Lesvoorbereidingsformulier Fontys Hogeschool Kind en Educatie, Pabo Eindhoven

Bron: Didactisch model van Gelder

Student(e) Nina van den Wildenberg Mentor -

Klas PEH16VD Datum
Stageschool Groep 5/6
Plaats Aantal lln 25
Vak- vormingsgebied: Geschiedenis/levensbeschouwing
Speelwerkthema / onderwerp: Vieringen

Persoonlijk leerdoel:
- Orde handhaven in de klas, door duidelijk aan te geven wat ik van de kinderen verwacht en door hier consequent mee om te gaan.
- Kennis over de vieringen en het ontstaan hiervan hebben, zodat ik weet waar ik het over heb. (Dit doe ik door mezelf goed in te lezen over de vieringen die
aanbod komen)
Lesdoel(en): Evaluatie van lesdoelen:
Productdoelen: - Aan het eind van de les bespreek ik met de leerlingen wat ze geleerd hebben
- Aan het eind van de les weten de leerlingen hoe Pasen is ontstaan. van de les. Ik vraag wat ze nog niet wisten over de verschillende vieringen die
- Aan het eind van de les weten de leerlingen meer over de vieringen voorbij zijn gekomen.
die aanbod zijn gekomen. - Per groepje presenteren de leerlingen de door hun opgezochte informatie. Ze
Procesdoelen: zoeken op waar het vandaan komt, wie het vieren, wanneer het gevierd wordt
Kerndoel 38: De leerlingen leren hoofdzaken over geestelijke stromingen die in enz. De leerlingen zetten op de tijdbalk wanneer het ontstaan is.
de Nederlandse multiculturele samenleving een belangrijke rol spelen. - Tijdens het werken in de groepjes, loop ik rond om te kijken of de leerlingen
- De leerlingen leren over verschillende culturele vieringen. (38, sd) die buiten de groep vallen, een taak hebben in de groep en deel uitmaken van
- De leerlingen die snel afgeleid zijn, wil ik zoveel mogelijk bij de les de groep.
betrekken, zodat ze deel uitmaken van de groep.
Beginsituatie:
Actueel: De klas bestaat uit 25 leerlingen: 11 meiden en 14 jongens. 11 leerlingen uit de groep zitten in groep 5 en 14 uit de groep in groep 6. Dit wordt de vierde keer
dat ik een les geef voor groep 5 en 6 samen. Uit het sociogram kwam dat er drie kinderen buiten de groep vallen. Alle drie zijn ze erg snel afgeleid. n van de drie
kinderen heeft ADHD. Nu slikt hij zijn medicijnen en gaat het meestal gewoon goed met hem. Ik moet ervoor zorgen dat ik deze leerlingen meer bij mijn les betrek,
zodat ze minder snel afgeleid zijn en meer bij de groep gaan horen.
De leerlingen zitten in groep 5/6. Volgens de levensbeschouwelijke ontwikkelingsfases van Fowler bevinden de leerlingen zich in de synthetisch-conventionele fase. In
deze fase begint een groei van een persoonlijke levensbeschouwing. Daarbij is men afhankelijk van een groep wat daar gedacht en gedaan wordt. (Schepper, 2015)
Werkvorm: De werkvormen die ik gebruik zijn: klassikale instructie, in groepjes werken, klassikaal bespreken en presenteren. In de groepjes beginnen ze met een
coperatieve werkvorm: de placemat. De leerlingen schrijven elk in een vakje op wat zij al weten over het onderwerp. Ze bespreken dit en zetten de belangrijkste
punten in het middelste vakje. We bespreken klassikaal wat de leerlingen per groepje voor informatie hebben. Hierna krijgen de groepjes allemaal een eigen viering en
moeten ze een woordspin gaan maken over deze viering. Deze woordspin presenteren ze aan de klas. (verantwoording van werkvormen vind je in de lestoelichting)
Voorkennis: De leerlingen krijgen niet standaard levensbeschouwing. Wel bespreken ze bepaalde onderwerpen. Onder het kopje vieringen, worden vooral de
belangrijkste Nederlandse feestdagen besproken. Over sinterklaas en kerstmis weten de leerlingen el het een en ander. De meeste leerlingen weten niet waar Pasen
vandaan komt. Ook van de andere vieringen die aanbod komen, kent niet iedereen de ontstaansgeschiedenis. Ook weten niet al de leerlingen wat de vieringen
inhouden. Van sinterklaas en kerst weten de meeste leerlingen ongeveer hoe het ontstaan is. n leerling weet veel over Christelijke feesten. Zij wordt christelijk
opgevoed. Een paar leerlingen uit de klas zijn moslims, zij kennen vooral de feesten die uit hun cultuur komen.
Lesverloop
Tijd Leerinhoud Didactische handelingen Leeractiviteit Materialen /
Leraar leergedrag leerling(en) Organisatie
3 min Afspraken, lesplan en Ik maak met de leerlingen afspraken - De leerlingen weten wat er van hen verwacht word
lesdoel en bespreek het lesplan en het - De leerlingen weten wat het doel is van de les
lesdoel. - De leerlingen houden zich aan de gemaakte afspraken

Afspraken: Jullie zijn stil en kijken

mijn kant op als ik aan het praten
ben. Als je iets wilt zeggen dan
steek je een stille vinger op.

Lesplan:
We gaan het eerst hebben over
Pasen. Wat weten jullie nou eigenlijk
over Pasen? Ik vertel een verhaal
voor, zodat de leerlingen weten hoe
het is ontstaan.

Lesdoel:
Na de les weten alle leerlingen hoe
Pasen is ontstaan en weten ze meer
af van de vieringen die aanbod
komen.
De leerlingen leren met presenteren.
20 min Pasen Ik begin met het maken van de - De leerlingen denken na over wat ze al weten over Pasen Digibord
groepjes. De groepjes gaan bij - De leerlingen leren hoe Pasen ontstaan is en slaan dit op
elkaar zitten en krijgen een blad. Op - De leerlingen doen actief mee
dit blad staan hokjes, voor elk
groepslid n.
Ieder groepslid schrijft in dat hokje
wat hij/zij weet over Pasen. De
antwoorden worden besproken en
ze formuleren een
gemeenschappelijk antwoord. Dit
antwoord zetten ze in het midden
neer.

We bespreken dit klassikaal. Ik zet

in de woordspin op prowise wat de
antwoorden van de leerlingen zijn..

Hierna ga ik een verhaal voorlezen

over het ontstaan van Pasen. We
vullen de woordspin na dit verhaal
aan als dat nodig is.
30 min Vieringen Per groepje krijg je een viering. Je - De leerlingen zijn bezig met samenwerken A3 papier
gaat informatie verzamelen over - De leerlingen doen actief mee Stiften
deze viering en maakt samen met je - De leerlingen bespreken wat ze al weten over het onderwerp Ipads
groepje een woordspin. Op het bord dat zij gekregen hebben Computer
zet ik een aantal punten neer,
waarvan ik zeker wil dat ze terug
komen in de woordspin:
- Wanneer is het feest
ontstaan?
- Wat wordt er gevierd met
het feest?
- Wie vieren het feest?
- Waarom wordt het feest
gevierd?
- Wanneer wordt het feest
gevierd?
Voor het zoeken van informatie, mag
je de computers en tablets
gebruiken.
20 min Presenteren Elk groepje komt voor de klas staan - De leerlingen leren te presenteren Woordspin
en laat hun woordspin zien. Ze - De leerlingen delen hun informatie zodat andere leerlingen hier
vertellen iets over de informatie die ook meer over te weten komen
zij gevonden hebben of die ze al
wisten.
5 min Nabespreken Ik bespreek met de leerlingen of het - De leerlingen denken na over wat ze gedaan hebben en
leerdoel behaald is en wat ze nog waarom.
meer geleerd hebben van de les. - De leerlingen geven hun mening.
Ook vraag ik de leerlingen wat ze
vonden van de les.
Persoonlijke reflectie
- Ik dacht dat ik de les goed voorbereid had, maar ik merkte aan mezelf dat ik toch nog te weinig wist over de vieringen.
- Bij het presenteren van de vieringen waren er een paar groepjes die met informatie kwamen, die iedereen al wist. Dit moet ik de
volgende keer anders aanpakken. Duidelijker tegen de kinderen zeggen wat ik van ze verwacht.
- Ik heb rondgelopen om de groepjes te ondersteunen. Als ik merkte dat iemand afgeleid was of geen taak had en daardoor iets
anders aan het doen was, zorgde ik ervoor dat diegene er weer bij was. Door hem bijvoorbeeld een taak te geven.

Feedback mentor (inclusief handtekening)

Datum:
- Wat kun je nog meer doen zodat de leerlingen gerichter op zoek gaan naar informatie over de viering? Probeer de leerlingen meer
te sturen. Je had nu een paar vragen op het bord gezet, die zij konden gebruiken om informatie over de viering op te kunnen
zoeken. Geef duidelijker aan wat je wilt dat ze opzoeken.
- Denk aan je inleiding, hoe kan je ervoor zorgen dat je de aandacht van de leerlingen er meteen bij hebt?
- De kinderen vonden het een erg leuke les!

Bibliografie
38, K. (sd). www.tule.slo.nl. Opgehaald van TULE: http://tule.slo.nl/OrientatieOpJezelfEnWereld/F-L38.html