Beruflich Dokumente
Kultur Dokumente
Femke Floris
21-3-2016
5/6
23
Persoonlijk leerdoel: Ik kan aan het eind van de periode in een klassikale les laten zien dat ik orde kan houden in de klas, dit wil ik bereiken door van te voren
duidelijke afspraken te maken en ze hier aan te herinneren.
Lesdoel(en): Aan het eind van de les:
Evaluatie van lesdoelen:
- Hebben de kinderen geleerd dat wanneer je doet wat je altijd al doet ook
De doelen zijn behaald:
wel eens saai kan zijn.
- als de kinderen aan het eind van de les hun idee hebben gepresenteerd en in hun
- Hebben de kinderen geleerd dat monotonie, uniformiteit en
groepje goed na hebben gedacht over hoe ze dit willen doen.
voorspelbaarheid niet altijd stimulerend zijn.
- als de kinderen tijdens het groepsgesprek hebben nagedacht over het thema van het
- Hebben de kinderen geleerd dat uitwisseling en samenwerking tot mooie
verhaal, dit kan ik controleren door de vragen te stellen die in deze lesvoorbereiding
en boeiende dingen en momenten kan leiden.
staan.
- Hebben de kinderen spelenderwijs over voedsel en smaken geleerd.
- De kinderen op een positieve manier met elkaar hebben samengewerkt aan de
- Hebben de kinderen hun fantasie en creativiteit gebruikt.
opdracht, dit kan ik zien door tijdens de activiteit goed te observeren.
Kerndoel 37
De leerlingen leren zich te gedragen vanuit respect voor algemeen
aanvaarde waarden en normen.
- Tussendoel: Samenleven, waarden en normen. > gezelligheid en de
behoefte aan saamhorigheid
Kerndoel 38
De leerlingen leren hoofdzaken over geestelijke stromingen die in de
Nederlandse multiculturele samenleving een belangrijke rol spelen, en ze
leren respectvol om te gaan met seksualiteit en met diversiteit binnen de
samenleving, waaronder seksuele diversiteit.
- Tussendoel: Zingeving > manieren van eten
Beginsituatie: In de klassen samen (groep 5 en 6) zitten 23 kinderen, 9 meisjes en 14 jongens. De kinderen krijgen op school geen levensbeschouwing, maar ze
hebben op school de methode De vreedzame school. Dit gaat over hoe je met elkaar hoort om te gaan, waarden, normen, etc. Ze hebben dus al wat kennis van deze
onderwerpen.
De kinderen werken vaker samen in groepjes, maar er zijn een aantal kinderen die erg druk kunnen zijn. Bij plaatsing in groepjes moet er goed gekeken worden met
wie deze kinderen samen gaan werken. Ook is deze groep een combinatieklas, waardoor de kinderen vaak alleen binnen hun eigen klas samenwerken.
Blik op theorie:
De kinderen zitten, volgens Piaget, in de concreet-operationele fase.
Verder zitten de kinderen in de tweede fase volgens in het fasen-model van Fowler. Hierin staat het mythisch-letterlijk denken centraal. De kinderen vatten verhalen
heel letterlijk op, en er is veel sturing van de leerkracht nodig om deze verhalen te kunnen begrijpen. Ook zijn de kinderen in deze fase erg gevoelig voor symbolen.
Erikson plaatst deze groep in de 4e ontwikkelingsfase. Deze fase wordt gekenmerkt door vlijt versus minderwaardigheid.
Volgens Kohlberg zitten kinderen van een jaar of tien in de postconventionele fase van zijn fasemodel. Hierin zijn kinderen gevoelig voor abstracte begrippen. Deze
begrippen krijgen pas betekenis als erover gesproken wordt. Ook zoeken kinderen in deze fase bewust grenzen op.
Lesverloop
Tijd
Leerinhoud
Inleiding
15 min
Instructie
Verhaal
vertellen
Didactische handelingen
Leraar
Ik vertel de kinderen dat ik een vraag voor ze
heb, namelijk: wat eten jullie vaak thuis?
Voordat de kinderen de vraag mogen
beantwoorden herhaal ik eerst nog eens de
regels met ze. Als ze iets willen vertellen
steken ze hun vinger op en dan geef ik ze de
beurt. We laten iedereen uitpraten.
Vervolgens hebben we het met de hele
groep over de gerechten. Eet iedereen
ongeveer hetzelfde? Wat zijn de verschillen
en overeenkomsten?
Vervolgens lees ik het verhaal voor.
Leeractiviteit
leergedrag leerling(en)
- De kinderen houden zich aan de regels
- De kinderen denken na over de vragen en proberen een
antwoord te geven
- De kinderen doen actief mee met de vragen
- De kinderen luisteren goed naar het verhaal
Materialen / Organisatie
- Verhaal De gelukssteen
Kern
30 min
Nabespreking
Na het verhaal ga ik er met de klas over in
van het verhaal gesprek en stel daarbij de volgende vragen:
- wat vonden de kinderen van de soep in
Activiteit
het verhaal?
- Hoe kwamen ze op het idee om soep te
maken?
- Er is een spreekwoord voor dit verhaal,
namelijk Verandering van spijs doet eten.
Wat denk je dat ze daarmee bedoelen?
- Geldt dat alleen voor eten?
- Maakt het eigenlijk wel wat uit welke kleur
kleren de mensen in het verhaal droegen?
Hoe zie je dit terug in het echte leven?
Slot
5 min
Evaluatie
- Stiften
- Papier
- Pen
- Vellen a3 papier
Persoonlijke reflectie
A. Wat wilde ik?
Ik kan aan het eind van de periode in een klassikale les laten zien dat ik orde kan houden in de klas, dit wil ik bereiken door van te voren duidelijke afspraken te
maken en ze hier aan te herinneren.
Van mijn mentor heb ik geleerd dat ik dit ook echt gewoon moet doen als ik dat nodig acht. Zij vond het een goede move en dat maakte mij op dat moment een
stuk zekerder van mijn zaak.
D. Hoe nu verder?
Terugkomend op mijn doel denk ik dat ik door deze situaties in lessen dichterbij het bereiken van dit doel kom. Ook kinderen uit de les sturen heeft alles te
maken met orde houden. Wel wil ik me graag nog wat meer verdiepen in de theorie passend bij mijn doel.
Ook wil ik graag een nieuw pop beginnen om een nieuw doel in mijn lesvoorbereidingen op te nemen. Hier ga ik me dan ook de komende tijd op richten.