Onvoldoende = Voldoende = 5 Goed = 7 Zeer goed = 9

3
Spelling en Je ppt staat bol Jouw ppt bevat veel Weinig taal- en Weinig tot geen
taalgebruik van taalfouten taalfouten en spellingfouten. taal- en
en spellingfouten. spellingfouten.
spellingfouten.
Hoofdletter Je gebruikt geen Je hoofdletters en Je maakt gebruik Je hoofdletters
s en hoofdletters. Je leestekens staan van hoofdletters en en leestekens
leestekens gebruikt te niet op de juiste leestekens zijn zorgvuldig
weinig tot geen plaats. Je verhaal waardoor je geplaatst.
leestekens. Je leest niet vlot verhaal
verhaal leest genoeg. aangenaam leest.
niet vlot.
Structuur Je houdt geen Je artikel bevat te Je houdt rekening Je ppt bevat een
rekening met de weinig structuur. Je met de structuur goede structuur.
structuur van kernwoorden zijn van een ppt. Je Alles is
een ppt. Geen moeilijk te vinden maakt gebruik van overzichtelijk en
titels, weinig en je gebruikt te een aantal het biedt een
visualisatie, veel tekst. kernwoorden en je goede steun aan
geen tekst is niet voor jezelf en je
kernwoorden. overbodig. publiek.
Lay-out Je ppt ziet er Je ppt bevat weinig Je ppt bevat een Je hebt een erg
onaantrekkelijk ondersteunende aangename lay-out mooie ppt
uit. Het nodigt afbeeldingen. Het en biedt een goede gemaakt met de
niet uit om naar biedt niet ondersteuning voor juiste
je te luisteren. voldoende steun je gesproken tekst. afbeeldingen. De
Het bevat geen van je tekst en het Je kiest de juiste gesproken tekst
afbeeldingen en lettertype kan afbeeldingen en je en je ppt staan
je lettertype is duidelijker. lettertype is op dezelfde lijn.
niet goed duidelijk.
leesbaar.
Medewerki Je werkt niet Je bent snel Je werkt zorgzaam Je focust je op je
ng mee en stoort afgeleid en je aan de opdracht en doel en je werkt
anderen tijdens stoort af en toe de je werkt aandachtig en
de lessen of de anderen. aandachtig tijdens zorgvuldig!
opdracht. de lessen.
Presentatie Je hebt niet het Je stemvolume is Je hebt een Jij bent een
juiste niet voldoende. Je aangenaam geboren spreker
stemvolume en articuleert stemvolume en je voor een groep!
je articuleert niet moeizaam articulatie zit goed!
voldoende. Het waardoor het Het is aangenaam
is moeilijk om steeds eenvoudig is om naar je te
naar je te blijven om naar je te luisteren.
luisteren. luisteren.
Houding Je bent erg Je neemt een Je hebt een goede Je voelt je
statisch en je ongemakkelijke houding. Je bent duidelijk goed
leest alles af van houding aan en je dynamisch en je voor een groep
je ppt. Je maakt kijkt veel op je maakt oogcontact en je vertelt
geen oogcontact blad. Weinig met je publiek. alles uit je eigen
met het publiek. oogcontact met het buik. Prima
publiek. houding!