Sie sind auf Seite 1von 3

Bijlage 2 Format Toelichting lesontwerp

Student: Merel Nelissen Docent:


Vakgebied: Rekenen Stagegroep: 6, 7 en 8
(les alleen voor groep 6)
Klas: PEH16VC
Welke keuzes heb ik hier gemaakt? Toelichting/ onderbouwing van keuzes
(denk hierbij met name kernbegrippen uit (vak-) specifieke
theorie)
Kennis over De groep bestaat uit 28 kinderen, 12 jongens en Ik heb gekeken naar de hoeveel kinderen in groep 6 zitten. De
(kinderen in) de 16 meisjes. In groep 6 zitten 10 kinderen, groep 7 les is namelijk alleen voor groep 6.
groep is nadrukkelijk zitten 7 kinderen en in groep 8 zitten 11 kinderen.
verwerkt in de Ik heb ook gekeken naar hoe de kinderen gewend zijn om een
De kinderen zitten in groepjes van twee tot en met
omschrijving van de rekeninstructie te krijgen.
beginsituatie van 6 kinderen. Alle groepjes zitten aan de muur,
de groep, zowel in hierdoor is er in het midden van de klas ruimte Verder heb ik gekeken naar de betrokkenheid tijdens andere
pedagogische zin voor de matten waar ze met materialen kunnen lessen. Ik heb benoemd wat ik doe om ervoor te zorgen dat
(gedrag, werken. iedereen betrokken is bij de les.
groepsverhoudingen Tijdens een instructie over rekenen wordt de klas
, groepsdynamiek) verdeeld in groep 6, 7 en 8. De kinderen die geen Ik heb aangegeven wat de kinderen al weten en wat ze nog
als in didactische zin moeilijk vinden om toe te passen.
instructie krijgen werken zelfstandig verder aan
(vakspecifieke
beginsituatie). hun weektaken. Ik gebruik het digibord dat aanwezig is in de klas. Ik geef aan
hoe ik het bord gebruik. Door het digibord te gebruiken, kan ik
Ik wil ervoor zorgen dat de betrokkenheid van de gegevens weghalen en het de kinderen zelf laten invullen. Zo
kinderen hoog is, omdat dit een belangrijk kan ik tussendoor checken of de kinderen het begrijpen.
onderwerp is en ze zelf aangeven het nog moeilijk Tenslotte heb ik de visie van de school beschreven. Hieruit kun
vinden. Tijdens andere lessen en instructies heb ik je halen hoe er gewerkt wordt in de klas.
gemerkt dat L. vaak nog met vragen zit en ze niet
durft te stellen. Ik wil L. vragen of hij het begrijp en
als ik merk dat hij het moeilijk vind om antwoord te
geven, vraag ik of hij het kan herhalen wat ik
benoemd heb. F. en L. zijn erg stil. Ik wil ze meer
betrekken bij de les. Ik wil ze vragen om mij te
helpen als assistentes. J. is een van de speciale
kinderen. Hij is erg aanwezig in de les. Ik wil
ervoor zorgen dat J. weet wanneer hij iets kan
zeggen. Dit wil ik doen door duidelijke afspraken
met hem te maken. Voor J. en D. is interactie
belangrijk, omdat ze snel afgeleid raken. Ik wil
deze twee jongens wat vaker de beurt geven,
zodat ze zich betrokken voelen bij de les.

De kinderen van groep 6 zijn bezig geweest met


het metriek stelsel met lengte, gewicht en inhoud.
Met inhoud hebben ze liter, dl ,cl en ml behandeld.
Tijdens het nakijken hiervan bleek dat dit nog erg
moeilijk voor ze is. De kinderen kennen de trap
van inhoud, maar hebben moeite met het
toepassen ervan.

Er is een digibord aanwezig in de klas. Ik maak


gebruikt van het digibord, door het metriekstelsel
hierop te laten zien. Ik kan met behulp van het
digibord bepaalde gegevens weg laten, zodat de
kinderen dit zelf moeten invullen. Verder gebruik ik
het digibord voor de antwoorden die de kinderen
geven.
Het montessorionderwijs heeft het vooral over
zelfopvoeding. De kinderen leren zelfstandig te
werken. De kinderen krijgen een instructie en
verwerken dit zelfstandig. Ze kunnen een lesje
aanvragen over iets dat ze nog moeilijk vinden.
Tijdens het werken hebben ze een vragenkaartje
dat ze kunnen gebruiken. Ligt het vraagteken naar
boven, dan worden ze geholpen tijdens de rondes
lopen met hun vraag.
De lesdoelen zijn Kerndoel 33 Ik heb doelen gesteld die voor iedereen haalbaar zouden zijn.
afgestemd op de De leerlingen leren meten en leren te rekenen met
beginsituatie. In de eenheden en maten, zoals bij tijd, geld, lengte, Door naar de leerlijn te kijken, wist ik wat het belangrijkste is
formulering ervan omtrek, oppervlakte, inhoud, gewicht, snelheid en voor de kinderen om onder de knie te krijgen. Dit is het onder
wordt zichtbaar dat temperatuur. de knie krijgen van het metriekstelsel. Het metriekstelsel is het
kennis van - De kinderen kunnen door behulp van sluitstuk voor het leren meten op de basisschool. Wanneer de
vakdidactiek en het metriekstelsel relaties te leggen kinderen het metriekstelsel onder de knie hebben, gaan ze op
leerlijnen op een tussen de verschillende inhoudsmaten. zoek naar relaties tussen maten van verschillende grootheden.
logische manier is (receptief) Oonk, O., (2010). Rekenen-wiskunde in de praktijk,
verwerkt. - De kinderen leren de maatbeker als Kerninzichten. Groningen/Houten: Noordhoff Uitgevers
meetinstrument gebruiken om de
inhoud van allerlei objecten te meten. Ik heb gekeken naar de leerlijn van groep 6 (Tule, 2009.),
(receptief) hieruit bleek dat de maatbeker een belangrijk meetinstrument
- De kinderen kunnen aan het einde van is. Zo wordt het visueel voor de kinderen. Dit is voor de meeste
de les meteen een antwoord kinderen belangrijk in mijn stageklas.
produceren op een som. (productief)
- Procesdoel
De kinderen leren tijdens de rekenles
om samen te werken. Ze leren samen
een antwoord te geven.
- Productdoel
- De kinderen kunnen aan het einde van
de les de begrippen deci, centi en milli
uitleggen. Ze weten waar de begrippen
voor staan.
- De kinderen kunnen aan het einde van
de les eenvoudige herleidingen in een
context maken.

Werk- en De kinderen nemen een eigen voorwerp mee en Op deze manier wordt het betekenisvol voor iedereen. De
groeperingsvorme mogen zelf beslissen naar welke maat de andere kinderen werken met het metriekstelsel. Dit is een bekent
n zijn afgestemd op kinderen dit voorwerp moeten omrekenen. schema voor de kinderen. Ze concretiseren en construeren. Het
specifieke gebruik maken van het metriekstelsel zorgt ervoor dat de
kenmerken van de afstand tussen concreet en formeel te verkleinen. Door het
groep n op klassikaal bespreken van de voorwerpen van de kinderen
specifieke ontstaat er interactie.
kenmerken van
vakdidactiek. De les is alleen voor groep 6. Ik heb gemerkt dat Ik heb gekozen voor de werkvorm bordspel, omdat de
de kinderen het fijn vinden om van elkaar te leren. kinderen met elkaar samen werken om een antwoord te krijgen.
Ik heb daarom gekozen voor de werkvorm Ze leggen elkaar uit waarom ze voor dat antwoord kiezen.
bordspel. De kinderen werken samen aan
verschillende antwoorden en steeds een iemand De kinderen werken samen aan reflectie op elkaar en aan hun
schrijft het antwoord op het bord. eigen productie. De kinderen leggen elkaar uit hoe ze tot een
Moduulboek Coperatief leren van Natasja antwoord komen. Door het overleggen met elkaar ontstaat er
Choinowski (2001), Saxion Hogeschool een sociale context. De kinderen overleggen met elkaar over de
IJselland Deventer antwoorden. Ze leren hun eigen aanpakken en dat van anderen
https://saxion.nl/wps/wcm/connect/5c9091f7-d3c2- te verwoorden.
4c2e-
b3f5c6217741321f/Samenwerken2_Werkvormen+
cooperatief+leren.pdf?MOD=AJPERES

De kinderen werken zelfstandig aan een De kinderen krijgen een werkblad met sommen. Ze moeten nu
werkblad. de verbanden met het visueel en context kunnen verbinden.
Aandacht voor de verbanden draagt bij aan begrip en
toepasbaarheid van kennis en inzicht.
Oonk, O., (2010). Rekenen-wiskunde in de praktijk,
Kerninzichten. Groningen/Houten: Noordhoff Uitgevers

Werk- en Het samenwerken om een antwoord te krijgen is Door het rekenverhaal in te vullen met de goede antwoorden,
groeperingsvorme een lesdoel in deze les. De kinderen werken met leren de kinderen samen tot een antwoord te komen. Door op
n zijn functioneel het rekenverhaal samen. deze manier aan een rekenverhaal te werken, ontstaat er
ondersteunend bij interactie tussen de kinderen. Dit is een onderdeel van de
het behalen van de reconstructiedidactiek.
lesdoelen.

Een aanzet tot Samenwerkvorm bordspel. De werkvorm bordspel is een vorm waar een groep kinderen
samenwerkend leren verdeeld wordt in kleinere groepjes. De kinderen uit een
krijgt op een groepje krijgen allemaal een cijfer. De kinderen werken samen
logische wijze plek in aan een opdracht. Als de juf/meester een cijfer roept, komt het
het lesontwerp.* kind met dat cijfer naar voren. Dit kind schrijft het antwoord van
het groepje op het bord. Alle kinderen van alle groepjes met dit
cijfer komen naar voren.

De proces- en - De kinderen kunnen door behulp van Ik leg uit dat ik de doelen wil behalen door het visueel te
productdoelen het metriekstelsel relaties te leggen maken.
worden expliciet tussen de verschillende inhoudsmaten.
gevalueerd met de (receptief) Tijdens de les evalueer ik al een aantal doelen.
kinderen. - De kinderen leren de maatbeker als
meetinstrument gebruiken om de
inhoud van allerlei objecten te meten.
(receptief)
- De kinderen kunnen aan het einde van
de les meteen een antwoord
produceren op een som. (productief)
- Procesdoel Het samenwerken observeer ik tijdens de verschillende
De kinderen leren tijdens de rekenles activiteiten. Ik stuur de kinderen aan waar nodig. Ik wil dat dit
om samen te werken. Ze leren samen positief verloopt.
een antwoord te geven.
- Productdoel Door de kinderen de begrippen te laten herhalen controleer ik
- De kinderen kunnen aan het einde van of ze het snappen. Aan het einde van de les vraag ik hier nog
de les de begrippen deci, centi en milli eens na.
uitleggen. Ze weten waar de begrippen
voor staan.
- De kinderen kunnen aan het einde van Door het verwerkingsblad kan ik controleren of de kinderen
de les eenvoudige herleidingen in een verbanden kunnen leggen tussen de begrippen en
context maken. toepasbaarheid.

De werkvormen die Ik herhaal met de kinderen het metriek stelsel. Ik Door de kinderen het zelf te laten invullen, kan ik zien wie wat
worden gehanteerd laat hierbij de inhoudsmaten zien. Ik leg uit dat dl onthouden heeft. De kinderen mogen elkaar helpen, maar het
bij evaluatie zijn = 'deci' (tiende), cl = 'centi' (honderdste) en ml = niet voorzeggen. Dit geef ik aan bij het maken van de
passend bij 'milli' (duizendste) is. Ik geef voorbeelden bij mijn afspraken.
vakdidactiek en uitleg. Na mijn uitleg haal ik alle gegevens weg en
sluiten aan op laat ik het de kinderen zelf invullen.
specifieke
kenmerken van de Ik neem de maatbeker als voorbeeld om mee te Door de maatbeker als voorbeeld te nemen, weten de kinderen
groep. meten. Ik neem een voorwerpen van de kinderen dat ze dit kunnen gebruiken als meetinstrument. Dit geef ik ook
en laat zien hoeveel het is. aan. Aan het einde van de les vraag ik dit nog eens. Wat kun je
gebruiken als meetinstrument?

De kinderen werken zelfstandig aan een Ik kijk het verwerkingsblad na en geef degene die nog te veel
verwerkingsblad. Door dit na te kijken kan ik zien foutjes hebben een extra instructie.
wie het heeft begrepen en wie nog een extra lesje
nodig heeft.

Door te discussiren over een antwoord, leren de Ik stuur de kinderen waar nodig is aan met het samenwerken.
kinderen om samen tot een antwoord te komen en
naar elkaar te luisteren.

Das könnte Ihnen auch gefallen