Sie sind auf Seite 1von 8

Lesvoorbereidingsformulier Fontys Hogeschool Kind en Educatie, Pabo Eindhoven

Bron: Didactisch model van Gelder


Student(e)
Klas
Stageschool
Plaats

Janou Valkenburg
PEH15vc
Odaschool
Weert

Mentor
Datum
Groep
Aantal
lln

Ralf Hompes
8 maart 2016
8b
27 leerlingen

Vak- vormingsgebied: taal, spellen


Speelwerkthema / onderwerp: het vervoegen en spellen van werkwoorden
Persoonlijk leerdoel: Ik wil deze les duidelijk zijn voor de kinderen, zodat zij de les kunnen volgen en goed de opdrachten kunnen maken
en begrijpen. Dit wil ik bereiken door van te voren duidelijk aan te geven dat de kinderen hun vinger op kunnen steken als ze een vraag
hebben en door aan het einde de les nog eens te bespreken en vragen of er nog vragen zijn. Aan het einde van de les wil ik ook feedback
van de kinderen zelf vragen.
Lesdoel(en): (kerndoel 11)
Aan het einde van de les kunnen de kinderen zelfstandig
werkwoorden uit de tegenwoordige, verleden en de voltooide
tijd automatiseren en vervoegen op papier. Deze werkwoorden
komen uit een oefening die ik zelf heb gemaakt.
Aan het einde van de les kunnen de kinderen zelfstandig de
juiste vormen van het bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord op
papier schrijven, toepassen en automatiseren. Deze
werkwoorden komen ook uit een oefening die ik zelf heb
gemaakt.

Evaluatie van lesdoelen:


Aan het einde van de les bespreken we een paar zinnen van het
stencil. Ik vraag de kinderen wat zij hebben ingevuld en hoe ze op
dat antwoord zijn gekomen.
Daarna vraag ik aan de kinderen wat zij van de les vonden. Vonden
de kinderen de manier van lesgeven prettig zo, of hebben ze tips
en wat zijn hun tips dan?

Beginsituatie:
De groep bestaat uit 27 leerlingen. Tijdens de activiteiten die ik tot nu toe heb gezien, is de groep instaat om rustig naar een uitleg te
luisteren en kunnen ze goed zelfstandig werken. Het is mijn eerste les, dus de kinderen moeten misschien even aan de nieuwe situatie
wennen. Daarnaast komt Leanne deze les kijken, dit is voor de kinderen in het begin misschien ook even anders.
De kinderen hebben wel al vaker met de verschillende spellingsvormen gewerkt. Het niveau van de groep verschilt. Een groep van de klas
kan goed overweg met de verschillende werkwoordsvormen, een ander deel heeft eerst nog even herhaling nodig en een ander deel vraagt
nog om wat extra begeleiding tijdens de les.
Lesverloop
Tijd
Leerinhoud Didactische handelingen
Leeractiviteit
Materialen / Organisatie
Leraar
leergedrag leerling(en)
Start van
3 minuten
(Voordat we met de les beginnen geef ik
De leerlingen luisteren naar de Digibord met lesdoelen voor de
de les
eerst aan wie Leanne is en leg ook even
intro van de les.
kinderen.
uit wat zij komt doen.) Ik geef aan dat we
deze les nog een keer met de
werkwoordspelling gaan oefenen. Ik
benoem de lesdoelen voor de kinderen,
zodat zij weten waar ik deze les extra op
focus. Deze lesdoelen laat ik even op het
bord uitgetypt zien.
Vandaag ga ik samen met jullie naar de
werkwoordspelling kijken. Ik ga er extra op
letten vandaag dat jullie zelfstandig
werkwoorden kunnen vervoegen uit de
tegenwoordige en de verledentijd. En dat
jullie kunnen werken met het voltooid
deelwoord als werkwoord en als
bijvoeglijknaamwoord.

Ongeveer
57
minuten

Gezamenlijk
e uitleg

Ik projecteer het lege werkwoordschema


op het Digibord.
Samen met de hele klas vullen we het
werkwoordschema nog een keer in.
Ik vraag voor elk stukje van het schema
een andere leerling. Na elke vraag, vul ik
het antwoord in het schema in.
., welk stukje van het werkwoord
gebruik je om de tegenwoordige tijd van ik
in te vullen?
., welk stuk van het werkwoord hebben
we hier nodig, bij de tegenwoordige tijd bij
jij, u..?
welk stuk van het werkwoord plus iets
gebruiken we bij de tegenwoordige tijd bij
het meervoud?
hier, wat hebben we bij de verleden tijd
enkelvoud nodig? Eventuele aanvulling:
we kunnen hier twee verschillende
dingen invullen.
., het meervoud in de verledentijd, wat
vullen we daar in?
er ontbreekt nog een werkwoordsvorm,
die staat niet in dit schema. , kun jij
misschien zeggen welke dat is?
Dan hebben we eigenlijk nog een vorm
en dat is als een voltooid deelwoord als
een bijvoeglijk naamwoord wordt gebruikt.
Bijvoorbeeld het woord gebarsten in de
zin de gebarsten vaas. Hoe pakten we dit
ook alweer aan? (vraag een leerling en vul
aan: als het voltooid deelwoord eindigt op

De klas doet gezamenlijk mee


aan deze opdracht.
De kinderen wachten tot ik hen
een beurt geef en
beantwoorden dan de vragen.
Dit stuk van de les doe ik echt
samen met de kinderen. De
kinderen geven zelf de
antwoorden, ik help ze alleen
waar het nodig is even mee op
weg.

1 minuut

Ongeveer
10 12
minuten

Uitdelen van
de opdracht

Zelfstandig
werken

Nu mogen jullie zelf aan de slag. Probeer


de 16 zinnen zelf te maken. Als je de
zinnen afhebt dan staat er onderaan het
blad nog een puzzel. In deze puzzel moet
je de woorden zoeken, die je als
antwoorden boven in die 16 zinnen hebt
ingevuld. Je mag na de 16 zinnen, als
jullie het allebei afhebben, zachtjes
overleggen met je schoudermaatje. Je
mag ook samen met je schoudermaatje
de puzzel oplossen. Als je daar ook mee
klaar bent, dan ga je even verder aan je
weektaak.
Ik vraag aan 3 kinderen of zij de blaadjes
uit willen delen. Ondertussen zorg ik
ervoor dat de stencil op het Digibord
geprojecteerd wordt.

De kinderen luisteren en kijken 27 blaadjes met 16 zinnen


naar mij terwijl ik de opdracht
Digibord
uitleg.

Tijdens het zelfstandig werken, loop ik


rond en help ik leerlingen als ze vragen
hebben. Tijdens het rondlopen geef ik ook
feedback op hun opgeschreven
antwoorden.
Als de kinderen klaar zijn met de zinnen
maken, mogen ze met hun
schoudermaatje overleggen over de
zinnen en de woordzoeker.

De kinderen werken zelfstandig


aan de opdrachten. Als ze
klaar zijn met de 16 zinnen,
controleren ze eerst hun
antwoorden met hun
schoudermaatje en maken
(samen met hun
schoudermaatje) de puzzel.
Daarna kunnen ze eventueel
nog verder aan hun weektaak.

De kinderen die ik vraag om


blaadjes uit te delen, delen de
blaadjes uit.

Ongeveer
5 minuten

Bespreken
zinnen

Ongeveer
2 minuten

Bespreken
lesactiviteit

Na ongeveer 10 minuutjes publiceer ik de


antwoorden op het bord, de kinderen
kunnen zelf even nakijken. Na het nakijken
wil ik een aantal zinnen gezamenlijk
bespreken. (zin 4, 6, 12, 13 en 14).
Ik vraag de kinderen wat ze bij die zin
hebben ingevuld en ik vraag waarom ze
op dat antwoord zijn gekomen.
Na elke zin vraag ik aan de kinderen of het
duidelijk is.
Ik vraag aan de kinderen wat ze van de
les vonden. Was het duidelijk? Ging het
soms te snel? Probeer minimaal 3
kinderen om hun mening te vragen.

De kinderen kijken hun


Digibord met antwoorden
antwoorden na. Daarna
bespreken we gezamenlijk de
vragen 4, 6, 12, 13 en 14. Als
de kinderen een vraag hebben,
steken ze hun hand op.

De kinderen proberen
feedback te geven op mijn les.

Persoonlijke reflectie
Wat wilde ik leren?
Ik wil duidelijk zijn tijdens mijn les. Het was mijn eerste echte les, dus ik moest even mijn manier vinden hoe ik dit aan wilde pakken.
Wat deed ik?
Voor mijn gevoel is de les goed verlopen. De introductie verliep zoals ik het me had voorgesteld. Ik heb zo veel mogelijk kinderen in dit
onderdeel van de les erbij proberen te betrekken.
Na het bespreken van het werkwoordschema, zijn de leerlingen zelf aan de slag gegaan. Het individueel begeleiden van de kinderen
verliep goed. Aan het begin vond ik het even lastig, omdat er meerdere vingers tegelijkertijd verschenen. Ik heb de kinderen toen laten
merken dat ik hun vinger had gezien en dat ik na het helpen van een andere leerling bij hen zou komen. Dat vonden de kinderen prima,
want ze gingen verder met een andere zin en sloegen de zin waar ze een vraag bij hadden even over.
Tijdens de les liepen een paar kinderen tegen een probleempje op: zij konden enkele woorden in de woordzoeker niet vinden. Het bleek
dat er twee woorden niet in de woordzoeker te recht waren gekomen. Dit heb ik klassikaal aangegeven. Ik vind dat je, dat als er iets
misgaat, je dit eerlijk tegen de kinderen moet zeggen.
Aan het einde van de les heb ik de kinderen zelf om feedback gevraagd. Ik vind het namelijk belangrijk dat ik weet hoe de kinderen het
vinden en of de kinderen mijn manier van les geven ook kunnen volgen. De feedback liep aan het begin even anders dan verwacht. Er
kwam een opmerking van een leerling uit de klas, dat de les leuk was, maar dat ik de volgende keer wel ietsjes beter op mijn spelling moest
letten. In het begin schrok ik en vroeg me af waar dat ik die spellingsfout had gemaakt. Ik vroeg aan de leerling waar dat hij de fout had
gezien. Het bleek dat hij zich vergist had. Ik heb hem toen de regel uitgelegd en hem daarna wel bedankt. De leerling bedoelde het goed
door deze opmerking te geven. Dit wilde alleen maar zeggen dat hij/zij eerlijk durf te zijn en dat vind ik prettig. Ik weet namelijk nu wel dat ik
van hem/haar de komende weken ook nog eerlijke feedback kan verwachten. Verder gaven de leerlingen aan dat ze het een fijne les
vonden en dat ze zelf nog iets nieuws hadden geleerd.
Positieve ervaring
Ik vond het zelf een erg prettige les. Het voelt goed als de kinderen mij ook dingen durven te vragen tijdens een les, dat ze je dat
vertrouwen geven. De feedback die ik van de kinderen kreeg, voelde ook goed. Ze hebben de les kunnen volgen en een aantal leerlingen
hebben zelfs nog iets nieuws geleerd. Het voelt goed om dan die tevreden gezichten van de kinderen tijdens en na je les te zien.
Wat anders ging
Voor de les heb ik niet echt duidelijk mijn lesdoelen besproken met de klas. Dit wil ik vanaf de volgende keer wel graag doen en deze
lesdoelen op het einde ook terug halen.
Tijdens de les wilde ik de kinderen dus een andere uitleg nog geven. Ik verwoorde dit als: ik heb vroeger geleerd dat Na het uitspreken
van deze woorden had ik hier al een beetje spijt van. Ik had het liever willen verwoorden als: Ik ken ook nog een andere regel.. zo

voorkom je dat de kinderen een verkeerd beeld over jou krijgen.


Daarnaast had ik graag wat maar gebruik willen maken van het Digibord. Deze les had ik nog veel last waardoor dit lastig was. De
volgende lessen wil ik veel meer gebruik gaan maken van het Digibord, zodat het visueel voor de kinderen ook nog een keer duidelijk
wordt.
Hoe nu verder?
Waar ik de volgende keer op ga letten is:
Ik wil mijn lesdoelen vr de les duidelijk aangeven. Hier ga ik de volgende keer tijdens mijn les dan ook extra aandacht aan
besteden.
Daarnaast wil ik het bord in mijn volgende lessen meer gaan gebruiken om het voor de kinderen ook visueel te maken.
In de volgende lessen wil ik op mijn formulering van enkele zinnen letten. Door lessen te geven en dit vaak genoeg te ervaren, wil ik
dat me op die manier eigen maken.

Feedback mentor (inclusief handtekening)


Datum:
Samen hebben we mijn les besproken. Ralf vond het in het algemeen een heel goede les en vond dat ik een heel open houding naar de
kinderen had. Ik was absoluut niet zenuwachtig (een leerpunt uit mijn pop).
Hieronder heb ik een foto toegevoegd met de tips en tops van Ralf. (onder de witte balkjes staan namen. Die heb ik even afgeplakt.)

Bij de eerste tip: ik vroeg hier een


leerling of zij mij misschien kon
helpen. Als ik de volgende keer eerst
de vraag stel: wie kan mij helpen?
dan kan ik op deze manier eerst de
hele klas activeren.

Je geeft een leerling een compliment,


omdat ze elke keer haar vinger
opsteekt. Op deze manier bereik je
twee dingen: je geeft haar een
compliment en je activeert andere
kinderen om ook mee te doen.
Bij een aantal leerlingen zou je de ikboodschap kunnen gebruiken. Enkelen
kinderen reageren hier beter op.

Das könnte Ihnen auch gefallen