Sie sind auf Seite 1von 6

Kritische reflectie OGP3

Naam student: Naam SLB: Naam mentor:

Ingrid Daamen Ronald de Bakker Dick Vrenssen

Klas: Datum: Naam school:

PEH16VB 06-04-2017 FHKE Eindhoven

Wat wilde ik leren?


Deze periode stond in het teken van een aantal kritische handelingen. Dit zijn
dan ook meteen de doelen voor OGP3. De desbetreffende kritische handelingen
zijn A.1 (2.1), A.3 (4.7), B.1 (7.3), B.2 (3.6, 4.2, 4.5), B.3 (1.1, 2.6) en E.2 (5.2).
Hieronder heb ik ze nog even volledig uitgetypt:
-A.1. Bespreken van en omgaan met regels
-2.1 fysiek en sociaal-emotioneel veilige leeromgeving
De student is medeverantwoordelijk voor het realiseren van een fysiek en
sociaal-emotioneel veilige leeromgeving, met betrekking tot eigen gedrag, de
dagelijkse omgang met leerlingen en de omgang van leerlingen met elkaar.
-A.3. Leiding geven aan het groepsproces
-4.7 onverwachte situaties
De student past zijn organisatie aan bij onverwachte situaties op microniveau.
-A.4. Interactie aangaan met de groep
-3.12 feedback aan leerlingen
Toetsing en evaluatie:
De student evalueert onderwijsactiviteiten met kinderen en geeft feedback aan
leerlingen op proces en product.
-B.1. Leerdoelen stellen
-7.3 onderzoekende en reflectieve houding
De student toont een onderzoekende en reflectieve houding; onderzoekt
systematisch zijn eigen handelen, reflecteert en maakt gebruik van feedback van
kinderen, docenten, medestudenten en leerkrachten; hanteert
onderzoeksinstrumenten.
-B.2. Leeractiviteiten ontwerpen
-3.6 werkvormen en groeperingsvormen
Vakdidactiek:
De student hanteert doelgericht verschillende werkvormen en
groeperingsvormen.
-4.2 tijdsbewaking
De student bewaakt de tijd tijdens de uitvoering van een activiteit.
-4.5 leeromgeving inrichten
De student richt de leeromgeving zodanig in dat hij kan werken met zowel kleine
als gehele groepen; zet hulpmiddelen en materialen klaar voor eigen lessen.
-B.3. Leeractiviteiten begeleiden
-1.1 zicht op groepjes leerlingen
De student houdt zicht op groepjes leerlingen: geeft (bege)leiding aan
individuele leerlingen, kleine groep(en) en grote groep; vangt incidenten
met/tussen leerlingen op; zorgt ervoor dat groepjes die hij begeleidt naar
behoren functioneren; rapporteert hierover aan de leraar.
-2.6 samenwerking, zelfredzaamheid
De student stimuleert samenwerking, zelfredzaamheid en assertiviteit bij
leerlingen.
-E.2. Bespreken van opbrengsten en kwaliteit van leeractiviteiten met collega's
-5.2 actief bijdragen
De student levert een actieve bijdrage in de samenwerking met collegas
(medestudenten, leerkrachten, docenten): neemt initiatieven; denkt actief mee
in het kader van schoolontwikkeling; verwoordt zijn eigen mening.

Wat deed ik?


Ik heb me deze periode beziggehouden met de leerdoelen door hier steeds op
terug te blikken na elke gegeven les. Bij iedere les die ik heb gegeven, heb ik
geprobeerd om zoveel mogelijk handelingen aan bod te laten komen. Dit heb ik
geprobeerd door bij het voorbereiden van de les en de verantwoording te kijken
naar welke handelingen aansluiten bij mijn les en hoe ik die ging geven. Hierbij
heb ik echter geen gebruik gemaakt van theorie maar ik heb wel mijn mentor
geobserveerd lettend op de handelingen. Ik heb hierbij gekeken naar hoe zij dit
allemaal doet en hoe dit voor haar uitpakt. Ik heb mijn mentor bijlage 4 van het
ogp boekje in laten vullen bij een aantal lessen. Ik heb gemerkt dat dit niet
noodzakelijk was bij iedere les aangezien het steeds dezelfde beoordeling was. Ik
heb aan de hand van deze bijlage kunnen zien hoe ver ik was op het gebied van
een bepaalde handeling.
Hieronder heb ik per kritische handeling aangegeven wat ik heb gedaan om de
ontwikkeling te bevorderen:
-A.1. Bespreken van en omgaan met regels
Wat ik wilde leren aan de hand van deze kritische handeling was het overbrengen
van regels en daardoor duidelijkheid bieden aan de klas. Ik heb hiermee
geoefend door steeds aan het begin van de les de bedoeling uit te leggen en de
manier van aanpak. Ik vertelde de regels en wat we gingen doen. Ik heb gemerkt
dat dit zeer handig is omdat een duidelijke introductie ervoor zorgt dat de
leerlingen naderhand geen of minder vragen hebben. Ik ben van plan om dit
voort te zetten en mijn lessen steeds op deze manier te beginnen.

-A.3. Leiding geven aan het groepsproces


Wat ik wilde leren aan de hand van deze kritische handeling was het goed
functioneren in een onverwachtse situatie. Ik kan hier niet bewust mee oefenen,
enkel als er echt een situatie is waarin er iets onverwachts gebeurt en ik mijn
planning moet aanpassen. Dit heb ik wel een keer meegemaakt. Ik moest toen
het kringgesprek gaan leiden terwijl mijn mentor met een aantal leerlingen een
privgesprek ging houden. Ik had me hier totaal niet op voorbereid maar heb
gehandeld naar hoe mijn mentor zon kring leidt. Ik heb een enkele keer een
leerling moeten aanspreken op ongewenst gedrag maar verder verliep het
kringgesprek naar behoren. Ik hoop in de toekomst meer van zulke situaties
tegen te komen zodat ik er meer ervaring mee heb.
-A.4. Interactie aangaan met de groep
Wat ik wilde leren aan de hand van deze kritische handeling was het evalueren
van de les met de leerlingen. Ik heb hier bij elke les steeds veel aandacht aan
besteed. Dit heb ik ook beschreven in mijn verantwoordingen. In mijn sterkte-
zwakteanalyses heb ik deze handeling ook beschreven als eentje die ik al goed
beheers. Ik vind het namelijk belangrijk om te weten hoe de leerlingen een
activiteit hebben ervaren. Dan weet ik voor een volgende keer hoe ik de les
eventueel zou kunnen aanpassen of anders geven. Ik blijf doorgaan met het
evalueren van mijn lessen. Mijn mentor vindt namelijk ook dat het heel belangrijk
is om een goed leergesprek te hebben met de leerlingen.
-B.1. Leerdoelen stellen
Wat ik wilde leren aan de hand van deze kritische handeling was het reflecteren
op mezelf. Ik heb namelijk meegekregen vanuit het vorige half jaar bij de kleuters
dat ik meer op mezelf moet gaan reflecteren en dat ik zo kan zien wat ik beter
kan doen. Ik ben hier dus mee aan de slag gegaan door mezelf te filmen en door
lessen te bespreken met mijn mentor. De persoonlijke reflecties hielpen hier ook
bij. Doordat ik op mezelf ben gaan reflecteren, ben ik ook op de hoogte van hoe
ik ervoor sta met de kritische handelingen. Ik heb dit dus goed kunnen
beschrijven in de sterkte-zwakteanalyses. Ik heb besloten om hier zeker intensief
mee door te gaan in de volgende periode op stage.
-B.2. Leeractiviteiten ontwerpen
Aangezien ik als doel had om met mijn klas te werken aan de samenwerking, heb
ik voornamelijk deze werkvorm gebruikt. Ik heb tijdens mijn lessen de kinderen
laten samenwerken of klassikale instructies te geven. Daarom heb ik niet bepaald
een doel gesteld wat betreft deze kritische handeling. Ik heb natuurlijk wel gelet
op tijdsbewaking en mijn materialen klaar te leggen. Dit laatste puntje werd mij
ook meegegeven vanuit het vorige semester. Ik moest beter voorbereid de les
ingaan. Hier heb ik me zeker aan gehouden. Voor iedere les heb ik altijd alle
spullen van tevoren klaar gelegd. Dit is heel fijn, je hebt namelijk alles binnen
handbereik als je het nodig hebt. Zo verlies je de klas niet uit het oog. Ik wil me
de volgende periode meer gaan richten op het afwisselen van werkvormen en
hierbij verschillende groepjes te gaan gebruiken.
-B.3. Leeractiviteiten begeleiden
Wat ik wilde leren aan de hand van deze kritische reflectie was het stimuleren
van zelfredzaamheid en assertiviteit bij de leerlingen. Ik heb namelijk van mijn
vorige mentor gehoord dat ik de leerlingen te veel voorkauw. Dit moet ik niet
doen. Ik moet de leerlingen ondersteunen en ze de hulp bieden die ze nodig
hebben zonder het antwoord voor ze neer te leggen. Ik heb deze periode weer
veel geholpen waar het nodig was. Echter heb ik nu erop gelet dat ik de
leerlingen niet te veel voorkauw. Ik blijf de leerlingen zeker stimuleren wat betreft
hun zelfredzaamheid. Ik vind het namelijk belangrijk dat ze zonder hulp ook al
een heel eind komen met de leerstof.
-E.2. Bespreken van opbrengsten en kwaliteit van leeractiviteiten met collega's
Waar ik aan wilde werken aan de hand van deze kritische handeling was het uiten
van mijn mening en meer van mij te laten horen tijdens de pauzes in de
koffiekamer. Ik heb hier tot op heden nog moeite mee. Ik voel me op mijn gemak
bij de rest van de docenten maar ik heb niet het gevoel dat ik iets nuttigs heb om
bij te dragen aan hun gesprekken. Ik houd me meestal stil en luister naar hun
gesprekken. Ik denk dat mijn onzekerheid hier zeker een rol in speelt. Ik wil hier
dus zeker wat aan gaan veranderen. De volgende periode zal ik proberen om zelf
ook input te brengen in de gesprekken.
Welke betekenis heeft het voorgaande voor mij?
Deze periode was ik vooral heel trots op die ene keer dat ik de kring moest
overnemen terwijl mijn mentor even een gesprek moest hebben met een aantal
leerlingen. Het was een onverwachte situatie voor mij en ik heb het naar mijn
idee heel goed overgenomen en hierbij ook goed gehandeld. Ik heb een
vertelkring gedaan met de leerlingen. Hierbij heb ik ze om de beurt laten
vertellen over hun weekend. Ik verdeelde de beurten en het was rustig terwijl
iemand aan het praten was. Ik moest een enkele keer een leerling waarschuwen.
De leerling had door dat ik zijn gedrag niet fijn vond dus stopte hij hiermee. Deze
situatie past bij de kritische handeling A.3. Leiding geven aan het groepsproces;
4.7 onverwachte situaties.
Er is niet specifiek een handeling die ik heel moeilijk vond deze periode maar er
is er wel eentje waar ik minder bij stil heb gestaan. Dat is namelijk de kritische
handeling E.2. Bespreken van opbrengsten en kwaliteit van leeractiviteiten met
collega's. Dit komt met name door het feit dat ik me hier niet precies bewust van
was hoe ik hier het beste mee kon oefenen. Ik heb me namelijk alleen op het
lesontwerpen en lesgeven gericht. Ik vind ook eigenlijk dat deze handeling hier
niet bij hoort. Het is een handeling die zich niet in het klaslokaal afspeelt maar in
de school.
Mijn mentor heeft benoemd dat ze vindt dat ik vooruitgang heb geboekt op het
gebied van mijn persoonlijke leerdoel. Ze vindt dat ik me goed aan het
ontwikkelen ben en dat vond ik natuurlijk heel fijn om te horen! Ze zegt dat ik
mijn stem al beter gebruik door harder te spreken. De kinderen hebben mij als tip
gegeven dat ik soms wel wat strenger mag handelen. Maar dit hoort inderdaad
bij mijn persoonlijk leerdoel dus ik ben hier nog mee bezig. Vooral het
stemgebruik en mimiek van de effectieve leraarcommunicatie.
Waar sta ik nu met betrekking tot: De kritische handelingen van
de betreffende fase?
A.1. Bespreken van en omgaan met regels: Wat betreft deze handeling vind
ik dat ik het al goed beheers. Ik vertel de leerlingen altijd wat ik van ze verwacht
tijdens een activiteit en wat wel en niet de bedoeling is.
A.3. Leiding geven aan het groepsproces: Deze handeling heb ik ook al aardig
onder de knie. Ik kan de klas overnemen van mijn mentor als ik een idee heb van
wat de bedoeling is. Als het een onverwachte situatie is dan weet ik ook wat er
moet gebeuren want dan houd ik mij aan de planning.
A.4. Interactie aangaan met de groep: Ik vraag de leerlingen altijd om feedback.
Niet alleen op de les maar ook op mij. Ik stel ze hierbij reflecterende vragen en ik
vind dat ik deze handeling best goed beheers. Ik heb wel als feedback gekregen
dat ik wat meer zou kunnen doorvragen en dat ik echt goed de tijd moet nemen
voor de evaluatie.
B.1. Leerdoelen stellen: Ik maak zeker gebruik van de feedback die ik krijg van
anderen. Bijlage 4 van het ogp boekje was erg fijn om in te laten vullen door mijn
mentor want daardoor heb ik kunnen zien op welke gebieden van de kritische
handelingen ik nog verbetering moet tonen. Ik heb op mezelf gereflecteerd en
heb hierbij ook nog eens mezelf gefilmd. Ik heb van het filmpje wel geleerd dat ik
mijn persoonlijk leerdoel nog moet behouden en hier verder mee oefenen. Het
persoonlijk leerdoel dat ik voor mezelf heb opgesteld is dus zeker in behandeling.
B.2. Leeractiviteiten ontwerpen: Ik heb het gevoel dat ik deze handeling nog niet
helemaal beheers. Dit komt met name doordat ik bij iedere les die ik heb
gegeven vooral het samenwerken heb gestimuleerd of de kringgesprekken.
Daarom heb ik niet veel gevarieerd op het gebied van de werkvormen.
B.3. Leeractiviteiten begeleiden: Naar mijn idee beheers ik deze handeling omdat
ik altijd klaar sta voor de leerlingen als ze vragen hebben door ze hierbij te
helpen en te ondersteunen. Ik help de leerlingen als dat nodig is en ik zorg ervoor
dat ze doorwerken als ik zie dat ze even afgeleid zijn.
E.2. Bespreken van opbrengsten en kwaliteit van leeractiviteiten met collega's:
Deze handeling beheers ik nog niet zoals eerder genoemd. Ik heb niet bewust
stilgestaan bij deze handeling in deze periode. Ik zal dit wel zeker doen in de
volgende periode.
Hoe nu verder?
Als ik kijk naar hoe ik nu ervoor sta dan denk ik dat ik nog moet oefenen met een
aantal handelingen en hier dus aan moet werken in de volgende periode. Dit zijn
de handelingen A.4, B.2 en E.2.
Ik zal daarom meer tijd besteden aan het evalueren van de les en hoe ik dit het
beste kan laten verlopen. Daarnaast zal ik beter stilstaan bij hoe ik het beste een
werkvorm kies voor een activiteit. Ik zal kijken naar waarom die werkvorm erbij
past en hoe ik dan de klas moet indelen. En als laatste zal ik met collegas in
gesprek gaan, ik zal me actiever opstellen in de samenwerking en mijn mening
verwoorden.
De doelen die ik hierbij formuleer zijn: Ik kan onderwijsactiviteiten evalueren met
kinderen en ze feedback geven op product en proces. Ik kan doelgericht
verschillende werkvormen en groeperingsvormen hanteren. Ik kan een actieve
bijdrage leveren in de samenwerking met collegas en ik neem initiatieven.

Das könnte Ihnen auch gefallen