Lesvoorbereidingsformulier Fontys Hogeschool Kind en Educatie, Pabo Eindhoven

Bron: Didactisch model van Gelder

Student(e) Lisa Bos Mentor K. van L.

Klas PEH16VD Datum 11-04-2017
Stageschool De S. Groep 1/2
Plaats Eindhoven Aantal lln 27
Vak- vormingsgebied: Kunst en orintatie
Speelwerkthema / onderwerp: vorm

Persoonlijk leerdoel: Ik wil een duidelijke opdracht geven en de orde houden. De orde houden wil ik doen door duidelijke regels op te stellen en duidelijk aan te geven
wat ik van de kinderen verwacht. Ik wil tussendoor bij het groepje die met de opdracht bezig is weg kunnen lopen, zonder dat ik het idee heb dat het dan fout gaat.

Lesdoel(en): Evaluatie van lesdoelen:

Productdoel
Aan het eind van de les kunnen de kinderen 3 verschillende vormen
gebruiken om hun ei te versieren en eigen te maken. De kinderen kunnen
betekenis geven aan het werkje. De kinderen tekenen met potlood en kijken
hoe zij met potloden een effect kunnen maken door twee kleurtjes over
elkaar te kleuren.
Kerndoel 54:
- tekenen met potlood, kleurpotlood, viltstift, waskrijt en bordkrijt
- vormsoorten (rond, vierkant, driehoek, bol, enz.)
- vormkenmerken (spits, hoekig, lang, dun, groot, klein, enz.)
- betekenisvolle onderwerpen voor beeldende werkstukken uit de
directe belevingssfeer van de kinderen. In dit geval Pasen.
Productdoel
Door de werkjes tijdens het proces en aan het einde van de kleine kring te bespreken en
te bekijken kan ik zien of de doelen zijn behaald. Tijdens het bespreken vraag ik de
leerlingen hoe zij het vormpje hebben gemaakt. Ik geef hen complimenten en kijk zelf nog
extra naar het werkje.
Procesdoel
De kinderen kijken nar hun eigen werk, omdat ze zo op een andere manier naar werkjes
kijken. Ik wil de kinderen leren dat iets niet mooi hoeft te zijn, maar dat ze kijken naar wat
ze hebben gemaakt.

Procesdoel:
De kinderen leren reflecteren op hun eigen werk.
Beginsituatie:
Vakspecifiek
De kinderen kleuren veel en gebruiken vaak hun eigen fantasie. De kinderen van groep 1 vinden het moeilijk om een ronde vorm uit te knippen, om deze reden prikken
de kinderen vaak. De kinderen van groep 2 knippen vaker en kunnen dit beter. Zij mogen vaak kiezen hoe zij het willen doen.

Pedagogisch
Uit de typering blijkt dat de kinderen goed met elkaar kunnen omgaan, maar dat kiezen op basis van eigen voordeel. Er vallen een aantal kinderen buiten de groep. Zij
veroorzaken vaak ruzies en of problemen in de klas. Een aantal kinderen zijn sneller dan anderen en geven vaker antwoord op de vraag. Zij komen dan ook vaak aan
de beurt. De kinderen werken tijdens werklessen vaak samen in twee of viertallen. Een aantal kinderen zijn erg individueel. Ik maak de groepjes op basis van de kring.
Mijn mentor heeft voordat ze de kring opstelling heeft gemaakt nagedacht over welke kinderen bij elkaar zitten. Als zij groepjes maakt hoeft ze geen kinderen te
wisselen. Om deze reden doe ik dit ook en pas ik me hier op aan.

Lesverloop
Tijd Leerinhoud Didactische handelingen Leeractiviteit Materialen / Organisatie
Leraar leergedrag leerling(en)
5 min inleiding - Ik vertel de leerlingen dat zij een ei - De kinderen kijken naar de voorbeelden. - Voorbeelden van
mogen kleuren. - De kinderen luisteren naar wat ik zeg. kunstenaars
- Ik vertel dat ze in het ei vormen gaan - voorbeeldvormen
maken.
- Ik laat twee voorbeelden zien van
kunstenaars die vormen gebruiken
- Hierna laat ik nog een blad zien van
voorbeeld vormen.
- Ik vertel dat de kinderen zelf mogen
kiezen welke vormen ze in hun ei willen
maken en dat ze ook alle kleuren
mogen gebruiken die op tafel staan.
- Ik vertel de kinderen dat zij 3 vormen in
het ei moeten kleuren en meer mag
ook.
10 min Kern - Ik deel de eieren uit. - De kinderen luisteren naar mijn uitleg - Lege paaseieren
- Ik vertel de kinderen dat ze deze eerst - De kinderen gaan aan de slag. - Potloden
gaan inkleuren met vormen en dat ze - De kinderen stellen vragen als zij deze hebben. - Scharen
deze daarna mogen uitknippen of - De kinderen prikken of knippen de eieren uit als zij - priksetjes
prikken. klaar zijn.
- Ik vertel de kinderen dat zij aan de slag
mogen gaan.
- Ik kijk mee en loop ondertussen door de
klas.
- Ik probeer de kinderen zo min mogelijk
te helpen zodat het echt hun werkje
wordt.
5 min Slot - Ik vraag de kinderen het ei voor zichzelf - De kinderen leggen hun ei voor zich. - Gekleurde eieren
op tafel te leggen. - De kinderen vertellen over hun vorm
- Ik vraag de kinderen om te kijken naar - De kinderen vertellen hoe zij hun vormen hebben
de vormen die zij hebben gemaakt. gemaakt.
- Ik vraag de kinderen hoe zij de vormen - De kinderen reageren positief.
hebben gemaakt.
- Ik geef de kinderen complimenten.
- Ik vertel dat iedereen een heel mooi
eigen ei heeft gemaakt.
Persoonlijke reflectie
Ik had vooraf alle spullen klaargezet zodat ik hier geen tijd aan verloor. Ik begon mijn les met uitleg over vormen en liet hier voorbeelden
van zien van een schilderij. De kinderen waren genteresseerd en benoemden de vormen die zij zagen. Ik vertelde dat de kinderen zelf een
ei mochten maken en dat ik hielp als die niet lukte. De leerlingen hadden hier moeite mee, ik maakte met hun het ei een aantal keren. Ik
gaf complimenten zodat de moed niet wegzakte. Hierna vertelde ik de kinderen dat zij een aantal vormpjes in het ei mochten tekenen en
daarna het ei mochten inkleuren. De kinderen deden goed hun best en hielpen elkaar met het maken van vormen. Ik vond het zelf moeilijk
om weg te gaan van de tafel, maar ik had dit als leerpunt. Ik ben om die reden gaan kijken bij andere werkhoeken. Dit ging goed en de
kinderen waren goed aan het werk toen ik terug kwam. Een leerling was snel klaar, maar zij kon haar werkje prikken. Ik merkte dat ik niet
zag hoe de kinderen zaten en ik had hen hierop moeten corrigeren. Zij zaten niet op een goede manier aan de tafel. Mijn mentor kwam ook
bij een leerling helpen met het vasthouden van het potlood. Hier had ik meer op moeten letten. Hierna heb ik hier meer focus op gelegd,
maar de kinderen deden dit goed. Een aantal kinderen waren eerder klaar en ruimden hun spulletjes op om te wisselen, voordat zij
wisselden keek ik individueel naar de werkjes die zij gemaakt hadden . ik keek naar de vormen en stelde hier vragen over. Na het
bespreken en reflecteren op hun eigen werk mochten de kinderen gaan wisselen. De anderen gingen verder met hun werkje. Ik liep een
aantal keren weg en kwam weer terug om te kijken. Uiteindelijk waren ook zij klaar, ook hun werk kon ik rustig bespreken. Ik merkte aan
mezelf dat ik enkele keren zenuwachtig werd, maar dit kon ik vaak weer onder controle krijgen.

Feedback mentor (inclusief handtekening)

Datum:

De kinderen vinden het erg leuk om met je te werken. Wanneer je echt een tekenopdracht geeft, mag je meer letten op de potloodgreep en
zithouding.
Je mag, zoals je zelf ook al aangeeft meer weglopen bij de tafel. Geef de kinderen het gevoel dat ze het ook alleen kunnen en maak ze niet
te afhankelijk van je.