Beruflich Dokumente
Kultur Dokumente
Er zijn relatief meer oude mensen en minder jonge mensen De diagnosticering neemt toe
Het aandeel ouderen (65+ers) in de samenleving verdubbelt in ‘Afwijkingen’ worden vaker als zodanig herkend.
aanloop naar 2030 (vergrijzing). Het aantal voorgeschreven geneesmiddelen voor ADHD
Het aandeel 65+ers in de totale bevolking aantal (x 10.000)
80
16 20
11 9,8
10
8
0
0
Sociaal 1991 2007
1980 1990 2000 2010 2020 2030
32 31
Het aantal traditionele huishoudens neemt af. De status van iemand wordt steeds meer bepaald door zijn of haar
24 verdienste.
21
Het verschil in betrokkenheid van ouders bij hun kinderen neemt toe.
Bron: Statline, CBS
16
Vrije tijd wordt steeds meer ingezet voor persoonlijke ontplooiing.
8
Het opvoedende netwerk rond kinderen professionaliseert De bereidheid om te investeren in de zwakkeren in de samenleving
0
1980 1990 2000 2010 2020 2030 neemt af.
Het gebruik van professionele kinderopvang neemt toe.
Het gebruik van kinderopvang in aantal kinderen
Migratiestromen veranderen aantal (x 1.000) Keuzevrijheid brengt steeds meer problemen met zich mee
800
715
700
Het aantal niet-westerse immigranten neemt sinds 2006 weer toe. De eigen verantwoordelijkheid voor keuzes maakt mensen kwetsbaar,
600
Het aantal niet-westerse immigranten in Nederland onzeker en gestresst.
30 Mensen wonen steeds vaker ver bij hun familie vandaan. Er wordt meer onderhandeld over regels, in de maatschappij en ook
20
binnen huishoudens.
10
0
1980 1990 2000 2010 2020 2030 De segregatie in de samenleving neemt toe
De burger verwacht meer van de overheid
Mensen kiezen zelf de mensen en netwerken met wie ze willen omgaan.
De verschillen in demografische De relatie tussen burger en overheid lijkt meer en meer op die tussen
samenstelling tussen regio’s nemen toe Mensen komen steeds minder ‘automatisch’ met alle lagen van de klant en dienstverlener.
bevolking in aanraking.
Hoger opgeleiden trekken steeds meer naar de stad.
Activiteiten worden steeds meer van vaste tijdstippen losgekoppeld.
in opdracht van: de directie VO van het ministerie van OCW gemaakt door: © 2010
Maatschappij Trendskaart
Wat zijn de trends in de maatschappij die relevant
zijn voor het formuleren van een visie op goed
Voortgezet Onderwijs in 2020?
(2 van 2)
Arbeids-
markt Kennis
De schaarste op de arbeidsmarkt neemt toe, bijvoorbeeld in zorg en De hoeveelheid beschikbare kennis neemt toe en is makkelijker
onderwijs voorhanden.
Economie Technologie
De arbeidsmarkt wordt internationaler. De betrouwbaarheid van informatie op het internet wordt makkelijker
in te schatten.
De (internationale) concurrentie neemt toe.
De economische groei vlakt af De toepassingen van ICT nemen toe Mensen vinden het steeds moeilijker om de juiste kennis te vinden
(information overload).
De arbeidsmarkt vraagt om flexibele inzetbaarheid De Nederlandse economie groeit de komende jaren minder hard dan ICT verandert de productie van kennis en maakt dat kennis anders
de afgelopen jaren. wordt verkregen. Informatie moet in toenemende mate wetenschappelijk worden
Opleiding gaat steeds zwaarder tellen op de arbeidsmarkt. De mutatie van het bruto binnenlands product Het percentage leraren (po, vo en mbo) dat bij het lesgeven onderbouwd.
procenten gebruik maakt van de computer
Het aandeel werknemers met een hbo/wo opleiding 10
(als percentage van het totale aantal werknemers) procenten
100
procenten 89
6
Bron: OSA (2009), Trendrapport Vraag naar
40
Kennisnet
arbeid 2008
-10
8
0
2003 2006 2012
0
1991 2007
Het begrotingssaldo blijft negatief, waardoor de staatschuld toeneemt.
Het emu-saldo in verschillende groeiscenario’s Ideële en creatieve producten verspreiden zich sneller als de distributie
procenten
De mismatch tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt wordt groter. 5 makkelijker en goedkoper is.
2
Toepassingsgerichte kennis en (zachte) vaardigheden verouderen sneller.
-1 1994
Bron: Miljoenennota 2009
2015
2%
groei
-4
3%
groei
-7 1%
groei
-10
in opdracht van: de directie VO van het ministerie van OCW gemaakt door: © 2010
Voortgezet Onderwijs Trendskaart
Wat zijn de trends en feiten in het Voortgezet Onderwijs
die relevant zijn voor het formuleren van een visie op
goed Voortgezet Onderwijs in 2020?
Leerlingen ouders
(1 van 2)
Het aandeel leerlingen met een instabiele thuissituatie neemt toe. De verschillen in betrokkenheid van ouders bij het onderwijs en bij de
Het aantal eenoudergezinnen opvoeding nemen toe.
aantal (x 10.000)
60 55,3
Het opleidingsniveau van ouders wordt steeds hoger.
50
44,5
40
30 Leerlingen vragen andere diensten van het VO Leerlingen in het VO worden veeleisender Ouders verwachten steeds meer van het VO
Bron: Stateline, CBS
20
Het aantal VO-leerlingen neemt na 2015 af. Leerlingen eisen meer maatwerk. Ouders verwachten steeds meer dat de school een one-stop-shop is
10
Het aantal leerlingen in het VO (exclusief vavo) voor onderwijs, sport en cultuur.
0 aantal (x 10.000)
2005 2010 2015 2020 Leerlingen eisen meer kwaliteit van onderwijs (consumentenhouding).
1000
Het aantal zorgleerlingen (lwoo en PRO) stijgt. Ouders bemoeien zich meer met het onderwijs omdat ze er weinig
Het aantal leerlingen in LWOO en PRO 950 942 Leerlingen vragen steeds meer zorg en begeleiding van het onderwijs. vertrouwen in hebben.
aantal (x 1.000)
900
80 800 Leerlingen in het VO leren op een andere manier Ouders roepen steeds meer om maatwerk in het onderwijs.
2006 2020
40 Meisjes doen het in toenemende mate beter in het onderwijs dan jongens. Ouders kopen meer private onderwijsdiensten in zoals huiswerkbegeleiding.
van OCW
Regionale verschillen in het aantal VO-leerlingen nemen toe. Het aandeel vrouwen in gediplomeerden aan het vwo Uitgaven voor ouders van leerlingen jonger dan 17 jaar aan privaat onderwijs
0 mln euro
2006/07 2013/14 2020/21 Index van het aantal 10 tot 15 jarigen in 2020 ten opzichte van 2008 procenten
100 100
indexcijfer
20 80 40 40
Groningen (gemeente)
30
16 60
14,7 20 20
13,8
Menterwolde
40
Amsterdam
Nederland
2009
12
Lelystad
Zundert
Haaren
20 0 0
1991 1994 1997 2000 2003 2006 1995 2006
Beek
Bron: Statline, CBS
8 0
Nederland
ísAmsterdam
Gravenhage
Groningen
(gemeente)
(gemeente)
Lelystad
Haaren BeekZundert
Menterwolde
60 80
49,9
Schooltijd concurreert meer dan vroeger met andere tijdsbestedingen. 50 44 hun kinderen èn helpen op school.
40 34,1
De gemiddelde hoeveelheid vrije tijd in uren per week van 12-19 jarigen 60
30
uren per week Ouders willen dat andere ouders sneller op hun verantwoordelijk
20 40
50
44,2 10 heden worden aangesproken.
0 20
40 36,8 1990 2000 2010 2020
Bron: SCP, Trends in de tijd, 2001
30
De vraag naar speciale programma’s voor talentvollle en zwakke 0
1999 2008
leerlingen neemt toe.
20
10
0
1975 1980 1985 1990 1995 2000
in opdracht van: de directie VO van het ministerie van OCW gemaakt door: © 2010
Voortgezet Onderwijs Trendskaart
Wat zijn de trends en feiten in het Voortgezet Onderwijs
die relevant zijn voor het formuleren van een visie op
mensen
goed Voortgezet Onderwijs in 2020?
resultaat
(2 van 2)
Het docententekort in het VO neemt toe Het VO kan leerlingen beter behouden en hoger opleiden
Als gevolg van de vergrijzing neemt de gemiddelde leeftijd van De uitval in het voortgezet onderwijs neemt af.
docenten in het VO toe. De docentenpopulatie in het VO verandert inhoud Het aantal nieuwe voortijdig schoolverlaters
beleid
De leeftijd van docenten in het VO aantal (x 1.000)
procenten 20
100
Het opleidingsniveau van de docenten daalt.
Bron: www.vroegtijdigschoolverlaten.nl
>55 jaar 16,5
12,8 17 15,8
Hoogst genoten opleiding van leraren in het VO
Bron: Referentieraming 2009 Ministerie
20,9 15
80 45-55 jaar procenten 13,6
100
mbo/ hbo Kandidaatsexamen, De inhoud van het VO verandert
39,1 35,8 havo/vwo mo B, wo-bachelor,
31,6 35-45 jaar
60 Universiteit 10
19 21,2 38
16,3 40 37 0
4,2 5,8 6,6 33 De spanning tussen de behoefte aan basiskennis en –vaardigheden 2005/2006 2006/2007 2007/2008
0
2000 2004 2008
20 en maatwerk, neemt toe.
Het docententekort in het VO neemt toe (de mate waarin verschilt 5 2 2 Meer leerlingen kwalificeren zich op een hoger niveau
0
per vak en regio). 2001 2005 2009 De discussie over wat ‘basiskennis’ is, wordt steviger gevoerd. (meer leerlingen gaan naar havo/vwo).
De onvervulde personeelsvraag in het VO ten opzichte van de
totale werkgelegenheid bij laagconjunctuur De pedagogisch-didactische kennis van docenten is toegenomen ten Scholen in het VO weten beter hoe leerlingen het beste leren.
procenten
20 koste van de vakinhoud. De resultaten van het VO op het gebied van
Bron: Beleidsonderzoek Arbeidsmarkt en
Personeelsbeleid Onderwijs – ministerie
Het VO gaat zich steeds meer richten op aanbod voor diverse talenten basiskennis komen onder druk te staan
16
De feminisering in het VO neemt toe. (zoals tweetalig onderwijs of sport).
12 Het percentage vrouwelijke en mannelijke docenten aantal Taal- en rekenresultaten gaan internationaal gezien achteruit.
9 procenten Man Vrouw Cultuur 44 De positie van Nederland op de lijst van PISA
8 100
Topsport 29
31,6 Lezen Wiskunde
4 80 42,3 202
48,8 Bètavakken Finland Zuid-Korea 11 Hong Kong Taipei 1
0,3 0,4
60
Docenten verliezen hun monopolie op de kennisvergaring van 44,5 42,6 42,4
De overheid vraagt meer van het onderwijs 300
Het aandeel allochtone docenten neemt toe. De overheid geeft scholen een grotere rol bij opvoedingsproblemen.
De aandacht voor organisatie van scholen neemt toe Het VO slaagt er op onderdelen beter in samen
te werken met andere onderwijspartners
De regulering en toenemende autonomie van scholen stelt meer en Het vmbo sluit beter aan op het mbo.
andere eisen aan schoolleiders.
De betrokkenheid van het WO bij het VO neemt toe.
Organisatorische vraagstukken gaan steeds meer ten koste van het
onderwijs.
De samenwerking met niet-onderwijspartners blijft moeizaam
in opdracht van: de directie VO van het ministerie van OCW gemaakt door: © 2010