Beruflich Dokumente
Kultur Dokumente
FF LEREN REKENEN
REKENVAARDIGHEDEN AANLEREN
NIVEAU 3F
SCHOOLJAAR 2016-2017
DOCENTEN:
Dhr. W.B. Scheepmaker
Mw. . Cevik
Mw. R. Warffemius
Mw. Z. Ruan
INLEIDING
INHOUDSOPGAVE
GETALLENBlz. 4
VERHOUDINGEN.Blz. 12
METEN EN MEETKUNDE..Blz. 17
VERBANDENBlz. 24
KORTE VOORBEELDTOETS...Blz. 28
UITWERKINGEN VOORBEELDTOETS..Blz. 30
GETALLEN
3
Grote getallen
Om grote getallen makkelijker te kunnen lezen staat er, vanaf rechts geteld, een punt
per drie cijfers. Kijk naar de getallen:
22.380
3.250.700
In de afbeelding hierboven kan je zien hoe je grote getallen kan herkennen en kan
uitspreken. 22.380 spreek je uit als tweentwintigduizend driehonderdtachtig. Ook
kan je duidelijk zien dat een miljoen zes nullen heeft en een miljard negen.
Optellen en aftrekken
Bij aftrekken van getallen is het handig om de getallen onder
elkaar te zetten. Vervolgens begin je met het aftrekken van
eenheden. Daarbij moet je als het nodig is een tiental halen.
Je kunt bijvoorbeeld 5 niet aftrekken van 4, daarom haal je
een tiental. Je verplaatst 1 tiental naar de eenheden en gaat
zo door totdat je het antwoord hebt.
Bij optellen van getallen geldt precies hetzelfde als bij aftrekken. Je zet de getallen
eerst netjes onder elkaar en begint bij de eenheden met optellen.
Vermenigvuldigen
Vermenigvuldigen kan je op verschillende
manieren doen. Hieronder staan twee
daarvan uitgelegd.
Je
Delen
5
Meeste deelsommen kan je uit je hoofd berekenen, maar het wordt steeds
ingewikkelder! Een opgave als 25:5=5 gaat veel sneller dan 1285:5= 257. Hoe pak je
dit aan?
Breuken
6
Gelijkwaardige breuken zijn breuken die hetzelfde deel van het geheel aangeven.
Denk bijvoorbeeld aan
2
4
4
8 . Deze twee breuken hebben precies dezelfde
4
8
1
4
4
8
2
8
1
4
4
8
3
6
4 x3
8 x6
12
48
Bij delen heb je twee manieren. Bij de eerste methode moet je de noemer gelijk
maken en vervolgens wegstrepen. Dan blijft alleen de tellers over. Deze deel je om
tot het antwoord te komen.
Bv. 2 :
5
6
12
6
5
6
= 12 : 5 = 2
2
5
9
8 .
15
21
15 :3
21:3
5
7
voorbeeld dus 3.
Machtsverheffen
Bij machtsverheffen wordt een getal herhaaldelijk met zichzelf vermenigvuldigd. We
hebben te maken met een grondgetal en de exponent. De exponent geeft aan
hoeveel keer het grondgetal in de vermenigvuldiging voorkomt.
Bijvoorbeeld. 33 = 3 x 3 x 3 = 27
82 = 8 x 8 = 64
Worteltrekken
Bij machtsverheffen heb je gezien dat een tweede macht ook kwadraat wordt
genoemd. 42= 4 x 4 = 16. Je kunt je andersom afvragen van welk getal 16 het
kwadraat is. Dit wordt ook wel aangegeven met het wortelteken. Wat is de wortel van
16 = 16? Het antwoord is natuurlijk 4.
49 = 7, want 7 x 7 = 49
81 = 9, want 9 x 9 = 81
Let op!: je hebt ook breuken waar je geen wortel uit kunt trekken. Denk bijvoorbeeld
aan 2 . In dat geval is het belangrijk dat je het laat staan als exact antwoord
(tenzij er staat rond af op 2 decimalen).
Rekenregels
Belangrijk om altijd in deze volgorde te werken. Een ezelsbruggetje is de zin: Hoe
Moeten Wij Van Die Onvoldoendes Af?
Denk er wel aan dat je bij gelijkwaardige bewerkingen van links naar rechts werkt.
Dus als je uiteindelijk bij stap 4 bent dan moet je van links naar rechts optellen of
aftrekken.
OEFENEN !!
Probeer de sommen zelf op de handigste manier op te lossen.
1.
2.
3.
4.
5.
6.
127 + 189 =
42,1 18,3 =
47 x 7 =
7,5 x 8 =
46 + 53 x 2 =
37 x 65 + 28 x 20 =
2
7. 11 : 1 3 =
8. 3500:250 =
9. 65:3
10. 53 =
11. 36 =
10
12.
5
12
3
4
GETALLEN IN CONTEXT
11
VERHOUDINGEN
Het is handig om de procenten te kennen die bij een bepaalde breuk of kommagetal
horen. Hieronder een tabel met de meest voorkomende breuken en procenten.
Verhouding
In het domein Verhoudingen gaat het over rele situaties waarin getalsmatige en
meetkundige ervaringen met het begrip in verhouding tot centraal staan. Belangrijk
is het organiseren van verhoudingssituaties in de verhoudingstabel en het trekken
van conclusies uit de berekeningen met de tabellen.
We onderscheiden drie verschillende situaties:
Het vergelijken van twee verhoudingen:
Voorbeeld: Kim loopt 12 km in 45 minuten, Tanja loopt 9 km in 35 minuten. Wie loopt
het snelst?
Maak een verhoudingstabel
12
Kim
Afstand
Tijd
Tanja
Afstand
Tijd
12 km
45 min
9 km
35 min
1 km
? (45/12= 3.75)
1 km
? (35/9= 3.89)
1 cm
60000 cm
1cm
0,6 km
13cm
7,8 km
13
Let bij deze opgave dus goed op het feit dat 1cm op de kaart gelijk is aan 60000 cm
in de werkelijkheid. Soms is het dus belangrijk om een bepaalde verhouding te
vereenvoudigen zodat het rekenen makkelijker wordt.
Procenten
Vaak worden procenten gebruikt om een verhouding aan te geven. Je ziet dit veel in
de media. Je komt regelmatig wel het woord percentage tegen, bijvoorbeeld met
criminaliteit. Ook als je aan het shoppen bent, heb je vaak te maken met kortingen
die weergegeven zijn in percentages. Daarom is het belangrijk dat je handig kan
rekenen met procenten zodat je een nieuw bedrag of korting exact kan bepalen.
Een handige methode om dat te kunnen doen, is het maken van een
verhoudingstabel met gegevens.
750
100%
750:10= 75
100%:10= 10%
4 x 75 = 300
4 x 10%= 40%
In het voorbeeld van hierboven bereken je eerst het bedrag voor 10%. Vervolgens
vermenigvuldig je het bedrag met 4.
Voorbeeld: Wat is 12% van 85 euro ?
Prijs
Percentage
85
100%
85:100=0,85
100%:100= 1%
12 x 0,85=10,20
12 x 1%= 12%
In het voorbeeld hierboven is het juist handiger om eerst het bedrag te bepalen van
1%. Vervolgens vermenigvuldig je dat met 12.
Het percentage wordt berekend op grond van de gegevens
Het kan ook voorkomen dat je twee bedragen hebt,
waarvan je het percentage moet berekenen. Denk
bijvoorbeeld aan een actie zoals in de afbeelding
hiernaast. Hoe bepaal je dan het percentage?
Maak een verhoudingstabel!
Bedrag
Percentage
200 euro
100%
125 euro
?%
125
(125 x 100%) /
200 = 62,5 %
14
Kruislings vermenigvuldigen!
176
110%
176:11=16
110% : 11 = 10%
10 x 16= 160
10 x 10 = 100%
Je weet het aantal studenten van dit jaar. En je weet dat het aantal 10% meer is als
vorig jaar. Dus het huidige percentage is 110%. Jij moet dan terugrekenen naar het
aantal studenten bij 100%. Dat zijn er in dit geval dus 160.
1
6
1
6
x 100% = 16.7%.
15
OEFENEN !!
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
16
METEN EN MEETKUNDE
Hoe bereken je ook alweer de oppervlakte van een driehoek? En Cirkel? Kubus?
Wat voor betekenis heeft het getal (pi)? Hoeveel m 2 is een Ha ook al weer?
Dit zijn vragen die je na het doorlopen van dit hoofdstuk moet kunnen beantwoorden.
Let op dat je bij veel opdrachten geen rekenmachine mag gebruiken.
Voor de duidelijkheid:
Milli
Centi
Deci
Deca
Hecto
Kilo
Betekent
Betekent
Betekent
Betekent
Betekent
Betekent
Duizendste
Honderdste
Tiende
Tien
Honderd
Duizend
Formule
Lengte x breedte
Lengte x breedte x hoogte
x r2
1
2 (basis x hoogte)
3,14
17
18
19
Ook met grootheid van informatie is het belangrijk om de stappen te kennen. Denk hierbij
aan jouw mobiele telefoon of aan een geheugenkaart.
20
Elke stap is keer 1000 of delen door 1000. Bijvoorbeeld 16 GB is 16000 MB. Belangrijk om
de stappen te kennen.
OEFENEN !!
1.
21
VERBANDEN
In dit hoofdstuk leer je hoe je informatie in een tabel of grafiek goed moet aflezen. Je
leert hoe je informatie moet interpreteren.
Tabel
Voordat je gaat beginnen met de berekening
moet je eerst goed kijken welke informatie
gegeven is. Dat kan je doen door te kijken naar
de rijen, kolommen en cellen van een tabel.
Probeer voor jezelf antwoord te geven op de
volgende vraag: Wat voor informatie geeft een
kolom, rij en cel?
Een tabel staat dus vol met informatie. Soms moet je met behulp van andere getallen
uit de tabel rekenen om tot het juiste antwoord te kunnen komen.
Voorbeeld:
Een vakantiepark verhuurt verschillende huisjes. Je huurt samen met zes vrienden
een huisje voor twee weken. Hoeveel moet je per persoon betalen?
1 week
2 weken
3 weken
4 weken
2-persoons
120 euro
240 euro
360 euro
480 euro
4-persoons
150 euro
300 euro
450 euro
600 euro
6-persoons
180 euro
360 euro
540 euro
720 euro
8-persoons
200 euro
400 euro
600 euro
800 euro
22
Je kijkt naar de rij van twee weken en kolom van 6-persoons. Voor 6 personen betaal
je voor 2 weken 360 euro. Dat is dus 60 euro per persoon.
Grafieken / staafdiagrammen
Ook grafieken en staafdiagrammen kunnen jou
informatie geven over een bepaald onderwerp. Het is
dan ook belangrijk om de juiste gegevens af te lezen
en te gebruiken voor je berekening.
In de afbeelding hiernaast kan je bijvoorbeeld zien dat
we in het jaar 2000 ongeveer 16 miljoen inwoners
hadden. Dit aantal neemt wel toe, maar volgens
huidige verwachtingen komt het niet boven de 18 miljoen.
Voor het aflezen van zon grafiek ga je eerst naar het punt dat je zoekt in de grafiek.
Bv. 16 miljoen en daarna lees je op de horizontale as af welk jaartal daarbij hoort! (+.2000).
OEFENEN !!
1.
23
2.
3.
24
4.
25
KORTE VOORBEELDTOETS
26
Om jou een indruk te kunnen geven van het niveau van de rekentoets volgt hieronder
een korte voorbeeldtoets met vragen uit de rekentoetsen van vorig jaar. De ingekorte
voorbeeldtoets bevat maar 10 vragen. Houd er dus wel rekening mee dat de grootte
van de toets niet overeenkomt met de echte toets!
Succes
1. De familie Dundee reist
van Melbourne naar
Brisbane. Hoeveel
kilometer rijden ze extra
als ze niet rechtstreeks
maar via Sydney gaan?
2. 8 x 0,65 + 3 x 0,65 =
3. (zie aanbieding iphone). Nicole heeft dit
abonnement en verbruikt niets buiten de
bundel. Hoeveel heeft ze na twee jaar
betaald?
4. 676:13 =
5. Bij deze vraag mag je een rekenmachine gebruiken. Zie voor grafiek volgende
pagina.
27
Figuur bij
vraag 5
6.
Jan legt in een rechthoekige kamer van 6 meter breed en 7 meter
lang dit tapijt. Hij zorgt dat er slechts n naad in de tapijtvloer
zit en gaat natuurlijk zo weinig mogelijk uitgeven. Hoeveel
geeft hij uit?
7. 7454 + 5646 =
8. 65 % van 300 =
9. Wat was de gemiddelde snelheid
van Kromowidjojo in kilometer per
uur? Rond af op 1 decimaal.
ANTWOORDEN KORTE
VOORBEELDTOETS
28
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
190 km
7,15
945
52
A
Antwoorden tussen 671,50 en 671,52 worden goed gekeurd.
13100
195
6,8 km/uur (100 meter in 53 sec, dus 1,8867 m/s. Van m/s naar km/uur is
vermenigvuldiging met 3,6. 1,8867 x 3,6 = 6,8 km/uur.
10. 50
29