Beruflich Dokumente
Kultur Dokumente
BEWIJSLAST COMPETENTIES
STARR FORMULIER
LEERPROCESSEN BEGELEIDEN: WISKUNDE
Naam student:
Tijdens deze activiteit was het mijn doel om de leerlingen te laten oefenen op
het verwoorden van rekenverhalen m.b.v. de rekendoosjes. Ze leren om
oefeningen met de toverkaart te benoemen als minoefeningen en ook de min te
integreren in de oefeningen.
Deze klas wordt voor de vakken rekenen en taal gesplitst in twee groepjes. Dit
is een zeer moeilijke klas op vlak van werkhouding. De kinderen zijn zeer
intelligent, maar vaak willen ze niet luisteren en doen ze hun eigen zinnetje.
Mijn stage in het eerste was zeer leerrijk op vlak van didactiek, maar ook op
vlak van klasmanagement.
Voor de start van deze lessen / stage heb ik gedurende 2 maanden elke
maandag gaan meedraaien in de klas. Op die manier kon ik me al goed
inwerken in de werking van de stageklas.
Om mijn doel te bereiken, heb ik de leerlingen eerst een voorbeeld aangeboden
met concreet materiaal. ( De juffenhulppiet eet koekjes)
Nadien hebben we met de rekendoos de oefening geanalyseerd (schematisch
voorstellen) en de oefening opgelost.
https://www.youtube.com/watch?v=cYpxpw0KvVM&list=PLBfPH8yCawCaDbZdx
afps-lyvSQwG6aoH&index=2
https://www.youtube.com/watch?v=B7cjTlDWRS4&list=PLBfPH8yCawCaDbZdx
afps-lyvSQwG6aoH&index=3
Activiteit
Beschrijf de aanpak die je
hebt gehanteerd. Spits je
vooral
toe
op
de
voorbereiding.
Welke
theoretische
modellen
heb je gehanteerd om
deze voorbereiding te
maken/ deze activiteit te
realiseren en wat heeft je
dit opgeleverd?
Resultaat
Beschrijf het resultaat
van de activiteit en van de
aanpak. Hoe hebben de
leerlingen gereageerd op
de activiteit? Hoe is het
resultaat beoordeeld door
derden? Heb je een
vervolgactie
aan
de
activiteit geknoopt?
Reflectie
Geef aan waarom je dit
voorbeeld
een
goed
bewijs vindt voor deze
competentie. Wat zou je
een volgende keer bij een
vergelijkbare
opdracht
anders aanpakken en
waarom? Heb je een
vergelijkbare
opdracht
uitgevoerd die minder
Dit bewijs past bij goed bij competentie 19 omdat ik tijdens deze les geprobeerd
heb om aan de noden van de leerlingen tegemoet te komen.
Als meest gepaste gedragsindicator heb ik gekozen voor de GI: Bij
geobserveerde moeilijkheden een stap terug zetten naar een voorgaand niveau.
Dit door de reden dat ik door de klasindeling extra aandacht heb kunnen besteden
aan kinderen met vragen over het onderwerp.
Ook tijdens de kernfase heb ik van de situatie gebruik gemaakt om de voorkennis
van de leerlingen te stimuleren aan de hand van de handpop: de Juffenhulpiet
Naar aanleiding van deze les zijn er meerdere versies van lesvoorbereidingen.
Samen met mentor Greet hebben we het lesverloop en de doelen aangepast aan
de noden van de kinderen. Nadien heb ik dan een 2e versie van de les gemaakt.
Het selecteren van doelen is tijdens de bespreking sterk aan bod gekomen.
Ik heb geleerd tijdens deze les dat ik meer van de leerlingen kan / mag laten
komen. Ik moet heb niet de pap in de mond geven. Dit is ook aan bod gekomen
tijdens het gesprek met Hilde van Dael (stagebezoek)
Indien ik de les opnieuw zou geven, dan zou ik de les(sen) aan de hele klas willen
gegeven hebben. Op die manier zou ik op een andere manier kunnen werken met
de kinderen. Omwille van structuren en accommodatie was dit nu niet mogelijk.
Ik zou dan eerst klassikaal een instructie geven waarbij lln. een probleemstelling
voorgeschoteld krijgen.
Bijv. Hoe zouden we oefeningen met de toverkaart op een makkelijke manier
kunnen uitleggen?
Opnieuw vertrekkende van een concreet voorbeeld de bus en toverkaart zou ik
dan de lln. laten overgaan naar minoefeningen.
Als verwerkingsfase zou ik de lln. opnieuw in duo laten werken. Maar in de klas
heb ik alle lln. en kan ik makkelijker gebruik maken van miniklasjes voor diegene
die een extra instructie nodig hebben.