Sie sind auf Seite 1von 2

Koppeling Recht- agogiek

Mijn opvoedvraag luidt; hoe moet ik omgaan met het negatieve gedrag
van mijn 18 jarig kind. met als thema opvoedonzekerheden.
In het gezin van het kind worden regels gemaakt. De ouder heeft samen met het
kind afspraken en regels opgesteld, omdat het kind negatief gedrag vertoond.
Door deze regels hopen de ouders dat het kind zich positiever opstelt. De regels
worden samen opgesteld met het kind. Er is een hoge mate van betrokkenheid,
omdat de ouder de wensen en behoeftes van het kind meeneemt. De ouder stelt
ook duidelijke grenzen aan het kind. In het gezin wordt er dus een autoritatieve
opvoedstijl gehanteerd. Volgens het vrijheidsrecht van de klassieke
grondrecht heeft het kind recht op vrijheid van meningsuiting. Het kind mag zijn
mening geven over de gemaakte afspraken.
De regels die de ouder met het kind maakt worden ongeschreven regels
genoemd. De ouders maken met het kind afspraken en stellen gedragspatronen
op waar het kind zich aan moet houden. Dit wordt ook wel gewoonterecht
genoemd. Het kind moet zich aan de opgestelde regels houden, met andere
woorden het kind moet de regels naleven. Het naleven van de regels is van groot
belang om de regels effectief te laten zijn. Vanuit recht wordt dit handhaven
van de regels genoemd. De ouder kan hier invloed op uitoefen door de opvoed
dimensie instructies geven te hanteren. De ouder maakt het kind duidelijk
wat er van hem verwacht wordt. De ouder zal het kind de opdrachten geven
Hierdoor weet het kind wat er van hem verwacht wordt en heeft de ouder meer
kans dat het kind zich aan de regels houdt.
Het kind vertoond negatief gedrag, doordat hij de gemaakte afspraken niet na
komt en zich brutaal en agressief op stelt ervaart de moeder
opvoedonzekerheden. Deze opvoedonzekerheden horen bij de eerste fase van
het model van kousenmaker omdat hier nog sprake is van een opvoedvraag.
Er wordt namelijk geen gebruik gemaakt van de professionele hulpverlening.
Sinds 2015 is de verzorgingsstaat overgeheveld naar een
participatiesamenleving waarin de burger zelf verantwoordelijk is. De
opvoeder moet de opvoedonzekerheden/ opvoedvraag eerst bespreken met
verschillende referentie punten namelijk, gezin, familie en buren of internet.
Als het gedrag niet door deze referentie punten wordt opgelost kan de opvoeder
hulp krijgen van verschillende instanties. Hierbij is artikel 1 van de universele
verklaring van de rechten van de mens belangrijk hierin staat dat
iedereen gelijk behandeld moet worden, dit houdt in dat iedereen recht
heeft op dezelfde zorg.

Das könnte Ihnen auch gefallen