Sie sind auf Seite 1von 3

Bijlage 2 Format Toelichting lesontwerp

Student: Nina van den Wildenberg Docent: Vincent Hoeks


Vakgebied: Geschiedenis Stagegroep: 5/6
Klas: PEH16VD
Welke keuzes heb ik hier Toelichting/ onderbouwing van keuzes
gemaakt? (denk hierbij met name kernbegrippen uit
(vak-) specifieke theorie)
Kennis over (kinderen in) Beginsituatie: De leerlingen Om tot deze beginsituatie te komen heb ik
de groep is nadrukkelijk krijgen geen geschiedenis uit gekeken naar het sociogram, de klimaatschaal
verwerkt in de een bepaalde methode op en ben ik gesprekken aangegaan met mijn
omschrijving van de school. Ze krijgen soms mentor. Uit deze informatie heb ik hetgeen wat
beginsituatie van de geschiedenis bij het wekelijkse van toepassing is op de les in mijn
groep, zowel in thema en ze krijgen via beginsituatie genoteerd.
pedagogische zin schooltv geschiedenis mee.
(gedrag,
groepsverhoudingen, Er zitten drie leerlingen in de
groepsdynamiek) als in groep die buiten de groep
didactische zin vallen. Dit zijn ook de leerlingen
(vakspecifieke die snel afgeleid zijn. Een ervan
beginsituatie). heeft ADHD. Op het moment
gaat het goed met hem, maar
soms kan het zijn dat die niet
meer stil kan zitten en dat die
gefrustreerd raakt, omdat iets
bijvoorbeeld niet lukt.
De lesdoelen zijn Productdoelen: Ik heb gekozen voor deze lesdoelen, omdat
afgestemd op de - Aan het eind van de les veel leerlingen niet wat we vieren met Pasen
beginsituatie. In de weten de leerlingen en hoe het is ontstaan. Ook over andere
formulering ervan wordt hoe Pasen is ontstaan. vieringen weten ze dit niet. Daarom ga ik daar
zichtbaar dat kennis van - Aan het eind van de les in mijn les dieper op in.
vakdidactiek en weten de leerlingen Kerndoel 51 sluit hier goed bij aan omdat de
leerlijnen op een meer over de vieringen leerlingen onder andere op moeten zoeken
die aanbod zijn
logische manier is waar de vieringen vandaan komen. We zetten
gekomen.
verwerkt. - De leerlingen de vieringen op de tijdbalk, zodat de leerlingen
verzamelen gegeven een beeld hebben van hoe lang het geleden is
over het heden en dat de vieringen zijn ontstaan.
verleden met behulp Kerndoel 56 sluit hier goed bij aan omdat
van eenvoudige leerlingen gegeven moeten gaan verzamelen
historische bronnen over heden en verleden. Bij de opdracht
zoals
krijgen ze per groepje een viering en moeten
gebruiksvoorwerpen,
fotos, oude kaarten, ze informatie gaan verzamelen over: hoe het
ouder schilderijen, ontstaan is, wat er gevierd wordt, waarom het
kinderliteratuur. Ze gevierd wordt enzovoorts.
stellen vragen aan de
bronnen. (kerndoel 56)

Procesdoelen:
- De leerlingen
ontwikkelen en maken
gebruik van een
tijdbalk.
- De leerlingen plaatsen
gebeurtenissen,
verschijnselen en
personen uit de
geschiedenis op hun
tijdbalk. (kerndoel 51)
- De leerlingen die snel
afgeleid zijn, wil ik
zoveel mogelijk bij de
les betrekken, zodat ze
deel uitmaken van de
groep.
Werk- en Ik geef klassikale instructie en Ik heb gekozen voor zoveel variatie
groeperingsvormen zijn bespreek het ook klassikaal, werkvormen, zodat de leerlingen bij de les
afgestemd op specifieke hierna gaan de leerlingen blijven. Ze hebben geen tijd gehad om met
kenmerken van de groep werken in groepjes. In deze hun gedachten af te dwalen. De werkvormen
n op specifieke groepjes gebruiken ze de placemat en woordspin heb ik gebruikt, zodat
kenmerken van werkvorm placemat en de de leerlingen bezig konden zijn. Elke leerling
vakdidactiek. woordspin. Hierna gaan ze had een rol in het groepje. Zo krijgt iedereen
presenteren en evalueren we het gevoel dat hij/zij er toe doet.
klassikaal. De klassikale instructie, klassikale bespreking
De groepjes heb ik zelf en klassikale evaluatie zorgt ervoor dat we ook
gemaakt. Ik ben bij het maken iets in de les als gehele groep doen. Iedereen
van de groepjes gaan kijken doorloopt het zelfde proces, ze herkennen
naar de talenten van de hetgeen wat de ander zegt bij en kunnen
leerlingen. Ook heb ik gekeken hierop reageren.
waar ik de leerlingen die buiten Als beeldvormer heb ik een tijdbalk gebruikt,
de groep vallen moet plaatsen, zodat de leerlingen zich bewust zijn van
zodat ze meer bij de groep wanneer de vieringen zijn ontstaan.
worden betrokken.
Beeldvormer: tijdbalk

Werk- en Ik heb gekozen voor Over de viering Pasen, heb ik de leerlingen


groeperingsvormen zijn verschillende werk- en per groepje een placemat laten invullen. Op
functioneel groeperingsvormen: klassikale deze manier vullen ze allemaal in wat zij weten
ondersteunend bij het instructie, klassikale bespreking, over dit onderwerp, bespreken dit met elkaar
behalen van de werken in groepjes, de en komen tot n antwoord. Door het in je
lesdoelen. placemat, de woordspin en groepje en daarna nog klassikaal te bespreken
presenteren. wordt de informatie die de leerlingen over dit
onderwerp hadden uitgebreid. Ook zorgt deze
werkvorm ervoor dat iedereen inspraak heeft
over het eindantwoord. Zo hoort iedereen erbij.
Hierna gaan ze per groepje informatie
opzoeken over een viering. Door dit zelf op te
zoeken en om hier met elkaar over in gesprek
te gaan, onthouden de leerlingen de informatie
beter dan wanneer ik het vertel. De leerlingen
moeten ook opzoeken wanneer deze viering
ontstaan is, dit moeten ze op de tijdbalk
plaatsen.
De leerlingen die snel afgeleid zijn(dit zijn ook
de leerlingen die buiten de groep vallen),
probeer ik zoveel mogelijk bij mijn les de
betrekken. Ook in de groepjes zorg ik dat zij
een taak hebben. Zo worden zij gewaardeerd
door hun groepsgenoten en krijgen zij ook het
gevoel dat ze erbij horen.
Een aanzet tot De leerlingen werken in Ik heb gekozen om in groepjes te werken,
samenwerkend leren groepjes van 5 personen. Ieder zodat de leerlingen leren samenwerken. Ook
krijgt op een logische groepslid speelt een rol. Bij het de leerlingen die buiten de groep vallen,
wijze plek in het invullen van de placemat moet hebben een taak en maken deel uit van de
lesontwerp.* iedereen iets invullen. Ook bij groep.
het maken van de woordspin
worden de rollen verdeeld.
Een aanzet tot
ontdekkend leren krijgt
op een logische wijze
plek in het lesontwerp**

De proces- en Ik vraag de leerlingen wat ze Ik vraag/bespreek dit met de leerlingen, zodat


productdoelen worden vonden van de les. Wat ging er ze terug gaan denken over hoe het
expliciet gevalueerd goed met het werken in groepjes samenwerkingsproces verliep, ze denken
met de kinderen. en wat kon er beter? Wat terug na over wat ze geleerd hebben en als ze
hebben ze geleerd van de les? nog met vragen zitten kunnen ze die stellen.
Weten ze nou meer over
vieringen dan ze al wisten? Als
de leerlingen nog vragen
hebben, krijgen ze de kans die
te stellen.
De werkvormen die Het nabespreken doe ik Dit doe ik zodat de groep hier samen over na
worden gehanteerd bij klassikaal. Ook de kinderen die kan denken. De groep is niet helemaal n
evaluatie zijn passend buiten de groep vallen laat ik groep volgens het sociogram, maar zo kunnen
bij vakdidactiek en aan het woord. Misschien dat de ze er wel samen mee bezig zijn. Ik laat de
sluiten aan op specifieke andere kinderen zich kunnen kinderen aan het woord die er buiten vallen,
kenmerken van de vinden in het antwoord wat hun zodat de andere kinderen zich hier misschien
groep. geven. wel in kunnen vinden. Zo ontstaat er
wederzijds respect.

Bibliografie
51, K. (sd). www.tule.slo.nl. Opgehaald van TULE:
http://tule.slo.nl/OrientatieOpJezelfEnWereld/F-L51.html

56, K. (sd). tule.slo. Opgehaald van tule.slo:


http://tule.slo.nl/KunstzinnigeOrientatie/F-L56a-Gr56-Kinderen.html

Das könnte Ihnen auch gefallen