Sie sind auf Seite 1von 7

Burgermedia, (niet) alleen een belofte?

“Your voice matters. Now, if you have something worth saying, you can be heard.
You can make your own news. We all can.
Let’s get started.” (Gillmor 2004).

Met deze woorden eindigt oud-journalist Dan Gillmor zijn werk We The Media dat als een van de
eerste de veranderende context voor de journalistiek door de komst van nieuwe media beschreef.
In de ondertitel Grassroots journalism by the people, for the people maakt Gillmor zijn visie op die
veranderingen duidelijk: er is een nieuwe vorm van journalistiek ontstaan met het vroegere
passieve publiek in een actieve rol. Jay Rosen drukt dit in zijn artikel The People Formerly Known
as the Audience eveneens treffend uit: “The people formerly known as the audience wish to
inform media people of our existence, and of a shift in power that goes with the platform shift
you’ve all heard about.” (Rosen 2006).
In de praktijk leidt deze verandering tot het in vraag stellen van de controle over het traditionele
proces van nieuwsverzameling (waar je je nieuws vandaan haalt), nieuwsselectie (wat wel en niet
als nieuws gepubliceerd wordt) en de reactie op het nieuws (welke reacties op het nieuws laat je
toe). De zogenaamde gatekeepers, zij die controle houden over wat wel en wat niet na dit
‘nieuwsproductieproces’ tot bij het publiek komt, zien hun macht bedreigd door het vroegere
‘passieve publiek’ (Bruns 2005). Zo laat een site als Digg.com geen redacteurs of journalisten,
maar wel haar leden alle nieuws aandragen wat zij de moeite waard vinden (open
nieuwsverzameling). Het is met andere woorden 'de gemeenschap' die aangeeft wat de meest
(“Digg it!”) en minst (“Bury!”) interessante verhalen zijn (open nieuwsselectie). Op elk toegevoegd
verhaal kan je als Digg-gebruiker dan ook nog eens je commentaar kwijt (open
nieuwsreactiesysteem). Digg empowert op die manier de gebruiker in het nieuwsproductieproces.

Open & authentiek

De naamgeving van deze burgermedia is een punt van discussie. De varianten die het woord
journalistiek als achtervoegsel gebruiken, zijn ongetwijfeld het meest gecontesteerd: open source
journalism, networked journalism, participatory journalism, community journalism en –
vermoedelijk het meest bekend- citizen journalism, vertaald als burgerjournalistiek. De definitie
van elke term focust voornamelijk op de verschillende rollen die een journalist innemen kan (van
niet tot sterk betrokken), maar hebben als gemeenschappelijke factor dat er niet-professionals bij
betrokken zijn en dat het voornamelijk een open proces is, gebaseerd op gelijkheid (Lasica 2003,
Cohn 2007).

Waarschijnlijk de meest bekende term voor deze burgermedia is user generated content of
kortweg UGC. Powazek vindt dat die term niet voldoende klemtoon legt op het persoonlijke. Hij
stelt daarom de koepelterm authentic media voor als een reactie op de term user generated
content. Voor hem verwijst UGC naar “Junkies robotically filling boxes with packing peanuts.”. De
term authentic media drukt dan ook beter het persoonlijke karakter van burgermedia uit, namelijk
media-uitingen “unfiltered by the global brands and conglomerates that have taken over the
mainstream media” (Powazek, 2006).

Welke term er ook gebruikt wordt, ze verenigen de idee dat burgermedia op een open manier
geproduceerd worden, door het gewone publiek (eventueel samen met professionals), maar
zeker vertrekkend vanuit een sterke vorm van het authentieke, het persoonlijke. We kunnen ons
uiteraard vragen stellen bij wat dat authentieke of persoonlijke dan is. De term die BBC-journalist
Robin Hamman voorstelt, “stuff that people upload”, zou dan ook een mogelijke alternatieve weg
kunnen zijn.
Van blogs tot twitter: het was nooit zo eenvoudig

De opkomst van weblogs wordt gezien als de katalysator van de vernieuwingen in de


journalistiek. Het revolutionaire aan een weblog, kortweg blog, is het feit dat iedereen met
internettoegang en kennis van een tekstverwerkingspakket via blogdiensten als Wordpress of
Livejournal met een nooit geziene eenvoud en praktisch voor niets zijn verhaal in tekst of beeld
(online) kan publiceren. De opkomst en popularisering van blogs leverde in Vlaanderen dan ook
naar schatting zo’n 55.000 blogs op (Schenk 2006, De Waele 2007). Het gemak waarmee je je
online met anderen verbinden kan –de ander is slechts een klik ver- zorgt er daarnaast ook voor
dat berichten razendsnel kunnen verspreid worden, ongeacht de beperkingen van plaats en tijd.
Uiteraard zijn blogs slechts één van de manieren om content gemakkelijk online te publiceren. Zo
wist de microbloggingdienst Twitter de traditionele media te verbazen door de snelheid waarmee
het breaking news van de aardbeving in de Chinese provincie Sinchuan wist te brengen
(Bradshaw 2008, Cellan-Jones 2008).

De overgang van consumeren naar prosumeren (consumeren en produceren als een proces dat
samenvalt – Toffler 1984) is in feite niets nieuws: zoals Blanken & Deuze aanhalen, kenden we
het al van de piraatradio, het gestencilde buurtblad of vroeger nog van de rondtrekkende
verhalenvertellers. Het vernieuwende zit hem in de verlaagde drempels –technologie die snel,
eenvoudig en goedkoop is- om te komen tot massale mediaproductie, vereenvoudigde distributie
en de zichtbaarheid hiervan (Blanken & Deuze 2007).

Experimenten in burgermedia

De reacties van de traditionele media op deze burgermedia blijven niet uit. In de eerste plaats zijn
deze reacties ronduit vijandig. Bloggers worden al te vaak afgedaan als mening-verspreiders
zonder een degelijke argumentatie of ethos (Skube 2007). Bloggers reageren, van hun kant, met
tegenvoorbeelden waar traditionele media in de fout gaan (pdw 2006) en verwijten de traditionele
media een gebrek aan authenticiteit en een vorm van hooghartigheid (Outing 2004).

Een aantal traditionele mediabedrijven waagden zich geleidelijk aan met wisselend succes aan
experimenten om via de digitale weg hun publiek te betrekken in de mediaproductie (Outing
2005): van een simpele mogelijkheid in het geven van commentaar op de nieuwsberichten (de
Comment is Free-sectie van The Guardian), over het insturen van nieuwstips (VTM’s tiplijn 4040)
tot en met het gedeeltelijk of volledig openstellen van de aanmaak van nieuwsverhalen voor
amateurs, al dan niet in samenwerking met professionals. Zo komt het nieuws op
HasseltLokaal.be (een initiatief van Concentra Media) van een 40-tal vrijwillige reporters en wordt
de eindredactie verzorgd door een professionele journalist.
Naast traditionele mediabedrijven zijn er ook initiatieven van amateurs die individueel of in groep
burgermedia maken. De meest bekende groepsinitiatieven zijn te vinden in de hyperlokale
nieuwssites als GentBlogt of De Internetgazet.

Valse beloftes: een genuanceerd verhaal

Wat zien we nu na enkele jaren burgermedia? De skepsis voor het feit dat het ‘gewone’ publiek
bij deze media-verandering een deel van de mediakoek opeist, is verschoven naar het in vraag
stellen van de verwachtingen en de levensvatbaarheid van deze burgermedia.

“Freedom of the presses is guaranteed only to those who own one.” (A.J. Liebling)
“Now millions do.” (Bowman & Willis 2003)
De aanvulling van Bowman & Willis op de uitspraak van de Amerikaanse journalist Liebling toont
het geloof in een meer democratisch medialandschap dankzij de komst van nieuwe media: de
toegang tot de productie van media ligt nu in ieders handen. Ook auteur, talkshowhost en blogger
Hugh Hewitt verwijst naar een nieuw democratischer medialandschap: “The power of elites to
determine what [is] news via a tightly controlled dissemination system [has been] shattered. The
ability and authority to distribute text are now truly democratized” (Hewitt 2005). De idee dat de
controle over de media met de komst van het net gedecentraliseerd en gedistribueerd wordt en
zo niet meer in de handen van de traditionele ‘oude’ en ‘elite’ media ligt, maar in de handen van
het vroegere passieve publiek komt, leefde al van bij het begin van het internet (Shapiro 1999,
Negroponte 1995).

Het democratische gehalte van burgermedia lijkt echter genuanceerder dan de voorgaande
statements doen vermoeden. De meermaals beschreven digitale kloof (een
ondervertegenwoordiging van bepaalde groepen in de computer- & internettoegang en -gebruik)
is nog steeds niet gedicht (Moreas 2007). Bij degenen die al wel de weg naar het digitale
gevonden hebben, is er daarnaast ook sprake van een participation inequality: slechts een
absolute minderheid is actief in de zogenaamde mediaproductie (Nielsen 2006, Mayfield 2006).
Zo komen er elke dag op Digg.com een 2000 nieuwe verhalen online. Hoewel haar ledenaantal
bestaat uit meer dan een miljoen gebruikers zijn slechts dertig power users verantwoordelijk voor
meer dan een derde van alle verhalen (Lerman 2007, Arrington 2006). De Digg-slogan “Digg is
democratizing digital media” en dromen rond ‘empowerment’ van de burger zijn dan ook beter
met een korrel zout te nemen.

In zijn analyse van het –merendeel politiek- online nieuws merkt Hindman (2007a) daarenboven
op dat er een nog sterkere media-concentratie ontstaat bij een kleine groep van online
nieuwsmedia (zowel professioneel als amateurs). Hij ziet dan ook een publieksconcentratie op
het internet die zeker even groot is als die bij traditionele media. Volgens Hindman is het net dan
ook niet zo democratisch als de oorspronkelijke utopische claims die velen maakten (Rosen
2006, Bowman & Willis 2005): “Yes, almost anyone can put up a political Website. But this fact
means little if few political sites receive any visitors.” (Hindman 2007b). Anders gezegd: wat heb
je aan de mogelijkheid om zelf via je blog je verhaal aan de wereld bekend te maken als niemand
je lezen zal? Hindman vindt dan ook de zogenaamde groter geworden diversiteit in het
medialandschap -waarbij elke burger via een blog zijn zeg kan doen- slechts een loze belofte.

In het verleden werd steeds beweerd dat deze burgermedia een vraag van het publiek wisten te
dienen. De vraag blijft echter of de verschillende experimenten in burgermedia wel levensvatbaar
zijn. De initiatieven van enkele pioniers zijn alvast snel ter ziele gegaan.
Dan Gillmor focuste in zijn project op hyperlokale burgerjournalistiek in de San Francisco Bay
Area, maar zag zijn Bayosphere al na een jaar de deuren sluiten (Gillmor 2006). Steve Outing
bouwde met zijn Enthusiast Group een aantal adventure-sites voornamelijk gevuld door
(enthousiaste) amateurs, maar had vooral moeite in het scheiden van het kwalitatieve kaf van het
user generated koren (Outing 2007).
Het ambitieuze Nederlandse Skoeps richtte zich op breaking news. Burgerjournalisten zonden
hun scoops naar Skoeps.nl die dit dan doorverkocht aan –voornamelijk- traditionele media om na
aftrek van kosten de winst 50/50 te verdelen met de amateurreporter. Begin dit jaar hield Skoeps
op te bestaan. De weinig gefocuste inhoud en het onleefbare businessmodel lijken hiervan de
oorzaak (Blanken 2008, Stronks 2008).
Dichter bij huis wist een project als HasseltLokaal duidelijk haar meerwaarde te bewijzen. Maar,
ondanks een trouw lezerspubliek blijft HasseltLokaal nog steeds moeite hebben met het vinden
van een eigen werkend –financieel- model: vanuit de bestaande redactie valt er op weinig steun
te rekenen en de ondersteuning van de amateurjournalisten en het beheren & modereren van de
online omgeving vergt een kost die zwaar om dragen is (Hendriks 2008).
De evaluatie van deze initiatieven wijst voornamelijk op de moeilijkheid om een actieve
geëngageerde community rond een project op te bouwen, de moeilijke verhouding tussen
amateurs en professionals, problemen met het vaak beperkte technische kunnen en de
kwalitatief bedenkelijke schrijfvaardigheid van amateurs en –vooral- het lastige zoeken naar een
werkend inkomstenmodel om de hoge kosten voor technologie, moderatie en incentives voor
participatie te bekostigen (Grubbisch 2006, Porter 2006, Hendriks 2008).

Het continue zoeken, is de constante

Moeten we dan vaststellen dat alle beloftes van burgermedia en met hen die van een meer
democratischer medialandschap niet alleen met moeite levensvatbaar kunnen zijn, maar ook een
utopie mogen genoemd worden?

Wat het financiële plaatje betreft is skepsis inderdaad terecht, maar er zijn evengoed voorbeelden
die bewijzen dat burgermedia-projecten inderdaad leefbaar kunnen zijn. Meest bekend is het
Koreaanse OhMyNews, dat voor 80% van haar inhoud kan rekenen op amateurjournalisten en
naar eigen zeggen vier jaar na de oprichting winst weet te maken (Borton 2004). Het zoeken naar
nieuwe (en het in vraag stellen van de bestaande) inkomstenmodellen in dit veranderd
medialandschap, met meer controle bij de vroegere consument, blijft echter nog steeds een
uitdaging (Leonhard 2008).

De kritieken op de beloftes van een democratischer geworden medialandschap zijn daarnaast


vermoedelijk niet volledig correct. Indymedia, een nieuwssite van media-activisten, is het bewijs
van het democratische potentieel van nieuwe media. Hoewel ze misschien niet kunnen rekenen
op een massaal lezerspubliek hebben ze wel een kanaal gevonden voor hun specifieke ‘stem’ die
in de mainstream media genegeerd wordt.
Bruns (2008) wijst er in een reactie op Hindman op dat het eerder gaat over de belofte van een
democratischer medialandschap dan over het verkrijgen van een vlakke mediahiërarchie. In zijn
kritiek betrekt hij de notie van equipotentiality (Bauwens 2007): ieder heeft in principe kans om
deel te nemen en in tegenstelling tot het ‘oude’ medialandschap is de selectie van wat als goed
beschouwd kan worden een groepsproces dat achteraf gebeurt.

Voorzichtigheid is uiteraard op zijn plaats bij de al te utopische uitroepen en verwachtingen van


de eerste pioniers bij deze mediaverandering. Het zoeken naar nieuwe modellen die inspelen op
de verandering waarin het publiek een stem krijgt, blijft de uitdaging. Het terugkeren naar de oude
situatie, het herstel van de vroegere mediahiërarchie, met de ‘oude’, ‘elite’ media enerzijds en
een passief publiek anderzijds, is niet mogelijk. We leven nu eenmaal in een continu
veranderende maatschappij, waar net de verandering moet uitdagen tot het in vraag stellen van
oude modellen en het zoeken naar nieuwe. Hoewel profetisch van toon blijft de afsluiter van de
brief die oprichter Dan Gillmor bij het ter ziele gaan van Bayosphere aan zijn online community
schreef dan ook nog steeds relevant: “The shift in how we communicate and collaborate, how we
learn what's going on in our world, has barely begun. Predicting the future is for other people, but
I'm optimistic that we'll collectively figure this out. So now it's back to work, with the help of old
and new friends and colleagues” (Gillmor 2006).

Referenties

Arrington, M., 2006. Troubles in Diggville. Beschikbaar via:


http://www.techcrunch.com/2006/09/06/troubles-in-diggville/

Bauwens, M., 2007. Equipotentiality. Beschikbaar via: http://p2pfoundation.net/Equipotentiality


Blanken, H. & Deuze, M., 2007. PopUp. Atlas, Amsterdam, Nederland

Blanken, H., 2008. De erectie van PCM en Talpa. Beschikbaar via:


http://www.henkblanken.nl/?p=530

Borton, J., 2004. OhmyNews and 'wired red devils'. Beschikbaar via:
http://www.atimes.com/atimes/Korea/FK25Dg01.html

Bowman, S. & Willis, C., 2003. We Media. Beschikbaar via:


http://www.hypergene.net/wemedia/download/we_media.pdf

Bowman, S. & Willis, C., 2005. Nieman Reports: The Future Is Here, But Do News Media
Companies See It? Beschikbaar via: http://www.hypergene.net/blog/weblog.php?id=P327

Bradshaw, P., 2008. The Chinese earthquake and Twitter - crowdsourcing without managers.
Beschikbaar via: http://onlinejournalismblog.wordpress.com/2008/05/12/twitter-and-the-chinese-
earthquake/

Bruns, A., 2005. Gatewatching: Collaborative Online News Production. Peter Lang, New York, VS

Bruns, A., 2008. Long Tails All the Way Down: Rethinking A-Lists.
http://gatewatching.org/2008/05/18/long-tails-all-the-way-down-rethinking-a-lists/

Cellan-Jones, R., 2008. Twitter and the China earthquake. Beschikbaar via:
http://www.bbc.co.uk/blogs/technology/2008/05/twitter_and_the_china_earthqua.html

Cohn, D., 2007.Time citizen journalism pulled its acts together. Beschikbaar via:
http://www.pressgazette.co.uk/story.asp?sectioncode=1&storycode=39443

Comment is Free. Beschikbaar via: http://commentisfree.guardian.co.uk/

De Internetgazet. Beschikbaar via http://www.internetgazet.be

De Waele, B., 2007. Invloedrijke blogs. Beschikbaar via:


http://www.ondernemeringent.be/2007/03/invloedrijke-blogs.html

Digg.com. How Digg works. Beschikbaar via: http://digg.com/how

GentBlogt. Beschikbaar via: http://www.gentblogt.be

Gillmor, D., 2004. We the Media: Grassroots Journalism By the People, For the People. O'Reilly,
Sebastopol, VS

Gillmor, D., 2006. From Dan: A letter to the Bayosphere Community. Beschikbaar via Internet
Archive:
http://web.archive.org/web/20060417194107/http://bayosphere.com/blog/dan_gillmor/20060124/fr
om_dan_a_letter_to_the_bayosphere_community

Grubisich, T., 2006. What are the lessons from Dan Gillmor's Bayosphere? Beschikbaar via:
http://www.ojr.org/ojr/stories/060129grubisich/

HasseltLokaal. Beschikbaar via: http://www.hasseltlokaal.be


Hendriks, N., 2008. HasseltLokaal.be: At home in your city. A case study of two years of
hyperlocal citizen journalism. Proceedings of the Glocal 2.0-conference.

Hewitt, H., 2005. Blog: Understanding the Information Reformation That’s Changing
Your World. Nelson Books, Nashville, VS

Hindman, M., 2007a. Political Accountability and the Web’s “Missing Middle". Beschikbaar via:
http://www.princeton.edu/~csdp/events/pdfs/HindmanCM.pdf

Hindman, M., 2007b. Voice, Equality, and the Internet. Beschikbaar via:
http://www.matthewhindman.com/images/docs/hindman--
voice,%20equality,%20and%20the%20internet--draft%205.30.07.pdf

Lasica, J.D., 2003. What is Participatory Journalism? Beschikbaar via:


http://www.ojr.org/ojr/workplace/1060217106.php

Leonhard, G., 2008. The End of Control. Beschikbaar via:


http://www.endofcontrol.com/chapters/index.html

Lerman, K., 2007. User Participation in Social Media: Digg Study. Proceedings of the
International Workshop on Social Media Analysis (SMA07), Conference on Web Intelligence and
Intelligent Agent Technology

Mayfield, R., 2006. Power Law of Participation. Beschikbaar via:


http://ross.typepad.com/blog/2006/04/power_law_of_pa.html

Moreas, A., 2007. Digitale kloof (SVR - Rapport 2007/3). Beschikbaar via:
http://aps.vlaanderen.be/statistiek/publicaties/pdf/DigitaleKloof_200709.pdf

Negroponte, N., 1995. Being Digital. Hodder & Stoughton, Londen, VK

Nielsen, J., 2006. Participation Inequality: Encouraging More Users to Contribute. Beschikbaar
via: http://www.useit.com/alertbox/participation_inequality.html

Outing, S. 2004. What Journalists Can Learn From Bloggers. Beschikbaar via:
http://www.poynter.org/content/content_view.asp?id=75383

Outing, S. 2005. The 11 Layers of Citizen Journalism. Beschikbaar via:


http://www.poynter.org/content/content_view.asp?id=83126

Outing, S., 2007. An Important Lesson About Grassroots Media. Beschikbaar via:
http://steveouting.com/my-stuff/an-important-lesson-about-grassroots-media/

pdw, 2006. Het Laatste Nieuws & Photoshop. Beschikbaar via:


http://pdw.blogspot.com/2006/06/het-laatste-nieuws-photoshop.html

Porter, T., 2006. Citizen Journalism: Making New Mistakes. Beschikbaar via:
http://www.timporter.com/firstdraft/archives/000532.html

Powazek, D., 2006. Death to User-Generated Content. Beschikbaar via:


http://www.powazek.com/2006/04/000576.html

Rosen, J., 2006. The People Formerly Known as the Audience. Beschikbaar via:
http://journalism.nyu.edu/pubzone/weblogs/pressthink/2006/06/27/ppl_frmr.html
Schenk, M., 2006. 55.00. Beschikbaar via: http://www.blogologie.be/2006/12/55000.html

Shapiro, A. L., 1999. The Control Revolution. Public Affairs, New York, VS

Skoeps. Beschikbaar via: http://www.skoeps.nl

Skube, M., 2007. Blogs: all the noise that fits. Beschikbaar via:
http://www.latimes.com/news/opinion/la-op-skube19aug19,0,3547019.story

Stronks, J., 2008. Waarom Skoeps niet werkt - en wat dan wél werkt. Beschikbaar via:
http://weblog.mediastudies.nl/?p=1641

Toffler, A., 1984. The Third Wave. Bantam, New York, VS

Das könnte Ihnen auch gefallen