Veiligheidswerkinstructie

Het in en uit bedrijf nemen van


HD-leidingen, incl. eventueel
duurzaam buiten bedrijf stellen
5.

Documentnr. : G-21
Datum/versie: 15-5-2011
Blad
: 2 van 4

Risicos en maatregelen.
Risico:
Ongecontroleerde uitstroming van gas.
Maatregel: Ventileren, continu meten, zo nodig werkplek verlaten en/of melden aan WV.
Risico:
Maatregel:
Risico:
Maatregel:

Persoonlijk letsel en verstikking.


Gebruik maken van PBMs en apparatuur.
Gehoorschade.
Gehoorbescherming.

Risico:

Aanwezigheid van omstanders en/of dieren in de directe omgeving van de


werkplek.
Maatregel: Afbakenen van de werkplek, omstanders manen de werkplek te verlaten.
Risico:
Benvloeding van buitenaf, bijv. weersomstandigheden, verkeer.
Maatregel: Werkonderbreking, afzettingen conform Handboek 96b van de CROW.
Risico:
Brand en/of explosie.
Maatregel: Geen ontstekingsbronnen op of in de omgeving van de werkplek, werkplek
afbakenen d.m.v. verbodsborden Open vuur verboden.
Risico:
Aanwezigheid van aardgascondensaat.
Maatregel: Gebruik maken van extra PBMs conform VWI G-47 Het werken met
aardgascondensaat.

6.

Middelen en apparatuur.
!

!
!
!

De vereiste PBMs: antistatische, gladde, afsluitende en vlamvertragende


werkkleding, veiligheidsschoeisel, gehoorbescherming, veiligheidshelm, reflecterende
kleding (bij werkzaamheden langs de weg).
Gassignaleringsapparatuur met akoestisch en optisch signaal.
Gasconcentratiemeter, 100% aardgas.
Brandblusser (klasse A/B/C) van minimaal 6 kg.

7.

Werkwijze.

7.1

Voorbereiding.
!
!
!

!
7.2.

Controleer of aan alle voorwaarden onder punt 4 en maatregelen onder punt 5 is


voldaan.
Controleer of het werkplan overeenkomt met de situatie ter plekke.
Indien bij bovengenoemde controles afwijkingen worden geconstateerd, mag er niet
met de werkzaamheden worden gestart, maar dient contact te worden opgenomen
met de WV.
Voer Laatste Minuut Risico Analyse (LMRA) uit.

Uitvoering.

7.2.1. In bedrijf nemen.


!
!
!
!
!

Tref de noodzakelijke veiligheidsmaatregelen.


Controleer, indien de leiding onder beproevingsdruk is achtergelaten, of de leiding
nog op druk deze staat.
Controleer vervolgens of het leidingdeel gereed is om in gebruik te nemen.
Zorg dat de leiding drukloos wordt.
Sluit de afblaasinstallatie aan.

Opgesteld door:

Werkgroep VIAG-VWI

Procedure eigenaar:

Contactgroep Veiligheidsregelgeving

Goedgekeurd door:

Taakgroep Infrastructuur

Veiligheidswerkinstructie

Het in en uit bedrijf nemen van


HD-leidingen, incl. eventueel
duurzaam buiten bedrijf stellen
!
!

!
!
!
!
!
!

Documentnr. : G-21
Datum/versie: 15-5-2011
Blad
: 3 van 4

Vraag bij het meldpunt toestemming om de op handen zijnde bedieningshandelingen


in het bestaande netdeel te mogen uitvoeren.
Voer de bedieningshandelingen uit en maak de doorverbinding met het nieuwe
netdeel, eventueel met toepassing van een bypass ten behoeve van het
gecontroleerd op druk brengen van het nieuwe netdeel.
Verwijder door ontluchten de in de leiding aanwezige lucht door een ononderbroken
gasstroom, die aan het begin van de leiding wordt ingelaten en aan het einde van de
leiding wordt afgeblazen (afblaaspunt).
Constateer, met behulp van een gasconcentratiemeter, dat het uitstromende gas vrij
is van lucht.
Onderbreek, nadat 100% aardgas is geconstateerd, de gasstroom gedurende enige
tijd, min. 5 minuten.
Breng de gasstroom weer op gang; nadat opnieuw 100% aardgas is geconstateerd, is
het ontluchten gereed.
Neem het netdeel in bedrijf door de resterende bedieningshandelingen uit te voeren.
Informeer het meldpunt over de uitgevoerde werkzaamheden.
Hef de genomen veiligheidsmaatregelen op.

7.2.2. Uit bedrijf nemen (drukloos).


! Tref de noodzakelijke veiligheidsmaatregelen.
! Controleer of het uit bedrijf te nemen netdeel het juiste is conform tekeningen, en
bepaal de methode van uit bedrijf nemen: uitbufferen, affakkelen of afblazen.
! Sluit de affakkel / afblaasinstallatie aan.
! Vraag bij het meldpunt toestemming om de op handen zijnde bedieningshandelingen
te mogen uitvoeren.
! Voer de bedieningshandelingen uit en koppel hierdoor het uit bedrijf te nemen
leidingdeel los van het in bedrijf blijvende netdeel.
! Maak de leiding drukloos door uitbufferen, affakkelen of afblazen.
! Controleer na het drukloos maken of er geen drukopbouw plaatsvindt of kan
plaatsvinden.
! Plaats deugdelijke afsluitmiddelen op de drukloze, losgekoppelde leidingeinden.
! Informeer het meldpunt over de uitgevoerde werkzaamheden.
! Hef de genomen veiligheidsmaatregelen op.
7.2.3. Buiten bedrijf stellen (gasloos).
! Maak de leiding drukloos conform 7.2.2; het leidingdeel is nu gas gevuld maar
drukloos.
! Verdrijf, met behulp van lucht of een inert gas, het aardgas uit het gasloos te maken
leidingdeel bijvoorbeeld door airmoven.
! Meet met behulp van de gasconcentratiemeter de gasconcentratie bij het afblaaspunt,
bij een gasconcentratie van ! 10% LEL is, is de leiding gasloos.
! Plaats deugdelijke afsluitmiddelen op de gasloze, losgekoppelde leidingeinden.
! Hef de genomen veiligheidsmaatregelen op.
7.3.

Beindiging.
!
!
!

8.

Registreer de benodigde gegevens.


Lever de uitgevoerde activiteiten op en meld het werkplan gereed bij de WV.
Laat de werkplek netjes en veilig achter.

Opmerkingen.
Als de leiding in eigendom blijft bij de netbeheerder moet deze leiding daar geregistreerd
blijven als zijnde buiten bedrijf gesteld. Anders de leiding overdragen aan de nieuwe
eigenaar.

Opgesteld door:

Werkgroep VIAG-VWI

Procedure eigenaar:

Contactgroep Veiligheidsregelgeving

Goedgekeurd door:

Taakgroep Infrastructuur

Veiligheidswerkinstructie

Het in en uit bedrijf nemen van


HD-leidingen, incl. eventueel
duurzaam buiten bedrijf stellen

Documentnr. : G-21
Datum/versie: 15-5-2011
Blad
: 4 van 4

Ten aanzien van de in de voorwaarden genoemde sterkte- en dichtheidsbeproeving is


aanvullend van toepassing:
- Bij een leidingdeel dat maximaal 1 werkdag uit bedrijf is genomen:
! en er zijn geen werkzaamheden aan de leiding verricht en er zijn geen
verbindingen ontgraven: geen beproeving noodzakelijk.
! en er zijn wel werkzaamheden aan deze leiding verricht of verbindingen
vrijgegraven: wel een dichtheidsbeproeving met de visuele inspectie
methode noodzakelijk.
! en er zijn plaatselijk wel werkzaamheden uitgevoerd (bv. bij een storing of
inbouw T-stuk): alleen een dichtheidsbeproeving met de visuele inspectie
methode noodzakelijk voor wat betreft de gemaakte c.q. gerepareerde
verbindingen.
- Bij een leidingdeel dat 1 t/m 5 werkdagen uit bedrijf is genomen moet door de
(O)IV bepaald worden of deze op dichtheid moet worden beproefd.
- Bij een leidingdeel dat langer dan 5 werkdagen en korter dan 1 jaar uit bedrijf is
geweest moet op dichtheid worden beproefd.
- Bij een leidingdeel dat langer dan 1 jaar uit bedrijf is geweest moet op sterkte en
dichtheid worden beproefd.
- Bij een nieuw leidingdeel moet op sterkte en dichtheid worden beproefd.

9.

Referenties.
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!

10.

VIAG.
NEN 7244-7.
VWI G-01 Het werken aan of nabij gasvoorzieningsystemen.
VWI G-02 Het graven en dichten van sleuven en werkputten.
VWI G-22 Het beproeven op sterkte van HD- en LD- leidingen, incl.
HD-aansluitleidingen.
VWI G-23 Het beproeven op dichtheid van HD- en LD-leidingen, incl.
HD-aansluitleidingen.
VWI G-47 Het werken met aardgascondensaat.
Handboek 96b van de CROW.
Montagevoorschriften.
Bedieningshandleidingen.

Bijlagen.
N.v.t.

Opgesteld door:

Werkgroep VIAG-VWI

Procedure eigenaar:

Contactgroep Veiligheidsregelgeving

Goedgekeurd door:

Taakgroep Infrastructuur

Veiligheidswerkinstructie

Het beproeven op sterkte van


HD- en LD-leidingen, incl.
HD-aansluitleidingen
1.

Documentnr. : G-22
Datum/versie: 15-5-2011
Blad
: 1 van 4

Doel.
Het veilig beproeven op sterkte van HD- en LD-leidingen, incl. HD-aansluitleidingen.

2.

Toepassingsgebied.
HD- en LD-gasvoorzieningsystemen.

3.

Aanwijzingen en opdrachtverstrekking.
!
!
!
!

4.

Voorwaarden.
!
!
!

!
!

!
!
!
!

5.

Uitvoering voor HD door minimaal AVP netten, met assistentie van minimaal
VOP.
Uitvoering voor LD door minimaal AVP LD-netten, met assistentie van minimaal
VOP.
Opdrachtverstrekking door minimaal WV netten, via werkplan.
Mate van toezicht wordt door de WV bepaald.

De werkplek is voldoende ruim, droog en verlicht.


De actuele tekeningen zijn ter plaatse beschikbaar.
Tijdens het op druk brengen en beproeven van de leidingsectie mogen zich geen
personen in de sleuf of in de nabijheid van de leidingsectie bevinden, met
uitzondering van de met beproeving belaste medewerkers.
Maatregelen nemen om risicos van persoonlijk letsel te voorkomen.
Bij beproeven met lucht of een inert gas extra aandacht besteden aan de veiligheid
van medewerkers en personen die zich in de nabijheid van de leidingsectie bevinden
of kunnen komen, in verband met het mogelijk explosief bezwijken van de leiding.
De aansluitleidingen van de beproevingsapparatuur zo kort mogelijk houden en met
zo weinig mogelijk verbindingen aanbrengen.
De leidingdelen, appendages en hulpstukken moeten voor minimaal 95% zijn
afgedekt met voldoende grond of zand.
Leidingdelen, verbindingen en appendages die tijdens de beproeving niet zijn
afgedekt, moeten zijn afgeschermd.
Onafgedekte leidingdelen, die niet trekvast zijn uitgevoerd, behoren zodanig vast
gezet te worden dat verplaatsing tijdens de beproeving uitgesloten is.

Risicos en maatregelen.
Risico:
Persoonlijk letsel.
Maatregel: Gebruik maken van PBMs.
Risico:

Aanwezigheid van omstanders en/of dieren in de directe omgeving van de


werkplek.
Maatregel: Afbakenen van de werkplek, omstanders manen de werkplek te verlaten.

Risico:
Benvloeding van buitenaf, bijv. weersomstandigheden, verkeer.
Maatregel: Werkonderbreking, afzettingen conform Handboek 96b van de CROW.
Risico:
Explosief bezwijken van de leiding.
Maatregel: Maximale hoeveelheid energie in de leiding beperken.

Opgesteld door:

Werkgroep VIAG-VWI

Procedure eigenaar:

Contactgroep Veiligheidsregelgeving

Goedgekeurd door:

Taakgroep Infrastructuur

Veiligheidswerkinstructie

Het beproeven op sterkte van


HD- en LD-leidingen, incl.
HD-aansluitleidingen
6.

Middelen en apparatuur.
!
!

De vereiste PBMs: werkkleding, veiligheidsschoeisel, veiligheidshelm, veiligheidsbril,


reflecterende kleding (bij werkzaamheden langs de weg).
Sterkte- en dichtheidsbeproevingsapparatuur, voorzien van registrerend meter.

7.

Werkwijze.

7.1.

Voorbereiding.
!
!
!

!
7.2.

Documentnr. : G-22
Datum/versie: 15-5-2011
Blad
: 2 van 4

Controleer of aan alle voorwaarden volgens punt 4 en de maatregelen volgens punt 5


is voldaan.
Controleer of het werkplan of raamopdracht overeenkomt met de situatie ter plekke.
Indien bij bovengenoemde controles afwijkingen worden geconstateerd, mag er niet
met de werkzaamheden worden gestart, maar dient contact te worden opgenomen
met de WV.
Voer Laatste Minuut Risico Analyse (LMRA) uit.

Uitvoering.
!
!
!

!
!
!

Tref de noodzakelijke veiligheidsmaatregelen.


Voer de sterktebeproeving uit met water of lucht c.q. inert gas als medium.
Voer de sterktebeproeving uit volgens de methode van overdrukmeting (1,5 x MOP).
Gedurende de beproevingtijd mag de druk maximaal 10% dalen. Tijdens de
sterktebeproeving mag er bijgevuld worden.
Voer de sterktebeproeving opnieuw uit, indien de drukdaling tijdens de beproeving
met meer dan 10% is gedaald en de test ongeldig is,.
Beproef bovengrondse leidingen met water; als deze afgeschermd zijn mag ook met
lucht beproefd worden.
Beproef hoge druk leidingen met water. Uitzonderingen hierop zijn: 1 bar leidingen,
stalen 4 bar leidingen en leidingen als aangegeven in de tabel 1. Deze leidingen
mogen ook met lucht worden beproefd.

Tabel 1: Voorwaarden sterkte beproeving 4 en 8 bar leidingen met lucht.

Diameter
DN
100
150
200
250
300
400

Voorwaarden sterktebeproeving 4 en 8 Bar bedrijfsdruk met lucht


Pe 4 Bar
Pe 8 Bar
St 8 Bar
Binnen bebouwde
Buiten bebouwde
Binnen bebouwde
Buiten bebouwde
kom
kom
kom
kom
onbeperkt
onbeperkt
< 60 m
Onbeperkt
< 60 m
onbeperkt
< 30 m
< 60 m
< 40 m
onbeperkt
< 15 m
< 40 m
< 25 m
< 50 m
< 10 m
< 25 m
< 15 m
< 50 m
<5m
< 15 m
< 10 m
< 50 m
<5m
< 10 m

Op afgesloten terreinen of in landbouwgrond geldt geen beperking mits binnen 25 meter geen
bebouwing of openbare weg aanwezig is.

Opgesteld door:

Werkgroep VIAG-VWI

Procedure eigenaar:

Contactgroep Veiligheidsregelgeving

Goedgekeurd door:

Taakgroep Infrastructuur

Veiligheidswerkinstructie

Het beproeven op sterkte van


HD- en LD-leidingen, incl.
HD-aansluitleidingen
!

Documentnr. : G-22
Datum/versie: 15-5-2011
Blad
: 3 van 4

Stel aan de hand van tabel 2 de duur van de sterktebeproeving vast.

Tabel 2: Beproevingstijden en drukken


Leidingmateriaal:
Beproevingsmethode:
Beproevingsmedium:

metaal en kunststoffen
overdruk meting
water, lucht of inert gas
Leiding van kunststof

Bedrijfsdruk

30 en 100 mbar

1 bar

4 bar

8 bar

1 bar

2 bar

6 bar

12 bar

Beproevingsdruk
Beproevingstijd

Lucht/inert gas

0,5 uur

24 uur

24 uur

24 uur

Beproevingstijd

Water

0,5 uur

24 uur

24 uur

24 uur

30 en 100 mbar

1 bar

4 bar

8 bar

1 bar

2 bar

6 bar

12 bar

Leiding van metaal


Bedrijfsdruk
Beproevingsdruk
Beproevingstijd

Lucht/inert gas

0,5 uur

1 uur

1 uur

1 uur

Beproevingstijd

Water

0,5 uur

1 uur

1 uur

1 uur

Specificaties meetapparatuur
Bedrijfsdruk

30 en 100 mbar

1 bar

4 bar

8 bar

Meetbereik*

0-1,6 bar

0-3 bar

0-9 bar

0-16 bar

10 mbar 25 mbar

40 mbar

Maximale meetfout

4 mbar

Voor zover voldaan wordt aan tabel 1.

24 uur

* Het meetbereik mag de maximale waarden overschrijden, mits voldaan wordt aan de
maximale meetfout.
! Voor HD-aansluitleidingen geldt een beproevingsduur van minimaal 5 minuten mits
de leidinginhoud ! 80 liter. Indien de leidinginhoud > 80 liter geldt als
beproevingsduur tabel 2.
! Verwijder, indien de leiding met water getest is, het water weer.
! Beschouw de leiding als droog als de gewichtsvermeerdering van de laatste zachte
foampig, ten gevolge van het opgenomen water, minder is dan 25%.
! Hef de genomen veiligheidsmaatregelen op.
7.3.

Beindiging.
!
!

Registreer de benodigde gegevens.


Lever de uitgevoerde activiteiten op:
o Activiteiten via een werkplan: gereedmelding van het werkplan bij de WV.
o Activiteiten via een raamopdracht: oplevering conform de bedrijfsafspraken.
Laat de werkplek netjes en veilig achter.

Opgesteld door:

Werkgroep VIAG-VWI

Procedure eigenaar:

Contactgroep Veiligheidsregelgeving

Goedgekeurd door:

Taakgroep Infrastructuur

Veiligheidswerkinstructie

Het beproeven op sterkte van


HD- en LD-leidingen, incl.
HD-aansluitleidingen
8.

Opmerkingen.
!

9.

De beproevingsinstallatie moet aan de volgende voorwaarden voldoen:


o De meetapparatuur is veilig en lekdicht op de te beproeven leidingsectie
aangesloten.
o De meet- en aansluitleidingen tussen de meetapparatuur en de te beproeven
leidingsectie zijn zo kort mogelijk en bevatten zo weinig mogelijk verbindingen.
o Voordat met de beproeving wordt gestart moeten de aangesloten instrumenten,
leidingen en verbindingen visueel worden gecontroleerd op dichtheid.
o De meetapparatuur moet zodanig worden opgesteld dat deze tegen zoninstraling,
wind of overige weersinvloeden zoveel mogelijk is afgeschermd en niet
toegankelijk is voor onbevoegden.
o Wanneer de beproevingsdruk is bereikt, moet de compressor/pomp worden
losgekoppeld.
De beproevingsapparatuur moet aan de volgende voorwaarden voldoen:
o De meetapparatuur kan de beproevingsdruk weerstaan.
o Toegepaste manometers moeten voldoen aan EN 837-1, EN 837-2 en EN 837-3 en
hebben een geldig calibratie-certificaat.
De compressor c.q. de pompinstallatie moet aan de volgende voorwaarden voldoen:
o De compressor c.q. de pompinstallatie moet de vereiste druk, die voor de
beproevingsdruk nodig is, kunnen leveren en zijn voorzien van een voor de druk
en medium geschikte manometer.
o De benodigde slangen en koppelingen moeten geschikt zijn voor het medium en de
druk.
o Tussen de compressor en de te beproeven leidingdelen moet een olie- en
waterscheider zijn aangebracht.
o Bij het op druk brengen van kunststofleidingen moet een eventueel te warm
beproevingsmedium gekoeld worden. De temperatuur hiervan mag maximaal
40o C zijn.

Referenties.
!
!
!
!
!
!

10.

Documentnr. : G-22
Datum/versie: 15-5-2011
Blad
: 4 van 4

VIAG.
NEN 7244-7.
VWI G-01 Het werken aan of nabij gasvoorzieningsystemen.
Handboek 96b van de CROW.
Bedieningshandleidingen.
Montagevoorschriften.

Bijlagen.
!

Geen.

Opgesteld door:

Werkgroep VIAG-VWI

Procedure eigenaar:

Contactgroep Veiligheidsregelgeving

Goedgekeurd door:

Taakgroep Infrastructuur

Veiligheidswerkinstructie

Het beproeven op dichtheid van


HD- en LD-leidingen, incl.
HD-aansluitleidingen
1.

Documentnr. : G-23
Datum/versie: 15-5-2011
Blad
: 1 van 7

Doel.
Het veilig beproeven op dichtheid van HD- en LD-leidingen, incl. HD-aansluitleidingen.

2.

Toepassingsgebied.
HD- en LD-gasvoorzieningsystemen.

3.

Aanwijzingen en opdrachtverstrekking.
!
!
!
!

4.

Voorwaarden.
!
!
!
!

!
!
!
!

5.

Uitvoering voor HD door minimaal AVP netten, met assistentie van minimaal
VOP.
Uitvoering voor LD door minimaal AVP LD-netten, met assistentie van minimaal
VOP.
Opdrachtverstrekking door minimaal WV netten, via werkplan.
Mate van toezicht wordt door de WV bepaald.

De werkplek is voldoende ruim, droog en verlicht.


De actuele tekeningen zijn ter plaatse beschikbaar.
Er heeft een sterktebeproeving plaatsgevonden, behalve bij een visuele inspectie.
Tijdens het op druk brengen en beproeven van de leidingsectie mogen zich geen
personen in de sleuf of in de nabijheid van de leidingsectie bevinden, met
uitzondering van de met beproeving belaste medewerkers.
Maatregelen nemen om risicos van persoonlijk letsel te voorkomen.
De aansluitleidingen van de beproevingsapparatuur zo kort mogelijk houden en met
zo weinig mogelijk verbindingen aanbrengen.
Leidingdelen, verbindingen en appendages, die tijdens de beproeving niet zijn
afgedekt, moeten worden afgeschermd.
Onafgedekte leidingdelen, die niet trekvast zijn uitgevoerd, behoren zodanig vast
gezet te worden dat verplaatsing tijdens de beproeving is uitgesloten.

Risicos en maatregelen.
Risico:
Persoonlijk letsel.
Maatregel: Gebruik maken van PBMs.
Risico:

Aanwezigheid van omstanders en/of dieren in de directe omgeving van de


werkplek.
Maatregel: Afbakenen van de werkplek, omstanders manen de werkplek te verlaten.
Risico:
Benvloeding van buitenaf, bijv. weersomstandigheden, verkeer.
Maatregel: Werkonderbreking, afzettingen conform Handboek 96b van de CROW.

6.

Middelen en apparatuur.
!
!

De vereiste PBMs: werkkleding, veiligheidschoeisel, veiligheidshelm, veiligheidsbril,


reflecterende kleding (bij werkzaamheden langs de weg).
Sterkte- en dichtheidsbeproevingsapparatuur, voorzien van registrerende meters.

Opgesteld door:

Werkgroep VIAG-VWI

Procedure eigenaar:

Contactgroep Veiligheidsregelgeving

Goedgekeurd door:

Taakgroep Infrastructuur

Veiligheidswerkinstructie

Het beproeven op dichtheid van


HD- en LD-leidingen, incl.
HD-aansluitleidingen
7.

Werkwijze.

7.1.

Voorbereiding.
!
!
!

!
7.2.

Documentnr. : G-23
Datum/versie: 15-5-2011
Blad
: 2 van 7

Controleer of aan alle voorwaarden volgens punt 4 en de maatregelen volgens punt 5


is voldaan.
Controleer of het werkplan of raamopdracht overeenkomt met de situatie ter plekke.
Indien bij bovengenoemde controles afwijkingen worden geconstateerd, mag er niet
met de werkzaamheden worden gestart, maar dient contact te worden opgenomen
met de WV.
Voer Laatste Minuut Risico Analyse (LMRA) uit.

Uitvoering.

7.2.1 Algemeen.
!
!

!
!
!
!
!
!

!
!
!
!

!
!

Tref de noodzakelijke veiligheidsmaatregelen.


Voer de dichtheidsbeproeving uit na de sterktebeproeving. De dichtheidsbeproeving
bestaat uit twee delen: 1e. De dichtheidsproef (met lucht of inert gas).
2e. Bovengrondse lekdetectie in een later stadium.
Beproef de leidingsectie op dichtheid door het meten, registreren en beoordelen van
de stabiliteit van de druk in de leidingsectie over een bepaalde periode.
Sluit de te beproeven leidingsectie af door middel van eindkappen, flenzen e.d. die
minimaal geschikt zijn voor de beproevingsdruk.
Voorzie de te beproeven leiding van aansluitmogelijkheden t.b.v. meetapparatuur.
Scheid de te beproeven leidingsectie door deze los te koppelen van de bestaande
gasvoerende leiding, of het aanbrengen van een steekflens.
Open de (eventuele) in de leidingsectie aanwezige afsluiters.
Dek minimaal 95% van de sectielengte met voldoende grond af om
temperatuursinvloeden te voorkomen. Per te testen sectie mag de totale onafgedekte
lengte maximaal 10 mtr. bedragen.
Herhaal de dichtheidsbeproeving als eventuele optredende drukdalingen of
drukstijgingen, als deze buiten de waarden van tabel 1 vallen, redelijkerwijs niet door
temperatuursverschillen of luchtdrukverschillen verklaard kunnen worden.
Start de tijdsduurmeting van de dichtheidsbeproeving nadat de druk in de leidingen is
gestabiliseerd.
Houd rekening met een stabilisatietijd van 24 uur, maar deze is afhankelijk van
diverse omstandigheden.
Bereken de tijd voor de dichtheidsbeproevingen met lucht of inert gas eventueel via
bijlage G-23b Bepalen beproevingsduur bij dichtheidsbeproeving.
Bepaal door de dichtheidsbeproeving onder bedrijfsdruk of de leidingsectie gasdicht
is. De dichtheid is acceptabel als een eventuele lekkage kleiner of gelijk is aan de
maximale waarde van de in tabel 1 berekende waarde.
Lever na het beproeven de leiding schoon op.
Neem na de beproevingen de leidingsectie direct in bedrijf conform VWI G-20 Het in
en uit bedrijf nemen van LD-leidingen, incl. eventueel duurzaam buiten bedrijf
stellen en VWI G-21 Het in en uit bedrijf nemen van HD-leidingen, incl. eventueel
duurzaam buiten bedrijf stellen.
Als de leiding niet direct in bedrijf wordt genomen, moet de leidingsectie onder druk
worden gehouden. Vr het in bedrijf nemen moet worden gecontroleerd of de leiding
nog op druk staat.
Hef de genomen veiligheidsmaatregelen op.

Opgesteld door:

Werkgroep VIAG-VWI

Procedure eigenaar:

Contactgroep Veiligheidsregelgeving

Goedgekeurd door:

Taakgroep Infrastructuur

Veiligheidswerkinstructie

Het beproeven op dichtheid van


HD- en LD-leidingen, incl.
HD-aansluitleidingen

Documentnr. : G-23
Datum/versie: 15-5-2011
Blad
: 3 van 7

7.2.2 Beproevingsmethodes.
1e. Overdrukmeting met vastlegging/registratie van omgevingtemperatuur en
drukverloop in de leidingsectie.
2e. Verschildrukmeting met referentievat en differentiaalmanometer en
vastlegging/registratie van omgevingtemperatuur en drukverloop in de leidingsectie.
3e. Visuele inspectiemethode met beoordeling op dichtheid.
7.2.3 Overdrukmeting.
!

!
!
!
!

De overdrukmeetmethode voor de bedrijfsdrukken 1, 4, en 8 bar is slechts geschikt


voor leidingsecties met een beperkte inhoud in verband met de benodigde
beproevingstijd. Dit is afhankelijk van de NK-klasse van meetapparatuur.
De beproeving dient, opvolgend aan de sterktebeproeving met lucht c.q. inert gas te
worden uitgevoerd.
De meting uitvoeren met een verschildrukmeter met een nauwkeurigheid
conform tabel 2.
Nadat de druk en temperatuur van de leidingsectie zijn gestabiliseerd, kan met de
beproeving worden begonnen.
Het volgende meten en registreren:
o Beproevingsdruk.
o Atmosferische druk (tenzij er t.o.v. van de absolute druk gemeten wordt).
o Omgevingstemperatuur.

7.2.4 Verschildrukmeting.
!
!
!
!
!
!
!

!
!

De leidingsectie gelijk met het referentievat op gelijke beproevingsdruk brengen.


Toepassing van lucht of inert gas als beproevingsmedium.
De meting uitvoeren met een verschildrukmeter met een nauwkeurigheid conform
tabel 3.
De inhoud van het referentievat is minimaal 1500 maal de inhoud van de
verbindingsslang tussen het referentievat en de verschildrukmeting.
Het referentievat moet zo worden ingegraven dat dit vat de temperatuurwisselingen
van de te beproeven leiding volgt.
Bij de beproeving de leiding en het referentievat met minimaal 40 cm grond afdekken
om invloeden van temperatuurswisselingen te voorkomen.
Nadat de temperatuur en druk in de leidingsectie en het referentievat is
gestabiliseerd, wordt de verbinding tussen de te beproeven leidingsectie en het
referentievat onderbroken door tussenschakeling van
differentiaalmanometer/datalogger.
Het volgende meten en registreren:
o Verschildruk.
o Grondtemperatuur.
De grondtemperatuur meten met een temperatuurmeter, welke op minder dan 10 cm
van de pijpwand wordt geplaatst, gemeten op de horizontale hartlijn van de pijp.
Het aantal grondthermometers bedraagt minimaal twee, afhankelijk van de
leidinglengte.

7.2.5 Visuele inspectiemethode.


!

Beproeving onder bedrijfsdruk (= beproevingsdruk) uitvoeren, waarbij de


lekdichtheid van de verbindingen, visueel wordt gecontroleerd door gebruik van een
door de netbeheerder goedgekeurd lekzoekmiddel.
Van toepassing op de volgende situaties:
o Verbindingen tussen de nieuwe en bestaande leiding, z.g. montageverbindingen.
o Saneringswerkzaamheden: bij toepassing van de werkmethode gas meenemen.

Opgesteld door:

Werkgroep VIAG-VWI

Procedure eigenaar:

Contactgroep Veiligheidsregelgeving

Goedgekeurd door:

Taakgroep Infrastructuur

Veiligheidswerkinstructie

Het beproeven op dichtheid van


HD- en LD-leidingen, incl.
HD-aansluitleidingen

!
!
!
!
7.3.

o Reparaties/herstelwerkzaamheden.
o Verbindingen in meet- en regelstations.
Verbindingen moeten vrij toegankelijk zijn.
Verbindingen moeten vrij zijn van vet, verf, bekleding, bescherming of andere
belemmeringen.
Verbindingen visueel inspecteren op beschadigingen.
Direct na de dichtheidscontrole, de vloeistof van de leiding verwijderen d.m.v. goed
schoon spoelen met water.

Beindiging.
!
!

!
!

7.4

Documentnr. : G-23
Datum/versie: 15-5-2011
Blad
: 4 van 7

Registreer de benodigde gegevens.


Lever de uitgevoerde activiteiten op:
o Activiteiten via een werkplan: gereedmelding van het werkplan bij de WV.
o Activiteiten via een raamopdracht: oplevering conform de bedrijfsafspraken.
Laat de werkplek netjes en veilig achter.
Laat om de dichtheidsbeproeving af te ronden binnen een periode van 2 tot 4 weken
na het in bedrijf nemen van de leidingsectie, een controle uitvoeren op de
aanwezigheid van mogelijke gaslekken volgens methode van bovengronds lekzoeken.
In overleg met de netbeheerder kan van deze termijn worden afgeweken.

Technische gegevens dichtheidsbeproeving met lucht of inert gas


De tijd voor de dichtheidbeproeving wordt bepaald met de volgende formule.

T
I
MOP
Pw
R

=
=
=
=
=

Ql

Tijd in uren
Inhoud in m3
Maximale bedrijfsdruk in (m)bar absoluut
Werkelijke testdruk in (m)bar absoluut
Kleinst meetbaar drukverschil (NK x meetbereik) in mbar (min. waarde 3
mbar)
Veiligheidscriterium 5 liter/uur

Tabel 1 Toegestaan drukverlies


Leidingmateriaal:
Beproevingsmethode:
Beproevingsmedium:

metaal en kunststoffen
overdruk meting en verschildrukmeting
lucht of inert gas
Bedrijfsdruk

1 bar

4 bar

8 bar

Beproevingsdruk

30/100
mbar
200 mbar

1 bar

4 bar

8 bar

Overdruk meting

Toegestaan ! p

"3 mbar

"12 mbar

"75 mbar

Verschildruk meting

Toegestaan ! p

"3 mbar

"3 mbar

"45
mbar
"3 mbar

"3 mbar

Nb. Voor PE geldt een maximale beproevingsdruk van 6 bar met een toegestaan ! p van
" 60 mbar

Opgesteld door:

Werkgroep VIAG-VWI

Procedure eigenaar:

Contactgroep Veiligheidsregelgeving

Goedgekeurd door:

Taakgroep Infrastructuur

Veiligheidswerkinstructie

Het beproeven op dichtheid van


HD- en LD-leidingen, incl.
HD-aansluitleidingen

Documentnr. : G-23
Datum/versie: 15-5-2011
Blad
: 5 van 7

7.4.1 Technische gegevens meetinstrumenten


Het instrument moet voldoen aan de criteria genoemd in de tabellen 2 en/of 3. De
temperatuur meting moet plaatsvinden met een meetnauwkeurigheid van 0,1 Celsius.
Tabel 2 specificaties meetinstrument overdrukmeting
Type meetinstrument:
Precisie meetinstrument
Standaard meetbereik:

1,5 keer de beproevingsdruk

Nauwkeurigheids Klasse:

Minimaal 0,25 % van het standaard meetbereik

Bedrijfsdruk gasnet

30 / 100 mbar

1 bar

4 bar

8 bar

Dichtheidbeproeving druk

200mbar

1 bar

4 bar

6/8 bar

Minimaal meetbereik

0 - 400mbar

0 - 1,6 bar

0 - 6 bar

0 - 10 bar

Maximale meetfout

1 mbar

4 mbar

15 mbar

25 mbar

Tabel 3 specificaties meetinstrument verschildrukdrukmeting


Type meetinstrument: Differentiaalmanometer.
Minimale Nauwkeurigheids Klasse: 0,25 % Meetbereik
Lagedrukgasnet

30 en 100 mbar

Hogedrukgasnet

1 bar

4 bar

8 bar
8 bar

Dichtheidbeproevingdruk

200mbar

1 bar

4 bar

Afleesnauwkeurigheid

0,1 mbar

0,1 mbar

0,1 mbar

8.

0,1 mbar

Opmerkingen.
!

De beproevingsinstallatie moet aan de volgende voorwaarden voldoen:


o De meetapparatuur is veilig en lekdicht op de te beproeven leidingsectie
aangesloten.
o De meet- en aansluitleidingen tussen de meetapparatuur en de te beproeven
leidingsectie zijn zo kort mogelijk en bevatten zo weinig mogelijk verbindingen.
o Voordat met de beproeving wordt gestart moeten de aangesloten instrumenten,
leidingen en verbindingen visueel worden gecontroleerd op dichtheid.
o De meetapparatuur moet zodanig worden opgesteld dat deze tegen zoninstraling,
wind of overige weersinvloeden zoveel mogelijk is afgeschermd en niet
toegankelijk is voor onbevoegden.
o Wanneer de beproevingsdruk is bereikt, moet de compressor/pomp worden
losgekoppeld.
o Bij kunststofleidingen moet een te warm beproevingsmedium worden gekoeld. De
temperatuur hiervan mag maximaal 40 Celsius zijn.
De beproevingsapparatuur moet aan de volgende voorwaarden voloen:
o De meetapparatuur kan de beproevingsdruk weerstaan.
o Toegepaste manometers moeten voldoen aan EN 837-1, EN 837-2 en EN 837-3 en
hebben een geldig calibratie-certificaat.
De compressor c.q. de pompinstallatie moet aan de volgende voorwaarden voldoen:
o De compressor c.q. de pompinstallatie moet de vereiste druk, die voor de
beproevingsdruk nodig is, kunnen leveren en zijn voorzien van een voor de druk en
medium geschikte manometer.
o De benodigde slangen en koppelingen moeten geschikt zijn voor het medium en de
druk.

Opgesteld door:

Werkgroep VIAG-VWI

Procedure eigenaar:

Contactgroep Veiligheidsregelgeving

Goedgekeurd door:

Taakgroep Infrastructuur

Veiligheidswerkinstructie

Het beproeven op dichtheid van


HD- en LD-leidingen, incl.
HD-aansluitleidingen
9.

Referenties.
!
!
!
!
!
!
!
!

10.

Documentnr. : G-23
Datum/versie: 15-5-2011
Blad
: 6 van 7

VIAG.
NEN 7244-7.
VWI G-01 Het werken aan of nabij gasvoorzieningsystemen.
VWI G-20 Het in en uit bedrijf nemen van LD-leidingen, incl. eventueel duurzaam
buiten bedrijf stellen.
VWI G-21 Het in en uit bedrijf nemen van HD-leidingen, incl. eventueel duurzaam
buiten bedrijf stellen.
Handboek 96b van de CROW.
Bedieningshandleidingen
Montagevoorschriften.

Bijlagen.
!

Formulier Bepaling beproevingsduur bij dichtheidsbeproeving.

Tabel 4

Opgesteld door:

Werkgroep VIAG-VWI

Procedure eigenaar:

Contactgroep Veiligheidsregelgeving

Goedgekeurd door:

Taakgroep Infrastructuur

Veiligheidswerkinstructie

Het beproeven op dichtheid van


HD- en LD-leidingen, incl.
HD-aansluitleidingen
Leiding materiaal
Leiding lengte
Leidinginhoud

INHOUDSBEREKENING
lijst
meter
m3
Berekening

Puldown
Invulvak

Deelnet/Bedrijfsdruk Pulldown

Documentnr. : G-23
Datum/versie: 15-5-2011
Blad
: 7 van 7

BEREKENING BEPROEVINGSTIJD
8 bar/6bar/4bar/1bar/200mbar

STERKTEBEPROEVING
Druk
Koppelen aan bedrijfsdruk C14 en tabel 3 NEN7244-7
Metaal
1 uur
vast gegeven
Kunststof
24 0,5 uur Koppelen aan bedrijfsdruk C14 en tabel 3 NEN 7244-7
DICHTHEIDSBEPROEVING OVERDRUKMETING MET LUCHT/INERT GAS
NK % FS testapp.
Puldown
0,25/0,2/0,15/0,1/0,05/0,01
Beproevingstijd
dgn/uren/minuten
Minimum waarde =15 MINUTEN
!!! De beproevingstijd kan afwijken door verschil tussen testdruk en bedrijfsdruk!!!!!
Te gebruiken formule voor deze tabel
MOPxR
T=
inhoud x
Pwerk x Ql

MOP
=1
Pwer

DICHTHEIDSBEPROEVING OVERDRUKMETING MET WATER


beproevingsdruk
koppelen aan bedrijfsdruk D14
Stabilisatietijd
24 uur
beproevingtijd
24 uur
Max drukdaling
3 mbar
Voorwaarde dat dit is te meten met de apparatuur
Formule voor de testapparatuur.,
MOPxR
T= inhoud x
Pwerk x Ql
Inhoud
R
Pwerk
Ql

m3
kleinst meetbaar drukverschil ( NK x meetbereik) in mbar
!!! Minimale waarde = 3mbar !!!
Testdruk werkelijk absoluut
Veiligheidscriterium 5 liter per uur

Opgesteld door:

Werkgroep VIAG-VWI

Procedure eigenaar:

Contactgroep Veiligheidsregelgeving

Goedgekeurd door:

Taakgroep Infrastructuur

Bijlage bij Veiligheids Werk Instructie G-23


Bepalen beproevingsduur bij dichtheidsbeproeving
van LD en HD gasdistributieleidingen
en HD aansluitleidingen

Documentnr.

: G-23B

Datum / versie

: 15 februari 2010

Blad

:1

Status

: Definitief

GEGEVENS VOOR BEREKENING BEPROEVINGSDUUR


Leidingmateriaal
Leidinglengte
Leidinginhoud

meter

Lengte opgegeven!

Materiaal en lengte invoeren! m3

Deelnet/Bedrijfsdruk

LET OP: leidingmateriaal!

30 mbar

Bedrijfsdruk opgeven!

Nauwkeurigheidsklasse beproevingsapparaat

Nauwkeurigheid opgegeven!

DICHTHEIDSBEPROEVING OVERDRUKMETING MET LUCHT OF INERT GAS


Beproevingsdruk

200 mbar

LET OP: leidingmateriaal!

#VALUE!

Beproevingsduur

dagen
#VALUE!

OPMERKINGEN
STERKTEBEPROEVING - zie VWI G-22
STABILISATIETIJD - zie VWI G-23
BEPROEVINGSDUUR testapparaat kan afwijken door verschil tussen ingestelde testdruk en aangegeven bedrijfsdruk!
BEPROEVINGSDUUR is mininimaal 15 minuten
TOEGESTANE DRUKDALING - zie VWI G-23

5/18/11

uren
#VALUE!

minuten
#VALUE!

Veiligheidswerkinstructie

Het plaatsen en verwijderen van


gasblazen in LD-leidingen

1.

Documentnr. : G-24
Datum/versie: 15-5-2011
Blad
: 1 van 3

Doel.
Het veilig plaatsen en verwijderen van gasblazen in LD-leidingen.

2.

Toepassingsgebied.
LD-gasvoorzieningsystemen.

3.

Aanwijzingen en opdrachtverstrekking.
!
!
!
!

4.

Voorwaarden.
!
!
!
!
!
!
!

!
!
!

!
!

5.

Uitvoering door minimaal AVP LD-netten, met assistentie van minimaal VOP.
Opdrachtverstrekking door minimaal WV netten, via bedieningsplan.
Mate van toezicht ! DN 150 wordt door WV bepaald.
Mate van toezicht > DN 150 de WV voortdurend.

De werkplek is voldoende ruim, droog en verlicht.


De werkplek wordt voldoende geventileerd.
De actuele netsituatie is aan de hand van tekeningen bekend en deze zijn ter plaatse
beschikbaar.
De gasconcentratie wordt voortdurend gemeten en mag niet hoger zijn dan 10% LEL.
Voor uitvoering van deze werkzaamheden dient een bedieningsplan opgesteld te zijn.
Het uitvoeren van grondwerkzaamheden conform VWI G-02 Het graven en dichten
van sleuven en werkputten.
Gasblazen dienen gasloos geplaatst te worden. Is dit om technische redenen niet
mogelijk dan moeten er aanvullende veiligheidsmaatregelen in het werkplan worden
opgenomen.
De werkzaamheden moeten zodanig worden voorbereid dat de onderbrekingstijd zo
kort mogelijk is.
Een eventuele bypass dient gasloos geplaatste en verwijderd te worden.
Zorg altijd dat afdichtingstoppen en/of eindkappen onder handbereik aanwezig zijn.
Het plaatsen van tijdelijke afsluitmiddelen mag alleen plaatsvinden buiten de
gevarenzone, dus ! 10% LEL.
Een reserveblaas met een reservelans dient gebruiksklaar binnen handbereik
aanwezig te zijn.
Bij hoofdleidingen waarbij de nominale diameter " DN 150 is, mag n gasblaas
geplaatst worden, mits deze voorzien is van het QA-keurmerk van Gastec. Zo niet,
dan dienen er twee gasblazen in serie geplaatst te worden.
Bij hoofdleidingen waarbij de nominale diameter > DN 300 is, dienen twee gasblazen
in serie te worden geplaatst. De twee buitenste gasblazen dienen als eersten gasloos
te worden geplaatst en ook weer als laatste te worden verwijderd. De twee binnenste
gasblazen dienen van gelijkwaardige kwaliteit te zijn.
Blazen dienen zich onder direct toezicht van het met de uitvoering belaste personeel
te bevinden; is dit niet het geval dan dient minimaal een VOP-ondersteunend toezicht
te houden op de blazen.

Risicos en maatregelen.
Risico:
Ongecontroleerde uitstroming van gas.
Maatregel: Ventileren, continu meten, toezicht op blazen, zo nodig werkplek verlaten en
melden aan de WV.
Risico:
Persoonlijk letsel en verstikking.
Maatregel: Gebruik maken van PBMs en apparatuur.

Opgesteld door:

Werkgroep VIAG-VWI

Procedure eigenaar:

Contactgroep Veiligheidsregelgeving

Goedgekeurd door:

Taakgroep Infrastructuur

Veiligheidswerkinstructie

Het plaatsen en verwijderen van


gasblazen in LD-leidingen

Documentnr. : G-24
Datum/versie: 15-5-2011
Blad
: 2 van 3

Risico:

Aanwezigheid van omstanders en/of dieren in de directe omgeving van de


werkplek.
Maatregel: Afbakenen van de werkplek, omstanders manen de werkplek te verlaten.
Risico:
Benvloeding van buitenaf, bijv. weersomstandigheden, verkeer.
Maatregel: Werkonderbreking, afzettingen conform Handboek 96b van de CROW.
Risico;
Blokkering vluchtwegen.
Maatregel: Vluchtwegen vrijhouden van obstakels.
Risico:
Brand en/of explosie.
Maatregel: Geen ontstekingsbronnen op of in de omgeving van de werkplek, werkplek
afbakenen d.m.v. verbodsborden Open vuur verboden.

6.

Middelen en apparatuur.
!

!
!
!
!

De vereiste PBMs: antistatische, gladde, afsluitende en vlamvertragende


werkkleding, veiligheidsschoeisel, stofbril, reflecterende kleding (bij werkzaamheden
langs de weg).
Gassignaleringsapparatuur met akoestisch en optisch signaal.
Gasconcentratiemeter, 100% aardgas.
Apparatuur om gasblazen gasloos te plaatsen.
Brandblusser (klasse A/B/C) van minimaal 6 kg.

7.

Werkwijze.

7.1.

Voorbereiding.
!
!
!

!
!
!
7.2.

Controleer of aan alle voorwaarden volgens punt 4 en de maatregelen volgens punt 5


is voldaan.
Controleer of het werkplan overeenkomt met de situatie ter plekke.
Indien bij bovengenoemde controles afwijkingen worden geconstateerd, mag er niet
met de werkzaamheden worden gestart, maar dient contact te worden opgenomen
met de WV.
Controleer de gasblazen op eventuele beschadigingen. Bij beschadiging mag een
gasblaas niet worden toegepast.
Controleer de goede werking van de manometer en de dichtheid van de gasblazen
volgens specificaties van de fabrikant.
Voer Laatste Minuut Risico Analyse (LMRA) uit.

Uitvoering.
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!

Tref de noodzakelijke veiligheidsmaatregelen.


Controleer de buisdiameter en selecteer de juiste diameter van de boor / frees, BG
opzetstukken en gasblazen conform de specificaties van de fabrikant.
Vraag bij het meldpunt toestemming om de op handen zijnde bedieningshandelingen
te mogen uitvoeren.
Plaats 1e gasblaas, drukmeten aan beide zijde van de 1e blaas.
Plaats de andere buitenste gasblaas.
Maak het leidingdeel tussen de gasblazen drukloos.
Plaats, indien van toepassing, de 2e blazen in het drukloos deel.
Zorg voor voldoende tussenruimte tussen de blazen en de plaats van
werkzaamheden.
Bewaak de netdruk en de druk in de blazen tijdens de werkzaamheden.
Voer de overige werkzaamheden uit.

Opgesteld door:

Werkgroep VIAG-VWI

Procedure eigenaar:

Contactgroep Veiligheidsregelgeving

Goedgekeurd door:

Taakgroep Infrastructuur

Veiligheidswerkinstructie

Het plaatsen en verwijderen van


gasblazen in LD-leidingen
!
!
!
!
7.3.

Geen.

Referenties.
!
!
!
!
!
!

10.

Registreer de benodigde gegevens.


Lever de uitgevoerde activiteiten op en meld het werkplan gereed bij de WV.
Laat de werkplek netjes en veilig achter.

Opmerkingen
!

9.

Vraag bij het meldpunt weer toestemming om de op handen zijnde


bedieningshandelingen te mogen uitvoeren.
Verwijder de gasblazen, ontluchten op een veilige manier en plaats op minimaal
2,5 mtr. boven maaiveld, tot de gasconcentratie weer 100% aardgas is.
Controleer verbindingen en appendages op dichtheid.
Hef de genomen veiligheidsmaatregelen op.

Beindiging.
!
!
!

8.

Documentnr. : G-24
Datum/versie: 15-5-2011
Blad
: 3 van 3

VIAG.
Handboek 96b van de CROW.
VWI G-01 Het werken aan of nabij gasvoorzieningsystemen.
VWI G-02 Het graven en dichten van sleuven en werkputten.
Montagevoorschriften.
Bedieningshandleidingen.

Bijlagen.
!

Geen.

Opgesteld door:

Werkgroep VIAG-VWI

Procedure eigenaar:

Contactgroep Veiligheidsregelgeving

Goedgekeurd door:

Taakgroep Infrastructuur

Veiligheidswerkinstructie

Het stoppelen van HD-leidingen

1.

Documentnr. : G-25
Datum/versie: 15-5-2011
Blad
: 1 van 3

Doel.
Het veilig stoppelen van HD-leidingen.

2.

Toepassingsgebied.
HD-gasvoorzieningsystemen.

3.

Aanwijzingen en opdrachtverstrekking.
!
!
!
!
!

4.

Voorwaarden.
!
!
!
!
!
!

5.

Uitvoering door in stoppelen gespecialiceerde medewerkers of bedrijven (mogelijk


leken).
Uitvoering van alle bijbehorende gastechnische werkzaamheden door minimaal
AVP netten, met assistentie van minimaal VOP.
Uitvoering bedieningshandelingen door minimaal AVP netten.
Opdrachtverstrekking door minimaal WV netten, via werkplan.
Mate van toezicht door de WV voortdurend.

De werkplek is voldoende ruim, droog en verlicht.


De werkplek wordt voldoende geventileerd.
De actuele netsituatie is aan de hand van tekeningen bekend en deze zijn ter plaatse
beschikbaar.
De gasconcentratie wordt voortdurend gemeten en mag niet hoger zijn dan 10% LEL.
Voor uitvoering van deze werkzaamheden dient een bedieningsplan opgesteld te zijn.
In het werkplan is tevens een noodplan opgenomen. In dit noodplan zijn de
uitwijkmogelijkheden beschreven, welke bij het optreden van onvoorziene
gebeurtenissen, genomen kunnen worden.
Het uitvoeren van grondwerkzaamheden conform VWI G-02 Het graven en dichten
van sleuven en werkputten.

Risicos en maatregelen.
Risico:
Ongecontroleerde uitstroming van gas.
Maatregel: Ventileren, continu meten, zo nodig werkplek verlaten, zo mogelijk noodplan
in werking laten treden.
Risico:
Persoonlijk letsel en verstikking.
Maatregel: Gebruik maken van PBMs en apparatuur.
Risico:

Aanwezigheid van omstanders en/of dieren in de directe omgeving van de


werkplek.
Maatregel: Afbakenen van de werkplek, omstanders manen de werkplek te verlaten.

Risico:
Benvloeding van buitenaf, bijv. weersomstandigheden, verkeer.
Maatregel: Werkonderbreking, afzettingen conform Handboek 96b van de CROW.
Risico:
Blokkering vluchtwegen.
Maatregel: Vluchtwegen vrijhouden van obstakels.
Risico:
Brand en/of explosie.
Maatregel: Geen ontstekingsbronnen op of in de omgeving van de werkplek, werkplek
afbakenen d.m.v. verbodsborden Open vuur verboden.

Opgesteld door:

Werkgroep VIAG-VWI

Procedure eigenaar:

Contactgroep Veiligheidsregelgeving

Goedgekeurd door:

Taakgroep Infrastructuur

Veiligheidswerkinstructie

Het stoppelen van HD-leidingen

6.

Middelen en apparatuur.
!

!
!
!

De vereiste BPMs: antistatische, gladde, afsluitende en vlamvertragende


werkkleding, veiligheidsschoeisel, veiligheidshelm, stofbril, reflecterende kleding (bij
werkzaamheden langs de weg).
Gassignaleringsapparatuur met akoestisch en optisch signaal.
Gasconcentratiemeter, 100% aardgas.
Brandblusser (klasse A/B/C) van minimaal 6 kg.

7.

Werkwijze.

7.1.

Voorbereiding.
!
!
!
!
!
!

7.2.

Controleer of aan alle voorwaarden volgens punt 4 en de maatregelen volgens punt 5


is voldaan.
Controleer of het werkplan overeenkomt met de situatie ter plekke.
Indien bij bovengenoemde controles afwijkingen worden geconstateerd, mag er niet
met de werkzaamheden worden gestart.
Controleer certificering lasser.
Controleer afsluiters t.b.v. noodplan op bereikbaarheid en bedienbaarheid conform
VWI G-43 Het controleren van grondafsluiters en appendages in HD- en LD-netten.
Voer Laatste Minuut Risico Analyse (LMRA) uit.

Uitvoering.
!
!
!

!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
7.3.

Documentnr. : G-25
Datum/versie: 15-5-2011
Blad
: 2 van 3

Tref de noodzakelijke veiligheidsmaatregelen.


Koppel, indien van toepassing, de KB af volgens bedrijfsinstructies.
Voer de laswerkzaamheden uit conform VWI G-28 Het lassen van aftakhulpstukken
op PE in bestaande HD- en LD-netten of VWI G-29 Het lassen van aftakhulpstukken
op staal in bestaande HD- en LD-netten.
Controleer de verbindingen t.b.v. het stoppelen conform VWI G-22 Het beproeven op
sterkte van HD- en LD- leidingen, incl. HD-aansluitleidingen en VWI G-23 Het
beproeven op dichtheid van HD- en LD-leidingen, incl. HD-aansluitleidingen.
Vraag bij het meldpunt toestemming om de op handen zijnde bedieningshandeling te
mogen uitvoeren.
Plaats de stoppels volgens de in het werkplan opgenomen volgorde.
Voltooi de stoppelactiviteiten en lever het leidingdeel waar aan moet worden gewerkt
drukloos op.
Maak, indien nodig, voor het onderbreken van de gasleiding een elektrische
geleidende verbinding met aarde.
Laat de geplande werkzaamheden aan de gasleiding uitvoeren.
Vraag bij het meldpunt weer toestemming om de op handen zijnde
bedieningshandeling te mogen uitvoeren.
Ontlucht het betreffende leidingdeel.
Verwijder de stoppelapparatuur volgens de in het werkplan opgenomen volgorde.
Controleer de verbindingen en appendages op dichtheid.
Herstel de buisbekleding volgens bedrijfsinstructies.
Sluit, indien van toepassing, de KB aan volgens bedrijfsinstructie.
Hef de genomen veiligheidsmaatregelen op.

Beindiging.
!
!
!

Registreer de benodigde gegevens.


Lever de uitgevoerde activiteiten op.
Laat de werkplek netjes en veilig achter.

Opgesteld door:

Werkgroep VIAG-VWI

Procedure eigenaar:

Contactgroep Veiligheidsregelgeving

Goedgekeurd door:

Taakgroep Infrastructuur

Veiligheidswerkinstructie

Het stoppelen van HD-leidingen


8.

Opmerkingen
!

9.

Geen.

Referenties
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!

10.

Documentnr. : G-25
Datum/versie: 15-5-2011
Blad
: 3 van 3

VIAG.
VWI G-01 Het werken aan of nabij gasvoorzieningsystemen.
VWI G-02 Het graven en dichten van sleuven en werkputten.
VWI G-22 Het beproeven op sterkte van HD- en LD- leidingen, incl.
HD-aansluitleidingen.
VWI G-23 Het beproeven op dichtheid van HD- en LD-leidingen, incl.
HD-aansluitleidingen.
VWI G-28 Het lassen van aftakhulpstukken op PE in bestaande HD- en LD-netten.
VWI G-29 Het lassen van aftakhulpstukken op staal in bestaande HD- en LD-netten.
VWI G-43 Het controleren van grondafsluiters en appendages in HD- en LD-netten.
Handboek 96b van de CROW.
Montagevoorschriften.
Bedieningshandleidingen.

Bijlagen
!

Geen.

Opgesteld door:

Werkgroep VIAG-VWI

Procedure eigenaar:

Contactgroep Veiligheidsregelgeving

Goedgekeurd door:

Taakgroep Infrastructuur

Veiligheidswerkinstructie

Het knevelen van PE-leidingen


in HD- en LD-netten

1.

Documentnr. : G-27
Datum/versie: 15-5-2011
Blad
: 1 van 4

Doel.
Het veilig knevelen van PE-leidingen in HD- en LD-netten.

2.

Toepassingsgebied.
HD- en LD-gasvoorzieningsystemen.

3.

Aanwijzingen en opdrachtverstrekking.
!
!
!
!
!

4.

Voorwaarden.
!
!
!
!
!
!
!
!

!
!
!
!
!

5.

Uitvoering voor HD-netten door minimaal AVP netten, met assistentie van minimaal
VOP.
Uitvoering voor LD-netten door minimaal AVP LD-netten, met assistentie van
minimaal VOP.
Opdrachtverstrekking door minimaal WV netten, via werkplan.
Mate van toezicht in HD-netten de WV voortdurend.
Mate van toezicht in LD-netten wordt door de WV bepaald.

De werkplek is voldoende ruim, droog en verlicht.


De werkplek wordt voldoende geventileerd.
De actuele netsituatie is aan de hand van tekeningen bekend en deze zijn ter plaatse
beschikbaar.
De gasconcentratie wordt voortdurend gemeten en mag niet hoger zijn dan 10% LEL.
Voor uitvoering van deze werkzaamheden dient een bedieningsplan opgesteld te zijn.
Knevelen van PE-leidingen mag alleen worden toegepast als andere
afsluitmethodieken redelijkerwijs niet gebruikt kunnen worden
Er mag alleen gereedschap gebruikt worden dat specifiek voor het knevelen is
ontworpen.
Knevels dienen zich onder direct toezicht van het met uitvoering belaste personeel te
bevinden; is dit niet het geval dan dient minimaal een VOP-ondersteunend toezicht te
houden op de knevels.
Bij het knevelen van een leiding met dn > 63 mm of een bedrijfsdruk ! 1 bar moet de
buis op twee plaatsen worden gekneveld. Het leidingdeel tussen de knevelplaatsen
moet worden geventileerd.
Bij het knevelen van een leiding met dn " 63 mm en een bedrijfsdruk " 200 mbar
mag de buis op n plaats worden gekneveld.
Bij buitentemperaturen lager dan 0C en bij 1e generatie PE-buis mag uitsluitend in
noodgevallen gekneveld worden. De WV neemt hierin de beslissing.
Als niet bekend is welke PE-generatie buis het betreft, dan moet uitgegaan worden
van 1e generatie PE.
Als de wanddikte niet is af te leiden uit tekeningen en/of opschriften op de leiding,
dan moet er een ultrasone wanddiktemeting worden uitgevoerd.
Het uitvoeren van grondwerkzaamheden conform VWI G-02 Het graven en dichten
van sleuven en werkputten.

Risicos en maatregelen.
Risico:
Ongecontroleerde uitstroming van gas.
Maatregel: Ventileren, continu meten, zo nodig werkplek verlaten en melden aan de WV.
Risico:
Persoonlijk letsel en verstikking.
Maatregel: Gebruik maken van PBMs en apparatuur.

Opgesteld door:

Werkgroep VIAG-VWI

Procedure eigenaar:

Contactgroep Veiligheidsregelgeving

Goedgekeurd door:

Taakgroep Infrastructuur

Veiligheidswerkinstructie

Het knevelen van PE-leidingen


in HD- en LD-netten

Documentnr. : G-27
Datum/versie: 15-5-2011
Blad
: 2 van 4

Risico:

Aanwezigheid van omstanders en/of dieren in de directe omgeving van de


werkplek.
Maatregel: Afbakenen van de werkplek, omstanders manen de werkplek te verlaten.

Risico:
Benvloeding van buitenaf, bijv. weersomstandigheden, verkeer.
Maatregel: Werkonderbreking, afzettingen conform Handboek 96b van de CROW.

6.

Middelen en apparatuur.
!

!
!
!
!

7.
7.1.

Werkwijze.
Voorbereiding.
!
!
!

!
7.2.

De vereiste PBMs: antistatische, gladde, afsluitende en vlamvertragende


werkkleding, veiligheidsschoeisel, reflecterende kleding (bij werkzaamheden langs de
weg).
Gassignaleringsapparatuur met akoestisch en optisch signaal.
Gasconcentratiemeter, 100% aardgas.
Brandblusser (klasse A/B/C) van minimaal 6 kg.
Knevelapparatuur.

Controleer of aan alle voorwaarden volgens punt 4 en de maatregelen volgens punt 5


is voldaan.
Controleer of het werkplan overeenkomt met de situatie ter plekke.
Indien bij bovengenoemde controles afwijkingen worden geconstateerd, mag er niet
met de werkzaamheden worden gestart, maar dient contact te worden opgenomen
met de WV.
Voer Laatste Minuut Risico Analyse (LMRA) uit.

Uitvoering.
!
!

!
!

!
!
!
!
!
!
!
!
!
!

Tref de noodzakelijke veiligheidsmaatregelen.


Bepaal de plaats van de knevel:
o De afstand tot verbindingen moet ten minste 3 x DN zijn.
o De afstand tot andere knevelpunten moet ten minste 6 x DN zijn.
Bepaal de wanddikte van de te knevelen buis.
Stel het knevelgereedschap in:
o Leidingen met dn " 63 mm knevelen mag met hand bediend gereedschap
o Leidingen met dn > 63 mm knevelen met hydraulisch bediend gereedschap.
Vraag bij het meldpunt toestemming om de op handen zijnde bedieningshandeling te
mogen uitvoeren.
Plaats de knevels volgens de in het werkplan aangegeven volgorde.
Voltooi de knevelactiviteiten en lever het leidingdeel waaraan gewerkt moet worden
drukloos op.
Controleer na het drukloos maken of er geen drukopbouw plaatsvindt of kan
plaatsvinden.
Voer de overig geplande werkzaamheden uit.
Vraag bij het meldpunt weer toestemming om de op handen zijnde
bedieningshandeling te mogen uitvoeren.
Ontlucht het betreffende leidingdeel.
Verwijder de knevels.
Controleer de verbindingen en appendages op dichtheid.
Hef de genomen veiligheidsmaatregelen op.

Opgesteld door:

Werkgroep VIAG-VWI

Procedure eigenaar:

Contactgroep Veiligheidsregelgeving

Goedgekeurd door:

Taakgroep Infrastructuur

Veiligheidswerkinstructie

Het knevelen van PE-leidingen


in HD- en LD-netten

7.3.

Beindiging.
!
!
!

8.

Documentnr. : G-27
Datum/versie: 15-5-2011
Blad
: 3 van 4

Registreer de benodigde gegevens. De knevelplekken moeten worden vastgelegd.


Lever de uitgevoerde activiteiten op en meld het werkplan gereed bij de WV.
Laat de werkplek netjes en veilig achter.

Opmerkingen.
Bijzondere omstandigheden.
Leidingmateriaal van 1e generatie PE of dat bij een lagere buitentemperatuur dan 0 C of
langer dan 24 uur is gekneveld, moet binnen de termijn van n jaar worden vervangen.
Snelheid dichtdrukken knevelapparaat (zie tabel 1).
Norm voor dichtdrukken: altijd minimaal 1 minuut en een snelheid van <51 mm/min.
Snelheid openen knevelapparaat (zie tabel 1).
! Het te snel openen van de knevels heeft een negatieve invloed op de restlevensduur
van de buis.
! De eerste fase van het openen van het knevelapparaat, tot de toestand waarin de
buiswanden net niet meer tegen elkaar worden gedrukt, moet ten minste 1 minuut
duren.
! Norm tot openen: <13 mm/min.
! Na het verwijderen van het knevelgereedschap moet de buis uit zichzelf de vrijwel
oorspronkelijke vorm aannemen.
! Dit proces mag niet worden geforceerd, door bijvoorbeeld rondingklemmen aan te
brengen of op een andere wijze.

Tabel 1 Drukroldiameter, knevelfactor en knevelsnelheid


Buitendiameter
Minimum
Knevel
Snelheid
Snelheid
leiding
drukroldiameter
factor
sluiten
openen
(mm)
(mm)
(%)
(mm/min)
(mm/min)
D " 63
25.0
80
< 51
< 13
63 < D " 250
38.0
80
< 51
< 13
250 < D " 630
50.0
90
< 51
< 13
Altijd minimaal 1 minuut
Altijd minimaal 1 minuut
Tabel 2 Afstand-schijven/ringen op knevelapparaat knevelfactor 80% (SDR 17,6).
Diameter PE (mm)
Wanddikte(mm)
Dikte schijven/ringen (mm)
SDR 17,6
2 x wanddikte x 80%
25
2.0
3.20
32
2.0
3.20
32
2,3
3.68
40
2.3
3.68
50
2.9
4.64
63
3.6
5.76
75
4.3
6.88
90
5.2
8.32
110
6.3
10.08
125
7.4
11.84
160
9.5
15.20
200
11.9
19.04

Opgesteld door:

Werkgroep VIAG-VWI

Procedure eigenaar:

Contactgroep Veiligheidsregelgeving

Goedgekeurd door:

Taakgroep Infrastructuur

Veiligheidswerkinstructie

Het knevelen van PE-leidingen


in HD- en LD-netten

Documentnr. : G-27
Datum/versie: 15-5-2011
Blad
: 4 van 4

Tabel 2 Afstand-schijven/ringen op knevelapparaat knevelfactor 80% (SDR 11).


Diameter PE (mm)
Wanddikte (mm)
Dikte schijven / ringen (mm)
SDR 11
2 x wanddikte x 80%
25
2.3
3.68
32
3.0
4.80
40
3.7
5.92
50
4.6
7.36
63
5.8
9.28
75
6.8
10.88
90
8.2
13.12
110
10.0
16.00
125
11.4
18.24
160
14.6
23.36
200
18.2
29.12
Knevelfactor.
Is de verhouding tussen onderlinge afstand drukrollen en wanddikte PE-buis.
Een knevelfactor van 80% betekent dat met enige kracht de leiding wordt samengeperst.
De onderlinge afstand tussen de drukrollen is kleiner dan 2x de opgetelde wanddikte.
De wand wordt dus 20% ingedrukt.
L= (2xWD) x knevelfactor/100%.
L = onderlinge afstand tussen de drukrollen van het knevelapparaat.
WD = wanddikte PE-buis.
Standard Dimension Ratio SDR.
Verhouding tussen buitendiameter van de buis en de wanddikte.
1e generatie PE-buis.
Gemaakt uit materiaal PE50 of PE63 en werd toegepast tot 1980.
2e en 3e generatie PE-buis.
Gemaakt uit materiaal PE80 of PE100 en wordt toegepast vanaf 1980. De aanduiding is
op de buiswand aangegeven.

9.

Referenties.
!
!
!
!
!
!
!

10.

VIAG.
NEN 7244-2.
VWI G-01 Het werken aan of nabij gasvoorzieningsystemen.
VWI G-02 Het graven en dichten van sleuven en werkputten.
Handboek 96b van de CROW.
Bedieningshandleidingen.
Montagevoorschriften.

Bijlagen.
!

Geen.

Opgesteld door:

Werkgroep VIAG-VWI

Procedure eigenaar:

Contactgroep Veiligheidsregelgeving

Goedgekeurd door:

Taakgroep Infrastructuur

Veiligheidswerkinstructie

Het lassen van aftakhulpstukken op PE


in bestaande HD- en LD-netten

1.

Documentnr. : G-28
Datum/versie: 15-5-2011
Blad
: 1 van 3

Doel.
Het veilig lassen van aftakhulpstukken op PE in bestaande HD- en LD-netten.

2.

Toepassingsgebied.
HD- en LD-gasvoorzieningsystemen.

3.

Aanwijzingen en opdrachtverstrekking.
!
!
!
!
!
!
!

4.

Voorwaarden.
!
!
!
!
!

!
!
!
!
!

5.

Uitvoering door een gecertificeerde PE-lasser (leek).


Uitvoering van alle bijbehorende gastechnische werkzaamheden voor HD-netten door
minimaal AVP-netten, met assistentie van minimaal VOP.
Uitvoering van alle bijbehorende gastechnische werkzaamheden voor LD-netten door
minimaal AVP LD-netten, met assistentie van minimaal VOP.
Opdrachtverstrekking HD-netten door minimaal WV-netten, via werkplan.
Opdrachtverstrekking LD-netten door minimaal WV netten, via werkplan of
raamopdracht.
Mate van toezicht in HD-netten de WV voortdurend.
Mate van toezicht in LD-netten wordt door de WV bepaald.

De werkplek is voldoende ruim, droog en verlicht.


De werkplek wordt voldoende geventileerd.
De actuele netsituatie is aan de hand van tekeningen bekend en deze zijn ter plaatse
beschikbaar.
De gasconcentratie wordt voortdurend gemeten en mag niet hoger zijn dan 10% LEL.
Alle werkzaamheden ten aanzien van elektrolassen mogen uitsluitend worden
uitgevoerd door gecertificeerde PE-lassers. Het certificerend bedrijf dient CKB erkend
te zijn.
De lascondities (las- en koeltijden) moeten worden aangehouden.
Tijdens het lasproces mogen zich geen personen in de werkput bevinden.
De toe te passen lasmethode is bepaald aan de hand van het op blad 3 opgenomen
stroomdiagram
Het onder gasdruk lassen van aftakhulpstukken op PE met een SDR klasse boven
17,6 in HD-netten is niet toegestaan.
In het werkplan is tevens een noodplan opgenomen. In dit noodplan zijn de
uitwijkmogelijkheden beschreven, welke bij het optreden van onvoorziene
gebeurtenissen, genomen kunnen worden.
Het uitvoeren van grondwerkzaamheden conform VWI G-02 Het graven en dichten
van sleuven en werkputten.

Risicos en maatregelen.
Risico:
Ongecontroleerde uitstroming van gas.
Maatregel: Ventileren, continu meten, zo nodig werkplek verlaten en melden aan de WV,
zo mogelijk noodplan in werking laten treden.
Risico:
Persoonlijk letsel en verstikking.
Maatregel: Gebruik maken van PBMs en apparatuur.
Risico:

Aanwezigheid van omstanders en/of dieren in de directe omgeving van de


werkplek.
Maatregel: Afbakenen van de werkplek, omstanders manen de werkplek te verlaten.

Opgesteld door:

Werkgroep VIAG-VWI

Procedure eigenaar:

Contactgroep Veiligheidsregelgeving

Goedgekeurd door:

Taakgroep Infrastructuur

Veiligheidswerkinstructie

Het lassen van aftakhulpstukken op PE


in bestaande HD- en LD-netten

Documentnr. : G-28
Datum/versie: 15-5-2011
Blad
: 2 van 3

Risico:
Benvloeding van buitenaf, bijv. weersomstandigheden, verkeer.
Maatregel: Werkonderbreking, afzettingen conform Handboek 96b van de CROW.
Risico:
Blokkering vluchtwegen.
Maatregel: Vluchtwegen vrij houden van obstakels.
Risico:
Brand en/of explosie.
Maatregel: Geen ontstekingsbronnen op of in de omgeving van de werkplek, werkplek
afbakenen d.m.v. verbodsborden Open vuur verboden.

6.

Middelen en apparatuur.
!

!
!
!

De vereiste PBMs: antistatische, gladde, afsluitende en vlamvertragende


werkkleding, veiligheidsschoeisel, reflecterende kleding (bij werkzaamheden langs de
weg).
Gassignaleringsapparatuur met akoestisch en optisch signaal.
Brandblusser (klasse A/B/C) van minimaal 6 kg.
Lastransformator: Elektrolasmachine conform ISO 12176-2 met een
uitgangsspanning
van maximaal 50 V (Safety Very Low Voltage).

7.

Werkwijze.

7.1.

Voorbereiding.
!
!
!

!
7.2.

Uitvoering.
!
!

!
!
!

!
7.3.

Controleer of aan alle voorwaarden volgens punt 4 en de maatregelen volgens punt 5


is voldaan.
Controleer of het werkplan of raamopdracht overeenkomt met de situatie ter plekke.
Indien bij bovengenoemde controles afwijkingen worden geconstateerd, mag er niet
met de werkzaamheden worden gestart, maar dient contact te worden opgenomen
met de WV.
Voer Laatste Minuut Risico Analyse (LMRA) uit.

Tref de noodzakelijke veiligheidsmaatregelen.


Schil de oxidehuid van de oppervlakte van de buis in de te lassen vlakken met
daartoe vervaardigde schiller. Is dit niet mogelijk, dan mag er geschraapt worden
met speciaal daartoe vervaardigde apparatuur.
Pas zo nodig buisklemmen toe om de buis rond gespannen te krijgen.
Maak de elektrolasverbinding.
Voer voor het doorboren van het zadel een sterkte- en dichtheidsbeproeving uit
conform VWI G-22 Het beproeven op sterkte van HD- en LD- leidingen, incl. HDaansluitleidingen en VWI G-23 Het beproeven op dichtheid van HD-en LD-leidingen,
incl. HD-aansluitleidingen.
Hef de genomen veiligheidsmaatregelen op.

Beindiging.
!
!

Registreer de benodigde gegevens.


Lever de uitgevoerde activiteiten op:
o Activiteiten via een werkplan: gereedmelding van het werkplan bij de WV.
o Activiteiten via een raamopdracht: oplevering conform de bedrijfsafspraken.
Laat de werkplek netjes en veilig achter.

Opgesteld door:

Werkgroep VIAG-VWI

Procedure eigenaar:

Contactgroep Veiligheidsregelgeving

Goedgekeurd door:

Taakgroep Infrastructuur

Veiligheidswerkinstructie

Het lassen van aftakhulpstukken op PE


in bestaande HD- en LD-netten

8.

Documentnr. : G-28
Datum/versie: 15-5-2011
Blad
: 3 van 3

Opmerkingen.
Stroomdiagram bepalen lasmethode PE leidingen

9.

Referenties.
!
!
!
!
!
!
!
!
!

10.

VIAG.
NEN 7244-2.
VWI G-01 Het werken aan of nabij gasvoorzieningsystemen.
VWI G-02 Het graven en dichten van sleuven en werkputten.
VWI G-22 Het beproeven op sterkte van HD- en LD- leidingen, incl.
HD-aansluitleidingen.
VWI G-23 Het beproeven op dichtheid van HD- en LD-leidingen, incl.
HD-aansluitleidingen.
Handboek 96b van de CROW.
Bedieningshandleidingen.
Montagevoorschriften.

Bijlagen.
!

Geen.

Opgesteld door:

Werkgroep VIAG-VWI

Procedure eigenaar:

Contactgroep Veiligheidsregelgeving

Goedgekeurd door:

Taakgroep Infrastructuur

Veiligheidswerkinstructie

Het lassen van aftakhulpstukken


op staal in bestaande HD- en LD-netten

1.

Documentnr. : G-29
Datum/versie: 15-5-2011
Blad
: 1 van 3

Doel.
Het veilig lassen van aftakhulpstukken op staal in bestaande HD- en LD-netten.

2.

Toepassingsgebied.
HD- en LD-gasvoorzieningsystemen.

3.

Aanwijzingen en opdrachtverstrekking.
!
!
!
!
!
!
!
!

4.

Voorwaarden.
!
!
!
!
!
!

!
!

5.

Uitvoering door een gecertificeerde lasser (leek).


Uitvoering van alle bijbehorende gastechnische werkzaamheden voor HD-netten door
minimaal AVP-netten, met assistentie van minimaal VOP.
Uitvoering van alle bijbehorende gastechnische werkzaamheden voor LD-netten door
minimaal AVP LD-netten, met assistentie van minimaal VOP.
Uitvoering bedieningshandelingen voor HD-netten door minimaal AVP-netten.
Uitvoering bedieningshandelingen voor LD-netten door minimaal AVP LD-netten.
Opdrachtverstrekking door minimaal WV netten, via werkplan.
Mate van toezicht bij HD-leidingen door de WV voortdurend.
Mate van toezicht bij LD-leidingen wordt door de WV bepaald, de WV bepaalt wie
toezicht houdt (moet minimaal AVP LD-netten zijn).

De werkplek is voldoende ruim, droog en verlicht.


De werkplek wordt voldoende geventileerd.
De actuele netsituatie is aan de hand van tekeningen bekend en deze zijn ter plaatse
beschikbaar.
De gasconcentratie wordt voortdurend gemeten en mag niet hoger zijn dan 10% LEL.
Lassen aan een gasleiding, onder bedrijfsdruk, mag alleen als de wanddikte dit
toelaat en niet door corrosie is aangetast.
Voor deze laswerkzaamheden is een lasmethodebeschrijving (LMB) noodzakelijk.
In deze beschrijving zijn alle benodigde lasparameters aangegeven, welke voor het
veilig en juist maken van de las noodzakelijk zijn.
Voor aanvang van de werkzaamheden moet de desbetreffende WV zich ervan
overtuigen dat de lasmethodebeschrijving op het werk aanwezig is en gevolgd wordt.
De KB, indien noodzakelijk, voor aanvang laswerkzaamheden uitschakelen en na
afronding van de werkzaamheden weer inschakelen.
In het werkplan is tevens een noodplan opgenomen. In dit noodplan zijn de
uitwijkmogelijkheden beschreven, welke bij het optreden van onvoorziene
gebeurtenissen, genomen kunnen worden.
Het uitvoeren van grondwerkzaamheden conform VWI G-02 Het graven en dichten
van sleuven en werkputten.

Risicos en maatregelen.
Risico:
Ongecontroleerde uitstroming van gas.
Maatregel: Ventileren, continu meten, zo nodig werkplek verlaten en melden aan de WV,
zo mogelijk noodplan in werking laten treden.
Risico:
Persoonlijk letsel en verstikking.
Maatregel: Gebruik maken van PBMs en apparatuur.

Opgesteld door:

Werkgroep VIAG-VWI

Procedure eigenaar:

Contactgroep Veiligheidsregelgeving

Goedgekeurd door:

Taakgroep Infrastructuur

Veiligheidswerkinstructie

Het lassen van aftakhulpstukken


op staal in bestaande HD- en LD-netten

Documentnr. : G-29
Datum/versie: 15-5-2011
Blad
: 2 van 3

Risico:

Aanwezigheid van omstanders en/of dieren in de directe omgeving van de


werkplek.
Maatregel: Afbakenen van de werkplek, omstanders manen de werkplek te verlaten.

Risico:
Benvloeding van buitenaf, bijv. weersomstandigheden, verkeer.
Maatregel: Werkonderbreking, afzettingen conform Handboek 96b van de CROW,
paraplu.
Risico:
Blokkering vluchtwegen.
Maatregel: Vluchtwegen vrijhouden van obstakels.
Risico:
Brand en/of explosie.
Maatregel: Geen externe ontstekingsbronnen op of in de omgeving van de werkplek,
werkplek afbakenen d.m.v. verbodsborden Open vuur verboden,
voortdurend toezicht houden.
Risico:

Aanraakgevaar van onder spanning staande delen van een lasstroomcircuit


(de elektrode en het werkstuk).
Maatregel: Gebruik maken van elektrisch isolerende PBMs, aanraken vermijden.

6.

Middelen en apparatuur.
!

!
!
!

De vereiste PBMs: antistatische, gladde, afsluitende en vlamvertragende


werkkleding, veiligheidschoeisel, lasoverall, lasbril, lashelm/laskap, lashandschoenen,
reflecterende kleding (bij werkzaamheden langs de weg).
Gassignaleringsapparatuur met akoestisch en optisch signaal.
Brandblusser (klasse A/B/C) van minimaal 6 kg.
Lastrafo en lasaggregaat.

7.

Werkwijze.

7.1.

Voorbereiding.
!
!
!

!
7.2.

Uitvoering.
!
!
!

!
7.3.

Controleer of aan alle voorwaarden volgens punt 4 en de maatregelen volgens punt 5


is voldaan.
Controleer of het werkplan overeenkomt met de situatie ter plekke.
Indien bij bovengenoemde controles afwijkingen worden geconstateerd, mag er niet
met de werkzaamheden worden gestart, maar dient contact te worden opgenomen
met de WV.
Voer Last Minuut Risico Analyse (LMRA) uit.

Tref de noodzakelijke veiligheidsmaatregelen.


Voer het laswerk uit conform vastgestelde lasmethode beschrijving (LMB).
Beproef de gelaste componenten conform VWI G-22 Het beproeven op sterkte van
HD- en LD- leidingen, incl. HD-aansluitleidingen en VWI G-23 Het beproeven op
dichtheid van HD- en LD-leidingen, incl. HD-aansluitleidingen.
Hef de genomen veiligheidsmaatregelen op.

Beindiging.
!
!
!

Registreer de benodigde gegevens.


Lever de uitgevoerde activiteiten op en meld het werkplan gereed bij de WV.
Laat de werkplek netjes en veilig achter.

Opgesteld door:

Werkgroep VIAG-VWI

Procedure eigenaar:

Contactgroep Veiligheidsregelgeving

Goedgekeurd door:

Taakgroep Infrastructuur

Veiligheidswerkinstructie

Het lassen van aftakhulpstukken


op staal in bestaande HD- en LD-netten
8.

Opmerkingen.
!

9.

Geen.

Referenties.
!
!
!
!
!
!
!
!
!

10.

Documentnr. : G-29
Datum/versie: 15-5-2011
Blad
: 3 van 3

VIAG.
NEN 7244-3.
NEN 12732.
VWI G-01 Het werken aan of nabij gasvoorzieningsystemen.
VWI G-02 Het graven en dichten van sleuven en werkputten.
VWI G-22 Het beproeven op sterkte van HD- en LD- leidingen, incl.
HD-aansluitleidingen.
VWI G-23 Het beproeven op dichtheid van HD- en LD-leidingen, incl.
HD-aansluitleidingen.
Bedieningshandleidingen.
Montagevoorschriften.

Bijlagen.
!

Geen.

Opgesteld door:

Werkgroep VIAG-VWI

Procedure eigenaar:

Contactgroep Veiligheidsregelgeving

Goedgekeurd door:

Taakgroep Infrastructuur

Veiligheidswerkinstructie

Het controleren van bekleding van


HD- en LD-leidingen

1.

Documentnr. : G-31
Datum/versie: 15-5-2011
Blad
: 1 van 3

Doel.
Het veilig controleren van bekleding van HD- en LD-leidingen.

2.

Toepassingsgebied.
HD- en LD-gasvoorzieningsystemen.

3.

Aanwijzingen en opdrachtverstrekking.
!
!
!

4.

Voorwaarden.
!
!
!
!
!
!
!

5.

Uitvoering door minimaal VOP.


Opdrachtverstrekking door minimaal WV-netten, via werkplan of raamopdracht.
Mate van toezicht wordt door de WV bepaald.

De werkplek is voldoende ruim, droog en verlicht.


De werkplek wordt voldoende geventileerd.
De actuele tekeningen zijn ter plaatse beschikbaar.
De te controleren buis moet droog zijn.
Afvonken mag niet gelijktijdig met andere werkzaamheden aan de leiding
plaatsvinden.
De KB, indien noodzakelijk, voor aanvang werkzaamheden uitschakelen en na
afronding van de werkzaamheden weer inschakelen.
Het uitvoeren van grondwerkzaamheden conform VWI G-02 Het graven en dichten
van sleuven en werkputten.

Risicos en maatregelen.
Risico:
Persoonlijk letsel.
Maatregel: Gebruik maken van PBMs.
Risico:

Aanwezigheid van omstanders en/of dieren in de directe omgeving van de


werkplek.
Maatregel: Afbakenen van de werkplek, omstanders manen de werkplek te verlaten.
Risico:
Benvloeding van buitenaf, bijv. weersomstandigheden, verkeer.
Maatregel: Werkonderbreking, afzettingen conform Handboek 96b van de CROW.
Risico:
Aanraakgevaar van onder spanning staande blanke delen.
Maatregel: Gebruik maken van elektrisch isolerende PBMs, aanraken vermijden.

6.

Middelen en apparatuur.
!
!

De vereiste PBMs: werkkleding, veiligheidschoeisel, handschoenen, reflecterende


kleding (bij werkzaamheden langs de weg).
Afvonk apparatuur.

Opgesteld door:

Werkgroep VIAG-VWI

Procedure eigenaar:

Contactgroep Veiligheidsregelgeving

Goedgekeurd door:

Taakgroep Infrastructuur

Veiligheidswerkinstructie

Het controleren van bekleding van


HD- en LD-leidingen

7.

Werkwijze.

7.1.

Voorbereiding.
!
!
!

!
7.2.

!
!
!

Tref de noodzakelijke veiligheidsmaatregelen.


Controleer de bekleding van de leiding bijv. door middel van afvonken.
Voer eventuele reparaties uit.
Hef de genomen veiligheidsmaatregelen op.

Beindiging.
!
!

8.

Controleer of aan alle voorwaarden volgens punt 4 en de maatregelen volgens punt 5


is voldaan.
Controleer of het werkplan of raamopdracht overeenkomt met de situatie ter plekke.
Indien bij bovengenoemde controles afwijkingen worden geconstateerd, mag er niet
met de werkzaamheden worden gestart, maar dient contact te worden opgenomen
met de WV.
Voer Laatste Minuut Risico Analyse (LMRA) uit.

Uitvoering.
!

7.3.

Documentnr. : G-31
Datum/versie: 15-5-2011
Blad
: 2 van 3

Registreer de benodigde gegevens.


Lever de uitgevoerde activiteiten op:
o Activiteiten via een werkplan: gereedmelding van het werkplan bij de WV.
o Activiteiten via een raamopdracht: oplevering conform de bedrijfsafspraken.
Laat de werkplek netjes en veilig achter.

Opmerkingen.
Meetmethode.
De vonklengte-methode wordt toegepast.
Dat wil zeggen dat het afstellen van de vereiste vonklengte gebeurt met behulp van
een "vonkbrug".
De instelling van de vonklengte is afhankelijk van de soort bekleding en de dikte van
de bekleding. Tijdens het afvonken dient men te controleren of de ingestelde waarde
nog juist is. Dit omdat de accuspanning en/of de luchtvochtigheid kan veranderen.
Vonklengte
Het instellen van de vonklengte moet onder dezelfde omstandigheden plaatsvinden als
het afvonken.
In onderstaande tabel is voor enkele bekledingen vermeld op welke waarde de vonklengte
ingesteld dient te worden.

Vochtvorming.
Opgesteld door:

Werkgroep VIAG-VWI

Procedure eigenaar:

Contactgroep Veiligheidsregelgeving

Goedgekeurd door:

Taakgroep Infrastructuur

Veiligheidswerkinstructie

Het controleren van bekleding van


HD- en LD-leidingen

Documentnr. : G-31
Datum/versie: 15-5-2011
Blad
: 3 van 3

Als er zich voor de borstel/veer waterdruppels vormen tijdens het afvonken


moet de buis droog worden gemaakt.
Aarden.
Vr het afvonken dient men de aardkabel met een klem aan de stalen leiding te
verbinden. (tekening 1)
Als dit wegens een te grote overbruggen afstand moeilijk uitvoerbaar is, dient men
zowel de aardkabel als de leiding door middel van een aardpin met de bodem te ver
binden. (tekening 2) Of eventueel met een sleepketting.
Bij reparaties kan voor het afvonken door middel van een aardpen via aarde contact
gemaakt worden met de buis. (tekening 3)

9.

Referenties.
!
!
!
!
!
!
!

10.

VIAG.
NEN 7244-3.
VWI G-01 Het werken aan of nabij gasvoorzieningsystemen.
VWI G-02 Het graven en dichten van sleuven en werkputten.
Handboek 96b van de CROW.
Bedieningshandleidingen.
Montagevoorschriften.

Bijlagen.
!

Geen.

Opgesteld door:

Werkgroep VIAG-VWI

Procedure eigenaar:

Contactgroep Veiligheidsregelgeving

Goedgekeurd door:

Taakgroep Infrastructuur

Veiligheidswerkinstructie

Het bovengronds gaslekzoeken

1.

Documentnr. : G-35
Datum/versie: 15-5-2011
Blad
: 1 van 2

Doel.
Het veilig bovengronds gaslekzoeken.

2.

Toepassingsgebied.
HD- en LD-gasvoorzieningsystemen.

3.

Aanwijzingen en opdrachtverstrekking.
!
!
!
!

4.

Voorwaarden.
!
!

5.

Uitvoering door minimaal VOP.


De uitvoerenden zijn gecertificeerd volgens de certificeringsregeling van de
Meetprocedure voor bovengronds lekzoeken.
Opdrachtverstrekking door minimaal WV netten, via werkplan of raamopdracht.
Mate van toezicht wordt door de WV bepaald.

De actuele netsituatie is aan de hand van tekeningen ter plaatse beschikbaar.


De te gebruiken gasdetectie apparatuur dient volledig te voldoen aan in de
Meetprocedure voor bovengronds lekzoeken beschreven voorwaarden.

Risicos en maatregelen.
Risico:
Persoonlijk letsel.
Maatregel: Gebruik maken van PBMs.
Risico:
Benvloeding van buitenaf, bijv. weersomstandigheden, verkeer.
Maatregel: Werkonderbreking, werken conform Handboek 96b van de CROW en de
voorschriften van de wegbeheerder.

6.

Middelen en apparatuur.
!
!

De vereiste PBMs: werkkleding, veiligheidschoeisel, reflecterende kleding (bij


werkzaamheden langs de weg).
Gasdetectie-apparatuur, geschikt voor bovengronds gaslekzoeken.

7.

Werkwijze.

7.1.

Voorbereiding.
!
!
!

7.2.

Controleer of aan alle voorwaarden volgens punt 4 en de maatregelen volgens punt 5


is voldaan.
Controleer of het werkplan of raamopdracht overeenkomt met de situatie ter plekke.
Indien bij bovengenoemde controles afwijkingen worden geconstateerd, mag er niet
met de werkzaamheden worden gestart, maar dient contact te worden opgenomen
met de WV.

Uitvoering.
!
!
!
!

Controleer detectieapparatuur volgens de Meetprocedure voor bovengronds


lekzoeken op goede werking.
Leg resultaten van deze controles vast in logboek.
Beoordeel continu of wordt voldaan aan de criteria genoemd in de Meetprocedure
voor bovengronds lekzoeken.
Voer het gaslekonderzoek uit van de geselecteerde gasleidingen.

Opgesteld door:

Werkgroep VIAG-VWI

Procedure eigenaar:

Contactgroep Veiligheidsregelgeving

Goedgekeurd door:

Taakgroep Infrastructuur

Veiligheidswerkinstructie

Het bovengronds gaslekzoeken

!
!
7.3.

Geen.

Referenties.
!
!
!
!
!

10.

Registreer de benodigde gegevens


Lever de uitgevoerde activiteiten op:
o Activiteiten via een werkplan: gereedmelding van het werkplan bij de WV.
o Activiteiten via een raamopdracht: oplevering conform de bedrijfsafspraken.

Opmerkingen.
!

9.

Neem bij een lekindicatieklasse 1 onmiddellijk contact op met het contactpersoon van
het netbeheerder. Deze bepaalt vervolgens in overleg met de gaslekzoeker de te
nemen vervolgacties.
Betreed geen opstallen als de gasdetectie-apparatuur niet ATEX veilig is.
Neem contact op met de WV, als zich onvoorziene omstandigheden voordoen tijdens
de werkzaamheden.

Beindiging.
!
!

8.

Documentnr. : G-35
Datum/versie: 15-5-2011
Blad
: 2 van 2

VIAG.
NEN 7244-9.
VWI G-01 Het werken aan of nabij gasvoorzieningsystemen.
Meetprocedure voor bovengronds lekzoeken.
Handboek 96b van de CROW.

Bijlagen.
!

Geen.

Opgesteld door:

Werkgroep VIAG-VWI

Procedure eigenaar:

Contactgroep Veiligheidsregelgeving

Goedgekeurd door:

Taakgroep Infrastructuur

Veiligheidswerkinstructie

Het veiligstellen van de omgeving


en lokaliseren van gaslekken

1.

Documentnr. : G-36
Datum/versie: 15-5-2011
Blad
: 1 van 5

Doel.
Het veilig veiligstellen van de omgeving en lokaliseren van gaslekken.

2.

Toepassingsgebied.
HD- en LD-gasvoorzieningsystemen.

3.

Aanwijzingen en opdrachtverstrekking.
!
!
!
!

4.

Voorwaarden.
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!

5.

Uitvoering door minimaal AVP netten.


Als door de melder expliciet aangegeven wordt dat de gaslucht zich in de meterkast
bevindt, is uitvoering door minimaal VP acceptabel.
Opdrachtverstrekking door minimaal WV netten, via werkplan of raamopdracht.
Mate van toezicht wordt door de WV bepaald.

De werkplek is voldoende verlicht.


De actuele tekeningen zijn ter plaatse aanwezig.
De gasconcentratie wordt voortdurend gemeten en mag niet hoger zijn dan 10% LEL.
Indien bij de werkzaamheden een gasconcentratie >10% LEL wordt gemeten de
gevarenzone verlaten en de WV raadplegen
Werkzaamheden in de gevarenzone zijn niet toegestaan.
Bij een gasluchtmelding binnen of nabij een gevel nooit aanbellen bij de betreffende
panden.
Er zijn goede communicatiemiddelen beschikbaar.
De (eventuele) vluchtwegen moeten vrij toegankelijk zijn.
Het uitvoeren van grondwerkzaamheden conform VWI G-02 Het graven en dichten
van sleuven en werkputten.
Gaslekken of gaslekindicaties, anders dan na het periodiek gaslekonderzoek, moeten
worden behandeld als een lek met lekindicatie klasse 1.

Risicos en maatregelen.
Risico:
Ongecontroleerde uitstroming van gas.
Maatregel: Ventileren, continu meten, zo nodig werkplek verlaten en melden aan de WV.
Risico:
Bedwelming of verstikking.
Maatregel: Gasdetectie apparatuur gebruiken en gevarenzone tijdig verlaten.
Risico:
Persoonlijk letsel.
Maatregel: Gebruik maken van PBMs en apparatuur.
Risico:

Aanwezigheid van omstanders en/of dieren in de directe omgeving van de


werkplek.
Maatregel: Afbakenen van de werkplek, omstanders manen de werkplek te verlaten.

Risico:
Benvloeding van buitenaf, bijv. weersomstandigheden, verkeer.
Maatregel: Werkonderbreking, afzettingen volgens Handboek 96b van de CROW.
Risico:
Brand en/of explosie.
Maatregel: Geen ontstekingsbronnen op of in de omgeving van de werkplek, werkplek
afbakenen d.m.v. verbodsborden Open vuur verboden.

Opgesteld door:

Werkgroep VIAG-VWI

Procedure eigenaar:

Contactgroep Veiligheidsregelgeving

Goedgekeurd door:

Taakgroep Infrastructuur

Veiligheidswerkinstructie

Het veiligstellen van de omgeving


en lokaliseren van gaslekken
6.

Middelen en apparatuur.
!

!
!
!
!

7.

Documentnr. : G-36
Datum/versie: 15-5-2011
Blad
: 2 van 5

De vereiste PBMs: antistatische, gladde, afsluitende en vlamvertragende


werkkleding, veiligheidsschoeisel, reflecterende kleding (bij werkzaamheden langs de
weg).
Gassignaleringsapparatuur met akoestisch en optisch signaal.
Gasdetectieapparatuur.
Brandblusser (klasse A/B/C) van minimaal 6 kg.
Afzet- en/of markeringsmaterialen.

Werkwijze.
Voorbereiding.
!
!
!

!
!
7.1.

Controleer of aan alle voorwaarden volgens punt 4 en de maatregelen volgens punt 5


is voldaan.
Controleer of de raamopdracht overeenkomt met de situatie ter plekke.
Indien bij bovengenoemde controles afwijkingen worden geconstateerd, mag er niet
met de werkzaamheden worden gestart, maar dient contact te worden opgenomen
met de WV. Vervolgens kan de WV een werkplan maken
Zorg dat meetapparatuur ingeschakeld is bij aankomst nabij de opgegeven locatie.
Voer Laatste Minuut Risico Analyse (LMRA) uit.

Uitvoering.
!
!
!
!

!
!
!
!
!
!

Parkeer het voertuig op veilige afstand van de opgegeven locatie.


Tref de noodzakelijke veiligheidsmaatregelen.
Benader al metende met gasdetectieapparatuur de opgegeven locatie en blijf
voortdurend meten (zie opmerkingen).
Bepaal de gevarenzone. Bij het bepalen van de gevarenzone moet het onderzoek zijn
gericht op de locatie van de gasmelding en de naburige gebouwen, kruipruimten
en/of ondergrondse kanalen.
Waarschuw, conform de bedrijfsprocedure, eventueel de WV.
Laat, indien nodig, de hulp van de politie en/of de brandweer inroepen.
Markeer de gevarenzone en zet deze af.
Maan personen binnen de gevarenzone deze zo snel mogelijk te verlaten.
Blijf alert op ontstekingsbronnen.
Meet voor het betreden van een gebouw de gasconcentratie in het gebouw.
Afhankelijk van deze meting kunnen zich de volgende situaties voordoen:
1. De gemeten gasconcentratie is ! 10% LEL dan de volgende maatregelen treffen:
o Het gebouw niet betreden.
o Eventuele personen in het gebouw manen het pand te verlaten. Voor
evacueren zo nodig hulpdiensten laten inschakelen. Ook de WV informeren.
o Maatregelen nemen om de gasconcentratie te verlagen.
2. De gemeten gasconcentratie is < 10% LEL dan de volgende maatregelen nemen:
o Het gebouw mag worden betreden.
o De gasconcentratie dient na het betreden continu te worden gemeten.
o Handel volgens situatie 1 wanneer de gasconcentratie op enige locatie in het
gebouw ! 10% LEL wordt.

Opgesteld door:

Werkgroep VIAG-VWI

Procedure eigenaar:

Contactgroep Veiligheidsregelgeving

Goedgekeurd door:

Taakgroep Infrastructuur

Veiligheidswerkinstructie

Het veiligstellen van de omgeving


en lokaliseren van gaslekken

!
!
!

!
!
!
7.2.

3. Voor het meten van de gasconcentratie in een niet betreedbare meterruimte geldt
het volgende:
o Indien een gasconcentratie in de vrije ruimte (> 0,5 mtr. van gasleidingen en
componenten) kleiner dan 10% LEL wordt gemeten, dan kan de elektriciteit
worden uitgeschakeld.
o Indien een gasconcentratie in de vrije ruimte (> 0,5 mtr. van gasleidingen en
componenten) tussen 10% LEL en 50% LEL wordt gemeten, dan moet de
hoofdkraan worden gesloten.
o Indien een gasconcentratie in de vrije ruimte (> 0,5 mtr. van gasleidingen en
componenten) hoger dan 50% LEL wordt gemeten, dan moet het gebouw
worden verlaten en gelden de bepalingen volgens situatie 1.
Voorkom zoveel mogelijk dat bij een gaslekkage buiten een gebouw het bovengronds
uitstromende gas in een gebouw komt en/of via verbrandingstoestellen of andere
ontstekingsbronnen kan worden ontstoken. Sluit eventueel ramen en deuren.
Meet, als een gasleklocatie op minder dan 2 meter van een gebouw is vastgesteld,
direct de gasconcentratie in het gebouw, met name in de kruipruimten.
Onderzoek, nadat alle veiligheidsmaatregelen zijn getroffen, de oorzaak van de
gaslekkage of de gaslucht.
Voer een dichtheidsbeproeving uit als het gaslek niet door meting of afzepen kan
worden vastgesteld, conform VWI G-07 Het beproeven op dichtheid van
binneninstallaties en meteropstellingen " G25, VWI G-12 Het beproeven op sterkte
en dichtheid van LD-aansluitleidingen of VWI G-23 Het beproeven op dichtheid van
HD- en LD-leidingen, incl. HD-aansluitleidingen.
Laat vervolgens conform VWI G-37 Het repareren van lekken in HD- en LDleidingen de oorzaak van de gaslekkage of gaslucht wegnemen.
Overleg met de WV als er geen gasleklocatie kan worden vastgesteld.
Hef, voor zover mogelijk, de genomen veiligheidsmaatregelen op.

Beindiging.
!
!

8.

Documentnr. : G-36
Datum/versie: 15-5-2011
Blad
: 3 van 5

Registreer de benodigde gegevens.


Lever de uitgevoerde activiteiten op:
o Activiteiten via een werkplan: gereedmelding van het werkplan bij de WV.
o Activiteiten via een raamopdracht: oplevering conform de bedrijfsafspraken.
Laat de werkplek netjes en veilig achter.

Opmerkingen.
!
!

Werkzaamheden binnen de gevarenzone zijn niet toegestaan.


Voor het bepalen van de gevarenzone dienen de onderstaande handreikingen
gebruikt worden:
o Het punt voor bepaling van de gasconcentratie bevindt zich 0,5 mtr. boven
maaiveld of 0,5 mtr. boven de bodem van de ontgravingen.
o Indien op de gemeten plaats de gasconcentratie lager blijft dan 10% LEL, moet
ervan uitgegaan worden dat de gasconcentratie op maaiveldhoogte of op de
bodem van de werkput hoger is.
o In de omgeving van de werkplek en ook op de werkplek zelf mogen zich geen
ontstekingsbronnen bevinden. Het materiaal en/of materieel moet explosieveilig
zijn uitgevoerd.
o De ontgravingen moeten ruim uitgevoerd worden.
o Tijdens ontgraven continu blijven bepalen of de gasconcentratie op de meethoogte
beneden de 10% LEL.
o De werkzaamheden onmiddellijk staken of onderbreken wanneer de
gasconcentratie hoger wordt dan 10% LEL.

Opgesteld door:

Werkgroep VIAG-VWI

Procedure eigenaar:

Contactgroep Veiligheidsregelgeving

Goedgekeurd door:

Taakgroep Infrastructuur

Veiligheidswerkinstructie

Het veiligstellen van de omgeving


en lokaliseren van gaslekken
9.

Documentnr. : G-36
Datum/versie: 15-5-2011
Blad
: 4 van 5

Referenties.
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!

VIAG.
NEN 7244-9.
VWI G-01 Het werken aan of nabij gasvoorzieningsystemen.
VWI G-02 Het graven en dichten van sleuven en werkputten.
VWI G-07 Het beproeven op dichtheid van binneninstallaties en meteropstellingen
" G25.
VWI G-12 Het beproeven op sterkte en dichtheid van LD-aansluitleidingen.
VWI G-23 Het beproeven op dichtheid van HD- en LD-leidingen,
incl. HD-aansluitleidingen.
VWI G-37 Het repareren van lekken in HD- en LD-leidingen
Handboek 96b van de CROW.
Bedieningshandleidingen.

Opgesteld door:

Werkgroep VIAG-VWI

Procedure eigenaar:

Contactgroep Veiligheidsregelgeving

Goedgekeurd door:

Taakgroep Infrastructuur

Veiligheidswerkinstructie
Documentnr. : G-36
Datum/versie: 15-5-2011
Blad
: 5 van 5

Het veiligstellen van de omgeving


en lokaliseren van gaslekken

10.

Bijlagen.

Tabel gasconcentraties en zone indeling.

P.P.M.

%
L.E.L.

%
GAS

1.000.000
800.000
600.000
400.000
200.000

100
80
60
40
20

150.000
130.000
110.000
90.000
70.000
50.000

100

15
13
11
9
7
5

40.000
30.000
20.000
10.000
9.000
8.000
7.000
6.000
5.000

80
60
40
20
18
16
14
12
10

4
3
2
1
9
0,8
0,7
0,6
0,5

4.000
3.000
2.000
1.000
500
400
300
200
100
10
0

8
6
4
2
1
0,8
0,6
0,4
0,2
0,02
0

0,4
0,3
0,2
0,1
0,05
0,04
0,03
0,02
0,01
0,001
0

Opgesteld door:

Werkgroep VIAG-VWI

ZONE
INDELING
GEVARENZONE

INFO
Bij meer dan 20% gas in lucht, ben je bij
inademing binnen 10 seconden bewusteloos.

VERSTIKKING

GEVARENZONE
BRAND

Een gas-luchtmengsel is explosief tussen


de grenzen van 5% en 15% gas in lucht.

EXPLOSIE

GEVARENZONE

Indien er een gasconcentratie gemeten


wordt groter dan 10% LEL, is er sprake
van de gevarenzone.
Werkzaamheden binnen de gevarenzone
zijn niet toegestaan.

VENTILEREN

NABIJHEIDSZONE
TOEGANKELIJK

De gasconcentratie voortdurend blijven


meten.

Procedure eigenaar:

Contactgroep Veiligheidsregelgeving

Goedgekeurd door:

Taakgroep Infrastructuur

Veiligheidswerkinstructie

Het repareren van lekken in HD- en


LD-leidingen

1.

Documentnr. : G-37
Datum/versie: 15-5-2011
Blad
: 1 van 3

Doel.
Het veilig repareren van lekken in HD- en LD-leidingen.

2.

Toepassingsgebied.
HD- en LD-gasvoorzieningsystemen.

3.

Aanwijzingen en opdrachtverstrekking.
!

!
!
!

4.

Uitvoering HD-leidingen en HD-aansluitleidingen:


o Onder druk door minimaal AVP netten, met assistentie van minimaal
VOP.
o Drukloos door minimaal AVP netten.
o Gasloos door minimaal VP.
Uitvoering LD-leidingen:
o Onder druk door minimaal AVP LD-netten, met assistentie van minimaal
VOP.
o Drukloos door minimaal AVP LD-netten.
o Gasloos door minimaal VP.
Uitvoering LD-aansluitleidingen:
o Onder druk door minimaal VP, met assistentie van minimaal VOP.
o Drukloos c.q. gasloos door minimaal VP.
Opdrachtverstrekking voor HD-leidingen door minimaal WV netten, via werkplan.
Opdrachtverstrekking voor LD-leidingen en drukloze HD-aansluitleidingen door
minimaal WV netten, via werkplan of raamopdracht.
Mate van toezicht wordt door de WV bepaald.

Voorwaarden.
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!

De werkplek is voldoende ruim, droog en verlicht.


De werkplek wordt voldoende geventileerd.
De actuele netsituatie is aan de hand van tekeningen bekend en deze zijn ter plaatse
beschikbaar.
De gasconcentratie wordt voortdurend gemeten en mag niet hoger zijn dan 10% LEL.
Voor uitvoering van deze werkzaamheden dient een bedieningsplan opgesteld te zijn
als de werkzaamheden invloed hebben op de bedrijfsvoering.
De eventuele gevarenzone is conform G-36 Het veiligstellen van de omgeving en
lokaliseren van gaslekken afgebakend.
Het uitvoeren van grondwerkzaamheden conform VWI G-02 Het graven en dichten
van sleuven en werkputten.
Ontstekingsbronnen buiten de gevarenzone houden.
Definitieve reparatie verdient de voorkeur boven een tijdelijke reparatie.
Na reparatie van een lekkage aan een aansluitleiding moet de gehele aansluitleiding
vanaf de hoofdleiding op dichtheid worden beproefd conform VWI G-12 Het
beproeven op sterkte en dichtheid van LD-aansluitleidingen.
Voorwaarden voor tijdelijke reparatie zijn:
o Kleine en eenvoudige lekken.
o Definitieve reparatie binnen tien werkdagen; indien niet mogelijk dan regelmatige
controle op afdichten.
Deze veiligheidswerkinstructie is niet van toepassing voor AC-leidingen. Het onder
druk repareren van lekken in AC-leidingen, waarbij gasuitstroming plaats vindt, mag
nooit worden uitgevoerd.

Opgesteld door:

Werkgroep VIAG-VWI

Procedure eigenaar:

Contactgroep Veiligheidsregelgeving

Goedgekeurd door:

Taakgroep Infrastructuur

Veiligheidswerkinstructie

Het repareren van lekken in HD- en


LD-leidingen

5.

Documentnr. : G-37
Datum/versie: 15-5-2011
Blad
: 2 van 3

Risicos en maatregelen.
Risico:
Ongecontroleerde uitstroming van gas.
Maatregel: Ventileren, continu meten, zo nodig werkplek verlaten en melden aan de WV.
Risico:
Persoonlijk letsel en verstikking.
Maatregel: Gebruik maken van PBMs en apparatuur.
Risico:

Aanwezigheid van omstanders en/of dieren in de directe omgeving van de


werkplek.
Maatregel: Afbakenen van de werkplek, omstanders manen de werkplek te verlaten.
Risico:
Benvloeding van buitenaf, bijv. weersomstandigheden, verkeer.
Maatregel: Werkonderbreking, afzettingen conform Handboek 96b van de CROW.
Risico:
Blokkering vluchtwegen.
Maatregel: Vluchtwegen vrijhouden, in het bijzonder uit kopgaten en sleuven.
Risico:
Brand en/of explosie.
Maatregel: Geen ontstekingsbronnen op of in de omgeving van de werkplek, werkplek
afbakenen d.m.v. verbodsborden Open vuur verboden.

6.

Middelen en apparatuur.
!

!
!

De vereiste PBMs; antistatische, gladde, afsluitende en vlamvertragende werkkleding,


veiligheidsschoeisel, stofbril (bij werkzaamheden onder druk), reflecterende kleding
(bij werkzaamheden langs de weg).
Gassignaleringsapparatuur met akoestisch en optisch signaal.
Brandblusser (klasse A/B/C) van minimaal 6 kg.

7.

Werkwijze.

7.1.

Voorbereiding.
!
!
!

!
7.2.

Controleer of aan alle voorwaarden volgens punt 4 en de maatregelen volgens punt 5


is voldaan.
Controleer of het werkplan of raamopdracht overeenkomt met de situatie ter plekke.
Indien bij bovengenoemde controles afwijkingen worden geconstateerd, mag er niet
met de werkzaamheden worden gestart, maar dient contact te worden opgenomen
met de WV.
Voer Laatste Minuut Risico Analyse (LMRA) uit.

Uitvoering.
!
!
!
!
!
!
!

Tref de noodzakelijke veiligheidsmaatregelen.


Meet continu de gasconcentratie.
Graaf de leidingdelen vrij met in achtneming van de in hoofdstuk 8 beschreven
richtlijnen.
Vraag, indien er bedieningshandelingen plaats moeten vinden, bij het meldpunt
toestemming om deze bedieningshandeling te mogen uitvoeren.
Voer de herstelwerkzaamheden uit.
Controleer of de herstelwerkzaamheden het gewenste effect hebben opgeleverd door
zich ervan te overtuigen dat er geen meerdere lekken kunnen zijn.
Meld, voor zover van toepassing, de werkzaamheden af bij het meldpunt, politie
en/of brandweer.

Opgesteld door:

Werkgroep VIAG-VWI

Procedure eigenaar:

Contactgroep Veiligheidsregelgeving

Goedgekeurd door:

Taakgroep Infrastructuur

Veiligheidswerkinstructie

Het repareren van lekken in HD- en


LD-leidingen
!
!
7.3.

Werkzaamheden binnen de gevarenzone zijn niet toegestaan.


Voor het bepalen van de gevarenzone dienen de onderstaande richtlijnen:
o Het punt voor bepaling van de gasconcentratie bevindt zich 0,5 mtr. boven
maaiveld of 0,5 mtr. boven de bodem van de ontgravingen.
o Indien op de gemeten plaats de gasconcentratie lager blijft dan 10% LEL, moet
ervan uitgegaan worden dat de gasconcentratie op maaiveldhoogte of op de
bodem van de werkput hoger is.
o In de omgeving van de werkplek en ook op de werkplek zelf mogen zich geen
ontstekingsbronnen bevinden. Het materiaal en/of materieel moet explosieveilig
zijn uitgevoerd.
o De ontgravingen moeten ruim uitgevoerd worden.
o Tijdens ontgraven continu blijven bepalen of de gasconcentratie op de meethoogte
beneden de 10% LEL.
o De werkzaamheden onmiddellijk staken of onderbreken wanneer de
gasconcentratie hoger wordt dan 10% LEL.

Referenties.
!
!
!
!
!
!
!
!
!

10.

Registreer de benodigde gegevens.


Lever de uitgevoerde activiteiten op:
o Activiteiten via een werkplan: gereedmelding van het werkplan bij de WV.
o Activiteiten via een raamopdracht: oplevering conform de bedrijfsafspraken.
Laat de werkplek netjes en veilig achter.

Opmerkingen.
!
!

9.

Laat door de WV bepalen hoe er opnieuw een gasdetectie uitgevoerd moet worden.
Hef de getroffen veiligheidsmaatregelen op.

Beindiging.
!
!

8.

Documentnr. : G-37
Datum/versie: 15-5-2011
Blad
: 3 van 3

VIAG.
NEN 7244-9.
VWI G-01 Het werken aan of nabij gasvoorzieningsystemen.
VWI G-02 Het graven en dichten van sleuven en werkputten.
VWI G-12 Het beproeven op sterkte en dichtheid van LD-aansluitleidingen.
VWI G-36 Het veiligstellen van de omgeving en lokaliseren van gaslekken
Handboek 96b van de CROW.
Bedieningshandleidingen.
Montagevoorschriften.

Bijlagen.
!

Geen.

Opgesteld door:

Werkgroep VIAG-VWI

Procedure eigenaar:

Contactgroep Veiligheidsregelgeving

Goedgekeurd door:

Taakgroep Infrastructuur

Veiligheidswerkinstructie

Het nemen van gasmonsters in


HD- en LD-netten

1.

Documentnr. : G-41
Datum/versie: 15-5-2011
Blad
: 1 van 2

Doel.
Het veilig nemen van gasmonsters in HD- en LD-netten.

2.

Toepassingsgebied.
HD- en LD-gasvoorzieningsystemen.

3.

Aanwijzingen en opdrachtverstrekking.
!
!
!
!

4.

Voorwaarden.
!
!
!
!

5.

Uitvoering door minimaal een VOP.


De uitvoerenden zijn genstrueerd door het gecertificeerde bedrijf tot het nemen van
gasmonsters.
Opdrachtverstrekking door minimaal WV netten, via werkplan of raamopdracht.
Mate van toezicht wordt door de WV bepaald.

De werkplek is voldoende ruim, droog en verlicht.


De werkplek wordt voldoende geventileerd.
De gasconcentratie wordt voortdurend gemeten en mag niet hoger zijn dan 10% LEL.
Het nemen van gasmonsters gebeurt op de daarvoor speciaal gerealiseerde
gasmonsternamepunten, die zich bevinden op diverse onderdelen van het
gasvoorzieningsysteem.
De werkdruk waarmee de gasmonsternameapparatuur gevoed wordt, mag nooit
hoger dan 100 mbar zijn.

Risicos en maatregelen.
Risico:
Ongecontroleerde uitstroming van gas.
Maatregel: Ventileren, continu meten, zo nodig werkplek verlaten en melden aan de WV.
Risico:
Persoonlijk letsel en verstikking.
Maatregel: Gebruik maken van PBMs en apparatuur.
Risico:
Brand en/of explosie.
Maatregel: Geen ontstekingsbronnen op of in de omgeving van de werkplek, werplek
afbakenen d.m.v. verbodsborden Open vuur verboden.

6.

Middelen en apparatuur.
!
!
!
!
!

De vereiste PBMs: antistatische en vlamvertragende werkkleding,


veiligheidsschoeisel, gehoorbescherming.
Bij werkzaamheden aan installaties van derden kunnen aanvullende maatregelen
worden geist.
Gassignaleringsapparatuur met akoestisch en optisch signaal.
Brandblusser (klasse A/B/C) van minimaal 2 kg.
Specialistische gasmonsternameapparatuur.

Opgesteld door:

Werkgroep VIAG-VWI

Procedure eigenaar:

Contactgroep Veiligheidsregelgeving

Goedgekeurd door:

Taakgroep Infrastructuur

Veiligheidswerkinstructie

Het nemen van gasmonsters in


HD- en LD-netten

7.

Werkwijze.

7.1.

Voorbereiding.
!
!
!

!
7.2.

!
!
!

Geen.

Referenties.
!
!
!

10.

Registreer de benodigde gegevens.


Lever de uitgevoerde activiteiten op:
o Activiteiten via een werkplan: gereedmelding van het werkplan bij de WV.
o Activiteiten via een raamopdracht: oplevering conform de bedrijfsafspraken.
Laat de werkplek netjes en veilig achter.

Opmerkingen.
!

9.

Tref de noodzakelijke veiligheidsmaatregelen.


Houdt rekening met windrichting, windkracht, voldoende afstand tot gebouwen en
mogelijke ontstekingsbronnen, daar er mogelijk sprake kan zijn van een geringe
uitstoot van onverbrand gas.
Voer de werkzaamheden uit t.b.v. het nemen van het gasmonster.
Controleer de gebruikte gasmonsternamepunten op dichtheid.
Hef de genomen veiligheidsmaatregelen op.

Beindiging.
!
!

8.

Controleer of aan alle voorwaarden volgens punt 4 en de maatregelen volgens punt 5


is voldaan.
Controleer of het werkplan of raamopdracht overeenkomt met de situatie ter plekke.
Indien bij bovengenoemde controles afwijkingen worden geconstateerd, mag er niet
met de werkzaamheden worden gestart, maar dient contact te worden opgenomen
met de WV.
Voer Laatste Minuut Risico Analyse (LMRA) uit.

Uitvoering.
!
!

7.3.

Documentnr. : G-41
Datum/versie: 15-5-2011
Blad
: 2 van 2

VIAG.
Bedieningshandleidingen.
Montagevoorschriften.

Bijlagen.
!

Geen.

Opgesteld door:

Werkgroep VIAG-VWI

Procedure eigenaar:

Contactgroep Veiligheidsregelgeving

Goedgekeurd door:

Taakgroep Infrastructuur

Veiligheidswerkinstructie

Het bedienen van grondafsluiters in


HD- en LD-netten

1.

Documentnr. : G-42
Datum/versie: 15-5-2011
Blad
: 1 van 2

Doel.
Het veilig bedienen van grondafsluiters in HD- en LD-netten.

2.

Toepassingsgebied.
HD- en LD-gasvoorzieningsystemen.

3.

Aanwijzingen en opdrachtverstrekking.
!
!
!
!
!
!
!

4.

Voorwaarden.
!
!
!
!
!

!
!

5.

Uitvoering afsluiters in HD-netten en HD-aansluitleidingen door minimaal AVP netten.


Uitvoering scheidingsafsluiters t.b.v. gasreduceerstations door minimaal AVP stations.
Uitvoering afsluiters in LD-netten door minimaal AVP LD-netten.
Uitvoering afsluiters in LD-aansluitleidingen door minimaal VP.
Opdrachtverstrekking voor bedienen van afsluiters in HD- en LD-netten door
minimaal WV netten, via bedieningsplan.
Opdrachtverstrekking voor bedienen van afsluiters in HD- en LD-aansluitleidingen
door minimaal WV netten, via bedieningsplan of raamopdracht.
Mate van toezicht wordt door de WV bepaald.

De werkplek is voldoende ruim en verlicht.


De gasconcentratie wordt voortdurend gemeten en mag niet hoger zijn dan 10% LEL.
De actuele netsituatie is aan de hand van tekeningen bekend en deze zijn ter plaatse
beschikbaar.
Het bedieningsplan is ter plaatse beschikbaar. Bij aansluitleidingen is een
bedieningsplan niet vereist.
Voor het bedienen van afsluiters moet bekend zijn welke type afsluiter (kogel, schuif,
plug, vlinderklep enz.) het betreft. Dit om het geschikte gereedschap te kunnen
gebruiken.
Het bedienen van een afsluiter moet z gebeuren dat er geen ontoelaatbare
drukschommelingen in de voor- en achtergelegen netdelen kunnen ontstaan.
Een afsluitersleutel mag nooit onbeheerd achtergelaten worden op of bij een afsluiter.

Risicos en maatregelen.
Risico:
Ongecontroleerde uitstroming van gas.
Maatregel: Continu meten, zo nodig werkplek verlaten en melden aan de WV.
Risico:
Persoonlijk letsel.
Maatregel: Gebruik maken van PBMs.
Risico:
Benvloeding van buitenaf, bijv. weersomstandigheden, verkeer.
Maatregel: Werkonderbreking, afzettingen conform Handboek 96b van de CROW.

6.

Middelen en apparatuur.
!
!
!

De vereiste PBMs: antistatische en vlamvertragende werkkleding,


veiligheidsschoeisel, reflecterende kleding (bij werkzaamheden langs de weg).
Gassignaleringsapparatuur met akoestisch en optisch signaal.
Gasdetectieapparatuur.

Opgesteld door:

Werkgroep VIAG-VWI

Procedure eigenaar:

Contactgroep Veiligheidsregelgeving

Goedgekeurd door:

Taakgroep Infrastructuur

Veiligheidswerkinstructie

Het bedienen van grondafsluiters in


HD- en LD-netten
7.

Werkwijze.

7.1.

Voorbereiding.
!
!
!

!
7.2.

!
!
!
!

Geen.

Referenties.
!
!
!

10.

Registreer de benodigde gegevens.


Lever de uitgevoerde activiteiten op:
o Activiteiten via een bedieningsplan: gereedmelding van het werkplan bij de WV.
o Activiteiten via een raamopdracht: oplevering conform de bedrijfsafspraken.
Laat de werkplek netjes en veilig achter.

Opmerkingen.
!

9.

Tref de noodzakelijke veiligheidsmaatregelen.


Vraag bij het meldpunt toestemming om de op handen zijnde bedieningshandeling te
mogen uitvoeren.
Controleer na bediening, d.m.v. een detectiemeting, of de afsluiter niet lekt.
Controleer of het doel van de bedieningshandeling bereikt is.
Waarschuw bij onvolkomenheden de WV.
Hef de genomen veiligheidsmaatregelen op.

Beindiging.
!
!

8.

Controleer of aan alle voorwaarden volgens punt 4 en de maatregelen volgens punt 5


is voldaan.
Controleer of het bedieningsplan overeenkomt met de situatie ter plekke.
Indien bij bovengenoemde controles afwijkingen worden geconstateerd, mag er niet
met de werkzaamheden worden gestart, maar dient contact te worden opgenomen
met de WV.
Voer Laatste Minuut Risico Analyse (LMRA) uit.

Uitvoering.
!
!

7.3.

Documentnr. : G-42
Datum/versie: 15-5-2011
Blad
: 2 van 2

VIAG.
Handboek 96b van de CROW.
Bedieningshandleidingen.

Bijlagen.
!

Geen.

Opgesteld door:

Werkgroep VIAG-VWI

Procedure eigenaar:

Contactgroep Veiligheidsregelgeving

Goedgekeurd door:

Taakgroep Infrastructuur

Veiligheidswerkinstructie

Het controleren van grondafsluiters en


appendages in HD- en LD-netten

1.

Documentnr. : G-43
Datum/versie: 15-5-2011
Blad
: 1 van 2

Doel.
Het veilig controleren van grondafsluiters en appendages in HD- en LD-netten.

2.

Toepassingsgebied.
HD- en LD-gasvoorzieningsystemen.

3.

Aanwijzingen en opdrachtverstrekking.
!
!
!

4.

Voorwaarden.
!
!
!
!
!

5.

Uitvoering door minimaal VOP.


Opdrachtverstrekking door minimaal WV netten, via werkplan of raamopdracht.
Mate van toezicht wordt door de WV bepaald.

De werkplek is voldoende verlicht.


De werkplek wordt voldoende geventileerd.
De gasconcentratie wordt voortdurend gemeten en mag niet hoger zijn dan 10% LEL.
De actuele tekeningen zijn ter plaatse beschikbaar.
Het soort afsluiter en de maximale spindelverdraaiing is bekend bij de uitvoerenden.

Risicos en maatregelen.
Risico:
Ongecontroleerde uitstroming van gas.
Maatregel: Ventileren, continu meten, zo nodig werkplek verlaten en melden aan de WV.
Risico:
Persoonlijk letsel.
Maatregel: Gebruik maken van PBMs.
Risico:

Aanwezigheid van omstanders en/of dieren in de directe omgeving van de


werkplek.
Maatregel: Afbakenen van de werkplek, omstanders manen de werkplek te verlaten.
Risico:
Benvloeding van buitenaf, bijv. weersomstandigheden, verkeer.
Maatregel: Werkonderbreking, afzettingen conform Handboek 96b van de CROW.

Risico:
Infectiegevaar bij onhygienische plaatsen of door ongedierte.
Maatregel: Gebruik van handschoenen en werkkleding.

6.

Middelen en apparatuur
!
!
!

De vereiste PBMs: antistatische en vlamvertragende werkkleding,


veiligheidsschoeisel, reflecterende kleding (bij werkzaamheden langs de weg).
Gassignaleringsapparatuur met akoestisch en optisch signaal.
Gasdetectiemeter.

Opgesteld door:

Werkgroep VIAG-VWI

Procedure eigenaar:

Contactgroep Veiligheidsregelgeving

Goedgekeurd door:

Taakgroep Infrastructuur

Veiligheidswerkinstructie

Het controleren van grondafsluiters en


appendages in HD- en LD-netten

7.

Werkwijze.

7.1.

Voorbereiding.
!
!
!

!
7.2.

!
!
!

Geen.

Referenties.
!
!
!
!

10.

Registreer de benodigde gegevens.


Lever de uitgevoerde activiteiten op:
o Activiteiten via een werkplan: gereedmelding van het werkplan bij de WV.
o Activiteiten via een raamopdracht: oplevering conform de bedrijfsafspraken.
Laat de werkplek netjes en veilig achter.

Opmerkingen.
!

9.

Tref de noodzakelijke veiligheidsmaatregelen.


Controleer of de aangetroffen situatie in overeenstemming is met de verstrekte
tekeningen.
Voer de controlerende werkzaamheden uit, eventueel gevolgd door het benodigde
correctieve onderhoud, aan straatpot, merkpaal e.d.
Controleer na de uitgevoerde werkzaamheden, d.m.v. een detectiemeting, of de
afsluiter of appendage lekt.
Hef de genomen veiligheidsmaatregelen op.

Beindiging.
!
!

8.

Controleer of aan alle voorwaarden volgens punt 4 en de maatregelen volgens punt 5


is voldaan.
Controleer of het werkplan of de raamopdracht overeenkomt met de situatie ter
plekke.
Indien bij bovengenoemde controles afwijkingen worden geconstateerd, mag er niet
met de werkzaamheden worden gestart, maar dient contact te worden opgenomen
met de WV.
Voer Laatste Minuut Risico Analyse (LMRA) uit.

Uitvoering.
!
!

7.3.

Documentnr. : G-43
Datum/versie: 15-5-2011
Blad
: 2 van 2

VIAG.
VWI G-01 Het werken aan of nabij gasvoorzieningsystemen.
Handboek 96b van de CROW.
Bedieningshandleidingen.

Bijlagen.
!

Geen.

Opgesteld door:

Werkgroep VIAG-VWI

Procedure eigenaar:

Contactgroep Veiligheidsregelgeving

Goedgekeurd door:

Taakgroep Infrastructuur

Veiligheidswerkinstructie

Het uitvoeren van KB-metingen

1.

Documentnr. : G-45
Datum/versie:15-5-2011
Blad
: 1 van 2

Doel.
Het veilig uitvoeren van KB-metingen.

2.

Toepassingsgebied.
HD- en LD-gasvoorzieningsystemen.

3.

Aanwijzingen en opdrachtverstrekking.
!

4.

Voorwaarden.
!
!
!
!

5.

Uitvoering door minimaal een VOP-toeganghebbend, met specialisatie KB-metingen.

De werkplek is voldoende verlicht.


De actuele tekeningen zijn ter plaatse beschikbaar.
Er wordt gewerkt met gesoleerde aansluitklemmen.
De activiteiten worden uitgevoerd volgens de geldende bedrijfsvoorschriften en/of
bedieningshandleidingen.

Risicos en maatregelen.
Risico:

Persoonlijk letsel t.g.v. aanraking van spanningsvoerende delen in het


primaire circuit van de gelijkrichter, aard- of kortsluiting.
Maatregel: Gebruik isolerende aansluitklemmen, isolerende schoenen, handschoenen.
Risico:

Persoonlijk letsel t.g.v. aanraking van spanningsvoerende delen van de


leiding (door hoogspanningsbenvloeding)
Maatregel: Gebruik isolerende aansluitklemmen, isolerende schoenen, handschoenen
Risico:

Aanwezigheid van omstanders en/of dieren in de directe omgeving van de


werkplek.
Maatregel: Afbakenen van de werkplek, omstanders manen de werkplek te verlaten.

Risico:
Benvloeding van buitenaf, bijv. weersomstandigheden, verkeer.
Maatregel: Werkonderbreking, afzettingen conform Handboek 96b van de CROW.
Risico:
Infectiegevaar bij onhyginische plaatsen of door ongedierte.
Maatregel: Gebruik van handschoenen en werkkleding.

6.

Middelen en apparatuur.
!
!
!

De vereiste PBMs: werkkleding, isolerend veiligheidsschoeisel, reflecterende kleding


(bij werkzaamhedenen langs de weg.
Volt-/ampere/multimeter met gesoleerde aansluitklemmen en meetkabels.
Handschoenen.

Opgesteld door:

Werkgroep VIAG-VWI

Procedure eigenaar:

Contactgroep Veiligheidsregelgeving

Goedgekeurd door:

Taakgroep Infrastructuur

Veiligheidswerkinstructie

Het uitvoeren van KB-metingen

7.

Werkwijze.

7.1

Voorbereiding.
!
!

!
!
7.2

Geen.

Referenties.
!
!
!
!
!
!

10.

Registreer de benodigde gegevens.


Lever de uitgevoerde activiteiten op.
Laat de werkplek netjes achter.

Opmerkingen.
!

9.

Tref de noodzakelijke veiligheidsmaatregelen.


Voer de metingen uit.
Voer in voorkomende gevallen kleine schoonmaakwerkzaamheden of reparaties uit.
Hef de genomen veiligheidsmaatregelen op.

Beindiging.
!
!
!

8.

Controleer of aan alle voorwaarden onder punt 4 en maatregelen onder punt 5 is


voldaan
Indien bij bovengenoemde controles afwijkingen worden geconstateerd, mag er niet
met de werkzaamheden worden gestart, maar dient contact te worden opgenomen
met de contactpersoon van het netwerkbedrijf.
Controleer of er hoogspanningslijnen of spoorlijnen op wisselspanning (HSL of
Betuwelijn) in de buurt zijn, die hoogspanningsbenvloeding kunnen veroorzaken.
Voer Laatste Minuut Risico Analyse (LMRA) uit.

Uitvoering.
!
!
!
!

7.3

Documentnr. : G-45
Datum/versie:15-5-2011
Blad
: 2 van 2

VIAG.
NEN 7244-1.
NEN EN 12954 Kathodische bescherming van metalen constructie in de grond of in
het water - Algemene principes en toepassing van pijpleidingen.
NPR 2760
De wederzijdse benvloeding van buisleidingen en
Hoogspanningsverbindingen.
Handboek 96b van de CROW.
Montagevoorschriften.

Bijlagen.
!

Geen.

Opgesteld door:

Werkgroep VIAG-VWI

Procedure eigenaar:

Contactgroep Veiligheidsregelgeving

Goedgekeurd door:

Taakgroep Infrastructuur

Veiligheidswerkinstructie

Het aanbrengen van meetdraden voor


kathodische bescherming op
gasvoerende leidingen

1.

Documentnr. : G-46
Datum/versie: 15-5-2011
Blad
: 1 van 2

Doel.
Het veilig aanbrengen van meetdraden voor kathodische bescherming op gasvoerende
leidingen.

2.

Toepassingsgebied.
HD- en LD-gasvoorzieningsystemen.

3.

Aanwijzingen en opdrachtverstrekking.
!
!
!

4.

Voorwaarden.
!
!
!
!
!
!
!

5.

Uitvoering door minimaal VOP.


Opdrachtverstrekking door minimaal WV netten, via werkplan of raamopdracht.
Mate van toezicht wordt door de WV bepaald.

De werkplek is voldoende ruim, droog en verlicht.


De werkplek wordt voldoende geventileerd.
De actuele tekeningen zijn ter plaatse beschikbaar.
De gasconcentratie wordt voortdurend gemeten en mag niet hoger zijn dan 10% LEL.
De activiteiten worden uitgevoerd volgens de geldende bedrijfsvoorschriften.
Meetdraden worden niet aangebracht binnen 30 cm vanaf lassen.
Het uitvoeren van grondwerkzaamheden conform VWI G-02 Het graven en dichten
van sleuven en werkputten.

Risicos en maatregelen.
Risico:
Ongecontroleerde uitstroming van gas.
Maatregel: Ventileren, continu meten, zo nodig werkplek verlaten en melden aan de WV.
Risico:
Persoonlijk letsel door verbranding.
Maatregel: Gebruik maken van PBMs.
Risico:
Benvloeding van buitenaf, bijv. weersomstandigheden, verkeer.
Maatregel: Werkonderbreking, afzettingen conform Handboek 96b van de CROW.
Risico:
Brand en/of explosie.
Maatregel: Geen ontstekingsbronnen op of in de omgeving van de werkplek, werplek
afbakenen d.m.v. verbodsborden Open vuur verboden.
Risico:
Bezwijken leiding.
Maatregel: Uitvoering activiteiten volgens geldende bedrijfsvoorschriften.

6.

Middelen en apparatuur.
!
!
!
!

De vereiste PBMs: antistatische, gladde, afsluitende en vlamvertragende


werkkleding, veiligheidsschoeisel, veiligheidsbril, handschoenen.
Gassignaleringsapparatuur met akoestisch en optisch signaal.
Brandblusser (klasse A/B/C) van minimaal 6 kg.
Apparatuur benodigd voor het aanbrengen van meetdraden op leidingen.

Opgesteld door:

Werkgroep VIAG-VWI

Procedure eigenaar:

Contactgroep Veiligheidsregelgeving

Goedgekeurd door:

Taakgroep Infrastructuur

Veiligheidswerkinstructie

Het aanbrengen van meetdraden voor


kathodische bescherming op
gasvoerende leidingen

7.

Werkwijze.

7.1.

Voorbereiding.
!
!
!

!
7.2.

Geen.

Referenties.
!
!
!
!
!

10.

Registreer de benodigde gegevens.


Lever de uitgevoerde activiteiten op:
o Activiteiten via een werkplan: gereedmelding van het werkplan bij de WV.
o Activiteiten via een raamopdracht: oplevering conform de bedrijfsafspraken.
Laat de werkplek netjes en veilig achter.

Opmerkingen.
!

9.

Tref de noodzakelijke veiligheidsmaatregelen.


Controleer of de juiste leiding is geselecteerd.
Bevestig de meetdraden volgens de montagevoorschriften.
Voorzie de aansluiting van de meetdraden van een deugdelijke bekleding.
Hef de genomen veiligheidsmaatregelen op.

Beindiging.
!
!

8.

Controleer of aan alle voorwaarden volgens punt 4 en de maatregelen volgens punt 5


is voldaan.
Controleer of het werkplan overeenkomt met de situatie ter plekke.
Indien bij bovengenoemde controles afwijkingen worden geconstateerd, mag er niet
met de werkzaamheden worden gestart, maar dient contact te worden opgenomen
met de WV.
Voer Laatste Minuut Risico Analyse (LMRA) uit.

Uitvoering.
!
!
!
!
!

7.3.

Documentnr. : G-46
Datum/versie: 15-5-2011
Blad
: 2 van 2

VIAG 2006.
VWI G-01 Het werken aan of nabij gasvoorzieningsystemen.
VWI G-02 Het graven en dichten van sleuven en werkputten.
Handboek 96b van de CROW.
Montagevoorschriften.

Bijlagen.
!

Geen.

Opgesteld door:

Werkgroep VIAG-VWI

Procedure eigenaar:

Contactgroep Veiligheidsregelgeving

Goedgekeurd door:

Taakgroep Infrastructuur

Veiligheidswerkinstructie

Het werken met aardgascondensaat

1.

Documentnr. : G-47
Datum/versie: 15-5-2011
Blad
: 1 van 3

Doel.
Het veilig werken met aardgascondensaat.

2.

Toepassingsgebied.
HD- en LD-gasvoorzieningsystemen.

3.

Aanwijzingen en opdrachtverstrekking.
!
!
!
!
!
!

4.

Voorwaarden.
!
!
!
!
!
!
!
!

5.

Uitvoering aan gasdrukregel- en meetstations door minimaal AVP stations, met


assistentie van minimaal VOP.
Uitvoering aan HD-netten door minimaal AVP netten, met assistentie van minimaal
VOP.
Uitvoering aan LD-netten door minimaal AVP LD-netten, met assistentie van minimaal
VOP.
Opdrachtverstrekking voor stations door WV, via werkplan.
Opdrachtverstrekking voor HD- en LD-netten door minimaal WV netten, via werkplan.
Mate van toezicht wordt door de WV bepaald.

De werkplek is voldoende ruim, droog en verlicht.


De werkplek wordt voldoende geventileerd.
De actuele tekeningen zijn ter plaatse beschikbaar.
De gasconcentratie wordt voortdurend gemeten en mag niet hoger zijn dan 10% LEL.
Het condensaat mag alleen drukloos worden afgetapt.
Het afgetapte condensaat opvangen in hiervoor geschikte en afsluitbare
opvangmiddelen.
Op de werkplek mag niet gegeten of gedronken worden
De kleding moet zodanig gedragen worden dat eventuele vloeistof niet in de
handschoenen of laarzen kan lopen

Risicos en maatregelen.
Risico:
Ongecontroleerde uitstroming van gas.
Maatregel: Ventileren, continu meten, zo nodig werkplek verlaten en melden aan de WV.
Risico:
Persoonlijk letsel en verstikking.
Maatregel: Gebruik maken van PBMs en apparatuur.
Risico:

Aanwezigheid van omstanders en/of dieren in de directe omgeving van de


werkplek.
Maatregel: Afbakenen van de werkplek, omstanders manen de werkplek te verlaten.

Risico:
Benvloeding van buitenaf, bijv. weersomstandigheden.
Maatregel: Werkonderbreking.
Risico:
Brand en/of explosie.
Maatregel: Geen ontstekingsbronnen op of in de omgeving van de werkplek, werkplek
afbakenen d.m.v. verbodsborden Open vuur verboden.

Opgesteld door:

Werkgroep VIAG-VWI

Procedure eigenaar:

Contactgroep Veiligheidsregelgeving

Goedgekeurd door:

Taakgroep Infrastructuur

Veiligheidswerkinstructie

Het werken met aardgascondensaat

Documentnr. : G-47
Datum/versie: 15-5-2011
Blad
: 2 van 3

Risico:

Gezondheidsschade door inademen of huidcontact (condensaat bevat o.a.


benzeen, tolueen, xyleen en andere vluchtige stoffen. Deze zijn
kankerverwekkend en/of sterk ontvettend).
Maatregel: Extra ventilatie, gebruik maken van aanvullende PBMs, afspoelen met water.

Risico:
Milieuverontreiniging door morsen.
Maatregel: Niet onder druk aftappen, condensaat opvangen in afsluitbare container, met
condensaat verontreinigde afvalmaterialen (het vervangen filter, poetdoeken
enz.) inpakken in plastic zakken en deze met tape afdichten.

6.

Middelen en apparatuur.
!

!
!
!
!
!
!
!
!
!

De vereiste PBMs: antistatische, gladde, afsluitende en vlamvertragende


werkkleding, veiligheidslaarzen, polyvinylalcohol of neopreen handschoenen,
minimaal een halfgelaatsmasker met filtrerend gelaatstuk minimaal A1,
veiligheidsbril,
Brandvertragende wegwerpoverall gedragen over de werkkleding.
Oogspoelfles.
Gassignaleringsapparatuur met akoestisch en optisch signaal.
Brandblusser (klasse A/B/C) van minimaal 6 kg.
Jerrycan met minimaal 5 liter water
Afsluitbaar opvangvat, geschikt voor het opslaan van aardgascondensaat.
Condensaatvanger.
Poetsdoeken.
Plastic zakken.

7.

Werkwijze.

7.1.

Voorbereiding.
!
!
!

!
7.2.

Controleer of aan alle voorwaarden volgens punt 4 en de maatregelen volgens punt 5


is voldaan.
Controleer of het werkplan overeenkomt met de situatie ter plekke.
Indien bij bovengenoemde controles afwijkingen worden geconstateerd, mag er niet
met de werkzaamheden worden gestart, maar dient contact te worden opgenomen
met de WV.
Voer Laatste Minuut Risico Analyse (LMRA) uit.

Uitvoering.
!
!

!
!
!

!
!

Tref de noodzakelijke veiligheidsmaatregelen.


Hou het verdampingsoppervlak zo klein mogelijk en de verdampingstijd zo kort
mogelijk. Dus een met condensaat verontreinigt filter snel in een plastic zak stoppen,
dicht tapen en naar buiten brengen. Dop de uiteinden van eventueel verwijderde
leidingdelen goed af.
Vang het condensaat op in een afsluitbaar potje met een zo klein mogelijke opening.
Sluit dit potje zo snel mogelijk af.
Voorkom zo veel mogelijk het inademen van condensaat (vlak bij de bron is de
concentratie vluchtige stoffen het hoogst!).
Reinig, de af te voeren, appendages, waarin zich condensaat heeft bevonden, met
poetsdoeken en berg deze direct op in een plastic zak om dampvorming te
voorkomen.
Reinig de handschoenen maar houd deze aan.
Reinig het met aardgascondensaat in contact gekomen gereedschap met water en
zeep.

Opgesteld door:

Werkgroep VIAG-VWI

Procedure eigenaar:

Contactgroep Veiligheidsregelgeving

Goedgekeurd door:

Taakgroep Infrastructuur

Veiligheidswerkinstructie

Het werken met aardgascondensaat

!
!
!
!
!
!
7.3.

Verzamel het overige besmette materiaal (incl. filtrerend gelaatstuk,


wegwerpoveralls, etc.) in plastic zakken en sluit deze goed af.
Plaats tenslotte alle besmette materiaal in een afsluitbaar afvalvat of -container,
welke geschikt is voor het langer opslaan van aardgascondensaat.
Voer de resterende schadelijke dampen door middel van ventilatie af ( 15 minuten).
Hervat vervolgens de werkzaamheden waarbij de beschermende handschoenen
noodzakelijk blijven.
Reinig de laarzen met water en zeep.
Hef de genomen veiligheidsmaatregelen op.

Beindiging.
!
!
!
!

8.

Documentnr. : G-47
Datum/versie: 15-5-2011
Blad
: 3 van 3

Registreer de benodigde gegevens.


Lever het afvalvat of container en de handschoenen als chemisch afval in. Zorg dat
de verpakking niet kan breken of gaan lekken.
Lever de uitgevoerde activiteiten op en meld het werkplan gereed bij de WV.
Laat de werkplek netjes en veilig achter.

Opmerkingen.
Mocht er ondanks goede zorgen toch iets fout gaan, ga dan als volgt te werk:
Bij brand:
Indien er kans op schade aan lijf en/of goederen bestaat, blus dan met een poederblusser
Bij inademing:
Bij de volgende mogelijke verschijnselen: keelpijn, buikpijn, hoofdpijn, duizeligheid,
misselijkheid en/of sufheid: frisse lucht, rust, zo nodig beademen, waarschuw bij klachten
een arts of naar het ziekenhuis vervoeren
Bij huidcontact:
Verontreinigde kleding uittrekken, huid langdurig spoelen met water of afdouchen,
raadpleeg bij blijvende lichamelijke klachten een arts
Bij oogcontact:
Eventueel contactlenzen verwijderen. Eerst langdurig spoelen met water, dan naar een
arts vervoeren
Bij inslikken:
Mond spoelen (geen braken opwekken) en onmiddellijk naar een ziekenhuis vervoeren.

9.

Referenties.
!
!
!
!

10.

VIAG.
VWI G-01 Het werken aan of nabij gasvoorzieningsystemen.
Chemiekaarten.
Montagevoorschriften.

Bijlagen.
!

Geen.

Opgesteld door:

Werkgroep VIAG-VWI

Procedure eigenaar:

Contactgroep Veiligheidsregelgeving

Goedgekeurd door:

Taakgroep Infrastructuur

Veiligheidswerkinstructie

Het betreden en het uitvoeren van nietgastechnische werkzaamheden in, op


of aan gastechnische bedrijfsruimten
1.

Documentnr. : G-50
Datum/versie: 15-5-2011
Blad
: 1 van 2

Doel.
Het veilig betreden en veilig uitvoeren van niet-gastechnische werkzaamheden in, op of
aan gastechnische bedrijfsruimten.

2.

Toepassingsgebied.
HD- en LD-gasvoorzieningsystemen.

3.

Aanwijzingen en opdrachtverstrekking.
!

!
!
!

!
!
!
!

4.

Voorwaarden.
!
!
!
!
!
!

5.

Niet gastechnische werkzaamheden, zoals betreden gasruimte, aflezen van meters,


verwisselen van lampen, beperkte bouwkundige en civieltechnische werkzaamheden,
schoonmaken van vloeren, wanden enz. uitvoering door minimaal VOPtoeganghebbend.
Opdrachtverstrekking door een WV, via werkplan of raamopdracht.
Mate van toezicht wordt door de WV bepaald.
Niet gastechnische werkzaamheden, zoals groenvoorzieningswerkzaamheden,
bestratingswerkzaamheden, werkzaamheden aan afscheidingen enz., mogen door
een leek uitgevoerd worden.
De wijze van opdrachtverstrekking wordt door IV bepaald, kan via werkplan of
raamopdracht.
Bij werkzaamheden door een leek aan of binnen de gasruimte altijd via een werkplan.
Bij werkzaamheden door een leek buiten de gasruimte volstaat regelmatig toezicht
door minimaal een AVP-stations.
Bij werkzaamheden door een leek binnen de gasruimte is permanent toezicht door
minimaal een AVP-stations vereist.

De werkplek is voldoende ruim, droog en verlicht.


De werkplek wordt voldoende geventileerd.
Bij het betreden van een gastechnische bedrijfsruimte wordt de gasconcentratie
gemeten en mag niet hoger zijn dan 10% LEL.
Bij het verblijven in de gasruimte dient de gasconcentratie voortdurend gemeten te
worden en mag niet hoger zijn dan 10% LEL.
Gastechnische bedrijfsruimten mogen alleen zelfstandig ontsloten worden door
personen met een geldige aanwijzing conform VIAG.
Indien door derden extra voorwaarden en/of instructies opgesteld zijn, dienen deze
volledig opgevolgd te worden.

Risicos en maatregelen.
Risico:
Ongecontroleerde uitstroming van gas.
Maatregel: Ventileren, continu meten, zo nodig werkplek verlaten en melden aan de WV.
Risico:
Persoonlijk letsel.
Maatregel: Gebruik maken van PBMs.
Risico:

Aanwezigheid van omstanders en/of dieren in de directe omgeving van de


werkplek.
Maatregel: Afbakenen van de werkplek, omstanders manen de werkplek te verlaten.
Risico:
Benvloeding van buitenaf, bijv. weersomstandigheden, verkeer.
Maatregel: Werkonderbreking, afzettingen conform Handboek 96b van de CROW.
Opgesteld door:

Werkgroep VIAG-VWI

Procedure eigenaar:

Contactgroep Veiligheidsregelgeving

Goedgekeurd door:

Taakgroep Infrastructuur

Veiligheidswerkinstructie

Het betreden en het uitvoeren van nietgastechnische werkzaamheden in, op


of aan gastechnische bedrijfsruimten

Documentnr. : G-50
Datum/versie: 15-5-2011
Blad
: 2 van 2

Risico:
Blokkering vluchtwegen.
Maatregel: Vluchtwegen vrijhouden van obstakels, in het bijzonder uit gastechnische
bedrijfsruimten.

6.

Middelen en apparatuur.
!
!
!

De vereiste PBMs: werkkleding en bij werkzaamheden in de gasruimte antistatische


en vlamvertragende werkkleding, veiligheidsschoeisel, gehoorbescherming.
Gassignaleringsapparatuur met akoestisch en optisch signaal.
Brandblusser (klasse A/B/C) van minimaal 6 kg.

7.

Werkwijze.

7.1.

Voorbereiding.
!
!
!

!
7.2.

Uitvoering.
!
!
!

!
!
7.3.

!
!

Geen.

Referenties.
!
!
!

10.

Registreer de benodigde gegevens.


Lever de uitgevoerde activiteiten op:
o Activiteiten via een werkplan: gereedmelding van het werkplan bij de WV.
o Activiteiten via een raamopdracht: oplevering conform de bedrijfsafspraken.
Laat de werkplek netjes en veilig achter.
Zorg dat bij verlaten van de gebouwen en terreinen de deuren en hekken gesloten
zijn.

Opmerkingen
!

9.

Tref de noodzakelijke veiligheidsmaatregelen.


Meet bij het betreden van de gastechnische bedrijfsruimte de gasconcentratie.
Meet gedurende het verblijf in de gasruimte continu de gasconcentratie. Als de
gasconcentratie gelijk of hoger dan 10 % LEL bedraagt, dient onmiddellijk de
werkplek verlaten te worden en dient er contact met de WV opgenomen te worden.
Zet gedurende het verblijf in de gasruimte alle deuren open, en ze moeten tijdens de
werkzaamheden in geopende stand vergrendeld blijven.
Hef de genomen veiligheidsmaatregelen op.

Beindiging.
!
!

8.

Controleer of aan alle voorwaarden volgens punt 4 en de maatregelen volgens punt 5


is voldaan.
Controleer of het werkplan of raamopdracht overeenkomt met de situatie ter plekke.
Indien bij bovengenoemde controles afwijkingen worden geconstateerd, mag er niet
met de werkzaamheden worden gestart, maar dient contact te worden opgenomen
met de WV.
Voer Laatste Minuut Risico Analyse (LMRA) uit.

VIAG.
VWI G-01 Het werken aan of nabij gasvoorzieningsystemen.
Handboek 96b van de CROW.

Bijlagen.
!

Geen.

Opgesteld door:

Werkgroep VIAG-VWI

Procedure eigenaar:

Contactgroep Veiligheidsregelgeving

Goedgekeurd door:

Taakgroep Infrastructuur

Veiligheidswerkinstructie

Het uitvoeren van functionele inspecties Documentnr. : G-51


Datum/versie: 15-5-2011
aan gastechnische installaties
Blad
: 1 van 3
en meteropstellingen > G25
1.

Doel.
Het veilig uitvoeren van functionele inspecties aan gastechnische installaties en
meteropstellingen > G25.

2.

Toepassingsgebied.
HD- en LD-gasvoorzieningsystemen.

3.

Aanwijzingen en opdrachtverstrekking.

4.

Uitvoering aan gastechnische installaties door minimaal een AVP stations, in


voorkomende gevallen met assistentie van minimaal een VOP.
Uitvoering aan meteropstellingen > G25 door minimaal een VP.
Opdrachtverstrekking door een WV, via werkplan of raamopdracht.
Mate van toezicht wordt door de WV bepaald.

Voorwaarden.

5.

De werkplek is voldoende ruim, droog en verlicht.


De werkplek wordt voldoende geventileerd.
De actuele netsituatie is aan de hand van tekeningen ter plaatse beschikbaar.
De gasconcentratie wordt voortdurend gemeten en mag niet hoger zijn dan 10% LEL.
Voor uitvoering van deze werkzaamheden dient een bedieningsplan opgesteld te zijn.
Het in en uit bedrijf nemen van afleverstations heeft geen invloed op de
bedrijfsvoering en behoeft daarom niet gemeld te worden aan het meldpunt.
Zet gedurende het verblijf in de gasruimte alle deuren open, en ze moeten tijdens de
werkzaamheden in geopende stand vergrendeld blijven.
Indien door derden extra voorwaarden en/of instructies opgesteld zijn, dienen deze
volledig opgevolgd te worden.
Het uitvoeren van een functionele inspectie in betreedbare ruimten door n persoon,
in plaats van door twee personen, is toegestaan mits:
o Er geen (de)montagewerkzaamheden worden verricht.
o Er gebruik gemaakt wordt van daarvoor geschikte arbeidsmiddelen/meetmiddelen.

Risicos en maatregelen.
Risico:
Ongecontroleerde uitstroming van gas.
Maatregel: Ventileren, continu meten, zo nodig werkplek verlaten en melden aan de WV.
Risico:
Persoonlijk letsel en verstikking.
Maatregel: Gebruik maken van PBMs en apparatuur.
Risico:

Aanwezigheid van omstanders en/of dieren in de directe omgeving van de


werkplek.
Maatregel: Afbakenen van de werkplek, omstanders manen de werkplek te verlaten.
Risico:
Benvloeding van buitenaf, bijv. weersomstandigheden, verkeer.
Maatregel: Werkonderbreking, afzettingen conform Handboek 96b van de CROW.
Risico:
Brand en/of explosie.
Maatregel: Geen ontstekingsbronnen op of in de omgeving van de werkplek, werkplek
afbakenen d.m.v. verbodsborden Open vuur verboden.

Opgesteld door:

Werkgroep VIAG-VWI

Procedure eigenaar:

Contactgroep Veiligheidsregelgeving

Goedgekeurd door:

Taakgroep Infrastructuur

Veiligheidswerkinstructie

Het uitvoeren van functionele inspecties Documentnr. : G-51


Datum/versie: 15-5-2011
aan gastechnische installaties
Blad
: 2 van 3
en meteropstellingen > G25
6.

Middelen en apparatuur.

De vereiste PBMs: antistatische, gladde, afsluitende en vlamvertragende werkkleding,


veiligheidsschoeisel, gehoorbescherming.
Gassignaleringsapparatuur met akoestisch en optisch signaal.
Brandblusser (klasse A/B/C) van minimaal 6 kg.

7.

Werkwijze.

7.1.

Voorbereiding.

7.2.

Uitvoering.

7.3.

Registreer de benodigde gegevens.


Lever de uitgevoerde activiteiten op:
o Activiteiten via een werkplan: gereedmelding van het werkplan bij de WV.
o Activiteiten via een raamopdracht: oplevering conform de bedrijfsafspraken.
Laat de werkplek netjes en veilig achter.
Zorg dat bij verlaten van de gebouwen en terreinen de deuren en hekken gesloten
zijn.

Opmerkingen.

9.

Tref de noodzakelijke veiligheidsmaatregelen.


Controleer de vindbaarheid en bedienbaarheid van de scheidingsafsluiters.
Vraag bij het meldpunt toestemming om de op handen zijnde bedieningshandeling te
mogen uitvoeren.
Voer in overeenstemming met de bedrijfsinstructie de inspectie uit.
Vraag bij het meldpunt toestemming om de op handen zijnde bedieningshandeling te
mogen uitvoeren.
Hef de genomen veiligheidsmaatregelen op.

Beindiging.

8.

Controleer of aan alle voorwaarden volgens punt 4 en de maatregelen volgens punt 5


is voldaan.
Controleer of de raamopdracht of het werkplan overeenkomt met de situatie ter
plekke.
Indien bij bovengenoemde controles afwijkingen worden geconstateerd, mag er niet
met de werkzaamheden worden gestart, maar dient contact te worden opgenomen
met de WV.
Voer Laatste Minuut Risico Ananlyse (LMRA) uit.

Geen.

Referenties.

Opgesteld door:

VIAG.
VWI G-01 Het werken aan of nabij gasvoorzieningsystemen.
NEN 1059.
Handboek 96b van de CROW.
Bedieningshandleidingen
Montagevoorschriften.

Werkgroep VIAG-VWI

Procedure eigenaar:

Contactgroep Veiligheidsregelgeving

Goedgekeurd door:

Taakgroep Infrastructuur

Veiligheidswerkinstructie

Het uitvoeren van functionele inspecties Documentnr. : G-51


Datum/versie: 15-5-2011
aan gastechnische installaties
Blad
: 3 van 3
en meteropstellingen > G25
10.

Bijlagen.
Tabel 1: Het minimaal aantal personen dat nodig is bij werkzaamheden gasdrukregel- en
meetstations.

Toegankelijke opstellingsruimte (bijv.


Vrijstaand c.q. betreedbaar gebouw)
Niet-toegankelijke opstellingsruimte
(bijv. kastopstelling)
*
**

Opgesteld door:

In bedrijf
stellen
2
1

Inspecties
A
B
C
1
2**
2
1

1*

Toestandsafhankelijk
onderhoud
2**

Storing

1*

1*

1*

Indien er gn explosiegevaar kan optreden door het openen of demonteren van


installatieonderdelen, waarbij gas kan vrijkomen.
Het uitvoeren van B-inspecties of toestandsafhankelijk onderhoud in betreedbare ruimten
door n persoon (minimaal AVP stations), in plaats van door twee personen, is alln
toegestaan als aan de volgende voorwaarden is voldaan:
- er is gn sprake van (de)montagewerkzaamheden;
- er wordt gebruik gemaakt van geschikte arbeidsmiddelen/meetmiddelen;
- vanuit een bedrijfsspecifieke RI&E blijkt dat de aan de betreffende werkzaamheden
verbonden risicos beheersbaar en aanvaardbaar zijn;
- de persoon, die de inspectie of het onderhoud uitvoert, meldt zich direct vr aanvang van
het betreden van de ruimte bij de OIV of WV en meldt zich bij het verlaten /sluiten van de
ruimte direct weer bij dezelfde OIV of WV.

Werkgroep VIAG-VWI

Procedure eigenaar:

Contactgroep Veiligheidsregelgeving

Goedgekeurd door:

Taakgroep Infrastructuur

Veiligheidswerkinstructie

Het uitvoeren van


gastechnische werkzaamheden in
gastechnische bedrijfsruimten

1.

Documentnr. : G-52
Datum/versie: 15-5-2011
Blad
: 1 van 3

Doel.
Het veilig uitvoeren van gastechnische werkzaamheden in gastechnische bedrijfsruimten.

2.

Toepassingsgebied.
HD- en LD-gasvoorzieningsystemen.

3.

Aanwijzingen en opdrachtverstrekking.

4.

Overige uitvoering in gastechnische bedrijfsruimten door minimaal AVP stations, in


voorkomende gevallen met assistentie van minimaal VOP.
Opdrachtverstrekking door WV, via bedieningsplan.
Indien er geen bedieningshandelingen plaatsvinden: Opdrachtverstrekking door WV, via
werkplan of raamopdracht.
Mate van toezicht wordt door de WV bepaald.

Voorwaarden.

5.

Uitvoering van plaatsen, verwisselen of verwijderen van gasmeters G25 LD minimaal


door VOP-meters, conform VWI G-06.
Uitvoering van plaatsen, verwisselen of verwijderen van gasmeters > G25 LD door
minimaal VP, met assistentie van minimaal VOP, conform VWI G-09.
Uitvoering van plaatsen, verwisselen of verwijderen van gasmeters HD door AVP stations,
met assistentie van minimaal VOP, conform VWI G-09.
Alle meterplaatsingen, verwisselingen of verwijderingen in opdracht van de WV, via
werkplan of raamopdracht.

De werkplek is voldoende ruim, droog en verlicht.


De werkplek wordt voldoende geventileerd.
De actuele netsituatie is aan de hand van tekeningen bekend en deze zijn ter plaatse
beschikbaar.
De gasconcentratie wordt voortdurend gemeten en mag niet hoger zijn dan 10% LEL.
Gedurende het verblijf in de gasruimte alle deuren open zetten en ze moeten tijdens de
werkzaamheden in geopende stand vergrendeld blijven.
De werkzaamheden in gastechnische bedrijfsruimten dienen te worden uitgevoerd door
minimaal het aantal personen zoals vermeld in tabel 1 onder Bijlagen.
Het in en uit bedrijf nemen van afleverstations heeft geen invloed op de bedrijfsvoering
en behoeft daarom niet gemeld te worden aan het meldpunt.

Risicos en maatregelen.
Risico:
Ongecontroleerde uitstroming van gas.
Maatregel: Ventileren, continu meten, zo nodig werkplek verlaten en melden aan de WV.
Risico:
Persoonlijk letsel en verstikking.
Maatregel: Gebruik maken van PBMs en apparatuur.
Risico:

Aanwezigheid van omstanders en/of dieren in de directe omgeving van de


werkplek.
Maatregel: Afbakenen van de werkplek, omstanders manen de werkplek te verlaten.
Risico:
Benvloeding van buitenaf, bijv. weersomstandigheden, verkeer.
Maatregel: Werkonderbreking, afzettingen conform Handboek 96b van de CROW.

Opgesteld door:

Werkgroep VIAG-VWI

Procedure eigenaar:

Contactgroep Veiligheidsregelgeving

Goedgekeurd door:

Taakgroep Infrastructuur

Veiligheidswerkinstructie

Het uitvoeren van


gastechnische werkzaamheden in
gastechnische bedrijfsruimten

Documentnr. : G-52
Datum/versie: 15-5-2011
Blad
: 2 van 3

Risico:
Blokkering vluchtwegen.
Maatregel: Vluchtwegen vrijhouden van obstakels.
Risico:
Brand en/of explosie.
Maatregel: Geen ontstekingsbronnen op of in de omgeving van de werkplek, werkplek
afbakenen d.m.v. verbodsborden Open vuur verboden.
Risico:
Aanwezigheid van aardgascondensaat.
Maatregel: Gebruik maken van extra PBMs conform VWI G-47 Het werken met
aardgascondensaat.

6.

Middelen en apparatuur.

De vereiste PBMs: antistatische, gladde, afsluitende en vlamvertragende werkkleding,


veiligheidsschoeisel, gehoorbescherming.
Gassignaleringsapparatuur met akoestisch en optisch signaal.
Brandblusser (klasse A/B/C) van minimaal 6 kg.

7.

Werkwijze.

7.1.

Voorbereiding.

7.2.

Uitvoering.

7.3.

Controleer of aan alle voorwaarden volgens punt 4 en de maatregelen volgens punt 5 is


voldaan.
Controleer of het werkplan of raamopdracht overeenkomt met de situatie ter plekke.
Indien bij bovengenoemde controles afwijkingen worden geconstateerd, mag er niet met
de werkzaamheden worden gestart, maar dient contact te worden opgenomen met de
WV.
Voer Laatste Minuut Risico Analyse (LMRA) uit.

Tref de noodzakelijke veiligheidsmaatregelen.


Controleer de vindbaarheid en bedienbaarheid van de scheidingsafsluiters.
Neem eventueel het station uit bedrijf conform VWI G-54 Het in en uit bedrijf nemen
van gasdrukregel- en meetstations.
Neem, indien de werkzaamheden dit toelaten, slechts een deel van de installatie (bijv.
een straat) uit bedrijf door de inlaat- en uitlaatafsluiters te sluiten. Indien deze handeling
van invloed is op de bedrijfsvoering, vraag dan bij het meldpunt toestemming om de op
handen zijnde bedieningshandeling te mogen uitvoeren. Er dient dan een bedieningsplan
opgesteld te worden.
Maak de straat drukloos.
Voer de geplande werkzaamheden uit.
Neem, indien van toepassing, de straat weer in bedrijf. Indien deze handeling van invloed
is op de bedrijfsvoering, vraag dan bij het meldpunt toestemming om de op handen
zijnde bedieningshandeling te mogen uitvoeren.
Neem, indien van toepassing, het station weer in bedrijf volgens VWI G-54 Het in en uit
bedrijf nemen van gasdrukregel- en meetstations.
Hef de genomen veiligheidsmaatregelen op.

Beindiging.

Opgesteld door:

Registreer de benodigde gegevens.


Lever de uitgevoerde activiteiten op:
o Activiteiten via een werkplan/bedieningsplan: gereedmelding van het werkplan bij de
WV.

Werkgroep VIAG-VWI

Procedure eigenaar:

Contactgroep Veiligheidsregelgeving

Goedgekeurd door:

Taakgroep Infrastructuur

Veiligheidswerkinstructie

Het uitvoeren van


gastechnische werkzaamheden in
gastechnische bedrijfsruimten

8.

Het uitvoeren van functionele inspecties wordt conform VWI G-51 Het uitvoeren van
functionele inspecties aan gastechnische installaties uitgevoerd.

Referenties.

10.

o Activiteiten via een raamopdracht: oplevering conform de bedrijfsafspraken.


Laat de werkplek netjes en veilig achter.

Opmerkingen.

9.

Documentnr. : G-52
Datum/versie: 15-5-2011
Blad
: 3 van 3

VIAG.
NEN 1059.
VWI G-01 Het werken aan of nabij gasvoorzieningsystemen.
VWI G-47 Het werken met aardgascondensaat.
VWI G-51 Het uitvoeren van functionele inspecties aan gastechnische installaties.
VWI G-54 Het in en uit bedrijf nemen van gasdrukregel- en meetstations.
Handboek 96b van de CROW.
Bedieningshandleidingen.
Montagevoorschriften.

Bijlagen.
Tabel 1: Het minimaal aantal personen dat nodig is bij werkzaamheden gasdrukregel- en
meetstations.

Toegankelijke opstellingsruimte (bijv.


Vrijstaand c.q. betreedbaar gebouw)
Niet-toegankelijke opstellingsruimte
(bijv. kastopstelling)
*
**

Opgesteld door:

In bedrijf
stellen
2
1

Inspecties
A
B
C
1
2**
2
1

1*

Toestandsafhankelijk
onderhoud
2**

Storing

1*

1*

1*

Indien er gn explosiegevaar kan optreden door het openen of demonteren van


installatieonderdelen, waarbij gas kan vrijkomen.
Het uitvoeren van B-inspecties of toestandsafhankelijk onderhoud in betreedbare ruimten door n
persoon (minimaal AVP stations), in plaats van door twee personen, is alln toegestaan als aan de
volgende voorwaarden is voldaan:
- er is gn sprake van (de)montagewerkzaamheden;
- er wordt gebruik gemaakt van geschikte arbeidsmiddelen/meetmiddelen;
- vanuit een bedrijfsspecifieke RI&E blijkt dat de aan de betreffende werkzaamheden verbonden
risicos beheersbaar en aanvaardbaar zijn;
- de persoon, die de inspectie of het onderhoud uitvoert, meldt zich direct vr aanvang van het
betreden van de ruimte bij de OIV of WV en meldt zich bij het verlaten /sluiten van de ruimte
direct weer bij dezelfde OIV of WV.

Werkgroep VIAG-VWI

Procedure eigenaar:

Contactgroep Veiligheidsregelgeving

Goedgekeurd door:

Taakgroep Infrastructuur

Veiligheidswerkinstructie

Het in en uit bedrijf nemen van


gasdrukregel- en meetstations

1.

Documentnr. : G-54
Datum/versie: 15-5-2011
Blad
: 1 van 4

Doel.
Het veilig in en uit bedrijf nemen van gasdrukregel- en meetstations.

2.

Toepassingsgebied.
HD- en LD-gasvoorzieningsystemen.

3.

Aanwijzingen en opdrachtverstrekking.

4.

Voorwaarden.

5.

Uitvoering door minimaal AVP stations, in voorkomende gevallen met assistentie van
minimaal VOP.
Opdrachtverstrekking door WV, via werkplan.
Mate van toezicht wordt door de WV bepaald.

De werkplek is voldoende ruim, droog en verlicht.


De werkplek wordt voldoende geventileerd.
De actuele netsituatie is aan de hand van tekeningen bekend en deze zijn ter plaatse
beschikbaar.
De gasconcentratie wordt voortdurend gemeten en mag niet hoger zijn dan 10% LEL.
Voor uitvoering van deze werkzaamheden dient een bedieningsplan opgesteld te zijn.
Gedurende het verblijf in de gasruimte alle deuren open zetten en ze moeten tijdens
de werkzaamheden in geopende stand vergrendeld blijven.
De werkzaamheden in gastechnische bedrijfsruimten dienen te worden uitgevoerd
door minimaal het aantal personen zoals vermeld in tabel 1 onder Bijlagen.

Risicos en maatregelen.
Risico:
Ongecontroleerde uitstroming van gas.
Maatregel: Ventileren, continu meten, zo nodig werkplek verlaten en melden aan de WV.
Risico:
Persoonlijk letsel en verstikking.
Maatregel: Gebruik maken van PBMs.
Risico:

Aanwezigheid van omstanders en/of dieren in de directe omgeving van de


werkplek.
Maatregel: Afbakenen van de werkplek, omstanders manen de werkplek te verlaten.
Risico:
Benvloeding van buitenaf, bijv. weersomstandigheden, verkeer.
Maatregel: Werkonderbreking, afzettingen conform Handboek 96b van de CROW.
Risico:
Blokkering vluchtwegen.
Maatregel: Vluchtwegen vrijhouden van obstakels.
Risico:
Brand en/of explosie.
Maatregel: Geen ontstekingsbronnen op of in de omgeving van de werkplek, werkplek
afbakenen d.m.v. verbodsborden Open vuur verboden.
Risico:
Aanwezigheid van aardgascondensaat.
Maatregel: Gebruik maken van extra PBMs conform VWI G-47 Werken met
aardgascondensaat.

Opgesteld door:

Werkgroep VIAG-VWI

Procedure eigenaar:

Contactgroep Veiligheidsregelgeving

Goedgekeurd door:

Taakgroep Infrastructuur

Veiligheidswerkinstructie

Het in en uit bedrijf nemen van


gasdrukregel- en meetstations

6.

Middelen en apparatuur.

De vereiste PBMs: antistatisch, gladde, afsluitende en vlamvertragende werkkleding,


veiligheidsschoeisel, gehoorbescherming.
Gassignaleringsapparatuur met akoestisch en optisch signaal.
Gasconcentratiemeter, 100% aardgas.
Brandblusser (klasse A/B/C) van minimaal 6 kg.

7.

Werkwijze.

7.1

Voorbereiding.

7.2.

Documentnr. : G-54
Datum/versie: 15-5-2011
Blad
: 2 van 4

Controleer of aan alle voorwaarden onder punt 4 en maatregelen onder punt 5 is


voldaan.
Controleer of het werkplan overeenkomt met de situatie ter plekke.
Indien bij bovengenoemde controles afwijkingen worden geconstateerd, mag er niet
met de werkzaamheden worden gestart, maar dient contact te worden opgenomen
met de WV.
Voer Laatste Minuut Risico Analyse (LMRA) uit.

Uitvoering .

7.2.1. In bedrijf nemen (gasloos).

Opgesteld door:

Tref de noodzakelijke veiligheidsmaatregelen.


Controleer of het station gereed is om in bedrijf te nemen (tussen de ingaande- en
uitgaande scheidingsafsluiter).
Plaats en sluit de afblaasinstallatie aan.
Vraag bij het meldpunt toestemming om de op handen zijnde bedieningshandelingen
uit te mogen voeren.
Voer de ontluchting uit.
Constateer, met behulp van een gasconcentratiemeter, dat het uitstromende gas vrij
is van lucht.
Onderbreek, nadat 100 volumeprocenten aardgas is geconstateerd, de gasstroom
gedurende enige tijd, min. 5 minuten.
Breng de gasstroom weer op gang, nadat opnieuw 100 volumeprocenten aardgas is
geconstateerd is het ontluchten gereed.
Wees alert op aardgascondensaat.
Sluit na de ontluchting de uitgaande scheidingsafsluiter en de uitgaande afsluiter van
het regelstation.
Stel de regelinstallatie en de veiligheden af op de juiste instelwaarden volgens de
bedrijfsrichtlijn.
Open de uitgaande scheidingsafsluiter en neem het station in bedrijf door het openen
van de uitgaande afsluiter van het regelstation.
Meld de bedieningshandelingen gereed bij het meldpunt
Hef de getroffen veiligheidsmaatregelen op.

Werkgroep VIAG-VWI

Procedure eigenaar:

Contactgroep Veiligheidsregelgeving

Goedgekeurd door:

Taakgroep Infrastructuur

Veiligheidswerkinstructie

Het in en uit bedrijf nemen van


gasdrukregel- en meetstations

Documentnr. : G-54
Datum/versie: 15-5-2011
Blad
: 3 van 4

7.2.2. In bedrijf nemen (drukloos).

Tref de noodzakelijke veiligheidsmaatregelen.


Controleer of het station (tussen de ingaande- en uitgaande scheidingsafsluiter) of
een deel van het station gereed is om in bedrijf te nemen.
Vraag bij het meldpunt toestemming om de op handen zijnde bedieningshandelingen
(in bedrijfname van het station) te mogen uitvoeren.
Open de afsluiter(s) aan de ingaande kant.
Stel de regelinstallatie en de veiligheden af op de juiste instelwaarden volgens de
bedrijfsrichtlijn.
Open de afsluiter(s) aan de uitgaande kant.
Neem het station in bedrijf.
Meld de bedieningshandelingen gereed bij het meldpunt.
Hef de getroffen veiligheidsmaatregelen op.

7.2.3 Uit

7.2.4 Uit

bedrijf nemen (drukloos).


Tref de noodzakelijke veiligheidsmaatregelen.
Bepaal de methode van uit bedrijf nemen; uitbufferen, afblazen.
Vraag bij het meldpunt toestemming om de op handen zijnde bedieningshandelingen
te mogen uitvoeren.
Sluit de ingaande afsluiter van het regelstation.
Sluit de uitgaande afsluiter van het regelstation.
Maak het regelstation drukloos.
Controleer op druk opbouw (het goed sluiten van de in- en uitgaande afsluiters van
het regelstation).
Open, bij geen druk opbouw, de filterkraan en de inregelkraan (druk opbouw
uitgesloten).
Sluit bij druk opbouw of werkzaamheden langer dan een werkdag de in- en uitgaande
scheidingsafsluiter.
Maak dan beide leidingdelen ook drukloos via de afblaasinstallatie.
Controleer op druk opbouw.
Meld de bedieningshandelingen gereed bij het meldpunt.
Hef de getroffen veiligheidsmaatregelen op.
bedrijf nemen (gasloos).
Tref de noodzakelijke veiligheidsmaatregelen.
Bepaal de methode van uit bedrijf nemen: uitbufferen, afblazen.
Vraag bij het meldpunt toestemming om de op handen zijnde bedieningshandelingen
te mogen uitvoeren.
Sluit de ingaande scheidingsafsluiter van het regelstation.
Sluit de uitgaande scheidingsafsluiter van het regelstation.
Maak het regelstation drukloos via de afblaasinstallatie.
Controleer op druk opbouw (het goed sluiten van de in- en uitgaande afsluiters van
het regelstation).
Meld de bedieningshandelingen gereed bij het meldpunt
Scheid het station tenslotte van het gasvoorzieningssysteem.
Hef de getroffen veiligheidsmaatregelen op.

Opgesteld door:

Werkgroep VIAG-VWI

Procedure eigenaar:

Contactgroep Veiligheidsregelgeving

Goedgekeurd door:

Taakgroep Infrastructuur

Veiligheidswerkinstructie

Het in en uit bedrijf nemen van


gasdrukregel- en meetstations

7.3.

Beindiging.

8.

Het uitvoeren van functionele inspecties wordt conform VWI G-51 Het uitvoeren van
functionele inspecties aan gastechnische installaties uitgevoerd

Referenties.

10.

Registreer de benodigde gegevens.


Lever de uitgevoerde activiteiten op en meldt het werkplan gereed bij de WV.
Laat de werkplek netjes en veilig achter.
Zorg dat bij verlaten van de gebouwen en terreinen de deuren en hekken gesloten
zijn.

Opmerkingen.

9.

Documentnr. : G-54
Datum/versie: 15-5-2011
Blad
: 4 van 4

VIAG.
NEN 1059.
VWI G-01 Het werken aan of nabij gasvoorzieningsystemen.
VWI G-47 Het werken met aardgascondensaat.
VWI G-51 Het uitvoeren van functionele inspecties aan gastechnische installaties.
Handboek 96b van de CROW.
Bedieningshandleidingen.
Montageinstructies.

Bijlagen.
Tabel 1: Het minimaal aantal personen dat nodig is bij werkzaamheden gasdrukregel- en
meetstations.

Toegankelijke opstellingsruimte (bijv.


Vrijstaand c.q. betreedbaar gebouw)
Niet-toegankelijke opstellingsruimte
(bijv. kastopstelling)
*
**

Opgesteld door:

In bedrijf
stellen
2
1

Inspecties
A
B
C
1
2**
2
1

1*

Toestandsafhankelijk
onderhoud
2**

Storing

1*

1*

1*

Indien er gn explosiegevaar kan optreden door het openen of demonteren van


installatieonderdelen, waarbij gas kan vrijkomen.
Het uitvoeren van B-inspecties of toestandsafhankelijk onderhoud in betreedbare ruimten door
n persoon (minimaal AVP stations), in plaats van door twee personen, is alln toegestaan
als aan de volgende voorwaarden is voldaan:
- er is gn sprake van (de)montagewerkzaamheden;
- er wordt gebruik gemaakt van geschikte arbeidsmiddelen/meetmiddelen;
- vanuit een bedrijfsspecifieke RI&E blijkt dat de aan de betreffende werkzaamheden
verbonden risicos beheersbaar en aanvaardbaar zijn;
- de persoon, die de inspectie of het onderhoud uitvoert, meldt zich direct vr aanvang van
het betreden van de ruimte bij de OIV of WV en meldt zich bij het verlaten /sluiten van de
ruimte direct weer bij dezelfde OIV of WV.

Werkgroep VIAG-VWI

Procedure eigenaar:

Contactgroep Veiligheidsregelgeving

Goedgekeurd door:

Taakgroep Infrastructuur

Das könnte Ihnen auch gefallen