21st century skills

Stichting Leerplanontwikkeling Nederland heft een

conceptueel kader gemaakt uit acht vaardigheden. Deze zie je
hierboven. Het wordt het conceptueel kader 21e eeuwse vaardigheden genoemd.
De 21st century skills lijken vanzelfsprekend, maar deze worden lang niet
allemaal ingezet tijdens lessen. Het is een nieuwe manier van leren wanneer de
21st century skills toegepast worden in lessen. Voor elk kind is er wel een 21st
century skills waarin hij/zij zich kan vinden. Zo is er voor elk kind wel een skill die
toegepast kan worden in een les, waarbij het kind baat heeft. Het model van de
21st century skills heeft zeven skills. Hieronder een uitleg over deze skills.
Probleemoplossend vermogen: hier gaat het om het (h)erkennen van een
probleem en tot een plan kunnen komen op een probleem op te lossen. Als je er
specifieker op in gaat, gaat het om de volgende kennis, (deel)vaardigheden en
houdingen: problemen kunnen signaleren, analyseren en definiren, kennis van
strategien om met onbekende problemen om te gaan, oplossingsstrategien
kunnen generen, analyseren en selecteren, het creren van patronen modellen
en het kunnen nemen van beargumenteerde beslissingen.
Samenwerken: bij samenwerken gaat het er om dat je gezamenlijk een doel kan
realiseren en anderen daarbij kunt aanvullen en ondersteunen. Als je specifiek
gaat kijken naar samenwerken gaat het om verschillende rollen bij jezelf en
anderen (h)erkennen, hulp kunnen vragen, geven en ontvangen en een positieve
en open houding ten aanzien van andere ideen hebben. Ook gaat het hierbij om
respect hebben voor culturele verschillen, het kunnen onderhandelen en
afspraken maken met anderen in een team, het kunnen functioneren in
heterogene groepen en het effectief kunnen communiceren.
Communiceren: het gaat hier om het effectief en efficint overbrengen en
ontvangen van een boodschap. Specifiek gezien gaat het dan om doelgericht
informatie met anderen uit kunnen wisselen, het kunnen omgaan met
verschillende situaties, communicatief gezien. Ook gaat het om het kunnen
omgaan met verschillende communicatiemiddelen en het hanteren van
verschillende strategien daarbij en het inzicht hebben in de mogelijkheden die
ICT biedt om effectief te kunnen communiceren.
Creativiteit: bij creativiteit gaat het om het bedenken van nieuwe ideen en deze
kunnen uitwerken en analyseren. Om er specifieker op in te gaan, gaat het om
een onderzoekende en ondernemende houding innemen, kunnen denken buiten
de gebaande paden en nieuwe samenhangen kunnen zien, het kennen van

creatieve technieken en risicos durven nemen en fouten kunnen zien als

leermogelijkheden.
Kritisch denken: hier gaat het om het kunnen formuleren van een eigen,
onderbouwende visie of mening. Specifieker gezien gaan het om het effectief
kunnen redeneren en formuleren, het kunnen interpreteren, analyseren en
synthetiseren van informatie en hiaten in kennis kunnen signaleren. Ook gaat het
om het kunnen stellen van betekenisvolle vragen, het kritisch kunnen reflecteren
op het eigen leerproces en het open staan voor alternatieve standpunten.
ICT geletterdheid: bij ICT geletterdheid gaat het om het effectief, efficint en
verantwoord gebruik maken van ICT. In de kern gaat het om een combinatie van
basiskennis ICT, mediawijsheid en informatievaardigheden.
Onder basiskennis ICT vallen het herkennen van basisbegrippen en functies van
computers en computernetwerken en computational thinking. Computational
thinking gaat over denkprocessen waarbij probleemformuleringen,
gegevensorganisatie, analyse en representatie worden gebruikt voor het
oplossen van problemen met behulp van ICT technieken en gereedschappen.
Onder mediawijsheid wordt verstaan dat je over kennis, vaardigheden en
mentaliteit beschikt die nodig zijn om bewust, kritisch en actief om te gaan met
media.
Bij informatievaardigheden gaat het om het kunnen signaleren en analyseren van
een informatiebehoefte en op basis daarvan het kunnen zoeken, selecteren,
verwerken en gebruiken van relevante informatie.
Sociale en culturele vaardigheden: hier gaat het om het effectief kunnen leren,
werken en leven met mensen die verschillende etnische, culturele en sociale
achtergronden hebben. Als je meer specifiek gaat kijken, gaat het om het
constructief kunnen communiceren in verschillende sociale situaties met respect
voor andere visies, uitingen en gedragingen. Ook gaat het hier om het
(h)erkennen van gedragscodes in verschillende sociale situaties, je eigen
gevoelens kunnen herkennen en gekanaliseerd en constructief kunnen uiten, het
kunnen tonen van inlevingsvermogen en belangstelling voor anderen en het
bewust zijn van je eigen individuele en collectieve verantwoordelijkheid als
burger in een samenleving.

Nieuwe 21st century skills

Kennisnet en SLO hebben een nieuwe versie gemaakt van
de 21st century skills. Wat meteen opvalt is dat rekenen,
taal en de kernvakken verdwenen zijn uit het model.
Zoals je ziet zitten in het oude model zeven skills, terwijl in
het nieuwe model elf skills zitten. Er zijn dus vier skills
bijgekomen. Deze zijn:
- Computational thinking
- Informatievaardigheden
- Mediawijsheid
- Zelfregulering
Iets over deze nieuwe skills:
Zoals we eerder al gelezen hadden, vielen computational thinking,
informatievaardigheden en mediawijsheid eerst onder ICT geletterdheid.
Deze zijn bij het nieuwe model van de 21st century skills uit elkaar gehaald,
en zijn nu aparte skills.
Eigen ervaring over de skill creatief denken op basisschool t Slingertouw
Hoe zien wij creatief denken terug bij de kinderen?
De kinderen hebben tijdens het in elkaar zetten van de 3D printer de handleiding
van de 3D kanjers gebruikt. De kinderen hebben hiermee gexperimenteerd. Ze
kozen zelf voor de afwisseling met het lezen van de handleiding en het werken
aan de 3D printer.

De kinderen zitten vol enthousiasme, motivatie en creatieve denkwijze. Ze

denken vaak out of the box. Zelfs wij hebben van de kinderen geleerd over
bepaalde manier van aanpak.
Een voorbeeld is dat ze met de schroevendraaier de schroef vasthielden en
daardoor de moer konden aandraaien. Aangezien de schroevendraaier vaak in
gebruik was gingen ze handmatig al een aantal moeren aan de schroeven
draaien. Later als de schroevendraaier vrij was konden ze het nog even stevig
aandraaien. Ze kwamen zelf met zo'n creatieve ideen en oplossingen.

Creatief ontwerpen
Door in het programma van Tinkercad te werken, kunnen de leerlingen
voorwerpen ontwerpen. Het ligt aan de leerkracht zelf hoe betekenisvol je de 3D
printer inzet met het ontwerpen van voorwerpen. Je kunt ze bestaande
ontwerpen laten 'afdrukken' en aan ieder kind iets geven als het ware. Maar wat
is hier het doel? Wat heeft dat te maken met 21st Century Skills?

Het is juist mooi om de 3D printer functioneel in te zetten in bepaalde thema's en

te integreren met andere vakken.