Sie sind auf Seite 1von 8

Lesvoorbereidingsformulier Fontys Hogeschool Kind en Educatie, Pabo Eindhoven

Bron: Didactisch model van Gelder

Student(e) Bo Disco Mentor Jacoline


Klas PEH16VA Datum 7-3-2017
Stageschool De Schalm Groep 6
Plaats Vught Aantal lln 26
Vak- vormingsgebied: rekenen/wiskunde
Speelwerkthema / onderwerp: meten

Persoonlijk leerdoel:
- Ik ken de namen van de kinderen in de klas.
- Ik heb de klas onder controle (dit is de een van de eerste les die ik geef in deze les, dus ik wil zien of dat ik dat ook in deze klas kan). Dit is doormiddel van het
waarschuwen van kinderen en zorgen dat het rustig is als ik instructie geef.

Lesdoel(en): Evaluatie van lesdoelen:


Kerndoel 33: - Bekijken wat de kinderen invullen op de wiskaartjes.
De leerlingen leren meten en leren te rekenen met eenheden en maten, - Bekijken hoe de kinderen reageren tijdens de instructie.
zoals bij tijd, geld, lengte, omtrek, oppervlakte, inhoud, gewicht, snelheid - De antwoorden (voortgang) op Snappet bekijken.
en temperatuur.

Met de tussendoelen:
- De kinderen kunnen seconden en minuten omrekenen.
- De kinderen kunnen oppervlakten uitrekenen.
- De kinderen overleggen tijdens het zelfstandig werken op een
rustige manier.
Beginsituatie:
De klas bestaat uit 26 kinderen waarvan twee kinderen dyslexie hebben. Deze kinderen worden vaak geholpen bij het voorlezen van bepaalde opdrachten. De groep is
gewend om samen te werken, maar ik wil ervoor zorgen dat de groep nog beter gaat samenwerken. Dit ga ik doen door elke keer als ze samenwerken ze met andere
kinderen te laten samenwerken. Sommige kinderen voelen zich namelijk alleen en dit is omdat er kliekjes zijn in de klas. Ik wil er dus voor zorgen dat er minder kliekjes
ontstaan doordat ze met alle kinderen leren samenwerken (ze leren elkaar beter kennen). Dit is allemaal beschreven in mijn typering en overdenking.

De Schalm werkt met Snappet, dit betekend dat de kinderen al hun opgaves maken op de tablet. De methode die ze gebruiken is wereld in getallen.
De kinderen hebben allemaal een flashbordje in hun laadje liggen, deze worden vaak gebruikt tijdens de rekenles. Mijn mentor vind het belangrijk dat de kinderen niet
alleen maar de dingen zien op het digibord maar ook in het klaslokaal. Zo gebruikt ze maatbekers, magneetbreuken, een klok etc. om de lessen interessanter te
maken. Ze zijn hiervoor heel erg bezig geweest met breuken en ze zijn ook heel erg bezig met cijferen.
Bij rekenen werken ze met een sterrensysteem, een ster is voor de kinderen die moeite hebben met kinderen, 2 voor de kinderen die het goed doen bij rekenen en 3
voor de kinderen waarbij het rekenen ze heel makkelijk af gaat. Tijdens de uitleg mogen de kinderen met 3 sterren na een korte uitleg zelfstandig verder werken als ze
het snappen. De kinderen met 1 ster krijgen na de instructie nog extra uitleg voor aan de instructietafel. De verschillende stergroepen moeten ook verschillende
opdrachten maken. Bij rekenen zijn er ook kinderen die als ze klaar zijn met de les verder mogen werken aan andere rekenwerkjes, dit is dan Kien of een groen
rekenboekje (dit zijn moeilijkere opdrachten). Een keer in de week neemt de andere docent uit groep 6 alle kinderen die het groene boekje hebben mee voor vragen en
uitleg en Kien wordt ook een keer in de week besproken.

De vierkante centimeter is al in een andere les gentroduceerd.


De kinderen zijn net klaar met lezen, ze moeten dus van te voren hun boek opruimen en de tablets moeten nog worden uitgedeeld. De kinderen die hulpjes van de
week zijn delen de tablet en de muizen uit. De kinderen zitten in hun groepjes.

Lesverloop
Tijd Leerinhoud Didactische handelingen Leeractiviteit Materialen / Organisatie
Leraar leergedrag leerling(en)
10 minuten Start Met flashbordjes (mapjes met stift). - De leerlingen luisteren. Digibord
Hoe vaak past een half uur in een uur? - De leerlingen schrijven op de flashbordjes. Wiskaartjes (mapje waar
Hoe vaak past een kwartier in een uur? - De leerlingen doen mee met de opdracht. ze op kunnen schrijven).
En hoeveel minuten is dit? - De leerlingen maken opgave 1. Stift
Hoeveel minuten zitten er in een uur? - De leerlingen overleggen rustig met elkaar. Tablet
Hoeveel seconden zitten er in een minuut?

Uitrekenen hoeveel minuten er in 3 uur en 15


minuten zitten?
Hoeveel minuten zitten er in een uur? 60 min.
Dus 3x60= 180 + 15 minuten. Dus 195 min.

We zijn vanochtend 125 minuten aan het werk,


hoeveel uur is dat? 2 uur en 5 minuten.
Een les duurt 240 seconden, hoeveel minuten
is dat? 240 : 60 = 4 minuten.

De leerlingen moeten opgave 1 maken.


15 minuten Weten jullie nog wat een vierkante centimeter - De leerlingen luisteren. Digibord
is? > op het bord staat: - De leerlingen maken de opgaves. Tablet
Vierkante centimeter > cm2. - De leerlingen leggen uit waarom en hoe ze het Wisbordjes
hebben gedaan.
Een vierkante centimeter is een vierkant - De leerlingen overleggen rustig met elkaar.
waarbij zowel de lengte als de breedte
allebei 1 cm zijn.

Opgave 2a verkennen. Wat zie je op het plaatje


in je boek? Welke heeft de grootste
oppervlakte? Waarom? > sommige is dit lastig.
Sommige zullen zeggen omdat 1 en 3 in 2
passen.
Opgave 2b: hoe vaak past het kleinste kaartje in
het grootste kaartje? Eerst zelf proberen laten
uitzoeken. Hoe hebben ze dit aangepakt?
Hebben ze gebruik gemaakt van het feit dat de
lengte van een klein kaartje even groot is al de
breedte van het grote kaartje. En dat het
vervolgens 5 keer in de grote kan.

Opgave 2c: Hoe kun je nu precies te weten


komen hoe groot dat kaartje is?
In tweetallen gaan ze dit berekenen (dan
kunnen ze overleggen). Ze kunnen hierbij ook
de wisbordjes gebruiken.
Dan bespreken we de aanpakken.
Hoeveel hokjes passen er in een lengte.
10 is dus 10cm2. En dan 4 rijen, dus 40 cm2.
(grootste kaartje).
Daarna rekenen ze de andere oppervlaktes uit.
Het is handig om te rekenen met rijtjes.

Ik laat een paar kinderen naar voren komen om


hun strategie te vertellen bij het uitrekenen van
de oppervlaktes. Andere kinderen mogen hierop
reageren en vertellen als ze een andere
strategie hebben.
10 minuten Ga nu opdracht 3 maken, hierbij ga je - De leerlingen maken de opdracht. Digibord
verschillende oppervlaktes berekenen. - De leerlingen overleggen rustig met elkaar. Tablet

Als je uitgaat van 21 en 16, dan 21 x 16= 336


Gebruik het makkelijk rekenen. 20 x 16= 320
En 1x16= 16.

Oppervlakte is lengte keer de breedte.

Na deze opgaves te hebben uitgelegd


besproken, mogen de kinderen zelf aan de slag.
Er is ruimte voor de kinderen om te overleggen.
10 minuten Maak opdracht 4 > ze mogen een liniaal of een - De leerlingen maken de opgave. Tablet
ruitjespapier gebruiken. - De leerlingen met 1 ster komen naar voren voor Digibord
De kinderen met 1 ster kunnen naar voren extra instructie.
komen voor de extra uitleg, terwijl de andere - De leerlingen overleggen rustig met elkaar.
kinderen verder gaan met de opgaves maken.
Er is ruimte voor de kinderen om te overleggen.
10 minuten Maak opdracht 5 > maak een eigen plattegrond. - De leerlingen maken de opgave. Tablet
- De leerlingen overleggen rustig met elkaar. Digibord
Als ze klaar zijn mogen ze verder werken aan - De kinderen die gaan werken aan Kien of het
hun weektaak (Kien, groene boekje of iets wat groene boekje mogen samenwerken.
ze nog moeten afmaken).
Er is ruimte voor de kinderen om te overleggen.
5 minuten Ik evalueer (kort) met de klas hoe de les is - De leerlingen luisteren naar elkaar en mij. -
gegaan en of de doelen zijn behaald. - De leerlingen bespreken hoe ze het vonden gaan.
Persoonlijke reflectie
Ik vond het op zich goed gaan voor een eerste les. Ik was wel zenuwachtig, maar Jacoline zei dat ze dat niet kon merken aan mij.
Ik zal de volgende keer kijken of dat ik zelf iets bij de methode kan bedenken, waardoor het concreter wordt. De wiskaartjes vond ik leuk
om te gebruiken en de kinderen waren ook heel betrokken bij deze werkvorm.
Ik had een plattegrond met de namen voor mij liggen en ik wist dus nog niet alle namen, ik vind wel dat deze les invloed heeft gehad op het
kennen van de namen. In de les die ik erna gaf merkte ik dat ik sommige namen al beter kende.
Ik zou de volgende keer meer willen letten op de controle van de klas, meer namen noemen zodat ze stil zijn.

Feedback mentor (inclusief handtekening) Jacoline Vernooij


Datum: 7-3-2017
Ik zou bij de wiskaartjes misschien iets zeggen van oke, ik zie dat iedereen het antwoord 4 heeft. Dit is zodat de kinderen zien/horen dat je
hun antwoord hebt gezien en dat het goed is.
Ik zou ook de volgende keer kijken dat je nog een paar sommen doet met de kinderen die het lastig vinden.
Bijlage 2 Format Toelichting lesontwerp

Student: Bo disco Docent: Jacoline


Vakgebied: Rekenen Stagegroep: 6
Klas: PEH16VA
Welke keuzes heb ik hier gemaakt?
Toelichting/ onderbouwing van keuzes
(denk hierbij met name kernbegrippen uit (vak-) specifieke theorie)
Kennis over (kinderen in) de Ik heb gekozen om eerst een algemeen stukje over de klas te schrijven. Dit gaat vooral over
groep is nadrukkelijk wat ik in mijn typering en overdenking heb beschreven. Daarna heb ik beschreven wat voor
verwerkt in de omschrijving soort onderwijs de school heeft op het gebied van rekenen. Ik heb hierbij beschreven met
van de beginsituatie van de wat voor methode ze werken, dat ze met tablets werken, wat voor soort rekenlessen mijn
groep, zowel in mentor geeft, dat ze met een sterrensysteem werken en wat er in combinatie met de andere
pedagogische zin (gedrag, groep 6 wordt geregeld op het gebied van rekenen. Op het einde van de beginsituatie heb ik
groepsverhoudingen, even kort beschreven wat er net voor deze les is gebeurd qua opruimen en klaar zitten.
groepsdynamiek) als in
didactische zin Om tot deze informatie te komen, heb ik verschillende gesprekken gevoerd met mijn mentor,
(vakspecifieke lessen geobserveerd en de methode bekeken.
beginsituatie).

De lesdoelen zijn Ik heb een kerndoel uitgekozen van www.tule.slo.nl en hierbij heb ik tussendoelen gemaakt.
afgestemd op de Bij deze doelen heb ik proces- en productdoelen gemaakt. Mijn procesdoel heeft te maken
beginsituatie. In de met samenwerken en hier heb ik voor gekozen vanwege mijn overdenking. Dit is een doel
formulering ervan wordt waar ik meerdere lessen aandacht aan besteed.
zichtbaar dat kennis van Mijn productdoelen zijn dat de kinderen seconden en minuten kunnen omreken en dat de
vakdidactiek en leerlijnen kinderen oppervlakten kunnen uitrekenen. Deze doelen kan ik controleren tijdens en na de
op een logische manier is les.
verwerkt.

Werk- en Je hebt verschillende leer- en onderwijsprincipes. Deze worden vaak in paren beschreven.
groeperingsvormen zijn Het eerste woord verwijst dan naar het leerprincipe en het tweede woord naar het
afgestemd op specifieke onderwijsprincipe. Het leerprincipe is de manier waarop kinderen leren en het
kenmerken van de groep n onderwijsprincipe is wat er in het onderwijs gedaan moet worden om dit leren te stimuleren.
op specifieke kenmerken Bij rekenen zijn de volgende paren bekend:
van vakdidactiek. - Construeren en concretiseren;
- Niveaus en modellen;
- Reflectie en eigen productie;
- Structuren en verstrengelen;
- Sociale context en interactie (Oonk et al, 2015).

Tijdens deze rekenles komen de volgende leer- en onderwijsprincipes terug:


- Niveaus en modellen. In de les worden verschillende modellen gebruikt. Deze
staan op het digibord. Hierbij gebruiken ze voorbeelden die herkenbaar zijn voor
de kinderen. Ze kunnen zich dus goed vinden in de voorbeelden en daardoor
wordt de stap tussen concreet en formeel overbrugd;
- Reflectie en eigen productie. De kinderen geven zelf inbreng in de les. Zo maak ik
gebruik van de wisbordjes, hierbij kunnen de kinderen antwoorden opschrijven. Bij
een ander gedeelte van de les staat er een opdracht op het bord waarbij ze
verschillende oppervlaktes moeten uitrekenen. De kinderen gaan dit eerst
proberen zelf op te lossen, hierbij gebruiken ze ook hun wisbordjes (met een
ruitjespapier eronder). De kinderen gaan dus zelf proberen om tot een antwoord te
komen;
- Sociale context en interactie. De kinderen bespreken met elkaar hoe ze de
opdracht van het uitrekenen van de oppervlaktes hebben uitgerekend. Een paar
kinderen komen naar voren om het voor te doen op het bord, andere kinderen
mogen hierop reageren en vertellen als zij het anders hebben aangepakt.

Tijdens de introductie werk ik met wisbordjes. Ik kan dan zien wat ze al weten van tijd. Mijn
mentor gebruikt deze bordjes ook vaak tijdens haar rekenlessen. Wisbordjes zorgen ervoor
dat iedereen geactiveerd wordt en dat je snel kunt monitoren of iedereen goed meekomt. Dit
is allemaal tijdens de les, zodat je nog kunt bijsturen en feedback kunt geven (Hollingsworth
& Ybarra, 2015).
Werk- en De kinderen overleggen als ze een opgave moeten maken bij de instructie. Ze vertellen aan
groeperingsvormen zijn elkaar hoe zij het aanpakken en leren elkaar eventueel nieuwe manieren. Er wordt gebruikt
functioneel ondersteunend gemaakt van 3 paren van de reconstructiedidactiek, hierdoor kunnen ze de doelen beter
bij het behalen van de behalen. Er wordt gebruik gemaakt van wisbordjes om het doel over het tijd te behalen. Ik
lesdoelen. kan dan zien of ze het goed hebben begrepen of dat ze nog extra uitleg nodig hebben.

Een aanzet tot De kinderen werken in tweetallen aan een opgave bij de instructie. Ze helpen elkaar om tot
samenwerkend leren krijgt nieuwe ideen te komen. Een paar kinderen vertellen ook aan de klas hoe ze het hebben
op een logische wijze plek in opgelost, andere kinderen mogen hierop reageren en hun ideen vertellen. De kinderen
het lesontwerp.* geven elkaar nieuwe ideen over hoe je de opdracht kan oplossen.

Een aanzet tot ontdekkend -


leren krijgt op een logische
wijze plek in het
lesontwerp**

De proces- en Ik bespreek (kort) klassikaal met de klas hoe de les is gegaan. Of we de doelen hebben
productdoelen worden behaald en hoe ik vond dat de kinderen hebben gewerkt. Ze hebben voor de evaluatie best
expliciet gevalueerd met lang zelfstandig zitten werken en dus pak ik alles even terug door het klassikaal te
de kinderen. bespreken.

De werkvormen die worden De evaluatie is klassikaal, dit is vaak tijdens de rekenles. Mijn mentor pakt dan alles even
gehanteerd bij evaluatie terug en bespreekt hoe de les is gegaan en of de doelen zijn behaald. Tijdens de opdrachten
zijn passend bij bij de instructie is ook gevalueerd, De kinderen bespreken de opdrachten die ze hebben
vakdidactiek en sluiten aan gemaakt en bespreken hun strategien. Bij de herhaling van de vorige les worden wisbordjes
op specifieke kenmerken gebruikt. Er wordt dan gevalueerd of de kinderen de stof nog begrijpen. Dit is op een
van de groep. activerende manier en deze manier zijn ze gewend. Mijn mentor gebruikt vaker wisbordjes
tijdens de lessen.

*bij tenminste 3 lesontwerpen


** bij tenminste 1 lesontwerp

Das könnte Ihnen auch gefallen