Sie sind auf Seite 1von 5

Lesvoorbereidingsformulier Fontys Hogeschool Kind en Educatie, Pabo Eindhoven

Bron: Didactisch model van Gelder

Student(e) Lisa Bos Mentor K. van L.


Klas PEH16VD Datum -
Stageschool De S. Groep 1/2
Plaats Eindhoven Aantal lln 27
Vak- vormingsgebied: Taal
Speelwerkthema / onderwerp: Stellen

Persoonlijk leerdoel: Ik wil een les geven die is aangepast op het niveau van de kinderen van groep 1 en groep 2. Dit wil ik doen door de kinderen van beide groepen
te laten starten met dezelfde opdracht. Wanneer groep 2 klaar is met het verhaal bedenken mogen zij een moeilijkere opdracht doen.

Lesdoel(en): Evaluatie van lesdoelen:


Productdoel: Productdoel
De kinderen kunnen aan het eind van de les: Door de kinderen aan het eind van de les hun verhaal door middel van de plaatjes te
- Een verhaal maken door plaatjes op volgorde te leggen. laten vertellen, weet ik of de kinderen de opdracht hebben begrepen. Ik luister naar het
- Een verhaal maken door tekeningen te maken. verhaal en kijk of het op chronologische volgorde is bedacht. Tijdens de opdracht luister
- Hun verhaal vertellen op chronologische volgorde. en kijk ik mee, of de kinderen het verhaal samen hebben gemaakt.

Kerndoel 5 Procesdoel
- verhalende teksten, vooral expressief Ik luister en kijk tijdens de opdracht mee, zodat ik kan zien en horen of de kinderen
(bijv. bij tekeningen, briefjes en kaarten voor anderen, samen het verhaal maken. Als dit niet het geval is, grijp ik in en vraag ik aan leerling B of
verhalen/boekjes) (zie kerndoel 9) zij of hij ook inputt heeft voor het verhaal. Als laatst vraag ik aan het einde van de les hoe
- schrijven via tekenen de samenwerking is gegaan per tweetal.

Kerndoel 9
- Zelf 'voorlezen' (bijv. aan knuffel of klasgenoot)

(tule.SLO, 2017)

Procesdoel
Aan het eind van de les hebben de kinderen samen een verhaal gemaakt
die ze kunnen navertellen.
Beginsituatie:
Vakspecifiek
Mijn mentor had de visie dat stellen te moeilijk was voor de kinderen. Ik denk echter, als ik naar tule kijk en naar het cognitief niveau van de kinderen dat deze opdracht
haalbaar is voor hen. De kinderen maken vaak tekeningen waarin een indirect verhaal staat. De kinderen kunnen namelijk iets vertellen over hun tekening.

Pedagogisch
Uit de typering blijkt dat de kinderen goed met elkaar kunnen omgaan, maar dat kiezen op basis van eigen voordeel. Er vallen een aantal kinderen buiten de groep. Zij
veroorzaken vaak ruzies en of problemen in de klas. Een aantal kinderen zijn sneller dan anderen en geven vaker antwoord op de vraag. Zij komen dan ook vaak aan
de beurt. De kinderen werken tijdens werklessen vaak samen in twee of viertallen. Een aantal kinderen zijn erg individueel. Ik maak de groepjes op basis van de kring.
Mijn mentor heeft voordat ze de kring opstelling heeft gemaakt nagedacht over welke kinderen bij elkaar zitten. Als zij groepjes maakt hoeft ze geen kinderen te
wisselen. Om deze reden doe ik dit ook en pas ik me hier op aan.

Lesverloop
Tijd Leerinhoud Didactische handelingen Leeractiviteit Materialen / Organisatie
Leraar leergedrag leerling(en)
5 min Inleiding - Ik zit samen met de zes kinderen in de - De kinderen luisteren naar het verhaaltje. - afbeeldingen
kleine kring. - De kinderen vertellen wie er in het verhaal
- Ik leg verschillende afbeeldingen op voorkwamen.
tafel. - De kinderen vertellen waar het verhaal zich plaats
- Ik vertel de kinderen een verhaaltje met vond.
de plaatjes. - De kinderen luisteren naar mijn uitleg.
- Ik vraag de kinderen wie er in het - De kinderen gaan in tweetallen zitten.
verhaaltje voorkwamen.
- Ik vraag waar het verhaaltje zich
afspeelde.
- Ik vertel de kinderen dat zij samen een
verhaaltje mogen bedenken.
- Ik vertel de kinderen dat zij de plaatjes
mogen gebruiken als hulpmiddel om te
onthouden hoe het verhaaltje gaat.
- Ik vertel de kinderen dat zij ook zelf een
klein plaatje mogen maken.
- Ik maak de tweetallen.
7 min Kern - Ik geef de kinderen een blad om de - De kinderen maken een verhaaltje door de plaatjes - Afbeeldingen
afbeeldingen op te leggen, of om zelf op volgorde te leggen. - Blad om de
afbeeldingen te maken. - De kinderen stellen vragen wanneer nodig is. plaatjes op te
- Ik laat de kinderen beginnen. - De kinderen stoppen met de opdracht als deze leggen
- Ik loop zelf rond in de klas. volledig af is.
- Ik kijk tussendoor bij de kleine kring om - De kinderen maken het verhaal af.
te kijken hoe dit verloopt.
- Ik help waar nodig is.
- Ik geef complimenten.
- Ik stel vragen om kinderen verder te
helpen.
- Ik geef de groep 2 kinderen een
moeilijkere opdracht.
- Ik leg uit dat de kinderen van groep 2
een verhaal gaan bedenken die drie
dagen duurt en dat er iets geks in moet
gebeuren wat ik nooit zou verwachten.
- Ik geef aan dat de kinderen nog twee
minuten hebben.
- Ik leg de opdracht stil.
- Ik vraag wie er klaar is met de opdracht
- Ik geef de kinderen nog tijd als dit nodig
is om het verhaal af te maken.
8 min Slot - Ik vraag welke kinderen hun verhaaltje - De kinderen vertellen hun verhaal. - Afbeeldingen
als eerst willen vertellen. - De kinderen die naar het verhaal hebben geluisterd, - Blad waar de
- Ik luister met de andere kinderen naar geven antwoord op mijn vragen over het verhaal. afbeeldingen op
het verhaaltje. - De andere kinderen vertellen hun verhaal. liggen.
- Ik geef complimenten voor het verhaal. - De kinderen reageren positief als er goed is
- Ik stel vragen aan de andere leerlingen gewerkt.
over het verhaal.
- Ik geef complimenten.
- Ik geef de andere kinderen de beurt om
hun verhaal te vertellen.
- Ik vertel of de kinderen goed hebben
gewerkt en waarom dit zo is.
- Ik rond de les af.
Persoonlijke reflectie

Feedback mentor (inclusief handtekening)


Datum:

Das könnte Ihnen auch gefallen