Sie sind auf Seite 1von 4

Groepstypering

Naam: Maaike Camps


Klas: PEH15VB
Datum: 10-03-2016
Cohort: 2015
Leerjaar: 1
Inleiding:
In dit document geef ik informatie over groep 1/2 van OBS de Dick Bruna waar ik op dit moment stage
loop. Om een goede indruk betreffende de typering van de groep te krijgen heb ik verschillende
gesprekken gevoerd met mijn mentor en heb de klas een aantal keer geobserveerd. Tevens heb ik
gesprekken gevoerd met de leerlingen uit deze klas. Hierbij heb ik met de leerlingen een sociogram
ingevuld. Door de bevindingen van de gesprekken, observaties en het afgenomen sociogram ben ik
tot onderstaande typering gekomen.
Algemene informatie over de groep:
De klas bestaat in totaal uit 25 leerlingen. Groep 1 / 2 is een combinatieklas. In groep 1 zitten 11
leerlingen. Waarvan 6 meisjes en 5 jongens. In groep 2 zitten 14 leerlingen waarvan 7 meisjes en 7
jongens. De groep 2 leerlingen zitten al sinds groep 1 bij elkaar in de klas met dezelfde juffrouw. De
leeftijden in deze groep variren tussen de 4 en 7 jaar. De groepsvorming in deze groep is over het
algemeen goed. Wel worden een aantal leerlingen in de sociogram negatiever gekozen dan
gemiddeld. Hier kom ik later nog op terug.
De sfeer in de klas is goed. De leerlingen spelen graag samen. Ik heb wel gemerkt dat de leerlingen
onderling regelmatig ruzie hebben, vooral de meisjes. Dit is echter wel maar voor korte duur en dan
zijn ze even later weer vriendjes.
Niveauverschillen in de groep:
Er zitten veel niveauverschillen in deze klas. Dit komt onder andere doordat het een combinatieklas
van groep 1 en 2 is. De leerlingen in de klas zijn heel zelfstandig. Dit komt doordat de juffrouw hier
vanaf het begin van het jaar al veel mee bezig is.
Er zijn twee leerlingen die misschien moeten doubleren dit jaar. n leerling heeft nog veel moeite
met verantwoordelijkheidsgevoel en laat nog te weinig van zichzelf zien. Die is bijvoorbeeld bang om
een verkeerd antwoord in de kring te geven. De andere leerling heeft een bijzondere thuissituatie
waardoor deze leerling niet altijd goed functioneert binnen de groep.
Vooraf Cognitief zijn de verschillen erg groot in de klas. Enerzijds zijn er een aantal leerlingen die al
bezig zijn met schrijven en typen op de computer en anderzijds zijn er leerlingen die nog niet de
letterherkenning beheersen.
Een aantal regels:
De regels die in de klas gelden worden regelmatig met de leerlingen besproken.
De belangrijkste regels in de klas zijn:
- Je steekt een stille vinger op als je iets wilt vragen.
- Je bent lief voor de ander
- Je helpt elkaar
- Je wacht op je beurt
- Je sluit geen andere leerlingen buiten
- Je bent voorzichtig met andermans spullen
De verschillende rollen in de klas:
In een groep zie je altijd dat leerlingen verschillende rollen vervullen. In elke groep komen altijd een
aantal vaste rollen terug (Luitjes, 2013). Ook in deze klas zie je verschillende rollen, ook wel functies

genoemd, terug. Zo heb je bijvoorbeeld leiders en volgers. Duidelijk is te merken dat de leiders vooral
in groep 2 zitten. Niet zo verwonderlijk, deze leerlingen zijn immers ook al meer bekend met de gang
van zaken in en rondom de klas waardoor ze makkelijker de leiding op zich kunnen nemen. Als je kijkt
naar de functies van Gielis e.a. (2003). Dan zie je ook in deze klas een aantal van die functies heel
duidelijk terug. Zo zitten er in deze klas veel volgers, voornamelijk in groep 1 omdat deze leerlingen
nog erg afwachtend zijn. Er zitten ook een aantal critici in de groep die duidelijk hun mening laten
horen. Dit vindt ook regelmatig in de kring plaats. Met criticus wordt bedoeld dat zon leerling kritiek
levert op ideen en acties van andere en verwoordt daarmee twijfel. Er word naar deze leerlingen
geluisterd (Luitjes, 2013). Gelukkig zit er in deze klas geen Appellant. Dat is een leerling die fysiek de
zwakste van de groep is( motorisch niet handig, stottert, heeft een rugzakje enzovoort), en daarmee
de laagste in de hirarchie Luitjes, (2013).

De visie van de school:


Basisschool Dick Bruna is een openbare basisschool.
Openbaar betekent dat het onderwijs niet gebonden is aan een specifieke
geloofsovertuiging of levensbeschouwing. Centraal staat dat leerkrachten,
leerlingen en ouders respectvol en tolerant met elkaar omgaan. Een openbare
school is toegankelijk voor alle leerlingen. Er zijn geen uitsluitingen om geloofsen levensbeschouwelijke redenen. Er is geen onderscheid naar ras of sekse.
Basisschool de Dick Bruna is onderdeel van de stichting Openbaar Basisonderwijs
de Kempen. Deze stichting heeft, naast Bick Bruna, nog 13 scholen onder zich.
De missie van de school:
Deze scholen zijn toegankelijk voor alle mensen, ongeacht maatschappelijke,
religieuze of culturele achtergrond, met aandacht voor respect en actieve
tolerantie: Niet apart maar samen. Het is een veelkleurige ontmoetingsplaats
met grote maatschappelijke verscheidenheid. Deze verscheidenheid is een
verrijking van de belevingswereld van kinderen en volwassenen. Het openbaar
basisonderwijs biedt deze verrijkingsmogelijkheid en is tevens een inspiratiebron
voor ervaringsgerichte ontwikkeling. Naast deze verscheidenheid aan
levensovertuigingen en culturen biedt de openbare school optimale condities
voor ontplooiing en kennis en vaardigheden door haar inspirerende
werkomgeving. Deze werkt uitdagend voor ieder individu. Betrokkenheid van
ouders is van groot belang.
Uitgangspunt:
Als openbare school dragen zij bij aan de ontwikkeling van de kinderen met
aandacht voor levensbeschouwelijke en maatschappelijke waarden, zoals die
leven in de Nederlandse samenleving en met onderkenning van de betekenis van
de verscheidenheid van die waarden. De pedagogisch-didactische
uitgangspunten worden in grote mate bepaald door het effectieve schoolmodel.
Daarin past de school werkvormen toe waarbij aangesloten wordt bij het
individuele leer- en interessegebied van het kind. Zij staan voor onderwijs dat een
goede aansluiting waarborgt naar het vervolgonderwijs. De kerndoelen, die de
overheid stelt, willen zij met zoveel mogelijk kinderen halen. Nieuwe methodes,
die zij aanschaffen, worden dan ook op de kerndoelen en de
differentiatiemogelijkheden voor zelfstandig werken getoetst. Dat ze de nadruk
op het leren leggen, betekent echter niet dat aspecten als onderwijsatmosfeer,
schoolklimaat en groepsklimaat niet belangrijk zouden zijn. De sociaalemotionele ontwikkeling van het kind is voor hun van het allergrootste belang en
wordt door hun op de voet gevolgd.

Mijn observaties:
Op de momenten dat ik geen les geef ben ik voornamelijk bezig om de leerlingen te observeren. Dit
doe ik op verschillende momenten gedurende de dag. Op deze manier krijg ik meer inzicht in de
groep. Ik observeer hierbij hoe de onderlinge relaties tussen de leerlingen zijn, hoe ze onderling met
elkaar omgaan, hoe hun gedrag gedurende de dag veranderd en hoe de relatie tussen de leerlingen
en de leerkracht is. Aan het begin van de dag is er altijd een inloopkwartiertje waarbij de ouders de
gelegenheid hebben hun kind zelf naar de klas te brengen en even in de klas kan komen kijken.
Hierbij is mij opgevallen dat de meeste leerlingen bij binnenkomst precies weten wat ze moeten doen
en meteen op hun eigen plek gaan zitten. Ze pakken dan een van de werkjes die bij hun op tafel
liggen om te gaan doen. Hierbij is mij ook opgevallen dat meestal dezelfde leerlingen steeds aan de
wandel gaan en met van alles bezig zijn behalve met hun werkje op tafel. Deze leerlingen hebben
echter veel sturing nodig en daarbij is het dus ook nodig dat de juf die leerlingen weer naar hun plek
wijst en verteld wat zij van hem of haar verwacht.
Tijdens mijn observaties heb ik gemerkt dat het vooral bij de kleuters veel geduld en een goede
planning vergt. Doordat de leerlingen in deze klas heel zelfstandig zijn en vrijwel alles zelf doen kost
dit wel extra tijd waarmee in de planning rekening moet worden gehouden.
De leerlingen hebben veel duidelijkheid nodig en willen graag precies weten wat van hen verwacht
word. Als je dus met de leerlingen een activiteit doet waarbij je ze gedeeltelijk zelfstandig aan het werk
laat gaan vergt dit een goede planning doordat je de leerlingen vooraf precies de juiste instructies
moet geven hoe ze te werk moeten gaan, wat je van hen verwacht en welke regels hierbij gelden. Doe
je dit niet bij kleuters dan verlies je heel snel de orde.
De relatie tussen de leerkracht en de leerlingen is goed. Dit zie je goed terug doordat de leerlingen
regelmatig naar de juffrouw komen met allerlei verhalen.
Er is een goede sfeer in deze klas. De leerlingen durven aan elkaar om hulp te vragen, zoals om de
beker mee op te maken, veters strikken of om iets mee te pakken. De leerlingen zijn over het
algemeen niet bang om fouten te maken in de klas. n leerling heeft hier echter wel moeite mee. Er
lopen daarom gesprekken met de ouders en andere betrokkenen om te bezien hoe deze leerling beter
begeleid kan worden. De leerlingen komen in de ochtend vrolijk binnen en nemen zonder verdriet
afscheid van de ouders. Er word in deze klas niet gepest wel wil het ooit voorkomen dat groepjes
leerlingen andere leerlingen buitensluiten maar hier word dan over gesproken waarna die leerlingen
wel weer mee mogen spelen.
Tijdens mijn observaties zijn mij wel een aantal leerlingen opgevallen. Ik heb dit ook met mijn mentor
besproken en zij bevestigde dit.
Opvallende leerlingen:
Onderstaande informatie is voortgekomen uit observaties en gesprekken met mijn mentor.
-Bij L-B is het soms lastig in te schatten of hij alles mee krijgt soms lijkt het alsof hij totaal op een
andere wereld met zijn gedachte zit.
-M heeft een bijzondere thuissituatie waar al een aantal hulpinstanties bij betrokken zijn. Je ziet dit in
haar gedrag terug doordat zij heel veel negatieve aandacht vraagt en regelmatig doet alsof ze iets niet
weet terwijl ze het wel weet.
-L-R heeft veel duidelijkheid en structuur nodig. Als hij dat niet krijgt zie je dit terug in zijn gedrag. Hij
gaat zichzelf dan misdragen en kan andere leerlingen pijn doen. Bij het overblijven hebben
overblijfouders ook regelmatig moeite met hem doordat hij dan niet genoeg duidelijkheid krijgt. Dit is
naar boven gekomen tijdens gesprekken met mijn mentor. L is een sterke leerling en kan met
opdrachten vaak al meedoen bij groep 2.
-A is al 7 jaar dit komt doordat hij een jaar later naar school toe is gekomen omdat hij pas sinds zijn 5 e
in Nederland is.
- N laat niet genoeg zien op school omdat hij bang is om fouten te maken. Als hem iets gevraagd
wordt of hij krijgt de beurt in de kring dan is het vaak: dat weet ik niet. Moeder geeft aan dat hij het
thuis wel allemaal weet te vertellen en thuis veel meer praat. Bij hem vinden nu allemaal gesprekken
plaats. Bij ouders is ook al bekend dat hij dit jaar waarschijnlijk zal dubleren.
- T-J zoekt regelmatig de grenzen op. Hij heeft veel duidelijkheid nodig. Hij is een sterke leerling. Hij
geeft zelf aan dat hij veel werkjes te makkelijk vind en het daardoor saai vind. Thuis geeft hij dit ook

regelmatig aan waardoor er nu een gesprek met ouders heeft plaatsgevonden. Op school stelt hij zijn
weektaakjes altijd uit tot het einde omdat hij er geen zin in heeft.
-T-M Valt met zijn gedrag op. Hij is heel snel afgeleid en vaak met andere dingen bezig dan waar die
mee bezig moet zijn. Hij heeft ook nog moeite met de omgang met andere leerlingen. Soms komt het
voor dat hij andere leerlingen pijn doet omdat hij nog niet begrijpt dat sommige dingen voor andere
leerlingen niet fijn zijn. Hij zit echter pas een paar maanden op school waardoor hem ook nog de kans
gegeven moet worden om te wennen. Daarom word zijn gedrag alleen maar nog in de gaten
gehouden maar er komen, indien nodig, nog vervolgstappen.
-J en T vinden het nog spannend om iets in de kring te zeggen omdat ze beide nog niet zolang op
school zitten. Daarom is het belangrijk dat zij extra beloond worden wanneer ze wel iets in de kring
zeggen.
-A en J spelen graag samen maar als zij samen moeten werken vormen zij vaak geen goede
combinatie. Ze zijn dan snel afgeleid en alleen maar met elkaar bezig waardoor ze dan regelmatig
gecorrigeerd moeten worden.
Sociogram en klimaatschaal
Ik heb ervoor gekozen om in mijn stageklas wel een sociogram af te nemen maar geen klimaatschaal.
Mijn mentor heeft al weleens eerder een sociogram afgenomen maar is nog niet heel betrouwbaar bij
kleuters. Bij kleuters is dit echt nog een moment opname want de volgende dag kunnen ze er al weer
heel anders over denken. Zeker een klimaatschaal zou bij kleuters niet betrouwbaar zijn en zouden
teveel vragen zijn voor de leerlingen. Ik heb dit wel overlegt met mijn mentor maar ook zij vond het
verstandiger om alleen het sociogram af te nemen. Ik heb de sociogram uit panasus afgenomen
omdat de leerlingen die gewend zijn omdat de school met deze sociogram altijd werkt.
Uit de sociogram is gebleken dat twee leerlingen negatief gekozen worden. Ik heb dit met mijn mentor
besproken en die gaf ook aan dat het net de twee leerlingen zijn die ook het meest negatief benaderd
worden door de juffrouw.
literatuurlijst
Luitjes M & Zeeuw-Jans I, de (2014) ontwikkeling in de groep, Bussum: Coutinho

Das könnte Ihnen auch gefallen