Sie sind auf Seite 1von 4

Fase 2

In dit document worden de onderdelen van Fase 2 van een sessie MI uitgelegd. Net als alle
andere documenten op de site veronderstellen de trainer(s) dat de cursisten er kennis van
hebben genomen en het goed doorgelezen hebben.

Gereedheid herkennen
Wanneer is iemand gereed om aan verandering te werken?

In de eerste fase van MI werd er gebouwd aan de intrinsieke motivatie voor verandering bij
cliënten.
Er komt een gegeven moment waarop het tijd is om van tactiek te veranderen. Wanneer het
doel niet langer is: Het belang en het vertrouwen te bevorderen (fase 1). Maar de
betrokkenheid bij een veranderplan te versterken (fase 2). Wanneer een cliënt op dit
veranderpunt is dan kan hij veranderen en wil hij dat ook. Zodra de cliënt een punt van
gereedheid heeft bereikt, komt er een soort venster in de tijd waarin verandering een aanvang
moet nemen. het is zeer belangrijk voor een hulpverlener om te weten wanneer dit venster
open staat zodat hij de cliënt kan helpen om erdoorheen te stappen. Hier een paar kenmerken
die vertoont kunnen worden wanneer er gewisseld kan worden van fase 1 naar fase 2.
- Afgenomen weerstand
- De dissonantie in de hulpverleningsrelatie wordt minder en de weerstand neemt af.
- Minder discussies over het probleem
Als de cliënt vragen heeft gesteld over het probleemgebied, houden deze nu op. Er
bestaat een gevoel van minstens gedeeltelijke voltooiing.
- Oplossen
De cliënt lijkt een oplossing te hebben gevonden en maakt een vredigere, meer
ontspannen, kalmere, meer opgeluchte of bezonken indruk.
- Verandertaal
Als de weerstand vermindert, komt de verandertaal. Er worden rechtstreekse
uitspraken gedaan over verandering. De cliënt weegt voor en nadelen af.
- Vragen over verandering
De cliënt kan gaan vragen wat hij zou kunnen doen aan het probleem.
- Vóór zich zien
De cliënt praat over het aanzien van zijn leve na een verandering.
- Experimenteren
Als de cliënt tussen twee sessies tijd heeft gehad, heeft hij wellicht gaan
experimenteren met mogelijke veranderingen.

Wanneer er tekenen zijn dat de cliënt er klaar voor is, dan wordt het tijd om door te gaan naar
het volgende doel; het versterken van de betrokkenheid. Nu moet er niet verwacht worden dat
de cliënt op een gegeven moment een eureka moment krijgt en plots volledig betrokken is, dit
neemt tijd.

Gevaren Fase 2
Welke gevaren kan de hulpverlener tegenkomen in Fase 2?

Ambivalentie onderschatten
Het is zeer verleidelijk om aan te nemen dat de cliënt, zodra die tekenen van gereedheid voor
verandering vertoont, ook het besluit al heeft genomen. Op deze manier verwart de
hulpverlener het proces van het versterken van de betrokkenheid met een eureka moment.
Dezelfde zorgvuldigheid als in fase 1 moet worden vastgehouden gedurende fase 2, en tijdens
het gehele hulpverleningsproces.

De wet voorschrijven
Een ander gevaar in fase 2 is dat de hulpverlener de cliënt een plan voorschrijft dat
onacceptabel is. Wanneer de hulpverlener dit doet, doet hij MI geweld aan en dreigt hij wat er
aan vooruitgang geboekt is ongedaan te maken. Hier geldt dat de verantwoordelijkheid en
keuzevrijheid die in fase 1 gehanteerd werd ook geldt voor fase 2.

Te weinig richting geven


Het tegenovergestelde risico is dat je de cliënt te weinig hulp biedt. De vraag ‘wat kan ik
doen?’ kan in fase 2 beter worden beantwoord door een keuzelijst met alternatieven dan
reflectief luisteren. Als het reflectief luisteren wordt voortgezet tot in fase 2 bestaat de kans
dat de cliënt blijft steken.

Een begin in Fase 2


Hoe begint men aan Fase 2?

Recapitulatie
Een mooie eerste stap naar fase 2 is het geheel samenvatten van de situatie waarin de cliënt
zich op dat moment bevindt. De lengte hangt af van de complexiteit van het probleem. De
recapitulatie behoort de volgende elementen te bevatten:
- Een samenvatting van de manier waarop de cliënt zelf het probleem beleeft, zoals het
is gereflecteerd in zijn verandertaal.
- Een opsomming van de ambivalentie bij de cliënt, inclusief enige erkenning van wat
positief of aantrekkelijk blijft aan de status qua.
- Een overzicht van alle objectieve argumenten die het belang van verandering
onderstrepen.
- Een herformulering van alle aanwijzingen die de cliënt heeft gegeven voor de
bereidheid, de bedoeling of het plan om te veranderen, en zijn vertrouwenstaal.
- Je eigen beoordeling van de situatie van de cliënt, in het bijzonder waar die samenvalt
met de belangen van de cliënt zelf.

Centrale vragen
In fase 2 is het de bedoeling dat de wensen en plannen worden uitgelokt bij de cliënt. Dit is
het doel van de centrale vraag die meestal volgt na de recapitulatie. Deze open vragen kunnen
ook gedurende fase 2 gesteld worden, hier enkele voorbeelden:
- Wat denk je te gaan doen? Wat denk je op dit moment over…?
- Nu we dit allemaal op een rijtje hebben gezet, wat is voor jou de volgende stap?
- Wat gebeurt er verder?
- Noem eens een paar goede kanten van een verandering.
De antwoorden die de cliënt op deze vragen geeft moet tegemoet gekomen worden met
reflectief luisteren. Dit om de gedachten en plannen van de cliënt te verhelderen zodat hij
word gestimuleerd tot nadere verkenning.

Informatie en advies verstrekken


In MI is het normaal niet gebruikelijk om informatie te verstrekken maar toch is het heel goed
mogelijk om binnen de geest van MI je deskundigheid aan cliënten ter beschikking te stellen.
Hierin zijn twee mogelijkheden wanneer er plaats is voor dit soort expertise: wanneer de
cliënt erom vraagt, of wanneer de cliënt er toestemming voor geeft. In het laatste geval
handelt de hulpverlener uit zich zelf en zal hij zichzelf het volgende moeten afvragen voordat
hij hiermee verder gaat.
- Heb ik de cliënt genoeg uitgelokt om de praten en te denken over dit onderwerp?
of
- Is hetgeen wat ik ga doen in het belang voor de cliënt of kan de motivatie voor
verandering worden bevordert met wat ik ga doen?

Wanneer de hulpverlener deze vragen met ja kan beantwoorden mag hij verder gaan. Dikwijls
kan de hulpverlener direct vragen om toestemming, wanneer hiervoor gekozen word kan het
als volgt gaan.
- Vind u het goed als ik u iets vertel over een bezwaar dat ik tegen uw voorstel heb?
- Ik heb een idee dat op dit moment misschien relevant is, misschien ook niet. Wilt u het
horen?

Meestal geeft de cliënt de hulpverlener toestemming maar het betuigt van respect,
keuzevrijheid en coöperatie wanneer de hulpverlener dit doet. verder is er een wat indirectere
manier om toestemming te vragen.
- Ik weet niet of dit jou eventueel iets zou opleveren, maar ik kan je een idee geven van
wat een paar andere mensen in jouw situatie hebben gedaan.
- Of het voor jou ergens op slaat, weet ik niet, maar het is een mogelijkheid. Je moet
zelf uitmaken of het bij jou past.

Het komt voor dat de cliënt direct vraagt om advies. In deze situatie is het gepast om je eigen
beste advies te geven. De hulpverlener oppert een idee en de cliënt geeft redenen waarom er
niets van klopt. Herhaalt zich dit een paar keer, dan ontstaat er een zinloos patroon. Dit kun je
voorkomen door niet al te gretig te zijn met je advies. Wacht tot de cliënt je daadwerkelijk
uitnodigt om informatie te delen. Een voorbeeld:
- Ik vind het prima om u een paar ideeën te geven, maar ik wil uw eigen creatieve
denken niet in de weg staan. Tenslotte bent u de deskundige op het gebeid van uzelf.
Ik weet niet of u wel echt behoefte hebt aan mijn advies. Misschien hebt u zelf een
paar ideeën over wat u nu moet doen.
Het is ook mogelijk om niet een maar meerdere opties aan te reiken.
- Nou, er is nooit echt een manier die voor iedereen werkt. Ik kan je iets vertellen over
een paar oplossingen waar ander mensen baat bij hebben gehad, dan kun je zien welke
eventueel het best bij jou past.

Op deze manier lok je misschien vragen uit, vragen om meer informatie over gespreksstof uit
fase 1, of om advies over mogelijkheden tot verandering.

Onderhandelen over een veranderplan


De laatste stap in het proces van MI, hoe doe je dat?

Doelen vaststellen
een eerste stap tot verandering is dat je heldere doelen voor ogen hebt. Enkele centrale vragen
zouden kunnen zijn.
- Hoe zou u de situatie graag anders zien?
- Laten we het stap voor stap aan pakken. Wat is volgens u de eerste stap?
Het is een feit dat je de cliënt geen door de hulpverlener bedachte doelen kan opleggen. Het is
naar onze overtuiging veel beter om een hechte werkrelatie met de cliënt in stand te houden
en om te beginnen met de doelen waarnaar hij het liefst wil streven. Als hulpverlener moet je
eraan denken dat je je blik breed houdt wat doelen betreft. Verder kan het wenselijk zijn om
meerdere doelen op te stellen, waarvan de hulpverlener gelooft dat ze bijdragen aan het
welzijn van de cliënt.
Hierna hoort de hulpverlener na te gaan of de doel(en) realistisch zijn, er zijn diverse
manieren om na te gaan of een doel haalbaar is. Een daarvan is, dat je de cliënt vraag om na te
gaan wat de gevolgen kunnen zijn.
Het vaststellen van doelen leidt tot de tweede stap: overwegen langs welke weg de cliënt het
doel zou kunnen bereiken. Voordat er word verder gegaan met deze stap moet de hulpverlener
ervoor zorgen dat het doel goed is.

Keuzen afwegen
Zoals eerder vermeld gaat de hulpverlener nu verder met de methoden om het gekozen doel te
bereiken. Hierin kan er professionele hulp gezocht worden maar het is in MI de bedoeling dat
het vermogen van de cliënt word benut. Eerder werd er brainstorming genoemd in dit stuk en
dat is wat de hulpverlener hier ook weer kan doen met de cliënt. Onthoudt dat er geen kritiek
geleverd word en dat dat komt wanneer de lijst compleet is volgens de cliënt. Verder kun
hulpverlener advies aandragen, maar doe dit dan op de eerder genoemde manier.

Een plan opstellen


Een gesprek als deze leidt naar een veranderplan. Centrale vragen hierin zijn.
- Wat ben je nu precies van plan?
- Wat is volgens u de eerste stap?
- Hoe wilt u het gaan doen?
Bij sommige cliënten is het fijn om het veranderplan op papier te zetten. Houdt hier rekening
mee.
Waar de hulpverlener in fase 2 naar toe werkt, is een helder geformuleerd actieplan. Vat op
basis van je gesprek het plan samen dat jij en de cliënt gezamenlijk hebben bedacht en dat
past bij de doelen, behoeften, bedoelingen en overtuigingen van de cliënt.

Betrokkenheid uitlokken
Een simpele manier om betrokkenheid te krijgen is erom vragen. ‘Wil je dit gaan doen?’. De
hulpverlener hoopt hierop ja te horen. Maar voordat de hulpverlener ja krijgt moet hij eerst
een paar dingen na gaan. Wil de cliënt veranderingen aanbrengen in het plan? Een andere
manier om betrokkenheid bij een plan te bevorderen is door het openbaar te maken. Met hoe
meer mensen de cliënt zijn plannen deelt hoe meer betrokken hij word. Als iemand aangeeft
nog niet klaar te zijn om betrokkenheid uit te spreken hoort de hulpverlener dit niet te
forceren. Dit omdat de hulpverlener dan alsnog in de valkuil partijdigheid vallen. Geef de
cliënt nog een paar dagen om erover na te denken en houd contact met hem. Vraag dan niet
direct of hij al een beslissing heeft genomen, maar vraag liever wat er is gebeurd met het oog
op zijn veranderplan.

Overgang

Met de betrokkenheid bij een veranderplan is de formele cirkel van MI rond. Soms gaan
mensen vanaf dit punt zelfstandig door met veranderen. Maar ambivalentie verdwijnt maar
zelden als een reiziger de eerste stap heeft gezet.

Das könnte Ihnen auch gefallen