Beruflich Dokumente
Kultur Dokumente
Va Voormiddag
tot Voormiddag
Leergebied(onderd
Muzische opvoeding: Bewegingsexpressie
eel):
Lesonderwerp: Op avontuur in vreemde landen
Lesdoelen:
1. Speels voortbewegen in verschillende richtingen (1.2, 1.5, 3.2)
2. Creatief bewegen vanuit vormen en bewegingen van boten (3.2, 1.2,)
3. Op eigen creatieve bewegingswijze een reis maken door fantasielanden (1.5)
4. Een bewegingsweg maken met leider en volger (4.1, 5.2)
5. Uitbeelden in verschillende ruimtelagen: hoog, midden, laag (3.2)
6. Verwoorden wat ze van een bewegingsverhaal vinden (6.3)
Mariam Makharoblidze, 1
Beginsituatie specifiek voor deze les:
Situering in het
aanbreng inoefening herhaling evaluatie
leerproces:
Voorkennis van de klasgroep:
Er zijn 24 leerlingen.
Leerling-specifieke gegevens:
Materiaal/locatiewijziging:
Plakband
Prenten boten
Prenten van de landen
Plattegrond x6
Balpennen x 6
LESOPBOUW
1. Inleidend gesprek
orintatie instructie verwerking afronding
5
Organisatie:
De leerlingen zitten in een kring in de polyvalente zaal.
Alle materiaal is op voorhand al klaargezet.
Richtvragen:
- Wie is er allemaal al naar het buitenland geweest?
- Naar waar ben je geweest?
- Hoe merk je dat je in het buitenland bent? (Zijn er dingen die anders zijn?)
- Hoe merk je dat je over een grens bent? (Een grens is de overgang van 1
land naar de andere)
- Wie heeft er al eens met een boot op een rivier of zee gevaren?
Instructie:
Je mag vrij door de zaal stappen maar je mag de grenzen en zeen niet
aanraken. Ik zal telkens zeggen hoe je moet stappen. Bijvoorbeeld achteruit of al
huppelend.
Organisatie:
De leerlingen gaan in een kring zitten.
Richtvragen:
Welke soort boten kennen jullie allemaal?
Organisatie:
Ik toon prenten van de verschillende boten.
Instructie:
Jullie mogen nu de verschillende boten uitbeelden. Ik zal telkens zeggen welke
boot je bent en in welke omstandigheden de boten moeten varen. Bijvoorbeeld in
een storm of heel traag.
Verloop:
Ik toon 5 landen en legt uit hoe je je moet gedragen op dat eiland. Bijvoorbeeld
tunnelland, snelland, robotland, schuifelland, sluipland.
Instructie:
Jullie mogen naar de verschillende eilanden gaan met de boten. Op elke eiland
moet je je op de gepaste manier gedragen. Elke keer dat je van eiland verandert,
moet je een andere boot nadoen. Wanneer je een andere leerling tegenkomt op
dat land, moet je elkaar begroeten zoals ze dat zouden doen in dat land. Let erop
dat niet iedereen hetzelfde doet. Door met hoogte- en tempoverschillen te
werken kan je allemaal iets anders doen. ( Ik toon hoe je met hoogte- en
tempoverschillen kan werken).
Organisatie:
Ik voeg 5 nieuwe landen toe en vraag aan enkele leerlingen om voor te tonen hoe
ze zich zouden gedragen in dat land.
Instructie:
Jullie moeten per 2 naar de verschillende eilanden gaan. En persoon is de leider
en de andere is de volger. De volger moet precies nadoen wat de leider doet.
Organisatie:
De leerlingen krijgen per 5 een plattegrond van de rivieren en eilanden en mogen
zelf hun landen verzinnen.
Instructie:
Jullie mogen straks groepjes van 4 leerlingen maken. Jullie zullen van mij een
plattegrond krijgen van de rivieren en eilanden en het is de bedoeling dat jullie
zelf 5 eilanden zullen verzinnen. Elk groepje zal dus zijn eigen parcours
verzinnen.
Afspraken:
- Er is telkens 1 leider en de rest zijn volgers. Telkens als jullie van land wisselen,
moeten jullie ook van rol wisselen.
- Je moet naar 5 eilanden gaan zodat iedereen een leider kan zijn.
- Jullie moeten elkaar begroeten op het eiland. Hou rekening met hoogte- en
tempoverschillen.
- Je krijgt 10 minuten om een parcours te verzinnen.
Instructie:
Ter voorbereiding van het toonmoment mogen jullie de verzonnen landen eens
inoefenen.
Toonmoment:
De groepen tonen hun reis door de landen voor. Ze moeten rekening houden met
alles dat in de les besproken werd.
Evaluatie: Evalueer hier je eigen handelen (did., ped. en/of org.). Wat deed je goed en
waarom? Wat ging niet goed en waarom? (Denk aan voorbereiding en realisatie.) Doe een
verbetervoorstel.