Sie sind auf Seite 1von 5

www.waterlandstichting.

nl

Zelfspot als beschavingsoffensief

Tsjalling Swierstra en Evelien Tonkens

Samenleven in een pluralistische, dynamische en onoverzichtelijke maatschappij


waarbinnen veel zekerheden aan het wankelen worden gebracht, hoe doen we dat? Een
groot deel van het hedendaagse publieke debat kan worden opgevat als een antwoord op
die vraag. Conflictstof is ruim voorhanden, en lang niet iedereen is op zoek naar een
vredelievend antwoord, zo onderstreept het electoraal succes van Geert Wilders. Iets
verder van de oorlogszuchtige pool vinden we allerhande mensen die anderen
voortdurend de maat nemen. Dat heeft niet alleen te maken met spanningen tussen oude
en nieuwe Nederlanders, maar ook met een harde, op prestatie gerichte meritocratische
economie waarin iedereen met iedereen in competitie verkeert en dus voortdurend
onzeker is over de eigen positie en relatieve waarde.

Niet vijandig maar wel streng is het pleidooi voor een beschavingsoffensief dat heden ten
dage van allerlei kanten klinkt. Dit beschaven wordt meestal opgevat als
nrichtingsverkeer tussen gevorderden (wit, hoogopgeleid) en beginners (migrant, lager
opgeleid). De in de jaren tachtig en negentig opnieuw opgetrokken grenzen tussen prive
en openbaar worden daarbij weer afgebroken: ook ten aanzien van opvoeding,
schoolkeuze of seksualiteit is de collectieve verantwoordelijkheid groot en daarmee
tevens de legitimatie voor externe (overheids)bemoeienis. Het meer vredelievende, bij
humanisten favoriete antwoord is de dialoog. Tussen vreemden worden goed bedoelde
ontmoetingen gearrangeerd. Deze beloven inderdaad veel meer vrede en begrip dan
Wilders, maar gaan op hun beurt vaak gebukt onder nauwelijks te torsen serieusheid. Er
valt bij zulke gelegenheden weinig te lachen.

Tegenover dit koor van beschaven met harde en zachte hand bepleiten wij de zelfspot als
beschavingsoffensief. Dat oogt inderdaad als een onderschatting van de ernst van de
situatie. Hoe zou zelfspot ons kunnen helpen in deze tijden waarin spanningen tussen
bevolkingsgroepen soms om te snijden zijn, waarin bewoners van sommige wijken
nauwelijks aan de samenleving deelnemen en met ferme hand bij de les getrokken
moeten worden? Is zelfspot dan niet op zijn best naeve slapheid die ons slechts richting
afgrond zal voeren? Etnische spanningen en afwending van de samenleving vragen toch
een serieuze behandeling? En is het geen gotspe te pleiten voor zelfspot in een tijd dat
iedereen niets liever lijkt te willen dan serieus te worden genomen? Maar dit is een
onderschatting van wat zelfspot vermag.

Praktische wijsheid
Zelfspot is van groot nut in een steeds ingewikkelder, dubbelzinniger, tegenstrijdiger en
onvoorspelbaarder samenleving als de onze. De gevolgen van wat we doen zijn steeds
moeilijker te voorzien en vertrouwde regels bieden vaak weinig houvast omdat ze
onderling conflicteren, omdat ze tot absurde uitkomsten leiden of omdat ze bedolven
worden onder de uitzonderingen op die regel. Humor in het algemeen en zelfspot in het
bijzonder helpen bij het besef dat we er weliswaar niet aan ontkomen om de wereld te
categoriseren en te ordenen, maar dat de werkelijkheid ons ook steeds weer ontsnapt en

1
www.waterlandstichting.nl

tot capriolen geneigd is. Dankzij de verrassingen, ongerijmdheden, omkeringen,


dubbelzinnigheden en categoriefouten van zelfspot oefenen we onszelf in het besef dat
bestaande kaders slechts tijdelijk en provisorisch houvast bieden.

Daarmee nadert zelfspot de aristotelische opvatting van praktische wijsheid. Aristoteles


benadrukte dat algemene regels, begrippen en principes zichzelf niet toepassen, maar dat
wij dat zelf moeten doen, met een scherp oog voor de veranderlijke en complexe,
onoverzichtelijke werkelijkheid. Elke onnadenkend toegepaste regel leidt tot
absurditeiten soms grappig, soms helaas ook tragisch. Humor en zelfspot oefenen ons
oog te houden voor wat niet past, voor wat zich onttrekt aan eenduidige categorien en
regels. Zelfspot is een oefening in ontvankelijkheid voor het unieke, veranderlijke en
tragische.

Zelfspot helpt ook om op een luchtige manier een brug te slaan naar anderen. Het
voorkomt dat je jezelf als norm voorhoudt aan een ander, van boven naar beneden. De
zelfspotter neemt zichzelf een stuk minder serieus dan zijn andere beschavende broeders.
Hij etaleert een mild inzicht in zowel het belang van het menselijke streven als de
principile feilen daarvan. Daarmee doet hij een appl op een mildheid bij anderen, zowel
jegens anderen als jegens zichzelf.

Neem de film Shouf Shouf Habibi, mede gemaakt door een Marokkaanse Nederlander,
die Marokkaanse Nederlanders liefdevol op de hak neemt. Zoals de moeder wier enige
Nederlands Ish ghoed is, en die zich daardoor bij de opticien een bril laat aanmeten die
ze af moet zetten als ze iets wil zien. Zoals de schoffies die hopeloos klungelige
inbraakjes plegen omdat ze blauwe en bruine containers verwarren. Of het kleine jochie
dat compromitterende fotos van pubermeisjes maakt en na daarop betrapt te zijn, de
vermaningen van de leraar voor zijn vader vertaalt als de grootste complimenten - totdat
de schoonmaker hem betrapt.

Zelfspot hangt nauw samen met beschaving. Beschaving is een vorm van zelfstilering.
Een cultuurgebonden vormgeving van animale instincten en driften, net als fatsoen en
redelijkheid. Fatsoen impliceert dat je niet je eerste impulsen volgt. Redelijkheid
veronderstelt dat je even tijd neemt om na te denken. (Dit tegenover het korte lontje: door
je drift(en) worden bepaald, en niet eerst even tot 10 kunnen tellen.) Maar waar fatsoen
en rede snel leiden tot gelijkhebberigheid en superioriteitsgevoelens, leidt zelfspot vooral
tot mildheid, respect voor het andere en openheid.

Leefbaar idealisme
Zelfspot is een noodzakelijke component van pragmatisch, leefbaar idealisme. Goede
bedoelingen zijn nu eenmaal geen garantie voor goede gevolgen, en al helemaal niet in
een onvoorspelbare wereld als de onze. Als het maakbaarheidsgeloof uit de vorige eeuw
ons iets heeft kunnen leren, is het dat er veel geklungel is in dit ondermaanse. Pogingen
om de wereld te verbeteren zijn niet futiel, maar veel gaat fout en altijd doen zich
onvoorziene bijeffecten voor. Soms zijn die bovendien onwenselijk en nopen dan dus tot
verdere actie. Kortom: geen idealisme zonder teleurstellingen. Dat is geen reden om
idealen te verwerpen, maar wel om voortdurend alert en bereid te zijn die aan veranderde

2
www.waterlandstichting.nl

omstandigheden en nieuwe inzichten aan te passen. Als het moslimfundamentalisme iets


bij ons moet oproepen, is het een dja-vu-gevoel ten aanzien van de onstellende naviteit
van dit soort wereldverbeteraars. Alsof het ditmaal wel zou lukken een hemel op aarde te
scheppen.

Idealisme moeten we niet overlaten aan ascetische revolutionairen die hebben weinig
op met de mensen voor wie ze zeggen te strijden, omdat die mensen, gemeten aan de
hooggestemde idealen van de verbeten idealist, doorgaans tekortschieten. Mensen die
zichzelf er met geweld onder houden, voelen meestal geen schroom anderen ook met
geweld in het gareel te houden. Wie zich grote opofferingen getroost, aarzelt doorgaans
niet die aan anderen op te leggen. Serieuzen hebben vele malen meer bloed aan hun
handen dan spotters en humoristen.

Met een beetje zelfspot houd je idealisme beter vol en vermijd je dat idealisme
onderdrukking van anderen rechtvaardigt, precies vanwege het dubbele karakter ervan:
het vermogen om tegelijkertijd de pracht van ons geklungel in dit ondermaanse te zien,
als de soms belachelijke pretentie en donkere keerzijden ervan.

Cynisme en ironie
Zelfspot verschilt van zelfkritiek, cynisme, zelfrelativering en ironie. Zelfkritiek en
zelfspot hebben gemeen dat ze beide zelfreflectie veronderstellen: het vermogen en de
wil om van enige afstand naar jezelf te kijken. Verschil is dat zelfkritiek geschiedt in
naam van een bepaalde waarheid of moraal, en is gericht op zelfreparatie of
zelfverbetering. Daarom kan zelfkritiek ook streng en verbeten worden beoefend.
Zelfspot is echter minder gericht op het verbeteren van onszelf, dan op het plegen van
dagelijks onderhoud. Middels de zelfspot nemen we namelijk even afstand van ons
serieuze geworstel door daar met mededogen naar te kijken. Zelfspot erkent de
onvolkomenheid van het bestaan en van onze eigen strevingen daarbinnen. Hij is
tegelijkertijd kritisch, liefdevol en vergevingsgezind. Verbeten ernst is hem ten enen male
vreemd.

Cynisme en zelfspot hebben gemeen dat bij beide het geloof in absolute waarheden is
verlaten. Bij cynici klinkt daarin vooral bitterheid en teleurstelling door. Zelfspot ontbeert
die bitterheid. En hoewel zelfspot relativeert, maar anders dan relativisme, impliceert het
niet dat het allemaal om het even is wat we doen, dat het allemaal niet uit zou maken.
Zelfspot vergeeft ons dat we vaak de mist in gaan, dat we vaak tekortschieten, maar
ontkent niet dat het zinvol is in een bepaalde richting te blijven streven en dat het
belangrijk is om te slagen.

Net als ironie is zelfspot ontregelend. Bestaande scheidslijnen en zekerheden worden op


de hak genomen en daarvoor in de plaats komt ambiguteit en dubbelzinnigheid. Ironie
maakt de ironicus ongrijpbaar. Het doet hem schuilgaan achter moeilijk te interpreteren,
dubbelzinnige uitspraken. Meent hij het nou wel of niet? Zelfspot daartegenover verbergt
de spreker niet, maar toont hem in zijn naaktheid en onvolkomenheid. Ironie schermt af,
zelfspot stelt ten toon en maakt kwetsbaar. De enige bescherming waarop de zelfspotter

3
www.waterlandstichting.nl

hoopt, is dat zijn mildheid aanstekelijk werkt en mildheid en wellicht zelfs zelfspot bij de
toehoorder oproept.

Beschavingsoffensief
Als zelfspot een aspect van beschaving is, dan is aanleren van zelfspot een
beschavingsoffensief. Een bezwaar tegen beschavingsoffensieven is dat ze paternalistisch
zijn en daardoor soms praktisch moeilijk uitvoerbaar. Paternalisme roept bij de objecten
van beschaving namelijk de neiging op om in de contramine te gaan. Het aanleren van
zelfspot is echter minder paternalistisch, want het betreft evenzeer onszelf als anderen.
Het is een gezamenlijk project waarbij niet de n noodzakelijk het voortouw heeft.
Zelfspot is zelf een oefening, voor ieder die het beoefent, steeds weer. Het is zowel
middel als doel. Het gaat uit van ons aller kwetsbaarheid, ons aller imperfectie en ons
aller geklungel. Van ons aller menselijkheid kortom. Als we onszelf kunnen uitlachen,
vergeven en liefhebben, kunnen we dat ook jegens de buren.

Zelfspot is hoog gegrepen en lang niet altijd mogelijk. Zelfspot vooronderstelt een
minimale dosis zelfvertrouwen en veiligheid, zowel bij individuen als bij groepen. Het
vereist dat je mentaal redelijk stevig in je schoenen staat. Het vereist van de sociale
omgeving dat deze jou als individu of groep enigszins erkent en naar je luistert. Niet van
iedereen kan worden verwacht aan die eisen te voldoen. Als je bijvoorbeeld als
migrant, laag opgeleide of vrouw ) moet schreeuwen om berhaupt gehoord te worden,
is zelfspot moeilijk. Dat geldt ook voor mensen die onder grote druk en/of bedreigingen
leven, zoals Aboutaleb of Hirsi Ali. In hun positie wordt zelfspot waarschijnlijk niet
begrepen en al snel tegen ze gebruikt. Kun je berhaupt wel zelfspot uitoefenen en
tegelijkertijd een heel serieuze en miskende zaak bepleiten? De politiek filosoof Michael
Walzer trekt dat indirect in twijfel. Zonder passie en enig fanatisme ontbreken de moed
en de energie om tegen onrecht ten strijde te trekken, en dooft de motivatie bij de eerste
de beste tegenslag snel uit. Zelfspot valt dus niet altijd en van iedereen te verwachten.
Maar er op hopen mag wel. En voor de anderen is er werk aan de winkel. Die moeten
namelijk de voorwaarden helpen scheppen waaronder ook mensen als Aboutaleb en Hirsi
Ali zich zelfspot kunnen permitteren, om zodoende het besef levend te houden dat ze ook
maar rollen spelen en dat je niet met een van je rollen hoeft samen te vallen.

Maar niet iedereen hoeft het altijd en in gelijke mate te beoefenen. Belangrijker is dat er
mensen zijn die een voorbeeld kunnen zijn, en anderen kunnen inspireren om ook even
om zichzelf te glimlachen. Voorbeelden van dergelijke geslaagde beschavingspogingen
waren ooit Monthy Python of Koot en Bie. Meer hedendaagse voorbeelden zijn de film
Shouf Shouf Habibi en de actualiteitenrubriek De meiden van Halal, of de beide
presentatrices van Turken zijn beter dan Surinamers van een paar jaar geleden.
Dergelijke zelfspottende kunst verdient een forse stimulans. Ook zelfspotprenten kunnen
een zinvolle bijdrage leveren, met als basisgedachte: Ons bespotten? Dat kunnen we zelf
beter! Maar ook in meer alledaagse situaties is bevordering van zelfspot mogelijk.
Politici, docenten, bedrijfsleiders, buurtconcirges, sportcoaches en hulpverleners kunnen
allemaal zelfspot bevorderen door het voor te leven.

4
www.waterlandstichting.nl

Onze opvatting van zelfspot komt verdacht dicht in de buurt van de joods-christelijke
opvatting dat God de mens liefheeft, hoewel die mens is gevallen. Waar niet langer een
God is, moeten we deze liefde en ruimhartigheid nu zelf jegens onszelf en elkaar
opbrengen. Zelfspot nodigt uit tot de opvatting dat niemand door de mand kan vallen
omdat iedereen dat al bij voorbaat heeft gedaan, maar dat dat niet erg is. Als er iemand
was met wie niet te spotten viel, dan was het God wel. Met de mens valt daarentegen
uitstekend te spotten. Zou dat niet het wezenlijke verschil tussen religie en humanisme
kunnen zijn?

Tsjalling Swierstra is filosoof aan de Universiteit van Twente, Evelien Tonkens is


socioloog aan de Universiteit van Amsterdam. Dit is een kortere versie van de
Socrateslezing die zij op 30 november jl. hebben uitgesproken ter gelegenheid van het
zestigjarig bestaan van het Humanistisch Verbond. Dit stuk verscheen eerder in NRC
Handelsblad van 2 december 2006.

Das könnte Ihnen auch gefallen