Beruflich Dokumente
Kultur Dokumente
Mentor
Datum
Groep
Aantal lln
Persoonlijk leerdoel:
Ik ga ervoor zorgen dat de geschiedenisles organisatorisch goed in elkaar steekt.
Ik ga er voor waken dat ik het overwicht behoud tijdens de les, dit ga ik doen door vooraf te vertellen wat ik verwacht van de kinderen uit groep 6,7 en 8 zodat zij deze
verwachtingen waar kunnen maken.
Ik ga ervoor zorgen dat in consequent en duidelijk optreed wanneer de kinderen de regels en afspraken breken die we vooraf met elkaar hebben besproken.
Lesdoel(en):
Evaluatie van lesdoelen:
Productdoel:
De kinderen leveren over een week een document in waarin ze laten zien of ze weten
De kinderen van groep 6,7 en 8 krijgen inzicht over cultureel erfgoed in
wat het cultureel erfgoed is. Verder kijk ik aan de hand van vragen die ik aan de kinderen
Nederland. Ze leren wat cultureel erfgoed inhoud, en wat er allemaal toe
stel of ze begrijpen wat cultureel erfgoed is.
behoort. Verder gaan de kinderen onderzoek wat Brabant en omstreken
allemaal voor cultureel erfgoed heeft.
Procesdoel:
De kinderen leren naar elkaar te luisteren en samen te werken. Ze zullen
met elkaar afspraken moeten maken over wanneer ze er aan en werken en
hoe het resultaat eruit moet komen te zien.
Beginsituatie:
Voorkennis:
De kinderen weten uiteraard wat een worstenbroodje is. Ze zijn bij geschiedenis in de tijd van de burgers en de stoommachines. Het onderwerp sluit dus niet echt aan
bij waar ze zijn in de klas. Echter weten de kinderen denk ik een aantal elementen op te noemen van cultureel erfgoed in Nederland.
Betrokkenheid:
Doordat ik een onderwerp pak wat niet een doorsnee onderwerp is zal de betrokkenheid hoger zijn. Het is in de ogen van de kinderen geen saai onderwerp en zullen
willen weten waar het allemaal naartoe gaat.
Actualiteit:
Onlangs was op het nieuws dat het Brabantse worstenbroodje is toegevoegd aan de culturele erfgoedlijst van Nederland en van UNESCO.
Lesverloop
Tijd
2 min
20 min
10 min
Opdracht
uitleggen
Leeractiviteit
leergedrag leerling(en)
De kinderen luisteren naar wat ik aan ze vertel, zo mogen
als ze vragen hebben deze aan mij stellen. Ook mogen ze
reageren op wat ik vertel.
Materialen / Organisatie
PowerPoint presentatie
Verhaal over het
Brabantse
worstenbroodje
worstenbroodjes
PowerPoint
5 min
Intekenen
en duos
vormen
Intekenlijst
Blaadjes met de
opdracht erop
Wanneer de kinderen het niet opbrengen om inbreng te geven met het zicht
op tekst, komt er gaan uitkomst uit. De kinderen moeten dus ieder hun
eigen deel maken van het verslag, alleen maken is te veel. Hierdoor hebben
de kinderen elkaar nodig.
Individuele aansprakelijkheid
Er worden een aantal eisen aan de opdracht gesteld die in het verslag naar
voren moeten komen. Dit is simpelweg te veel om alleen te doen. De
kinderen zullen dus taken moeten verdelen. Ze kunnen elkaars werk
beoordelen en goed of fout keuren.
Er moet veel overlegd worden tussen de kinderen hoe ze het verslag gaan
vormgeven. Ze moeten elkaar helpen en bijstaan in het verwerken van tekst
naar geschreven tekst.
groepsreflectie
Persoonlijke reflectie
Wat wilde ik?
Dat ik van te voren goed heb nagedacht over het organisatorische element van de les zodat ik zonder verstoringen de les kan
voortzetten.
Dat de activiteit zonder verstoringen verliep, zodat ik het overwicht behoud
Dat ik consequent en duidelijk reageer naar de kinderen, ook vooraf benoemen wat ik verwachtte.
Wat deed ik:
- Informatie gezocht over het worstenbroodje.
- PowerPoint gemaakt.
- Opdracht in elkaar gezet.
- Intekenlijst gemaakt met onderwerpen waar genoeg over te vinden was.
- Alles uitgeprint en klaargelegd.
- Vooraf aan de kinderen vertellen wat ik van ze verwacht.
- Stevig voor de klas staan zodat ik uitstraalde dat ik de kinderen iets wilde vertellen.
- Afwachtende houding aangehouden totdat de kinderen rustig waren.
- Openstaan voor vragen en opmerkingen met daarop positieve bevestiging.
Wat betekende dit voor mij?:
Omdat ik best veel werk in de les heb gestoken en veel al vooraf doordacht heb, had ik een fijn gevoel tijdens de activiteit dat alles klaar
lag. Ik hoefde me niet echt zorgen te maken dat ik nog ergens aan moest denken want alle elementen waren aanwezig. Doordat ik
voorafgaand aan de activiteit aan de kinderen had gezegd wat ik van ze verwachtte: stil tijdens de presentatie en vinger omhoog als er een
vraag is, verliep de les erg goed en zonder verstoringen. Ik heb niet hoeven optreden tegen de kinderen. Tijdens het verhaal over het
worstenbroodje waren de kinderen stil. Dat was erg fijn omdat ik dan de essentie van het verhaal en de les optimaal kon overbrengen. Het
overwicht was daarom dan ook in handen. Ik had echter wel op bepaalde momenten in het verhaal kansen laten liggen om de kinderen
extra te kunnen betrekken. Dat kon bijvoorbeeld goed bij het immaterieel culturele erfgoedlijst. Ik had bijvoorbeeld de kinderen kunnen
laten brainstormen over het begrip. Wat denken jullie hierbij en waaraan etc.. Ik heb gemerkt dat ik de intekenlijst beter in de presentatie
had kunnen verwerken. Er was veel interesse in de opdracht alleen waren de onderwerpen niet bekend. Hierdoor stonden ineens 31
kinderen om het bureau heen. Dit was niet handig omdat er dan een enorme bult kinderen om mij heen stonden die allemaal tegelijk wilde
kiezen. Dit stukje van het organisatorische kan ik nog wat verbeteren.
Hoe nu verder:
- Ik ga voortaan vooraf benoemen wat ik verwacht van de kinderen, dit vond ik naar mijn idee werken.
- Meer zoeken naar kansen om kinderen inbreng te geven in de les, zoals laten brainstormen over moeilijke begrippen.
- Ik wacht totdat de klas stil is en klaar is om mee te doen.
- Ik ga stevig voor de klas staan met een goede houding.
OGP3
Format voor toelichting lesontwerp
Domein: geschiedenis, cultureel erfgoed
Procesdoel:
De kinderen leren naar elkaar te
luisteren en samen te werken.
Ze zullen met elkaar afspraken
moeten maken over wanneer ze
er aan en werken en hoe het
resultaat eruit moet komen te
zien.
B3. Leeractiviteiten
begeleiden
2.6 Samenwerking,
zelfredzaamheid
B2 Leeractiviteiten
ontwerpen
3.6 werkvormen en
groeperingsvormen
4.5 leeromgeving inrichten
Ik heb gekozen om de
opdrachten in tweetallen en met
uitzonderingen drietallen te laten
maken. Ik heb de intekenlijst en
opdrachtenblad voor de
kinderen klaargelegd, zodat de
opdracht hierdoor duidelijk
wordt.