Sie sind auf Seite 1von 113

Oliedom

alles van waarde is weerloos


Lucebert
Oliedom Erik van de Poel

Deel 1: Witte Rook (wat gebeurde)


1.1 De aanslag. 4

Deel 2: Onder water (wat vooraf ging)


2.1 Een duik in de diepte. 14
2.2 Het plan lijkt uitvoerbaar. 30
2.3 Het leven gaat gewoon door. 44
2.4 Zextet compleet. 60
2.5 De tanker vaart. 76

Deel 3: De verloren kunst van het verliezen (wat daarna kwam)


3.1 De wedstrijd. 85
3.2 Het proces. 101

2
Oliedom Erik van de Poel

Deel 1: Witte Rook

dinsdag 19 augustus 2008

3
Oliedom Erik van de Poel

1.1 De aanslag.

02.50 uur. Stiekem hoopt Rob dat iets of iemand hem tegen houdt. Hij zit te
schrijven aan zijn afscheidsbrief, maar na drie uur naar het vel papier staren is
hij nog niet veel verder gekomen dan “alles moet anders, vandaar…” en “de
reden achter deze nodeloze aanslag is dat ik hoop dat de wereld gaat
veranderen”. Beide zinnen staan keurig doorgekrast op papier. Rob grinnikt. De
kans dat iemand de lege fles zal vinden met zijn laatste woorden erin lijkt hem
nihil en toch besteedt hij de laatste uren van zijn leven aan die paar regels.
Oliedom, hij had beter zijn vrouw kunnen bellen, haar vertellen hoe gek hij op
haar is. Hij kan ook nog iets moois voor zijn kinderen schilderen. De laatste
maanden heeft hij op aandringen van zijn vrouw Sacha, omdat hij zo de laatste
jaren ongedurig was, veel met aquarelleren geëxperimenteerd en zijn twee
dochters hebben al zijn creaties braaf opgehangen. Zijn laatste aquarel was mooi
geworden, vol prachtige in elkaar overlopende kleuren, een boortoren bij
ondergaande zon. Waar olie en water samen komen, had hij het tevreden
genoemd. Het leuke van met aquarel werken versus andere schildertechnieken is
dat een aquarel zijn eigen leven leidt en zich slechts gedeeltelijk laat sturen door
de schilder. De kunst van het weglaten noemen de experts het. Een mooie
zinsnede om eens op door te filosoferen, maar niet nu.

02.51 uur. “Olie domineert de wereld. Door de prijs van een vat ruwe olie naar
een nieuwe ongekende hoogte te duwen hoop ik de wereld in een nieuwe crisis
te storten en daarmee naar een nieuw en beter evenwicht te duwen. Lieve
Sacha, Marijke en Esther, ik zal jullie ontzettend missen. Sterkte. Rob.” Rob
schenkt zich het laatste beetje aquavit in en stopt de korte tekst in de fles. Even
sluit hij zijn ogen en hoort alleen nog het regelmatige gebonk van de olietanker

4
Oliedom Erik van de Poel

waar hij op zit. Hij ruikt de vertrouwde geur van olie en zee. Rob ziet zichzelf
als een rationeel denkend en redelijk mens en toch komt hij tot deze
afschuwelijke daad. Wat is er toch met hem gebeurd? Hij heeft zoveel te
verliezen, zijn gezin, zijn huis, zijn trots, zijn leven en toch zo weinig. Nee, in
mijn leven is niks spectaculairs gebeurd alhoewel de media daar na de aanslag
wel naar zullen gaan zoeken. Hij voelt weer het lichte geschommel van het
gigantische schip waar hij op zit. Of komt het weeë gevoel toch door de drank.
Helder blijven nu. Alles is weliswaar tot in de puntjes voorbereid, maar Rob wil
nu niks meer riskeren. Tijd voor actie.

02.56 uur. Rob staat op en loopt naar de stuurhut. Met een melancholiek gebaar
werpt hij de fles de zee in. Sylvio groet hem vanuit de deuropening: “Hé Rob,
nog een paar uurtjes en we zijn weer thuis bij onze meiden.” Sylvio, zijn goede
vriend en de kapitein van de olietanker “Für Elise”. Ook Sylvio heeft een
dochter in de tienerleeftijd, Jolanda. Samen met Marijke en Esther zit ze op
voetbal. Sylvio rekent er vast op dat ze zaterdag samen zullen gaan kijken.
Zonder aarzelen duwt Rob het doekje met verdovingsmiddel onder Sylvio’s
neus. Sylvio reageert verbaasd, maar verzet zich niet. Drie keer heeft Rob deze
handeling geoefend met zijn kameraden en drie keer had het middel hetzelfde,
onmiddellijke effect. In enkele seconden zakt Sylvio ineen. Het wegslepen van
zijn vriend valt hem zwaarder dan verwacht. Met zijn armen onder Sylvio’s
oksels sleept hij hem over het dek. Mag hij dit zijn vriend wel aandoen? Krijgt
hij dan nu toch de twijfels waar hij de hele tijd op gerekend heeft? Nee, het is te
laat voor twijfels. In de verte ziet hij Pieter en Koen met twee andere
bemanningsleden zeulen. Met z’n drieën deponeren ze zwijgend de roerloze
lichamen in een reddingsboot. Rob haast zich terug naar de brug, ieder weet wat
hem te doen staat, geen reden tot nodeloze gesprekken.

5
Oliedom Erik van de Poel

03.04 uur. Ondanks dat alles volgens plan verloopt giert de adrenaline door Rob
zijn lichaam. Drie jaar voorbereiding zullen vandaag leiden tot een aanslag op
de oliereserves van Europa. Afwachten nu, dat is wat Rob het moeilijkst vindt.
Eerst moeten de andere opvarenden van de olietanker uitgeschakeld worden.
Pieter en Koen kennen hun taak. Rob weet waarom hij gespannen is, het is altijd
makkelijker om zelf bezig en verantwoordelijk te zijn, dan afhankelijk te zijn
van anderen. Zo ontstaat stress. Zachtjes neuriet Rob een celloconcert van
Haydn. Wat zou hij die graag nog een keer horen en dan het liefst uitgevoerd
door zijn geliefde Rotterdams Philharmonisch Orkest. Rob verplaatst zijn
gedachten opnieuw naar zijn vrouw en twee dochters. Zouden ze hem begrijpen
en zouden ze hem vergeven? Rob betwijfelt het. Misschien later, maar eerst zou
daar de schaamte, het onbegrip van alles en iedereen zijn. Als hij dat nu eens
kon wegnemen. Een klein stemmetje in hem antwoord: “je kunt nu nog terug...”.

03.14 uur. Pieter komt haastig aangelopen en steekt zijn duim op. Rob ziet in de
fanatieke ogen van Pieter een gevaarlijke glans. Hij zal toch niet? Nee, de duim
omhoog betekent dat de andere achttien opvarenden verdoofd in de reddingsboot
liggen, dobberend op de oceaan. Over een paar uur zullen ze hopelijk gered
worden. Rob steekt ook zijn duim op en Pieter rent verder. Rob mag Pieter niet.
Het liefst zou Rob hem allang uit zijn team hebben gezet. Maar na de eerste
gesprekken was er geen weg terug meer geweest. Niet piekeren nu. Tijd voor
actie. Rob begint de verschillende automatische brandcontrolesystemen op de
tanker uit te schakelen. Als plaatsvervangend kapitein heeft hij alle
bevoegdheden. In zijn hoofd begint de teller te lopen. Geen weg terug meer.
Over vijftien minuten precies zullen de eerste vragen komen van de Rotterdamse
havenautoriteit. Hij zal die vragen netjes beantwoorden. Over twintig minuten
zullen Pieter en Koen de boot in vuur en vlam zetten. Over dertig minuten zullen
de Rotterdamse havenautoriteiten zeker alarm slaan. Te laat. Over drie kwartier

6
Oliedom Erik van de Poel

vaart de Für Elise in op de Rotterdamse oliereserves op de maasvlakte en zal de


daar gelegen grootste olieraffinaderij van Europa in lichte laaie staan. Het
verzengde vuur zal zich dan razendsnel verplaatsen, binnen een half uur zal een
deel van de ruim één miljard liter olie die hier opgeslagen ligt in brand staan.
Een ramp van ongekende omvang. Als je bedenkt dat vijftig liter benzine in je
tank al een behoorlijke explosie en een aardig brandje kan veroorzaken, dan kun
je wellicht voorstellen wat de gevolgen van deze brand zullen zijn. De wereld
zal daarmee meer dan tien procent van haar oliereserves en daarmee haar
vertrouwen in de economie verliezen. Zodra het nieuws bekend wordt, zullen de
aandeelkoersen op de markten in het verre oosten kelderen. Althans dat hoopt
Rob. Nee, hij weet het wel zeker. Een aanslag plegen en de gevolgen inschatten
is niet zo moeilijk als je goed voorbereid bent. Het nieuws zal de ochtendkranten
niet halen, maar een ieder die ’s morgens naar de radio luistert of
televisiejournaal kijkt zal een opgewonden life verslag krijgen, vermoedt Rob.

03.15 uur. Het is nog pikdonker buiten. De verwachte sms komt binnen. Ook
Marianne en Thalia, de twee vrouwelijk leden van Zextet hebben de zaak aan de
havenkant voorbereid. De naam Zextet is pas een paar maanden geleden
verzonnen. Rob vond het niet nodig, maar Thalia vond dat een geheimzinnige
codenaam bij hun team paste. Voor haar is dit alles nog steeds een groot spel.
Thalia zal de aanslag zeker willen overleven, Rob niet. Dat wil hij niet, de
anderen moeten maar voor zichzelf beslissen. De aanslag is tot in de puntjes
voorbereid in gedachten herhaald en herhaald, maar wat er daarna zal gebeuren,
is altijd iedereen zijn privé-gedachte gebleven. Ook Joop, het brein achter de
aanslag, smst dat hij de automatische brandbeveiliging in de haven heeft
uitgezet. “Als een lopend vuurtje”, peinst Rob. Zal iemand de datum en de tijd
begrijpen? 9/11 is ook lange tijd niet verbonden aan het Amerikaanse alarm
nummer. 19-8, 4.00 ’s morgens, zal het gelinkt worden aan het beroemde boek

7
Oliedom Erik van de Poel

van George Orwell? Rob’s hele gedachtewereld is geobsedeerd door het


doemscenario uit dit boek.

03.20 uur. Dan ziet hij de eerste witte rook opstijgen in de donkere nacht. Te
vroeg. Rob wordt kwaad op Pieter en rent naar buiten, maar er is geen weg terug
meer. Maar hopen dat niemand de witte rook ziet. In de verte ziet hij de
opslagtanks van de Rotterdamse havens. Nog vijfendertig minuten. Er komt iets
mystieks over Rob. Hij geniet van de opwaaiende witte rookpluimen vanaf het
voordek. Wat een prachtig gezicht in de donkere nacht. Rob heeft hier over
gelezen bij andere martelaars: de laatste heldere uren voordat de aanslag
plaatsvindt. Ook hij voelt zich vol adrenaline, vol leven. Hij ervaart alles als in
een droom en toch kraakhelder. Rob voelt zich onoverwinnelijk. “De witte rook
voor de nieuwe paus, die de wereld gaat veranderen”, grinnikt Rob in zichzelf.
Hij ziet de witte rook in prachtige kringels de lucht ingaan, heel in de verte is het
eerste licht van de opkomende zon te zien.

03.25 uur. Geen tijd om met Pieter in discussie te gaan. Heel klein ziet hij de
afgesproken tekens van de koplampen van de auto van Marianne en Thalia.
Maar goed dat het helder weer is, anders had hij de lichten niet gezien. Marianne
is morgen jarig. Ze wordt dan vierendertig jaar. Marianne is een mooie,
zelfverzekerde vrouw, eigenaresse van een winkelketen, gespecialiseerd in
verantwoord gemaakte modekleding. Haar winkelketen is, niet alleen tot haar
eigen verbazing, een enorm succes. Mede dankzij dit financiële succes kan
Zextet de hele operatie bekostigen. De recente groei van de winkelketen geeft
haar de mogelijkheid om de activiteiten van haar illegale organisatie eM verder
uit te breiden. Als kind was ze al een pyromaan en werd ze regelmatig betrapt
bij het stoken kleine en grote illegale vuurtjes. Deze hobby groeide uit tot een
net van illegale praktijken en maakt Marianne de enige echte crimineel van

8
Oliedom Erik van de Poel

Zextet. Recent is ze slechts ternauwernood aan justitie ontsnapt omdat ze op


Internet publiceerde hoe je zelf molotovcocktails en ijzeren heinen kunt maken.
Nou, de laatste maanden heeft ze zich volledig kunnen uitleven. Op maar liefst
zeven plekken op de maasvlakte heeft ze op ingenieuze wijze dynamiet gelegd.
Alle zeven zware ontploffingen zullen leiden tot flinke dijkdoorbraken. De
maasvlakte ligt enkele meters onder zeeniveau en zal dus snel onderlopen. Twee
van de ontploffingen zullen over precies vijftien minuten plaatsvinden en zijn
bedoeld om voldoende vaargeul voor de Für Elise te creëren. De ander vijf
bommen zullen iets later afgaan en zijn zowel bedoeld als afleidingsmechanisme
als om eventueel reddingswerk te bemoeilijken.

03.30 uur. Het begint behoorlijk warm te worden op de boot, gelukkig zijn Pieter
en Koen erin geslaagd om het vuur nog enigszins te beteugelen, voordat het in
alle hevigheid losbarst. De havenautoriteit komt over de Intercom en vraagt
waarom het automatische brandcontrole mechanisme is uitgezet. Rob antwoordt
rustig, maar met een bonzend hart, dat er klaarblijkelijk een storing is, maar dat
er niets bijzonders aan de hand lijkt te zijn. De stem van de rederij vraagt om
kapitein Sylvio de Castella. Rob zegt dat Sylvio juist benedendeks is om de
storing te bekijken en dat hij Kapitein de Castella zal vragen contact op te
nemen binnen vijftien minuten. Dit lijkt de stem tevreden te stellen. Rob ademt
zwaar uit. Nu gaat het echt beginnen. Hij verlegt de koers van het schip. Binnen
vijf minuten zal de Rotterdamse havenautoriteit vaststellen dat de tanker van
koers is veranderd. De tijd dringt nu. Hij ziet opnieuw Pieter zijn duim
omhoogsteken, wat betekent dat Koen aan boord is van de grote reddingsboot
die speciaal voor vandaag uitgerust is met superzware buitenboordmotoren.
Pieter gooit Rob de walkietalkie, die in verbinding staat met Koen toe. Rob
vangt hem behendig. De reddingsboot moet helpen om de koers van de Für Elise
snel te verleggen. Van de laatste paar rustige minuten maakt Rob gebruik om,

9
Oliedom Erik van de Poel

zoals hij Koen beloofd heeft, een aantal milieuorganisaties te waarschuwen voor
een grote olieramp voor de Nederlandse kust. Hij stuurt een aantal anonieme
sms-jes en spreekt een paar voicemails in. Rob hoopt oprecht dat de
consequenties voor het milieu beperkt blijven. “Lekker zonnebaden op de
fameuze Hollandse stranden zal wel even niet kunnen”, grimast hij. Vanuit zijn
hoge post op de brug ziet hij hoe de tanker begint te draaien. Goed werk Koen!

03.40 uur. Met een geweldige knal ontploft de dijk op twee plaatsen recht voor de
Für Elise. Rob’s oren suizen. Nou, nou, Marianne denkt hij. Nog geen tien
seconden na de knal voelt hij het schip licht schommelen op de golven,
veroorzaakt door de ontploffingen. Nu komt het aan op zijn en Koens
stuurmanskunst. “We moeten flink naar bakboord” roept hij naar Koen in de
walkietalkie. Hij hoort niks terug maar even later ziet hij de punt van het schip
draaien. “Nog een tikje bakboord en dan recht zoals die gaat.” Opeens ziet hij
door de rook heen recht voor hem de grootste olieopslagtank van de
Amerikaanse oliemaatschappij. Het doelwit. Vijf miljoen liter olie kan er in die
tank alleen al en vandaag is hij tot het nokkie gevuld. Volgens Joops informatie
is de tank nu olie aan het afvloeien via de pijplijnen, waardoor het vuur zich nog
sneller zal verspreiden. Naast de olietanker staat de olieraffinaderij, die volgens
Joop’s berekeningen onmogelijk aan de vuurzee kan ontsnappen, nu Joop alle
beveiligingsmechanismen in de haven heeft uitgeschakeld. Alle telefoons
beginnen te rinkelen. Rob schakelt de intercom met de rederij en zijn mobiele
telefoon uit. Laat ze zelf maar hun conclusies trekken, men zal nu wel door
hebben dat er iets goed mis is.

03.45 uur. Precies op tijd zet Pieter de luchtaanvoer naar de olievoorraad open,
waardoor het vuur aan boord in alle hevigheid uitbreekt. Zeventigduizend ton
ruwe olie, zoals aan boord van de Für Elise kan al snel een paar uur branden.

10
Oliedom Erik van de Poel

Maar het vuur is op zijn hevigst ongeveer 20 minuten na ontbranding. Het wordt
nu snel warmer aan boord. Rob weet dat hij nog vijf minuten moet volhouden
totdat de tanker door het gat in de dijk vaart. Hij hoopt dat er dan inmiddels
voldoende water de maasvlakte is ingestroomd zodat ze opslagtank inderdaad
halen. Voor zijn geestesoog ziet hij weer de vele experimenten die hij samen
met Marianne heeft uitgevoerd op het strand van Curaçao. Vijftien minuten was
er nodig om het waterpeil voldoende te laten stijgen om de olietanker vrijbaan te
geven. Twintig minuten is de minimale tijd tussen de eerste ontploffingen en het
moment dat de luchtmacht in actie kan komen. Vijf minuten speling, het is
allemaal een kwestie van detailplanning. Gelukkig ligt de opslagtank vlak tegen
de dijk. Joop, de man van alle berekeningen. Als het goed is, heeft Joop nu alle
deuren van het Rotterdamse haven beveiligingscentrum gebarricadeerd en doet
hij zijn laatste controles. Over enkele minuten zal Joop zichzelf door het hoofd
schieten. Voor de zekerheid zet Rob de sluizen van de boot open, zodat de olie
naar buiten stroomt. Als het goed is maakt Pieter nu ergens aan de zijkant een
groot gat, zodat de boot nog sneller lichter wordt. Op het kompas ziet Rob dat
Koen het schip precies op koers heeft. In de verte hoort hij het gerommel van de
andere vijf ontploffingen. Achter de boot ontstaat heel bevredigend een spoor
van vuur.

03.55 uur. Het dek brandt onder Rob zijn voeten. Hij moet zich tot het uiterste
beheersen om niet van de vuurzee weg te rennen en in het water te springen.
Daarnet dacht hij nog even door de rook heen het silhouet van Pieter op het
voordek te zien. Pieter bevestigt daar de laatste dynamiet, voor een extra effect
tijdens de inslag. Dan vaart de Für Elise keurig door het gat in de dijk en blijft
ook daarna op zijn doel afkoersen. Het is gelukt! “Ik kies een ander doel” roept
Koen door de walkietalkie, “goed gedaan, chef! Zextet schrijft geschiedenis”.
Rob ziet de lichten van de opgevoerde reddingsboot in de richting van de

11
Oliedom Erik van de Poel

raffinaderij verdwijnen. Koen heeft nog extra dynamiet aan boord. Koen zal wel
voor wat extra spektakel willen zorgen. Het kan Rob niks meer schelen. De
missie is volbracht. Hij kan terugzien op een leven, waarin hij alles wat hij heeft
willen voltooien, ook heeft afgemaakt. Tja, een raar moment om tevreden te
zijn, denkt Rob.

03.57 uur. Het wordt ondraaglijk warm aan boord van de Für Elise. Rob weet dat
zijn laatste minuten zijn aangebroken. In een waas flitst zijn halve leven aan
hem voorbij. Zijn gelukkige jeugd op de boerderij van zijn ouders, zijn
uitbundige lange studentenleven en tot slot zijn gezinsleven. Hij grijnst, hij had
nooit verwacht dat hij een echte familieman zou worden. Met Sacha veel tijd
doorbrengen was van het begin af aan zo natuurlijk, dat de uiteindelijke stap
naar een gezin klein is geweest. Ja, Sacha is een geweldige vrouw. Hij zal haar
gaan missen. Of niet, is er leven na de dood? Rob weet het echt niet, maar hij zal
het nu snel weten. Of niet. “God vergeef me” prevelt Rob in een opwelling, als
hij aan de afschuwelijke daad denkt, die hij aan het veroorzaken is. Het is te laat,
geen tijd om sentimenteel te worden. Rob begint te rennen in de richting van het
vuur. Tijd om te sterven. Rob heeft vaak nagedacht over deze laatste minuten en
heeft besloten zich in het vuur te storten. Een zelfgekozen crematie op zee. Rob
rent nu halverwege de Für Elise, de vlammen slaan om hem heen. Zijn kleren
beginnen vlam te vatten. Doelbewust rent hij nu richting de hete witte vlammen.
Terwijl Rob buiten adem raakt, schieten de laatste gedachten door zijn hoofd.
Nee, hij schreeuwt het uit. “Sterven op je hoogtepunt, dat is de kunst van het
leven. Sterven na het heetst van het strijd. Ik hou zoveel van je, Sacha. Ik hou
van jullie Esther en Marijke. Jullie zijn geweldige dochters. Ik hou van het
leven. Ik hield van mijn leven. Ik hoop echt op een beter leven voor iedereen.”.
Dan is het stil. De brandende Für Elise vaart onverbiddelijk op haar doel af.
Gehuld in witte rook.

12
Oliedom Erik van de Poel

Deel 2: Onder water

maandag 9 juli 2007 tot zaterdag 20 juli 2008

13
Oliedom Erik van de Poel

2.1 Een duik in de diepte.

Ik sta bekend als een dwarsligger. Koen, de eigenwijze dwarsligger en ook wel
Koen, de onhandelbare dwarsligger. Ik ben diverse malen van school gestuurd
en heb geen enkele baan lang gehouden. Soms kan ik om het minste of geringste
ruzie krijgen, maar als ik iets oppak dan doe ik het altijd met mijn volle inzet en
passie. Ik werk voor Greenpeace. Uit idealistische overwegingen, maar dat leg
ik nog wel uit. Bij Greenpeace geniet ik van het buiten zijn, van de vrijheid en
van de avontuurlijke protest acties van de vereniging. Ik ben de expert bij
Greenpeace in het varen op kleine speedbootjes, in het blokkeren en enteren van
zeeschepen en ik kan feilloos ’s nachts navigeren. Een professionele dwarsligger
dus. Vanavond volg ik mijn eerste duiklessen. Een activiteit waar ik al maanden
naar uitkijk. Het lijkt me een superervaring om onder water te kunnen leven. De
duiklessen heb ik aan Greenpeace te danken. Het is de intentie dat ik onderzoek
op de zeebodem zal gaan doen. Gaaf. Ik kan haast niet wachten. Geduld is toch
al niet mijn sterkste kant. Vanmiddag ben ik vrij. Helemaal vrij, ik vraag me af
wat ik met deze luxe zal doen en besluit dan Marianne, mijn jeugdliefde en nog
steeds mijn vriendin op te bellen. Even later hang ik aan de lijn en vraag of
Marianne iets te doen heeft. Stomme vraag, want Marianne is altijd bezig met
iets. Marianne gaat die middag inkopen voor haar kledingketen doen en nodigt
me mee uit. Een goed idee, want ik wil graag met haar de gebeurtenissen van
zeven juli, de ernstige aanslag in Miami, bespreken.

Ik heb veel met Marianne gemeen. Allereerst zijn we beide geboren in


Rozenburg, een dorp onder de rook van Rotterdam. Daarnaast zijn wij beide op
jonge leeftijd wees geworden. Mijn ouders zijn omgekomen bij een auto-
ongeluk. Mijn vader was dronken en reed op een smalle dijk tegen een boom.

14
Oliedom Erik van de Poel

Mijn vader en moeder waren op slag dood. Nog steeds weet ik niet echt of ik
mijn ouders gemist heb. Ik had ze graag gekend. En in een nostalgische bui wil
ik wel eens nadenken over hoe het zou zijn, als dat fatale auto-ongeluk er niet
was geweest. Afijn, het is en er zal niks meer aan veranderen. Mariannes vader
is een beroemd Nederlands zanger van smartlappen. De zwangerschap van
Mariannes moeder was een slippertje van de zanger. Bij de geboorte van
Marianne, kwamen zowel haar moeder als haar tweelingbroer Jean-Marie om
het leven. Mariannes vader zorgt al heel haar leven voor voldoende geld, maar
bekommert zich voor de rest niet om haar. Als wezen werden we opgevangen bij
pleegouders. Omdat we allebei behoorlijk tegendraads en eigenwijs waren,
kwamen we vanaf ons dertiende op een school voor moeilijk opvoedbare
kinderen. Daar ontmoeten we elkaar. Toen al had ik een grote mond, was sterk
en maakte met iedereen ruzie. Marianne was stil en teruggetrokken, maar wist
altijd wel haar zin te krijgen. Het was vriendschap op het eerste gezicht. De
school was uitermate streng en we hadden beide behoefte aan een stukje
warmte. Marianne was de enige die ik vertrouwde en we hebben van elkaar
geleerd hoe waardevol een goede vriendschap kan zijn. We deelden alles met
elkaar, deden samen ons huiswerk en vooral bij kattenkwaad vulden we elkaar
uitstekend aan. Zo groeiden we samen op en werden als de meeste
eilandbewoners, we ontwikkelden een tunnelview over ons eigen gelijk en we
vormden een hechte gemeenschap tegenover de buitenwereld.

Behalve school brachten we bijna al onze vrije tijd samen door. Ons
lievelingsspel heette daarbij “onbewoond eiland”. Op ongeveer twee uur fietsen
van Rozenburg, het dorp waar we op groeiden, ligt het eilandje Tien-Gemeten.
Tweemaal daags voer er een klein pontje naar toe. Het eiland bestond uit een
tiental boerderijen en was voor de rest natuurgebied. Bijna elk weekend waren
Marianne en ik daar te vinden. Dit was ons terrein, we ontwikkelden hier onze

15
Oliedom Erik van de Poel

eigen wereld met zijn eigen regels en wetten. We stalen eieren, aardappelen en
groenten van de boer en als we heel brutaal waren stalen we een kip, die we zelf
slachten en plukten en vervolgens urenlang lieten garen boven ons kampvuurtje.
We leerden overleven met de minimale materialen we tot onze beschikking
hadden en bouwden zelf vlotten om de rivier over te steken. Later in mijn
pubertijd, fantaseerde ik erbij dat plotseling een hele groep jonge meisjes op
mijn eiland aanspoelde. In die dromen was ik dan de held, die hun hielp te
overleven en natuurlijk lieten ze hun dankbaarheid duidelijk merken. Toen ik al
wat ouder en bij de ambachtelijk bakker op het eiland werkte, had ik een echt
vriendinnetje meegenomen naar onze geheime plekjes op het eiland. Marianne
reageerde daarop echter zo furieus, dat ik die fout nooit meer heb gemaakt. Nee,
met Marianne was ik altijd serieuzer, al op jonge leeftijd bespraken we hoe onze
ideale wereld er uit zou zien en maakten we plannen voor een ruimtereis om zo
een nieuwe, betere wereld te stichten. Nog steeds vind ik het een boeiend
gedachte-experiment om er over na te denken wie en wat je mee neemt op een
ruimtereis en welke leefregels je dan met elkaar afspreekt.

Ook toen al had Marianne, eM noem ik haar, een enorme aandrang om grote
vuren te stoken. Bij geen kampvuur, open haard of ordinaire brand was ze weg
te slaan. Haar pleegouders en de schoolleiding dachten dat ze brandweervrouw
wilde worden, maar in feite wilde ze niets liever dan de hitte voelen van een
groot vuur. Nergens raakte ze meer opgewonden van dan een brand die ze snel
om zich heen zag slaan. De eerste keer sex hadden we dan ook vlak nadat ze een
paar flinke vuilnisbakken vol met afval in de fik had gestoken. De school deed
ons veel goed. Behalve de algemene vakken leerden we alles over normen en
waarden. Door de overdaad aan regels op de strenge school, raakten we
gespecialiseerd in het omzeilen van de regels. Een basisvaardigheid die
klaarblijkelijk als deel van de opvoeding wordt gezien. Volgens mijn leraren

16
Oliedom Erik van de Poel

moest ik vooral door leren, omdat ik meer dan voldoende hersens en


doorzettingsvermogen had. Maar ongeduldig als ik was, wou ik zo snel mogelijk
geld gaan verdienen en de wereld verder verkennen. Ik volgde dus een opleiding
tot automonteur en Marianne ging aan het werk als kledingverkoopster. De
lessen maatschappijleer die gingen over misstanden in de wereld maakten veel
indruk op mij. Uren praatte ik met Marianne over de hongerige negers in Afrika,
de neergeknuppelde zeehonden, de oneerlijke walvisjacht en over de
onderdrukking van indianen in Peru. Toen we op ons zeventiende de school
verlieten sloten we een duur verbond: “vrienden voor het leven, samen strijden
voor de onderdrukten”.

Mariannes leven liep zeer voorspoedig. Nadat ze was begonnen als verkoopster,
nam ze na twee jaar de winkel over. Ook in het werkend leven krijgt Marianne
altijd haar zin, ze heeft zo haar maniertjes. Mijn eigen leven daar en tegen was
een zooitje. Ik wisselde het eerste jaar drie keer van baas. Ik ben een goed
automonteur, maar bleek absoluut niet tegen terechte of onterechte kritiek te
kunnen. Toen mijn eerste baas me een keer van iets betichtte, gaf ik geen
volwassen repliek, maar sloeg ik de halve garage kort en klein. Een jarenlang
opgekropte ongecontroleerde woede kwam plotseling naar boven. Ook in de
jaren daarna sloegen de stoppen nog regelmatig bij me door. Ik besloot me in te
schrijven voor internationale autoraces. En tot mijn eigen verbazing mocht ik
mee doen met een team dat dwars door de woestijn van Afrika ging racen.
Helaas kwam ik er al snel achter dat ik me in verkeerd gezelschap bevond. Ik
voelde een enorme compassie met de lokale bevolking in Afrika en wilde graag
met hun integreren. Mijn medecoureurs waren niet geïnteresseerd. Hun bijdrage
aan Afrika was veel geld via de autosport naar de arme landen te sluizen. Ik was
en ben er van overtuigd dat je de mensen alleen kan helpen door hun
daadwerkelijk hun economie te laten ontwikkelen. “Op hun manier, en dat is

17
Oliedom Erik van de Poel

noodzakelijkerwijs niet de onze”, was mijn lievelingsuitspraak. Later betoogden


anderen tegen mijn stelling dat het woord “noodzakelijkerwijs” uit mijn stelling
moest. Maar voor mij is het overduidelijk dat iedereen zijn eigen geschiedenis
heeft, met zijn eigen evo- en revoluties en zijn eigen ontwikkeling. Natuurlijk
mag je daar als buitenstaander in sturen, maar je kunt niks afdwingen. Mijn hele
tocht dwars door Afrika werd een eindeloze discussie die erin eindigde dat ik
mijn zelfbeheersing verloor en een deel van de autokaravaan in vlammen op
deed gaan. Met dank aan de trucjes van Marianne. Afijn, een jaar later trok ik
me terug in een Thais klooster, daar vond ik de geestelijke rust die ik nodig had.

Tussen de Thaise Bhoedisten ontwikkelde zich mijn huidige rustige karakter.


Twee jaar lang was ik verstoken van televisie, boeken, koffie, roken en andere
geneugten. Vroeg opstaan en dan de hele dag doorbrengen met meditatie. De
eerste weken viel ik steeds op de meest ongelukkige momenten in slaap.
Uiteindelijk leerde ik me bewust te zijn van al mijn daden. Het kostte me meer
dan een jaar om mijn concentratie te houden bij één activiteit tegelijkertijd. Nog
steeds vind ik het lastig om tijdens het tandenpoetsen mijn gedachten bij het
tandenpoetsen te houden. Tandenpoetsen is daarmee voor mij de ultieme
meditatieoefening. Zo iets dagelijks en gewoons en toch zo moeilijk om je op te
concentreren. Wat ik vooral geleerd heb in het klooster is respect te hebben voor
anderen levenden organismen en hun ideeën. Wekenlang mediteerde ik op het
begrip ”loslaten”, het daadwerkelijk afstand kunnen doen van alle materiële en
immateriële zaken op aarde. In dat laatste ben ik niet geslaagd. Ik hecht
weliswaar niet zo aan materiële zaken, maar het loslaten van mijn ideeën blijkt
een brug te ver. Uiteindelijk ontwikkelde ik een groot respect voor het individu,
waarbij ik mijn gedachten over de onrechtvaardige sociale en ecologische
systemen in de wereld niet heb laten varen. Ik blijf mijn eed aan Marianne en
daarmee mezelf gestand doen. In die jaren in het klooster ben ik een beter en

18
Oliedom Erik van de Poel

vooral een vriendelijker mens geworden. Daardoor kreeg ik al snel nieuwe


vrienden en merkte ik dat ik intenser kon leven.

Toen ik terugkwam uit Thailand overwoog ik om bakker te worden, omdat dit


beroep mij een gat in de markt leek. Ik kan zelf in ieder geval nooit de geur van
vers brood weerstaan en mijn inziens zou dus op elke hoek van de straat een
bakkerij moeten zijn. In mijn tijd als bakkershulp op Tien Gemeten had ik ook
geleerd dat brood bakken, eerlijk en creatief werk is, wat gecombineerd wordt
met veel gezellige interactie met klanten. Een bakker staat dicht bij de natuur en
lekker broodbakken past misschien wel bij mijn aard. Zo gezegd, zo gedaan. Ik
werkte een tijd voor een keten van bakkerijen en selecteerde een locatie in de
stad, waar ik mijn eigen bakkerij wou beginnen. Maar toen begon de twijfel. Ik
twijfelde of ik dit wel kon en ik twijfelde of ik de discipline zou hebben om dit
routinematige werk op te pakken en langere tijd vol te houden. Afijn, ik besloot
me vooralsnog te richten op vrijwilligerswerk voor Amnesty International,
terwijl ik moed verzamelde om met mijn bakkersbedrijf te beginnen. Het werk
voor Amnesty beviel me echter dermate, dat ik er nooit meer aan toegekomen
ben om een professionele bakker te worden. Dit neemt niet weg dat mijn
bakkerservaring me vaak in mijn leven van pas is gekomen, dan wel om wat
geld bij te verdienen of om indruk te maken op vrienden of vriendinnetjes die bij
mij op bezoek komen. Het gaf me een erg goed gevoel om bij Amnesty iets voor
de wereld te kunnen doen. Het hielp daarbij dat in deze periode Marianne mij
financieel steunde, zodat ik financieel onafhankelijk was. In ruil daarvoor deed
ik illegale klusjes voor Marianne. Marianne stond aan het hoofd van een illegale
organisatie, simpelweg genoemd eM. Ik ken de details niet zo goed, maar de
organisatie helpt op allerlei manieren internationale illegale organisaties met hun
activiteiten. eM was ontstaan als tijdverdrijf voor Marianne, waar ze haar
voorliefde voor illegale fikjes stoken in onderbracht. Inmiddels doet eM van

19
Oliedom Erik van de Poel

alles, het is Mariannes bijdrage geworden aan het omverwerpen van het regime,
zoals zij het noemt. Ik vind het allemaal prima, de details wilde ik niet weten. Ik
doe de dingen die Marianne me vraagt en stel geen vragen.

Mijn activiteiten bij Amnesty bestonden uit het schrijven van brieven, het
bezoeken en organiseren van bijeenkomsten en veel, heel veel uitzoekwerk. Ik
ontdekte hoeveel mensen ten onrechte in gevangenissen zitten, gemarteld
worden of op andere wijze in hun mensenrechten worden aangetast. Mijn
persoonlijke overtuiging is dat deze misstanden meestal slechts deels aan de
politiek leider, rechter of gevangenisdirecteur toegeschreven kunnen worden,
maar dat het voornamelijk mogelijk wordt gemaakt door het systeem waarin zij
opereren. Slechteriken en het sociaal-politieke-rechterlijke systeem houden
elkaar in stand. Een cirkel van systeem en misbruik die volgens mij doorbroken
moet worden. In mijn Amnestietijd leerde ik dat het benaderen van mensen en
het acteren op specifieke situaties wel degelijk helpt, maar alleen tijdelijk. Om
de wereld te verbeteren moet je het systeem omverwerpen. Dat was ook mijn
reden van mijn overstap van Amnesty International naar Greenpeace.
Greenpeace richt zich veel meer op de achterliggende systemen en minder op de
direct betrokken individuen.

Zoals afgesproken rijd ik die middag met Marianne naar Tilburg waar we een
fabriek gaan controleren. Als directrice van een kledingketen voor verantwoord
gemaakte kleding, acht Marianne het noodzakelijk dat ze minimaal eens per
maand een fabriek of distributeur bezoekt. Deze maandelijkse bezoekjes
brengen haar over de hele wereld en ik weet dat Marianne de bezoekjes ook
gebruikt voor de andere activiteiten van haar organisatie. Op de achterbank in
haar auto zie ik weer de gebruikelijke flesjes met geconcentreerde chemische
substantie, draden en een reserve accu liggen. Marianne creëert een sfeer om

20
Oliedom Erik van de Poel

zich heen dat ze amateur pyromaan is, volgens haar de ultieme dekmantel voor
haar illegale activiteiten. Volgens Marianne kunnen de spullen op de achterbank
uitstekend gebruikt worden voor het vervaardigen van ijzeren Heinen. Eigenlijk
wil ik helemaal niet weten wat ze daar mee van plan is. Sommige dingen moet je
niet willen weten. Ik concentreer me op om mijn omgeving. Tilburg, gelegen in
het zuiden van Nederland, wordt wel vaak het logistieke hart van Europa
genoemd. Marianne vertelt me dat in deze wirwar van logistieke bedrijven ze
met zorg haar Europese distributeur heeft geselecteerd. Alle bedrijven, waar ze
zaken mee doet, moeten daadwerkelijk maatschappelijk verantwoord
ondernemen en niet in alles de randen van de wet of ethiek opzoeken. Zo is deze
distributeur bijvoorbeeld in heel Europa gevestigd op braakliggend
fabrieksterrein, krijgen de Oost-Europese werknemers evenveel betaald als de
West-Europese en handhaaft dit bedrijf dezelfde kritische maatschappelijke
normen bij de selectie van haar leveranciers. Zelf vind ik dat Marianne wat
doorslaat, maar volgens haar moet je op dit gebied geen concessies doen. Deze
normen zijn ook de punten waar Marianne tijdens haar bezoek op hamert:
“worden de vrachtauto’s wel van de juiste leverancier gekocht, wordt de
gebruikte diesel wel bij speciaal geselecteerde benzinestations aangeschaft en
hoe controleert de distributeur dat alles?” Marianne is in dit soort discussies een
indrukwekkende vrouw, met een hele duidelijke mening die ze niet onder
stoelen of banken steekt. De vrolijke eigenaar van het distributiebedrijf heeft
echter overal antwoord op. Ik zie aan hem dat hij er ook oprecht in gelooft en
het spervuur van vragen juist plezierig vind. Marianne is dan ook zeer tevreden.
Tja waarschijnlijk komt ze vaker mensen tegen die zich eerder naar de regels
scharen dan daadwerkelijk geloven in het idee erachter. En daar heeft ze een
bloedhekel aan. Ik herinner me nog goed de uitbrander die ik een keer gehad heb
van Marianne toen ik een keer Nike gymschoenen aan had. Of ik wel wist dat
die schoenen met kinderarbeid gemaakt werden? Ik had dat wel eens gehoord,

21
Oliedom Erik van de Poel

maar daar nooit echt consequenties aan verbonden. Maar Marianne wou me het
lesje leren en samen zijn we met de schoenen teruggegaan. Eerst naar de winkel,
vervolgens naar de distributeur en tot slot naar de lokale vertegenwoordiger. Een
hele middag alleen maar om aan te tonen dat iedereen zich altijd weer achter
iemand anders verschuilt en dat de verantwoordelijkheid net zo goed aan het
eind als aan het begin als midden in de keten ligt. Waarschijnlijk ligt in
Mariannes determinatie om mensen te overtuigen van haar standpunten de
sleutel tot het succes van haar onderneming.

Op de terugweg in de auto bespreken we de recente aanslag in Miami. Geen van


ons beiden heeft medelijden met de Amerikaanse regering, wie kaatst moet de
bal verwachten. Met een zekere sympathie spreken we over de terroristen. Maar
aan de andere kant verafschuwen we beiden ook dat er onschuldige menselijke
slachtoffers zijn gevallen. In de discussie herhaal ik mijn eeuwige stokpaardje
over enerzijds het bhoedistische respect voor het leven en anderzijds het gebrek
aan respect zowel bij de westerse machthebber als bij de terroristen. Ik heb in de
krant het aangrijpende verhaal gelezen van een moeder die haar twee kinderen
verloren heeft bij de aanslag en snap niet hoe een bommenmaker dat op zijn
geweten wil hebben. Oorlog vecht je uit met soldaten en niet met burgers. Op dit
soort dagen voel ik me een machteloze wereldverbeteraar. Mijn frustratie over
de intolerantie, het voordurende onnodige wapengekletter, de continue
ontbossing, de honger in de wereld, viert hoogtij dagen. En het jeukt in me om
bij mijn gefrustreerde woorden daden te voegen. Ik sus mezelf dan met de
gedachte dat ik nu toch bij Greenpeace werk. Op die manier draag ik mijn
steentje bij. Marianne focust tijdens onze discussie haar aandacht op de soort
bommen die de zelfmoordenaars in Miami gebruikt hebben. Aan haar toon te
horen zou het me niet verbazen als Marianne deze zelf ook zou kunnen maken.

22
Oliedom Erik van de Poel

“Je bent rustiger geworden, ja volwassener, Koen”, vaak weet Marianne me


even uit het veld te slaan met zo’n rechtstreekse opmerking. We zijn op de
terugweg en staan in de file. In mijn gedachten ben ik al bij mijn eerste duikles.
Toch doet het compliment me goed. Of is het geen compliment. Afijn, Marianne
heeft wel gelijk. Mijn leven is evenwichtiger. En ondanks mijn frustraties, kan
ik tegenwoordig alles goed in het juiste perspectief zien. Terwijl we langzaam
voorthobbelen in de file, praten we nog wat over onze jeugd en hoe we
verandert zijn. Raar dat dit soort gesprekken altijd zo vertrouwd voelen. Of komt
het vertrouwde gevoel door de intimiteit van een afgesloten auto? Ik weet niet,
het zal wel weer de combinatie van factoren zijn.

Na een snelle hap zet Marianne me af bij de duikschool. De duikschool is


gevestigd in een oud zwembad in het centrum van Rotterdam. Het zwembad
heeft de uitstraling van een bunker. Veel beton en grote donkere ruimtes. In de
kantine zie ik licht en ik loop op de golf van geluid toe. Daar tref ik mijn
instructeur en de andere leerlingen voor de eerste les. Als snel ontdek ik dat de
duiksport in Nederland, en waarschijnlijk overal, een wereld op zich is. Niet
alleen moet je een aparte gebarentaal ontwikkelen om onder water te kunnen
communiceren, maar de aanschaf van apparatuur en kleding kan in duizenden
varianten. Duikers onder elkaar vertellen uren aaneen over duikervaringen en de
prachtigste duikgebieden. Mijn gedachten schieten terug naar mijn eerste
snorkelervaringen in Thailand. Het voelde toen alsof ik in een aquarium terecht
was gekomen. Wat een pracht en praal aan vissen en koralen. Ik kan nu nog
wegzwijmelen. Tijdens de les heb ik mijn ongeduld slechts moeilijk onder
controle. Ik popel om mijn eerste duik te maken en ik word niet teleurgesteld.
Na een introductievideo en een korte uitleg van de apparatuur gaan we het
zwembad in. Zelfs met mijn hoofd boven water duurt het even voordat ik er op
vertrouw dat ik kan ademhalen door het mondstuk dat verbonden is aan de

23
Oliedom Erik van de Poel

zuurstoffles. Als dat vertrouwen er eenmaal is, is het niet moeilijk om mijn
hoofd onder water te steken en de wonderlijke ervaring van het ademhalen onder
water voor het eerst te proeven. Ik ben verrukt. Even heb ik zo’n moment dat ik
de hele wereld aan kan. Ik merk dat deze eerste duik voor mij een doorbraak is,
een grens die ik nog moest verleggen. Tijdens de lessen die die week daarna
volgen blijkt al snel dat het moeilijkste is om jezelf uit te trimmen. Of te wel om
jezelf gewichtloos te maken in het water. Dat bereik je door precies de juiste
hoeveelheid lucht in je longen te houden ten opzichte van je relatieve gewicht.
Ook mijn medeleerlingen vinden het lastig en gaan dan ook op de meest
onverwachte momenten omhoog en omlaag. Een grappig gezicht. Dankzij mijn
meditaties heb ik altijd al veel op mijn ademhaling gelet en krijg ik de techniek
al snel onder de knie. Tijdens de theorielessen worden we bewust gemaakt van
de gevaren rondom de duiksport. Uiteindelijk kun je met de nodige
voorzorgsmaatregelen de risico’s eenvoudig beperken. Mijn eerste buitenduik is
een enorme tegenvaller, het water is koud en donker in de Oosterschelde. De
getijdenstromen hier zijn lastig voor de beginnende duiker. Het voelt alsof ik
tegen de stroom in moet zwemmen en ik zie geen enkele broodspons of
wateranjelier die hier het voornaamste onderwaterleven vormen. Al met al geen
veilig gevoel en niks gezien. Op advies van mijn duikinstructeur boek ik een reis
naar Curaçao. Een reis die mijn leven zal veranderen.

Ik hoopte dat ik mijn duikervaringen al meteen in praktijk zou kunnen brengen


bij Greenpeace, maar de praktijk blijkt anders. Mijn bazen bij Greenpeace
hebben bedacht dat ik wel een inventarisatie kan doen van de huidige
koolzaadsoorten en koolzaaddistributie in Nederland. Het is de bedoeling dat ik
vier weken lang een aantal geselecteerde plekken in Nederland ga bezoeken. Op
die plekken ga ik de verschillende koolzaadsoorten in kaart brengen. Een saaie
klus, maar na een paar dagen begin ik er lol in te krijgen. Het lukt me op

24
Oliedom Erik van de Poel

koolzaad al vanuit mijn auto op enkele tientallen meters te herkennen. Ik ben


wederom verbaasd over de flexibiliteit en de snelheid van de menselijke geest.
Niets of niemand leert zo snel als de mens. Afijn, sinds kort is in Europa het
genetisch gemanipuleerde “superkoolzaad” toegestaan. Een koolzaad dat snel
groeit en niet aangevreten wordt door allerlei insecten. Mijn bazen bij
Greenpeace hebben, denk ik, terechte vermoedens dat dit koolzaad het bestaande
koolzaad wel eens heel snel zou kunnen verdringen. Daarom aan mij de taak om
de koolzaadstand jaarlijks in kaart brengen. Alvast weer een interessant klusje
voor volgend jaar.

Marianne gebruikt me in de tussentijd als koerier, wat een welkome afwisseling


is. Klaarblijkelijk lekt momenteel geheime informatie uit de NAVO, waarin
sommige mensen zeer geïnteresseerd zijn. Ik haal de enveloppen bij Marianne
op en word dan vervolgens in de auto gebeld waar en wanneer ik ze kan
afleveren. Dit gaat altijd volgens het zogenaamde eM-protocol. Ik parkeer mijn
auto op de afgesproken plek en doe de auto op slot op de achterklep na.
Telefonisch word ik vervolgens te voet naar een ander plek gedirigeerd. De
ontvanger van de envelop grist ondertussen de envelop uit de achterklep van de
auto en neemt voldoende tijd om weer weg te rijden. Het gaat altijd goed, zonder
dat ik een idee heb met wie ik handel.

Zo rijd ik door heel Nederland en zie veel mooie plekjes. Ik neem er de tijd
voor. Als ik een keer met autopech langs de kant van de weg sta, vind ik het dan
ook niet erg om een paar uur te wachten. Al in mijn pubertijd had ik me
gerealiseerd dat een mens veel, heel veel moet wachten in zijn leven. En dus kun
je van deze tijd maar beter het beste maken. Ik heb voor mezelf een
wachtprotocol ontwikkelt die ik ook wel de Koenkunst van het Wachten noem.
De Koenkunst van het Wachten bestaat voor mij uit drie stappen: mijn

25
Oliedom Erik van de Poel

omgeving, ikzelf en ik in de omgeving. Door de tijd heen is de inhoud wel iets


verandert. Wat ik vandaag doe is: eerst maak ik een langdurige, nauwkeurige
observatie van mijn omgeving. Zo zie ik nu onder andere meer details in de
kleuren gras, ik hoor in de verte de snelweg en zie opeens mijn auto in het
perspectief van een landschapsschilderij. Dan controleer ik mijn ademhaling en
check op mijn lichamelijke gesteldheid: ik ben ontzettend verkouden, ik voel
mijn slijmvliezen en doe een twintigtal diepe kniebuigingen. Tot slot check ik
mijn geestelijke gesteldheid: ik probeer mijn gedachten stil te zetten en ik
probeer vervolgens te registreren welke gedachte dan in mij opkomt, opnieuw en
opnieuw om zo te ontdekken waar ik mee bezig ben. Afijn, de tijd vliegt en ik
moet om me zelf glimlachen omdat ik dit iedere keer weer zo serieus aanpak.
Maar ja, hoe vaak neem je nou echt de tijd voor zelfonderzoek? Ik neem er dan
ook rustig de tijd voor en dommel bijna in slaap. Ik schrik dan ook als de
reperatiewagen van de alarmcentrale naast me stopt. De monteur meldt me na
zijn eerste onderzoek dat, als ik het snel gefikst wil hebben door hem, de schade
zo’n driehonderd euro kost en als ik het bij de garage laat doen, dat het dan zo’n
vijfhonderd euro zal kosten. Tja, die keuze lijkt niet moeilijk. Op het formulier
van de alarmcentrale vult hij in dat er verder geen kosten zijn, ik zet mijn
handtekening en betaal hem zijn deel. Zo makkelijk gaat dat dus, je bedrijf en de
belastingdienst oplichten. Ik geef de monteur een hand van wederzijds begrip en
rij weer vrolijk door naar het volgende koolzaadveld. Het is de nationale sport
om zo min mogelijk belasting te betalen, nee niet zo fair mogelijk, zo min
mogelijk. Eigen portemonnee eerst, op zoek naar de mazen in de wet. Jong
geleerd, oud gedaan.

Terwijl ik bezig ben met deze klussen haal ik mijn brevet voor volleerd duiker
aan de duikschool. Het is op de vooravond van mijn reis naar Curaçao dat ik
Rob en Joop voor het eerst tegenkom. Tijdens de introductie klinken ze beiden

26
Oliedom Erik van de Poel

saai. Ik was toch al afgeleid want de rondborstige Thalia, die ik al ken van de
introductielessen, gaat tot mijn verassing ook mee naar Curaçao. Als ik dan toch
een week op dat eiland moet blijven dan kan ik het beter ook maar zo
aangenaam mogelijk maken, denk ik. Thalia flirt met alle mannen en ik besluit
deze keer de flirt te beantwoorden. Ik weet van mezelf dat veel vrouwen me
“interessant” vinden. Mijn rommelige haar, mijn donkere mysterieuze ogen en
mijn wat afstandelijke, peinzende houding schijnen vrouwen aan te spreken.
Toch heb ik behalve Marianne eigenlijk nooit serieuze affaires gehad. De flirt
met Thalia zet zowaar door en al die avond belandt ze bij mij in bed. Ik weet
zeker dat ik niet verliefd ben, maar Thalia is zonder meer aangenaam gezelschap
en ze heeft een bijzonder lekker lijf. En zo krijg ik de volgende ochtend de
vreemde ervaring dat het lijkt alsof we als stel op vakantie gaan als we samen op
het vliegtuig stappen.

Curaçao is alles wat ik me er van voor heb gesteld. Het weer is bijzonder
aangenaam, lekker warm en toch een frisse zeewind. De mensen zijn vriendelijk,
alhoewel er gewaarschuwd wordt voor de hoge criminaliteitsgraad onder de
grotendeels jonge werklozen. De bootjesbrug bestaande uit een groot aantal
kleine aan elkaar verbonden bootjes vind ik een geweldige plek. We gaan daar
dan ook met plezier ’s avonds uit eten. Al snel ontdek ik dat Thalia uit een groot
gezin van het platteland komt, dat ze als achttienjarige als kapster aan het werk
is gegaan en dat haar voornaamste levensdoel toen was om een leuke vriend te
ontmoeten en een gelukkige huismoeder in de polder te worden. Haar leven is
totaal veranderd toen ze op haar twintigste vijftien miljoen in de staatsloterij had
gewonnen. Haar vader is zo verstandig geweest om haar te helpen met van al dat
geld een mooi huis te kopen en de rest te beleggen. Eerst heeft Thalia haar baan
willen voorzetten en haar leventje willen volhouden, maar de riante jaarlijkse
rente van zevenhonderdduizend Euro heeft haar verlokt om haar andere ik te

27
Oliedom Erik van de Poel

willen ontdekken. En die is ze nu nog steeds aan het ontdekken, door vooral
alles te doen wat haar hartje begeert. Ze vertelt, zoals alleen kapsters verhalen
kunnen vertellen, hoe ze keer op keer ontdekt dat er zoveel verschillende leuke
en spannende dingen te doen zijn in het leven. Hierbij heeft ze wel gemerkt dat
door haar luxe leventje, ze van steeds extremere uitspattingen is gaan houden.
Zo is ze nu een fanatiek parachutespringster, doet ze mee aan seances en
zeiltochten rond de wereld en heeft ze zich ingeschreven voor een tocht naar de
Mount Everest. Ik imponeer haar met mijn verhalen over de Afrikaanse rally,
maar vraag me heimelijk af of ik deze fijne meid niet terug moet leiden naar
haar oorspronkelijk pad.

Thalia blijkt zich meer geïnteresseerd te hebben voor hun reisgenoten dan ik.
Van haar leer ik dat Joop hoofd van de beveiliging van de Rotterdamse haven is
en dat Joop volgens haar “iets” van plan is. “Als mannen op die leeftijd nog
vrijgezel zijn en zo geheimzinnig doen, dan zijn ze altijd wat van plan”, zegt ze
wereldwijs. Ik kan het niet laten op er op door te vragen en begrijp dat Thalia
heeft geprobeerd met Joop aan te pappen, maar in plaats van een toenadering
heeft hij haar een boek gegeven en gezegd dat hij liever heeft dat zij dat boek
eens gaat lezen. Een ludieke actie lijkt me. Ik voel opeens mijn interesse in Joop
opborrelen. Zeker als het boek 1984 blijkt te zijn, “logisch toch voor iemand die
in de beveiliging de hele dag naar cameraatjes loopt te kijken” concludeert
Thalia. Maar mijn interesse is gewekt. Verder begrijp ik dat Joop’s vriend Rob
voorman is op een olietanker. Ik besluit dat het geen kwaad kan eens met de
beide ervaren duikers een praatje te maken. Maar nu eerst een nacht lang lekker
vrijen met deze steenrijke, avontuurlijke kapster en dan mijn eerste echte duik
naar de koraalriffen.

28
Oliedom Erik van de Poel

En die eerste duik is echt geweldig. In de twintig minuten die ik onder water
ben, zie ik beelden die me de rest van mijn leven zullen bij blijven. Ik zwem
tussen hele scholen felgekleurde vissen, zie de zwierende eeuwenoude koralen,
zweef tussen de waterschilpadden en ontdek zeepaardjes die zich verbergen
achter een roze anemoon. Ik had niet verwacht dat ik van dat halfuurtje duiken
zo moe zou worden. Ik ben blij met een klein dutje voordat ik ’s middags mijn
tweede duik ga doen. Die tweede duik is misschien nog wel mooier dan de
eerste. Ik heb nog meer oog voor mijn omgeving en voel me subliem relaxt.
Thalia, die bij de eerste duik continu begeleid moest worden, ontspant zich nu
ook en samen genieten we van het onderwaterleven. Ik heb het gevoel een
nieuwe inspiratiebron te hebben gevonden. Als we uit het water stappen en Joop
en Rob zien, roep ik dan ook uitbundig: “vanavond neem ik jullie mee uiteten
om over mijn geweldige eerste duikervaring te vertellen, jullie verhalen te horen
en jullie uit te horen over jullie geheime missie.” Ik schrik nogal van die laatste
opmerking maar het was er uitgefloept voordat ik erg in had. Afijn, ondanks de
wat fronsende gezichten nemen de twee oudere mannen de uitnodiging aan en
zo komt het dat we die avond met zijn allen in het oude fort van Willemstad
onze eerste toast uitbrengen.

29
Oliedom Erik van de Poel

2.2 Het plan lijkt uitvoerbaar.

Het blijkt dat Rob en Joop zeer aangename tafelgenoten zijn. Het ene verhaal
volgt het andere verhaal op. Ik had me hun heel anders voorgesteld tijdens mijn
eerste indruk in het zwembad, toen ze me allebei maar saai leken. Afijn, ook
Koen heeft het wel eens mis, nietwaar. Zowel Rob als Joop zijn positief kritisch
en hebben een gulle lach. Alleen als je over politiek begint dan zie je Rob zijn
gezicht versomberen en dan mompelt hij zoiets als de democratie moet naar een
verzorgingstehuis. Thalia blijkt gespecialiseerd in het mensen uit de tent lokken
en hoort Rob geraffineerd uit over zijn levensverhaal. Zo heb je nog eens wat
aan je opleiding tot kapster. Rob blijkt een afgestudeerd econoom te zijn en is in
die tijd reeds bevriend geraakt met Joop die als bestuurskundige aan dezelfde
universiteit studeerde. Als snel na zijn studie heeft Rob een goede baan
gevonden eerst als financieel adviseur en later als projectleider bij de
dijkbewaking. In die tijd heeft hij zijn vrouw, Sacha, ontmoet en is
smoorverliefd op haar geworden. Samen hebben ze een gelukkig bestaan
opgebouwd, een groot huis betrokken en twee prachtige dochters gekregen,
Marijke en Esther en een lieve hond, Pushkin. Rob leest graag de krant, squasht
een paar keer in de week met vrienden, luistert graag naar klassieke muziek en
gaat vaak naar concerten. Rob houdt van lekker eten en ontspannen vakanties en
heeft zo op het oog een goed leven. En dat heeft hij ook. Zijn enige, maar dan
ook hevige, frustratie zit erin dat de mensen om hem heen naar zijn mening
steeds defensiever worden. Angstig gemaakt door de media en de overheid
durven mensen hun mening niet meer te geven. Rob oreert verder dat voor alles
tegenwoordig regels worden opgesteld om vervolgens deze regels met harde
hand door de politie en harde taal door de politici te handhaven. Rob pleit al

30
Oliedom Erik van de Poel

jaren voor een meer genuanceerde aanpak, waarbij het de idee achter een regel
veel belangijker is dan de regel zelf.

Op dat moment neemt Joop het gesprek van Rob over. In mijn onderbewustzijn
registreer ik hoe ingespeeld de beide heren op elkaar zijn. Later zal ik ontdekken
dat Joop met name de plannenmaker is en Rob de pragmatische uitvoerder. Een
combinatie die in veel gevallen uitstekend blijkt te werken. Joop vertelt dat de
moderne technologie en de moderne wetgeving zijn leven als hoofd beveiliging
een stuk eenvoudiger hebben gemaakt. Zo heeft hij al een aantal branden,
inbraken en zelfs een aanslag weten te voorkomen doordat hij tijdig over de
juiste informatie beschikte. Joop is een geboren verteller en we hangen aan zijn
lippen tijdens zijn verhalen. Plots verandert Joops toon als hij over de keerzijde
van het strikte veiligheidsbeleid begint te praten. Hij legt uit dat zijn baas, die
vreemd gaat met een vrouw van een van zijn medewerkers, misbruik maakt van
de informatie. Zijn baas houdt in de gaten wanneer de medewerker aan het werk
is en heeft hem zelfs een keer “preventief” laten oppakken toen hij een avond
met zijn maîtresse uit wilde. Joop legt vervolgens uit hoe eenvoudig hij kan
beschikken over detailinformatie over personen. Tot mijn verbijstering vertelt
Joop dan mijn hele levensverhaal tot in de kleinste details. Het verhaal is
emotieloos, maar de feiten kloppen tot in de puntjes. Joop noemt zelfs sommige
feiten over mijn ouders die ik zelf slechts een paar keer heb gehoord. Terwijl
mijn leven voor me uitgerold wordt, maken mijn hersens overuren. “Wat willen
deze twee mannen van me? Waarom hebben ze moeite gedaan om mijn dossier
op te vragen en uit het hoofd te leren?” Joop eindigt zijn betoog met de vraag:
“En vertel ons nu eens over eM?”. Ik zit met zijn mond vol tanden. “Moet ik
mijn beste vriendin verraden? Wie zijn deze mannen?”

31
Oliedom Erik van de Poel

Rob redt me in eerste instantie met de volgende toelichting: “We willen een
aanslag plegen op de Rotterdamse Haven. Op dit moment zijn die plannen
echter alleen nog in ons hoofd, maar het plan is heel concreet en uitvoerbaar. Er
zullen geen menselijke slachtoffers bij vallen, maar het zal wel een enorme
economische ramp veroorzaken. De plannen zijn er, maar we kunnen het niet
met z’n tweeën oppakken. We hebben hulp nodig, jullie dus. Als jullie niet mee
willen werken en ons aangeven is er voor ons niks aan de hand, wij zullen
ontkennen en de politie zal niks concreets bij ons vinden. Wij willen weten of
we je kunnen vertrouwen. Jij weet niet wat Joop weet over eM. Als je mee wilt
doen, vertel ons over eM en wij zullen de details van ons plan vertellen. Dat is
de deal.” Mijn hart, geest en lichaam maken een sprongetje tijdens deze
uiteenzetting van Rob. Eindelijk lijk ik de kans te krijgen wraak te nemen op de
maatschappij en wel precies onder mijn voorwaarden. Aan de andere kant heb ik
Marianne nog nooit verraden en is dat een hoge prijs. En kan ik deze mannen
vertrouwen? Marianne zal ook meer willen weten over het plan van deze twee
mannen. Ik kijk naar Thalia en zie dat ze opgewonden rode blosjes op haar
wangen heeft van het opkomende avontuur. In het leven moet je risico’s durven
te nemen wil je sprongen voorwaarts kunnen maken. Dus vertel ik alles wat ik
weet over Marianne en haar organisatie. Wederom verbaast Joop me doordat hij
meer van eM weet dan ik. “Waarom neemt de binnenlandse veiligheidsdienst
dan geen actie?” vraag ik hem. Het antwoord is simpel, het is als zoeken naar
een speld in de hooiberg. Joop is toevallig op deze informatie gestoten doordat
hij gegevens over Koen aan het verzamelen was. Zolang de binnenlandse
veiligheidsdienst niet gericht gaat zoeken of toevallig op iets stuit, zit Marianne
goed. “Teveel informatie is niet goed, weet iedereen in het criminele circuit”,
grimaste Joop, “alleen de overheid verzuipt erin.”

32
Oliedom Erik van de Poel

Die avond en de avonden daarna praten we nog lang door met z’n vieren over de
detailplannen van Joop en Rob. De meeste afwisseling in de gesprekken wordt
aangedragen door Thalia. Zij blijkt een specialist in fruit te zijn. Ze dwingt ons,
ongezonde mannen, de verschillende fruitsoorten van het Zuid-Amerikaanse
vaste land en de Caribische eilanden te proeven. Ik heb nooit geweten dat er
zoveel afwisseling in fruit was en ben iedere keer weer verrast door de vaak
sappige maar ook vaak wat bittere, opbeurende smaak. Volgens Joop, de
allesweter, is één van de verklaringen voor de naam Curaçao de gelijkenis met
de naam van de plaatselijke vrucht de corossol. De corossol is een rode vrucht
die aan een soort cactus groeit, legt Thalia uit. We besluiten die middag op zoek
te gaan naar de vrucht. Onze zoektocht wordt rijkelijk beloond. De vrucht in de
stekelige bast is heerlijk zoet. Qua timing hebben we ook al geluk, het fruit is op
zijn lekkerst als het volledig rijp is. Dat geld natuurlijk voor al het fruit. Met
name van de ananas zo uit de vrucht kan ik niet afblijven. Ik neem me voor, en
meestal doe ik ook wat ik voorneem, om elke dag tenminste twee keer per dag
een stuk fruit te eten. Zo leert Thalia ons clubje op een eenvoudige manier wat
gezonder te eten.

Dan gaat onze aandacht weer terug naar de plannen van Joop en Rob. Het blijkt
dat zij hier al jaren mee bezig zijn. Stapje voor stapje hebben ze hier naar
toegewerkt. Joop, de einzelganger, door de plannen uit te werken en zichzelf
steeds meer wegwijs te maken binnen de beveiliging van de Rotterdamse Haven.
Rob door een opleiding te volgen om kapitein op een olietanker te kunnen
worden. Verleden jaar is het concreter geworden doordat Rob zich heeft
aangemeld voor de kapiteinsfunctie op een olietanker. Tot zijn teleurstelling
moet hij eerst vijf jaar dienen als waarnemend kapitein voordat hij die functie
zal kunnen krijgen, maar hij heeft het toch aangepakt. Als snel was Rob er
achtergekomen dat het plan voor de aanslag op de Rotterdamse haven haalbaar

33
Oliedom Erik van de Poel

is. Joop en Rob hebben de datum van 19 augustus 2008 gekozen om een
richtdatum te hebben. Bij de details zijn ze er al snel achtergekomen dat ze meer
mensen nodig hadden en dat explosieven hun aanslag een stuk krachtiger
zouden kunnen maken. Daarvoor hebben ze dus Koen en eM nodig. Over vier
weken komt er een plek vrij op de boot van Rob, de Für Elise. Thalia moet
gniffelen bij die naam van het schip. Rob wil graag dat ik aanmonster op zijn
schip, zodat ik het leven op een olietanker leer begrijpen en kan meehelpen om
de activiteiten op het schip voor te bereiden. Joop hoopt dat eM hun zal helpen
met de noodzakelijke explosieven, hij geeft ruiterlijk toe niet over geld te
beschikken. Maar hij vermoedt gezien de activiteiten van eM’s organisatie, dat
ze daar ook mee zou kunnen helpen. Hij heeft zich klaarblijkelijk niet in
Thalia’s verleden verdiept, anders zou hij weten dat ze miljonair is. Interessant.
Ook Joop weet dus niet alles. Rob legt ondertussen uit dat het opblazen van
dijken als onmogelijk wordt gezien door de Nederlandse dijkgraven en
veiligheidsdienst, door de enorme compactheid en gewicht. Hij geeft echter aan
dat hij, door zijn verleden als dijkgraaf, de zwakke punten in de dijken kent. Hij
zou graag willen weten of we historie zouden kunnen schrijven door een aantal
dijken op te blazen.

Overdag genieten we van het mooie weer en duiken we op verschillende


plaatsen. De rust onder water is contrasterend met de onrust in mijn hoofd. Ik
geniet van het vredig zicht van de dartelende vissen en de wuivende koralen. Op
het strand rust ik uit en kijk ik naar de pelikanen die met prachtige duikvluchten
aan het vissen zijn. In de verte zie ik Rob en Joop lopen. Ongelofelijk dat die
twee mannen die zo rustig, bezadigd en tevreden overkomen ondertussen met
zulke ondergrondse activiteiten bezig zijn. Ik realiseer me dat er op dit moment
heel veel onderdrukte onvrede in Nederland is. De overheid luistert niet meer
naar de burgers en daarom voelen de mensen zich machteloos. Er is denk ik een

34
Oliedom Erik van de Poel

direct verband tussen enerzijds de mate van sociaal, rechtvaardig, transparant en


eerlijk overheidsbeleid en anderzijds de mate van vertrouwen en bereidheid bij
mensen zich in te zetten voor de ander en het algemeen belang. Als dit
evenwicht verstoord raakt, dan komen overheid en burgers buiten elkaar te
staan. De overheid en de regels van de overheid worden dan gezien als een
gegeven, niet beïnvloedbaar mechanisme. Ja, net als in 1984. Ik denk dat veel
Nederlanders dat nu ook voelen: de overheid is niet meer van de Nederlanders.
Zoals een beroemd Nederlands komiek ooit eens uitdrukte: “de overheid is door
mij gekozen en is er voor mij, toch ben ik iedere dag weer benieuwd als ik de
krant opensla wat ze nu weer verzonnen hebben.” Ik ben het eens met Wim Kan
en de critici. Helaas is er een enorme kloof tussen overheid en burger.

Niet velen zullen drastische stappen als die van Joop en Rob willen nemen en
bijna iedereen zal hun scherp veroordelen. Maar toch... Joop heeft wel een punt
dat de grote veranderingen in de wereld alleen door revolutie zijn ontstaan. De
huidige overheid zal bewust of onbewust het huidige systeem in stand houden.
Volgens Joops ontstaan revoluties altijd op het moment dat de overheid
langzaam op een glijdend vlak terecht is gekomen en daar steeds verder in
wegzakt. Een overheid gebaseerd op drijfzand. Goed beschouwd is dat ook waar
de cyclus van toenemende onveiligheid en beperking van vrijheid nu naar toe
lijken te glijden. En bij iedere verkiezing glijdt de bevolking verder weg in de
greep van de angst. Maar zal een aanslag het niet alleen maar verergeren in
plaats van een keerpunt vormen? Ik stop met mijn gemijmer en ga op zoek naar
Thalia. Joop en Rob verwachten dat ik een oogje op haar hou. Ik denk niet dat ze
verwachten dat ze hun zal verraden, omdat ze het gebeuren veel te spannend
vindt. Ik deel die mening, en ach… het op Thalia moeten passen is een bijzonder
aangename tijdsbesteding.

35
Oliedom Erik van de Poel

Thalia ligt bij het zwembad te zonnen, haar borsten zijn lichtroze aan het
verbranden. Ik pak een emmer met koud water en roep “Brand!” en gooi het
water over haar heen. Het resulteert in een fijne stoeipartij in het zwembad.
Omdat onze eerste nachtduik voor die nacht gepland staat, besluiten we de
geplande middagduik over te slaan en de plaatselijke Christoffelberg te
beklimmen. Over twee dagen arriveert Marianne. Tot die tijd wil ik zo veel
mogelijk genieten van mijn samenzijn met Thalia. Niet dat ik bang ben dat de
twee vrouwen jaloers zijn. Daarvoor is mijn liefdesrelatie met Marianne te lang
geleden en houdt Thalia teveel van een ongecompliceerd leven. Nee, Marianne
is een veeleisende vrouw en ik vrees dat de tweede week van mijn vakantie wel
eens iets minder ontspannend zou kunnen zijn. Direct na mijn telefoontje heeft
Marianne besloten dat ze Joop en Rob graag zo snel mogelijk in levende lijve
wil ontmoeten en heeft ze de eerste beste vlucht geboekt. Ik vermoed dat ze de
afgelopen dagen koortsachtig bezig is geweest om zoveel mogelijk sporen van
eM weg te werken. Ze houdt vast rekening met een val van de binnenlandse
veiligheidsdienst. Ik zet die gedachten van me af als Thalia heupwiegend voor
me uit de berg oploopt. Wat is het leven toch mooi. Ik heb echt het idee dat ik de
afgelopen dagen intenser leef dan ooit tevoren. Komt het door de
voorbereidingen samen met Joop en Rob, geeft het duiken me een extra impuls
of is het de aanwezigheid van Thalia? Ongetwijfeld de combinatie van die drie.
Thalia is waarschijnlijk de minst intelligente van ons stel, maar ook de minst
gecompliceerde. Ik kijk naar Thalia terwijl ze rustig staat te genieten van een
ontluikende cactusbloem. Haar ogen en houding verraden een onvoorwaardelijk
plezier in deze wandeling. Ik proef een opkomende heftige verliefdheid in
mezelf. Ik vraag haar wat ze leuk vind in mij. “Jij bent één van de weinige
mannen die ook intens kan genieten van kleine dingen, die vrolijk en serieus
tegelijk kan zijn en je deelt met mij de hang naar avontuur.” Zo, daar kan ik het
mee doen. Zo is Thalia, eenvoudig en recht voor de raap. Ik vermoed dat ze niet

36
Oliedom Erik van de Poel

veel verder door heeft gedacht over de aanslag die we aan het voorbereiden zijn
dan dat het een superavontuur is. Ik denk dat ze de maatschappelijke betekenis
wel doorziet, maar daar geen oordeel aan koppelt. Het uitzicht vanaf de
Christoffelberg is fantastisch. Uren zitten we in elkaars armen van de rust te
genieten. Thalia heeft wat fruit meegenomen die we elkaar nu met kleine hapjes
voeren. Onze ogen volgen de roofvogels op hun tocht hoog door de lucht en
onze handen tasten naar elkaars intieme plekjes. We praten over de natuur en
hoeveel eenvoudiger de spelregels daar zijn dan in onze eigen leefomgeving.
Eventjes zijn we simpelweg gelukkig, slechts verstoord door een weggegooid
colaflesje wat het uitzicht toch wat verstoord. De tijd vliegt, dus is het al bijna
donker als we het pad afdalen. Hierdoor ontstaat een heerlijk intieme sfeer,
waarin we hand in hand naar beneden lopen. “We hebben wel een erg goed
leven”, concludeert Thalia. In mijn hoofd verbeter ik haar, “we hebben maar
weinig nodig om van een goed leven te genieten.” De korte avondmaaltijd wordt
geheel gevuld door het verslag van Joop en Rob die een ongevaarlijke haai
gezien en gevolgd hebben. Het is een ontspannen avond, de zwoele zomerbries,
de goede wijn en het aangename gezelschap maakt mij licht in het hoofd. De
ideale aanzet tot de bekroning van deze geweldige dag in de vorm van een
nachtduik. ’s Nachts is je onderwaterwereld beperkt tot het licht van je lamp.
Deze lamp trekt de vissen aan, die dan weer spookachtig in het donker
verdwijnen. Op de terugweg naar het hotel ben ik moe maar voldaan. De
volgende dag slaap ik een gat in de dag en besteed ik de middag met het
keuvelen met andere duikers over duikuitrusting en bezoek ik de lokale
vertegenwoordiging van Greenpeace. Die avond ga ik met Thalia naar de
plaatselijke disco en dansen we tot we er bij neer vallen.

De volgende ochtend haal ik Marianne op op het vliegveld. Ik vind het fijn om


mijn jeugdvriendin weer te zien. Zoals ik verwacht had, verandert ze direct mijn

37
Oliedom Erik van de Poel

leven. Als eerste wil Marianne persé een lokale kledingnaaister bezoeken. Niet
alleen een werkobsessie maar ze gebruikt de tijd om mij uit te horen en even te
acclimatiseren. Marianne ziet er prachtig uit. Ze heeft als altijd opvallende ruim
zittende kleding aan, die haar stevige lijf verbergt, maar haar knappe gezicht met
donkere haren extra doen uitkomen. Zo ontspannend als het met Thalia is, zo is
Marianne de wervelwind in mijn leven. Haar valt het op dat de benzineprijs hier
hoog is, terwijl er toch een raffinaderij op het eiland staat. ’s Avonds eist ze van
Joop en Rob dat zij haar daar een rondleiding geven om een gevoel te
ontwikkelen of zij er inderdaad verstand hebben van olieopslag en
raffinaderijen. De ontmoeting tussen Marianne en Joop en Rob loopt uiteindelijk
prima. Joop begint het gesprek met volledige openheid om haar vertrouwen te
winnen. Hij legt haar de gedetailleerde plannen uit voor de aanslag en
overhandigt haar het complete dossier wat er bij de veiligheidsdienst over haar
bestaat. Ook Rob’s en mijn dossier worden aan Marianne overhandigt. “Van mij
moet er ook een dossier zijn, maar zoals je begrijpt ben ik niet bevoegd om dat
na te slaan” zegt Joop droog. Marianne stelt eindeloos vragen aan Rob over zijn
vrouw en dochters en zijn motieven voor de aanslag. Klaarblijkelijk bevredigen
de antwoorden haar, want ze is één en al charme en eindigt de discussie met: “Ik
zal de explosieven regelen en de bommen leggen.” Daarnaast is Marianne bereid
het project volledig te financieren. Als enige eis legt Marianne op tafel dat haar
contactpersoon vanaf nu Thalia is. Van Thalia wordt verwacht dat zij in
Mariannes kledingwinkel komt werken. Dan bestellen we een fles champagne
en drinken op de goede afloop. Ik concludeer dat er slechts een hele dunne lijn
zit tussen wilde plannen maken en wilde plannen uitvoeren. De mogelijkheid
van een serieuze aanslag is opeens heel dichtbij. Urenlang zitten we ’s avonds
nog te praten op het terras, terwijl we op de achtergrond de zee horen ruisen.

38
Oliedom Erik van de Poel

Die nacht slaap ik in Thalia’s armen en droom ik van een enorme olievlek die
alle vissen en vogels de dood injaagt en de complete natuur in het kustgebied
van Nederland verwoest. Ik word schreeuwend wakker en zie dat het al licht is
buiten. Ik besef dat ik mijn grote onderbewuste vrees gedroomd heb en besluit
tot een ochtendwandeling. “Van zorgen word je niet oud” is Thalia’s lijfspreuk
en ik merk dat ze gelijk heeft. Ik beur weer helemaal op als ik de ochtendzon zie
opkomen boven de frisse einder. Ik haal diep adem zoals ik in mijn
Bhoedistische tijd heb geleerd en doe een yoga-oefening die “de zonnegroet”
heet. Een oefening van ongeveer twee minuten die me echter helemaal opbeurt
en zoals altijd voel ik me levendiger. Ik herhaal de oefening, die bestaat uit wat
armbewegingen en kniebuigingen, terwijl ik geniet van het schouwspel van zee
en zon. Tot mijn verbazing zie ik Marianne en Rob samen een zandkasteel op
het strand bouwen. Die zijn er vroeg bij. Nadere beschouwing leert me dat het
hier om een wel heel stevig zandkasteel gaat, versterkt met stenen en hout. Al
snel zie ik dat ik me vergist heb, het is geen kasteel maar een dijk. Een hele
stevige dijk die de opkomende vloed dan ook makkelijk doorstaat. Dit is een
beeld wat zich de komende dagen continu zal herhalen, twee volwassen mensen
die druk bezig zijn met een zandkasteel. In de loop van de middag haalt
Marianne er rotjes bij en de eerste experimenten laten zien hoe lastig het zal zijn
om een dijk voldoende te beschadigen om er veel water door te laten, laat staan
een volledige tanker.

Die middag duiken Thalia en ik samen met Joop. Joop doet zijn beroep als
veiligheidsman eer aan door onze luchtfles en toevoer extra te controleren en
ons te wijzen op het belang van het opvolgen van de veiligheidsinstructies.
Onder water is hij een uistekende gids en hij leidt ons naar de mooiste plekjes
onder water. Joop leert ons hoe we van de stroming gebruik kunnen maken,
zodat we langer onder water kunnen blijven. De dagen daarna vertonen

39
Oliedom Erik van de Poel

hetzelfde patroon, wij duiken met Joop, terwijl Marianne en Rob dijken bouwen
en weer vernietigen. Aan het eind van de week schijnen ze een oplossing
gevonden te hebben, want ik zie Marianne voor het eerst die week ontspannen
baantjes trekken. De uiteindelijke oplossing schijnt er uit te bestaan dat er een
tiental diepe smalle gaten in de dijk geboord moeten worden, waar zware
explosieven in geschoven moeten worden. Die middag geeft Marianne samen
met Rob een demonstratie op het strand. Alhoewel de dijk stevig lijkt en er
slechts een paar lichte knallen te horen zijn, is het resultaat indrukwekkend, de
dijk is plaatselijk volledig wegslagen. Marianne en Rob geven beiden aan dat
verdere proefnemingen niet nodig zijn. Ook de zeewering van Nederland blijkt
kwetsbaar. Het is mijn taak om de komende weken de gaten in de dijk te boren.

Het plan is om die nacht onze laatste duik te doen, zodat we de laatste dag op
Curaçao de raffinaderij kunnen bezoeken. Ik zie uit naar die laatste duik, maar
op het laatste moment eist Marianne me voor zich op, omdat ze iets zakelijks
heeft te bespreken. Nadat Joop, Rob en Thalia zijn verdwenen in de donkere
nacht, blijkt het zakelijke van Marianne strikt privé te zijn. Ze voert me mee
naar haar hotelkamer en we bedrijven zacht de liefde. Marianne wil me nog één
keer in zich voelen. Ze voegt er zacht aan toe: “morgen zien we elkaar voor het
laatst”. Dat dat de consequentie is van haar besluit om de contacten via Thalia te
laten lopen, heb ik me niet gerealiseerd, maar lijkt me nu wel logisch. Ik voel
pijn en verzet in mijn hart om afscheid van Marianne te moeten nemen.
“Vrienden voor het leven en samen vechten voor de onderdrukten”, fluistert
Marianne als ze mijn bedrukte gezicht ziet. Ze voegt er aan toe, dat ik door moet
gaan met de aanslag. “Herinner je je ons onbewoonde eiland, Koen? Weet je
nog hoe we toen een fijne wereld om ons heen probeerden te creëren met een
minimum aan hulpmiddelen? Als je niks doet dan is het duidelijk hoe de wereld
er over twintig jaar uitziet. Kijk maar naar Amerika, naar Las Vegas, veel

40
Oliedom Erik van de Poel

uiterlijk vertoon, veel innerlijke onrust. Is dat wat je wil? Met deze aanslag
drukken we een stempel op de Nederlandse en misschien wel de
wereldgeschiedenis. Doe het voor onze droom! Doe het voor ons land en voor
onze wereld.” Tja, een bijzondere vorm van vaderlandsliefde. Marianne schetst
een beeld dat je zowel positief als negatief kan ervaren, maar de geschiedenis zal
in ieder geval in een stroomversnelling raken. We kussen elkaar lang en
hartstochtelijk en ik zie de tranen in haar ogen. Ik vertel Marianne uit de grond
van mijn hart dat ik haar een wonderbaarlijke en inspirerende vrouw vind en dat
ze meer in mijn leven heeft betekend dan iemand anders. Ze vertelt me dat ze
daar blij mee is en stuurt me dan met een glimlach terug naar Thalia. Ik voel me
licht schuldig tegenover Thalia. Gelukkig komt Thalia terug met zulke
enthousiaste verhalen, dat ik toch nog met een prettig gevoel ga slapen.

Het bezoek de volgende middag aan de olieraffinaderij blijkt nuttig. Joop heeft
uitgelegd dat de raffinaderij al twintig jaar niet meer in gebruik is, wat de grote
werkeloosheid op het eiland verklaart. Toch heeft hij de beheerder, een oude
verweerde Antilliaan, bereid gevonden om ons rond te leiden. Het heeft een
surrealistisch gehalte, het enorme ijzeren, leegstaande complex op dit
paradijselijk eiland. In de verte zien we de felblauwe zee en wuivende
palmbomen, dichterbij zien we dikke ijzeren buizen. We lopen er onder door, ze
zijn meer dan twee meter in doorsnee, een indrukwekkend gezicht. De
belangrijkste ovens zijn rond de tachtig meter hoog. Ik voel me nietig als we
onze weg zoeken onder de vele buizengalerijen door. Het complex is ontstaan in
1918 en heeft zijn hoogtij dagen gekend tijdens de 2e wereldoorlog toen het
Amerikaanse leger hier veel van de benodigde diesel, benzine en kerosine kwam
halen. Rob legt uit dat de diepe zeebaai de kern was tot het succes, de toen al
grote olietankers konden hier relatief eenvoudig aanmeren, het nabij gelegen
binnenmeer verzorgde vervolgens het noodzakelijke koelwater. Marianne vraagt

41
Oliedom Erik van de Poel

honderd uit over de veiligheidsmaatregelen rondom de raffinaderij. De


beheerder beschrijft dat de beveiliging veel weg heeft van Fort Knox en dat
alleen iemand van binnenuit, die de veiligheidsmaatregelen goed kent, kans van
slagen heeft. Joop voegt daaraan toe dat de oliemaatschappij op zich beveiliging
wel belangrijk vindt, maar dat de echte veiligheid berust op overijverige
beveiligingsbeambten en overregulering van de overheid. Op mijn vraag waar
nu de meest kwetsbare plek zit van de raffinaderij is het verrassende antwoord in
het bekoelingmechanisme. Als dat niet meer werkt, werk je op een tijdbom.
Uren slenteren we in de luie Caribische zon over het terrein. We beklimmen
torens, lopen door buizen en worden overweldigd door dit stukje menselijke
industrialisatie. De vriendelijke beheerder vertelt me dat hij de lichten, vlammen
en geluiden ’s nachts mist. Een gevoel dat ik pas begrijp als ik de weken daarna
’s nachts gaten aan het boren ben in de dijk en dat ik keer op keer gefascineerd
raak door de nachtelijke geluiden en activiteiten in de haven.

Die avond toasten we op het succes. Marianne heeft ons meegenomen naar het
andere eind van het eiland. Ze staat er op dat we met zijn allen een laatste duik
in de zee nemen. Daar deelt ze ons allemaal een pas opgeraapte schelp uit. “Hou
deze bij je”, spreekt ze, “het bezegelt onze afspraken en het symboliseert voor
mij die plek waar water, land en lucht bij elkaar komen.” Het is een vreemd
maar mooi moment. “Zeg me wat je denkt als je naar de schelp kijkt.” Joop
antwoordde meteen: “voor mij symboliseert hij de koninklijke Shell, Nederlands
grootste olieleverancier en motor van de economie.” Voor Rob is de schelp het
lege omhulsel van waar eens leven was. Thalia ziet er de geraffineerde
schoonheid in, van wat de natuur kan maken. Voor mij is de schelp vooral een
bezegeling van deze groep en het einde van deze vakantie. Marianne maakt met
een lange stevige naald een gaatje in elke schelp, met een gekleurd snoertje
hangt ze de schelp om ieders nek. Met deze rite beëindigden we ons samenzijn

42
Oliedom Erik van de Poel

op Curaçao. Ik kijk naar Thalia’s borsten waar de schelp zich parmantig tegen
aan schikt. Mooi zoekt mooi. Die nacht vrij ik lang met Thalia op het natte
strand, zodat we tijdens de terugvlucht naar Nederland heerlijk slapen.

43
Oliedom Erik van de Poel

2.3 Het leven gaat gewoon door.

Weer terug in Nederland heb ik drukke weken. Ik zeg mijn contract op bij
Greenpeace. Daar is men teleurgesteld en men wijt het aan de koolzaadopdracht
die niet bij mijn ambities past. Ze kunnen me echter niet overtuigen om te
blijven. Ik betaal de duikcursus netjes keurig aan hen terug. Elke nacht is gevuld
met het boren van zeventig diepe gaten in de dijkwand. Als ik goed doorwerk
kan ik drie gaten per nacht boren en aftimmeren. Het is vermoeiend werk en ik
ben blij dat Thalia er bij is. Terwijl ze wacht houdt langs de weg, moedigt ze me
aan met schalkse opmerkingen. Het aanmonsteren op de Für Elise loopt
voorspoedig, zeker omdat Rob me de gewenste antwoorden al heeft
ingefluisterd. Kapitein Sylvio de Castella lijkt me aardig en bekwaam. Ik ben
onder de indruk van zijn gerichte vragen en raak enthousiast als hij vertelt over
het leven op een tanker. Ik krijg er meteen zin in en besluit wat
achtergrondinformatie te verzamelen.

Ik mis het contact met Marianne. Het is moeilijk voor mij dat ik met haar niet
over de actualiteit kan praten. Thalia is prima gezelschap en houd me met beide
benen op de grond. Ze houdt echter niet van politieke of moeilijke filosofische
discussies. “Kom leef liefste, dan vind ik je al leuk genoeg. Je hoeft me echt niet
elke dag uit te leggen, waarom ik leef en hoe ik nog beter kan leven. Leef,
schatje.” Ondertussen heeft Marianne haar volgestopt met allerlei promotie
activiteiten voor haar kledingketen. Een uitstekende keuze, want zo kan
Marianne niet alleen Thalia in de gaten houden, maar weet ze ook veel klanten
te lokken door goed passende kleren en Thalia’s immer positieve charisma. Op
de duikschool ontmoet ik regelmatig Joop. Rob is met zijn gezin op vakantie en
zo voelt het op dat moment alsof ik als enige met de voorbereidingen voor de

44
Oliedom Erik van de Poel

aanslag bezig ben. Samen met Joop onderzoek ik wat de mogelijkheden zijn om
een natuurramp te voorkomen. Joop’s computersimulaties wijzen uit dat de
meeste olie in hitte zal verdampen en dat de gevolgen dus mee zullen vallen. Ik
ben er echter niet gerust op en dwing Joop om dit mogelijke probleem zo goed
mogelijk te helpen oplossen. Over een maand vertrek ik met de Für Elise en ik
weet dat ik Thalia zal gaan missen, maar we hebben geen van beiden tijd voor
een korte vakantie. De twee en halve maand die gepland staan voor de tocht naar
Venezuela lijken me opeens heel erg lang. Aan de andere kant heb ik zin om uit
te varen. Lastig soms dat je als mens vaak van die dubbele gevoelens hebt.

De eerste weken van december voel ik me ziekjes. Klaarblijkelijk hebben de


vele nachtelijke uitstapjes mijn weerstand flink gebroken. Thalia voert me fruit
en ik lees wat boeken. Thalia heeft bij de bibliotheek een stapel boeken
verzameld over revoluties in onze geschiedenis. Meer dan een meter leesvoer
waar ik dan ook bijna niet doorheen kom. Ik lees over de Franse, de Russische,
de Amerikaanse en de Chinese revolutie. Maar ook over allerlei grote
veranderingen in de wereldgeschiedenis die je als een revolutie zou kunnen
uitleggen, tenminste als je revolutie interpreteert als een drastische verandering
in het heersende hiërarchische systeem. Voorbeelden zijn het uitsterven van de
dinosaurus, het gebruik van vuur, het leren gebruiken van metalen
gebruiksvoorwerpen, de renaissance, de uitvinding van het dynamiet, de
ontdekkingsreizen, de wereldoorlogen en de laatste oliecrises. Afijn, allemaal
niet de ideale literatuur als je je toch al niet zo lekker voelt. Als alternatief heeft
Thalia wat lichte winterboeken, zoals ze ze zelf noemt, voor haarzelf
meegenomen, waar ik al snel naar switch. Schertsend discussiëren we over de
term winterboeken en welke boeken dan wel in die categorie vallen. Afijn, het
maakt natuurlijk niet uit. Het is fijn dat er iemand bij je is, als je je ziek voelt.
Ook al ben jezelf nauwelijks aanspreekbaar schijnt dit het genezingsproces ten

45
Oliedom Erik van de Poel

goede te komen. Iets wat ik wel geloof, want als ik vroeger ziek werd, dan
kwam daar meestal meteen een kleine depressiviteit bij. Nu kan ik in plaats van
daarvan een stukje dankbaarheid tonen naar Thalia en ik knap dan ook weer snel
op.

De kerstdagen breng ik bij Thalia’s ouders door. Voor het eerst in mijn leven
breng ik de kerstdagen op een traditionele manier door. En waarschijnlijk ook
mijn laatste kerst. Door het verlies van mijn ouders heb ik al op jonge leeftijd
een enorme hekel aan deze dagen opgebouwd. Terwijl iedereen zich terugtrekt
in zijn eigen huisje, met boompje en beestje, voel ik me eenzaam en ben nog
weerbarstiger dan normaal. De dagen zijn kort in deze periode van het jaar in
Nederland en ik ben nog op mijn best als ik ver weg ben van alles. Daar kan ik
dan in mijn eentje een beetje voor me uit chagrijnen, totdat het nieuwe jaar weer
begonnen is. Als Thalia me dan ook uitnodigt probeer ik allerlei uitvluchten te
verzinnen. Maar Thalia is even stellig als altijd en is er van overtuigd dat het
gezellig zal worden. En dat is het. We eten een traditioneel kerstdiner aan een
grote tafel. Het licht van een aantal grote kaarsen en de lampjes in de kerstboom
zorgen al meteen voor de sfeer die zo typisch bij kerstmis hoort. Twee van de
vier broers van Thalia zijn aanwezig met hun gezinnen, zodat de tafel aardig vol
zit. Thalia’s oudste nichtje leest een modern kerstverhaal voor, over een jongen
die nooit kerst heeft meegemaakt en dat toch uiteindelijk op zijn pad vindt. Het
verhaal ontroert me en ik ben er even stil van. Het eten, dat al de hele dag heeft
staan garen, is goed en zwaar, zodat iedereen na afloop als een plumpudding op
de bank in elkaar zakt. De volgende ochtend staan we vroeg op om met z’n allen
naar de mis te gaan, waar ik er achter kom dat dezelfde kerstliedjes van twintig
jaar geleden nog steeds gezongen worden. Als we uit de kerk komen sneeuwt
het, wat een enthousiast nat sneeuwballengevecht oplevert waar zelfs de pastoor
aan mee doet. Thalia en ik gaan daarna wandelen door het prachtige

46
Oliedom Erik van de Poel

sneeuwlandschap, waarbij de sneeuwvlokjes speels op haar haren blijven liggen.


Aan de witte takken van de bomen hangen kleine ijspegels en net als dit
bevroren zalige winterlandschap zou ik willen dat de tijd stilt staat. Thalia is
altijd al mooi, maar in dit landschap met haar rode koontjes, warme jas en
pretoogjes is ze werkelijk onweerstaanbaar. De koude lucht op mijn gezicht doet
me gloeien. Wat een heerlijk gevoel. Een warme kus smaakt nu nog intenser. Ik
hoop oprecht dat velen dit kerstgevoel eens een keer mee mogen maken. In
mezelf neurie ik “Vrede op aarde. In de mensen uw welbehagen. In den hoge. In
den ho-hoge”. Toch eigenlijk wel een goede tekst en dat voor een kerstlied.

Op oudejaarsavond bakken we fruitbollen. Thalia heeft allerlei soorten fruit


gekocht en we vermaken ons door deze door de oliebollenmix te vermengen.
Het is mijn taak ze te frituren. De combinatie van mix en fruit in de frituurpan,
levert prachtige gekleurde mismaakte bollen op. Zodat we voor elk misbaksel
een originele naam kunnen verzinnen. Creativiteit ten top. We hebben superlol
samen en soms zijn de fruitbollen nog lekker ook. Met name de pruimbol kan ik
aanraden. Vroeger bouwde ik rond oudejaarsavond altijd kleine bommetjes
samen met Marianne. We verzamelden oud vuurwerk, kochten carboniet, dat
toen nog volop te koop was en verbonden dit alles via elektrische draden met
een hele set batterijen. Als we dan nog een kleine timer toevoegden konden we
dan van een afstandje hele bushokjes opblazen, met als gevolg dat in ons dorp
geen enkel bushokje meer stond in het begin van het nieuwe jaar. Tegen
middernacht als de klokken luiden, toasten we op onszelf en een succesvolle
aanslag. Even voel ik aan de schelp om mijn nek, denk aan Marianne en
realiseer dat mijn leven nu toch wel een erg onverwachtse wending heeft
genomen. Dan zetten we een muziekje op en gaan kijken hoe de buurt het
nieuwe jaar in luidt. Ik stel aan Thalia voor om een traditionele nieuwjaarsduik
in de ijskoude Noordzee te nemen, maar ze heeft even iets meer behoefte aan

47
Oliedom Erik van de Poel

huiselijke kneuterigheid die zo typisch bij deze dagen past. Je kan ook niet alles
in het leven, zo af en toe moet je keuzes maken. Nee, je maakt de hele tijd
keuzes en zo af en toe bewust.

De middag voor mijn vertrek neem ik Thalia mee naar een pretpark. Het geweld
van de achtbanen doet ons mijn naderende reis vergeten. De achtbaan is een
mooi voorbeeld van hoe uiterste risico’s en uiterste veiligheidsmaatregelen bij
elkaar komen. ’s Avonds in de sauna praten Thalia en ik voor het eerst over
kinderen. Opeens twijfel ik of ik mijn leven niet een heel andere richting moet
geven, want ik denk dat ik een fijn leven kan leiden met Thalia en een paar
kleine kids. Thalia moet lachen omdat ze haar wereldverbeteraar week heeft
gemaakt. “Ieder loopt zijn pad schatje, dat kruispunt ben jij helaas al
gepasseerd.”. Snel stap ik in het ijskoude bad om af te koelen en voel hoe mijn
longen zich vol met lucht pompen. Even later zit ik te zweten in het Turks bad
en kijk ik naar de mooie Thalia. Ondanks dat we zo verschillend zijn, accepteren
we elkaar volledig en leren we veel van elkaar. Ik ben verliefd. Heel erg
verliefd. En dat voelt goed.

Mijn afscheid de volgende ochtend is vluchtig. Ik heb zin in mijn nieuwe


avontuur maar geen zin om weg te gaan bij Thalia. Afijn, die tweestrijd in
mezelf die ken ik nu wel. In de Rotterdamse haven zie ik in de verte de boot
liggen. Ik ken de getallen van de Für Elise uit mijn hoofd: lengte 222 meter,
breedte 18,10 meter, diepgang 6,5 meter, 21 bemanningsleden. Ik heb me de
afgelopen weken verdiept in het werken aan boord van olietankers. Zo ben ik er
achter gekomen dat de gedachten over een aanslag met een schip niet nieuw
zijn. In 2002 is in de buurt van Jemen een poging gedaan om een Franse
olietanker over te nemen. Net als de eerdere aanslag in Jemen op een
Amerikaans fregat was deze aanslag grotendeels mislukt. Het stemt me somber

48
Oliedom Erik van de Poel

over onze kans van slagen, maar ik heb besloten vooralsnog de moed niet in de
schoenen te laten zakken. Eenmaal aan boord van de Für Elise krijg ik
nauwelijks de tijd om mijn spullen weg te leggen en me voor te stellen. Afvaart
en aankomst zijn de drukste tijden aan boord van een schip. Ik word
onmiddellijk aan het werk gezet en moet meehelpen om de keukenvoorraden
aan te vullen. Ik raak direct dik bevriend met Toine, de altijd zingende
scheepskok. Een vriendschap die later ook nog eens nuttig blijkt te zijn. Ik kom
er al snel achter dat ik als groentje aan boord door iedereen gezien wordt als
manusje van alles. Een status waar ik me op het begin tegen verzet, maar ik
merk dat verzet me alleen maar meer klusjes oplevert. Dus berust ik maar. Ik
had verwacht dat na de afvaart een relatief rustige tijd zou aanvangen. Maar ik
heb me ernstig vergist. Ik krijg een dagelijkse ronde toegewezen waarin ik in
twee uur van alles en nog wat moet checken en dubbel checken. Alles wordt
gelogd in het scheepsjournaal en daardoor krijg ik een goed overzicht van wat
de taken van de andere twintig opvarenden zijn. We werken in een twee
ploegendienst, behalve de technici in de machinekamer die in een drie
ploegendienst werken. Ik ben de vaste hulp van de scheepskok. Van Toine, een
vrolijke wat kalende middendertiger, leer ik veel echte Hollandse liedjes. Als ik
even niks te doen heb, word ik door hem aan het verven of aan het dweilen
gezet. Iedereen schijnt er plezier in te scheppen om me klusjes op te dragen en
me daarna te vertellen dat ik het niet goed gedaan heb. Rob zie ik nauwelijks. Er
is een duidelijke hiërarchie aan boord en ik sta onder aan de ladder. Als ik een
keer een kort praatje met Rob maak, verwijt Toine mij haantjesgedrag en mag ik
vier uur achter elkaar aardappels schillen. Ik ken mijn plaats nu. Om in het
gevlei te komen bij Toine geef ik hem op een subtiele manier wat tips hoe hij
nog meer smaak aan het zelfgebakken brood kan toevoegen. Ik moet niet
proberen slimmer te zijn dan dat ik ben of lijk. Weet ik veel. Ik vind het wel best

49
Oliedom Erik van de Poel

zo. Het bonken van het schip en het ronken van de machines werken als een
mantra op mijn geest. Ik kom in een soort cadans waarin de tijd vliegt.

We varen over wat wel de maritieme snelweg van Europa wordt genoemd naar
het zuiden. Door het kanaal en langs de Franse en Spaanse kust. Op weg naar
het meest westelijke puntje van Europa, waar ooit Vasco da Gama voor zijn
eerste ontdekkingsreizen vertrok. Op vakantie ben ik ooit op dat punt bij de hoge
rotsen van Sagras geweest, een oude zonnewijzer symboliseert de historische
plek. Ik herinner me de wind en de desolaatheid van die ruige plek. Echt iets
voor mij. Ook toen al biologeerde mij de zonnewijzer, waar ik uren op heb staan
puzzelen zonder de werking er van echt te kunnen ontleden. Ik mijmer over deze
heroïsche vaartochten terwijl ik peuzel aan het fruit dat Thalia voor me mee
gegeven heeft. Appels en peren tegen de scheurbuik, had ze lachend gezegd.
Mmm. Wel lief, maar met deze gezellige kok aan boord hoef ik niet bang te zijn
voor ondervoeding.

Na acht dagen leggen we aan in Lissabon en heb ik voor het eerst een halve dag
tijd voor mezelf. Ik bel Thalia en monter helemaal op van haar vrolijke praat.
Opeens voel ik pijnlijk hoe ik haar gemist heb. Ik hoor van haar dat in
Nederland nu hele groepen mensen worden opgepakt, wegens mogelijke
betrokkenheid bij een criminele organisatie. Ze moet er om lachen, want in de
meeste gevallen schijnt de overheid er goed naast te zitten en moeten de
verdachten de volgende dag weer vrij worden gelaten. Ik denk dat ze gelijk heeft
dat het de overheid met name gaat om de signaalwerking van zero tolerance.
Daarnaast heeft ze een autootje gekregen van Marianne waar ze heel content
mee is. Thalia zegt het niet maar ik vermoed dat ze mijn koeriersfunctie heeft
overgenomen. Ik vertel haar dat mijn handen ruw zijn geworden van het harde
werken en dat ik ’s nachts fantaseer over haar lichaam. Het is fijn om te horen

50
Oliedom Erik van de Poel

dat ze ook naar mij verlangt, maar dat ze graag bereid is om te wachten op haar
zeebonk. Als ik ophang denk ik: leve de GSM! Ik ben voor het eerst echt blij
met de voortschrijdende technologie, die we als zo gewoon ervaren. De reden
van onze korte stop in Lissabon is mij niet duidelijk, het heeft iets te maken met
papieren die nodig zijn voor het verlaten van de Europese Unie. Ook wordt ons
schip geheel doorgelicht op smokkelwaar. De rest van de bemanning blijkt de
kroegen in Lissabon goed te kennen. De romantische verhalen over liefjes in
verschillende steden blijken maar al te waar zijn. Ik luister naar de stoere
verhalen, draag mijn steentje bij, probeer de mannen bij te houden met drinken,
maar sla het bezoek aan de plaatselijke hoerentent af en beland uiteindelijk in
een kleine kroeg met life Fado muziek. Ik luister graag naar muziek. Het vertelt
iets over de wereld waarin we leven. Elke bevolkingsgroep heeft muziek
ontwikkelt, ieder echter op zijn eigen wijze. Ook op mijn eerdere reizen vond ik
het heerlijk om naar de gezichten van de muzikanten te kijken. Muziek brengt de
ziel dichterbij. Muziek is intens en elke leeftijdscategorie hangt zijn eigen genre
aan. Luister naar zijn muziek en je leert de mens kennen.

Als we de volgende dag weer verder varen voel ik hoe de wind warmer wordt en
zie ik ’s nachts de sterrenhemel langzaam veranderen. Ik besef dat ik me geen
seconde heb verveeld. De tijd vliegt. Op een morgen hoor ik vogels krijsen en
meteen zie ik in de verte een paradijselijk eiland en ik denk terug aan Curaçao.
Mijn gedachten gaan automatisch naar de geplande aanslag, maar ik heb nog
geen idee hoe Rob dat wil aanpakken. Grappig genoeg constateer ik bij mezelf
dat ik een rotsvast vertrouwen in Rob heb. Hij zal er wel over nagedacht hebben,
terwijl ik de man toch eigenlijk nauwelijks ken. Ik denk er even over na en kom
tot de conclusie dat Rob typisch zo iemand is die je graag iets in handen geeft,
omdat je weet dat het dan tot een goede oplossing komt. Als ik hem in de verte
zie lopen op de tanker besef ik wat een zelfvertrouwen en daadkracht Rob

51
Oliedom Erik van de Poel

uitstraalt. Dat is ook de reden dat de bemanningsleden hem accepteren als eerste
stuurman, terwijl hij toch relatief gezien weinig ervaring heeft.

“Maracaibo, Venezuela, vijfde olieproducent van de wereld met ruim drie


miljoen vaten per dag” zingt het door mijn hoofd als we de havenstad naderen.
De kust bestaat uit jungle afgewisseld met onduidelijke installaties. Ik vermoed
dat het allemaal met de olie te maken heeft. Venezuela drijft op de olie letterlijk
en figuurlijk. Een kleine boot met daarop een plaatselijke gids meert bij ons aan.
“Verplicht geld uitgeven”, vertelt een van de bemanningsleden mij. De paar
weken aan boord van de Für Elise hebben me tot volwaardig lid gemaakt. Mijn
ontgroeningperiode lijkt voorbij. Eigenlijk had ik op meer kameraadschap tussen
de bemanning gerekend, maar éénmaal aan boord ben ik tot de conclusie
gekomen dat diegene die aanmonsteren aan boord van een zeevaarder van een
eenzaam leven houden. Tot mijn verbazing is het ontzettend druk in de haven.
Meer dan tien olietankers liggen afgemeerd en daar tussendoor krioelt het van de
kleinere schepen. Veel tijd om me te verbazen krijg ik echter niet, de volgende
acht uur vliegt het ene commando na het andere commando om mijn oren. Zes
uur nadat we aangekomen zijn, begint onze tanker vol te lopen met
zeventigduizend ton ruwe olie. Het zal vier volle dagen duren om de volledige
lading aan boord te krijgen. Een deel van de bemanning krijgt vrij en een deel
van de bemanning wordt op wachtdienst gezet. Ik verwacht dat ik met de kok
mee moet om opnieuw inkopen te doen, maar ik krijg opdracht om de eerste
stuurman naar een binnenlandse raffinaderij te begeleiden.

Rob heeft een four wheel drive gehuurd voor onze tocht naar de binnenlanden.
We rijden langzaam vanwege het slechte wegdek. Ondanks alle natuurlijke
rijkdom is Venezuela een arm land. Slechts enkelen profiteren van de nieuwe
rijkdom. We gaan op weg naar een nieuwe petrochemische fabriek in het oosten

52
Oliedom Erik van de Poel

van Venezuela. Tijdens de rit hoort Rob me uit over mijn eerste ervaringen aan
boord van de Für Elise. Rob knikt tijdens mijn relaas, en ondanks dat ik niet om
een complimentje verlegen zit, doet dat knikje me toch goed. Dan legt Rob uit
wat hij van mij verwacht in de voorbereidingen voor de geplande aanslag.
Allereerst moet ik helpen een bemanningslid te selecteren die ons kan helpen
tijdens de aanslag. Robs plan is om verdovingsmiddel door het eten te mengen
op de vooravond van de aanslag zodat een groot gedeelte van de bemanning is
uitgeschakeld. Ten eerste om het schip bestuurbaar te houden en ten tweede om
mij te helpen de verdoofde bemanningsleden naar een reddingsboot te dragen, is
er extra hulp nodig. Rob weet echter niet wie hij kan vertrouwen. Aan mij om
een eerste selectie te doen. Daarnaast moet ik het dynamiet aan boord
smokkelen en is er een hele rist aan taken tijdens de aanslag zelf. Maar first
things first. Als ik het goed begrijp is Marianne al aan het regelen dat bij onze
volgende vaart dit dynamiet in Lissabon voor ons klaar ligt. Robs instructies zijn
als altijd helder en haalbaar. In mijn hoofd begin ik de bemanningsleden af te
lopen om te kijken wie het meest geschikt is. Die nacht slapen we in een
goedkoop hotel en eten we uit de gepeperde Venezolaanse keuken.

De volgende ochtend arriveren we vroeg bij de beoogde raffinaderij. We worden


als staatshoofden ontvangen. Voor het eerst ruik ik aan het extravagante leventje
van oliebaronnen en louche investeerders. Nadat we een glas champagne hebben
gedronken worden we rondgeleid over de raffinaderij. Behalve diesel en
stookolie maken zie hier ook ammoniak, ethaan, propaan, propyleen, ethyleen,
kunstmest, explosieven, kunstvezels en plastics. Greenpeace zou hier graag eens
rondkijken. De hele rondleiding duurt al met al een uur daarna worden we bij
het zwembad van de campus van de plaatselijke ex-pats afgezet. “Om bij te
komen van de reis”. Rob legt me uit dat steeds meer van dit soort industrie zich
aan het verleggen is vanuit de westerse landen naar de landen waar de producten

53
Oliedom Erik van de Poel

gewonnen worden. Aan de ene kant een zegen voor de ontwikkelingslanden,


omdat het juist deze industrie is die veel winst maakt en veel banen oplevert.
Aan de andere kant een last omdat de nieuwe industrie veel van de plaatselijke
natuur en cultuur kapot maakt. Ook voor onze olievervoermaatschappij is het
interessant om te kijken of we in de toekomst in plaats van ruwe olie wellicht de
hoogwaardige olieproducten uit deze raffinaderij kunnen vervoeren. Vandaar dat
we als prinsen onthaald worden. Buitenlanders hebben hier sowieso een
luxeleventje, kijk maar om je heen. De groep buitenlanders hier heeft een
heerlijk leventje voor zichzelf gecreëerd. Een groot zwembad, vers fruit aan de
bomen, een overvloed aan kleurrijke bloemen, luie hangmatten, airconditioning
en personeel daar waar nodig, kortom een overvloed aan alles. De maakbare
wereld ten top. En de eigenaars van de raffinaderij is er ook alles aan gelegen
om het ons naar ons zin te maken. ’s Avonds eten we grote garnalen met witte
peper, de plaatselijke specialiteit, echt heerlijk met locale wijn. Er is speciaal
voor ons een show met Venezolaanse muziek. Ik moet lachen omdat ook hier de
mensen zo goed bij hun instrument passen. De bassist is groot en stevig. De
panfluit speler frivool en excentriek en de trommelaar voornamelijk stoer. Ik laat
de muziek en de luxe me omhelzen net zoals ik van het gebonk en het
eenvoudige leven op de zeetanker kan genieten. Die avond mis ik Thalia
vreselijk en ben ik blij dat klaarblijkelijk bij het luxeleventje ook een plaatselijke
zendmast voor de GSM hoort. Tijdens ons gesprek vertel ik Thalia voornamelijk
over Rob, hoe ik respect voor hem opbouw door de rustige, efficiënte manier
waarop hij zaken doet. Rob heeft ook veel verteld over zijn dochters, op wie hij
supertrots en stapelgek is. Rob heeft er niet veel over gezegd maar het is me
duidelijk geworden dat het hem pijn doet niet wat vaker thuis te zijn en een
tweede geheime leven rondom de aanslag er op na te houden. Thalia snapt dat
goed: “dat is de enige manier waarop hij zijn gezin kan beschermen, voor de
gevolgen van de aanslag die hij nodig acht”. Het is hard maar waar. Het

54
Oliedom Erik van de Poel

telefoongesprek brengt mijn verliefdheid op Thalia weer heel dichtbij. Ik vind


het fijn om te horen dat zij mij ook mist. Liefde is een vreemde ziekte die veel
pijn en veel vreugde veroorzaakt. Voor het eerst in mijn leven bedrijf ik
telefoonseks en zowel Thalia als ik komen kreunend klaar. Met mijn telefoon op
mijn hart val ik in een diepe slaap.

Na een uitgebreid ontbijt, een vriendelijk woord van dank en wat vage beloften
gaan we op pad voor de terugweg. “Zin in een ommetje langs de hoogste
waterval ter wereld?” vraagt Rob. Daar heb ik wel oren naar. Over slechte paden
rijden we richting Brazilië door de Gran Sabana, een schitterende natuurgebied.
Eindeloze tafelbergen, savanne en jungle wisselen elkaar hieraf. De afslag naar
de waterval staat niet aangegeven, maar Rob blijkt een goed geheugen te
hebben. Een half uur later staan we poedelnaakt midden in de jungle ons te
douchen onder de kletterende waterval. Een weinig bezocht stukje
natuurschoon. “Hier zou ik met mijn gezin willen wonen” merkt Rob op. “Ver
weg van alles. In alle rust. De vooruitgang heeft veel goeds gebracht, maar heeft
ook een mensheid geschapen die zich overal mee wenst te bemoeien. We
hebben met zijn allen een systeem ingericht waarvan we diep in ons hart weten
dat het op de lange termijn niet zal werken. De bevolking kan niet blijven
groeien, de natuurlijke voorraden raken ooit uitgeput. Maar in plaats van dat te
onderkennen, streven de overheden maximale vrijheid voor hun burgers na.
Alleen weet niemand wat we precies onder vrijheid verstaan, laat staan hoe we
maximale vrijheid bereiken moeten. Ik noem dit vrijheid, de ex-pat’s kennen
hun eigen vrijheid. Die twee alleen al staan haaks op elkaar ze kunnen niet
allebei blijven groeien.. Het ex-pat systeem zal doorbroken moeten worden of
het lokale systeem zal doorbroken moeten worden, maar elk systeem houdt
zichzelf zolang mogelijk in stand. De historie heeft geleerd dat de enige
mogelijke oplossing een soort oorlog, een revolutie, een natuurramp of heel

55
Oliedom Erik van de Poel

soms een gezamenlijke vijand is. Denk maar na een vreedzame demonstratie,
overleg of opiniepeiling leid bijna nooit tot een grootscheepse verandering.
Alleen binnenlandse of buitenlandse dreiging of daadwerkelijke uitvoering van
geweld leidt tot ommekeer. Je moet door een dal gaan om een berg te kunnen
beklimmen. Helaas een diep dal in dit geval, omdat we te ver zijn doorgeslagen
naar een controlerende overheid”. Het is de langste monoloog die ik Rob ooit
heb horen uitspreken. Ik vermoed dat ik zijn ware gedachtegoed gehoord heb. Ik
knik en even voelen we ons verbonden. Rob verbreekt die band echter
onmiddellijk door te grijnzen en me op een aap te wijzen. “We worden bekeken,
Koen”. De apen krijsen en we doen hun na. We zijn nog nat van het douchen en
naakt, op de schelp om onze nek na. Ik voel me dicht bij de natuur. Ik zoek wat
fruit, maar het is helaas nog niet rijp. Tja, je kunt niet alles tegelijk krijgen. Rob
en ik bouwen van bamboe en bananenbladeren een kleine zijtak van het riviertje.
Bouwen is veel leuker dan vernietigen. Als we weggaan zit er een aap tevreden
pootje te baden bij onze zelf gemaakte constructie. Het leven is mooi, maar we
moeten weer verder. Het zuidoosten van Venezuela is een prachtig natuurgebied
concludeer ik tijdens de lange rit terug naar Maracaibo.

Terug aan boord is niemand echt geïnteresseerd in mijn verhalen, wel hoor ik de
verhalen aan over wilde hoeren, pokeren om veel geld en gratis cocaïne. Ik
vermoed dat de meeste bemanningsleden simpelweg wat inkopen hebben
gedaan voor hun liefjes thuis, maar het is nu eenmaal de praat die al eeuwen bij
zeelui hoort. Als ik over de reling sta te turen, zoals ik zo vaak doe, begin ik na
te denken hoe ik in Maracaibo een aanslag zou uitvoeren. Het was zeker boeiend
geweest om de mogelijkheden met Rob door te spreken, maar stom genoeg ben
ik het helemaal vergeten te vragen. Raar eigenlijk, dat sommige voor de hand
liggende vragen pas achteraf in je op wellen. Afijn, het is één oogopslag te zien
dat deze haven nog veel kwetsbaarder is als de maasvlakte bij Rotterdam. Een

56
Oliedom Erik van de Poel

aantal pijplijnen loopt pal langs de kust en lijkt me een eenvoudig doelwit. Ook
nu verbaas ik me weer over mijn eigen geringe kennis van dit hele project. Ik ga
geheel op Joop, Rob en Marianne af en ga er vanuit dat zij weten wat ze doen.
Misschien ben ik heel mijn leven wel meer een volger geweest. Maar dan wel
een volger die van het leven weet te genieten, denk ik als ik aan Thalia denk en
de zon langzaam onder zie gaan. In de verte op het strand van Venezuela zie ik
diverse vreemde boxen liggen. Wat me weer doet denken aan Mariannes
smokkeltheorie, die zegt dat het het eenvoudigst is om smokkelwaar, wapens of
wat dan ook, gewoon aan te laten spoelen vanaf een schip op het strand. Op die
manier hoeft er geen contact te zijn tussen leverancier en klant. Mocht het mis
gaan, dan is de bewijslast bijzonder ingewikkeld. Pff, teveel gedachten tuimelen
in mijn hoofd rond. Teveel woorden om me heen. Afijn, met een zucht maak ik
mijn hoofd leeg. Voorovergebogen over de balustrade van de boot tuur ik naar
de slome activiteiten in de haven totdat er een prachtige sterrenhemel,
lichtpuntje voor lichtpuntje verschijnt. Ik leef. Ook als ik niet denk, besta ik. Of
juist dan.

Ik stuur Thalia een sms-je dat ik mamoncillo’s heb gekocht. Ik had de


vijfentwintig meter hoge fruitbomen al zien staan, toen ik met Rob door het
ruige landschap reed, maar heb me toch laten verassen door de zoetzure smaak.
Venezuela is een paradijs op het gebied van fruit, alhoewel de inwoners dit
eigenlijk nauwelijks schijnen te beseffen. Mango’s, papaja’s, avocado’s,
bananen en kokosnoten liggen letterlijk voor het oprapen langs de weg. Ik heb
dan ook een flinke voorraad ingeslagen voor onderweg. De ronde mamoncillo’s
zal ik echter bewaren om aan mijn liefje te geven als ik weer terug ben. Van Rob
heb ik wat artikelen gekregen met commentaar op zijn lievelingsboek, 1984.
Grappig dat iemand die zo overtuigd is van zijn ideeën als Rob ook bereid is om
de keerzijde te bestuderen. Ik kom er achter dat George Orwell net als ik vroeger

57
Oliedom Erik van de Poel

op een kostschool heeft gezeten en de halve wereld heeft afgereisd voordat hij
zijn boeken schreef. Een andere kleine toevalligheid, namelijk dat de werkelijke
naam van George Orwell in feite Blair is, net zo als de Engelse premier, doet me
lachen. De wereld is soms klein.

De volgeladen tanker is een stuk trager dan de lege tanker, gelukkig hebben we
op de terugweg de golfstroom mee. De additionele taak van Rob om een
bemanningslid te ronselen voor onze aanslag blijkt een stuk lastiger dan ik
verwacht had. Eigenlijk is geen van de bemanningsleden geschikt en komt
alleen Pieter in aanmerking. Dit meld ik Rob op één van de spaarzame
momenten dat we samen zijn. Rob is tot dezelfde conclusie gekomen. “Dan
wordt het dus Pieter, ik zal hem laten natrekken”. Pieter is, denk ik, twintig jaar
en een enorme rouwdouwer. Cocaïne, hoeren, pokeren, bij hem zou het allemaal
best eens waar kunnen zijn. Ik vind hem onbetrouwbaar, maar ik vermoed dat
hij voor geld te koop is. Bij mijn eerste kennismaking met Pieter meldde hij mij
dat hij nu niet langer het groentje aan boord was en dat ik dat zou merken ook.
Als ik niet bij Greenpeace al de nodige zee-ervaring had opgedaan, had hij mij
waarschijnlijk zo de dood ingejaagd. Maar hij werkt in de machinekamer, wat
een groot voordeel is, want die is slechts voor enkelen toegankelijk. Pieter is
daarnaast beresterk en niet gebonden, ook voordelen voor de klus die we hem
willen laten doen. Naar de politie zal hij niet zo snel gaan, want hij is in het
verleden veroordeeld en heeft een echte bloedhekel aan blauwhemden, zoals hij
het noemt. Zijn stoerste verhaal gaat over hoe hij een politieauto klem rijdt en
vervolgens de agentes dwingt om hem te pijpen. Voor mij is Pieter een
oversekste puber die mijn respect niet verdient, maar ik moet hem nu met andere
ogen bekijken. Achter de grote mond gaat waarschijnlijk wel degelijk een
kwetsbaar mens en een klein hart schuil. In die weken kom ik er achter waarom
ik Pieter eigenlijk nooit tegenkom, hij blijkt een eindeloze voorraad fantasy

58
Oliedom Erik van de Poel

boeken te lezen. Weer verbaast het me dat je in zo’n kleine leefgemeenschap als
dit schip dit soort dingen voor elkaar verborgen kan houden. Als ik me niet
expliciet in Pieter had verdiept was ik er waarschijnlijk nooit achter gekomen.
Zijn boeken liggen verborgen onder zijn matras in zijn bed en hij leest de
boeken in een stil hoekje naast de machinekamer. Ik herken een aantal van de
titels en de schrijvers van Pieters boeken en besluit dit te gebruiken om zijn
sympathie op te wekken. Niet chic, maar het werkt wel. Zo bespreken wij vanaf
die dag regelmatig de werelden van magie, tovenaars en trollen. Volgens mij
droomt Pieter heimelijk van een heldenrol en geheime krachten, iets wat ik hem
niet kwalijk kan nemen, want in ieder van ons schuilt een nobele held. Zo
ontwikkelen wij een dunne band, die slechts doorbroken wordt als Pieter onder
invloed is. Dan wordt hij weer zijn onuitstaanbare grootsprakerige ik. Voordat
we aanleggen nodig ik hem uit bij mij thuis om een aantal fantasy spelletjes op
de computer te komen bekijken. Pieter gaat er graag op in. Die avond ben ik erg
tevreden over mezelf, dat heb ik toch weer goed geregeld voor Rob. Pas dan
realiseer ik me hoe schaamteloos ik Pieter voor ons karretje probeer te spannen
en heb ik uiteindelijk toch een rotavond.

59
Oliedom Erik van de Poel

2.4 Zextet compleet.

De tien weken op de Für Elise zijn omgevlogen. Toch gaat mijn hart open als ik
Thalia bel en ik besef dat ik haar de volgende dag weer zie. Ze wil me komen
ophalen. Ik weet nu al dat menig zeeman jaloers op mij zal zijn door dat lekkere
ding morgen op de kade. Wat hebben mannen toch een eenvoudige geest. “Eerst
naar de film, dan lekker eten en wie weet een lekker kusje” smst Thalia. Op de
kade staat haar kleine autootje al te wachten. Voor het eerst die reis ben ik
ongeduldig. Ja, ik ben zelfs een beetje zenuwachtig. Tss, verliefd, denk ik bij
mezelf. Als ik in de auto stap, drukt ze haar lippen direct op de mijne. Mmm, dat
smaakt. Gulzig zoenen we nog een tijdje door. In Thalia’s mooie ogen lees ik
dat ze nog steeds gek op me is. Als ik dat tegen haar zeg, lacht ze luid en zegt
ze: “Jij leest maar wat je wil lezen in mijn ogen, matroos. Op dit moment denk
ik alleen maar: lekkere vent die Koen, daar ga ik paar weken leuke dingen mee
doen”. Als we het haventerrein afrijden zwaaien we naar Rob, zijn vrouw en
dochters. Ook al een happy familie. Ik zie de blije gezichten van Marijke en
Esther, Robs dochters en hun kwispelende uitgelaten hond. Ik vermoed dat
Sacha net Robs cadeautje, een mooie Venezuelaanse marionet van bamboe, staat
uit te pakken. Het was aardig geweest om te zien hoe zorgvuldig en met veel
plezier Rob die pop bemachtigd heeft. Oost west, thuis best. Als je een tijdje
weg ben geweest dan weet je wat je mist.

Niet lang daarna zijn we bij de Megabioscoop in Rotterdam-Zuid. Een


commercieel succes, deze mega bioscopen. Alles is er op gericht om het je als
klant zo makkelijk en comfortabel mogelijk te maken. En je te verleiden
natuurlijk. En het werkt, het bioscoopbezoek is sinds de komst van deze
bioscopen verzesvoudigd. Deze groei in bezoekers gaat wel ten koste van de

60
Oliedom Erik van de Poel

kleinere bioscopen. De één zijn brood is de ander zijn dood. Inmiddels worden
rond deze megabioscopen eetgelegenheden en kleine specialistische winkeltjes
gebouwd, om de klant een complete uitgaansset te kunnen bieden. Commercie
zoekt elkaar op en vergroot. De open roltrappen in de hal van de megabioscoop
geven een enorm ruimtelijk gevoel. Wat het hele gebouw nog groter doet lijken
dan het al is. Slim is ook dat iedereen door de snoepstraat moet lopen. Daar is de
popcorn lucht zo heftig, dat ook wij besluiten een bak te kopen. Zout natuurlijk.
Thalia heeft een actiefilm uitgezocht, waarin de sportieve held een groot aantal
stunts moet uithalen om de slechteriken te slim af te zijn. We zitten helemaal op
de achterste rij in de bioscoop. Plots voel ik hoe Thalia voorzichtig mijn broek
openmaakt. “Even wat spanning laten afvloeien” fluistert ze, terwijl ze me
langzaam aftrekt. Ik verdeel mijn aandacht tussen het filmdoek en het fijne
gevoel in mijn lendenen. Op het moment dat ik klaarkom en dreig te gaan
kreunen, proef ik Thalia’s lippen weer op de mijne. Mmm, een vrouw die alles
in de hand heeft. Na afloop van de film ben ik lekker relaxed en discussiëren we
in hoeverre dit soort actiefilms realistisch zijn. Volgens mij beïnvloeden ze onze
samenleving. Voor mezelf kom ik tot de conclusie dat ze meer invloed hebben
dan we denken, omdat het een soort impliciete acceptatie is van geweld. Fictie
en werkelijkheid lopen in onze gedachten maar al te vaak door elkaar. Is dat
goed? Ik weet het niet.

Die avond dineren we samen hoog boven de Rotterdamse haven in het restaurant
van de Euromast. Diep onder ons zien we de lichtjes van het drukke
stadsverkeer. Het is een heerlijk romantisch plekje en we genieten van het
uitstekende viergangen menu. Zo af en toe uitgebreid tafelen met het juiste
gezelschap is echt een genot in het leven. Thalia’s ogen stralen. We maken
samen plannen voor de komende twee maanden. Over de tijd daarna praten we
niet. Ik was er even over begonnen, maar voor Thalia is mijn volgende tocht met

61
Oliedom Erik van de Poel

de Für Elise en de aanslag daarna een taboe. “Ik wil van het leven nu genieten,
Koen, met teveel nadenken over de dood is nog nooit iemand wijzer geworden”.
Een mooi bhoedistisch standpunt, maar soms ben ik wel bang voor de dood.
Vanavond is het niet moeilijk om me daar over heen te zetten, maar tijdens de
lange avonden op de Für Elise vroeg ik me toch vaak af of het mezelf de dood
injagen niet een daad zal zijn waar ik spijt van zal krijgen. De gedachte dat ik de
verantwoordelijkheid neem voor een aanslag waar ik zelf de ultieme
consequenties niet van overzie en waarvan ik de consequenties ook niet van zal
meemaken is soms onverdraaglijk. Ik voel me soms een angsthaas, die de feiten
niet onder ogen wil zien. Aan de andere kant ben ik er rotsvast van overtuigd dat
de wereld onherroepelijk vastloopt met de huidige politieke en economische
systemen en dat onze geplande aanslag misschien zal helpen dat patroon te
doorbreken. Als ik in de stralende ogen van Thalia kijk, vergeet ik al mijn
twijfels. Ze brabbelt lustig door over de pro’s en con’s van de metropool die aan
onze voeten licht. Een wijde blik verruimt het denken. Je voelt je inderdaad
machtig zo hoog boven de stad. Met een goed glas wijn in je handen heb je het
gevoel dat je mag oordelen. Vanuit onze hoge positie is goed te zien hoe de stad
nog steeds uitdijt, een snelle telling levert ons al snel zestig hijskranen boven
even zovele bouwputten. Dwars door de stad loopt als een halsslagader de rivier.
Tot diep in de zee zijn de havens er omheen gebouwd. De mens heeft veel
bereikt.

We hebben genoeg te doen de komende weken. Marianne en Joop hebben de


laatste details van de aanslag uitgewerkt en aan ons is wederom de schone taak
om ’s nachts een aantal activiteiten uit voeren. Overdag moet Thalia werken,
maar in het weekend besluiten we een 12 provinciëntocht te gaan maken,
waarbij we ieder weekend in een andere provincie iets leuks plannen. Aan mij
om dat te organiseren. Die nacht vrijen we lang en zacht. Thalia valt in mijn

62
Oliedom Erik van de Poel

armen in slaap en ik bedenk dat dit wel het perfecte ‘terugkom’ avondje was. De
slaap vatten valt niet mee, ik mis de lichte schommeling van de Für Elise. Waar
een mens wel niet aan went. Ik bekijk Thalia’s grote huis, dat ze gekocht heeft
toen ze haar gouden lot in de loterij verzilverde. Een slimme investering. Niet
alleen is het uitzicht op de rivier de Lek geweldig, ook binnenshuis heeft ze
kosten nog moeite gespaard. Waarbij haar passie voor fruit de boventoon voert.
Een gele perenbank, appelgroene stoelen, rode bosvruchten in het behang, een
aanrecht in de vorm van een banaan. Het houdt niet op. Tja, mensen doen soms
gek als ze opeens een heleboel geld hebben. En toch heeft de
binnenhuisarchitect bijzonder goed werk verricht. Het huis is niet overdadig
geworden. Wel apart, maar toch een goede mix tussen extravagantie, allerlei
handigheidjes en een sobere ondertoon die het huis toch nog stijl geven. Ik
vermoed dat de binnenhuisarchitect bijzonder blij is geweest met deze opdracht,
hij heeft zich helemaal uit kunnen leven en is nog geslaagd ook.

Tijdens het snelle ontbijt vraag ik of ik bij Thalia in mag trekken. Aan boord van
de Für Elise heb ik uren getwijfeld of ik dat wel wilde, maar nu kunt de vraag
mij heel natuurlijk over. Even makkelijk als altijd accepteert Thalia zonder
meer, zodat ik de volgende dagen besteed aan het opzeggen van mijn huis en het
verhuizen van de schamele spullen die ik heb. Via internet zoek ik wat
wetenswaardigheden over de provincie Limburg op voor onze 12
provinciëntocht. Internet maakt het leven van de avonturier toch wel wat
eenvoudiger. Zodoende genieten we die zaterdag van ons eerste wandeling door
de Limburgse bossen. Het is prachtig lenteweer en voor de aandachtige kijker is
de natuur een paradijs van nieuw leven. Thalia vindt mijn aandacht voor de
natuur vaak overdreven, maar als je zoals ik bijna je hele jeugd buiten gespeeld
hebt, dan weet je niet beter. Tijdens onze wandeling bediscussiëren Thalia en ik,
hoe de wereld er uit zou zien, als ook wij net als de vogels, elk jaar met een

63
Oliedom Erik van de Poel

andere partner een nieuw huisje zouden bouwen. De vergelijking gaat niet
helemaal op, maar het is op zich een intrigerende gedachte. We wandelen door
het heuvellandschap en eindigen in het pittoreske vestingstadje Stevensweert.
Ook vroeger bouwde men al dikke muren rond de steden om vreemdelingen,
ongewenste dieren en ziektes, criminelen en vijanden buiten te houden. Het is
ongelofelijk hoe goed deze vestingwallen de tand des tijds hebben doorstaan.
“Vroeger moeten er heel veel slechte mensen geweest zijn”, scherts ik tegen
Thalia wijzend op de dikte en de hoogte van de muren en wallen en de enorme
afbeelding van een galg. Even later genieten we met een dikke jas aan van ons
eerste terrasje dat jaar. Wederom ben ik verbaasd hoeveel er toch te zien is in
een klein land als Nederland. Elk plekje heeft vaak zo zijn bijzonderheden, een
stuk historie, een stuk natuur en een restaurant dat de moeite waard is. Je moet
alleen de tijd nemen om er onvervaard op uit te trekken. Ontdek je plekje. In een
aangenaam bruin café eten we een heerlijke Limburgse stoofschotel. ’s Avonds
zijn we zo moe van het buiten zijn en het wandelen dat we als een blok in slaap
vallen. Ook slapen is een mooie hobby, waar we allebei graag van genieten

Na het ochtendvrijen en het ontbijt bezoeken we Maastricht, de stad die zo zijn


best doet om een plaatsje in de Europese historie te krijgen. Het gezang uit één
van de kerken is zo aanlokkelijk, dat we naar binnen gaan om te luisteren. De
saamhorigheid in de kerk is groot, hier wordt godsdienst op een aangename
manier gebezigd en we luisteren dan ook vol aandacht naar de preek van de
pastoor. Na het moment van bezinning is Thalia vol levenslust en rennen we
door de Maastrichtse straten waar de koopzondag begonnen is. Thalia wil iets
geks doen en ze begint iedereen aan te klampen om mee te doen aan een
gezamenlijk lied. Door haar enthousiasme staan tien minuten later zo’n dertig
mensen vrolijk “Altijd is Kortjakje ziek, midden in de week maar zondag niet”
te zingen. De plaatselijke fanfare neemt de deun over, zodat Thalia’s

64
Oliedom Erik van de Poel

inspanningen een groot succes worden. Na zo’n fijn weekend is het niet vreemd
om maandagmorgen wat extra moeite te hebben om weer aan de slag te gaan.

Maar goed, de plicht roept, en ik besluit Pieter een mailtje te sturen. Pieter
reageert direct en ik nodig hem uit om die avond bij ons langs te komen. Vanaf
het moment dat Pieter Thalia ontmoet kan hij zijn ogen niet van haar afhouden.
Om indruk te maken vertelt Pieter het ene stoere verhaal naar het andere, ik
erger me dood en vermoed dat deze avond, deze ontmoeting niks gaat worden.
Thalia merkt het ook en wijselijk besluit ze al snel dat ze die avond even bij haar
ouders langsgaat. Zodra Thalia weg is, breekt het ijs bij Pieter. Ik ben enorm in
zijn achting gestegen doordat ik zo’n knappe vrouw heb en het is dus makkelijk
om indruk op hem te maken. Direct breng ik het onderwerp van gesprek op zijn
fantasyboeken. In de wereld van de Fantasy zijn er duizenden werelden
geschapen. Het voorbeeld van Tolkiens ‘In de ban van de ring’ heeft geleid tot
miljoenen, nee miljarden, bladzijden vol avonturen. Het zijn werelden en
personages waar je helemaal in op kunt gaan en bij Pieter is het zover gekomen
dat hij ook in de werkelijke wereld allemaal geheime en sinistere
genootschappen signaleert. We praten wat over de vreemde wereld om ons heen
en kruipen dan samen achter de computer. Ik heb een aantal bijzonder
levensechte fantasy en dungeons en dragons games, waarin van de speler
verwacht wordt dat hij een bepaalde rol aanneemt. Vanuit deze rol beleef je
duizenden avonturen die zich aanpassen naarmate het spel vordert en de keuzes
die je maakt. Pieter gaat er volledig in op. Niks makkelijker dan vluchten in een
fantasiewereld als de echte wereld je niet bevalt. Volgens mij verklaart dat de
enorme populariteit van Fantasy-boeken. Afijn. De weken daarna is Pieter
dagelijks bij ons op bezoek om te spelen. Aan de ene kant leeft hij helemaal op
aan de andere kant zondert hij zich nu helemaal af. Zelfs voor Thalia heeft hij
nauwelijks nog aandacht. Ik vraag me af of dit alles nu wel zo’n goede

65
Oliedom Erik van de Poel

ontwikkeling is. Ik help Pieter bij de verschillende strategieën die hij kan spelen
en zorg dat hij zo af en toe iets eet en drinkt. Ik wist niet dat computers zo
verslavend konden zijn. Ik word een soort vaderfiguur en idool voor Pieter.
Echte vrienden heeft Pieter nauwelijks, alleen een paar hele foute drinkebroers,
dus stel ik zijn moeder telefonisch gerust dat hij in goede handen is. En ik, ik
voel me lullig dat ik iemand zo misbruik. Of geef ik hem iets om voor te leven?
Nee, fantasie is goed, maar er moet een balans zijn met de werkelijkheid.

Als Pieter met zijn zoveelste level bezig is en geheel opgaat in zijn rol van
machtig tovenaar, slaat Rob toe. Rob nodigt Pieter uit voor een etentje en tijdens
het etentje vertelt Rob Pieter over zijn plannen. Als Rob bij de praktische
uitvoerbaarheid komt, vraagt hij aan Pieter of er nog meer mensen aan boord
van de Für Elise zijn, die te vertrouwen zijn. De volgende ochtend neemt Pieter
mij apart en vertelt fluisterend over de plannen van Rob. Ik speel mijn rol goed,
stel de nodige vragen en stem er dan mee in. Zextet, zoals Thalia ons clubje
noemt, is compleet. Via Pieter hoor ik dat de extra sterke speedboot en de
dynamiet in Lissabon aan boord zullen komen. Vanuit mijn kant vertel ik Pieter
niks over mijn nachtelijke activiteiten voor Rob. Gelukkig gaat Pieter helemaal
op in zijn Fantasy-spelletjes en is hij me daar dankbaar voor. Dan voel ik me
minder lullig.

Dat weekend neem ik Thalia mee naar Tien Gemeten, het eiland waar ik vroeger
zoveel gespeeld heb met Marianne. Ik vertel haar over de rijke historie, hoe het
in de Hollandse gouden eeuw gebruikt werd als quarantaine inrichting voor
Hollandse zeeschepen die terugkwamen uit verre oorden met mogelijk
besmettelijke ziekten aan boord. Later werd Tien Gemeten gebruikt als
marinedepot voor explosieven. Als eiland was het het meest geschikt voor de
opslag van dat gevaarlijke goedje. Ik weet nog goed hoe opgewonden eM en ik

66
Oliedom Erik van de Poel

waren toen we voor het eerst de ondergrondse bunkers op dit eiland ontdekten.
Het eiland dankt zijn naam aan de oude oppervlakte maat, de “gemeten”. Nog
steeds kun je in het wapen van het eiland de vier groene vlakken en de zes witte
vlakken zien, die het eiland symboliseren. Het eiland is nog steeds een heerlijk
plekje van rust tussen de rivieren in het altijd drukke Nederland. Inmiddels is het
eiland opgekocht door de rijke Nederlandse natuurvereniging
Natuurmonumenten, die hier de natuur de vrije loop wil laten. Een goede
gedachte. Natuur is natuur en die moet je niet willen reguleren. Als ik één ding
tijdens mijn reizen in Amerika heb weten te waarderen dan waren het wel de
Nationale Parken. Weliswaar iets gereguleerd maar een concept dat we
wereldwijd zouden moeten invoeren. Het sterkt mijn vertrouwen in de mensheid
dat dit een eeuw geleden al door de Amerikanen doorzien was en nu ook in
Nederland en wereldwijd steeds meer zijn intrede doet. Geef de natuur de
ruimte. Dat gaat uiteindelijk wel lukken. Je hoeft maar door een stukje ongerepte
natuur te lopen om te weten dat het goed is. Daar kan volgens mij geen mens
weerstand aan bieden. Afijn, Thalia vind me een natuurfreak, dus ik zal er maar
over op houden. Na een heerlijke wandeling, waarin we werkelijk tienduizenden
langstrekkende vogels hebben gezien, lopen we langs het lokale winkeltje. Het
doet me goed om te zien dat de oude ambachtelijke bakkerij is omgebouwd tot
een theehuis, waar echt heerlijke cakes worden gebakken. Ik vraag aan de
eigenaresse naar de oude bakker waar ik vroeger voor gewerkt heb. Twee
minuten later komt haar vader binnenlopen en schud ik de hand van mijn eerste
werkgever. De oude man vertelt enthousiast over wat een klier van een kereltje
ik vroeger was en dat het hem veel moeite heeft gekost om een bakkerknecht
van me te maken. Ik word er bijna sentimenteel van. Thalia hoort de man
honderd uit en mijn jeugd herleeft voor mijn ogen. Sommige dingen veranderen
niet. En dat is maar goed ook. Mijn onbewoonde eiland blijkt dan toch geen
droomeiland te zijn. Het bestaat echt. ’s Avonds eten we saté met pindasaus in

67
Oliedom Erik van de Poel

een eetcafé in Rozenburg en sluiten we Koens jeugdtournee af met een korte


blik op de dijk waar mijn ouders bij het auto-ongeluk omgekomen zijn. Voor het
eerst kan ik daar normaal over praten zonder overslaande stem. Ik heb het
gevoel dat ik iets afgesloten heb. Een goed gevoel.

Doordeweeks ga ik vaak met Thalia op stap, zodat we behalve perfecte


weekenden ook van elkaar kunnen genieten tijdens werkdagen. Het loopt
ontzettend goed met de kledingketen van Marianne. Thalia heeft het daar
ontzettend naar haar zin. Het is leuk om te zien hoe haar enthousiasme en
uitstraling effect hebben op potentiële kopers. Als een olievlek breidt de
bestaande klantenkring zich uit. Niks beters dan mond-op-mond reclame. Ook
de pers begint schande te spreken van kledingketens die hun kleren niet
maatschappelijk verantwoord produceren. Tja, misschien veroorzaakt Marianne
ook op dit gebied wel een hype. Op een woensdag hebben we een uitje naar de
Efteling met honderd kinderen. Vanuit commercie en als nobel gebaar geeft de
keten aan deze kinderen een nieuwe zomer- en wintergarderobe. Als klap op de
vuurpijl krijgen de kinderen dit uitje, waar ze hun nieuwe kleren natuurlijk
uitstekend kunnen showen. Ik voel me als een kind zo blij als ik van de ene
achtbaan naar de andere ren. Uitgelaten laten we ons zwieren in het grote
piratenschip. In het sprookjesbos vertel ik verhalen, terwijl de kinderen in een
grote kring om me heen staan. Heb ik mijn roeping gemist? De kinderen hangen
aan mijn lippen en doen me zowaar na, als ik voordoe hoe Assepoester haar
schoentje verliest. Ook de kinderen hebben de dag van hun leven. ’s Avonds na
het pannenkoeken eten, valt de één na de ander in de bus naar huis in een diepe
vredige slaap. Van Thalia krijg ik een extra knuffel en de woorden om over na te
denken “Mannen zijn het leukst als het kind in hun boven komt”. Ik zie nu al
weer uit naar het volgende uitje naar de Efteling.

68
Oliedom Erik van de Poel

Onze nachtelijke activiteiten voor Zextet bestaan uit een rommelige set van
opdrachten. Als ik het goed begrijp, heeft de havenautoriteit recent een aantal
extra veiligheidsmaatregelen genomen. Zo is er onder andere een
rampenoefening geweest met een volledige test van het back-up systeem. Dit
back-up systeem, dat in werking treedt als het primaire veiligheidssysteem
uitvalt, mag ik dan nu weer ontregelen. De kans dat het back-up systeem binnen
een jaar weer getest wordt, is volgens Joop zo goed als nul. Dus mag ik een
groot aantal pijpen, die nu niet gebruikt worden dichtdraaien of lek maken, zodat
deze niet ingezet kunnen worden, kort na de aanslag. In totaal kan er door deze
pijpen elke dag zo’n honderdduizend ton olie vloeien. Ik vraag me af wat het
effect zal zijn als één zo’n pijp in de fik gaat. Laat staan de consequenties van
een brandende mammoettanker als de Für Elise. Afijn, Joop en Marianne zullen
er wel goed over nagedacht hebben. Voor mij en Thalia betekent het in ieder
geval over hekken klimmen, klauteren over en door pijpen en fluisterend onze
weg zoeken door de nacht. En natuurlijk regent het de meeste nachten. Urenlang
zoeken we soms naar de juiste stoppendoos of oliepijp in de wirwar van het
uitgestrekte havengebied. Maar we doen het graag, Thalia houdt van avontuur
en ik van puzzelen. Mochten we betrapt worden dan hebben we ons smoesje al
klaar, we zeggen dan gewoon dat we een voorkeur hebben voor vrijen op
verboden plekjes. En als dat niet werkt gaat ons tweede alibi in werking, dat we
milieusabotage proberen te plegen. Dat tweede alibi is door Marianne bedacht
en klinkt heel plausibel gegeven mijn achtergrond en het feit dat we geen idee
hebben, welke pijp we aan het saboteren zijn. In totaal maken we in die nachten
zo’n tachtig objecten onklaar. Ik krijg groot respect voor Joop die klaarblijkelijk
een idee heeft hoe dit allemaal in elkaar past. Als mijn band met Thalia al niet
goed was, dan wordt die perfect tijdens onze lange nachtelijke escapades. In die
weken breiden we onze gebarentaal uit de duikwereld flink uit met gebaren uit
de dovenwereld, zodat we geruisloos kunnen communiceren als dat verstandig

69
Oliedom Erik van de Poel

lijkt. Bij elke bord met een ’Z’ erop die we tegenkomen in het havengebied
stoppen we even omdat we dit een zoenzone noemen. Mmm. Op dat soort
momenten vergeet ik dat we ons in een opslagveld voor meer dan één miljard
liter ruwe olie bevinden en dat we die binnenkort in vlammen op zullen laten
gaan. In de laatste nacht maak ik foto’s van de fantastische contouren van de
kranen, pijpen, tanks, hoogovens en andere wanstaltige ijzeren objecten in het
bizarre kunstlicht. Dit licht wordt op een onwerkelijke manier weerkaatst in de
rookpluimen aan de heldere hemel wat een macaber beeld geeft. Ik stuur de
foto’s op naar een uitgever van Fantasy-spelletjes zodat ze als achtergrond
kunnen dienen voor een toekomstig spel.

In één van die nachten worden we bij thuiskomst opgewacht door een huilende
Pieter. “Ik heb het voor je opgenomen, Koen”. Pieter is zo overstuur, stoned en
dronken dat we nauwelijks uit hem krijgen wat er gebeurd is. Op zijn arm prijkt
een verse tatoeage met als enige tekst ‘MONGOOL’. Op een avondje stappen
met zijn zogenaamde vrienden blijkt Pieter over mij verteld te hebben, wat hem
een hoop gehoon en flauwe grappen opgeleverd heeft. Stoer door drugs en
drank, heeft hij het voor mij opgenomen en is hij zijn vrienden te lijf gegaan.
Snel check ik of hij iets vertelt heeft over onze geplande aanslag, maar Pieter
houdt vol dat hij nooit zo’n geheim zal verklappen. Ik kijk naar Thalia, ze knikt
en gaat Marianne bellen. Zij moet het maar uitzoeken en eventueel de schade
herstellen. Ondertussen ratelt Pieter nu als een waterval door. Zijn vrienden
hadden hem al snel in de greep en hadden hem de keuze gegeven tussen een
bezoek aan de politie of de tatoeage. Een fijn afscheidscadeau. Ik bied Pieter aan
dat hij enige tijd bij ons kan komen logeren en hij stemt gretig toe. Ik doe mijn
reputatie als zijn idool verder eer aan door hem te vertellen over het Mongoolse
rijk met Dengzis en Kubla Khan als machtige heersers. Ja, in feite, en het is nog
waar ook, heersten deze twee Groot Mongolen over een rijk dat groter was dan

70
Oliedom Erik van de Poel

het Romeinse rijk, een rijk groter dan het huidige Mongolië, China en Rusland
tezamen. Je mag er trots op zijn een Mongool te zijn. In mijn hoofd bedacht ik
wat deze ervaring en wetenswaardigheden voor invloed zullen hebben op zijn
Fantasy spelletjes. De volgende dag halen we Pieters spullen op in zijn
verwaarloosde appartement en brengen een kort bezoek aan zijn moeder. Ook
daar word ik vol trots voorgesteld als Koen, de wereldreiziger en
wereldverbeteraar. Ik laat het er maar bij. Pieter heeft een bijzonder lieve
moeder. Later zal hij mij vertellen dat hij haar altijd de helft van zijn loon geeft.

Die vrijdagavond hebben Thalia en ik onze eerste echte ruzie. Over een week
vertrekt de Für Elise. Ik voel me rot en als dan op vrijdagmiddag blijkt dat
Thalia moet overwerken, komt mijn oude wispelturige ik weer boven. Als
Thalia vrijdagavond laat thuiskomt verwijt ik haar dat ze ons laatste weekendje
uit verpest. Iets wat ze natuurlijk een onterechte aanmerking vind. Even loopt
het uit de hand en slingeren we elkaar allerlei onnodige woorden toe. Dan welt
er een traan in Thalia’s oog en voel ik me lullig. Zo lullig. Ik probeer het die
avond nog goed te maken, mar het blijft toch een smet om mijn blazoen.
Zaterdag staan we vroeg op om onze 12 provinciëntour af te sluiten met een
bezoek aan Zeeland. Vandaag ben ik jarig, maar ik heb met Thalia afgesproken
er een gewone dag van te maken. Voor mij is dat goed genoeg. Ik ben een
tevreden mens. De laatste drie maanden zijn werkelijk omgevlogen. Ik leef, en
ik heb de laatste weken heel anders geleefd dan ooit daarvoor, dat weet ik zeker.
En eigenlijk wil ik dit prima leventje helemaal niet kwijt. Afijn, Zeeland bestaat
uit heel veel eilanden met oude stadjes uit de glorietijd van Nederland. Marianne
heeft een interessante theorie dat vooruitgang en teloorgang zich sneller
ontwikkelen op een eiland dan op het vasteland. Volgens Marianne kun je op
een eiland het best een controleerbare omgeving creëren, die snel tot wasdom
komt. Dat eilanders zich vaak op zichzelf en hun directe omgeving concentreren

71
Oliedom Erik van de Poel

is ook meteen het grootste nadeel. Op lange termijn leidt dit tot inertie en
teloorgang. Thalia en ik stappen vrolijk rond door Middelburg, met zijn oude
abdij en vestingwal. We hadden die dag ook al Veere bezocht en een lange
strandwandeling gemaakt, zodat onze benen al aardig moe beginnen te worden.
Dus rusten we uit voor het prachtige laatgotische stadhuis en maken we lol over
alle tierelantijntjes die men heeft aangebracht op toch zo’n serieus gebouw. Dan
gaan we verder naar het centrale park en zakken vermoeid neer op het groene
gras. We genieten van de late lentezon en al snel ontstaat een lichte vrijerij. Een
jaloerse politieman wijst ons er op dat het verboden is om in dit gedeelte van het
park in het gras te liggen. Ondanks zalvende woorden, een verwijzing en een
zalige glimlach van Thalia schrijft de politieman een bekeuring uit. Die heeft
klaarblijkelijk echt zijn dag niet. Ik voel me het slachtoffer van willekeur en
weiger me, stom tegendraads, te identificeren. Dientengevolge moeten we mee
naar het politiebureau. De politieman is nukkig en dreigt met een celstraf of
vrijheidsbeperking zoals hij het noemt. Origineel idee voor mijn verjaardag en
laatste weekend in Nederland, denk ik. Gelukkig blijkt de collega van de
politieman soepeler in elkaar te zitten. Terwijl we een preek te horen krijgen van
de eerste agent over waarom de regels er zijn en dat we ons dienen aan te
passen, legt zijn collega uit dat de dienst voor dat weekend er bijna op zit. Hij
maakt ons duidelijk dat er nu eenmaal een instantie moet zijn die de regels
handhaaft, en dat we dat in feite met z’n allen afgesproken hebben. Door mijn
hoofd spelen de wijze woorden van mijn bhoedistische leraar “wie nooit iets
veranderd heeft, heeft zelden iets geleerd” en ik vraag me af wat ik met deze
preek aan moet. Dus luister ik aandachtig en ik zie in deze vriendelijke
politieman dat hij ook echt gelooft in zijn stelling. En eigenlijk ben ik het ook
wel met hem eens, de politie is er om de wet te handhaven. Iemand moet dat
doen. Maar goed de uiteindelijke uitvoering verschilt klaarblijkelijk van agent
tot agent. Eind goed al goed. We mogen het politiebureau verlaten, met een

72
Oliedom Erik van de Poel

viertal bekeuringen op zak en nemen afscheid als vrienden met een ferme
handdruk en een vriendelijke knik.

Eenmaal buiten wil ik onmiddellijk tegen het politiebureau gaan urineren, maar
Thalia houdt me tegen en fluistert me in dat we een snuggere manier van wraak
gaan verzinnen. Die avond werken we samen een advertentie uit waarin we alle
Nederlanders oproepen in debat te gaan met de plaatselijke politie. Doelstelling
is de politie een vijftigtal hoofdregels te geven die ze mogen handhaven, maar
waar ze zichzelf ook aan moeten houden. Op die manier komen we wellicht snel
van een hoop ergerlijke bekeuringen af en kan de politie zich concentreren op
haar hoofdtaken. Passen we elk jaar de set van basisregels aan, dan blijft de boel
ook nog een beetje dynamisch. Die avond nog bellen we een bevriend jurist, een
bekend marketingbureau en de directeur van een IT-bedrijfje op, zodat we de
maandag daarna meteen aan de slag kunnen. Het geld van Thalia helpt natuurlijk
om hun snel aan de slag te krijgen. Aan het einde van de week hopen we een
goede website te hebben, waar mensen kunnen stemmen op welke regels de
politie moet handhaven. We denken dan ook een landelijke campagne te hebben
die de politie er op wijst dat wij, de burgers van Nederland, uiteindelijk hun
salaris betalen en dus ook mede het beleid mogen bepalen. Ik bevoel de schelp
om mijn nek en vraag me af of deze ludieke vredige wijze van actie voeren niet
veel beter is. Ik kijk naar Thalia, naar de schelp om haar nek en zie vlak
daaronder haar borsten uitdagend uit haar shirtje puilen. Ik ben meteen afgeleid.
Hoe kan een man nu zo nadenken. Mmm, het geheime wapen van de vrouw.

Die zondag bekijken we de indrukwekkende waterwerken langs de Zeeuwse


kust. Ons land is er als geen ander in geslaagd om de gevaren van snel stijgend
water in te dammen. Met enorme investeringen worden honderden kilometers
land beschermd tegen zee, rivier en wind, zonder dat dit nadelige invloed heeft

73
Oliedom Erik van de Poel

gehad op de bijbehorende ecosystemen. Een prestatie van voormaat. Maar het


zal ons niet behoeden tegen een inslaande meteoriet of een enorme
aardverschuiving. Sommige krachten gaan ons simpelweg te boven. Maar toch
de kans op een overstroming is door deze gigantische betonnen structuren
teruggebracht tot minder dan één op tienduizend. We hebben de natuur toch een
beetje beteugeld en ook weer niet. Zo is het ook met onze medemens. Via
morele en sociale afspraken kunnen we een heleboel zaken in de hand houden,
maar de uiteindelijke acties van een individu kunnen we niet bepalen.

De mens heeft millennia lang met een veranderende natuur om zich heen
overleeft door daar flexibel op in te spelen. Die flexibiliteit moeten we
behouden, dan zullen we de ergste natuurlijke en menselijke aanslagen
overleven Uit recent onderzoek blijkt dat de wetenschappers denken dat de
wereld net zo goed naar een nieuwe ijstijd kan toe bewegen als naar globale
opwarming. Welke kant het ook opgaat, het zal altijd het nauwe evenwicht wat
mens en natuur hier in Zeeland bereikt hebben verstoren. Afijn, waterwerken
bouwen is leuk werk. Als kind al vond ik het geweldig om dammetjes in
snelstromende rivieren te bouwen. En hier is hetzelfde gedaan alleen dan met
het volle menselijke vernuft en moderne technologische mogelijkheden.
Urenlang zit Thalia in mijn armen terwijl we kijken naar de boksende niet
aflatende golven, die het afleggen tegen de stugge dam. Een paar meeuwen zijn
hoog in de lucht druk bezig met hun paringsdans en verorberen de ene vis na de
andere. Op dit soort momenten komt mijn altijd bezige geest tot rust en denk ik
nergens meer aan. Ik geniet en krijg weer zin in de laatste tocht met de Für Elise.
Als de woorden “houden van” wat betekenen, dan is het wel op dat moment als
Thalia me zachtjes over mijn been wrijft alsof ze mijn gedachten begrepen heeft.

74
Oliedom Erik van de Poel

De laatste dagen voor mijn vertrek vliegen om. Ik maak een contract met het
Fantasy-bedrijfje over de bijzondere foto’s die ik gemaakt heb in de haven en
besteed veel aandacht aan de campagne “help de politie helpen”. Met slogans als
“geen bekeur, geen gezeur”, en “de politiepet is van en voor iedereen” hebben
we al snel een campagne die veel aandacht trekt. Hoofddoelstelling is om de
politie een set nieuwe regels te geven, maar op de achtergrond speelt natuurlijk
het vertrouwen van de maatschappij in haar wetgevende en uitvoerende macht
een grote rol. Veiligheid bereik je niet door repressie en harde maatregelen. Juist
door samenwerking en wederzijds begrip ontstaat een klimaat waar mens en
samenleving in kunnen gedijen. De eerste dag vullen al ruim twintigduizend
Nederlanders de vragenlijst op de website in. Binnen een week wordt de grens
van honderdduizend gepasseerd en lijkt er een aardig handvat voor de politie te
ontstaan. Die avond verschijnt onze marketing op televisie en legt de gedachte
uit. Verbaasd over ons eigen succes, wacht ik met ongeduld op een reactie
vanuit de overheid. Het antwoord laat echter op zich wachten en mijn geduld
wordt weer eens op de proef gesteld.

Op de vooravond van ons vertrek heb ik een verrassing voor Thalia. Ik heb een
vliegtocht georganiseerd en we gaan een nachtelijke parachutesprong maken.
Het is voor begin juni geweldig weer en het wordt dus een heerlijk romantisch
nachtje. Ook nu weer geeft de stap uit het vliegtuig me een enorme adrenaline
shot. Ik voel de wind en zie het vliegtuig weg vliegen. Dan is het stil. Samen
zweven we vanuit de hoge hemelen terug in de stilte van de nacht naar de
donkere aarde. Om het af te maken landen we naast een fruitboomgaard, zodat
we stiekem kunnen snoepen van de rijpe vruchten. Ik vraag me af of ik Thalia
ten huwelijk moet vragen, maar zie er toch vanaf gegeven de korte toekomst die
voor ons ligt. Thalia verblijdt me met de woorden: “voor een chagrijn en een
piekeraar, ben je een geweldige vent. Ik vind je echt superleuk.” De volgende

75
Oliedom Erik van de Poel

ochtend zet ik het beste ontbijt dat ik ooit gemaakt heb voor haar klaar, druk
mijn lippen op haar slapende lippen en verdwijn dan stilletjes naar de Für Elise.
Ik ben tot over mijn oren verliefd. Het valt allemaal niet mee.

76
Oliedom Erik van de Poel

2.5 De tanker vaart.

Eenmaal weer aan boord van de enorme olietanker heb ik weinig tijd om te
treuren. Rob zet ons onmiddellijk aan het werk en we worden overladen met
taken. Pieter is blij me weer te zien en fluistert samenzweerderig: “Rob is in een
enorme slechte bui, zal er iets mis zijn met onze plannen?” Ik vermoed dat het
eerder te maken heeft met een zwaar afscheid dan met onze plannen. Het zal niet
gemakkelijk geweest zijn voor Rob, die zo aan zijn familie gehecht is, om weg
te gaan zonder hun te vertellen wat zijn plannen zijn. Even voel ik medelijden
met Rob. Dan besef ik dat ik vooral medelijden moet hebben met Sacha, Robs
vrouw, want die is zeker een onwetend slachtoffer van onze plannen. Vol trots
laat Pieter de schelp zien die om zijn nek hangt, “van Rob gekregen”. Ik laat
hem de mijne zien en krijg kriebels in mijn buik. De aanslag komt nu toch wel
akelig dichtbij. Afvaren kost weinig tijd en even later duwen de duwboten de
Für Elise van de kade, de rivier en de zee op. Melodramatisch bekijk ik de vele
schepen in de Rotterdamse haven. Eigenlijk denk ik meer aan Thalia hoe zij
vandaag haar tweede uitje heeft naar de Efteling, waar ik helaas niet bij kan zijn.
Mij rest slechts het fruit dat ze me meegegeven heeft en eventjes kan ik wel
janken omdat ik Thalia zo mis. Ik stap een uurtje op de hometrainer die Sylvio,
de kapitein, aan boord heeft laten plaatsen om zo mijn frustratie van me af te
fietsen. De keiharde muziek die door de koptelefoon dendert die aan de
hometrainer vastzit overstemt zelfs het gebonk van de zware motor van de Für
Elise.

Tijdens de reis merk ik dat Pieter Rob een paar keer probeert op te zoeken. Ik
zie de ergernis op Robs gezicht als Pieter hem weer aanspreekt. Ik besluit Pieter
wat meer aandacht te geven. Het is een eenvoudige oplossing, te makkelijk,

77
Oliedom Erik van de Poel

zoals ook vaak ouders voor een makkelijke oplossing kiezen. In Lissabon koop
ik een laptop en een nieuw Fantasy spel voor Pieter, zodat hij zijn vrije tijd met
zijn lievelingsbezigheid kan vullen. Pieter, de Groot Mongool. In Lissabon heb
ik een drukke tijd. De twee nieuwe ultramoderne reddingsboten worden aan
boord gehesen. De rederij kon de aanbieding, waar Rob hun fijntjes op gewezen
heeft, niet voorbij laten gaan. Voordat de reddingsboten aan boord komen, vraag
ik, zoals afgesproken, om een proefvaart. Rob staat dat natuurlijk toe. Als ik de
motor start van de kleine reddingsboot, dan voel ik direct dat ik iets in handen
heb, wat een power. Absurd voor een reddingsboot, maar ideaal voor ons doel
tijdens de aanslag. De boot is gemaakt van composiet. Ik herinner me uit mijn
Greenpeace tijd dat composiet, licht van gewicht is en bestand tegen extreem
weer en harde wind. Juist daarom is het uitermate geschikt voor allerlei
toepassingen op zee. Dat de fabricage van composiet nogal wat milieuschade
veroorzaakt, wordt maar al te makkelijk vergeten. Afijn, composiet maakt wel
de uitstekende stroomlijning van deze reddingsboten mogelijk. De
sandwichromp, de verstevigde kielbalk en twee langsverstijvers waaraan beide
opgevoerde motoren zijn bevestigd maken deze boot ijzersterk. Ik voel me dan
ook machtig als ik door het water sjees met deze geweldige, krachtige en
wendbare boot. Hiermee kan ik de klus wel klaren. Aan boord vind ik een kleine
doos met een heerlijke salamiworst erin. Mijn lievelingssnack. Ik begrijp dat dit
van Thalia moet komen als tegengebaar voor mijn speciale afscheidsontbijt. Uit
de instructies die er bij zitten begrijp ik dat de andere reddingsboot minder
krachtig is. De andere reddingsboot is onderdeks volgeladen met bijzonder
explosief dynamiet. Mmm, voorzichtig starten dus, denk ik bij mezelf. Of liever
helemaal niet. Het kost me moeite om niet uren met de reddingsboot over de
Taag te blijven racen. Met mijn kop in de wind is het een aanlokkelijk idee om
de Toren van Belem en andere bezienswaardigheden te gaan bekijken. Maar ik

78
Oliedom Erik van de Poel

moet nu geen onnodige aandacht trekken en keer dus braaf terug naar de Für
Elise, waar ik mijn dagelijkse taken hervat.

Ook Sylvio de Castella wil weten hoe de nieuwe reddingsboot vaart. Ik leg hem
uit dat hij een uitstekende aankoop heeft gedaan. Sylvio glimlacht en zegt: “Ik
heb van Rob begrepen dat we in jou een goede scheepsmaat geronseld hebben.”
Ik ben blij met het compliment en vraag me af of Sylvio ook in het complot zit.
Het zou zo maar kunnen. Ik babbel nog wat met Sylvio door, terwijl de laatste
inspecties van ons schip plaatsvinden en de reddingsboten aan boord worden
getakeld. Sylvio moet lachen als ik hem vertel over mijn koolzaadonderzoek in
mijn Greenpeacetijd, maar vraagt toch om de resultaten van het onderzoek voor
een spreekbeurt van zijn dochter. Even later stuurt Rob me op pad om Pieter te
zoeken. Net als ik is hij bang dat Pieter in zijn dronkemanspraat iets over onze
missie verklapt. Ik vind Pieter echter verdiept in zijn laptop, waar hij zich inleeft
in de vele opdrachten van zijn nieuwe fantasy-wereld. Pieter probeert me over te
halen om mee te doen en dus laat hij me alle in ins-en-outs van het spel zien en
legt me uit dat je het eventueel ook online kan spelen met duizenden andere
fantasy-liefhebbers. Met een smoesje maak ik me ervan af. Voor een laatste
inspectie van de reddingsboten ga ik naar buiten. Marianne heeft weer
uitstekend werk gedaan, want er is niks aan de boten te zien. Als ik aan boord
klim van de tweede reddingsboot vind ik direct het smalle teken, dat het luik
aangeeft waarachter de dynamiet verborgen ligt. Verder durf ik op dit moment
niet te gaan. Pieter zal ik wel inlichten als we er bijna zijn. Vandaag, 20 juni,
precies nog zestig dagen tot aan de aanslag. Ik vraag me af hoe Rob het voor
elkaar heeft gekregen dat we precies om 19 augustus om 4.00 uur in de
Rotterdamse haven aankomen. De man heeft toch nog geheimen voor mij. Ik zit
nog wat over de dagen die komen na te denken als het al donker begint te
worden. Op het noordelijk halfond is het vandaag de langste dag, maar dichter

79
Oliedom Erik van de Poel

bij de evenaar merk je daar natuurlijk minder van, zodat voor mijn gevoel de
zon redelijk vroeg onder gaat.

Ik stuur een smsje naar Thalia om haar te bedanken voor de salamiworst. We


hebben afgesproken om niet meer te bellen, omdat woorden soms te kort
schieten. Ik krijg een smsje terug met “Graag gedaan, lieve matroos. Je site is
door meer dan half miljoen mensen ingevuld, maar de politietop wil er nog
steeds niks mee doen. PS. Ik vind je leuk. Erg leuk. Fijne vaart”. Ik moet me
inhouden om niet direct weer terug te sms-en. De rest van de tocht naar
Venezuela verloopt rustig. Ik doe mijn taken, doe mijn laatste voorbereidende
acties voor de aanslag en maak lol met de andere opvarenden. Veel plezier
beleef ik erin om samen met mijn grote vriend de scheepskok elke dag weer een
aantrekkelijke maaltijd samen te stellen uit de beperkte middelen die we hebben.
Toine verzekert me, dat dit werk leuker is dan het werken in een groot
gerenommeerd restaurant: “Mijn klanten hier zijn dankbaarder, ik heb de
volledige vrijheid en ik zie het echt als kunst om iedere dag weer een andere
maaltijd te serveren.” Ik deel zijn mening en geniet van zijn heerlijke
eenvoudige creaties. Die dag eten we Grieks, souvlaki, met orizo en salata. Met
wat extra fruit voor mij, want Toine heeft allang door dat dat mij aan Thalia doet
denken. Iedere dag improviseren we er lustig op los en ik kneed wat broodjes in
de vorm van zeevaartuigen. Beetje flauw. Toch besluit ik aan de gril toe te
geven en kneed voor elk bemanningslid een zeemeermin. De mannen kunnen
het waarderen en ik natuurlijk krijg is als beloning allerlei schunnige
kneedverzoeken.

Een welkome afwisseling zijn ook de schaakpartijtjes met kapitein Sylvio, waar
hij me regelmatig voor uitnodigt sinds ons praatje in Lissabon. Ook schaken is
creativiteit met beperkte middelen, een gegeven waarin ik sinds ik met Pieter de

80
Oliedom Erik van de Poel

Fantasy-spelletjes speel, me erg voor interesseer. Sylvio is de betere schaker,


maar ik merk dat ik hem kan verrassen door af te wijken van de bestaande
patronen. In de drie weken die volgen weet ik precies één keer van Sylvio te
winnen. Hij is een goed verliezer en trakteert me op een luchtig verhaal uit zijn
verleden als tankerkapitein. Ik besef me dat we boffen op de Für Elise met een
kapitein als Sylvio, die zijn zaakjes goed voor elkaar heeft en relaxt omgaat met
de dagelijkse gang van zaken. Op mijn vraag of hij zijn thuisfront niet mist,
antwoordt hij verdrietig dat het niet zo goed gaat tussen hem en zijn vrouw. Hij
vertelt me open en eerlijk dat hij gek is op zijn varend leventje, maar dat zijn
vrouw hem liever in een kantoorbaan ziet. “Eigenlijk weet ik niet waarom we bij
elkaar blijven. Onze dochter, Jolanda, is eigenlijk het enige wat ons bindt. Maar
mijn vrouw heeft eigenlijk te vaak ruzie met Jolanda. Als ik meer tijd met
Jolanda zou willen doorbrengen, dan moet ik ook dit leven opgeven. Een lastig
dilemma. Als puntje bij paaltje komt, zal ik voor mijn gezin, nee, voor mijn
dochter kiezen”. Ik ben er stil van. Weet Sylvio wat we van plan zijn? Zal hij
überhaupt de aanslag overleven? De man houdt van de zee, zijn werk, zijn
bemanning en zijn tanker. Dit is zijn leven. Dit is Sylvio. Standvastig,
betrouwbaar en recht door zee. Ik kan me hem gewoon niet voorstellen in een
kantoorbaan.

Als we bij Venezuela aankomen neemt Rob het zekere voor het onzekere en
verbiedt Pieter voor een onbeduidende reden om van boord te gaan. Geen straf
voor Pieter, want de grote wallen onder zijn ingevallen ogen duiden erop dat hij
nog steeds dag en nacht met zijn laptop in de weer is. Pieter toch al mager van
postuur, ziet er verwaarloosd uit. Ik vraag me af wat ik de man aan doe. Rob
neemt mij mee voor een opdracht in de stad. Deze keer geen lucratief reisje door
de prachtige achterlanden, maar handelsbesprekingen in de grauwe havenstad
Maracaibo. Het enige prettige aan de besprekingen is de verse Venezuelaanse

81
Oliedom Erik van de Poel

koffie. Aan boord ben ik gewend geraakt om dagelijks een bakje drab te
drinken. Ook al doet Toine nog zo zijn best, het haalt het niet bij de aandacht die
ze hier aan de koffie besteden. Na afloop van de besprekingen ga ik samen met
Rob lunchen en bezoeken we de lokale markt. Rob overhandigt mij het
slaapmiddel wat ik door het eten van de bemanning moet mengen op de dag van
de aanslag. “Het gaat slecht met mij, Koen”, bekent Rob. “Ik zit in enorme
gewetensnood over wat ik de wereld en mijn gezin aan ga doen. Ik ben er zelfs
ernstig van aan de drank geraakt. Ik heb mezelf niet meer in de hand.” De
alcohollucht rond Rob was me al eens opgevallen, maar ik had er geen aandacht
aan besteed. Nu besef ik opeens hoe zwaar hij het heeft. Ik weet niet wat ik moet
zeggen. “Normale mensen doen dit niet, Koen. Die plegen geen aanslagen. Die
laten hun vrouw en kinderen niet in de steek. Waarom zijn wij, waarom ben ik
niet normaal?”. Ik kijk naar Rob en zie in hem de tweestrijd die ons mensen zo
eigen is. Ook ik heb mijn twijfels, moeten we dan toch de hele aanslag afblazen.
“Rob, ik weet het ook niet zeker, maar ik denk dat we in iets geloven. Wij
geloven erin dat deze aanslag op de lange termijn goed is voor de
wereldmaatschappij. Zoals anderen geloven in een God of bijvoorbeeld de
werking van de economie. Tel daarbij op dat we in de gelegenheid worden
gesteld door een aantal toevallige omstandigheden. Jullie plannen, de spullen
van Marianne, onze banen. Wij zijn normale mensen, Rob, met een geloof en
een gelegenheid om dit geloof verder vorm te geven. Ik weet niet of anderen
misschien in mijn omstandigheden de aanslag niet zouden doen of zelfs zouden
verijdelen. Maar zij zijn zij, en ik ben ik. Ieder met zijn eigen verleden, heden en
toekomst. Ieder met zijn eigen visie op het leven en zijn eigen daadkracht en
energie.” Ik kijk naar Rob. Ik weet niet of mijn woorden indruk hebben
gemaakt. Hij ziet er ongelukkig uit. Toch glinstert er in zijn ogen de overtuiging,
de doorzettingsvermogen, het leiderschap wat ik zo goed van hem ken. Rob is
ook gewoon een mens, met gevoelens , twijfels en een overtuiging.

82
Oliedom Erik van de Poel

“Kom, ik zal je wat laten zien”. Rob neemt me mee op een tocht door de
sloppenwijken van Maracaibo. We houden alle deuren van de gehuurde auto uit
voorzorg op slot. Ongelofelijk wat een troep en een armoede. Toch zijn er
lichtpuntjes in de vorm van posten van het rode kruis en beginnende scholen.
“De mensen komen hier naar toe om te werken in de haven, wellicht verdienen
ze hier meer dan waar ze vandaan komen op het platteland. Maar alles is hier
duur en van slechte kwaliteit.” Vervolgens rijdt Rob naar de kuststreek vlak
naast de havenplaats. Het is een grote afvalberg, alle afvalproducten van de
olieraffinaderijen en andere handel worden hier gedumpt. Het gebied is
helemaal levenloos geworden. “Ook de kust hiervoor bestond vroeger uit
koralen die door de eeuwen heen gegroeid zijn, ik heb er veel gedoken. Het is
allemaal in een paar jaar tijd totaal verwoest. Olieresten zijn in de kieuwen van
de vissen gekomen. De kieuwen slippen zo langzaam dicht en al die vissen
hebben een pijnlijke, langzame dood gestorven. En met hun het leven in dit stuk
zee. De mensen hier kun je het niet kwalijk nemen, ze proberen te overleven en
het economisch beter te krijgen. Wij, de rijken, helpen ze echter niet op de
goede manier, Koen. Dat is waarom we de aanslag gaan plegen. Het systeem is
rot. Je kunt het op tien verschillende manieren tegen de regering en economisch
leiders zeggen dat het niet goed gaat. Maar ze luisteren niet. Of ze luisteren wel
en doen er vervolgens te weinig mee. Ik hoop echt dat onze aanslag wel iets te
weeg brengt. Ik doe dit voor ons nageslacht, Koen”. Ik kan niet anders dan trots
zijn op deze Don Quichotte van de moderne tijd. En dat vertel ik Rob ook. En
tot mijn verbazing voel ik het ook echt zo. Ik ben trots op Zextet. Ik sta achter de
doelstellingen en ik blij dat ik deze mensen ontmoet heb, die het
onwaarschijnlijke waar gaan maken. Niet ter eigen eer en glorie, maar omdat we
oprecht geloven dat dit de enige weg is. “Ik weet het niet Koen, ik weet het
oprecht niet. Beseffen we wel wat we de wereld aan doen? Besef ik wel, wat ik

83
Oliedom Erik van de Poel

mijn familie aan doe?” “We gaan door Rob, nog dertig dagen. Ook bij eerdere
revoluties kwam de werkelijke waarde pas veel later naar boven. En als het niet
uitpakt zoals we hopen dan kunnen we ons zelf niets verwijten. Ik wil mezelf in
de spiegel kunnen aankijken. Jij ook. Wij moeten door. Nog dertig dagen. Een
eenmaal varende olietanker is niet meer te stoppen.”. Met een dubbel gevoel van
leegte, trots en twijfel sluiten Rob en ik elkaar in de armen. Het zij zo.

84
Oliedom Erik van de Poel

Deel 3: De verloren kunst van het verliezen

maandag 4 mei 2009 tot woensdag 6 mei 2009

85
Oliedom Erik van de Poel

3.1 De wedstrijd.

Voor het eerst sinds jaren voelt Sacha een lachbui in zich opkomen. Och, ze
heeft de afgelopen tijd af en toe gelachen, maar sinds Robs dood eigenlijk nooit
meer als vroeger. Gewoon vrijuit plezier hebben, de lach je hele lichaam laten
doorstromen. Sylvio staat naast haar naar het voetbal te kijken. Het is een
prachtige zondag en ook hij moet lachen als Esther met een fraaie tackle de spits
van de jongensploeg te snel af is. De triomf op Esthers gezicht is voelbaar. Hun
meisjesteam is dit jaar kampioen geworden, met name dankzij de geweldige
inzet van Marijke, Esther en Jolanda. Hun dochters zijn enorm naar elkaar
toegegroeid, zoals je dat wel vaker ziet bij meiden in de pubertijd. Twee
maanden na de aanslag zijn ze, min of meer noodgedwongen, verhuisd naar het
oosten van Nederland. Het is nu tijd om hun normale leven weer op te pakken.
Sylvio is ook verhuisd en woont nu slechts enkele straten verder. Als iemand
een zware tijd heeft gehad, dan is het wel Sylvio. Niemand, noch de pers, noch
de veiligheidsdienst, heeft willen geloven dat hij niks met de aanslag van doen
heeft. Een jaar lang heeft Sylvio vastgezeten, in die tijd heeft hij alles verloren,
zijn huis, zijn vrouw, zijn baan en zijn vrienden. Een hoge prijs voor zijn
vertrouwen in Rob.

Zoals zo vaak schuiven de beelden van de beruchte dinsdag de 19e augustus


weer voor haar geest. De onrustige nacht, die ze altijd had als Rob weer
thuiskwam. ’s Morgens een huilende Marijke omdat ze ongesteld geworden was
en toen die vreselijke berichten eerst op de radio en later op de televisie. Ze kon
zich de eerste berichtgeving nog goed herinneren: “Vanmorgen om vier uur is
een brandende olietanker ingevaren op het Rotterdamse havengebied op de
Maasvlakte. Een olieraffinaderij en diverse oliereservetanks zijn in brand

86
Oliedom Erik van de Poel

gevlogen. Bij de brand in een chemisch concern zijn mogelijk gevaarlijke stoffen
ontsnapt. Op diverse plaatsen zijn dijken doorgebroken en staan delen van de
haven onder water. In het hele Rotterdamse havengebied is de noodtoestand
afgekondigd, het leger en de binnenlandse veiligheidsdienst zijn ter plekke. Er
zijn diverse vuurhaarden en de brand lijkt zich verder uit te breiden. Door snel
ingrijpen van de verantwoordelijken binnen het havenbedrijf is een verdere
escalatie van de oliebrand door de pijplijnen naar het Roergebied en de
Antwerpse haven uitgebleven. De politie onderzoekt momenteel waarom het
automatische brandbeveiligingsmechanisme niet in werking is getreden. Op dit
moment is sprake van tientallen gewonden. Deze worden behandeld in het
rampenopvangcentrum in het Academisch Ziekenhuis Rotterdam en het
brandwondencentrum in Beverwijk. Vanuit het crisis team in Den Haag worden
alle activiteiten gecoördineerd door de minister van Binnenlandse Zaken. De
minister roept iedereen dringend op kalm te blijven en niet naar het rampgebied
te komen.” Sacha was in een reflex alle ramen gaan sluiten, buiten zag ze
inderdaad een dikke zwarte olierook hangen. In paniek probeerde ze Rob te
bellen, maar ze kreeg hem niet te pakken. Samen met haar dochters volgde ze
het nieuws, terwijl ze ondertussen een tekening aan het maken waren. De kalmte
in huis stond in schril contrast met de verre geluiden van enorme explosies
buiten. Pushkin stond wild te blaffen als de vloer onder hun voeten schokte door
de heftigheid van de explosies. Pas toen Ariadne, Sylvio’s vrouw belde dat ook
Sylvio geen gehoor gaf, besloot ze het crisisnummer te bellen, maar er was geen
informatie over Rob ten Brakel.

Haar leven veranderde in een hel toen twee uur later de politie aan de deur
stond. Ze moesten onmiddellijk meekomen. Pushkin bleef jankend alleen achter
in het huis. Ze werden afgevoerd naar een zwaar bewaakte bunker aan de oever
van de maas. Ze had zich altijd al afgevraagd waar die afslag op de snelweg

87
Oliedom Erik van de Poel

voor was, maar nu wist ze het. Pas in de bunker kon ze haar ouders bellen en
vragen of ze de kinderen konden komen ophalen. Het was haar toen wel
duidelijk dat de veiligheidsdienst haar voorlopig niet zou laten gaan. Rob werd
beschuldigd medeplichtig te zijn aan de aanslag! Het leven werd een roes voor
haar. Eindeloze verhoren, weinig slaap en weinig eten. Ze was in een paar uur
tijd veranderd van een goed staatburger in een vijand van de staat. En dat liet de
staat weten, geen greintje medelijden was er voor haar. Terwijl ze in het totale
ongewisse was over het wel en wee van Rob en haar kinderen, werd haar
gevraagd zich elk detail van haar leven te herinneren. En dat terwijl de politie
over alle informatie scheen te beschikken. Ze werd uitgescholden voor
leugenares omdat ze een datum verkeerd had doorgegeven en een telefoontje
was vergeten. Sacha voelde zich moe, eindeloos moe. Na vier dagen kreeg ze
plots de mededeling “uw man is dood”. Ze las het briefje uit de Aquavitfles met
Robs laatste woorden en toen brak ze.

Ze barstte in snikken uit. De tranen bleven vloeien. Ze huilde om de pijn die ze


voelde, ze huilde om haar kinderen die ze mistte, ze huilde om Rob die voor
haar altijd goed was geweest, ze huilde omdat Rob dit alles voor haar verborgen
had gehouden, ze huilde om Rob zijn laatste woorden, maar ze huilde vooral
omdat ze weg wilde uit deze vervloekte bunker. Opeens was de
veiligheidsdienst een en al goodwill: “Als u nu met ons meewerkt, dan zullen
wij u helpen u leven verder vorm te geven.” Ze mocht haar kinderen bellen met
wie het gelukkig goed ging. Haar ouders vroegen niks, maar zeiden wel dat ze
voor hen altijd hun lieve dochter zal blijven. Eens te meer begreep ze dat de
wereld om haar heen voorgoed veranderd was. De nachtmerrie zou doorgaan.
Dagenlang werd ze verhoord, langzaam werd haar duidelijk wat Rob zijn rol in
het geheel was geweest. Veel vragen gingen over Sylvio, pas veel later begreep
ze waarom. In de lange, eenzame nachten ontstonden haar twijfels over alles,

88
Oliedom Erik van de Poel

over Rob, de politie, over het leven. Teveel vragen, teveel woorden, teveel
donkerte om haar heen. Op het laatst wilde ze alleen nog maar weg. Weg
voordat ze gek werd.

Uit het nieuws wat binnen druppelde in haar donkere cel leidde ze af dat de
opzet van de aanslag van Zextet grotendeels was gelukt. De olieprijs was die dag
nog verdubbeld en de hele wereld leek op een crisis af te stevenen. Er waren
gelukkig geen menselijke slachtoffers gevallen, maar veel zwaargewonden
bevonden zich nog in het ziekenhuis. De schade aan het milieu en de economie
waren groot en onherstelbaar. Toch draait ook met een veel duurdere olieprijs de
wereld uiteindelijk gewoon door. Hoe verder weg van Nederland hoe geringer
de impact. Met name de Chinese, Indiase en Zuid-Amerikaanse economieën
bleken veel minder afhankelijk van de toevoer van olie dan gedacht. Alleen
West-europa kwam in een crisis terecht. Een crisis die, volgens de analisten,
toch wel ontstaan zou zijn door de politieke machtstrijd en besluiteloosheid. De
wereld vloeide al snel naar een nieuw en waarschijnlijk duurzamer evenwicht.
Een nieuwe, internationale organisatie voor investeringen in duurzame energie
werd opgezet. Bijna alle landen conformeerden zich aan de nieuwe standaard.
De gevolgen van de aanslag hadden eens te meer duidelijk gemaakt hoe
afhankelijk de wereld is van haar grondstoffen. En afhankelijkheid kan alleen
opgelost worden door samenwerking.

De enige troost in die tijd vond Sacha in een brief van Toine, de scheepskok.
Toine, beschreef haar de laatste dagen aan boord en gaf aan dat Rob altijd zo vol
liefde over haar en haar kinderen had gesproken. Toine toonde ook respect voor
hoe Rob was geweest als eerste stuurman, alhoewel hij de aanslag veroordeelde.
Deze brief deed Sacha goed, de enige blijk van medeleven die ze kreeg in de
lange periode van eenzame opsluiting. Later wisselde ze nog wel eens brief uit

89
Oliedom Erik van de Poel

met Toine, die een bakkerij geopend had. Het leven op het vaste land scheen
hem wel te bevallen en in één van zijn brieven had hij geschreven niet meer aan
boord van een schip te willen werken. Sacha had zich voorgenomen een keer bij
Toine langs te gaan, maar het was er nog niet van gekomen. Toine, de
vriendelijke Brabander, waren er maar meer vriendelijke, optimistische mensen
zoals hij.

Van haar ouders hoorde ze dat Pushkin gestorven was, eenzaam in haar
leegstaande huis. De ware toedracht van zijn dood zou ze nooit weten, maar de
officiële lezing was dat de zwarte rook op zijn longen geslagen was. Wat best
waar zou kunnen zijn, want veel dieren bleken niet bestand tegen de oliedeeltjes
die mee druppelden met de dagenlange zwarte regen die volgde op de aanslag.
Het sterven van Pushkin was de tweede klap die haar dochters in korte tijd te
verwerken kregen. Marijke en Esther waren ontroostbaar geweest over de
telefoon. Sacha kon het zich zo goed voorstellen en jankte uren van machteloze
ergernis, omdat ze niet even, heel eventjes maar haar armen om Esther of
Marijke heen kon slaan.

Sacha schrikt op uit haar gepeins, door een enorm gejuich. Het jongensteam
heeft 3-1 gescoord, nog wel uit een penalty. Ze stond echt te suffen. Nog tien
minuten en dan is de wedstrijd tussen de plaatselijke jongens- en de meisjes-
kampioensteams voorbij. Ondanks dat de meiden met dertien spelen, zijn de
jongens toch duidelijk beter. Toch typisch. Het zal de sfeer thuis wel ten goede
komen als Marijke of Esther nog even scoort, denkt Sacha. Ze mist Rob. Rob
had hun dochters aan het voetballen gekregen en had dit ongetwijfeld prachtig
gevonden. Eikel, ze kan nog steeds kwaad worden op wat Rob haar heeft
aangedaan. Maar over de politie moet ze hem gelijk geven, een bureaucratische
zooi die er niet voor de mensen is. Zo heeft zij het tenminste ervaren, de

90
Oliedom Erik van de Poel

regelmatige beloofde hulp is uitgebleven. ”Hoe meer politiemensen, hoe meer ze


op de details zullen letten en hoe minder op de hoofdlijnen” een favoriete
uitspraak van Rob en maar al te waar. Ze glimlacht naar Sylvio die een arm om
haar heen slaat. “Niet piekeren meid, probeer te genieten.” Ze kijkt om zich
heen, naar het voetbalveld. Ze ziet de meiden rennen, de jongens zijn nu relaxter
en maken grappen. Het is duidelijk wie er gaan winnen. Nu ze de tijd neemt om
om zich heen te kijken, ziet ze ook de reiger verderop bij de sloot. Hij staat
doodstil, klaar om toe te happen. De kikker in het water zal niet weten wat hem
overkomt. Een snelle dood voor het beestje.

De wedstrijd eindigt in 3-1. De meiden verdwijnen met bedrukte gezichten in de


kleedkamer. De jongens zijn opgetogen. Uiteindelijk hadden zij meer te
verliezen als het meisjesteam. Één van de meiden komt huilend de kleedkamer
uit. Ze is haar merktrui kwijt. Haar moeder maakt meteen een enorme scène, ze
roept luid dat kinderen van veertien niet meer te vertrouwen zijn. De coach moet
met haar de kleedkamer in, totdat de dief gevonden is. De dochter staat er
verloren bij. Na een paar minuten komen ze weer uit de kleedkamer, de trui
bleek gewoon in de tas van het meisje te zitten. “De dievegge is ons te slim
afgeweest” kreunt de moeder, “maar het belangrijkste is dat ik deze dure trui
terug heb.”

De meiden zijn teleurgesteld in hun verlies, maar ze pakken het wel als een team
op. De enige die de schuld krijgt is de scheidsrechter, maar Marijke, die al een
echte leider begint te worden, zegt simpel: “Zij waren beter, wij hebben goed
gevoetbald en mogen trots op onszelf zijn”. Net Rob, denkt Sacha. Sylvio
mompelt iets van: “Als onze regering dat nu ook eens zei over de economie, dan
hoeven we voorlopig niet te bezuinigen”. Vanaf dat moment is het een gezellige
middag. Er is een soort disco voor de jongens en de meisjes en het doet Sylvio

91
Oliedom Erik van de Poel

en Sacha goed om hun dochters zo uitgelaten te zien. De jongens zijn


schuchterder, maar naarmate de middag vordert komen die ook goed los. Sylvio
en Sacha gaan wat drinken in de bar. “Zie je op tegen de uitspraak van
morgen?”, vraagt Sylvio opeens. Morgen, dinsdag zal Thalia veroordeeld
worden. Zij en Marianne hebben de aanslag overleeft. “Vrouwen overleven,
mannen niet” had Sacha gedacht toen ze begreep dat alle mannelijke leden van
Zextet de aanslag niet overleefd hadden. Leve het zwakke geslacht. Kletspraat.
Marianne is nog steeds voortvluchtig. Daarnaast zullen Rob, Pieter, Joop en
Koen hun postume veroordeling krijgen morgen op de rechtszitting. Puur pro
forma, want het heeft weinig zin om de doden achter de tralies te zetten. Maar
de regering wil een duidelijke daad stellen, de samenleving laten zien dat
niemand aan zijn straf ontsnapt en dus is maandenlang schijnproces gehouden,
compleet met aanklagers en verdediging. Het kan Sacha niets meer schelen: “De
doden zullen tot levenslang veroordeeld worden en de levenden ter dood.”

Als Sacha haar bestelling doorgeeft, ziet ze in de verte een vrouw die haar
wenkt. Op impuls besluit ze naar haar toe te lopen. “Ik ga even naar het toilet”,
roept ze tegen Sylvio, maar eigenlijk meer tegen haar twee vaste bewakers, die
haar en Sylvio nog steeds schaduwen. Ze is al zo gewend aan de twee incognito
mannen van de veiligheidsdienst, dat ze bij alles wat ze doet een ieder het leven
zo makkelijk mogelijk maakt door precies te zeggen wat ze gaat doen. Toen een
vriendin haar vroeg of ze last had van de twee agenten die haar schaduwden,
realiseerde ze zich dat het alleen maar makkelijk was dat de twee agenten de
pers en anderen weg hielden bij en haar gezin. De twee agenten hielpen haar
vaak even en liepen haar absoluut niet in de weg. Ze vermoedde wel dat al haar
daden gerapporteerd werden. Dus had ze besloten geen aanstoot te veroorzaken
als het niet nodig is. Nee, de twee agenten waren een onderdeel van haar leven
geworden. Voor haar was dat oké, voor de samenleving waarschijnlijk een vrij

92
Oliedom Erik van de Poel

dure aangelegenheid. Geen verrassingen had ze afgesproken met haar dochters,


die mannen doen per slot van rekening ook alleen maar hun werk. “Maar wel
dom en geestdodend werk”, zegt de onbekende vrouw, die haar gedachten
geraden lijkt te hebben. “Ik ben Marianne”, vervolgt de knappe vrouw
ontwapenend. Opeens voelt Sacha de adrenaline door haar lijf pompen. Dus
toch. Marianne toont haar een schelp om haar hals, die lijkt op de schelp die Rob
maandenlang heeft gedragen. Zeer tot vermaak van hun dochters overigens. De
schelp, het teken Zextet, weet Sacha nu. Dit moet Marianne wel zijn. Moet ze nu
niet direct de mannen van de politie waarschuwen? Per slot zijn haar
schaduwagenten vriendelijke mannen en is Marianne de meest gezochte
crimineel van Nederland. Een schietgevaarlijke, gewetenloze terrorist en
pyromaan als ze alle berichtgeving mag geloven. Is dit de vrouw die de
regeringsleiders doet huiveren en die niks dan slechts in gedachten schijnt te
hebben? Nieuwsgierigheid overwint. Marianne vervolgt, met een langzame,
nadrukkelijke stem: “Als je het goed vindt kom ik van de week op
Schiermonnikoog een dagje met je praten, wil je dat? Eilanden spelen een
belangrijke rol in mijn leven”. De vrouw kijkt haar indringend aan. Sacha wil
wel. Maar durft ze? Hoe weet ze dat van Schiermonnikoog? Ze heeft nog zoveel
vragen, waar Marianne wellicht als enige een antwoord op kan geven. “Je lijkt
me een intelligente vrouw, kan ik je vertrouwen?” Weer die intense blik, die
ogen die zachtmoedig in de hare boren. Om één of andere reden vindt Sacha
Marianne aardig. Opeens vol vertrouwen antwoordt ze: “Je kunt me vertrouwen,
Marianne. Ik vind het fijn om een keer met je te praten”. Marianne glimlacht.
“Ik moet nu gaan, je hoeft je bodyguards niet af te schudden, ik ken één van hen.
Ook ík pas een beetje op jou.” Met een zetje duwt ze Sacha richting toiletdeur en
weg is Marianne.

93
Oliedom Erik van de Poel

Sacha’s hoofd tolt als ze even later van het toilet afkomt. Nieuwsgierig kijkt ze
naar de twee mannen van de veiligheidsdienst. Ze voelt zich wat bezwaart
omdat ze hen niet gewaarschuwd heeft. Ééntje werkt dus voor eM. Hoe is het
toch mogelijk dat je iemand dagelijks ziet en zo weinig van hun weet? Nou, zij
weten in ieder geval veel van haar. Maar niet alles, gniffelt ze, terwijl ze aan
Marianne denkt. Haar gedachten schieten naar Rob. En van Rob weer terug naar
Marianne. Ze ziet dat Sylvio aandachtig naar de televisie kijkt. Op de televisie
preekt de ex-minister van justitie. Onmiddellijk schiet Sacha’s gemoed vol van
afkeer. Een laaiend vuur in haar, dat is ontstaan toen de man haar kwam ophalen
uit haar cel op de dag dat ze vrijgelaten zou worden. Op dat moment wou ze
maar één ding: naar haar kinderen. In plaats daarvan kreeg ze een preek van een
uur te horen van de minister. Hoe gelukkig ze wel niet mocht zijn dat ze niet
verder vervolgd ging worden, hoe ze haar kinderen moest opvoeden, wat ze
tegen de pers moest zeggen, waarom de wereld geen moraal meer kent. Sacha
kan het hele riedeltje nog steeds opdreunen omdat de minister, zoals hij zelf zegt
zich persoonlijk ontfermt over haar en haar gezin. Praktisch gezien betekent dat,
dat zij en haar kinderen overal moesten opdraven om als voorbeeld te dienen.
Die zittingen waren het meest knagend van allemaal, omdat ze de pijn op de
gezichten van Marijke en Esther zag als ze iets leuks moesten afzeggen om met
de minister mee te gaan. Sinds de minister is afgetreden is dat in ieder geval
voorbij. Maar de bemoeizucht van de man is gebleven. Regelmatig stuurt hij
emails naar haar dochters om “haar te helpen met de opvoeding”. Esther en
Marijke vinden hem een engerd, maar dat schijnt de minister zich niet te
realiseren. Wel lijkt hij het Sacha persoonlijk kwalijk te nemen dat Rob de
aanslag gepleegd heeft en dat dat uiteindelijk heeft geleid tot zijn aftreden. Ook
nu op televisie pleit hij weer voor zijn stokpaardje: “Je moet niet alleen de
daders straffen, maar ook de zogenaamde nietswetende, nietsvermoedende
personen in hun directe omgeving. Dat is de enige manier om mensen te

94
Oliedom Erik van de Poel

dwingen aangifte te doen van mogelijke terroristische aanslagen. Teveel mensen


denken dat het zo’n vaart niet zal lopen. Laat dat oordeel nu eens aan de experts
over.” Dat de mans nieuwe partij gesteund wordt door ruim dertig procent van
de bevolking, stemt Sacha triest. Heel triest. Het geeft haar een knoop in haar
maag.

Dan is het acht uur. In heel Nederland wordt twee minuten stilte gehouden in
verband met de dodenherdenking. Een traditie die na de tweede wereldoorlog is
ingesteld, even in verval is geweest, maar na de aanslag op de Rotterdamse
haven weer in ere hersteld is. Een goed moment om even stil te staan bij de
verworvenheden van de democratie en terug te denken aan welke offers de
mensen in het verleden hebben gemaakt voor de goede dingen in de
samenleving. Ook de disco wordt onderbroken en iedereen staat even stil bij het
leven. Direct na de twee minuten stilte volgen op televisie de amateuropnamen
van de eerste momenten na de aanslag. De verbijstering, de enorme vuurzee en
de donkere zwarte rook overheersen. Schokkende beelden van wegrennende
mensen en vreselijke brandwonden. Dit nooit meer. Sacha gruwelt ervan. Ze
heeft het vaak genoeg gezien, maar dit had Rob nooit mogen veroorzaken,
hoezeer ze hem ook begrijpt. Het nieuws laat daarna beelden zien van hoe de
maasvlakte er nu bij ligt. Een wirwar van in elkaar gesmolten staal, dat half
onder water ligt in het overstroomde gebied. Ruim honderd vierkante kilometer
ligt er zo bij, het eerste zeeleven lijkt zich weer te gaan ontwikkelen. De
overheid weet niet goed wat ze met dit gebied aan moet. Dus richt men zich in
eerste instantie op verdere uitbouw van de ruim zeventig procent van de
Rotterdamse haven die niet door de aanslag geraakt is. Volgens het nieuws
verloopt de wederopbouw voorspoedig. De ravage was in die eerste dagen zo
erg, dat het ongeveer drie weken geduurd heeft voordat alle vuurhaarden
gedoofd waren. Aardbevingen als gevolg van de aanslag waren te voelen tot in

95
Oliedom Erik van de Poel

Londen, Frankfurt, Hamburg en Parijs, vier steden die in een mooie cirkel om
Rotterdam heen liggen. Ook nu nog worden veel economische en milieu-
effecten aan de gevolgen van de aanslag toegeschreven. De effecten beginnen
wel al af te nemen en na het proces morgen zal het leven waarschijnlijk weer
zijn normale verloop gaan tonen. Voor de meeste mensen dan. Bah, Sacha wil
haar gedachten verzetten.

“Laten we dansen”, zegt ze tegen Sylvio. Sylvio is verbaasd, maar gaat wel mee.
Ze zijn de enige volwassenen die meedeinen op de technohouse. Esther komt
swingend op haar af: “Zo moet het, mam!” Jolanda ontfermt zich over haar
vader. Muziek ontspant. Ze voelt de spanning uit haar hoofd glijden en doet haar
lachende dochter na. Uit een ooghoek ziet ze hoe Marijke dicht tegen een jongen
aan danst. Mmm, moet ze daar wat van zeggen? Ach, de voorjaarsvakantie is
vandaag begonnen en de meiden kunnen ook wel wat plezier gebruiken. Sylvio
blijkt beter in rare gezichten trekken dan in danspassen, maar de jongeren nemen
hem snel op in hun groep. Even later ziet ze dat nu verschillende jongens het
bekkentrekken hebben opgenomen in hun dans. Zo makkelijk gaat dat dus.
Esther danst nu met het ex-vriendje van Marijke, een leuke knaap. Ze vond het
echt jammer toen Marijke het uitmaakte met hem. Het pleit voor hem dat hij het
goed opneemt, hij is een goed verliezer. Sacha zwaait naar hem, hij lacht terug
en steekt zijn vingers op: 3-1!

Na een fijne avond keren ze terug naar huis. Marijke en Esther zijn moe en gaan
op tijd slapen. Nog twee zware dagen. Morgen het proces, woensdagmorgen nog
een aantal geplande persconferenties en dan de geplande week naar
Schiermonnikoog met Sylvio en de meiden. Het wordt weer tijd om aan haar
leven te gaan bouwen. Thuis staan de laatste onuitgepakte dozen nog van de
verhuizing. Sacha heeft nog steeds een deel van de spullen van Rob niet durven,

96
Oliedom Erik van de Poel

of is het willen, weggooien. Tot drie keer heeft ze overwogen om het aquarium
met Robs lievelingsvissen door de WC te spoelen. Een gebaar met een mooie
symboliek. Maar na de dood van Pushkin vindt Esther opeens de vissen
alleraardigst en lijkt het geen enkel probleem meer om ze wekelijks te
verschonen. Nog even laten leven dus, de vissen hebben geluk. Ja, een normaal
leven, daar hunkert Sacha naar. De laatste tijd lijkt er zo weinig nuttigs uit haar
handen te komen. Ze wil een baan gaan zoeken en haar eigen geld weer gaan
verdienen. ’s Avonds wil ze een cursus kunstgeschiedenis gaan doen en
daarnaast tijd, veel tijd, met Marijke en Esther doorbrengen. Hun uitleggen hoe
ze op de pesterijen op school kunnen reageren, hun troost geven als ze de wereld
om hun heen niet meer begrijpen, hun energie geven om van de mooie dingen in
het leven te genieten en hun bovenal laten opgroeien tot eigentijdse,
zelfstandige, leuke, vlotte meiden. Maar eerst moet ze hier doorheen.

Uit gewoonte belt Sacha haar ouders op. Sacha is hun veel dank verschuldigd.
Ze hebben haar dochters erg goed opgevangen in de moeilijke tijden die nu bijna
achter haar liggen. Toen Sacha uit de gevangenis kwam, vond ze het heerlijk om
bij haar ouders een spelletje te doen. Veel gepraat werd er niet. Verwerken doen
ze in stilte bij haar in de familie. De klaverjasavonden waren gezellig en
luchthartig. Nu nog doet ze minimaal twee maal per week een spelletje met haar
dochters. Ze wisselen vaak af met bordspelletjes als Risk en Kolonisten van
Catan, maar klaverjassen is toch wel de topper. Haar dochters zijn scherpe
spelers en kunnen tegenwoordig goed tegen hun verlies. Dat is vroeger wel eens
anders geweest. Ja, haar ouders hebben haar dochters veel bijgebracht en waren
er altijd als Sacha weer eens opgelegde verplichtingen had. Ook toen Marijke
begon te daten met een zelfingenomen jongen die alleen maar stoere praatjes
had over zijn nieuwe motor, hadden Sacha’s ouders goed gereageerd. Ze hadden
de jongen met open armen ontvangen en hij bleek al snel een stuk minder stoer

97
Oliedom Erik van de Poel

te zijn. En een stuk minder inhoud te hebben. Het was al snel uitgegaan met
Marijke. Gelukkig, want een beetje standvastig vriendje konden haar dochters
toen wel gebruiken. Ja, elke helpende hand bij het opvoeden van haar
pubermeisjes kon ze momenteel wel gebruiken.

Als laatste die dag belt Sacha met Robs broer. Robs ouders zijn overleden en
eigenlijk is Karel de enige overgebleven familie. Ondanks dat hij wat
afstandelijk is, heeft Karel haar veel geholpen. Karel heeft Sacha’s financiën op
orde gebracht en vervolgens bleek hij een goed klusjesman in huis. In tijden van
nood leer je je vrienden kennen. En door Karel is Sacha positief verrast. Karel
begint als altijd formeel en wenst haar sterkte voor morgen. Hij vertelt haar dat
er extreme veiligheidsmaatregelen zijn getroffen rondom het gerechtsgebouw.
Zelfs het leger is paraat. Wat dat betreft heeft Rob het tegengestelde effect
bereikt, de politie heeft alleen maar meer macht gekregen. Zoals iedereen in
Sacha’s omgeving draait hij het gesprek, na deze serieuze opmerking, naar een
luchtiger onderwerp en spreken ze over het aanhoudende winterweer. Dan
begint Karel over zijn lievelingsonderwerp, het not-in-my-back-yard gedrag van
veel Nederlanders. “Iedereen is voor veranderingen als hij er zelf maar geen last
van heeft, of liever beter van wordt” is Karel zijn stelling. In hoog tempo
behandelt Karel het nieuwe televisieprogramma “stem je buren de wijk uit” en
nimby gedrag vroeger en nu, met een vergelijking tussen de oude stadswallen en
het huidige integratiebeleid. Sacha hoort Karel een tijdje aan zegt dan snel dat ze
moe is en hangt op.

Tja, Karel en Rob lijken veel op elkaar en kunnen soms eindeloos in discussies
en stokpaardjes verzeild raken. Ook zij herinnert zich haar lange discussies met
Rob. Discussiëren deden ze allebei graag en ze vermoedt nog steeds dat dat
misschien wel het belangrijkste smeersel in hun fijne relatie was. Innerlijk moet

98
Oliedom Erik van de Poel

ze lachen over die ene keer dat hij haar gelijk had moeten geven over de rol van
de politie. Één keer is maar een schamele troost gezien de tientallen discussies
die ze over dit onderwerp hebben gevoerd. Maar goed, Rob was dan ook de
betere redenaar. In haar pleidooi voor de politie had ze Rob uitgelegd dat deze
instantie toch misschien wel als beste apparaat in staat is geweest om het
Nederlandse integratiebeleid vorm te geven. Ondanks veel tegenwerpingen had
Rob uiteindelijk toegegeven dat bij de politie inderdaad veel vrouwen en veel
allochtonen werken. Een voorbeeld van de beoogde multiculturele samenleving.
Nu de bazen nog, had Rob gezegd. Een kleine overwinning van haar op Rob die
haar nog steeds goed smaakte. En nu slapen, morgenochtend staat de wekker
vroeg.

In bed ligt Sacha te woelen en kan ze de slaap niet vatten. Ze denkt terug aan de
begrafenis van Rob. Het was een vreemde dag geweest. Doordat Robs lijk nooit
gevonden is, het is waarschijnlijk verkoold, was er ook geen kist of urn. Om nu
de paar stukjes DNA van Rob die gevonden zijn op de gesmolten Für Elise te
verzamelen ging Sacha ook wat ver. Dus waren ze met hun kleine gezelschap,
naast Marijke en Esther waren haar ouders en Karel ook mee geweest, naar de
duinen van Hoek van Holland getogen. Vandaar hadden ze een soort uitzicht op
de maasvlakte. De laatste rustplaats van Rob. Natte sneeuw viel uit de lucht, wat
de dag een sobere bijglans gaf. Sacha had kort wat herinneringen opgehaald en
toen hadden ze elk een ballon opgeblazen en losgelaten. Iets om te onthouden,
het is absoluut beter omhoog kijken naar een wegvliegende ballon dan een kist
de grond in te zien zakken. Een goede manier van loslaten en gedwongen tijd
voor het afscheid nemen. Toen de ballonnen na enige tijd uit het zicht
verdwenen waren, had Sacha een boompje geplant als herinneringsplek voor
Rob. Daar moest hij het maar mee doen. Denkend aan de aan de einder
verdwijnende ballon, valt Sacha in een onrustige slaap.

99
Oliedom Erik van de Poel

Als Sacha na een paar uur wakker wordt, is het nog te vroeg om op te staan.
Sacha weet dat ze de slaap niet meer zal vatten en besluit een muziekje op te
zetten. Ze kiest voor Norah Jones, de melodieuze, rustige, zachte vrouwenstem
heeft altijd een kalmerende werking op haar. Toen Rob er nog was, werd er in
huis altijd alleen maar klassieke muziek gedraaid. Na verloop van tijd was Sacha
gaan denken dat dat ook haar muziek was. Maar toen haar dochters
thuiskwamen met Rapmuziek, bleek ze dat liever op te zetten als de eeuwige
klassieke concerten. Wellicht een eerste stap in het afscheid nemen van Rob.
Goede teksten die rappers trouwens, maar uiteindelijk toch niet helemaal haar
ding. De laatste tijd had ze ontdekt dat ze veel meer een liefhebber is van
moderne lichte muziek. Gitaar en zo. Blijkbaar heeft Rob haar geblokkeerd in
die ontwikkeling als ze nu kijkt naar de tientallen nieuwe cd’s die ze alleen al de
laatste maand heeft gekocht. Sacha pakt haar schetsblok en kijkt naar de
aquarellen aan de muur van haar overleden man. Ze vond het altijd zo’n mooi
gezicht: de grote, stoere handen van Rob, bezig met zo’n klein penseel. Rob die
helemaal niet creatief was, maar toch hierin een passie gevonden had. Sacha’s
gemoed schiet vol en ze laat haar tranen lopen. Gelukkig kan ze dat, huilen als
uitlaatklep. Ze wou dat haar dochters dat ook zo af en toe zouden doen. Huilen
is gezond. Rob had een hele filosofie op en rond aquarelleren, die volgens Sacha
wel juist is. Op haar schetsblok, tekent ze Rob, orerend. Omdat aquarel geen wit
kent, is de enige mogelijkheid om wit te krijgen dit vlak niet opvullen. Eenmaal
aangeraakt door de natte kwast, is er geen weg terug meer. Zo kan een aquarel
dus alleen maar donkerder worden, als je verf toevoegt. Lichter lukt niet, laat
staan een heel vlak opnieuw doen. “Net de echte wereld” zei Rob dan, als hij
iets verkeerd had gedaan. En hij begon dan weer snel op een nieuwe blanco
pagina. Rob combineerde altijd van alles en naast de donkerder wordende
aquarel haalde hij er dan de tweede wet van de thermodynamica bij, die zegt dat

100
Oliedom Erik van de Poel

de chaos in de wereld alleen maar kan toenemen. “Pak dan Murphy met zijn
wetten en je hebt een rooskleurig wereldbeeld.” Toch was Rob niet zo, over het
algemeen was hij altijd vrolijk, vol energie en lekker levenslustig. Sacha’s
schets van een prekende Rob is best aardig geworden, al zegt ze het zelf.
Intussen hoort ze haar dochters rommelen in de badkamer, tijd om op te staan.

101
Oliedom Erik van de Poel

3.2 Het proces.

Boven de ontbijttafel hangt de marionet die Rob heeft meegebracht vanuit


Venezuela. De marionet is relatief licht omdat hij van bamboe is gemaakt. De
kleurrijke keren zijn met de hand gemaakt. De gelijkenis tussen de marionet en
de grote poppenkast rondom Thalia’s proces was snel gelegd. Op een gegeven
moment kon Sacha niet meer naar de hoofdrechter kijken zonder zich enkele
dunne touwtjes voor te stellen waar de beste man mee bewogen werd. Als je
zoals Sacha weken achtereen in de rechtzaal zit, dan wordt elke handeling,
gezichtsuitdrukking en elke vraag en antwoord voorspelbaar. Het ontstijgt het
niveau Jan Klaasen en Katrijn nauwelijks meer. Helaas is na de regering en de
tweede kamer ook de rechtbank slachtoffer geworden van het groeiend
populisme en doet men dus zijn best om het zo smeuïg mogelijk te maken voor
de geïnteresseerden. De uitkomst staat al vast, maar in het proces wordt elk
detail naar boven gehaald, zodat iedereen zijn zegje kan doen en zijn eigen licht
op de zaak kan werpen. Ook Sacha zelf is een marionet in dit geheel, ze weet
wat er van haar verwacht wordt en wanneer ze wat moet zeggen en doen.
Morgen is het weer voorbij.

Na het ontbijt worden Sacha, Marijke en Esther opgehaald door een zwaar
beveiligde auto. Nadat ze Sylvio en Jolanda hebben opgehaald racen ze naar het
gerechtsgebouw. Al in de auto horen ze de boze kreten van de omstanders.
Vooraan ziet Sacha weer hetzelfde gezin wat daar altijd staat, vader, moeder,
zoon en dochter met een spandoek: “Jullie hebben ons van ons huis, ons werk en
onze toekomst beroofd! Wij eisen gerechtigheid!” Sacha heeft medelijden met
de familie, net als dit gezin zijn er duizenden direct getroffen door de gevolgen
van de aanslag. De wederopbouw van de maasvlakte is nog maar net begonnen.

102
Oliedom Erik van de Poel

En veel bedrijven zullen niet terugkeren. Het is een enorme slag voor de
economie. Een slag die vooral West-Europa treft, want ondanks de hoge
olieprijs profiteren andere economieën van de terugval in economische activiteit
in ons land en in de ons omringende landen. Het ontslag van de Nederlandse
regering en het gesoebat daarna, heeft de crisis alleen maar verergert. Toch is er
op wezenlijke punten iets veranderd: mensen zijn zich bewuster geworden van
de kwetsbaarheid van hun eigen omgeving. De mensen zijn daardoor weer
zuiniger geworden op hun eigen omgeving en gaan daardoor beter met elkaar en
hun directe leefomgeving om. De mensen zijn ook minder geneigd alleen maar
te hechten aan materialistische zaken en door de voortdurende regeringscrisis is
ook de discussie over waarom we eigenlijk een regering en wetten hebben
opnieuw opgelaaid. Aldus een recent rapport van het sociaal cultureel
planbureau, wat door veel mensen als soft gepraat is afgedaan. De weg naar een
nieuwe, hopelijk betere, wereld lijkt ingeslagen. Heeft Rob zijn doel bereikt?
Sacha weet het niet, ze was liever samen met hem oud geworden. Dit alles zou
Sacha graag op de persconferentie zeggen, maar ze weet dat het niet mag omdat
het onder het kopje van “ het goed praten van terroristische aanslagen” valt, wat
tegenwoordig strafbaar is. Daarnaast weet ze maar al te goed dat dat het leed van
dit gezin met hun spandoek niet zal verlichten. Woorden helpen niet, daden wel.
Sylvio knikt naar de roepende mensen, als iemand zich kan inleven in hun
situatie dan is hij het wel.

In de rechtbank zijn alle camera’s zoals gewoonlijk gericht op Thalia. Thalia


verdeelt de samenleving. De mannen zien in haar een knappe, frisse meid, die
van avontuur houdt en per ongeluk in het verkeerde avontuur terecht gekomen
is. De vrouwen ergeren zich aan haar spontaniteit en verwijten haar een gebrek
aan diepgang. Thalia, negenentwintig jaar jong, is hot nieuws. Of het nu over
haar rol in de aanslag aangaat, over haar uiterlijk, over haar visie op het leven of

103
Oliedom Erik van de Poel

de vele reclames met naar haar vernoemde fruitsalades. Ze is altijd in het


nieuws. Thalia zwaait naar Sacha, Sacha zwaait terug en roept: “sterkte!” Of had
ze dat niet moeten doen. Geen tijd om na te denken, ze wordt meegevoerd naar
haar bankje. Zoals altijd neemt Sacha de omgeving van de rechtszaal in haar op,
die ze inmiddels goed kent. De rechtzaal is onderverdeeld in een drietal
sectoren. Het grootste deel wordt in beslag genomen door de pers en de publieke
tribune. Tientallen camera’s staan daar opgesteld en Sacha vraagt zich af of er
nog plaats is voor geïnteresseerden. In de voorkant van de zaal bevindt zich alles
wat met de rechterlijke macht te maken heeft. De katheders van de zeven
rechters, de getuigenbanken, de tafel voor de griffiers en de gestoffeerde banken
voor de officieren van justitie en de advocaten. Tot slot, in de spot van de
camera’s zitten de beklaagden en de kennissen van de beklaagden. Elke
beweging, glimlach, knik of traan van haar zal die dag geanalyseerd worden, is
het niet door de pers dan wel door de veiligheidsdienst. Sommige mensen kiezen
er voor een bekende persoonlijkheid te worden, Sacha en haar familie is het
gewoon overkomen. Nee, corrigeert ze zichzelf, dat komt door Rob. Hij heeft
deze beslissing voor haar genomen.

De rechters komen binnen en dan volgt een eindeloze zitting, die rechtstreeks in
vijftig landen wordt uitgezonden. Uren en uren duurt de reconstructie en de ten
laste legging. Het is een herhaling van alles wat in de rechtbank de afgelopen
maanden boven water is gekomen. Maar nu netjes verpakt met een vleugje
populisme. Ondanks dat veel bewijsmateriaal tijdens de brand verloren is
gegaan, is er nog genoeg bewijsmateriaal bewaard gebleven. De leden van
Zextet hebben nooit hun best gedaan om veel te verdoezelen. En als je weet
waar je naar zoeken moet dan komt er opeens veel, heel veel materiaal naar
boven. Daarnaast is Thalia een bijzonder meewerkende getuige geweest. Ze
heeft niks verzwegen en geprobeerd alle details naar boven te krijgen. Dat de

104
Oliedom Erik van de Poel

beklaagden schuldig zijn, lijkt dan ook overduidelijk bewezen. Niemand die het
ontkent of in twijfel trekt.

Op het laatst mag er namens de beklaagden iets gezegd worden. Sacha schudt
haar hoofd bij de vraag of ze iets namens Rob zou willen zeggen. Haar advocaat
en de ex-minister van justitie hebben eindeloos bij haar aangedrongen op een
postume spijtbetuiging namens Rob, maar dat kan ze echt niet over haar lippen
krijgen. In plaats daarvan overwoog ze om de laatste woorden van Rob op zijn
afscheidsbriefje in de lege fles aquavit voor te lezen. Te persoonlijk. Ze zwijgt
en denkt aan Rob. Haar Rob, de man voor wie ze gekozen heeft en die zo intens
voor haar gekozen had. Een man die besloot te sterven omdat iets in hem dacht
dat dat beter zou zijn voor de samenleving. Oen!

Eindelijk is dan het woord aan Thalia. Ze is en blijft een stralende schoonheid,
denkt Sacha als ze naar de voormalig kapster kijkt. Haar levensverhaal zal vanaf
overmorgen in meer dan twintig talen in de boekwinkel verschijnen. Het publiek
smult van het meisje dat miljoenen in de lotto won. De dame die landelijke
bekendheid kreeg door haar activiteiten voor een maatschappelijk verantwoorde
kledingboetiek. De vrouw die samen met Sacha’s man Rob een genadeloze
aanslag pleegde op de weerloze Rotterdamse haven. Thalia spreekt, zoals ze
nooit een blad voor de mond genomen heeft: “Zextet heeft historie geschreven.
Wij hoopten de wereld wakker te schudden en dat is denk ik gelukt. Wij hebben
nooit de intentie gehad om mensen hiermee direct of indirect in hun persoonlijk
leven te treffen. Als dat zo is, dan spijt me dat. Ik hou van het leven. Ik hou van
mensen die echt leven en oprecht proberen er het beste van te maken. Ik heb
foute dingen gedaan, dat besef ik. Toch had ik nog graag iets leuks gedaan, een
laatste avontuur. Een reis naar de maan bijvoorbeeld. De opbrengst van mijn
biografie, mijn memoires, de verkoop van mijn fruitsalades en alles wat ik

105
Oliedom Erik van de Poel

verder nog bezit of zal gaan bezitten, gaat naar het European Space Research en
Technology Center in Noordwijk. Ik hoop hiermee iets terug te doen voor de
vaderlandse economie en de Nederlanders een nieuwe avontuurlijke droom te
geven.” In de stilte die volgde, glimlachte Sacha voor zichzelf. Thalia, die deze
dag toch nog een onverwachte wending geeft. Even eerlijk als altijd. Die
spijtbetuiging had ze wel verwacht, zo is Thalia. Sacha is er van overtuigd dat
Thalia dat ook echt meent, dat ze niemand kwaad wilde doen. Tja, alleen niet
ver genoeg doorgedacht. En tja, de ruimte biedt inderdaad ongekende
mogelijkheden, als de verandering niet van binnen komt dan misschien wel van
buiten. De ruimte, met haar onbeperkte mogelijkheden, die ons
voorstellingsvermogen te boven gaat. Thalia, het meisje wiens dromen deels
werkelijkheid werden. En ook het meisje wiens spontane dromen nu definitief
vervliegen. Een uur later horen Thalia, Sacha en de anderen zwijgend het vonnis
aan: Thalia en de afwezige vier dode leden van Zextet, worden allen ter dood
veroordeeld.

“Het doet me niets”, vertelt Sacha tegen de enige verslaggever die ze een beetje
mag. Hij heet Jan en ze vindt hem een eerlijke, verstandige man. Ze mag zijn
manier van interviewen wel, direct maar op een nuchtere, luisterende manier.
Daarnaast schijnt hij, als enige, ook oprecht geïnteresseerd te zijn in hoe het met
haar en haar dochters gaat. Weliswaar niet noodzakelijk, maar het geeft Sacha
toch steeds weer een goed gevoel, dit beetje menselijkheid, tussen al de
confronterende vragen in. Alleen bij Jan is ze bereid iets langer te antwoorden
dan strikt noodzakelijk. In de wereld van bekende Nederlanders word je al snel
door schade en schande wijs. Onvoorzichtig geformuleerde zinnen worden
genadeloos afgestraft. Zo leidde Sacha’s bekentenis over de dood van Pushkin
onmiddellijk tot de krantenkop “terrorist doodde eigen hond”. Nog steeds ziet
Sacha het verdrietige gezicht van Esther voor zich toen ze de kleurenfoto van

106
Oliedom Erik van de Poel

Pushkin op de voorpagina van de krant zag staan. Ze had geprobeerd uit te


zoeken hoe de krant aan die foto van Pushkin was gekomen, mar was er nooit
achtergekomen.

Op Jans vraag wat ze denkt dat het ware motief van Zextet was, antwoordt
Sacha simpel: “Ik denk dat ze een unieke kans zagen om de wereld te
verbeteren. De juiste mensen ontmoeten elkaar op het juiste moment. Gegeven
hun beperkte mogelijkheden was het nu of nooit. Toen het idee eenmaal geboren
was, hebben ze niet al te veel meer nagedacht, maar het gewoon ten uitvoer
gebracht. En daar bleken ze goed in. Erg goed.” Sacha vertelt Jan verder dat ze
het ruimteproject van Thalia een erg goed idee vind. Volgens Sacha was Rob en
de meeste leden van Zextet er van overtuigd dat de aarde vroeg of laat gedoemd
is om aan haar eigen economische groei ten onder te gaan. Het enige antwoord
op die problematiek, ligt in een mogelijke uitbreiding in de ruimte, dat heeft
Thalia goed gezien. En de sterren zijn prachtig, voegt Sacha er zachtjes aan toe.
Tot slot wil Jan graag weten of ze het wreed vindt dat Marijke en Esther de
executie van Thalia verplicht life mee moeten maken. Ondanks dat Sacha het
een absurd besluit vindt, legt ze aan Jan uit dat de aantrekkingskracht van de
televisie zo groot is, dat haar dochters anders ook wel gekeken zouden hebben.
Nu ben ik in ieder geval bij hun, zegt ze half lachend, half triest. In Jans ogen
ziet ze dat hij tenminste een deel van haar leed begrijpt.

Alleen daarom legt Sacha aan Jan uit dat de afgelopen maanden haar ijs om haar
ziel hebben gegeven. Ze is koel en afstandelijk geworden. In haar hart is ze de
hele tijd op zoek naar het laatste beetje warmte. Het is bijna niet te vinden. Aan
het einde van het interview vraagt ze aan Jan of hij wellicht over een paar weken
iets met haar wil drinken. Verrast antwoord hij positief. Sacha zou blij moeten
zijn, want ze mag Jan graag. Hij is erg sympathiek en ze wil graag weer aan haar

107
Oliedom Erik van de Poel

leven gaan bouwen. Toch doet zijn positieve reactie haar op dat moment niets.
Haar hart is nog te koud, ze moet weer leren liefhebben.

Op de persconferentie wordt medegedeeld dat de executie van Thalia die nacht


plaats zal vinden. Net als het hele proces is het een verplicht nummer om bij te
wonen voor Sacha en haar dochters. In de persconferentie wordt er door de
rechter en de officier van justitie uitgebreid toegelicht wat voor een
afschrikwerking en gevoel van gerechtigheid dit zware vonnis met zich moet
brengen. Het is de laatste daad geweest van de minister van justitie om de
doodstraf in Nederland te herintroduceren. Met name vanuit de Verenigde
Staten werd er sterk aangedrongen op herinvoering van de doodstraf, als
Nederland hiertoe overging dan zou de Amerikaanse president zelfs overwegen
om het internationale strafhof in Den Haag te erkennen. Ook uit andere landen
was de druk hoog op de Nederlandse regering om duidelijke maatregelen te
nemen. Dus besloot de regering tot herinvoering van de doodstraf, verdubbeling
van alle straffen in het algemeen en zeer uitgebreide bevoegdheden voor de
veiligheidsdienst. De publieke opinie in Nederland was sterk verdeeld over dit
onderwerp, zodat de regering een referendum niet aandurfde. Voor de invoering
van de doodstraf in Nederland was helaas een grondwetswijziging nodig. Daar
een grondwetswijziging door twee opvolgende parlementen goedgekeurd moet
worden, besloot de regering onmiddellijk af te treden om de wet die de doodstraf
mogelijk maakt nog voor de rechtsgang van Thalia mogelijk te maken. Haast
was geboden. De herverkiezing verliep echter anders, doordat de oppositie
hamerde op het feit dat de regering ook gefaald had bij het voorkomen van de
aanslag. Ook het Nederlands volk was nog steeds geshockeerd en verdeeld door
de recente gebeurtenissen en was daardoor geneigd om zich massaal achter de
politici te scharen die extreem daadkrachtig overkomen. Al met al zit Nederland
nog steeds in een flinke bestuurscrisis, maar de wet die de doodstraf mogelijk

108
Oliedom Erik van de Poel

maakt is door het nieuwe parlement alvast aangenomen. Snelheid leidt vaak tot
onzorgvuldigheid. Bij het opstellen van de nieuwe wet is vergeten om de
tegoeden van de ter dood veroordeelde verbeurd te verklaren. Een maas in de
wet waar Thalia nu dankbaar gebruik van maakt en waar Sacha dus geen last
van zal hebben.

Het maakt Sacha vooral triest dat de aandacht weer geheel naar de politiek
uitgaat en niemand schijnbaar echt de moeite neemt om zich te verdiepen in de
ware motieven voor de aanslag. In het verleden heeft Rob Sacha herhaaldelijk
gewezen op wat hij de vicieuze werking van het systeem noemt: “Net als in de
politiek zit de pers vast in haar eigen systeem. Het publiek verwacht op een
gegeven moment steeds sensationelere verslaglegging, dus richt de pers zich
daarop. Als gevolg daarvan stelt een steeds groter deel van de kijkers en lezers
zich in op deze nieuwe manier van verslaglegging, waarna zelfs de klassieke
persmensen zich gedwongen voelen om met spannende vragen en teksten toch
tenminste een deel van het grotere publiek te bereiken.” Uren en uren konden
Sacha en Rob hierover keuvelen bij een goed glas wijn. En nu ziet Sacha het
gebeuren voor haar ogen. De aanslag en de ter dood veroordeling en de executie
van Thalia lijken een bijzaak te zijn in het hele circus van pers en politiek.

Gelukkig is de dood van Thalia die nacht snel en pijnloos. Wel een tegenvaller
voor de vele televisiekijkers. Geen geschreeuw, geen gehuil, geen drama. Alleen
de beelden van Thalia’s galgenmaal, een appel, een peer, twee aardbeien en wat
frambozen, lijkt een beetje van de verwachte emotie te brengen. De kelders waar
de executie plaatsvindt doen haar denken aan de kelders waar ze verhoord is.
Grijs en grauw, elke kleur ontbreekt in dit deel van de wereld. Sacha vraagt zich
af of Thalia’s ouders, die zich van het begin af aan gedistantieerd hebben van
Thalia, nu haar lijk gaan ophalen en begraven. Thalia wilde graag afscheid

109
Oliedom Erik van de Poel

nemen van haar ouders en familie, maar Thalia vergeven in het korte tijdbestek
wat nog restte was kennelijk teveel gevraagd. Thalia’s ouders vergeven is voor
Sacha niet moeilijk. Niemand wenst zich met de daders van de aanslag te
identificeren. Nuance is de laatste maanden in de samenleving ver te zoeken. En
een verkeerde blijk van sympathie wordt al snel verkeerd uitgelegd. In dat
opzicht is Sacha flink bezorgd om haar dochters. Ze weet dat ze gek waren op
hun vader, maar ze durven daar niet openlijk voor uit te komen en gedogen dus
het gehoon van klasgenootjes en de pers. Voor zichzelf noemt Sacha dit het
wonder van de jeugd dat haar dochters toch nog vaak kunnen lachen en in staat
zijn nieuwe dingen op te pakken. De pijn zal later wel komen, veel later. Tijdens
de executie, via een injectie, ziet ze de hoofden van Marijke en Esther
wegdraaien. Ze ziet de afschuw op hun gezichten, ook al kenden ze Thalia
nauwelijks.

Direct na de executie heeft Sacha even een minuutje voor zichzelf. Ze loopt naar
buiten. Daar zijn een paar meter straat afgezet, waar mensen kunnen roken. Er
wordt veel gebruik van gemaakt. Iemand vraagt haar of ze reclame wil maken
voor Koen’s website www.depolitieiservoorenvaniedereen.nl. De site is nog
steeds beschikbaar in twintig landen en de Verenigde Naties heeft een deel van
de coördinatie en de inhoud overgenomen. Ze beantwoord de vraag met een
wedervraag: “Denk je dat Koen de aanslag gepleegd zou hebben, als de
politietop een deel van de ideeën van de website zou hebben overgenomen?” De
vragensteller moet haar het antwoord schuldig blijven. Sacha vind hem
sympathiek, maar slaat het verzoek toch vriendelijk af. Het initiatief is door veel
mensen omarmt en geeft inderdaad de gewenste maatschappelijke discussie,
maar niet via de kanalen die de politiek gewend is en dus wordt er op dat niveau
nauwelijks naar geluisterd. Wellicht dat de Verenigde Naties er iets goeds mee
kunnen doen.

110
Oliedom Erik van de Poel

De koude fluitende wind doet haar goed, ze voelt zich weer iets wakkerder. Ze
had vaker even tussendoor naar buiten moeten gaan. Het houdt de geest fris. Nu
ziet ze ook alle bewaking en de legereenheid waar Karel op doelde. Met geladen
uzi’s lopen ze rond. Angst is een probaat middel om een aantal impopulaire of
zelfs ongewenste maatregelen te nemen. Er zijn dan ook vandaag een heleboel
hotemetoten verzameld die hun zegje komen doen. Enig machtsvertoon lijkt
daarom op zijn plaats. Sacha haalt diep adem, berust en neuriet voor zichzelf het
gedichtje van Karel Glastra van Loon dat hij vlak voor zijn dood schreef: “Blijf
niet mokkend aan de kant staan. Stel een daad en toon je moed. Laat je woede
hand in hand gaan met het goede dat je doet.” Dan gaat ze weer snel terug naar
haar dochters. Het is bijna volbracht.

De levendige discussie na afloop van de executie gaat vooral over de fraaie


kleren die Thalia’s mooie lijf sierden op het moment suprème. Thalia heeft ze
ter veiling aangeboden om zodoende aandacht te trekken voor haar postume
project in de ruimte. En het geeft nog wat extra gratis reclame voor de ethisch
verantwoorde kledingketen van Marianne. De bieding op de kleren van Thalia
was rechtstreeks via een klein metertje te zien tijdens de executie. Sacha is
zowel gebiologeerd als geshockeerd als ze ziet dat Thalia’s kleren klaarblijkelijk
miljoenen euro’s hebben opbrengen als collectors item. Het leven is vreemd,
heel vreemd, bedenkt Sacha als ze naar de hal van de persconferentie loopt.
Sylvio zal haar dochters naar huis brengen. Ze is blij dat het er op zit voor hun.
Het is natuurlijk allemaal weer veel meer geweest dan dat meisjes op deze
leeftijd zouden moeten meemaken. En weer kan Sacha op een belangrijk
moment hun niet de nodige troost geven. Ze is zo gek op haar dochters.
Gelukkig is Sylvio er. Ja, gelukkig is Sylvio er altijd.

111
Oliedom Erik van de Poel

De laatste persconferentie is speciaal om drie uur ’s nachts belegd zodat het op


Amerikaanse prime-time rechtstreeks uitgezonden kan worden. De zaal waar de
persconferentie gegeven wordt, is verlevendigd met foto’s van de Rotterdamse
haven voor en na de aanslag. Een grafiek laat de piek zien in de prijs van ruwe
olie. De hele persconferentie is voor Sacha een bizarre vertoning. Ze voelt zich
moe, heel moe. Sacha ziet dat de ex-minister van justitie bijzonder in zijn nopjes
is en uitgebreid vertelt over zijn eigen bijdrage in dit proces en hoe Nederland
een internationaal voorbeeld kan zijn in het bestrijden en bestraffen van
terrorisme. Sacha zwaait naar hem. Hij zwaait naar haar terug en begrijpt haar
groeiend sarcasme niet. Verderop probeert iemand de pers te interesseren voor
de mogelijkheden voor nieuwe investeringen in het braakliggend terrein. De een
zijn dood is de ander zijn brood. Een groot deel van de buitenlandse pers schijnt
te denken dat Sacha in feite Marianne is en probeert bij haar uitspraken te
ontlokken om dit aan te tonen. Ook worden allerlei vragen gesteld over de
laatste uren van Thalia voor haar executie, maar daar blijkt de Nederlandse
persvoorlichter helemaal niet op voorbereid. Hij hakkelt wat en verwijst dan
naar de beelden uit haar dodencel. De Italiaanse president is speciaal
overgekomen voor deze gelegenheid en doet zoetsappige uitspraken over dat het
zo zonde is dat Thalia nu dood is, zo’n mooie meid moet toch een tweede kans
krijgen. De Italiaanse president trekt verder de aandacht door te stellen dat hij
groot voorstander is van het met terugwerkende kracht veroordelen van
zelfmoordcommando’s. Dit levert een flinke discussie op tot wanneer in het
verleden dit soort processen en veroordelingen moeten plaatsvinden. Als tot slot
een verslaggeefster aan Sacha vraagt of ze vindt dat het geld van Thalia aan de
hele wereld ten goede moet komen in plaats van alleen aan een Europese
ruimtevaartorganisatie, geeft Sacha voor het eerst echt antwoord: “Ik heb mijn
man verloren. Ik geloof dat hij een boodschap voor de wereld had, misschien
moet ik dat nog eens krachtig onderstrepen”. Een paar oplettende verslaggevers

112
Oliedom Erik van de Poel

kijken elkaar aan en maken een aantekening. De komende week trekt Sacha zich
terug op een eiland. Een eiland van rust. Schiermonnikoog.

113

Das könnte Ihnen auch gefallen